Kleine Kinderen
No. 20481
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 December
Tweede Blad Anno 1926
EERSTE KAMER.
H O of d P i j n -iabl«w,6 Oct
Laxeer -taWettwöOd*
Zenuw-lablettm75d
Staal -febiettmSQct
Maag-tobietiw7 5a
TWEEDE KAMER.
Bij
BINNENLAND.
KERK- EN SCHD0LNIEUWS.
DE WEGENBELASTING.
Aan de Memorie van Antwoord wordt het
volgende ontleend:
Het wetsontwerp houdt rekening met de
mogelijkheid, dal in eenig jaar over midde
len zou moeten worden beschikt tot een
hooger bedrag dan door de inkomsten van
het wegenfonds, wordt gevormd.
Inderdaad bepaalt het ontwerp niet welke
werken zullen worden uitgevoerd. Dit zou
ook, althans wat het secundaire betreft, be
zwaarlijk kunnen, terwijl de regeering
meent, dat het vaststellen van het plan voor
het primaire wegennet aan de Kroon moet
worden overgelaten.
Het. ligt inderdaad in de bedoeling voor-
zoover daartoe overigens termen bestaan,
voor hoofdverkeerswegen, die door de groote
steden loopen, de z.g traversen, bijdragen
uit het wegenfonds beschikbaar te stellen.
Zoodanige bijdragen zullen echter niet kun
nen worden verleend als restitutie van vroe
ger gemaakte kosten.
De regeering is van oordeel dat het ge
wicht der motorrijtuigen de redelijkste maat
staf mag heeten voor het tarief der belasting
Het vaststellen der wegenbelasting voor
een vooraf bepaald aantal jaren zou een te
onzekeren grondslag scheppen met het oog
op de toekomstige behoeften van het wegen-
gennet. Stijging van het gebruik van mo
torrijtuigen brengt bovendien mede toene
ming van onderhoudskosten.
De regeering is ook van meening, dat de
paardentractie buiten de onderwerpelijke
regeling kan blijven. Het karakter eener be
schermingsbelasting eener afzonderlijke ad
ministratie, juist om te verzekeren, dat de
heffingen overeenkomstig haar beslemming
worden gebruikt.
Aan een fonds met eigen kasmiddelen
moet daarbij niet worden gedacht.
De hoegrootheid der bedragen, die jaar
lijks in het wegenfonds zullen worden ge
stort, is bezwaarlijk van te voren bepalen,
voornamelijk, omdat de opbrengst der we
genbelasting niet vaststaat.
Het zou met de bedoeling van het ontwerp
kwalijk te rijmen zijn, ook de opbrengst der
overige belastingen op motorrijtuigen in het
wegenfonds te storten.
De regeering is ook van meening, dat de
verbetering van rivierovergangen in de eer
ste plaats het moiorverkeer ten goede komt.
Daardoor wordt gerechtvaardigd, dat gel
den hiervoor uit het wegenfonds beschik
baar zullen worden gesteld.
Tiet ligt niet in de bedoeling van de re
geering die gelden tot een zoo hoog bedrag
beschikbaar te stellen, dat wegen verbete
ring daardoor achterwege zou moeten blij
ven.
Dat een weg bij het rijk of een provincie
in onderhoud is, stempelt dien weg nog niet
tot een weg van zoodanig belang, dat hij op
het rijks- of op een provinciaal plan zal
moeten voorkomen.
Naar het oordeel der regeering zal in de
eerste plaats naar verbetering of aanleg van
een hoofdnet van omstreeks 3000 K.M. en
van een secundair net van omstreeks 2000
K.M. te streven zijn, wat dan overeenkomt
met een wegenlengle in Noord-Holland van
omstreeks 4.00 K.M., in Zuid-Holland van
omstreeks 530 K.M. en in Groningen van
omstreeks 360 K.M. Eerst als de werkzaam
heden aan zulk een net behoorlijk gevorderd
zijn, zal voor de verdere uitbreiding van
het net uit de opbrengst der wegenbelas
ting mogen worden geput.
Dat door de verandering van het karak
ter rijwielbelasting de wielrijders onbillijk
zouden worden behandeld, kan de regee-
ring niet toegeven
Met de bepaling van art. 40 is niets an
ders bedoeld dan aan de provinciën Gro
ningen en Noord-Holland de laatstelijk ge
noten opbrengst le garanderen van de pro
vinciale motorbplasting gedurende een tijd
vak van vijf jaren.
