Groote Opruiming Lappen en Restanten. Humor uit het Buitenland IVflM HEDEN NIEUWS UIT BELGIE. UIT RUSLAND. Bij Scheren PUftOL Eerste agent, tot z'n maat: „ïk geloof, dat we het best zouden doen, hem tusschen ons in te nemen". Boemelaar: „Nee, Je ken mij niet voor den mal houden, agent, ik weet drommels goed, dat je hier maar alleen bent". (Passing Show) Meisje: „Goeie hemel, daar is vader, en ik heb hem beloofd, dat ik hier nooit meer zou komen. Wat ter wereld moet ik doen?" Haar metgezel: „O, dat Is nogal eenvoudig. Vraag hem, hoe hij het in z'n hoofd haalt om een oord als dit te be zoeken". (Punch) Mies: „Paps en de anderen verwachten U geloof ik in de zitkamer, om te bridgen, oom" Oom: „Waarom denk je dat?" Mies: „Zo hebben de deur op slot gedaan". (Humorist) '„Liefste, ik geloof dat het tijd is om op t: staan". „Waarom?" *Wel, baby is in slaap gevallen". (Passing Show) Een bloemenhulde mag schilderachtiger zijn, maar menig geliefkoosd artist zou haar gaarne ruilen voor giften van praclischen aard. (Punch) RECLAME. 6451 (Van onzen bijzonderen correspondent). Nieuwjaarsviering. Brussel, 3 Jan. 1927. Er is geen openbaar feest in België, dat zoo wordt gevierd als Nieuwjaar. Meer dan op Kerstmis, meer dan op welk ander feest ook, komt de Belgische bevoiiring in be weging rond dezen tijd en heerscht hier de feestelijke stemming, die aan alles een zoo bijzonder uitzicht geven kan, die u het pleizierig gevoelt schenkt, alsof er iets moois te verwachten is en u naief-gelukkig maakt als een kind. Kerstmis is in België een als ingevoerd feest door de wijze van viering, meer godsdienstig, meer voor de kleinen, de met de traditie van de volks massa. Het verandert we schreven het u reeds maar toch... het zal nog lang zoo blijven en de Nieuwjaarsviering r.al het niet zoo spoedig afleggen in belang en algemeenheid Nieuwjaar: dat is het feest van iedereen, daar doet oud en jong aan mee. Op Oude jaarsavond wil in België iedereen er bij zijn, van den pas de kinderschoenen ont wassen leerjongen tot den bedaagden cn grijzenden, van zijn sociale waarde bewua- ten burger, om met een dans en een kus het nieuwe jaar in te gaan, vol Zuidersche losheid en luidruchtigheid. Ook ditmaal is het er vroolijk toegegaan, want de vindingrijke, in elk opzicht schran dere neringdoenden, in casude cafétiers en restauratiehouders, laten geen gele genheid ongebruikt voorbij gaan om „ne gotie" te doen en zij zorgen er voor, aat er leute en... verteer kan gemaakt worden in hun gelegenheid. Zij weten het goed, dat het nu hun goeie tijd is en men mag gerust gelooven, dat de reusachtige „Etren- nes" op hun uitstalramen geschilderd, of in gloeiende letters schitterend op hun gevel meer Nieuwjaar bedoelen dan het Kerstfeest. Brussel vooral heeft „gereveillonneerd." Brussel, dat bijna België is omdat al het leven uit alle provinciën er samenstroomt als in een smeltkroes en ieder er iets van het zijne meebrengt. Brussel heeft ge vierd „twee maai twee Zondagen in de week en de andere dagen kennis", de hartgrondige wensch van iederen waren Brusselaar, geboren en gewonnen in de schaduw van de oude, in hun eenvormig heid trouwe Sinter-Goedeletorens of van den Satan-dood end en St Michiel van het stadhuis Want dat moet u ook wel weten, het „Ketje" of de „Kiekefretter", zooals de Brusselaar in de wandeling wordt ge noemd is bij uitstek „j'm'en foutifite" een woord, dat hem overigens gereed in den mond ligt, d.i. van het soort men schen, die 't niet aan hun hartje laten ko men. Het is zijn zwak niets te doen en „pinten" te pakken, het begin van zijn zaligheid. En met Nieuwjaar is hij in zijn element. Dan gaat hij er op uit, in ae stad, op avontuur, en. dat avontuur vindt hij, v ant de jazz is zoo prikkelend, de 6trateri zijn zoo vol lucht van opwinding, het licht, dat uit de magazijnen stroomt, van de gevels schittert, uit den groDd v«u onder uw voeten schiet, boven uw hoofden cirkelt, is zoo feestelijkHij zou niets anders kunnen dan manhaftig opgaan in den roes en zich arm koopen of arm drin ken in aangenaam gezelschap. Zoo is de Brusselaar: verwijfd