UIT ONZE STAATSMACHINE GENEESKUNDIGE BRIEVEN. BANIETbAPERIJ VAN W. DE IAAT AUTO TE WATER GEREDEN. Eén persoon Terdionken. Gistermiddag is in de buitenhaven te Ylis- singen een auto van de provinciale boot te water gereden. Een inzittend persoon pit Hoofdplaat ii verdronken. AUTO-ONGELUK BU DIEPENHEIM, Een doode en twee gewonden. Op den Lochemschen weg bij de gemeente Diepenheim heeft gisternacht omstreeks één uur een auto-ongeluk plaats gehad met doodelijken afloop. Een auto reed met drie inzittenden in de richting Diepenheim, toen vlak voor deze gemeente door het springen van een band de auto in volle vaart tegen een boom reed, waardoor de heer Bolscher zwaar gewond werd en eenigen tijd later 6tierf. De heer Oostvogel werd zwaar ge wond, terwijl de chauffeur Becker licht ge wond werd. Allen woonden te Almelo. BRUTALE OPLICHTERS. Lenige maanden geleden vervoegde zich te Kerkrade en in de omliggende gemeen ten bij de R.-K. inwoners een persoon, die voorgaf R.-K. priester te zijn en ook in geestelijke kleeren liep. Hij gaf voor bin nen enkele weken als missionaris naar de Eskimo's te gaan en wist op die manier bij vele families groote bedragen aan geld, kleeren en andere benoodigdheden los te krijgen. Na eenigen tijd, toen bleek, dat van het gaan naar de missie maar steeds niets kwam, ging men argwaan koesteren en bleek bedoelde persoon (een Duitscher) geen priester te zijn. Door de gemeente politie te Kerkrade werd een uitgebreid on derzoek ingesteld. Hieruit bleek, dat het bedrag dat de oplichter genaamd S. had weten binnen te krijgen in de duizenden liep. In het begin dezer week vertoonde het brutale heerschap zich wederom aan de Nederlandsche grens. Nog denzelfden dag werd hij door de Akensehe politie met be hulp van de gemeentepolitie te Kerkrade te Aken gearresteerd en in de gevangenis ingesloten. DOODELIJEE ONGELUKKEN. Te Houten viel Woensdagavond het 5-jarig zoontje van G. Z. in hel achterhuis door een luik, kwam op den sleenen deel terecht werd bewusteloos opgenomen. Zonder bij kennis te zijn gekomen is het ventje over leden. Nabij het Trappistenklooster te Achel hepft een doodelijk ongeval plaats gehad Broeder Matheus, die een tractor bestuurde, kwam in een sloot terecht, waarbij hij onder den trac tor kwam te vallen en zwaar gewond werd. Toen de Broeder in dezen toestand werd ge vonden, was hij reeds overleden. De Eerw. Broeder Matheus was geboren te Tilburg. Te Zuidbroek is de bejaarde J. Gr., waar schijnlijk door kolendamp gestikt, dood in zijn woning gevonden. Woensdagavond is de 32-jarige J. v. d. V uit de Kapelstraat te Tilburg, in een greppïl met vuil water nabij zijn woning geraakt en verdronken. Te Veendam is een vijfjarig eenig kind van den manufacturier N. G. Doornbosch bij de Sarabrug onder een autobus geraakt en zoodanig inwendig gekwetst, dat het naar Groningen vervoerd moest moest wor den. Aldaar is het aan de gevolgen der vei1 wondingen is overleden. GEZONDE NEDERLANDERS. Een Rotterdammer, die van statistiek houdt, heeft, volgens het Rott. Nieuwsbl., een lijst bijgewerkt van namen en geboorte data van de oudste Nederlanders. Hij is ge komen tot een twintigtal landgenooten. die in 1927 honderd jaar of ouder worden n.l. één van 104, één van 103. één van 102, vijf van 101 en twaalf van honderd jaar Namen en geboortedata met opgaven van leeftijd door den inzender verzameld, volgen hier: Mej. N. Schippers. Koog aan de Zaan, 4 Febr. 100 j.. de heeren Joh. Zeedijk. Alblas- serdam, 28 Febr. 101 j., en M Diepeveen, Veenendaal. 