GELOKONINGEN.
Na. 20497
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Januari
Derde Blad Anno 1927
H Buitenl. Weekoverzicht
JANUARI IN PARIJS.
FEUILLETON.
Vredesmoeilijkheden in Frankrijk
De crisis in Dnitschland
Engeland aarzelt in China.
Kerstmis en Nieuwjaar zijn voorbij en
grootendeels ook reeds de gedachten aan
vrede, aan goe^e wenschen etc., die daar
bij als van zelf zich opdringen. Merkwaar
dig is zelfs, dat een vredesrede heel wat
6tof heeft doen opwaaien. Wc bedoelen
hier de rede van den nuntius te Parijs als
deken van het corps diplomatique op de
Nieuwjaarsreceptie van den president der
Fransche republiek, met welke rede toe
vallig samenviel een interview van Briand,
den Franschen minister van buitenl. zaken,
toegestaan aan een paar bladen. Briand
verdedigde daarbij zijn beleid, dat hij te
rugbracht tot Genua en Cannes, waar Pom-
caré hem deed vallen, gelijk bekend. Men
zag daarom in dit interview een aanval
op Poincaré, die Briand, naar men weet,
ook te Genève duchtig heeft geremd. En
de rede van den nuntius kon eenigszms
den indruk maken, alsof de Heilige Stoel
zich geheel achter Briand plaatste, hoewel
dat geenszins in de bedoeling lag, alleen
maar bedoelde te zijn een aansporing tot
een vredespolitiek in algemeenen zin, naar
later door den nuntius werd verklaard. Een
en ander heeft geleid tot heel wat politie-
ken strijd, waardoor de positie van het gati-
eche kabinet in 't algemeen en van Briand
in 't bijzonder niet beter is geworden,
ook al zou het op dit oogenblik nog te
ver voeren om reeds te denken aan een
crisis.
Dit is evenwel zeker, dat Briand slechts
zeer voorzichtig zijn politiek van toenade
ring zal kunnen voortzetten, wil hij niet
in zeer ernstige moeilijkheden komen. Zijn
plan schijnt te zijn in het parlement den
strijd aan te binden met zijn tegenstan
ders om te weten, waar hij aan toe is
Is door een en ander in Frankrijk de
situatie wat onzeker geworden, hetgeen
reeds een zwakken terugslag tengevolge
had op den franc, wat echter de positie
der regeering helpt stevigen, in Duitsch-
land he.rscht volslagen onzekerheid. Voor
de zooveelste maal is men daar weer eens
vastgeloopen in een labyrinth van poli
tieke intriges als gevolg van het ten val
brengen der regeering MarxStresemann.
Wie daar den uitweg wijst
Van Duitsch-nationale zijde schijnt men
alles op haren en snaren te zullen zetten
om weer deel te erlangen aan de regee-
ringstaak, al zal men inzake het buitenl.
bewind Stresemann's richting moeten aan
vaarden, waar anders de Rijksdagmeerder
heid direct een reusachtige meerderheid
zou opleveren tegen het nieuwe rijkska-
binet.
Het schijnt, dat de eerste, die zal wor
den aangezocht om een ministerie te vor
men dr. Curtius zal zijn, thans minister
van economische zaken, behoorend tot de
Duitsche Volkspartij.
Dr. CURTIUS.
Edoch, veel kajas op succes kan hem niet
worden gegeven. De democraten zullen
aan een coalitie met de Duitsch-nationa-
len niet meedoen en het Centrum De lin
kervleugel zal zich geducht weren tegen
een dergelijke ,,Rüc-k nach rechts", zoodat
ook het Centrum vermoedelijk niet mee
zal willen doen. Een coalitie van Duitsch-
nationalen tot en met de socialisten is mo
menteel geheel uitgesloten, terwijl de Duit
sche Volkspartij thans toch moeilijk haar
zegen kan geven aan een combinatie met
de socialisten, na door de felle wijze van
weigering juist de crisis te hebben uit
gelokt. Dan weer een regeering der mid
den-partijen, steurend voor de buitenl.
politiek op de socialisten, voor de binnen-
landsche grootendeels op de Duitsch-natio.
nalen Dat zullen de socialisten wel niet
accepteeren, waar zij immers van plan zijn
niet maJsche eischen te stellen voor mee
doen, zelfs als stille vennoot, eischen,
waarmee rekening zal dienen te worden
gehouden.