RECLAME.
BIJ APOTH.EM DROGISTEN.
5451
Zitting van Vrijdag.
IN MEMCRIAM MR. H. C. DRESSELHUIJS.
De griffier leest voor het bericht, dat is
ingekomen van het overlijden van mr. H.
G. Dresselhuijs,
De VOORZITTER spreekt hierna als volgt
Geachte medeleden!
Met mij zult gij diep onder den indruk
zijn het bericht van het overlijden van ons
medelid, mr. Dresselhuijs. wiens verschei
den, zij het niet onverwacht, ons allen treft.
Na een eervolle rechterlijke en admi
nistratieve loopbaan, deed hij nu tien jaren
Keieden. als opvolger van wijlen mr. Tyde-
man, zijn intrede in deze vergaderzaal.
Eenige jaren te voren, in het zittingsjaar
19111912, had hij bereids als regeerings-
commissaris voor de behandeling van het
Wetsontwerp tot wijziging van de rechtsre
geling bij de landmacht en van die bij de
z®emacht, nan cfe beraadslagingen der Ka
mer deelgenomen. Veelzijdig, als weinigen,
toegerust met een zeldzame werkkracht en
groote scherpzinnigheid heeft hij in de
Jamer aan de behandeling van menig on
derwerp in openbare afdeelings- en com
missievergaderingen meegewerkt. In de in
terparlementaire unie was hij een geziene
"guur en builen het parlement heeft hij
v°oral in de laatste jaren aan tal van in
stellingen in het algemeen belang werkend,
zijn krachten gegeven. Als een beroep op
zijn medewerking werd gedaan was weige-
geren hem moeilijk, zoo niet onmogelijk en
zoo is hij heengegaan nog eenige maanden
geleden, naar het uiterlijk een krachtig man
van wiens arbeid, in 's lands belang nog
veel te hopen viel. Zijn verscheiden zal
zoowel in deze vergaderzaal als in menigen
kring daarbuiten ten zeerste worden be
treurd. De herinnering aan zijn werkzaam
leven moge velen tot navolging aansporen.
De Minister van ONDERWIJS. KUNSTEN
en WETENSCHAPPEN, de heer WASZINK,
zegt namens de regeering het volgende:
Mijnheer de voorzitter! Ook de regeering
heeft met diep leedwezen kennis genomen
van het overlijden van het lid der Kamer,
mr. Dresselhuijs. Ik beschouw het dan ook
als mijn plicht, om namens haar mij aan
te sluiten bij de woorden van eerbiedige
hulde, door U aan de nagedachtenis van den
overledene gewijd. Met mr. Dresselhuijs is
heengegaan een man van buitengewone be
kwaamheid. die niet slechts als lid der
Tweede Kamer, maar ook in tal van andere
ambten en functies aan land en volk on
schatbare diensten bewezen heeft. De re
geering zal steeds zich herinneren zoowel
zijn persoon als zijn werk.
De redevoeringen werden staande uitge
sproken en aangehoord.
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER stelt voor de volgende,
week des Dinsdags- en Woensdagsavonds te
vergaderen.
Aldus werd besloten.
WIJZIGING L. O.-WET.
Aan de orde is de voortzetting der behan.
deling van het wetsontwerp tot wijziging
van de L. O.-wet 1920 (moderne talen op de
lagere school;.
De heer v. d. BILT (R.-K.) bepleit het op
nemen van esperanto naast Fransch, Duilsch
en Engelsch, daar het wereldverkeer de
kennis van een internationale taal steeds
meer noodig maakt en het aantal moderne
talen zich zal uilbreiden, waardoor de studie
voor den gemiddelden burgerman te zwaar
wordt.
De lieer BRAAT (P.-B.) acht het leeren
van vreemde talen voor het platteland niet
noodig, met het oog op de noodzakelijkheid
van meer leerkrachten bezwaarlijk.
De heer v. WIJNBERGEN (R.-K.) is ver
heugd door de indiening van het wetsont
werp, daar de Eerste Kamer het ontwerp-
Westerman alleen heeft verworpen, omdat
de regeering met een ontwerp zou komen.
Minister De Visser heeft dit echter niet meer
kunnen doen.