18 Maart 101 j.; mevr de wed A. Schuitvlot, Amsterdam. 7 April 100 j.; de heer P. Swagemaker. N -Vosmeer. 10 April 100 j.mevr. wed; Betten, Oudphorne (Fr.), 1 Juli 100 j.; de heeren J. v. d Bos, Zand- voort, 1 Aug. 100 j., en J Heisterkamp, Su- derwick (G.), 11 Aug 101 J.; mevr. wed. C. Hiemstra. Achlum (F.), 27 Aug. 100 j.; we duwe J. Punt, Willemstad, 27 Aug. 102 j.; wed Braafhart, Ede. 1 Sept. 100 j. de heer R. P. Calcar, 't Waar (Gr.), 3 Oct. 100 j.; mevr. wed. Timmerman, Deventer, 5 Oct 100 j.; de heer J. Veenstra. Surhuizum (Fr.), 11 Oct. 100 j.; mevr. wed. Bresijn. Utrecht, 31 Oct. 101 j.; wed. Asselman. Hengstdijk (Z.), 1 Nov. 104 j.; wed C. Diepeveen, Vee nendaal. 25 Nov. 103 jaar, en H. Hansen, Grubbenvor9t CL.) 23 Dec. 100 j.. en mevr. wed. J. Bosch, Amsterdam, 25 Dec. 101 j. ONVEILIG STRAND. Het strand te Scheveningen is onveilig tot de Wassenaarscheslag op Donderdag 6 en Vrijdag 7 Januari a.s., telkens van 9 uur v.m. tot 2.30 n.m., wegens het schieten met mitrailleurs. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het strand op genoemde dagen eerst dan weder toegankelijk zal zijn wanneer de roode vlaggen, welke de onveilige strook aanduiden, zijn weggenomen. Wat is uw beroep, mijnheer! Wat ik ben t Dubbelboekhouder met enkelvoudig salaris en driedubbelen arbeid. Verbranden en Begraven. Eenigen tijd geleden deed een eenigszins griezelig' verhaal de ronde in de verschil lende bladen. Men had bij het doorzoeken van de voorraden, welke de reinigings dienst aan de vuilnisbelt van een onzer groote steden had afgegeven, ook een doosje gevonden, waarin wat verkoolde beentjes zaten, welke na onderzoek van een men- schelijk lichaam afkomstig bleken te zijn. Een ingesteld onderzoek deed aan het licht komen, dat men niet te doen had met een geval k la Landru. maar dat het geval zich aldus had toegedragen. Iemand had be paald. dat zijn lijk verbrand en de asch verstrooid moest worden. Dat verstrooien nu was niet op de meest correcte wijze geschied, zoodoende was een doosje met enkele overblijfselen in den vuilnisbak te recht gekomen. We geven het verhaal zoo als we het Jazen, ofschoon misschien een histonsch-critisch onderzoek afwijkingen van de waarheid zou conslateeren. Deze zeker lugubere geschiedenis vestigde de aandacht opnieuw op de kwestie: verbran- don of begraven. Wij wijden daaraan deze bijdrage We bezien niet de ethische of hysicnsche zijde van het vraagstuk maar willen niet anders doen, daji meedeelen, wat -de Nederlandsche wel over een en an der zegt en ook niet zegt. Dat dit z w ij- g e n van geen geringe beteekenis is. zal aanstonds blijken. Onze verzameling wel ten bezit een wet j van den lOden April 18G9 tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken de begraafplaatsen en de bcgra- fenisrechlen Deze wet is sedert Laar be slaan niet minder dan zes maal gewijzigd. Art. 1 nu van deze wet zegt: „Elk overi'don persoon en doodgeboren kind wordt in eene gesloten kist begraven op een be graafplaats, overeenkomstig deze wet'aan gelegd of volgens ds overgangsbepalingen dezer wet toegelaten" Nadrukkelijk wordt dus .vastgesteld, dat ieder mens brlijk lijk hegraven moet worden. Van ver branding rept de wet niet. Toch lezen we telkens in de couranten van crematies, die op Westerveld