No. 20480 VRIJDAG 17 DECEMBER Anno 1926. STADSNIEUWS. mam Het voornaamste nieuws van heden. DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiên, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèquo- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per week 018. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week„0.18 Franco per post f 2.35 -h portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. TER-AARDE-BESTELLING VAN PROF. MAURITS JOSSON. Onder buitengewone belangstelling had hedenmiddag op de begraafplaats der Ned. Hervormde gemeente „Rhijnhof" aan het Haagsche Schóuw de ter-aarde-bestelling plaats van den na een langdurig lijden in het Diaconessenhuis alhier overleden prof. Maurits Josson, lid van den Raad van Vlaanderen, hoogleeraar aan de Ylaamsche Iloogeschool en director in het Vlaarnsche Ministerie van Schoone Kunsten, maar bo venal strijder voor de rechten van Vlaan deren en voor den Dietschen stam in het algemeen. Van uit het Diaconessenhuis werd het lijk vervoerd naar het sterfhuis in *de Groenoordstraat en vandaar trok de stoet met de talrijke volgkoetsen, de Vlaarnsche kleuren over de baar, langzaam voort. Op de begraafplaats waren vele vrienden en vereerders uit Vlaanderen, zoowel als uit ons land aanwezig, waaronder ook dr. Spelars, rector aan de Vlaarnsche Universi teit, afgevaardigden van de Vlaamsch-Hoh landsche Vereenigingen, vertegenwoordigers van het Algemeen Nederlandsch Verbond en het Dietsch Verbond. Ook het Belgische Kamerlid Vos was aan wezig. Aan de groeve werd allereerst het woord gevoerd door mr. dr. C. M. A. R. van Roy, uit Leiden. Deze sprak in ongeveer de volgende bewoordingen Harde slagen hebben reeds de in het gastvrije Nederland uitgeweken Vlamingen getroffen. Aan hun vriendschap werd eerst in de volle kracht zijns levens door een nood lottig ongeval ontrukt prof. Sthönfcld, de geleerde arts en stoere Vlaarnsche werker zijn stoffelijk overschot rust td 's-Graven hage op Eik en Duinen. Daarna ontviel ons de grijze en wijze Nestor der Vlaarnsche gedachte, dr. Depla, wiens stoffelijk overschot naar Vlaanderen is overgebracht en er in zijn gehoortcstad Kortrijk, met vorstelijke plechtigheid, ten grave is gedragen. Spoedig daarna verloren wij den stoeren Hippoliet Meert, den stichter van het Alge meen Nederlandsch Verbond. Na een lange zwerftocht legde die oude strijder, uitgeput door ontberingen en gebroken in den strijd om het dagelijksch brood, het moede hoofd neder in het Ziekenhuis te Middelburg. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar zijn stad, het Vlaarnsche Gent. Bij dit open graf zal ik de gevoelens ver dringen, die mij bestormen, wanneer ik denk aan het smadelijk en onwaardig op treden van de Belgische overheid bij de grootsche begrafenis, die de Gentsche be volking haren grooten medeburger had voorbereid. Deze groote afgestorvenen, zij warén 09k Uw vrienden, Josson. En nu zijt ook gij gegaan, wiens trouwe hart zoo diep heeft getreurd, toen zij gingen. Uw trouwe hart, Josson, dat is het wat uw Vlaarnsche en 'Hollandsche vrienden in de eerste plaats door uw afscheiden zullen moeten missen, uw trouwe hart, dat vreed zaam te droomen lag in uw blauwe oogen, uw zoet woord, uw stil gebaar, maar dat zich ook kon uiten in blikken, stralend met de glans van idealen, in woorden ten dien ste van recht en waarheid, in daden, grootsch, als de gevoelens, die zij