Zoo ooit een regeeringscrisis in Duitseh-
laüd moeilijk op te lossen is geweest, dan
is het ongetwijfeld de huidige. Wil Duitsch.
land zijn pas verworven positie evenwel
niet in gevaar brengen, dan zal met de
crisis toch niet te lang getalmd mogen
worden en voldoende waarborg moeten
bestaan voor voortzetting der buitenl. po
litiek, zooals Stresemann die heeft uitge
stippeld. Geruchten, dat het tot Rijksdag
ontbinding zal komen, geven momenteel
meer den wensch weer dan de werkelijk
heid, hoewel het niet heelemaal uitgeslo
ten is, dat het nog zoover komen zal, als
men ten einde raad is.
In deze laatste positie komen de Engel-
sehen zoo eenigszins in China. Met merk
waardig geduld zien zij daar toe, hoe de
bevolking wordt opgehitst tegen Albion
door Russische agitatoren. Werd te Han-
kau de Engelsche concessie zelfs niet aan
vankelijk ontruimd en de orde en gezag-
handhaving overgelaten aan de troepen
van Kanton Dit alleen om een bloedige
botsing te voorkomen, waarvan de ernstig.
6te gevolgen worden gevreesd. Men vraagt
zich echter af, of deze politiek van talmen
en van on macht-toon en eenig succes kan
afwerpen- Komen de Chineezen zoodoende
niet in de meening, dat de Engelschen toch
niet durven en kunnen, met alle rampza
lige gevolgtrekkingen, daaraan verbonden
Het Chineesche nationalisme is op zich
zelf een rechtvaardige zaak, doch tegen
uitwassen dient opgetreden te worden door
alle betrokken mogendheden in het belang
van alle vreemdelingen en van hun eigen
dom. Leven en bezit zijn thans niet overal
in China meer veilig, doch van eenig op
treden verneemt men niet Omdat er geen
eensgezindheid is te krijgen, omdat de een
voer den ander de mooie rol wil spelen
van „vriend van China"? De antwoorden
op het Br'trche memorandum zijn ook
weinig houvast biedend en vaag
En intusschen duurt de inwendige strijd
onvermoeid voort, zonder dat nog is te
zeggen, wie overwinnaar zal zijn!
Januari is in Parijs de wintermaand bij
uitnemendheid. Als 't er vriest, vriest het
er in Januari; als het er sneeuwt, sneeuwt
het er in Januari; en regen valt er nooit
zooveel als dan in de Parijsche straten
neer Dat is dan ook de reden, waarom de
Parijzenaars, wier beurs en bezigheden dat
toelaten, vóór de Januari-maand aanbreekt
reeds naar de Cóte d'Azur, de Fransche
Riviera vluchten. En de heele Januari
maand door blijft die vlucht nog aanhou
den. Voor de Parijzenaars, die thuisblijven
moeten, is er echter deze troost, dat nooit
het Parijsche seizoen zóó intens in vollen
gang is als juist in die wintersche Januari
maand; d&n komen de meeste nieuwe thea
ter-stukken uit; din worden er nieuwe re
vues gelanceerd; din worden er groote,
mondaine bals gegeven, particuliere bals,
en openbare liefdadigheids-bals tegen hoog,
héél hoog entree, waarmee rijke burgers
gelokt worden, die wel graag eènige hon
derden francs deponeeren willen om een
avond lang te gelooven, dat ook zij tot het
tout Paris élégant behooren.