plaat9 vinden Hoe is nu een en ander met elkaar te rijmen De ver branding is bij de wet niet toegelaten, maar wie een lijk verbranden laat. gaat straffe loos uit. ingevolge een arrest van den Hoo- gen Raad van 1 Maart 1925. Daarin werd overwogen, dat bij de vaststelling van de Begrafeniswet de wetgever op het stand punt was gaan staan, dat verbranding niet geoorloofd zou wezen. Maar die bedoeling heeft in de wet geen uitdrukking gevonden, aangezien een uitdrukkelijk lijkverbran- dingsgebod in de wet niet opgenomen is. Ook hel volgende deel van art 1. waarin personen genoemd worden, welke voor de begrafenis te zorgen hebben, mocht niet gebruikt worden als grond voor een straf vervolging tegen degenen, welke een lijk hebben laten verbranden Maar. wat ster ker spreekt, de wetgever heeft verzuimd in 1 nog andere dingen, die de moeite waard zijn. Als ik jou en je vrienden aanval, is het niet om geld of om naam te maken Hel is, om- dal ik een schandeiijk stelsel wil treffen, omdat ik overtuigd ben, dat jij en Weiss en de anderen bezig zijn het prachtigste land op God's aardbodem om hals te brengen." ,,Nu," zei Litlleson, „ik heb je gewaar schuwd. Je bent een gek, al is 't dan een goedaardige. Je bent er op uit, je zelf onheil op je hals te halen en ik twijfel er niet aan, dat het komen zal. Als je nog tot andere ge dachte komt. zoek me dan in „Claridge op."' Hij wandelde weg en Vine keerde zich om en begroette mevrouw Deane en Stella, die juist aankwamen. Stella, wier oogen nog Bchilleiden door de opwinding van de mu ziek, legde haar hand een oogenblik zacht in de zijne. „Waar zullen we soupeeren?" vroeg zij. „In „Carlton" of waar je ook wilt," ant woordde hij .„Laat ik eerst het rijtuig zoe ken." Mevrouw Deane hield haar vinger in de hoogte en een lange livreiknecht, even aan zijn hoed tikkend, snelde weg. „James heeft ons gezien," reide zij. „Het rijtuig zal hier dadelijk zijn. Ik ga even met Lady Engelton praten. Wilt u Stella gezel schap houden, mijnheer Vine?" Zij wendde zich af om met een kleine groep menschen te praten, die bij één van de ingangen stonden. Stella en Vine gingen naar buiten, om uit het gedrang te komen. Opeens greep Stella hem bij den arm. „Kijk in die taxi," zeide zij, de straat in- wijzend. Vine's blik volgde haar vinger. Hij herkende Littlesonnaast hem zat een man in een gewoon pak en met een lagen hoed. wiens gezicht hem bekend voorkwam, maar dien hij zich niet kon herinneren. „ik geloof," zeide zij, terwijl zij wat dich ter bij hem kwam, „dat je niet langer moet aarzelen, als je je slag wilt slaan. Zag je Peter Littleson?" „Ja," antwoordde hij. „Ik heb hem daar even gesproken." „Weet je, wie dat was, die naast hem zal?" Vine schudde het hoofd. „Ik kan het mij niet herinneren," zei hij. „Het i9 Dan Price," fluisterde zij. „Je weet, wie dat is. Ze noemen hem den ge vaarlijksten misdadiger, die op vrije voeten loopt. Ik zou wel eens willen weten, wat Littleson met hem aan de hand heeft." Vine glimlactte wat grimmig, terwijl hij naar voren stapte, om mevrouw Deane in het rijtuig te helpen. „Ik geloof," mompelde hij, „dat ik het wel kan raden." HOOFDSTUK YL Mijnheer Mfldmay verschijnt weer het tooneel. Het was haar derde dag in Londen en Virginia begon den moed te verliezen. Noch op het gezantschap, noch op zijn club had zij iets te weten kunnen komen omtrent den man, dien zij zocht. Zij had nog een lijst