dienden. Gij waart. Josson, een geleerd vorscher. Uw standaardwerk over de Staatsinsfe1 lin ten van Transvaal, uw „Onthullingen cn'i r de Belgische omwenteling van 1830", uw gedocumenteerd boek Frankrijk de eeuwen oude vijand van Vlaanderen" hebben daar van doen blijken. Gij waart, Josson. een gri --t.rechtsgeleerde. Gij hebt u als dusdanig in de waardeering en in de vriendschap hunnen verheugen van den grooten Edmond Picaid. die toen hij na den oorlog zijn p'ei- dnoj oehreef over „Le'retour k la légalité" in België, zeker heeft gedacht aan het on recht, dat u is aangedaan. Ik heb de eer gehad u le ontmoeten als collega in de faculteit van rechtsgeleerdheid Tan de Vlaarnsche Universiteit te Gent. Gij Waart een geleerd man, Josson. Maar boven uw geleerdheid uit, straalde steeds als een licht, dat al je doen en laten bestraalde, je Vlaarnsche hart, je heerlijk en krachtig gevoel. Dat hart, trouwe vriend, dat de vernede ring van uw Vlaarnsche Volk had gevoeld en ruim genoeg was om niet alleen het Vlaarnsche Volk, maar mede de geheele Dietsche stam in zijn liefde te omvatten, beeft u aangezet om uw geleerdheid ten dienste te stellen van uw Volk en u de kracht gegeven een voortrekker te zijn van de Vlaarnsche en de Groot-Nederlandsche gedachte. In Vlaanderen zijt gij geboren en getogen. In Vlaanderen hebt gij voor Vlaanderen geleden en gestreden. Dietsch Zuid-Afrika beeft u aangetrokken. Als jong jurist hebt u ter beschikking gesteld van onze Trans- vaalsche stambroeders. Als soldaat hebt gij °nder den grooten Krüger met hen gestreden kgen Engolsch veroveringsrecht. In den zelfstandigheidssfrijd voor Vlaanderen hebt gij nooit Nederland van Vlaanderen ge scheiden. Gij zijt een van diegenen, die het openlijk heeft durven te zeggen, jlat 1830 voor Vlaanderen een ramp is geweest. Gij hebt Vlaanderen ook trouw gediend tijdens de bezetting, alleen te rade gaande bij uw geweten en uw Vlaamsch-vaderland- schen plicht. Als grijsaard hebt gij de "beklemming ge kend van de Belgische gevangeniscel. Een verdrukkende Staat heeft u uw vermogen en uw gezondheid ontnomen. In Nederland, dat gij kendet en lief hadt, hebt gij een toevlucht gevonden. Gij waart arm gewor den en ziek, maar steeds rijk gebleven onverzwakte idealen, aan algemeene ach ting en aan de groote liefde voor en van uw vrouw en uw kinderen. Die echte en innige familiebanden heeft 11 in die droeve dagen recht gehouden. Valse he schaamte hebt u en uw trouwe echlgenoote niet ge kend bij uw arbeid om in de Iëvennood- wendigheden van uw familie te voorzien en om uw zoon en uw dochter in de gelegen heid te stellen voort te studeeren. Namens de Vlaamsch Hollandsche Ver- ecnigmg Hou ende Trou te 's-Gravenhage, die de eer heeft gehad den dierbaren afge storvene onder zijne leden te tellen betuig ik aan Mevrouw Josson ep hare kinderen de hartelijke deelneming in het onherstel baar verlies, dat hen heeft getroffen. De overtuiging, dat zoowel van Nederlandsche als van Vlaarnsche zijde innig met hun leed wordt moegevoeld moge hun een lichte 1 troost zijn. Spr. citeerde vervolgens een tweetal brie ven van den overledene aan zijn naaste familieleden, waarin hij zijn kinderen op wekte tot den strijd ter vrijmaking van Vlaanderen. Josson, trouwe Vlaarnsche vriend aldus besloot spreker, je teerge liefde echtgenoote, is sterk en moedig. Zij zal voor Uw kindoren een steun blijven. Zij bewaart als een heilig