Ook de Ineenschakelingscommissie is voor
onderwijs in het Fransch in het belang der
aaneensluiting van lager en middelbaar
onderwijs. Het is ook van belang, dat in
verschillende streken van het land verschil
lende talen kunnen worden ondervrezen. Dit
wetsontwerp geeft vrijheid aan gemeente
en schoolbesturen, waarover spr. zich ver
heugt, omdat hij van meening is. dat niet
alleen het departement van onderwijs ver
stand van onderwijs heeft.
De heer RUTTEN (R.-K.) betuigt sym
pathie aan het ontwerp, dat z. i. ten goede
komt aan de zelfstandigheid van den leer
ling. De studie van het Fransch acht hij
noodzakelijk voor de kennis van de ontel
bare vreemde woorden in onze taal.
De heer BEUMER (A.-R.) zegt, dat de le
den van zijn fractie steeds gestreden hebben
voor vrijheid van onderwijs. Het overgroote
deel van sprekers fractie zal met vreugde
vóór het ontwerp stemmen.
Minister WASZINK zegt, dat het onder
werp vrijwel doodgepraat is. Tegenstanders
zal hij dan ook wel niet meer overtuigen.
Het ontwerp is thans noodig omdat wij bin
nenkort een termijn bereiken, genoemd in
art. 193 der L. O.-wet. Het ontwerp dient
voorts om aan den chaos, die nu bestaat,
een eind le maken. De toestand van het
oogenblik is ten nadeele van de kinderen uit
de economisch zwakke bevolking Het i»
niet juist, dat op de hoogere burgerscholen
en Mulo-scholen de schade kan worden in
gehaald. Op de H. B. S. met 3-jarigen cur
sus is dit niet mogelijk, op de Mulo- en han
delsscholen evenmin, aangezien de grond
slagen ontbreken. Aan de eenheidsschool
wordt door dit ontwerp geen afbreuk ge
daan. Iedere nieuwe wet brengt moeilijk
heden, doch de uitvoering is aan deskundi
gen toevertrouwd.
De regeling van deze materie zal overi
gens afhangen van de liefde en toewijding
der onderwijzers Gaat men niet le ver door
van hooger hand le decreteeren wat precies
en wat niet onderwezen moet worden? Er
zullen ook velen zijn, die van de gelegen
heid gebruik maken om de beginselen eener
vreemde taal te leeren, ook al is men niet
van plan voortgezet onderwijs te gaan
volgen.
Wat moet er gebeuren als dit ontwerp
niet wordt aangenomen? Dan zal de mi
nister moeten overwegen, of de Fransche
cursussen voor leerplichtigen al dan niet
gehandhaafd moeten worden en voorts een
betere overgang van de lagere naar de
school voor voortgezet onderwijs. Dan zou
b.v. aan de laatste soort scholen een voor
bereidende klasse moeten worden verbon
den. Maar dit zal heel duur zijn. Spr. hoopt,
dat de Kamer het belang van het geheele
onderwijs zal inzien en het ontwerp zal
aannemen. Esperanto hoort op de lagere
school iiiet thuis.
Het ontwerp wordt na replieken en een
korte verklaring van den heer v. Gijn. dat
hij zou voor stemmen omdat het ontwerp
vrijheid brengt, verworpen met 37 tegen 36
stemmen.
Tegen hebben gestemd de soc.-democra
ten, benevens de vrijzinnig-democraten met
uitzondering van mevr. BakkerNort en de
heeren v. Aal ten. Oud en Joekes. de heer
Braat en de Katholieken Veraart, Suring.
Bulten. Kuiper. Vos, Loerakker, Moller, No
lens. Engels, Van Vu uren, Van Schaik Van
Dijk, v. d. Bilt.
WIJZIGING L. O.-WET.
Aan de orde is het ontwerp-Wijziging van
de L. O.-Wet 1920 (verlenging overganster-
mijn onderwijs moderne talen op scholen,
ingericht overeenkomstig art. 2 bis Wet L.
O 1878).
Dit ontwerp wordt verworpen met 39
tegen 35 stemmen.
INDISCHE BEGROOTING.
De heer CRAMER (S. D. A. P.) meent, dat
het regime FockS. de Graaff een ramp
voor Indië is geweest.
De gebeurtenissen, die wij de laatste tijden
hebben beleefd staan niet op zichzelf, maar
hangen samen met pogingen in andere lan
den zooals China, om zich van een vreemd
juk te bevrijden.