adressen, die zijn knecht in New York haar gegeven had en waar zij hem mogelijk ont moeten kon Zij ging ze met nauwgezetheid langs het rijtje af, maar zonder het minste resultaat. Langzamerhand begon ze in te zien hoe moeilijk, hoe hopeloos misschien, haar taak was. Den man in Londen te vin den met de schaarse he aanwijzingen, dio zij bezat, was moeilijk genoeg; dan bleef in deze wet aan te wijzen de personen, die met de zorg voor het begraven worden be last, zoodat wegens niet-naleving van het begrafenisbevel niemand strafrechterlijk aansprakelijk gesteld kan worden. Uit één en ander blijkt dus. dat lijkverbranding in Nederland feitelijk verboden i9. doch dat een leemte in de wet ar voor zorgt, dat de lijkverbranders strafrechtelijk niet vervolg baar zijn Terecht een zonderlinge toestand, die bestendigd wordt door de omstandigheid dat in de laatste jaren de regeering voort kwam uit die politiek-religieuse kringen, waarin een sterke antipathie tegen de lijk verbranding bestaat. Men herinnert zich misschien de vraag van een Kamerlid, of het waar was, dat en zoo ja, waarom een minister zich had laten vertegenwoordigen bij de crematie van een officieele persoon lijkheid. De verbranding verbieden durfde men echter evenmin aan. Zoodat op de boven omschreven wijze èn de kool èn de geit wordt gespaard. Wat zegt de wet nu omtrent het begra- yen? De verplichting tot het begraven van ieder doodgeboren kind of overleden per soon hebben we boven reeds vermeld. Er is echter nog iets anders mogelijk dan verbranden of begraven, dat is, het lijk wordt ontleed of bewaard. Daartoe kan de burgemeester toestemming geven aan de in dit artikel genoemde nabestaan den van een overledene of ook, wanneer de overledene zelf bij uitersten wil of oij een acte zulks heeft bepaald. Gedeeltelijke ontleding of lijkopening door of onder toe zicht van een geneeskundige, waardoor de begraving binnen den vastgestelden termijn niet wordt vertraagd, kan zonder toestemming van Jen burgermeester plaats vinden. De egrafenis moet plaats vinden niet vroeger dan zea en dertig uur na het overlijden en niet later dan op den vijfden dag na het overlijden. Ontheffing van deze bepaling kan op verzoek maar ook na ver klaring van een geneeskundige door den burgemeester geschieden, terwijl burge meester en wethouders in het belang der volksgezondheid kunnen gelasten, dat aan een bepaalde ziekte overledenen binnen 36 uur na het overlijden worden overgebracht na een lijkenhuis, wanneer dat aanwe zig is. Een geheel ander geval is het natuurlijk met lijken welke in een zoodanigen staat van ontbinding verkeeren, dat ie niet naar een begraafplaats kunnen worden ge transporteerd (gedacht is natuurlijk aan drenkelingen enz.). Deze mogen ter plaat se waar ze gevonden zijn of .n de onmid dellijke nabijheid zonder kist, mits ter diepte van minstens één meter begraven worden. Op het lijk moet dan worden ge strooid een laag van twee decimeters on- gebluschte kalk en vervolgens moet het graf met aangestampte aarde worden ge dicht. Ieder, wiens 'grond daarvoor aange wezen wordt, is verplicht deze begraving toe te staan, ofschooai, hij aanspraak ma ken kan op schadevergoeding. Voor een begrafenis ia noodig een schrif telijk verlof van den ambtenaar van den Burgerlijken 8tand dat gedekt moet we zen door een vrrkfaring van doodschouw door een me dicus af te geven. Merkwaardig is, dat er geen