teeken van Uw Vlaarnsche. ridderschap, het celnummer dat gij als Belgische gevangene hebt gedragen Uw kinderen zullen u eeren in uwe da den. door die als voorbeeld te nemen voor de hunne. Zij zullen Vlaanderen en Groot- Nederland- dienen. Rust in vrede, Josson, moge de Dielsche aarde U licht zijn en moge eens de triomfkreet van de Vlaarnsche ge dachte pek u in uw laatste rustplaats ko men verheugen. Dan sprak prof Speleers namens de Vlaarnsche universiteit. Deze sprak ongeveer als volgt: Onverbiddelijk, ieder jaar slaat de dood in en neemt uit ons midden weg een vriend, een strijdgenoot; en keer en keer roept mij de treurige plicht in naam van het Korps der oud-Professoren onzer Vlaarnsche Uni versiteit een laatste hulde te brengen bij het graf van een geliefden collega. Nu weer voor Josson. Droevige plicht, want waarom zou ik het verzwijgen: al mag het verschei den van een onzer na lengte van dagen ons niet treffen met verbijsterenden slag, om dat we weten, dat ieder mensch ten slotte na volbrachte levenstaak opgeroepen wordt ter verantwoording, toch blijft de rouw groot en slaat ons de weemoed om het hart, want ieder die valt laat in de reeds sterk gedunde schaar der Vlaarnsche bannelin gen, een plaats ledig, die niet meer bezet zal worden. En toch, bij al de treurnis vah dit afscheid, kan ik een gevoel van trots niet onderdrukken. Wie de dood ook treUe, jonge 'hoopvolle kracht of griisaard aan het eind zijner dagen, wij hoeven ons niet af fe vragen; wie was hjj? en: wat heeft hij gedaan? Steeds roept hun naam in ons de herinnering wakker van een leven, kort of lang. maar gewijd heel en gansch aan ons aller ideaal, de herleving en herwording van ons dierbaar Vaderiand: Vlaanderen. Geen van die gevallen zijn of hij zal voorte leven in zijn werken en zijn aandenken zal blijven als een voorbeeld en aansporing voor de komende geslachten Hard heeft de dood gewoed onder ons: na Huijbrechts en Schnnfeld, de vurigsten onder de volgelingen. Meert, Reijnaert en Depla, de knapste onder de leiders. Zoo. worden ons ontnomen de besten onder de besten. En nu weer Josson. Ook voor hem klinkt ons huidewoord schriel en spreekt zijn leven voor zichzelf en trolsch zijn wij er op, dat in het tragi sche gebeuren van den Vlaamschen strijd hij stond aan onze zijde. Hij stond aan onze zijde, niet omdat de toevallige omstandigheden of een omzwen ken van gedachten en gevoelens hem in ons midden Jiadden geplaatst, maar omdat lang voor wij zelf onzen plicht#tegenover Vlaanderen, ons Mpederland en tegenover Groot-Nederland, ons Vaderland, ten volle beseften, de logische gang zijner levensbe schouwing, de onverbiddelijke logica zijner overtuiging hem de plaats bad aangeduid, die wij eerst ten volle bewust geworden, naast hem zouden innemen. Want het ge heele leven van Josson heeft gestaan in het teeken van het Vlaamsch Nationalisme en der' Groot-Nederlandsche gedachte. En hierin was Josson onze meerdere, om dat hij den groei dezer gedachten niet heeft afgewacht om zich onvoorwaardelijk in haar dienst te stellen, maar, omdat hij door woord en schrift en door zijn geheele Vlaarn sche leven het ontluiken der Vlaamsch Na tionale overtuiging bij het Vlaarnsche Volk heeft verwekt en het Groot-Nederlandsche idee in de practijk heeft omgezet, lang voor dat een onzer gebonden aan het oppor tunisme der vooroorlogsche Vlaarnsche be weging deze niet te ontkennen richting