GELDKONINGEN. No. 20483 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 December Tweede Blad Anno 1926 Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. A J P s Kerstpudding J| BINNENLAND. Op het rraf van den Instructeur .1. H. Rohn. die op 9 Sept. hij het spoorwegongeluk hii de Vink om het leven kwam, werd Zondag, gelijk gemeld, een gedenksteen onthuld, daar geplaatst door een Comité van spoorwegpersoneel. Een foto van den gedenksteen op de Oosterbegraafplaats la Amsterdam. (Zitting van gisteren). 18o. Verordening, houdende wijziging van 0e Verordening van 17 December 1914 (Ge meenteblad No. 36), betreffende de levering van Gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. (26S) De heer VAN ECK verdedigt zijn hierop ingediend voorstel lot verdere verlaging van het tarief. Hij meent ook met een vergelijking met de tarieven in andere gemeenten dat de ver laging, zooals door hem is voorgesteld ge rechtvaardigd is. De heer Deumer meent dat de vergelijking met andere plaatsen niets zegt, wanneer men niet weet was de gasprijs in die ge meente bedraagt. De heer Heemskerk is dankbaar voor het voorstel van B. en W. Hij heeft er herhaal delijk op aangedrongen dat de gasmeterhuur wordt verlaagd Hij zal het antwoord van B. en W. afwachten. Na verdere discussie werd het voorstel met 17 tegen 14 st. verworpen. (Reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag geplaatst). Na de verwerping van het voorstel van den heer Van Eek om de huur der gasmeters te verlagen, waar met de sociaal-democrati sche fractie en den heer Knuttel, de vrijz.- democraten, de leden der dem, partij en da katholiek Van Tol voorstemde, ging de raad over in een zitting met gesloten deuren, die circa drie kwartier duurde. Na heropening werd door B. en W. voor gesteld aan de stichting „Fonds tot stichting, jonderhoud en beheer van een wandelpark „De Leidsche Hout" van de perceel en wei land benoorden den Rijnsburgerweg, groot 23 H.A. (indertijd aangekocht van den heer Nijssen tegen slechts f 0.50 per M. 2) 16 H.A. onder nader te bepalen rechtsvormen aan genoemde Stichting af te staan. Het voorstel, dat blijkbaar in de geheime zitting was besproken, werd nu zonder dis cussie en hoofd, stemming aangenomen i Rondvraag. Bij de rondvraag vroeg de heer WIT MANS of de vacature van hulpklerk bij den Geneeskundigen. Dienst reeds vervuld was en zoo ja wie dan is benoemd. Verder vroeg hij of er van B. en W., in verband met Ingekomen stuk No. 266, be trekking hebbende op het weder invoeren van het verplichte toelatingsexamen aan bet gymnasium Ook nog een nader voorstel was te wachten. De VOORZITTER wees er dan heer Wit- mans op dat dit juridisch niet mogelijk zou zijn. De Curatoren van het gymna- fcium hebben dit allen te bepalen. Is de heer Witman® het niet eens met Curatoren, dan moet hij maar een interpellatie aan vragen. De heer WITMANS zal den laatsten raad opvolgen. Op de eerste vraag zal wethouder Mey- nen kunnen antwoorden, zegt de VOOR ZITTER. De heer MEYNEN (eenigszins aarze lend) antwoordt: No. 3 der voordracht. Dp heer GROENEVELD vraagt naar den naam van de benoemde. De VOORZITTER meent dat dit toch be kend is. De WETHOUDER noemt de naam van mcj. Van Slijpe uit Doorn. De heer WITMANS komt op deze benoe ming ook nader terug. De heer BERGERS vraagl of niet de gan zen, zwanen en eenden toebehoorende aan de gemeente publiek kunnen worden ver kocht. Zij gaan nu naar een poelier van bui ten die ze hier in hoofdzaak weer aan den man brengt. Dan kunnen Leidenaars er nog iels aan verdienen De WETHOUDER zal dit bij een volgende gelegenheid overwegen. De heer WILBRINK zou gaarne een licht zien aangebracht in de Zijlpoort. Ook dit zal worden overwogen. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPENHEIM. