No. 20474 VRIJDAG 10 DECEMBER Anno 1926. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. 1 MUZIEK. -es- LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTE NTIEN: 80 Cta. per regel. Bij regelaboimeujent belangrijk lageren prija. Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 60 Cta bij ?en maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cta porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden 2.36 per week ƒ0 13. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week»0.18. Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. BAKKERSNACHTARBEID. De Burgemeester van Leiden brengt bij dezen ter algemeene kennis, dat heden door hem aan P. de Ru, alhier, voor het tijdvak van 9 December 1926 tot en met 8 Decem ber 1927 vergunning is verleend tot het verrichten van bakkersarbeid tusschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voor middags in het perceel Groenesteeg No. 10, alhier. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 9 December 1926. 5109 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den, brengen ter algemeene kennis, dat door hen de beslissing op het verzoek van de N.V. Leidsche Zoutkeet, tot het uit breiden van de zoutkeet op het perceel Oude-Singel Nis 248a en 250, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie B. No. 2362; en b. W. S. van der Noordaa, tot het oprichten van een fabriek voor machi nale houtbewerking in het perceel Mare- dijk Nis. 8789, kadastraal bekend Ge meente Leiden, Sectie L. No. 512, is ver daagd. N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 10 December 1926. 5110 WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN OVER HET KATHOLICISME. Katholieke gebedsopvaiting. Gisteravond hield prof. J. P. Verhaar (Warmond) zijn vierde academievoordracht over de Katholieke gebedsopvatting. In een eerste deel gaf spreker een defini tie van het gebed- bidden is ons hart ver heffen tot God, om Hem te loven en te dan ken en gunsten of genaden te vragen En zoo kunnen we onderscheiden: het lofsgebed, het dankgebed en het smeekgebed. Van elk afzonderlijk gaf spreker een korte toelich ting. In een tweede deel bewees spreker de noodzakelijkheid van dit drievoudige gebed voor iederen mensch, vooreerst uit 'smen- schen natuurlijke rede, en vervolgens uit de Godsopenbaringen, vooral uit de leer en het voorbeeld van Jesus Christus Bovendien liet spreker zien, dat het smeekgebed, volgens Gods belofte, een onfeilbare kracht heeft, mits het in overeenstemming is met het door God verordende einddoel en mits het goed verricht wordt. Daarom werd in een derde deel gevraagd- welke eigenschappen moet het gebed heb ben, wil het een goed gebed zijn? Vooral aan de hand der Godsopenbaringen toonde spreker aan, dat elk gebed moet verricht worden met eerbied en aandacht en dat speciaal het smeekgebed moet geschieden met vertrouwen en volharding, geliik zoo duidelijk blijkt uil Matth, 15 2128. In een vierde deel werd der vraag beant woord: in welken vorm moet het gebed ge schieden? De Kath Kerk onderscheidt een uitwendig en een inwendig gebed Vooreerst liet spreker zien, dat het uitwendig gebed (mondgebed) moet zijn- een opstijgen van den geest tot God door middel van woorden. Zouden de uitgesproken woorden een louter lippengebed zijn en niet dienen om den geest tot God te doen opstijgen dan is een derge lijk gebed waardeloos, gelijk blijkt uil ver schillende veroordeelingen van Christus Wanneer echter het mondgebed een middel is voor het verheffen van ons hart tot God, dan is het wel goed (gelijk blijkt uit Christus' woorden en daden) en zelfs in vele gevallen noodzakelijk, vooral in de open bare Godsvereering. Vervolgens liet spreker zien, dat echter het inwendig gebed veel booger staat en daarom in de Kath. Kerk ook practisch de voornaamste plaats in neemt. Op 3 Februari 1927 zal spreker zijn aca demie-lezingen voortzetten, waarin hij voor al de tweede groote daad van Gndsvereering boopt uiteen te zetten, n.l. het offer. BUURTVEREEN. „CENTRUM-BELANG". Tot besluit van de door bovengenoemde v®reeniging georganiseerde winkelweek werd gisteravond in de recht feestelijk ver sierde zaal van café „Den Burcht" een in tieme feestavond gehouden, waartoe niet alleen de leden, doch ook de deelnemers aan den étalage-raadwedstrijd waren uitge- Ooodigd en waaraan, dank zij de welwil- lenddheid van den wethouder, den heer Aug. L. Reimeringer, die zich bereid ver klaarde een slotwoord te spreken, een eeuigszins officieel tintje was gegeven. Te ongeveer kwart voor negen opende de voorzitter, de heer