dierf te belijden. Daarna slichtte hij in 1893 met wijlen Frans Reijnaert en de professoren Tabri en Obri en De Vos de Vlaarnsche Nationale Volkspartij met don Vlaamschen Volksraad. Hierbij huldigde hij tevens een ander grondbeginsel, dat ook wij sedert dien heb ben leeren erkennen als onmisbaar tot het bereiken van ons doel samenwerking bui ten allen partijgeest en van alle Vlamingen, welke hun godsdienstig» of phylosophische overtuiging ook zij tot de vrijmaking van Vlaanderen. De ouderen onder ons zullen zich herin neren hoe vruchtbaar dit verbond onder ons heeft gewerkt onder de ijverige leiding van den betreurden Frans Reijnaert. Daarom schreef hij zijn bijzonderste ge schiedkundige werken, die ook op weten schappelijk terrein zijn naam hebben ge«- vesligd: „Onthullingen over de revolutie van 1830" en Frankrijk de eeuwenoude vijand van Vlaanderen. Ieder Vlaamsch Nationalist hoefde dit werk te bezitten en te besturen en ook ieder Nederlander zou daarin kunnen leeren, welke rampen ook bun vaderland bedreigen zouden, moest de dam. die Vlaanderen met zijn zwakke krachten nog staande houdt, goddank, te gen het opdringende Zuiden, eens bij ge brek aan ruggesteun uit het Noorden, be zwijken. En ook hierin was Josson groot: dal hij zijn overtuiging logisch tot de uiterste kon- sekwentiën doorvoerde. Om zijn Vlaarnsche overtuiging diende hij zijn verslagen voor den luchtraad der balie in het Nederlandsch in; als jonge stagiaire die hij toenmaals was stelde bij een overmoedige daad in dat vcrfranschte Brusselsche midden: bet kostte hem zijn rechtskundige loopbaan: bij werd geschrapt Daarom werd hij hoogleeraar aan de Vlaarnsche Universiteit, waar hij Burger lijk Recht leerde. Daarom werd hij Rector aan het Vlaamsch Ministerie van schoone kunsten. Daarom trad hij toe lot den Raad van Vlaanderen. Zijn Grool-Nederlar Jsche overtuiging leidde hem tijdens den Boerenoorlog in 1889 als Roode Kruisverpleger het boeren leger te volgen, doch weldra stond hij als actief soldaat op de slagvelden, werd secre taris \fan generaal Smuts tot hij door Por- tugeesch verraad in Engelsche gevangenis schap geraakte; van hem kan in waarheid getuigd worden, dat hij goed en leven veil had voor zijn ideaal. Van niet velen kan dit zonder leugen gezegd worden. Nu is ook zijn rust-uur geslagen; en ook liet uur der vergelding. Ik wil bij zijn laatste rustplaats bescheiden zijn voor hein. gelijk lnj zijn leven door zelf bescheiden geweest is; wij kunnen hem in gerusten gemoede toevertrouwen aan den Nederlandschen grond, dien hij als een tweede, neen als zijn Vaderland in breederen zin zoo innig lief had; zijn stoffelijk overschot zal niet al dat van Meert en Depla opgeëischt worden door het Vlaarnsche Volk en onder toeloop der Volksscharen met Koninklijke rouw worden ter aarde besteld, ten einde ook na oen. dood in Vlaanderen voor Vlaanderen te blijven getuigen. Zijn grondbeginselen- leer was te onverbiddelijk onwrikbaar en haar logische toepassing te streng om de volksgunst der menigte te doen ontvlam men. Zijn strijdpost heeft gestaan in het meest verfranschte midden van het ver- franschte Brussel, de soldaat, die valt op den voorgestoven verkenningspost kent bij zijn sneuvelen geen andere hulde dan de herinneringslamp in het doodsmonumein van den onbekenden soldaat, en zijn strijd is op wetenschappelijk en intellectueel ge bied afgestreden; hem zal de massa niet