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN. 21) „Drukke dag?' vroeg Litlleson werktui gelijk. „Een duivelsche dag." steunde Weiss. „Wij zit ten er nu tot over onze ooren in, wij allemaal, jij en ik, Bardsley en Heggins. Weetje, dat Phineas Duge at dien tijd, dien hij zoogenaamd ziek te bed lag, bezig was op de beurs van Chicago te koopen?" „Het verbaast me niets.' antwoordde Littleson, „maar ik geloof, dal we toch in staat moeten zijn, ons staande te houden.' „Misschien." antwoordde Weiss, „maar het zal er om houden. Zelfs als we er veilig uitkomen, zal hel verlies aan onzen kant zijn. En, heb je het meisje gesproken?' Littleson knikle. „Ik heb haar gesproken.' antwoordde hij droogjes. „Ik geloof niet, dat de zaak nu juist in ons voordeel marcheert. Weiss." Heeft zij het stuk dan niet?' riep [Weiss uit. „Zij heeft het gehad en weer weggege ven," antwoordde Littleson. Weiss nam de onaangestoken sigaar uit Zijn mond en snakte naar adem. „Jou ezel!'" riep hij. „je hebt dus den boel Verknoeid!' „Ik zie niet in. dat er van verknoeien sprake is,'- antwoordde Littleson. „Ik bood AFSCHEID VAN DEN BURGEMEESTER. Nadat de heer Van Hamel had uitgespro ken, vroeg de heer VAN ECK nog het woord die opmerkte dat zijn fractie zich meestal neerlegde bij het woord dat het oudste raads lid bij officieele gelegenheden namens den Raad zegt. Hij meende nu echter bij deze ge wichtige gelegenheid uit naam eener belang rijke minderheid aan het woord van den lieer Van Hamel iets te moeten toevoegen. Zoo gemakkelijk als de heer Van Hamel voor de burgerlijke partijen sprak, valt het hem niet, die achter zich heeft het socialistisch deel der bevolking, die tot een andere ver houding stond tot den burgemeester, wiens politiek niet de hare was. Dit weerhoudt hem echter niet te waar- deeren wat de burgemeester deed dat meer was dan wat de wet hem voorschreef, meer dan voor zijn gestel zelfs goed was en dat strekt den burgemeester tot liooge eer. Menigmaal heeft hij moeten slaan tegen een roerige en krachtige oppositie en daarbij ook zijn kracht getoond. Spr. heeft wel eens den indruk gehad dat de burgemeester in den aanvang dacht alle burgers te zullen kun nen bevredigen, Spr. gelooft dal hij verstan dig heeft gedaan dit standpunt tc verlaten. Hij zou dan een zwakke burgemeester zijn geweest. Thans nu ge uw eigen inzicht hebt gevolgd hebben wij in u te ceren een tegen stander wiens bekwaamheid, scherpzinnig heid en ijver spr. gaarne huldigt. Maar naast de verschilpunten in inzicht waren er ook dingen van algemeenen aard, ten opzichte waarvan de toewijding van don burgemeester eveneens ten zeerste moet wor den gewaardeerd. Ten slotte wil spr. nog iels zeggen als mensch tot mensch. Er is veel verschil van inzicht, maar de waarde van den mensch wordt bepaald door den arbeid dien hij ver richt. Spr. hoopt daarom, dat de burge meester niet zal overgaan tot het leven van een nutteloos burger, doch dat hij nog zal blijven werken in 't algemeen belang, zooals hij dat ziet, zij het in mindere mate en an ders dan thans. Moge u uw groote krachten blijven geven aan de menschheid, eindigde spr. (applaus). Uit naam van de wethouders sprak wet houder MULDEll. Ook hij wilde in openbare vergadering enkele woorden uiten, want meer nog dan de raad kunnen de wethou ders het verlies beseffen. De wethouders zijn weemoedig gestemd, dat zij dit moeten meemaken, doch zij voelden het besluit tot heengaan als een noodzakelijkheid. Spr. dankte den burgemeester voor de wijze, waarop hij altijd de vergadering van hun college heeft geleid en de wethouders heeft gesteund en bijgestaan met raad en daad en voorde plannen en voorstellen door hen uitgedacht en in de vergaderingen van B. en W. toegelicht en verdedigd; ook voor den toon die daarbij werd gehandhaafd. U hebt, zeide spr. tot den burgemeester, gewoekerd met de gaven, U door God