En Januari is tegelijkertijd ook de maand
der huiselijkheid in Parijs, der familie-fees
ten. Dat begint al dadelijk met den nieuw
jaarsdag. Die telt hier in Frankrijk veel
meer mee dan bij ons. En hoewel meer en
meer, naar Engelsch voorbeeld, de kerst
viering de nieuwjaars-viering gaat ver
dringen. wordt door rksechte Parijzenaars
toch nog steeds de nieuwjaarsdag gehand
haafd als cadeautjes-feest voor familie en
kennissen. En die nieuwjaars-cadeautjes
hebben zelf9 een specialen naam, „étren-
nes", die hen onderscheidt van alle andere
cadeautjes ter wereld.
Groot en klein, arm en rijk, doet mee aan
dat gebruik. Voor de minder-bedeelden wor
den er zelfs speciale nieuwjaars-winkeltjes
opgericht: de nieuwjaars-kramen op de
boulevards. Tijden te voren worden ze er
al neergezet, en een weck na nieuwjaar
staan ze er nog allemaal, en doen nog
steeds goede zaken.
Op de groofe boulevards, van de Made
leine tot de Place de la République, staan
meest poppen- en andere speelgoed-kramen
terwijl op den boulevard Sébastopol zich
kraam aan kraam de antiquairs van Parijs
geïnstalleerd hebben, en al evenmin zich
over gebrek aan koopers te beklagen heb
ben, want de Parijzenaars zijn liefhebbers
van oudheden, en een meubelstukje, een
vaas, een doosje uit het tijdperk van een
der Lodewijken kan hen in ware extase
brengen.
Oorspronkelijk werd het houden van
nieuwjaars-kraampjes op de boulevards
slechts toegestaan aan de z.g. „kleine uit
vinders" en handwerkslui van Parijs, die
op deze wijze gelegenheid hadden hun laat
ste nieuwigheidjes aan het publiek te ver-
toonen, meest mechanisch speelgoed, als
waggelende eendjes, sjokkende olifanten,
dribbelende Chineezen. knikkende ezels
Na den oorlog werd een tamelijk groot aan
tal daarvan gereserveerd voor oorlogs-ver-
minkten en oorlogs-weduwen. En de „kleine
uitvinders", hoewel hun daardoor een
groote concurrentie werd aangedaan, pro
testeerden niet, zagen het billijke in van
dezen maatregel. Maar sinds een paar
jaar hebben eenige groote warenhuizen zich
in verbinding gesteld met die oorlogs-ver-
minkten en oorlogs-weduwen, en zoo staan
er nu op de boulevards naast de dood-een-
voudige simpele kermis-kraampjes der
kleine uitvinders en andere speelgoed-ver-
koopers, prachtig ingerichte groote kramen,
die eigenlijk niet anders zijn dan filialen
dier groote warenhuizen; en natuurlijk
kunnen die kleine kraampjes, ondanks hun
schilderachtigheid en hun fantasie, dóór
niet tegen op, zoodat ze elk jaar nu minder
in aantal worden, en ze op den duur wel
geheel zullen moeten verdwijnen, wanneer
riet bijtijds de Parijsche gemeenteraad haar
maatregelen daartegen neemt. En d&t hoopt
in zijn hart ieder Parijzenaar. want met die
nieuwjaars-kraampjes zou een van Parijs'
charmantste eigenaardigheden verdwijnen.
Behalve het nieuwjaars-feest Tieren de
Parijzenaars nóg een gezellig huiselijk feest
in Januari: dat is het Drie Koningenfeest.
Oorspronkelijk een christelijke feestdag ter
herdenking van de Drie Wijzen uit het Oos
ten, de Drie Koningen, die 't kindeke Jezus
kwamen begroeten met hun geschenken van
goud. wierook en myrrhe, i9 daar langza
merhand in den loop der tijden niet veel
anders van overgebleven dan een vroolijk
feest in den huiselijken kring met familie
en kennissen, waarbij de tradioneele Drie-
koningen-taart aangesneden wordt en onder
de aanzittenden verdeeld. Die taart wordt
zelfs het middelpunt van het heele feest.
