GELDKONINGEN.
No. 20483
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 December
Tweede Blad Anno 1926
Gemeenteraad van Leiden.
FEUILLETON.
A J P s Kerstpudding J|
BINNENLAND.
Op het rraf van den Instructeur .1. H. Rohn. die op 9 Sept.
hij het spoorwegongeluk hii de Vink om het leven kwam,
werd Zondag, gelijk gemeld, een gedenksteen onthuld, daar
geplaatst door een Comité van spoorwegpersoneel. Een
foto van den gedenksteen op de Oosterbegraafplaats la
Amsterdam.
(Zitting van gisteren).
18o. Verordening, houdende wijziging van
0e Verordening van 17 December 1914 (Ge
meenteblad No. 36), betreffende de levering
van Gas door de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit te Leiden. (26S)
De heer VAN ECK verdedigt zijn hierop
ingediend voorstel lot verdere verlaging van
het tarief.
Hij meent ook met een vergelijking met
de tarieven in andere gemeenten dat de ver
laging, zooals door hem is voorgesteld ge
rechtvaardigd is.
De heer Deumer meent dat de vergelijking
met andere plaatsen niets zegt, wanneer
men niet weet was de gasprijs in die ge
meente bedraagt.
De heer Heemskerk is dankbaar voor het
voorstel van B. en W. Hij heeft er herhaal
delijk op aangedrongen dat de gasmeterhuur
wordt verlaagd Hij zal het antwoord van
B. en W. afwachten.
Na verdere discussie werd het voorstel
met 17 tegen 14 st. verworpen.
(Reeds in een gedeelte van
onze vorige oplaag geplaatst).
Na de verwerping van het voorstel van
den heer Van Eek om de huur der gasmeters
te verlagen, waar met de sociaal-democrati
sche fractie en den heer Knuttel, de vrijz.-
democraten, de leden der dem, partij en da
katholiek Van Tol voorstemde, ging de raad
over in een zitting met gesloten deuren, die
circa drie kwartier duurde.
Na heropening werd door B. en W. voor
gesteld aan de stichting „Fonds tot stichting,
jonderhoud en beheer van een wandelpark
„De Leidsche Hout" van de perceel en wei
land benoorden den Rijnsburgerweg, groot
23 H.A. (indertijd aangekocht van den heer
Nijssen tegen slechts f 0.50 per M. 2) 16
H.A. onder nader te bepalen rechtsvormen
aan genoemde Stichting af te staan.
Het voorstel, dat blijkbaar in de geheime
zitting was besproken, werd nu zonder dis
cussie en hoofd, stemming aangenomen
i Rondvraag.
Bij de rondvraag vroeg de heer WIT
MANS of de vacature van hulpklerk bij
den Geneeskundigen. Dienst reeds vervuld
was en zoo ja wie dan is benoemd.
Verder vroeg hij of er van B. en W., in
verband met Ingekomen stuk No. 266, be
trekking hebbende op het weder invoeren
van het verplichte toelatingsexamen aan
bet gymnasium Ook nog een nader voorstel
was te wachten.
De VOORZITTER wees er dan heer Wit-
mans op dat dit juridisch niet mogelijk
zou zijn. De Curatoren van het gymna-
fcium hebben dit allen te bepalen. Is de
heer Witman® het niet eens met Curatoren,
dan moet hij maar een interpellatie aan
vragen.
De heer WITMANS zal den laatsten raad
opvolgen.
Op de eerste vraag zal wethouder Mey-
nen kunnen antwoorden, zegt de VOOR
ZITTER.
De heer MEYNEN (eenigszins aarze
lend) antwoordt: No. 3 der voordracht.
Dp heer GROENEVELD vraagt naar den
naam van de benoemde.
De VOORZITTER meent dat dit toch be
kend is.
De WETHOUDER noemt de naam van
mcj. Van Slijpe uit Doorn.
De heer WITMANS komt op deze benoe
ming ook nader terug.