gege ven en deed van uw groote ijver en toewij ding op ons overvloeien. Bij het werken is niet gebleken van uw heengaan. Niets hebt u uitgesteld, tot op dit uur toe hebt u voort gearbeid in het belang der gemeenten. Ook wij wenschcn U toe, nu Uw levensweg een andere zal worden, dat U niet ledig zult blijven, dat gij Uw krachten niet moogt zien verminderen, dat U Uw groote gaven zult mogen blijven geven on der God's zegen. Wij zullen U niet vergeten, U blijvend ge denkend, en wij zijn overtuigd dal gij als wij Uw hulp en raad nog eens noodig hebben, ons zult willen raden en helpen. Ook de wet houders zullen pogen uw goede voorbeeld te blijven volgen. De heer KNUTTEL meende ook nog iels fe moeten zeggen en dan kan het niet an ders of hij moet een anderen loon laten hooren dan de heer Van TIamel, terwijl hij zich ook niet zal kunnen aansluiten bij den heer Van Eek. Op een dag van emotie als deze is, is 't voor hem een harde plicht. Met anderen heeft ook hij waardeering voor den persoon en de bekwaamheid van den burgemeester, doch hij vergeet niet, dat het in laatste instantie gaat om handha ving van den klassestrijd. die, al zijn het hier maar kleine schermutselingen, toch doel blijft voor het proletariaat. Tot dank verschuldigd is spr. niet, want de bekwaamheid en toewijding van den burgemeester golden toch tenslotte in laat ste instantie instandhouding van de kapi- haar honderd duizend dollar voor dat stuk. Het leek, dat zij er ooren naar had en zij kreeg op een of andere manier dat stuk tn handen. Hoe kon ik welen, dat zij er iels anders mee voor had?' „Honderdduizend dollar!" mopperde Weiss. „Je had haar beter een millioen kun nen bieden, om er zeker van te zijn. Dat zul len we nu wel moeten betalen verwacht ik. Wie heeft het gekregen?' „Dat wilde zij niet zeggen," antwoordde Littleson. Weis9 bracht de hand aan zijn voorhoofd. Hel was drijfnat. Hij ging naar het buffet en schonk een tweede glas in, daarna slak hij zijn sigaar aan. „Liet zij niets doorschemeren?" vroeg hij. „Heelemaal niets!" antwoordde Litlleson. „Iemand schijnt meer geboden te hebben dan wij. Ik weet alleen, dat het Phinea9 niet was." Weiss leunde achterover in zijn stoel. „Nu zie je weer eens, wat een ezels de slimsten van ons soms zijn kunnen. Daar waren jij en ik en Heggins en Bardsley. vier kerels, die hun man slaan en méér dan hun man in dezen dievenrommel. En toch. toen Phineas Duge ons schrik aan joeg en wij het onweer aan zagen komen, deden we als bange schapen en waren blij alles te doen, wal hij ons voorstelde, blij zelfs, om onz« namen onder dat stuk te zetten. Verwezen lijk je je wel, Littleson, dat wij misschien het land moeten verlaten?" Litlleson knikte. „Als wij dal doen is het met ons gedaan met mij tenminste. Ik zit te diep in Cana dian Pacifies." Als ik hier den bal niet aan hel rollen kan houden, dan haal ik het er nooil door." „Alles hangt er van af, wie dat stuk in talistischs maatschappij. Men huldigt toch niet den generaal der tegenpartij! Spr meende dit te moeten zeggen, al is het aan genamer in de roes mee te doen, zulks ai* eerlijk man. Hij meent echter dat de burgatneesl.c minder bewust tegenover deze dingen «laai en het niet zoo kan zien. moeilijk zich ver plaatsend in het standpunt van spr. On danks dit verschil heeft hij persoonlijk ach ting voor den heer De Gijselaar en hij wenscht hem van harte geluk in zijn vol gend leven. De BURGEMEESTER die in zijn eerste rede zeer ontroerd was en soms moeilijk kon voortgaan dankte nu eveneens met ont roering in zijn stem voor de hartelijke woor den tot hem gericht. Met den heer v. Hamel die hem al zoo vaak had toegesproken en ook nu weer met zijn gewone hartelijkheid hoopt hij nog ta! van groeten te mogen wisselen. Zeer dankbaar was hij ook voor de woor den van waardeering van don heer v. Eek. Speciaal die waardeering van die zijde doet hem goed. 