en ambitieus tevens in zijn geraffineerde ontaarding van grou&- stadsburger. Daarvan is hij bewust en dat zoekt hij en bereidt hij voor om in staat te zijn het te kunnen: hij spaart. De Brusselaar „de kale meneer" zeggen „die uit de pro vincie" die geen cent in zijn »zak kan houden, spaart tegeD dien dag, of liever, hij laat voor hem sparen. Dat is kenschet send. Het gebeurt op een bijzondere ma nier. In een van de talrijke café's, die hij bezoekt is hij lid van „Een appeltje voor den Dorst" of „Deugd en vreugd", zooals de klassieke namen van deze vereenigin- gen luiden. Hij is lid en dit brengt hem geen andere beslommering of verplichting bij dan wekelijks, als hij zich in 't café be vindt, 'n geldstuk te steken in 'n „spaar pot", d.i. in een vrij groot kastje, waarin zooveel genummerde spaarpotten zijn als cTe vereeniging leden telt. De voorzitter en secretaris ledigen het om de week en boeken het gespaardetot Nieuwjaar, want dan is het feest en wordt het geld verdeeld. Een souper heeft plaats op Oude jaarsavond onder de leden of ieder doet het op zijn wijze op... Maar meestal sou peert mende Brusselaar heeft niet voor niets den bijnaam verworven* van „kieke fretter". Trouwens in eten en drinken is hij de baas en de gelegenheden daartoe weet hij te vermenigvuldigenop Goeden Vrijdag, als iedereen vast, richt hij het feit is historisch een vischbanket aan. Geen vleesch, maar visch, want het i§ Goede Vrijdag. De nachtfeesten vmden in de duurte geen belemmering. Bij het einde van het jaar heeft iedereen een extratje verdiend, het loon zit in den zak... en ja, men kan deze dagen toch niet anders dan al fuiven de doorbrengen. Zij werden druk bezocht. Alles lokte naar de middenstad, het cen trum, waar in elk café een jazz huilde, stampte, daverde, waar gedanst werd, waar in de groote hotels schitterende bals waren ingericht en de heeren-auto's aan schoven... Aan alle ramen kijkende „vier- ders", die in het heerlijk-zacht weertje, waarmee Brussel op Nieuwjaarsnacht werd gezegend, buiten^ de laatste uren van het oude jaar dood maakten. Op de lanen ver dacht gezelschap aan de hoeken van de loensche straten, waaruit het tingelen op steeg van automatische piano's en, naast het verlichte „Hotel", van achter de neer gelaten gordijnen van bars en kroegen het glanzen straalde der gekleurde lampjes, die kinderlijk-naieve vreemdelingen lok ken moeten om er van het oude in het nieuw te vieren!... Met de laatste minuten groeide de uitbundigheid op straat en bin nenshuis. Want op het supreme moment wordt het donker. Dan worden de lichten uitgedraaid en is het zoenen geen zonde en niet ergerlijk. Iets is op deze feesten veranderd sedert den oorlog en dat vermoedelijk wel ten gevolge van de duurte, namelijk de ver rassingen. Deze zijn karig uitgemeten. Eon papieren muts is zoowat het cenige waar mee men... verrast wordt. In dit verband zijn trouwens alle verhoudingen grondig gewijzigd, al zijn de gewoonten van cadeau tjes geven met Nieuwjaar fel toegenomen. Vóór den oorlog 1 deze tijdsbepaling is hier zoo gewoon als „Ln den goeden ouden tijd" was het b.v de gewoonte dat de bakker, de slager, de kruidenier, de bloe mist, heel het legertje van leveranciers, aan het huis van den klant bellen ging om een gelukkig nieuw jaar te wenschen, met als blijk van de góede gevoelens, een krentenbrood, of chocolade of bloqmen!. Dit is gedaan. De goede gewoonte is ver dwenen. Nu is het andersom Als de eerste dag van het nieuwe jaar maar pas is open gegaan, dan duurt het niet lang of de sla ger is er, de bakker, en dan de briefdra ger, de straatveger, de lantaarnopsteker, de man van de vuilniskar... heel de bende van onschuldige Nieuwjaarsparasieten, die in den loop van het ïaar de openbare diensten" vormen, en zich duchtig zullen wreken op u, on schuldigen burger als uw vrijgevigheid hun niet meevalt. Men mis gunt het hun niet, de drommels! Maar de tradities zijn er niettemin om vernaderd en onze gebuur, de ouwe heer, dien wij ook het beste wenschen gaan, zal er met recht en reden over brommen. MARC. DE C. De „hervorming" van het kiesrecht