De heer BERGERS vraagl of niet de gan
zen, zwanen en eenden toebehoorende aan
de gemeente publiek kunnen worden ver
kocht. Zij gaan nu naar een poelier van bui
ten die ze hier in hoofdzaak weer aan den
man brengt.
Dan kunnen Leidenaars er nog iels aan
verdienen
De WETHOUDER zal dit bij een volgende
gelegenheid overwegen.
De heer WILBRINK zou gaarne een licht
zien aangebracht in de Zijlpoort.
Ook dit zal worden overwogen.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. PHILIPS OPPENHEIM.
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN.
21)
„Drukke dag?' vroeg Litlleson werktui
gelijk.
„Een duivelsche dag." steunde Weiss.
„Wij zit ten er nu tot over onze ooren in, wij
allemaal, jij en ik, Bardsley en Heggins.
Weetje, dat Phineas Duge at dien tijd, dien
hij zoogenaamd ziek te bed lag, bezig was
op de beurs van Chicago te koopen?"
„Het verbaast me niets.' antwoordde
Littleson, „maar ik geloof, dal we toch in
staat moeten zijn, ons staande te houden.'
„Misschien." antwoordde Weiss, „maar
het zal er om houden. Zelfs als we er veilig
uitkomen, zal hel verlies aan onzen kant
zijn. En, heb je het meisje gesproken?'
Littleson knikle.
„Ik heb haar gesproken.' antwoordde hij
droogjes. „Ik geloof niet, dat de zaak nu
juist in ons voordeel marcheert. Weiss."
Heeft zij het stuk dan niet?' riep
[Weiss uit.
„Zij heeft het gehad en weer weggege
ven," antwoordde Littleson.
Weiss nam de onaangestoken sigaar uit
Zijn mond en snakte naar adem.
„Jou ezel!'" riep hij. „je hebt dus den boel
Verknoeid!'
„Ik zie niet in. dat er van verknoeien
sprake is,'- antwoordde Littleson. „Ik bood
AFSCHEID VAN DEN BURGEMEESTER.
Nadat de heer Van Hamel had uitgespro
ken, vroeg de heer VAN ECK nog het woord
die opmerkte dat zijn fractie zich meestal
neerlegde bij het woord dat het oudste raads
lid bij officieele gelegenheden namens den
Raad zegt. Hij meende nu echter bij deze ge
wichtige gelegenheid uit naam eener belang
rijke minderheid aan het woord van den
lieer Van Hamel iets te moeten toevoegen.
Zoo gemakkelijk als de heer Van Hamel voor
de burgerlijke partijen sprak, valt het hem
niet, die achter zich heeft het socialistisch
deel der bevolking, die tot een andere ver
houding stond tot den burgemeester, wiens
politiek niet de hare was.
Dit weerhoudt hem echter niet te waar-
deeren wat de burgemeester deed dat meer
was dan wat de wet hem voorschreef, meer
dan voor zijn gestel zelfs goed was en dat
strekt den burgemeester tot liooge eer.
Menigmaal heeft hij moeten slaan tegen
een roerige en krachtige oppositie en daarbij
ook zijn kracht getoond. Spr. heeft wel eens
den indruk gehad dat de burgemeester in den
aanvang dacht alle burgers te zullen kun
nen bevredigen, Spr. gelooft dal hij verstan
dig heeft gedaan dit standpunt tc verlaten.
Hij zou dan een zwakke burgemeester zijn
geweest. Thans nu ge uw eigen inzicht hebt
gevolgd hebben wij in u te ceren een tegen
stander wiens bekwaamheid, scherpzinnig
heid en ijver spr. gaarne huldigt.
Maar naast de verschilpunten in inzicht
waren er ook dingen van algemeenen aard,
ten opzichte waarvan de toewijding van don
burgemeester eveneens ten zeerste moet wor
den gewaardeerd.