De Memorie van Antwoord acht spr. on
bevredigend. Het schijnt, of de Minister zelf
niet weet, welken kant hij op wil. Het vo
rige beleid heeft 's Ministers instemming en
dit stelt spr. teleur. Op het gebied der bezui
niging heeft men de politiek van het hak
mes toegepast. Het reeöle inkomen is in
Indië verminderd en de belastingdruk nam
toe. Spr. waarschuwt er tegen, niet de di
recte belastingen te vervangen door indi
recte. Hij bespreekt het rapport-van Ginkel
en vraagt wat er waar is van hetgeen er in
de inleiding van dat rapport slaat. Daarin
wordt een staf gebroken over den inlander,
zooals dat 25 jaar geleden in gebruik was.
Wat valt er voor het volk te verwachten van
een zoodanige mentaliteit? Spr. kent -Java.
Hij heeft het in alle richtingen doorkruist
en daar nooit anders gevonden dan de diep
ste ellende onder de inlanders. Er zal nog
heel wat gedaan moeten worden om de be
volking een menschwaardig bestaan te ge
ven. De loonen zijn laag en nog niet op het
peil van 1913. Ook de intellectueele bevol
king gaat aan salarispeil achteruit, alles een
gevolg van de slraffe bezuinigingspoliliek
van den heer Fock.
De lichtvaardige conclusies van hel rap.
port-v. Ginkel kan spr. niet onderschrijven,
hij komt eer lol een tegenovergestelde con
clusie.
De mentaliteit der werkgevers werkt het
communisme in de hand. Zij drijft de arbei
ders naar de communistische vakverenigin
gen. Spr acht hel onbegrijpelijk, dat de re
geering het niet noodig vindt, in te grijpen
in de economische bedrijfsverhoudingen in
Indië.
Het valt buitengewoon moeilijk voor de
bevolking zich te uiten. Stakingen worden
gewelddadig neergeslagen. De politiek van
de vuist op tafel wordt toegepast. Spr. be
treurt, dat de bevolking tot daden van ge
weld is overgegaan, maar de regeering is de
hoofdschuldige. Aan de bevolking is verhin
derd. den wetligen weg te bewandelen.
In- en externeeringen hebben onder het
regime-Fock in groolen getale plaats gehad.
Voor iederen verbannen communist kwa
men echter 10 anderen in de plaats. Hoe is
het nu mogelijk, dat de regeering het ver
band tusschen het regime-Fock en het com
munisme ontkent? De nieuwe Gouverneur-
Generaal heeft een ontzaglijke schuld aan
het volk overgenomen, een schuld, die mis
schien niet meer is te voldoen. Jhr. De
Graeff scheen een nieuwen koers te willen
inslaan. Hij heeft vertrouwen gevraagd,
maar dit vertrouwen moet mogelijk zijn en
dan moeten er andere maatregelen worden
getroffen, dan thans zijn aangekondigd door
de Indische regeering. De meerderheid van
de inlanders heeft zich van het commu
nisme nog afzijdig gehouden, maar laat de
regeering oppassen. In het hart der inland
se he bevolking is eenige sympathie voor
degenen, die voor de onderdrukten opkomen.
De middelen, die de regeering aankondig
de ter bestrijding van het communisme, moet
spr., zooals hij reeds zeide, bestrijden. Voor
al het oprichten van burgerwachten, waar
de lieer Fock zelf tegen was, acht spr. hoogst
bedenkelijk. Ook de bewapening van suiker
ondernemingen is af te keuren. Voor de
handhaving der orde kunnen leger, vloot en
politie dienen. Daartoe zijn deze zeer goed
in staat.
Spr. hoopt, dal het politiek en justitieel
onderzoek dal in den Volksraad is aangekon
digd zich zal uitstrekken over heel Indië, en
blijft zich verzetten tegen exhorbilame
maatregelen. De maatregelen, die de regee
ring dient te nemen om het euvel van het
communisme le bestrijden, behooren opbou
wend le zijn.
Een krachtige welvaartspoliliek richt meer
uit dan de inlerneering van 1000 commu
nisten.
Ten slotte spreekt de heer Cramer de hoop
uit, dat spoedig een ontwerp zal komen tot
wijziging der samenstelling van den Volks
raad.