In sommige streken van Frankrijk bestaat
ze uit een luchtig fijn gebak, dat eenigszins
lijkt op moscovisch gebak, in andere stre
ken houdt men vast aan de traditie van een
vruchtentaart; in nóg weer andere streken
heeft men de gewoonte een marsepein-gebak
te maken. In Parijs, waar Franss-hen wonpn,
die uit alle gewesten van Frankrijk afkom
stig zijn, vindt men ook alle soorten Drie
koningentaart vertegenwoordigd, maar de
meest voorkomende taart is toch die uit
feuilletée-deeg.
Wie een gróót feest ervan maken willen,
richten een uitgebreid diner aan, waart>e
vele gasten genoodigd worden, en de Drie-
koningenlaart komt dan eerst bij het dessert
te voorschijn.
Velen echter noodigen vrienden en ken
nissen slechts uit op een avond-partijtje, om
de Driekoningen-taart te eten, en „den ko
ning te komen trekken". In zoo'n Drie
koningen-taart nl. wordt een groote boon
gebakken, een groote boon, die kunstig ver
sneden is tot een sier of een kruis, en wie
die boon in zijn stuk taart treft, die wordt
uitgeroepen tot koning van het feest.
Daar wordt dus de taart warm en wel
binnengedragen door de dienstbode, en van
alle kanten stijgt er een gejuich op, want nu
gaat het eigenlijke feest beginnen.
Al3 de taart op tafel staat en aller oogen
daarop gericht zijn, als om te ontdekken in
wélk stukje van haar lichaam ze geheim
zinnig de boon verborgen houdt, dan ver
heft de heer des huizes zich van zijn zetel,
telt het aantal neuzen in de rondte, neemt
het mes op, en begint te snijden.
Het eerste stuk dat hij eraf snijdt, dat
wordt opzij gelegd, dat is „la part du bon
Dieu", het godsdeel, dat bestemd is voor
don eersten arme, die voorbij zal komen.
Wie heel royaal wil zijn snijdt ook een
tweede stuk voor de armen af, ,;la part de
la Vierge", en soms nog een derde stuk, „la
part des mages" geheeten.
En dan begint pas het snijden voor de gas
ten en huisgenoolen. Wanneer dan ten slotte
de taart in het juiste aantal deelen gesneden
is, worden al die stukken te zamen in een
groot wit 9ervet gelegd, waarvan de pun
ten omgeslagen worden. Het jongste der
aanwezige kinderen wordt nu aangewezen
om onder de tafel te gaan zitten dan vraagt
de heer des huizes; „Voor wie?" Het
kind noemt den naam van een der aanzit
tenden. De vader neemt een stuk taart uit
het servet en legt het voor den genoemde
neer. En: „Voor wie?" vraagt hij dan ver
der. Een tweede naam wordt genoemd. Zoo
gaat het dan door, tot alle stukken uitge
deeld zijn.
Dan worden de glazen vol geschonken en
het gesmui begint. Ja, maar een voorzichtig
gesmui. Want he* is zaak op de boon te
lettenl Wie za. de koning zijn van het
feest? Daar het bij Driekoningenfeesten
wel eens voorkwam, dat degene, die de boon
trok, heelemaal geen lust had konings
plichten op zich te nemen, en dan een
voudig de boon maar doorslikte, wat met 'n
beetje moeite gewoonlijk ook wel gelukte
wordt in veel families die plichtsontduiking
voorkomen door in plaat9 van een boon een
porseleinen poppetje in de taart te bakken,
een kroontje ook wel, of een klompje of een
geluks-varkenlje van porselein, en juist zóó
groot, dat een poging om het door te slikken
op een stik-dood zou kunnen uitloopen, en
d&t heeft niemand er voor over, om
een koningsschap van zich af te 9chuiven'
Het is anders zoo'n onaardig koningsschap
nog niet; maar er zijn nu eenmaal van die
menschen. die lieven zich bescheiden ach
teraf houden, dan het middelpunt van een
feestgezelschap uit te maken.