't Is waar, en in verschil van in zicht, maar spr. heeft steeds gewerkt in het belang der gemeente, zooals hij zich dat dacht. Wethouder Mulder zegt hij eveneens har telijk dank voor de woorden], namens het college tot hem gericht. Den heer Knuttel antwoordde spr., dat deze in diens hart toch wel hartelijk gestemd ge weest is. Dat spreker de verhoudingen niet bewust zou kunnen zien, kan heel goed waar zijn. Ik ben, aldus spr., altijd slecht-politiek aangelegd geweest. Als dit echter het ergste is, dat de heer Knuttel spr. verwijten kan, dan loopt het nog al los en spreker dankte de heer Knuttel ten zeerste voor de goede bedoelingen te zijnen opzichte. (Luid ap plaus). Hierna hief de heer v. Hamel een luid: „Lang leve de Gijselaar" en hiermede was lipt officieel afscheid geëindigd. Raadsleden en secretaris ambtenaren, die bij het afscheid aanwezig waren druk ten den burgeémeester de hand. RECLAME. Voor de Kerstdagen^ een fijne tractatie jï Puddingfabriek A. J. POLAK, Groningen 5551 BEGRAFENIS MR. H. C. DRESSELHUYS. Onder zeer groote belangstelling heeft gistermiddag op de begraafplaats te Cufèm-' borg de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van mr. II. C. Dres selhuys, in leven lid van de Tweede Kamer der Shalen-Generaal en leider van den Vrijheidsbond, gelijk reeds kort gemeld. Tegen half twee kwam de stoet onder groote belangstelling aan de begraafplaats aan. De baar, waarop het stoffelijk over schot op het kerkhof naar het graf werd gedragen, was gedpkt met drie kransen van de familie. Rond het graf was een schat van bloe men neergelegd en om den familiegrafkel der had zich een groote schare belangstel lenden verzameld. Onder dezen waren alia leden van de Tweede Kamer-fractie van den Vrijheidsbond, de leden van het hoofd bestuur van den Vrijheidsbond, vertegen woordigers van vele afdeelingen van den Bond, o.a. Den Haag en Rotterdam, afge vaardigden van de Vrouwengroep van den Vrijheidsbond, de Eerste Kamerleden jhr. De Murall en mr. II. Smeenge, vertegen woordigers van verschillende Kamerfrac ties, o.a. de heer Smeenk van de Anti Rev. Kamerfractie, mr. J. E. W. Duys, van de Soc.-Dem. Kamerfractie, mr. Schokking en jhr. Van Boelzelaer van Dubbeldam van de Chr.-Hist. Kamerfractie en dr. Deckers van de R.-K. Kamerfractie. Voorts waren handen gekregen heeft," zei Weiss. „Een weck respijt is alles wal ik noodig heb, in dien tijd vecht ik de heele. zaak met Duge uil." ,,ls hij bij je geweest?" vroeg Littleson. „Heeft hij je eenige opheldering gegeven?" Weiss haalde zijn schouders op. „Niets," antwoordde hij. '„Die kleine gek van een Leslie, dat makelaarlje. moet ons verraden hebben. Ik ben van het begin af bang voor hem geweest. Duge gebruikte hem altijd." Er weid geklopt. Een beambte kwam bin nen met een kaartje in zijn hand. „Mijnheer, daar is mijnheer Norris Vine, om u te spreken!" kondigde hij aan. Weiss en Littleson wisselden snel een blik. dezelfde gedachte flitste beide door het hoofd. Een minuut lang sprak geen van beiden. Toen keerde Weiss, die het kaartje in zijn hand verfrommeld had, zich lot den bedien de en toen hij sprak scheen het. of zijn slem heel uit de verle kwam. „Laat hem binnen," zei hij. Littleson zonk in een stoel neer. Zijn oogen waren nog op die van zijn compagnon ge vestigd. „Groote Goden," mompelde hij. HOOFDSTUK XV. De waarschuwing. Norris Vine groette bij het binnenkomen, maar gaf geen van beide mannen de hand Toen Weiss voelde, dat de een of andere ca tastrophe nabij was. overwon hij zijn ner- veuse opgewondenheid van de laatste oogen- btikken. Hij boog vormelijk, zij hel wat koel, voor Vine en hem een stoel aanwijzend, ging hijzelf op zijn bureaustoel zitten, zijn ge- aanwezig de heeren C. J. Begeer en jhr. J. Six van de Ned. Kamer van Koophandel in Duitschland, Van der Mandcre van de Ned. Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, W. W. van der Meulen, voorzitter van de Vereeniging van Raadsleden in den Vrij heidsbond, mr. F. Rive, directeur van het Nationale Spaarfonds, Ridder van Rappard, inspecteur van de Rijksopvoedingsgestich ten, mr. C. Schellus, referendaris van het Departement van Justitie, ds. J. Visser, oud predikant te Culemborg en directeur van het Rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort, jhr. J. II. Röell van het Ned. Roode Kruis, de heer Wesseling van de Maatschappij „De Schelde", de heeren A. van Dam en L. Snapper, van de Joodsche Invalide, mr. G. Murman, president van de Rechtbank te Tiel, mr. E. J. Lilh de Jeude, deken van de Orde van Advocaten te Tiel en vele an deren. Een broer va i den overledene, de hoer W. B. Dresselhuys nam. toen de kist in bet graf was geplaatst, het eerst het woord Hij herinnerde eraan, dat het de grootste vreugde van zijn broer was veel wel te doen. Hij smaakte het grootste geluk als anderen gelukkig waren. Vervolgens spraken de heeren mr. G. A. Boon en dr. A. van Gijn, wiens redevoerin gen reeds door ons werden vermeld. Vervolgens werden door mejuffr. Louise van Eeghen namens het hoofdbestuur van den Vrouwenbond bloemen op het graf ge legd. Daarna werd het woord gevoerd door jhr. J. H. Röell, die sprak namens het hoofdbe stuur van het Nederlandsche Roode Kruis. Spr. bracht in herinnering, dat in 1907 een nieuwe organisatie werd tot stand gebracht en dat toen werd ingesteld de functie van secretaris-generaal. Deze functie werd voor den eersten keer waargenomen door mr. Dresselhuys, die gedurende acht jaren met groote toewijding zijn ambt heeft vervuld. Voorts heeft hij hel Nederlandsche Roode Kruis in verschillende internationale com missies vertegenwoordigd. Hij besloot zijn rede met het brengen van hulde aan de nagedachtenis van den overledene. Vervolgens sprak mr. II. Smeenge De slag, zeide spr., is zwaar voor Nederland, voor den Vrijheidsbond in het bijzonder, maar het zwaarst voor de familie. De heer Cappeyne van de Coppello sprak namens de jongeren in den Vrijheidsbond. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer II J de Groot, hoofd-inspecteur van het Nijverheidsonderwijs. Daarna sprak de heer C. Laan, wethouder ui zicht stond strak en ernstig. Achter zijn brilleglazen sloegen zijn oogen ruslig hel ge laat van den man. wiens komst zooveel voor hen kon beteekf-nen. Littleson. zijn voorbeeld volgend, trachtte ook onverschilligheid le veinzen. Hij leunde tegen een schrijftafel vlak bij Vine en zijn kokeruitbalend, koos hij met zorg een ciga- ret, die hij aanstak. „Wel, mijnheer Vine." zei Weiss, „wat kunnen we voor u doen? Gaat u meedoen aan de jacht naar forfuin? Hebt u wat op drachten voor ons? U moet mij ten goede houden, als ik u verzoek vlug ter zake i.e komen. Er gaal hier op het oogenblik veel om en wij hebben weinig lijd voor ons zelf. A propos, u kent Littleson immers? Uw za ken zijn loch niet van zoo v^rtrouwelijken aard, dat u er iets op tegen hebt, dat hij blijft „Stellig niet," antwoordde Vine kalm. Do zaak, waarvoor ik kom, raakt feitelijk ook den heer Littleson. Er zijn nog twee andere vrienden van u, die ik hier graag getroffen zou hebben". „Inderdaad!" antwoordde Weiss. „U meent?" „Den heer Bardsley en den heer Selh Higgins, antwoordde Vine. „Ongetwijfeld zullen Litlleson en ik in staat zijn alles aan hen over te brengen, wat u te zegden mocht hebben", zei Weiss. „Wat is het? Kom ter zakel Is u van plan. weer een van uw stormramp-artike len te schrijven. Misschien bent u hier ge komen. om u eenigszins op de hoogte te slellen van onze manier van werken. Wij zullen ons best doen. u Ie helpen Er zijn tijden, dat we onze vijanden minder vree zen. dan onze vrienden". „Ik kom hier zeer zeker niet als een van Culemborg, namens de afdeeling va*» don Vrijheidsbond aldaar. Namens het College van Reclasseering sprak de heer Wildenborg, die wees op den velen arbeid, die mr Dresselhuys heeft verricht voor de verandering van 't straf stelsel. Ds. J. Visser, oud predikant te Culem borg, sprak een persoonlijk woord, terwij! ten slotte nog het woord gevoerd werd door den heer Valstar. namens het hoofdbestuur 'van den Nederl. Tuinbonwraad. Een schoonzoon van den overledene, de heer Stam, en de broer dankten voor de e.