De heer LOVINK (C. IT.) is het er niet mee
eens, wat de ramingen der ontvangsten voor
Indië te laag zouden zijn. Vooral voor Indié
dient men voorzichtig te ramen. Hij be
toogt, dat de groote inkrimping van uitgaven
noodzakelijk was. Men kan daardoor niet
zeggen, dat de volkskracht is geschaad.
Hoogstens zou men kunnen zeggen, dat een
uitvoering van werken is uitgesteld. Spr.
blijft aandringen op een voorzichtige finan-
cieele politiek. Hij heeft met instemming het
overzicht van de financieele maatregelen,
die zijn doorgevoerd van 192-11926 gele
zen. Er is groote verbetering gekomen in het
beheer van 's lands gelden, dank zij de in
richting der generale thesaurie. Spr. hoopt,
dat op den ingeslagen weg zal worden voort
gegaan. Ten slotte bespreekt de heer Lovink
nog eenige agrarischs onderwerpen.
De regeering neemt nog altijd een afwij
zende houding aan tegenover allerlei wen-
9chen in het belang van den inlandschen
landbouw, als b.v. de oprichting van een
landssuikerfabriek. De regeering meent dat
van nieuwe cultures geen sprake kan zijn.
Deze houding is spr. niet svmpalhiek.
De heer v. BOETZELAAR VAN DUBBEIr-
DAM (C. H.) betoogt, dat vaststaat, dat de
woelingen in Indië geen verband houden
met het optreden van den nieuwen Gouver
neur-Generaal. Het resultaat van het onder
zoek dient rustig te worden afgewacht. Spr
ziet de oorzaak dier woelingen als een nood
schot van de leiders der communisten, die
zagen terrein te verliezen en dachten: nu of
nooit.
Een gezonder verbanningsoord dan
Nieuw-Guynea voor de opstandelingen zou
wel wenschelijk zijn.
Spr. wenscht af te wachten het ontwerp
tot wijziging van de samenstelling van den
Volksraad en komt vervolgens op de opium
regie. Hij begrijpt niet, dat de Indische re
geering den prijs wil verlagen en dat de mi
nister die politiek goedkeurt. Wat zou een
storm van verontwaardiging opsteken als de
regeering in Nederland zou komen met een
groote verlaging van den accijns op gedistil
leerd., meent spreker. Thans gaat de Indische
regeering het gebruik van opium aanmoedi
gen.
Tegen de intrekking van art. 177 van de
Indische Staatsregeling zou spr. geen be
zwaar hebben, indien maar niet dingen ge
beurden als door hel optreden van pastoor
Kappers zijn gebeurd. Thans acht hij intrek
king nog niet gewenschl.
Spr. juicht het toe, dal de regeering wil
voorzien in hel te kort aan predikanten bij
de Indische Kerk.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag.
RECLAME.
behandelt men de roode
en smettende plekken met
5152
AUDIËNTIES BIJ DE KONINGIN.
De chef van het Militaire Huis van de
koningin en de grootmeester van het Huis
van de koningin, maken bekend, dat de
colleges, de civiele en militaire autoritei
ten, vereenigingen, corporaties en parti
culieren uit alle deelen des lands, uitge
zonderd de provincie Noord-Holland, ene
hun opwachting wenschen te maken bij of
die wenschen voorgesteld te worden aan
de Koningin, wordt verzocht zich daartoe
tusschen 17 en 24 December a.s. schriftelijk
te wenden, wat de civielen betreft tot R.
F. C. baron Bentinck, dienstdoendon groot
meester, wat de militairen aangaat tot den
adjudant van dienst van de koningin, bei
den ten paleize Noordeinde te 's-Graven-
hage.
Dames uit alle deelen des lands, uitge
zonderd de provincie Noord-Holland, die
wenschen haar opwachting te maken bij of
die wenschen voorgesteld te worden aan
de Koningin, worden verzocht zich daartoe
tusschen 17 en 24 December schriftelijk
te wenden, tot de grootmeesteres der
koningin, gravin Van Lynden van Sanden-
burg-baronesse Van Nagell, Lange Voor
hout 13, 's-Gravenhage.
Het is H. M.'s bedoeling degenen, die
zich voor deze audiënties aanmelden, bij
verschillende gelegenheden te 's-Graven
hage te ontvangen;
Omtrent de audiënties voor dames en
heeren uit Amsterdam en de provincie
Noord-Holland zullen t.z.t. bij een even
tueel bezoek van de koningin aan de hoofd
stad des Rijks berichten worden afgegeven.