Ten slotte wil spr. nog iels zeggen als
mensch tot mensch. Er is veel verschil van
inzicht, maar de waarde van den mensch
wordt bepaald door den arbeid dien hij ver
richt. Spr. hoopt daarom, dat de burge
meester niet zal overgaan tot het leven van
een nutteloos burger, doch dat hij nog zal
blijven werken in 't algemeen belang, zooals
hij dat ziet, zij het in mindere mate en an
ders dan thans. Moge u uw groote krachten
blijven geven aan de menschheid, eindigde
spr. (applaus).
Uit naam van de wethouders sprak wet
houder MULDEll. Ook hij wilde in openbare
vergadering enkele woorden uiten, want
meer nog dan de raad kunnen de wethou
ders het verlies beseffen. De wethouders
zijn weemoedig gestemd, dat zij dit moeten
meemaken, doch zij voelden het besluit tot
heengaan als een noodzakelijkheid.
Spr. dankte den burgemeester voor de
wijze, waarop hij altijd de vergadering van
hun college heeft geleid en de wethouders
heeft gesteund en bijgestaan met raad en
daad en voorde plannen en voorstellen door
hen uitgedacht en in de vergaderingen van
B. en W. toegelicht en verdedigd; ook voor
den toon die daarbij werd gehandhaafd.
U hebt, zeide spr. tot den burgemeester,
gewoekerd met de gaven, U door God gege
ven en deed van uw groote ijver en toewij
ding op ons overvloeien.
Bij het werken is niet gebleken van uw
heengaan. Niets hebt u uitgesteld, tot op dit
uur toe hebt u voort gearbeid in het belang
der gemeenten. Ook wij wenschcn U toe, nu
Uw levensweg een andere zal worden, dat
U niet ledig zult blijven, dat gij Uw krachten
niet moogt zien verminderen, dat U Uw
groote gaven zult mogen blijven geven on
der God's zegen.
Wij zullen U niet vergeten, U blijvend ge
denkend, en wij zijn overtuigd dal gij als wij
Uw hulp en raad nog eens noodig hebben,
ons zult willen raden en helpen. Ook de wet
houders zullen pogen uw goede voorbeeld te
blijven volgen.
De heer KNUTTEL meende ook nog iels
fe moeten zeggen en dan kan het niet an
ders of hij moet een anderen loon laten
hooren dan de heer Van TIamel, terwijl hij
zich ook niet zal kunnen aansluiten bij den
heer Van Eek. Op een dag van emotie als
deze is, is 't voor hem een harde plicht.
Met anderen heeft ook hij waardeering
voor den persoon en de bekwaamheid van
den burgemeester, doch hij vergeet niet, dat
het in laatste instantie gaat om handha
ving van den klassestrijd. die, al zijn het
hier maar kleine schermutselingen, toch
doel blijft voor het proletariaat.
Tot dank verschuldigd is spr. niet, want
de bekwaamheid en toewijding van den
burgemeester golden toch tenslotte in laat
ste instantie instandhouding van de kapi-
haar honderd duizend dollar voor dat stuk.
Het leek, dat zij er ooren naar had en zij
kreeg op een of andere manier dat stuk tn
handen. Hoe kon ik welen, dat zij er iels
anders mee voor had?'
„Honderdduizend dollar!" mopperde
Weiss. „Je had haar beter een millioen kun
nen bieden, om er zeker van te zijn. Dat zul
len we nu wel moeten betalen verwacht ik.
Wie heeft het gekregen?'
„Dat wilde zij niet zeggen," antwoordde
Littleson.
Weis9 bracht de hand aan zijn voorhoofd.
Hel was drijfnat. Hij ging naar het buffet
en schonk een tweede glas in, daarna slak
hij zijn sigaar aan.
„Liet zij niets doorschemeren?" vroeg hij.
„Heelemaal niets!" antwoordde Litlleson.
„Iemand schijnt meer geboden te hebben
dan wij. Ik weet alleen, dat het Phinea9
niet was."
Weiss leunde achterover in zijn stoel.