Ik heb heml
Een hoera gaat op. Felicitaties klinken
van alle kanten in het rond. Er wordt ge
klonken, gedronken.
Maar d&nAls het een man was, dis
de boon trof, dan is nu zijn eerste konings
plicht zich een koningin te kiezen (zooals
in het omgekeerde geval de dame zich een
koning kiezen moet). In oude tijden be
stond de gewoonte, dat de koning zich al9
koningin koos deminst jonge~dame uit
het gezelschap een Fransche galanterie,
die zeker haar waarde had. maar evengoed
haar bezwaren. Want vaak gebeurde het.
dat die Zoning van één avond dolgraag
tot zijn koninginnetje gekozen zou hebben
een meisje, dat hij reeds lang bescheiden
het hof maakte; en wat een prachtgelegen-
heid, om haar nu zoo ineens en voor ieders
oog te toonen. dat zij en zij alleen de uit
verkorene. de koningin zijns harten isl
En dus raakte die oude, galante gewoonte
meer en meer in onbruik, en iedere koning
kiest tegenwoordig precies de koningin, die
hij wil
En zelfs. wanneeT er onder de gasten een
is, van wie gastheer en gastvrouw weten,
dal die wel héél graag koning zou willen
zijn dien avond, om een zeker koninginne
tje te kunnen kiezen, dan wordt het toeval
wel eens een klein handje geholpen. Het
is immers gemakkelijk genoeg om op de
taart een bijna onmerkbaar teekentje te
zetten op de plaats waar de boon zich be
vindt, en dan dit stuk in het servet een
beetje opzij te leggen, en het daar te laten
liggen net zno lang tot den naam van den
jongen verliefden man genoemd wordtl
Natuurlijk moeten koning en koningin
elkaar omhelzenI En beiden krijgen een
kroon op, en soms ter vermeerdering van de
illussie nog een soort koningskleed aan
ook. Een scepter hoort er bij. En. %als er
een uit het gezelschap die rol op zich ne-
nemen wil (en kan) dan is ook een nar
zeer welkom in de hofhouding van den
avond.
Koning en koningin hooren bovendien
zelf steeds den vreugdetoon aan te geven en
eveneens in het smakelijk wijndrinken voor
te gaan. En het gezelschap heeft op te letten
in de eerste plaats. Want telkens als de ko
ning het glas aan zijn mond zet om een slok
wijn te nemen, dan hoort ieder te toonen,
dat hij dat opgemerkt heeft, door luide te
roepen: „Le roi boitl Le roi boitl".... door
dan zelf zijn glas te heffen en hel konings
paar gezondheid toe te drinken.
Wee dengene, die door onachtzaamheid,
verstrooidheid, of verlegenheid niet meedoet
aan dat geroep en gedrinkl Die wordt on
middellijk door de overige gasten onderhan
den genomen, en docr middel van een ge
brande kurk in een ommezien getransfor
meerd tot „negerkoning".
Natuurlijk tracht dte negerkoning dan wat
zwarte zoentjes te zetten op blanke meisjes
wangen. in blanke meisjeshalzen. De blanke
meisjes schrikken, gillen, trachten te ontko
men.. de negerkoning lacht satanisch,
de nar laat zijn bellen rinkelen en roept
kwinkslagen door al het rumoer heen. De
koning en de koningin, die zitten naast
elkaar, en lachen; ze lachten om die zoo
rumoerig zich vermakende vroolijke bende,
en ze lachen tegen elkaar., in verstandhou
ding. Ze worden er be len verlegen van,
de koning en de koningin. En dan drinken
ze maar gauw een slokje wijn om hun ver
legenheid te verbergen.