COLLEGES VAN ZETTERS.
Aan het verslag nopens het wetsontwerp
tot afschaffing van de colleges van zet
ters voor 's Rijks directe belasting wordt
ontleend, dat de vaste commissie voor be
lastingen int do Tweede Kamer van den
inhoud van dit ontwerp met instemming
heeft kennis genomen. De commissie is met
de regeering van oordeel, dat aan instand
houding van de colleges van zetters geen
behoefte bestaat Zij juicht het toe, dat
de Minister het initiatief heeft genomen
tot opheffing van deze colleges welke een
besparing voor 's rijks schatkist betcekent.
ZUIDERZEECOMMISSIE-LORENTZ.
Verschenen is het verslag van de Staats
commissie inzake hooge waterstanden in
verband met de afsluiting der Zuiderzee.
Bij de behandeling van de wet tot afslui
ting en gedeeltelijke droogmaking van de
Zuiderzee in 1918 bleek, dat door sommi
gen werd gevreesd, dat tengevolge van
die afsluiting de stormvloeden in hel over
blijvende zeegedeelle belangrijk hooger zou
den oploopen dan tot dusver het geval was.
Minister Lely zegde een onderzoek toe,
waarop de instelling volgde van de Staats
commissie.
Prof. dr. II. A. Lorentz trad als voorzit
ter op.
Als uitkomst van het onderzoek blijkt
dal men een verhoóging der hoogste storm
vloedstanden kan verwachten langs de
Friesche kust van Piaam (130 cM.) tot
dicht bij de Lauwerzee, (waar zij nog
slechts een enkele centimeter bedraagt),
aan de noordzijde van Wieringen (tot ruim
110 cM.). aan de Noordhollandsche kust
tusschen van Ewijcksluis (80 cM.) en
Nieuwediep (45 cM.), langs de binnenzijde
van Texel (tot bijna 80 cM.)t Vlieland
(maximum ruim 30 cM.), Terschelling
(omstreeks 10 cM.) en in onbeteekenende
mate ook van Ameland. Ook in de tusschen
Helder en Ameland gelegen zeegalen zal de
verhooging merkbaar zijn.
De genoemde getallen zijn voor elke
plaats de grootste verhooging, waarmede
men rekening moet houden.
De meest waarschijnlijke waarde voor le
verhooging is op elke plaats bijna 20 pCt.
kleiner.
De golfoploop zal na het leggen van den
afsluitdijk op verscheidene plaatsen toene
men. het meest bij Piaam (50 cM.) en op
Wieringen (lol 35 cM.), overal elders met
hoogstens 20 cM.
De getijbeweging zal na de afsluiting der
Zuiderzee in de Waddenzee sterker zijn
dan thans, vooral in den Zuidoosthoek. In
verband daarmede staat ook een verster
king van de getijstroomen door de zee
gaten.
Tenslotte wordt er op gewezen, dat ook
bij open Zuiderzee een storm kan voorko
men onder ongunstiger omstandigheden dan
tot nu toe hebben bestaan. Het is dus niet
uitgesloten dat de hoogst bekende waterstan
den nog zullen worden overtroffen, ook aJ
wordt de Zuiderzee afgesloten.
WAAROM GOUDA's BURGEMEESTER
HEENGAAT.
Wij hebben gemeld, dat de burgemees-
Ier van Gouda tegen een nader te bepalen
datum eervol onlslag heeft aangevraagd.
De reden van zijn tusschenlijdsch heen
gaan ligt daarin, dat hij zich niet kan
vereenigen met de wijze waarop het ge
meentebestuur wordt gedreven in een rich
ting, die zijns inziens strijdig is met het be
lang der gemeente en daarom wenscht hij
niet langer de verantwoordelijkheid te dra
gen voor den gang van zaken.
Deze reden schrijft de Goudsche Ct., is
een aanklacht tegen de wijze, waarop de
meerderheidsgroepen in den Raad het ge
meentebelang heeten te behartigen, ze is
ook een luid protest legen de meer dan
grievende bejegening, die de Voorzitter
van den Raad. in zijn functie als zoodanig,
m^ar ook als burgemeester van meer dan
één zijde heeft ondervonden.
Het ontslag van den burgemeester zal
opzien baren.. Verwonderen kan het echter
geenszins.