„Nu zie je weer eens, wat een ezels de
slimsten van ons soms zijn kunnen. Daar
waren jij en ik en Heggins en Bardsley. vier
kerels, die hun man slaan en méér dan hun
man in dezen dievenrommel. En toch. toen
Phineas Duge ons schrik aan joeg en wij het
onweer aan zagen komen, deden we als
bange schapen en waren blij alles te doen,
wal hij ons voorstelde, blij zelfs, om onz«
namen onder dat stuk te zetten. Verwezen
lijk je je wel, Littleson, dat wij misschien
het land moeten verlaten?"
Litlleson knikte.
„Als wij dal doen is het met ons gedaan
met mij tenminste. Ik zit te diep in Cana
dian Pacifies." Als ik hier den bal niet aan
hel rollen kan houden, dan haal ik het er
nooil door."
„Alles hangt er van af, wie dat stuk in
talistischs maatschappij. Men huldigt toch
niet den generaal der tegenpartij! Spr
meende dit te moeten zeggen, al is het aan
genamer in de roes mee te doen, zulks ai*
eerlijk man.
Hij meent echter dat de burgatneesl.c
minder bewust tegenover deze dingen «laai
en het niet zoo kan zien. moeilijk zich ver
plaatsend in het standpunt van spr. On
danks dit verschil heeft hij persoonlijk ach
ting voor den heer De Gijselaar en hij
wenscht hem van harte geluk in zijn vol
gend leven.
De BURGEMEESTER die in zijn eerste
rede zeer ontroerd was en soms moeilijk
kon voortgaan dankte nu eveneens met ont
roering in zijn stem voor de hartelijke woor
den tot hem gericht.
Met den heer v. Hamel die hem al zoo
vaak had toegesproken en ook nu weer met
zijn gewone hartelijkheid hoopt hij nog ta!
van groeten te mogen wisselen.
Zeer dankbaar was hij ook voor de woor
den van waardeering van don heer v. Eek.
Speciaal die waardeering van die zijde doet
hem goed. 't Is waar, en in verschil van in
zicht, maar spr. heeft steeds gewerkt in het
belang der gemeente, zooals hij zich dat
dacht.
Wethouder Mulder zegt hij eveneens har
telijk dank voor de woorden], namens het
college tot hem gericht.
Den heer Knuttel antwoordde spr., dat deze
in diens hart toch wel hartelijk gestemd ge
weest is. Dat spreker de verhoudingen niet
bewust zou kunnen zien, kan heel goed waar
zijn. Ik ben, aldus spr., altijd slecht-politiek
aangelegd geweest. Als dit echter het ergste
is, dat de heer Knuttel spr. verwijten kan,
dan loopt het nog al los en spreker dankte
de heer Knuttel ten zeerste voor de goede
bedoelingen te zijnen opzichte. (Luid ap
plaus).
Hierna hief de heer v. Hamel een luid:
„Lang leve de Gijselaar" en hiermede was
lipt officieel afscheid geëindigd.
Raadsleden en secretaris ambtenaren,
die bij het afscheid aanwezig waren druk
ten den burgeémeester de hand.
RECLAME.
Voor de Kerstdagen^
een fijne tractatie jï
Puddingfabriek A. J. POLAK, Groningen
5551
BEGRAFENIS MR. H. C. DRESSELHUYS.
Onder zeer groote belangstelling heeft
gistermiddag op de begraafplaats te Cufèm-'
borg de teraardebestelling plaats gehad van
het stoffelijk overschot van mr. II. C. Dres
selhuys, in leven lid van de Tweede Kamer
der Shalen-Generaal en leider van den
Vrijheidsbond, gelijk reeds kort gemeld.
Tegen half twee kwam de stoet onder
groote belangstelling aan de begraafplaats
aan. De baar, waarop het stoffelijk over
schot op het kerkhof naar het graf werd
gedragen, was gedpkt met drie kransen van
de familie.