wettelijk voorschrift bestaat op het begraven van een onvoldragen vrucht, terwijl toch de ambtenaar van den Burgerlijken Stand ver plicht is aaD hem, die aangdte doet van de geboorte van een onvoldragen vrucht, het bewijs van verlof tot begraven af te geven. Ook zijn bepalingen getroffen, waardoor voor het geval, dat er teekenen of aan wijzingen zijn van een gewelddadigen dood, de begrafenis niet geschieden mag dan na dat het lijk gerechtelijk is geschouwd, waarna de officier van justitie of de rech- ter-commissaris de vereischte schriftelijke toestemming moet geven. De uren voor begraven en verder al dat gene, wat m dez. materie in het belang der openbare orde en gezondheid noodig is te bepalen, wordt overgelaten aan de plaatselijke verordeningen. Vermelden we nog, dat tijdens een epi demie het vervoer van lijken uit een ge meente, welke zelf een of meer begraaf plaatsen bezit, kan worden verboden door de Kt"oon of alleen onder door de Kroon te stellen voorwaarden kan worden toege staan. nog de vraag, die zij tot nu toe in haar ge dachten nog niet beantwoord had, wat zij zou zeggen of doen, als het toeval haar van aangezicht tot aangezicht met hem bracht. Alles wat zij in die dagen ondervond, werd bijna een nachtmerrie voor haar. Hoewel zij altijd in de grootste eenvoud gekleed was en zij bij haar van nature ingetogen houding onder deze omstandigheden nog meer gere serveerd was, voelde zij zich meermalen in hooge mate onbehaaglijk Zij raakte ge wend aan de weifelende blikken van de kell- ners tot wie zij zich wendde en om een tafeltje alleen vroeg in de verschillende restauraties, die zij op haar lijst had staan. Zij merkte bij die gelegenheden dikwijls, dat zij de eenige, vrouw zonder geleide was en als er andere vrouwen waren, dan behoor den zij tot een klasse, die zij bij intuïtie her kende en waar zij voor terughuiverde. Maar eigenlijke avonturen had zij zelden. Afge scheiden van het feit, dat zij alleen was, trok niets in haar manier van doen, de aan dacht. Er kwam echter een dag, dat zij zich op eens te midden van meer opwindende ge beurtenissen bevond. Zij zat op ©en middag in een café in Regent Street aan een tafeltje bij de deur. vanwaar zij goed kon zien wie in en uit ging. Vlak achter haar zaten twee mannen, beiden onbekenden voor haar, die na haar komst aldoor met ge dempte stem hadden zitten praten. Zij had den op geen enkele manier haar aandacht getrokken en het was alleen bij toeval dat zij plotseling den naam van Norris Vine opving. Haar hart sprong op. Alleen met groote wilskracht weerhield zij zichzelf, om ach ter zich te zien. Zij schoof haar stoel wat terug, met een opmerking tegen den kellner Rest ons nog één en ander te zeggen omtrent het opgraven van lijken. Dit mag alleen geschieden mot toestemming vaD den eigenaar van het graf en met verlof van den burgemeester. Tegen een even- tueele weigering staat hooger beroep open bij de Kroon. Dat zioh daarbij vaak moei lijke kwesties voordoen, blijkt wel uit het groote aantal Koninklijke besluiten deze materie betreffende. We meenen thans wel de hoofdzaken lut deze wet, althans wat het begraven en verbranden betreft te hebben vermeld. Wat de wet verder zegt. over de begraaf plaatsen, de begrafenisrechten en -kosten enz. laten we ditmaal rusten. rheumatiek. n. „De huisarts zal moeten leeren, zijn scepticisme op zij te zetten en in te zien dat hier éfen gezond