Le roi boitl Le roi boit!
En ieder klinkt, en ieder drinkt!
En waar leege glazen zijn, daar worden
die onmiddellijk vol geschonken.
Zoo blijft de pret en de feeststemming aan
den gangl
En te denken, dat zulke onschuldige Drie-
koningen-vierders eens in Frankrijk be
schouwd werden als.... staatsgevaarlijkP
Dat was tijdens de Revolutie. Van ko
ningen wilde de Fransche Staat toen niets
meer hooren of weten. Zóó groot was de af
keer van al wat het koningschap betrof, dat
zelfs het Driekoningen-feest moest omge
doopt worden tot „Sans-Culotten-feest", en
er werd een decreet uitgevaardigd, waarbij
het den bakkers streng verboden werd ter
cere van dat feest taarten met boonen erin
te bakken, want zulke taarten hadden den
naam van Driekoningen-taarten.
Evenwel een oude traditie is maar niet
zoo een-twee-drie af te schaffen, zelfs niet
door wettelijke voorschriften, en dan nog
wel bij een volk als de Franschen, die zoo
zeer gehecht zijn aan overleveringen en tra
dities.... En dus werden er tóch taarten
gebakken met boonen erin, koningstaarten,
en er werden toch „koningen getrokken", en
er werden toch feesten gevierd met een ko
ning en een koningin aan het hoofd, en
tóch werd er' gejuicht en gejubeld en ge
schreeuwd: „Le roi boitl Le roi boitl"
Toen greep de regeering streng in, en er
werd overal bekend gemaakt, dat bakkers,
die koningstaarten bakten en feestvierders,
die „koningen trokken", beschouwd moesten
worden als burgers met begrippen gevaarlijk
voor de zoo duur gewonnen vrijheid, en dat
de politie in zulke gevallen „haar plicht had
te doènl"
Na dien tijd zijn er nog heel wat regeerin
gen geweest in Frankrijk, maar geen van
allen hebben ze zich meer verzet tegen de
Driekoningen-viering. En Frankrijk, dat on-«
danks zijn republikeinschen en democrati-
9chen gee9t toch dól is op al wat koning en
koningschap is ziet elk jaar weer met
ware vreugde den 6den Januari tegemoet,
de taart met de boon erin, den koning en
koningin van één avond, de bordpapieren
kroon, den houten scepter, den nar, en Jo
vreugde van wijn te drinken, veel goeden
Franschen wijn, en in uitbundige pret te
roepen met de glazen omhoog geheven: Le
roi boitl Le roi boitl.
B
Geautoriseerdp vertaling naar het Engelsch
van E PHILIPS OPPENHEIM.
door
W. M. D SPIES- VAN DER LINDEN
35)
De gedachten waren al eerder in hem 'op
gekomen, maar alleen hedenavond had hij
geduld dat ze in zijn geest bleven hangen.
Een of twee keer had hij gemerkt dat ze in
2ijn brein op den loer lagen en had hij zo
verjaagd. Hedenavond kwamen zij met een
zachte, onoverwin'ijke volharding, zoodat hij
zelfs zijn wil onmachtig had gevoeld, ze te
smoren Hij was gedwongen de waarheid
onder de oogen te zien, dat hij, Phineas
Duge. de man van vele millioenpn, daar, ter
wijl de minuten vloden, met leege oogen in
de leege ruimte zat te staren aldoor den
kend aan dal kind en hij zou er meer dan
hij zichzelf wilde bekennen voor over gehad
hebben als hij haar op dat oogpnhlik een
paar voet van hem af had kunnen zien zit
ten, terwijl zij okkernoten pelde of hem haar
indrukken meedeelde van dit wonderbaar
lijke nieuwe leven, waarin zij gekomen
was. Een kleinigheid wat het. dal de draad
van zijn overdenkingen afbrak. Toen hij
zich rekenschap gaf van wat hij had zitten
doen kwam er bijna een gevoel van
schaamte in hem op. Tn een oogwenk was
hij weer zichzelf. Hij dronk kalm zijn wijn
uit. zette zijn glas neer en een sigaar uil hel
Ristje nemend, hield hij die op voor den
nian, die klaar stond met een knipper. Een
klein zilveren spirituslampje, dat met blauwe
vlam brandde, stond vlak bij hem. De
„butler" gaf het sein en in een kleine, gou
den kop werd zijn koffie, sterk en geurig,
voor hem neer gezet.