Rond het graf was een schat van bloe
men neergelegd en om den familiegrafkel
der had zich een groote schare belangstel
lenden verzameld. Onder dezen waren alia
leden van de Tweede Kamer-fractie van
den Vrijheidsbond, de leden van het hoofd
bestuur van den Vrijheidsbond, vertegen
woordigers van vele afdeelingen van den
Bond, o.a. Den Haag en Rotterdam, afge
vaardigden van de Vrouwengroep van den
Vrijheidsbond, de Eerste Kamerleden jhr.
De Murall en mr. II. Smeenge, vertegen
woordigers van verschillende Kamerfrac
ties, o.a. de heer Smeenk van de Anti Rev.
Kamerfractie, mr. J. E. W. Duys, van de
Soc.-Dem. Kamerfractie, mr. Schokking en
jhr. Van Boelzelaer van Dubbeldam van
de Chr.-Hist. Kamerfractie en dr. Deckers
van de R.-K. Kamerfractie. Voorts waren
handen gekregen heeft," zei Weiss. „Een
weck respijt is alles wal ik noodig heb, in
dien tijd vecht ik de heele. zaak met
Duge uil."
,,ls hij bij je geweest?" vroeg Littleson.
„Heeft hij je eenige opheldering gegeven?"
Weiss haalde zijn schouders op.
„Niets," antwoordde hij. '„Die kleine gek
van een Leslie, dat makelaarlje. moet ons
verraden hebben. Ik ben van het begin af
bang voor hem geweest. Duge gebruikte hem
altijd."
Er weid geklopt. Een beambte kwam bin
nen met een kaartje in zijn hand.
„Mijnheer, daar is mijnheer Norris Vine,
om u te spreken!" kondigde hij aan.
Weiss en Littleson wisselden snel een
blik. dezelfde gedachte flitste beide door het
hoofd.
Een minuut lang sprak geen van beiden.
Toen keerde Weiss, die het kaartje in zijn
hand verfrommeld had, zich lot den bedien
de en toen hij sprak scheen het. of zijn slem
heel uit de verle kwam.
„Laat hem binnen," zei hij.
Littleson zonk in een stoel neer. Zijn oogen
waren nog op die van zijn compagnon ge
vestigd.
„Groote Goden," mompelde hij.
HOOFDSTUK XV.
De waarschuwing.
Norris Vine groette bij het binnenkomen,
maar gaf geen van beide mannen de hand
Toen Weiss voelde, dat de een of andere ca
tastrophe nabij was. overwon hij zijn ner-
veuse opgewondenheid van de laatste oogen-
btikken. Hij boog vormelijk, zij hel wat koel,
voor Vine en hem een stoel aanwijzend, ging
hijzelf op zijn bureaustoel zitten, zijn ge-
aanwezig de heeren C. J. Begeer en jhr. J.
Six van de Ned. Kamer van Koophandel in
Duitschland, Van der Mandcre van de Ned.
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede,
W. W. van der Meulen, voorzitter van de
Vereeniging van Raadsleden in den Vrij
heidsbond, mr. F. Rive, directeur van het
Nationale Spaarfonds, Ridder van Rappard,
inspecteur van de Rijksopvoedingsgestich
ten, mr. C. Schellus, referendaris van het
Departement van Justitie, ds. J. Visser, oud
predikant te Culemborg en directeur van
het Rijksopvoedingsgesticht te Amersfoort,
jhr. J. II. Röell van het Ned. Roode Kruis,
de heer Wesseling van de Maatschappij
„De Schelde", de heeren A. van Dam en
L. Snapper, van de Joodsche Invalide, mr.
G. Murman, president van de Rechtbank te
Tiel, mr. E. J. Lilh de Jeude, deken van
de Orde van Advocaten te Tiel en vele an
deren.
Een broer va i den overledene, de hoer
W. B. Dresselhuys nam. toen de kist in
bet graf was geplaatst, het eerst het woord
Hij herinnerde eraan, dat het de grootste
vreugde van zijn broer was veel wel te
doen. Hij smaakte het grootste geluk als
anderen gelukkig waren.
Vervolgens spraken de heeren mr. G. A.
Boon en dr. A. van Gijn, wiens redevoerin
gen reeds door ons werden vermeld.