optimisme niet-alleen ge- wenscht, maar plicht is en dat het verant woordelijkheidsgevoel, dat bij den medicus zoo sterk tot uiting komt als het gaat om een quaestie van dood of leven, niet minder op zijn plaats is. wanneer nalatigheid een blij vende invaliditeit veroorzaakt" Deze woor den vormen ongeveer de kern van het be toog van dr. Van Breemen. Dat moet echter niet beschouwd worden, en ik kan ook niet aannemen dat Van Bree men het bedoeld zou hebben, alsof de buis arts in mora gesteld wordt en hij hoofdza kelijk aansprakelijk zou zijn voor zoo vele gevallen van voortwoekerend rheuma. De huisarts staat tegenover dit vraagstuk als tegenover zoo vele andere, waaraan gedu rende zijn studietijd weinig aandacht ge schonken wordt, met het noodzakelijk ge volg, dat hij eenigszins verlegen staat, zoo- dra hij in zijn praktijk dergelijke patiënten ontmoet Hij behandelt deze volgens zijn beste weten, maar als het niet gauw voor uit gaat. in tegendeel de klachten toenemen niettegenstaande zijn voorschriften trouw worden opgevolgd, dan wordt hij ontmoedigd en het duurt niet lang of hij vindt derge- ijke patiënten onaangenaam en lastig. Het is voor den enkelen arts dan ook niet moge lijk om aan enkele gevallen zelfstandig de ziekte te bestudeeren. Dit dient in het groot te geschieden, zooals men in Engeland en Zweden begrepen heeft. Ook Duitschland is ons in die richting vooruit. Want er is nog veel, dat nauwkeurig on derzocht mo.et worden. En naar alles te oordeelen wat in den laatsten tijd over dit onderwerp gezegd en geschreven is, meen ik als het meest noodzakelijk op den voorgrond te mogen plaatsen: uitgebreid, nauwkeurig onderzoek, vooral ook klinisch, d.w.z. door de patiënten in ziekenhuizen bp te nemen en daar te bestudeeren. Er moet nog heel veel gebeuren. Vooreerst is gebleken dat men in de verschillende landen er ieder op zijn eigen houtje een afzonderlijke nomen clatuur op na houdt. Wil men elkaar lee ren begrijpen, dan is het toch het eerst noodige. dat dezelfde ziekte met denzelfden naam wordt genoemd. Dan moet zorgvuldig gezocht worden naar de mogelijke oorzaken. Hierover be staan wel al theorieën, maar eerst uitvoe rige statistieken zullen de juistheid der ge maakte onderstellingen kunnen aantoonen. Vervolgens mo^t het gansche ziekteproces zorgvuldig bestudeerd worden en moet er een einde aan komen, dat bepaalde vormen door den een wel. door den ander weer niet als een ontslekingsproces worden opgevat. Voor dat alles is opneming in ziekeninrich- tingen mogelijk en zullen de bekwamen op dit gebied uit de verschillende landen in die ziekenhuizen gezamenlijk de patiënten moe ten nr-^'^eken om tot eenstemmigheid en eenvoiui.ciieiU te kunnen komen De reis naar Aken van de deelnemers aan de in mijn voritren brief beschreven vergadering is te besrhouwen als een eerste stap in deze richting. Intusschen zijn hier en daar al gunstige resultaten met de behandeling van rheuma- tieklijders bereikt. Het spreekt van zelf. dat de patiënten niet alleen als proefdieren voor onderzoek worden opgenomen maar dat in de eerste plaats de beproefde middelen op hen worden toegepast. Goede uitkomsten kunnen echter alleen verwacht worden, als een goed ingericht ziekenhuis ter beschikking staat over tocht en, een Fransche krant opne mend, die iemand daar had laten liggen, luisterde zij ingespannen. Zij kon zich al leen van de mannen herinneren, dal