„Zeg tegen Smedley, dat hij om negen
uur in de studeerkamer moet zijn/' be
val hij.
„Ja, mijnheer," antwoordde de man.
„Gaat u niet uil, mijnheer? Zijn er geen
orders voor 'de garage?''
„Vanavond niet," antwoordde Phineas
Du ga.
Er kwam gen onverwacht gerucht van
stemmen uit de hall Phineas Duge keek mei
gefronst voorhoofd naar de deur.
„Wat is dat?" vroeg hij scherp.
De butler stond versteld.
„Ik zal gaan kijken, meneer," zei hij.
..Het lijkt wel of James het met iemand aan
den stok heeft."
De deur werd plotseling geopend; Weiss
en Higgins kwamen snel binnen, gevolgd
door den protesteerenden en verschrikten la
kei. Phineas Duge stond van zijn stoel op
en met één hand op de tafel leunend, keek
bij scherp naar de twee mannen. Zelfs
onder het schijnsel van de electri9che lainp
met rose kap stond zijn gelaat koud en
strak. De glans van zijn witte tanden was
zichtbaar tusschen zijn lippen. Hij zag er,
vergelijkenderwijs gesproken, -uit als een
man, die op het punt staat zijn vijanden Le
bespringen. Een hand had verstolen de zak
van zijn smokingjas gezocht en hield daar
iets hards omklemd, dat hem echter een
groote geruststelling gaf. Hij sprak geen
woord ter begroeting. Hij uitte geen kreet
van verrassing. Hij wachtte slechts.
„Deze hecren liepen mij m de hal! voor-
j bij," trachtte de lakei zich te verontschul
digen. „Ik had me maar even omgedraaid
en Wilkins was naar beneden om te eten."
„Je kunt gaan," zei Phineas Duge koel.
hem uil de kamer wuivend. „Wat wil je
Weiss?"
„Vijf minuten verstandig met je praten,"
antwoordde Weiss. „Je zult er niets door
krijgen door naar ons te luisteren.'Zend je
knecht weg en gun ons een kwartier."
Phineas Duge aarzelde, maar slechts voor
een oogenblik. Deze mannen waren openlijk
gekomen en 't was bekend, dat zij zijn
vijanden waren. Het was niet mogelijk, dal
zij van plan waren, geweld te gebruiken. Hij
wendde zich tot den butler, die achter hem
stond.
„Geef dezen heeren stoelen," beval hij,
„en ga de kamer uit."
Zij zaten aan zijn linkerzijde. Phineas
Duge schoof hun de karaf Bourgogne en de
sigaren toe. Toen leunde hij achterover in
zijn stoel en wachtte.
„Duge, wij hadden eerder bij je moeten
komen," begon Weiss. „We spelen een kin
dcrspelletje, wij allemaal."
„Wat het ook voor een spel is,' antwoord
de Duge, „het is niet door mij bedacht
„Dat bekennen we. om mee te beginnen."
antwoordde Weiss. „Wij hadden ongelijk.
Je hebt het aardig tegen on9 uitgehouden.
Wij zijn millioencn dollars armer en jij rij
ker na onze breuk. Laten we het hierbij
laten. We hebben andere dingen om aan te
denken behalve dit gegoochel met fondsen.
Ik neem aan, dat niemand van ons er bui
tengewoon nieuwsgierig naar is, om te weten
hoe een rechtbank er uitziet."