Vervolgens werden door mejuffr. Louise
van Eeghen namens het hoofdbestuur van
den Vrouwenbond bloemen op het graf ge
legd.
Daarna werd het woord gevoerd door jhr.
J. H. Röell, die sprak namens het hoofdbe
stuur van het Nederlandsche Roode Kruis.
Spr. bracht in herinnering, dat in 1907 een
nieuwe organisatie werd tot stand gebracht
en dat toen werd ingesteld de functie van
secretaris-generaal. Deze functie werd voor
den eersten keer waargenomen door mr.
Dresselhuys, die gedurende acht jaren met
groote toewijding zijn ambt heeft vervuld.
Voorts heeft hij hel Nederlandsche Roode
Kruis in verschillende internationale com
missies vertegenwoordigd. Hij besloot zijn
rede met het brengen van hulde aan de
nagedachtenis van den overledene.
Vervolgens sprak mr. II. Smeenge De
slag, zeide spr., is zwaar voor Nederland,
voor den Vrijheidsbond in het bijzonder,
maar het zwaarst voor de familie.
De heer Cappeyne van de Coppello sprak
namens de jongeren in den Vrijheidsbond.
Vervolgens werd het woord gevoerd door
den heer II J de Groot, hoofd-inspecteur
van het Nijverheidsonderwijs.
Daarna sprak de heer C. Laan, wethouder
ui
zicht stond strak en ernstig. Achter zijn
brilleglazen sloegen zijn oogen ruslig hel ge
laat van den man. wiens komst zooveel voor
hen kon beteekf-nen.
Littleson. zijn voorbeeld volgend, trachtte
ook onverschilligheid le veinzen. Hij leunde
tegen een schrijftafel vlak bij Vine en zijn
kokeruitbalend, koos hij met zorg een ciga-
ret, die hij aanstak.
„Wel, mijnheer Vine." zei Weiss, „wat
kunnen we voor u doen? Gaat u meedoen
aan de jacht naar forfuin? Hebt u wat op
drachten voor ons? U moet mij ten goede
houden, als ik u verzoek vlug ter zake i.e
komen. Er gaal hier op het oogenblik veel
om en wij hebben weinig lijd voor ons zelf.
A propos, u kent Littleson immers? Uw za
ken zijn loch niet van zoo v^rtrouwelijken
aard, dat u er iets op tegen hebt, dat hij
blijft
„Stellig niet," antwoordde Vine kalm.
Do zaak, waarvoor ik kom, raakt feitelijk
ook den heer Littleson. Er zijn nog twee
andere vrienden van u, die ik hier graag
getroffen zou hebben".
„Inderdaad!" antwoordde Weiss. „U
meent?"
„Den heer Bardsley en den heer Selh
Higgins, antwoordde Vine.
„Ongetwijfeld zullen Litlleson en ik in
staat zijn alles aan hen over te brengen,
wat u te zegden mocht hebben", zei Weiss.
„Wat is het? Kom ter zakel Is u van
plan. weer een van uw stormramp-artike
len te schrijven. Misschien bent u hier ge
komen. om u eenigszins op de hoogte te
slellen van onze manier van werken. Wij
zullen ons best doen. u Ie helpen Er zijn
tijden, dat we onze vijanden minder vree
zen. dan onze vrienden".
„Ik kom hier zeer zeker niet als een
van Culemborg, namens de afdeeling va*»
don Vrijheidsbond aldaar.
Namens het College van Reclasseering
sprak de heer Wildenborg, die wees op den
velen arbeid, die mr Dresselhuys heeft
verricht voor de verandering van 't straf
stelsel.
Ds. J. Visser, oud predikant te Culem
borg, sprak een persoonlijk woord, terwij!
ten slotte nog het woord gevoerd werd door
den heer Valstar. namens het hoofdbestuur
'van den Nederl. Tuinbonwraad.
Een schoonzoon van den overledene, de
heer Stam, en de broer dankten voor de e.^r
en de groote belangstelling aan den over
ledene bewezen.