uitbundig vereeren. De geschiedenis zal hem tot voorbeeld stellen en zijn gedachtenis zal voortleven bij de enkele getrouwe stnjdge- nooten, die van zijn geslacht nog zijn over gebleven en bij de leiders van heden, die als knapen door zijn voorbeeld bezield wer den en als mannen stut en stuur voor hun overtuiging hebben gezocht en gevonden in zijn woord en in zijn schrift. En nu kan bij onze lauwhartige Vlaarn sche loyalistische broeders de actie voor politieke amnestie weer eens opflakkeren; een te meer is er, die zijn leed heeft geleden voor Vlaanderen en de amnestie qntberen kan; en zij kunnen wanneer zij zijn werk en zijn leven zullen herheerlijken (want aan die^i plicht kunnen zij zich niet onttrekken) jn misstap uit idealisme begaan, betreu- waar hij de laatste rust zal genieten, niet achter mocht blijven. Spr. brengt hem na mens het Dietsch Verbond een laatste eer biedige hulde. De heer De Jong wilde ook als Noord- Nederlander getuigen van de warme toe genegenheid voor dezen strijder voor het recht der Vlamingen wat ook door de Ne derlanders als.deel van Grool-Nederland is gewaardeerd geworden. Ook hij bracht hem Qpmens vele Noord-Nederlanders een laat- stcn groet. De heer De Vos bracht vervolgens na mens 't nationaal Onafhankelijk Vlaamsch Verbond den wannen Vlaminger die door de Belgische Overheid is verbannen een laat- slen groet. Hij is het symbool geweest van den strijd die Vlaanderen voor Zijn vrijheid en zijn recht voert. Hij is geweest de ridder voor recht en rechtvaardigheid. Hij heeft gestreden met het woord en met de daad en hij zal door een dankbaar nageslacht niet worden vergeten. Het dopt ons leed dat hij verglijdt in het graf nu het morgenrood der verlossing aan de kim verschijnt. Het doet ons echter goed ?,eide spreker, dat hij zijn laatste Tustplaals heeft gevon den in Leiden de stad die doet denken aan den grooten staatsman die ook in Vlaan deren wordt vereerd. De heer Walernaux sprak namens de Hol- landsch-Vlaarnsche vereeniging, waarbij aangesloten zijn de groepen Amsterdam, den Haag, Middelburg, Noord-Brabant, Rotter dam en Utrecht. Heel uw leven is één strijd geweest, zcide spr., een strijd tegen onrecht, list en geweld, een strijd tegen verbastering en verknech ting van het Vlaarnsche volk en een strijd voor de vrijmaking van Vlaanderen voor de verwezenlijking van uw en ons Groot-Ne- derlandsch ideaal. Tegenslagen en rampen, vervolging, ge vangenzetting en ballingschap vermochten niet u een haarbreed van de rechte lijn af te doen wijken. Dat zal het bewuste Vlaanderen nooit vergeten en juist daarnaar zal uw werk en uw strijd worden beoordeeld. M-cj De Guittenaar, te Gent, bracht na mens de vrouwen uit Vlaanderen een laatsten groet aan den overleden strijder, waarna ae heer Kampschuur, uit Leiden, uit naam van de Leidsche Vrijmetselaarsloge hem ook een laatsten groet bracht. Een aantal kransen dekte de kist, waar onder behalve -van de echtgenoote en de kinderen, van de onderscheidene organi saties uit Vlaanderen en Holland, die hier Vertegenwoordigd waren. Tenslotte werden bloemen in het. graf gestrooid, waarmede de plechtigheid werd beëindigd. NEDERL. CHRISTEN VROUWENBOND, AFD. LEIDEN. ren; hij is heengegaan, dragend op zijn lijk kleed als een gloriekrans het document zij ner veroordeeling door België t>m zijn groote liefde voor Vlaanderen, ons Vaderland. Dit was de eenige trots van dezen be scheiden