in Sovjet-Rusland. (Nadruk verboden). Verleden jaar heeft de sovjet-regeering, bij wijze van tegemoetkoming aan de boe ren, eenige wijzigingen gebracht in het kiesrecht voor de sovjets. Het aantal stem gerechtigden werd vergroot, verschillende categoriën, die voordien geen kiesrecht hadden, werden in de kiezerslijsten opge nomen, terwijl bovendien de bolsjewisti sche cellen opdracht kregen zich minder met de verkiezingen op het platteland te bemoeien. Hierdoor kregen de verkiezin gen op het platteland min of meer het ka rakter van heusche verkiezingen en niet van de verplichte stemming voor de cau- didaten, die de plaatselijke communistische cel wenscht gekozen te zien. Wel is waar bleven de verkiezingen openbaar en de autoriteiten konden dus vaststellen, wie van de* boeren voor een tegenstander van het regime heeft gestemd, maar de ergste druk was toch verdwenen. De boeren heb ben zich gehaast deze gelegenheid te ge bruiken om eigen mannen te kiezen en het percentagé op het platteland gekozen com munisten was zeer gering. De hoop van de boeren, dat zij op deze wijze de meerderheid in het Centrale Uit voerende Comité zouden verkrijgen, ia echter gebleken ijdel te zijn. Dank zij de zeer ingenieuze wijze, waarop de getrapte verkiezingen door de bolsjewiki zijn geor ganiseerd, zijn zij steeds in staat naar het bolsjewistische „parlement" slechts die mannen te sturen, die zij zelf geschikt achten. Om aan het „parlement" het uiter lijk van een werkelijke volksvertegenwoor diging te geven laten zij eenige boeren en „partijloozen" (d^w.z. ni et-communisten) tot leden van het Centrale Uitvoerende Comité benoemen. Zij kunnen er toch niets uitvoeren en op het volk maakt de aanwe zigheid van deze mannen den indruk, als of er in Sovjet-Rusland inderdaad zoo iets als een volksvertegenwoordiging bestaat. Do resultaten van de verkiezingen van het vorige jaar en de wijze waarop de platte landers, die het tot lid van het Centrale Uitvoerende Comité wisten te brengen, de regeering critiseerden, hebben cchtei den bolsjewiki het gevaarlijke zelfs van zulk een „vrijheid" van verkiezingen aange toond. De sovjet-regeering heeft daarom besloten het kiesrecht te „hervormen". Dank zij de democratische" grondwet van de Sovjet-Unie kon de regeering dit doen zonder iemand te raadplegen, zonder het „parlement" om toestemming te vra- gen, Wij zullen nu in algemeene trekken de wijzigingen medcdeelen, die de regee ring in de kieswet heeft aangebracht. De verkiezingscommissies worden nu uit gebreid door de verplichte opname van talrijke vertegenwoordigers van de arbei ders en de arme boeren. Dit beteekeuo, dat de commissies op het platteland niet meer uit boeren zullen bestaan, die het vertrouwen van him dorpsgenooten genie ten maar ook uit vele vertegenwoordigers van het proletariaat (d.w.z. uit door au bolsjewiki benoemde arbeiders of commu nistische propagandisten) en van de arme boeren De arme boeren worden op deze wijze aan de overige bevolking van elk dorp gesteld als een den bolsjewiki gun stig gezind element De bedoeling van deze regeling is, verdeeldheid en strijd te zaaien. De uitbreiding van het kiesrecht van verleden jaar heeft ook in de steden veel menschen, die voordien geen kiesrecht hadden, in staat gesteld hun stem uit te brengen. Daar ook deze menschen (groo- tendeels kleine handelaars, ambachtslie den, intellectueelen enz.) anti-bolsjewisti sche neigingen toonden te bezitten, werd besloten ook tegen hen maatregelen te treffen. De „ongeorganiseerde" elementen (d.w.z. zij, die geen lid van de communis tische partij waren en ook tot een vakver- eenlging behoorden, dus de kleine burgerij e.d.) hadden tot nu toe het recht eigen verkiezingsvergaderingen te beleggen (na tuurlijk onder toezicht en met toestemming van de bolsjewistische autoriteiten). Nu zal hieraan een einde gemaakt worden. De ongeorganiseerden zullen in het vervolg geen eigen vergaderingen mogen beleggen, geen eigen verk'ezingsactie mogen voeren, enz. Zij zullen alleen mogen deelnemen aan bijeenkomsten van de arbeiders, die ge leid worden door communisten. Op