VOORSTEL ONTWAPENINGSWET-
K. TER LAAN C.S.
Beantwoording door de voorstellers.
In een nota ter beantwoording van bet
verslag inzake het voorstcl-ontwapenings-
wet van den heer K. ter Laan c.s. ver
strekken de voorstellers o.m. inlichtingen
over de sterkte van het luchtvvapen in an
dere landen. In Duitschland mag de weer
macht over geen luchtvvapen beschikken,
België heeft 250, Engeland 500 vliegtui
gen, plus de strijdkrachten van Australië,
Canada en Zuid-ARika, Frankrijk onge
veer 6000, Italië 1000, Tsjecho-Slowakije
300, Rusland 500 vliegtuigen.
Deze cijfers zijn genomen uit het Taschen
buch dér Luftflotten van dr. ing. W. von
Langsdorff. Ten opzichte van deze getal
len is alle twijfel geoorloofd. Zoo staaJ
Italië te boek voor 1000 vliegtuigen. Maat
op het einde van dat jaar kwam er een
officieele mededeeling, waarin het r^tal
2200 genoemd werd en in 1926 is de .jan-
bouw sterk voortgezet. Zoo blijkt ook uit
de vaklitteratuur, dat Frankrijk, behalve
de 6000 pasklare vliegtuigen, er stellig nog
evenveel heeft, in onderdeden gereed, die
slechts ineengezet behoeven te worden.
Onze hoofdstad is binnen een uur van df
grens af bereikbaar; belangrijke spoorweg
knooppunten liggen daar nog aanmerkelijk
dichter bij. Wij zullen zelfs geen tijd heb
ben om vliegtuigen te monteeren, die niet
geheel gereed zijn op 't oogenblik, dat een
oorlog uitbreekt.
De schending der neutraliteit kan ge
schieden op twee wijzen:
le. door kleine groepen, dus niet lig
gende in den opzet van den Staat, waartoe
zij be hooren
2e. door zeer groote troepen, kennelijk
met een vooropgezet strategisch doel, ge-
vriend", merkte Vine op „en toch". Het hij
er op volgen, „ben ik er niet zeker van of
mijn bezoek niet lot op zekere hoogte
vriendschappelijk is. Ik ben hier gekomen,
om u le waarschuwen."
Weiss reikte met de hand naar een kistje
sigaren en na van een de punt afgebeten te
hebben, stak hij die. onaangestoken, in den
mond. Hij maakte half pen beweging om
Vine te presenteeren, maar deze schudde
het hoofd.
„Kom", zeide hij. „u bent wat raadsel
achtig Er is maar één soort zaken, die wij
hier doen. De mensehen komen hier om te
kooppn of le verkoopen. Hebt u iets te ver-
koopen?"
Norris Vine lachte stil voor zich heen.
als om een gedachte, die hem door het
hooTd ging. Toen hic-f hij de oogen op naar
Weiss en keek hem ruslig in "l gelaat.
„Ik ben in 't bezit van iets. zei hij,
„waarvoor u mijnheer Weiss, uw halve for
tuin zoudt geven, maar ik ben hier niet
gekomen, om le verkoopen. Ik ben hier go-
komen. om u te waarschuwen voor het ge-
bruik dat ik binnen zeer korten lijd zal ma
ken van een zeker document, dat gelpekend
is door u en Littleson. Bardsley en Selh
Higgins. Het scbünt dat gij met elkaar een
complot gesmppd hebt om de mannen, die
zich verbonden hebben tegen uw trust te
bestrijden uit hun pfaals die zij in de r--
geering van dit land innemen, te verdrij
ven. Door een loeval is mij dit document in
handen gevallen. Mijn voornemen is, het
Amerikaansche volk te toonen, wat voor
soort mannen gij zijt, die u tot de feitelijke
regeerders vam dit land hpbt opgeworppn".
De verrassing van Weiss was meester
lijk geveinsd.
(Wordt vervolgd), j