^r en de groote belangstelling aan den over ledene bewezen. VOORSTEL ONTWAPENINGSWET- K. TER LAAN C.S. Beantwoording door de voorstellers. In een nota ter beantwoording van bet verslag inzake het voorstcl-ontwapenings- wet van den heer K. ter Laan c.s. ver strekken de voorstellers o.m. inlichtingen over de sterkte van het luchtvvapen in an dere landen. In Duitschland mag de weer macht over geen luchtvvapen beschikken, België heeft 250, Engeland 500 vliegtui gen, plus de strijdkrachten van Australië, Canada en Zuid-ARika, Frankrijk onge veer 6000, Italië 1000, Tsjecho-Slowakije 300, Rusland 500 vliegtuigen. Deze cijfers zijn genomen uit het Taschen buch dér Luftflotten van dr. ing. W. von Langsdorff. Ten opzichte van deze getal len is alle twijfel geoorloofd. Zoo staaJ Italië te boek voor 1000 vliegtuigen. Maat op het einde van dat jaar kwam er een officieele mededeeling, waarin het r^tal 2200 genoemd werd en in 1926 is de .jan- bouw sterk voortgezet. Zoo blijkt ook uit de vaklitteratuur, dat Frankrijk, behalve de 6000 pasklare vliegtuigen, er stellig nog evenveel heeft, in onderdeden gereed, die slechts ineengezet behoeven te worden. Onze hoofdstad is binnen een uur van df grens af bereikbaar; belangrijke spoorweg knooppunten liggen daar nog aanmerkelijk dichter bij. Wij zullen zelfs geen tijd heb ben om vliegtuigen te monteeren, die niet geheel gereed zijn op 't oogenblik, dat een oorlog uitbreekt. De schending der neutraliteit kan ge schieden op twee wijzen: le. door kleine groepen, dus niet lig gende in den opzet van den Staat, waartoe zij be hooren 2e. door zeer groote troepen, kennelijk met een vooropgezet strategisch doel, ge- vriend", merkte Vine op „en toch". Het hij er op volgen, „ben ik er niet zeker van of mijn bezoek niet lot op zekere hoogte vriendschappelijk is. Ik ben hier gekomen, om u le waarschuwen." Weiss reikte met de hand naar een kistje sigaren en na van een de punt afgebeten te hebben, stak hij die. onaangestoken, in den mond. Hij maakte half pen beweging om Vine te presenteeren, maar deze schudde het hoofd. „Kom", zeide hij. „u bent wat raadsel achtig Er is maar één soort zaken, die wij hier doen. De mensehen komen hier om te kooppn of le verkoopen. Hebt u iets te ver- koopen?" Norris Vine lachte stil voor zich heen. als om een gedachte, die hem door het hooTd ging. Toen hic-f hij de oogen op naar Weiss en keek hem ruslig in "l gelaat. „Ik ben in 't bezit van iets. zei hij, „waarvoor u mijnheer Weiss, uw halve for tuin zoudt geven, maar ik ben hier niet gekomen, om le verkoopen. Ik ben hier go- komen. om u te waarschuwen voor het ge- bruik dat ik binnen zeer korten lijd zal ma ken van een zeker document, dat gelpekend is door u en Littleson. Bardsley en Selh Higgins. Het scbünt dat gij met elkaar een complot gesmppd hebt om de mannen, die zich verbonden hebben tegen uw trust te bestrijden uit hun pfaals die zij in de r-- geering van dit land innemen, te verdrij ven. Door een loeval is mij dit document in handen gevallen. Mijn voornemen is, het Amerikaansche volk te toonen, wat voor soort mannen gij zijt, die u tot de feitelijke regeerders vam dit land hpbt opgeworppn". De verrassing van Weiss was meester lijk geveinsd. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5