de een klein, gladgeschoren en met zorg gekleed was en er meer uitzag als een Amerikaan, terwijl de ander grooter en opzichtiger was met een rood gezicht en breede schouders. Het was blijkbaar de eerste, die sprak. „Het is een zaakje van vijf duizend pond," hoorde zij hem zeggen. „Dat is te zeggen, twee duizend vijfhonderd pond ieder en het kan gebeuren zonder risico. De man is hier weinig bekend en heeft geen vrienden. Hij heeft kamers in een huis. waar je gemak kelijk in komt, twee liften op iedere verdie ping en aparte uitgangen en hij woont heel alleen." „Twee duizend rijf honderd pond," bromde de andere man. „Het klinkt mooi, maar Toen liet hij zijn stem dalen en hoorde zij niets meer een paar minuten lang. Zij riep een kellner en bef lelde iets, nauwelijks we tend wat De stemmen achter haar waren zachter en zachter geworden; zij kon nu heelemaal niets hooren, maar zij maakte er uit op, dat de kleine man den ander tot iets trachtte over te halen en dat zijn metgezel, hoewel hij geneigd was, toe te staan, bezwa ren opperde Zij wachtte een tijdje en begon toen weer brokstukken van het gesprek op te vangen. „Natuurlijk." hoorde zij den kleinen man zeggen, ,als wij hem in New York hadden, zou het uiterst gemakkelijk gaan. Het is waarschijnlijk, omdat hij dat weet, dat hij hier kwam." „Weet hij dan. dat hij in gevaar is?" vroeg de andere stem. mHÜ weet, dat zijn leven op het spel Dat is dan ook een van de eerste dingen, welke de jonge vereeniging nastreeft. Mr. Treub deelde mede, dat dr. Van Breemen benoemd was tot geneesheer-directeur van het ziekenhuis voor rheumatiek-lijders, dat er nog niet is. Hier werd om gelachen Maar het is bittere ernst. Wie goed begrijpt, waar het om gaat, moest eer huilen, dat er nog geen gelegenheid in ons land bestaat ter bevordering van dit noodzakelijke onder zoek. De vereeniging heeft dus als eerste taak, de bevolking van Nederland te leeren, waar het om gaat. Het is wel teekenend, dat een persoonlijkheid als Treub, die heusch nog wel wat anders te doen heeft, zich on middellijk zelf heeft aangeboden om „de zaak op pooten te zeiten". Zulke mannen van de praktijk zien gemeenlijk de beteeke nis van een volkszaak spoediger in, dan zelfs zij, die er oogenschijnlijk zoo veel nau wer bij betrokken zijn, nl. de artsen en de patiënten zelf. Maar de deelneming van zoovele menschen van de meest uiteenloo- pende opvattingen, van allerlei rang en stand deed toch weldadig aan en gaf den indruk dat in het algemeen volksbewustzijn toch wel iets leeft, dat het nuttige en noo dige van deze actie gevoelt. Het komt er dan maar op aan, voor voldoende prikkels te zorgen om het gevoel in daden te laten overgaan. Natuurlijk moet er in de eerste plaats geld zijn. In dit opzicht rust op Nederland een eere schuld. Het is uitverkoren als zetel van hel internationaal comité voor rheumatiekbe- strijding. En in de tweede plaats kan ons land ten aanzien van de rheumatiek toch zeker wel een belangrijk woord meespreken. We mogen nog zooveel nieuwe wijsheid van het intestellen onderzoek verwachten, voor- loopig weten wij alle als oude wijsheid, dat ons vochtige landje met zijn wisselend kli maat tot de rheumatiek in nauwe betrek king staat. En menigeen die er kennis van nam dat dr. Van Breemen op een congres in 1925 in Amsterdam betoogde, dat het ver blijf in een vochtige omgeving gemakke lijk aanleiding geeft tot het