deze wijze, zegt de instructie van £e regeering, zal de zekerheid verkregen worden, dat geen burgerlijke elementen zullen gekozen worden. Volgens de wet van het vorige jaar had den bijna alle boeren kiesrecht. Nu is hieraan een einde gekomen. Een boer heeft volgens de nieuwe wet kiesrecht alleen dan, wanneer hij geen vaste arbeiders ra dienst heeft, wanneer hij alleen tijdens den oogst gedurende een korten tijd arbei ders laat werken. Een boer, die een of meer landarbeiders in dienst heeft, al is dat alleen in de zomermaanden maar buiten den oogsttijd, verliest zijn kiesrecht. Boe ren, die kleine landbouwbedrijven hebben (molens, olieslagerijen enz.), hebben al leen dan kiesrecht, wanneer zij geen ar beiders in dienst hebben en al het werk door eigen familieleden laten verrichten. Blijkt het, dat een boer, die een molen, olieslagerij enz., zonder gehuurde arbeiders exploiteert, aan arme boeren geld voor schiet en hen op deze wijze van zich af hankelijk maakt, dan verliest hij zijn kies recht. Ambachtslieden in de steden, die geen arbeiders in dienst hebben, maar die een gedeelte van hun arbeid aan anderen over dragen (uitbesteden), verliezen hun kies recht. Alleen de ambachtslieden, wier vak zonder hulp van een ander werkman niet is uit te oefenen, hebben het recht een arbeider in dienst te nemen zonder het kiesrecht te verliezen. Iedereen, die handel drijft, al is het be drijf nog zoo klein, verliest het kiesrecht. Een uitzondering is gemaakt alleen voor invaliden, die met toestemming van de autoriteiten venten, en werkloozen, dffe tijdelijk marskramers zijn geworden. Allen, die onder het czaristische regime eenige staatsbetrekking hadden bekleed, verliezen hun kiesrecht; ook zij, die een ondergeschikte betrekking hadden bekleed. Daar de intellectueelen in de meeste ge vallen tegenstanders van het sovjetregime zijn, al kunnen zij geen openlijke opposi tie voeren, besloot de regeering ook deze categorie van burgers het kiesrecht te ont nemen. Een algemeene regeling, die aan alle intellectueelen het stemrecht zou ont nemen, was echter met door te voeren, reeds daarom niet( wijl er t>ok onderwij zers, ambtenaren, artsen enz. zijn, die de politiek van" de sovjet^regeenng wel steu nen. De regeering heeft daarom het vol gende middeltje gevonden: er werd be paald, dat alleen die intellectueelen kies recht hebben, die een „maatschappelijk nuttigen arbeid" verrichten. In de prac- tijk zal dat beteekenen, dat de plaatselijke autoriteiten eiken intellectueel, dien zij verdenken er anti-bolsjewistische meemn- gen op na te houden, uit de lijsten van de kiezers zullen kunnen schrappen en die motiveeren door het feit, dat zijn arbeid niet „maatschappelijk nuttig is." Het verlies van het stemrecht van bet hoofd van het gezin heeft volgens de nieuwe wet ten gevolge ook het verlies van stemrecht van alle leden van dat ge zin, indien zij materieel afhankelijk zijn van het hoofd van het gezin. Ook hier opent de nieuwe wet voor de autoriteiten de mogelijkheid op een willekeurige wijze velen van hun kiesrecht te berooven. Im mers, hoe kunt gij bewijzen, dat gij wer kelijk onafhankelijk zijt Ten slotte wordt bepaald, dat zij, die geen kiesrecht hadden en die hun vroeger bedrijf vaarwel hebben gezegd en een be drijf gaan beoefenen, dat de regeenng welgevallig is, hierdoor nog geen kiesrecht krijgen Het kiesrecht wordt aan dergelijke menschen alleen dan verleend, als zij kun nen aantoonen. dat zij loyaal zijn tegen over de sovjeUregeering. De bolsjewistische organisaties zullen nu weer alle verkiezingen gaan controlee- ren. De bevolking zal weer onder curateele geplaatst worden en slechts voor die can- didaten mogen stemmen, die de cellen zul len aanwijzen. Dat dit tot een nieuwe uit barsting van ontevredenheid zal leiden, is niet moeilijk te begrijpen. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. RECLAME. géén Pijn en naschrijnen of stukgaan der huid, indien men vóór heï inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met Doos 30, Tnbe 80 ct. 6360 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 10