Wie de toestanden en verhoudingen kent,
wie gevoelt dat er achter de coulissen van
het Raadstooneel wordt gewroet om al wat
met gezag is bekleed, te maken lot de dienst
bare van de Raadsmeerderheid en kleine
groepen, die slechts willooze werktuigen
wenschen, die zij alleen hebben te dirigee-
ren, waardoor tot schade der gemeente alle
lust en energie wordt gedood, die verbaast
zich niet over 's burgemeesters besluit.
Door den Commissaris der Koningin ia
aan Burgemeester Mijs verlof verleend voor
den lijd van één maand, zulks ingaande op
Maandag 20 Dec. a.s.
Gedurende de afwezigheid van Burge
meester Mijs Ireedt op als loco-burgemees
ter, de oudste wethouder, de heer P. D.
Mu ijl wijk.
LEIDING GEMEENTEBEDRIJVEN.
B. en W. van Utrecht leggen den Raad
over het rapport van de commissie, die is
benoemd met opdracht, een onderzoek in
te stellen naar de wenschelijkheid en mo
gelijkheid om aan het personeel, werkzaam
in de gemeentebedrijven, eenig aandeel in
de leiding dier bedrijven te geven en over
de regeling, volgens welke dit zou kun
nen geschieden. De resultaten van dat on
derzoek legt de commissie vast in de vol
gende conclusies:
I. Het is wenschelijk aan het personeel,
werkzaam in de gemeentebedrijven, eenig
aandeel in de leiding dier bedrijven te ge
ven, op de wijze als onder II en III is aan.
gegeven.
II. Het verdient aanbeveling commissies
van ingezetenen in het leven te roepen,
welke B. en W. in de leiding der bedrijven
bijstaan, en in die commissies vertegen
woordigers van het personeel op te nemen.
III. Een aandeel in de leiding der onder
deden van het bedrijf kan aan het perso
neel worden gegeven in dienstcommissies.
IV. Het verdient aanbeveling daartoe de
bestaande dienstcommissies voor wat be
treft samenstelling en bevoegdheid te re-
organiseeren.
DE DIRECTE VLIEGDIENST
OP SOUTHAMPTON.
Naar wij vernemen, zijn bij de Kon.
Luchtvaart-Maatschappij plannen in voor
bereiding tot het openen van een directen
vliegdienst tusschen de Ned. luchthavens
en Southampton, in aansluiting op de
vliegdiensten naar Zwitserland en Duitsch,
land Voor de passagiers der groote stoom
vaartlijnen Mij Nederland, Rotterdam-
ache Lloyd, Kon. Holl. Lloyd, Holl. Ame-
rika-lijn, Cunardline, enz. zou het, dank
zii deze nieuwe lucht verbinding, mogelijk
zijn van Southampton uit de plaats hun
ner bestemming sneller te bereiken dan
thans mogelijk is.
Wij vernemen voorts, dat momenteel
door de K L M. contact wordt gezocht met
verschillende stoomvaartmaatschappijen,
ten einde dpze voor de nieuwe plannen te
interesseeren. Mocht zulks gelukken, dan
mag worden verwacht, dat de vliegdienst
op Southampton eind 1927 of begin 1928
zal worden geopend. („Tel.)
PREDIKBEURTEN.
LEIDEN.
VOOR ZONDAG, 19 DEC.
Evang Lulh. Gemeente: Voorm. halfelf,
ds. de Meyere.
Remon Geref. Gemeente: Voorm. halfelf,
prof. dr. B. D. Eerdmans.
Doopgez. Gemeente: Voorm., 10 uur, ds.
Bonga
Eglise Wallone: Dimanche k dix heures
et demie du matin, mr. A. E. F. Jumod, pas
teur Lulh em., k la Haye.
Rel. Soc. Ver. (Nutszaal): Voorm. half
elf, de heer B de Ligt. (thans wonende in
Zwitserland; tijdelijk in ons land vertoe
vend).
Vereen, van Vrijz. Herv. (Volkshuis):
Voorm. halfelf. dr. E. E. Hooykaas, P., uit
Rotterdam.
Vrijz. Jeugdkerk (Nulszaal): Nam. 7 uur,
ds. J A de Koning.
Vrije Kath. Kerk: Zalerdagnam. 8 uur,
toespraak, daarna Lof; Zondagvoorm. half
elf, Mis.