Phineas Duge maakte geen beweging van
instemming of afkeuring.
„Slaat dit op die beweging tegen de
„Trusts," die de president verondersteld
wordt zoo prachtig te ondersteunen?"
vroeg hij.
Weiss knikte.
De zaak is verder gevorderd dan een
van ons geneigd was te gelooven," ant
woordde hij. Allemaal hebben wij er belang
bij, jij nog meer dan een van ons. Als Har
rison's voorstel aangenomen wordt, kunnen
we ieder oogenblik gevangen genomen wor
den. Het ziet er slecht voor ons uit Duge en
we kunnen ons niet behoorlijk te weer stel
len als we onder elkaar harrewarren als een
troep kleine kinderen."
„Je stelt dus voor," zei Phineas Duge
langzaam, „om van nu af weer samen te
werken?"
„Precies," antwoordde Weiss. „Jij hebt
gewonnen en misschien was 't morgen onze
beurt geweest, dus je verliest er niet bij. Wij
willen een tijdlang het werk slaken om rond
te kijken en dit nieuwe gevaar onder de
oogen te zien."
„Goed," zei Phineas Duge, „ik stem toe.
We zullen morgen op je kantoor bijeen ko
men en onze makelaars meebrengen Ik wil
graag dezen strijd eindigen. Ik ben er niet
mee begonnen.
Higgins haalde verruimd adem. Hij was
misschien de armste van de groep en het
waren zijn fondsen, waar Duge het ergst in
had huisgehouden.
„Den hemel zij dank!" zei hij. „Nu kun
nen we tenminste even op adem komen om
te zien, wat we met die kerels moeten be
ginnen. die on9 willen wijzen, hoe we onze
eigen zaken moeten behandelen."
„In de eerste plaats." zei Weiss, „wat nu
met het stuk. dat we teekenden? Ik kan
begrijpen, dat je 't als dreigement boven ons
hoofd wilde houden, zoolang wij vijanden
waren. Het was een goed wapen en je had
er recht op, maar nu we weer samen wer
ken. zie je zelf wel in dat 't feitelijk de ver
nietiging van onze belangen zou beteekenen,
als de tegenpartij het in handen kreeg."
„Als ik dat papier hier had," zei Duge
kalm, „dan zou ik het op dit oogenblik ver
scheuren. maar het spijt me te moeten zeg
gen. dat ik het niet heb Het werd gedurende
mijn ziekte gestolen/' v
„Dat welen we," zei Weiss. „We weteh
zelfs in wiens handen het is."
Phineas Duge keek hem vragend aan.
„Norris Vine heeft het," vervolgde Weiss.
„We hebben hem «r een millioen voor ge
boden. maar hij weigert het af te staan Hij
zou hel al lang voor zijn krant gebruikt heb
ben en wij zouden nu aan de overzijde van
den oceaan zitten, als John Drayton hel hein
niet afgeraden had. Nu heeft hij het mee ge
nomen naar Londen. Hij is van plan Deane
om raad te vragen. Ieder oogenblik kunnen
we nu den slag verwachten. Op een goeden
morgen zien we het stuk mooi zwart op wit
gedrukt in elke krant van New York staan."
.Je hebt er hem een behoorlijke som voor
geboden zei Phineas Duge, „en hij weigert
h§t af te staan Goed. wal ben je nu van
plan te doen?"
„Het i9 jou ontstolen," zei Weiss. „Hij is
in zijn recht, al9 hij weigert met ons te on
derhandelen maar het is jouw eigendom en
jij bun! er aanspraak op maken."
„Dus jé stelt voor?" vroeg Phineas Duge.
„Dat je morgen de „Kaïserin" naar Lon
den neemt." zei Higgins en daar dien Vine
te pakken ziét te krijgen De r^sf kunnen we
veilig aan je overlaten, maar ik geloof, als
je je best er voor doet, dat je het krij
gen zult."
(Wordt vervolgd.)