ontstaan van rheumatiek, zal bij zich zelf gedacht heb ben- hoor eens dokter, dat weten wij al lang, dat behoeft een dokter ons^niet apart te ko men vertellen. Gelukkig heeft hij ook nog wel wat anders verteld en zoo zal menigeen belangstellen in de waarneming, dat die vochtige omgeving geen schade doet, wan neer tevens flink lichamelijke beweging ge nomen wordt Alleen wanneer men in voch tige ruimten rust houdt, loopt men kans rheumatiek te krijgen. Vandaar dat het wonen in vochtige hui zen, kelders, souslerrains zoo nadeelig is. Maar dat is niet de eenige oorzaak. De on derzoekingen op dit gebied doen weer twes begrippen meer op den voorgrond komen, welke men voor eenigen tijd als oude rom mel poogde weg te bergen, nl. het „gestel" en „kouvatten". Zonder eenigen twijfel is de een veel meer voorbeschikt dan een an der om rheumatiek te krijgen. Al weten wij nog niet precies, wat het eigenlijk is, dat sommige menschen er een eigenaardige constitutie op na houden, is niet tegen te spreken. En zoo bestaat er ook een constitu tie welke gereedeliik den bezitter tot rheu- ma'iekliider maakt. Eveneens is het met kouvatten, waar sommigen om lachen Er was een tiid, dat elke verkoudheid aan in fectie werd toegeschreven En zeer merk waardig worden vele vormen van rheuma tiek vooral in Amerika ook als gevolg van een qf ander infectieproces beschouwd. Ook hier dus allerlei verwarring Wel een bewijs, hoe noodzakelijk het is. dat men probeert tot helderheid te geraken En als zoodanig verdient dr» nieuwe vereeniging voor rheumatiekbestrijding zeker aller s'cun H. A. S. RECLAME. En tochis de Oud Chef der Kon. Fabrieken 5585 SOPHl ASTRA AT 17 het beste en 't voordeeligste adres. N.B. Aan het geachte Pnbliek van Leiden een Voorspoedig Nieuwjaar staat," was het antwoord. Hij moet dat gewe ten hebben, sedert een paar dagen, voordat hij zich naar Europa inscheepte. Hi] wordt al dien tijd nagegaan en naar wat ik er van gezien heb, zou ik zeggen, dat zijn zenuwen onder de spanning beginnen te verslappen. De andere man mompelde wat, dat zij niet kon verstaan. „Daar hebben jij en ik niet mee te ma ken." antwoordde zijn metgezel. „Hij heeft verkozen zich de vijandschap op den hais te halen van enkele van de machtigste man nen in Amerika en het ia zijn eigen schuld als hij daar onder lijdt. Hij heeft aardig hoog spel gespeeld, maar hij heeft niet al de kaar ten in handen. Er kwamen meer vragen en anlwooiden, alle onverstaanbaar. Zij schoof haar stoel wat meer terug, blijkbaar nog zonder hun argwaan te wekken en toen hoorde zij ein delijk iets bepaalds. „Coniston Mansions, no. 57. Het is heel gemakkelijk om binnen te komen. Hijna iedereen, die er woont is aan hel tooneel »n er is zoo goed als niemand lusschen haif acht en elven. Vanavond weten we precies wat hij doen zal Hij zal dineeren op zijn club en even voor elven terug komen, om zich te verkleeden, want hij gaal naar een receptie in hel Amenkaansche gezantschao. „Vanavond is fe vroeg." hoorde zij den anderen man zeggen ,.Ik moet tijd hebben, om de plek te verkennen Ik moet precies welen hoe ik "t aan moet leggen en wat de gemakkelijkste manier is, om weg Ie komen, zonder gezien te worden. Er zijn nog een tnassa dergelijke kleinigheden, waar je op te letten hebt. als de zaak gebeuren moet vol gens alle regelen der kunst." (Wordt vervolgd*. 33

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 10