rechtschapen en hoogstverdienste- lijken Vlaming. Het is ook ons trots. De grondslag van onzen „hoogen moet" Vaar wel Josson. rust zacht in Nederlandschen grond. Mr. P. V. de Koning sprak namens het Dietsch Verbond, getuigde van de groote liefde van den overlede voor de cultuur van Groot-Nederland, waarvoor hij geleden en gestreden heeft en die hij tot aan zijn bitter einde is trouw gebleven. Waar bier van Vlaarnsche zijde Josson zoo hartelijk werd gehuldigd, meende spr., dat ook Nederland De afdeeling Leiden van den Nederl. Christen vrouwenbond organiseerde, evenals andere jaren ook dit jaar weder eenige win teravondlezingen waarin verschillende sprekers en spreeksters onderscheidene on derwerpen behandelen. Gisteravond trad op mevrouw Hakken bergMens van hier met het onderwerp „Selma Lagerlöf". De vrij goed bezochte bijeenkomst werd geleid door de presidente mevrouw prof. Van Nes. De bijeenkomst ving aan met het gemeen schappelijk zingen van Gezang 229 1 waar na de presidente voorging in gebed en daar na eenige verzen uit Jesaja 9 voorlas. Daarop hield zij een korte inleiding, waarin zij de aanwezigen welkom heette; in het bijzonder richtte zij zich tot mevrouw Hakkenberg, die ze er voor dankte dat zij, hoewel haar het verlies van een der naaste familieleden heeft getroffen, toch bereid bleef te komen spreken. Het was wel toe vallig dat in het Leidsche Volkshuis Marga- retha Meijboom dezer dagen hetzelfde onder werp behandelde, maar het onderwerp blijft daardoor even belangwekkend. Spr., die daarna het woord verkreeg, ving' aan met de opmerking dat zij het aangege ven onderwerp niet zal behandelen van we tenschappelijk of litterair standpunt, doch als een belangstellende leek, die veel van deze Noorsche schrijfster heeft gelezen, daarover heeft nagedacht en tot de overtui ging is gekomen dat wij in Selma Lagerlöf hebben te zien niet enkel de geestige schrijf ster, die de helden harer boeken treffend en juist teekent, maar ook de godsdienstige vrouw, de Christin, die de dingen aanvoelt van den geestelijken kant en laat belieMen door het hooger licht van het Evangelie. Zij vergeleek haar met andere vooraanstaande schrijvers uit haar tijd, zooals Ibsen en Mul- taluü; deze hebben echter hun vise alleen gerich t op den stoffel ijken kant. Zij schetste daarna in het kort het leven van Selma 'Lagerlöf, hare zonnige jeugd in een dorps pastorie, waar vrede en stille vroomheid heersehte en zij opgroeide te midden eener landelijke omgeving, waar zij leefde met de natuur en haar God. Dat zij ook later door de wetenschap is gewaardeerd géworden," bleek 0 a. uit de be kroning met den Nobelprijs in 1910 dien zij aanwendde om haar oude huis met zijne jeugdherinneringen weder aan te koopen. Na een karakteristiek van hare werken in het algemeen l^ hebben gegeven, waaruit ons tegenkomt een heerlijk idealisme, dat niet gespeend is van den godsdienst en de liefde daarin het hoogste acht, behandelde BINNENLAND. Overleden is mr. H. C. Dresselhnys, lid der Tweede Kamer en leider van den Vrij heidsbond. Ter-aarde-bestelling van prof. M. Josson m te Leiden. De opbrengst der rijksmiddelen. De Tweede Kamer zet de behandeling der begrooting voor 1927 voort. Een. depntatie van de vier grootste ge meenten in ons land bij minister Kan inzake werkverruiming. BUITENLAND. Het Dnitsche situatie. kabinet in zeer precaire Fall en Doheny in Amerika vrijgesproken. Weer een