L. C. Schrijvers, de druk bezochte bijeenkomst met een woord van belkom tot alle aanwezigen, inzonderheid t°t wethouder Reimeringer. in wiens tegen woordigheid spr. het bewijs ziet van diens I warme belangstelling in het doel en stre ven der vereen iging; de afgévaardigden van de plaatselijke middenstandsorganisaties, de leden, prijswinnaars en andere belangstel lenden. Na in het kort het welslagen van de winkelweek en de daaraan verbonden étalage- en raadwedstrijden gememoreerd te hebben, verleende spr. het woord aan wet houder Reimeringer tot het uitdeelen van de prijzen van den étalagewedstrijd, waar van gelijk bekend, de beoordeeling aan het publiek was overgelaten. Waar talloos ve len aan de oplossing van dit probleem hun krachten wijdden en zich daarvoor veel tijd en moeite getroostten, zal het hun voor zeker ook belang inboezemen den uilslag te vernemen, zoodat wij dezen hieronder 'aten volgen met vermelding van de respectieve lijke schenkers: 1. T. F. Vlieland jr.. med. van den burgemeester jhr. de Gijselaar; 2. fa. den Haan. med. van den heer Reime ringer; 3. fa. Hollants, med. van den heer Sanders; 4. fa. Rippe, med. van de Neulr. Middenstandsver.; 5. de heer B. Dévilee, med. van de R.K. Middenstandsver. „De Hanze"; 6. N.V. Leidsche Ijzerhandel, med. van de Chr. Middenstandsver.; 7. fa. Sleg- tenhorst, med. van de „L. Crt."; 8. fa. Hue- hers en Schrijvers, med. van de „N L. Crt." 9. fa. R. de Wilde, med. van het „L. D."; 10. fa. Wannée, med. van een onbekenden gever; 11. fa. Lens en Co., med. van de fa. Den Haan; 12. fa. Meyers, med. van de „L. P.". Na afloop hiervan werd overgegaan tnt de uitreiking der prijzen van den raad wed strijd. Waar de winnaarslijst niet minder dan 45 namen bevatte, zien wij met het oog op de plaatsruimte van puM;cat'> en volstaan met de mededeel ine dat de win naars zich met hun geschenken ten zeer ste ingenomen toonden en terecht! De heer Schrijvers richtte hierbij tot iederen prijs winnaar afzonderlijk het woord. De heer Reimeringer vervolgens over gaande tot de officieele sluiting, zeide met genoegen te voldoen aan de uitnoodiging van het bestuur om zich hiermede te belas ten, daar de afgeloopen dagen gebleken is, dat de winkelweek in alle opzichten een waar succes is geweest. Spr. verheugt zich in dit succes, omdat hij het toejuicht wan neer de middenstand zich verheft. Tmmers de economie erkent den middenstand als een onontbeerlijke schakel tusschen Produ cent en consument en daarvoor acht spr. het zoo goed. dat gebroken is met de oude sleur en dat op de H. 13. Scholen en diverse cursussen de mogelijkheid geschapen is om zich ook voor den handel te bekwamen. De middenstand toch, aldus citeerde spr. een bekend staatsman, is een der zuilen van een goed geordende maatschappij. Spr. hoopt, dat door de verbreedinc van het Gangetje de welstand van de burgerij in dit bij uitstek schoone stadsgedeelte toe zal nemen en geliiken tred zal houden met den voortdurenden groei en bloei der vereeni- ging niet alleen tot nut van hnarzelve, maar ook tot dien van onze goede, oude Sleutelstad (annlaus). De beer Schrijvers dankte in het kort den heer Reimeringer voor zijn onwekl-end woord, daaraan den wensch toevoegende, dat de sympathie van den heer R. jegens de vereemeing van bliivenden aard zou zijn. Hiermede was het officieele eedecl' f- "eloonen en was de verdere avond (m^did *an het amusement. De heeren Devile en Van der Revden oogstten veel succes met bun voordrachten, waarin o.a. diverse toe standen in bet Centrum op leuke wijze be zongen werden. Te elfder ure arriveerde nog een strijkje, zoodat de avond besloten werd met een ge zellig dansie. Nog werden enkele toasten ingesteld o m. op den „Burch'graaf". den heer Backer, wien dank werd gebracht voor de groote medewerking weU*e de vereeniging steeds var» hem ondervindt. Het was een prettig slot van een- welge slaagde actie. CHR. MIDDENSTANDSVEREENIGÏNG. Gisteravond vergaderde de Chr. Midden- standsvereeniging afd. Leiden in het Nut. Nadat de voorzitter, de heer J. van der Steen de vergadering had geopend met ge bed en allen had welkom geheeten, werden de notulen gelezen en verschillende ingeko men stukken behandeld. Hierna werden nog enkele huishoudelijke zaken afgedaan, waarop de heer A. Rooden- burg, surnumerair der Registratie en Do meinen. het woord kreeg om te spreken over: de voornaamste Rijksbelastingen. Met groote belangstelling werd deze inleiding aangehoord Reeds zeer vroeg is er sprake van belas tingen De Heilige Schrift maakt er ver scheidene malen gewag van. In het oude