opstand in Portugal. spr. meer in bijzonderheden de roman Gösla Berling, waarvan zij de hoofdpersonen voor het voetlicht plaatste en voor haar aandach tig luisterende hoorderessen deed leven. Vooral teekende zij de held van hel boek, de goedhartige, maar zwakke predikant Ber ling op treffende wijze. Uit alles bleek ons dat mevr. 1L zich in den geest van de schrijfster heeft ingewerkt. Voor haar schijnt Selma Lagerlöf de grootste beteekenis te krijgen, waar haar werk een stille prediking der liefde is, liefde tol de naaste, liefde tot God die den menBch voert tot Gods Konink rijk zooals dat geteekend wordt in 1 Korin- then 13 met do lezing van welk hoofdétuk spreekster haar lezing besloot. Mevr. van Nes bedankte de spreekster voor baar mooie leerzame lezing, waarna na het gemeenschajipelijk zingen van Psalm 98 mej. Koekkoek met dankzegging sloot. DE LEIDSCHE ORKESTVEREENIGING. Naar ons gebleken is behoeft ons bericht van gisteren inzake de opheffing der Leid sche Orkestvereeniging eenige verbetering, daar, naar het bestuur der L.O.V. ons ver zekerde, van definitieve ontbinding geen sprake is. Weliswaar heeft de vereeniging zware verliezen geleden, voornamelijk door de zeer verzwakte bezetting van het orkest als ge volg van het uittreden van de meeste vak musici, op wier initiatief destijds de vereeni ging werd opgericht. Slechts eenige vak- menschen onder wie de concertmeester Kroon zijn de L. O. V. trouw gebleven. Dientengevolge is het aantal strijkers momenteel onvoldoende, terwijl doordat het tegenwoordig bestuur niet in die mate de beschikking heeft over de noodige geldmid delen als het vorige lestuur, de toestand der vereeniging précair is geworden. Met het oog hierop oordeelde het bestuur het raadzaam de repetities in afwachting van betere tijden tijdelijk te staken. De kern van dilettanten, die thans nog deel uitmaakt van deN vereeniging, is even wel voornemens met kracht te ijveren in het belang der L.O.V.opdat haar voortbestaan verzekerd zij. Het bestuur is momenteel bezig met het restitueeren van de gestorte donaüegelden, aangezien de voorgenomen concerten in dit seizoen wegens gebrek aan belangstelling van het publiek niet kunnen doorgaan. Laten wij hopen, dat deze depressie in derdaad van tijdel ijken aard zal blijken Ie zijn en dat het geheel slechts een „reculer pour mieux sauler" beteekent. KERK EN VREDE. Uitgaande van een comité uit de Leid sche leden van „Kerk en Vrede'" (Groep van godsdienstige voorgangers en gemeente- ledeit tegen oorlog en oorlogstoerusting) zat a.s. Maandagavond alhier een godsdiensti ge samenkomst plaats hebben, waarin drie sprekers van verschillende richting en kerk het onderwerp zullen behandelen: Kerst gedachte en Oorlogsgedachte. Deze samenkomst, die geheel het karak ter van een Godsdienstoefening zal dragen, is bedoeld als een getuigenis van Christelijk geweten tegen de alom voortgaande oor logstoerusting. die naar het oordeel der Groep volkomen in strijd is met de predi king van Kerstmis Hoewel deze avond speciaal bedoeld is voor de leden der diverse Christelijke ge meenten in Leiden e. 0 zijn ook andere be langstellenden hartelijk welkom De gezan gen zijn eelijkelijk gekozen uit het Psalm en Gezangboek der Ned -Herv. Kerk én uit den Bundel van den Ned.-Prot Bond. Men neme dus één dezer boeken mee. Het Comité voornoemd bestaat uit mevr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1