tpstament tijdens Israels verblijf in Egypte, onder Sauls regeering en in hel nieuwe testa ment, waar ons medegedeeld wordl dat de Heere Jezus zijn aanslag voldoet. In onze vadprlandsche geschiedenis zien we dat de poorters moesten opbrengen om de beden Ie kunnen voldoen tot betaling van de oorlogen van den Graaf. Tn latere tijden in de jaren tusschen 1600 en 1800 werden de belasfin gen geheven in den vorm van zoogenaamd3 importen, dit Wc en accijnzen op allerhan den waren Eerst in 1893 kregen we een ge heel ander sysleem van belasfing. Toen werd de inkomsienbelasling in principe inge voerd en sedert dien zijn de belastingen een stelsel gaan vormen, dat tot beginsel heeft een ieder naar de draagkracht, teneinde de Staat in de gelegenheid te stellen om in zijn zijn talrijke, van die der vorige eeuwen sterk afwijkende, uitgaven te voorzijn. Nu voldoet elke belasting afzonderlijk niet aan boven genoemd beginsel, maar gezamenlijk willen ze den burger belasten naar draagkracht. De inkomstenbelasting neemt in dat stelsel de voornaamste plaats in, de overige belas tingen dienen dan om die belasting le corri- geeren en tevens om bijzondere elementen van draagkracht tot hun recht te doen ko men. Vandaar dat de inkomstenbelasting onze voornaamste beschouwing verdient. De Weigever is bij de samenstelling uitgegaan van de z.g. bronnenlheorie, d. w. z. hij heft geen belasting vooruit noch achtera!, noch direct bij de bron doch wanneer de inkom sten worden genoten. Dit bereikte hij door een zeer vernuftige theorie die zoowel licht- als schaduwzijde heeft, maar toch over het algêmeen uitnemend voldoet. Reeds lang geleden wilde men een „impót unique" hebben, maar de practijk heeft bewezen dat dit een onmogelijkheid is. Er zal dan ook steeds een verscheidenheid van belastingen moeten blijven bestaan, die tezamen enkele principes moeten verwezen lijken: n.l. belasting naar draagkracht en vermeerdering der draagkracht. Te betreuren is, dat tegenwoordig de blastingen bij hun verscheidenheid een drukkend karakter heb ben gekregen. De regeering ziel dit zeer goed in maar inplaats van haar tering naar de nering te zetten, gaat zij tot drukverande ring over, door de successierechten te verla gen en hel daardoor verlorene door een nieuwe belasting te herwinnen. Dit gaat te gen de levensbelangen van den Midden stand in, die het leeuwenaandeel in de ver schillende belastingen opbrengt. En een neerdrukken van de Middenstandswelvaart door een destructieve belastingpolitiek is een stoppen van een goed bloeiende belasting bron. Vergeten mag nooit worden dat een kerngezonde Middenstand is een gezond be lastingstelsel. Op deze inleiding volgde een langdurig en zeer geanimeerde discussie, waarna de voorzitter, den heer Roodenburg bedankte. Bepaald werd nog dal in de Januari vergadering de heer Roodenburg weer over hetzelfde onderwerp een inleiding zou hou den. Hierna werd de vergadering op de ge bruikelijke wijze gesloten. CHRISTELIJKE DRANKBESTRIJDING. Gisteravond werd in het gebouw „Predi ker" in de Janvossensteeg een openbare vergadering gehouden, uitgaande van de Ned. Chr. Geheel-Onthoudersbond, kring Leiden, waarvoor als spreker was aange kondigd d9. Mondt, Ned.-Herv. predikant uit Leiderdorp. De zeer goedbezochte vergadering werd geopend met het zingen van Gezang 77 l, waarna de voorzitter de heer Kees Veer man voorging in gebed, waarna deze voor las uit Efeze 6 118. waarop hij naar aanleiding van het gelezen woord, een korte inleiding hield. Hij noemde de drank zucht een der listige omleidingen van den Satan en merkte daarbij op. dat het hierbij niet in de eerste plaats ging om vleesch en bloed, maar om de geestelijke waarde, al is ook het lichaam niet tegen den' drankduivel bestand. De alcohol is een der omleidingen van den Satan en om haar te bestrijden heeft men. zooals de Apostel zegt de volle wa penrusting Gods aan te gorden. Daartoe wekte spr de aanwezigen en vooral hen. die nog niet bij een geheelonthoudingsorga nisatie aangesloten zijn op en spoorde hij ze aan reeds vanavond te besluiten tot toe treden. Zoo kunnen zij in den zin zooa's ook de Apostel het heeft bedoeld medewer ken aan de uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Hij heette vervolgens al de aanwezigen hartelijk welkom in het bijzonder het strijk je dat zijn medewerking toezegde de dames Groeneveld en Van Son uit Wassenaar die waren overgekomen om eenige zangnum mers ten beste te geven en de fluitclub „On der Ons" uit Voorschoten. De dame9 uit Wassenaar werden onmid- delijk uitgenoodigd een paar nummers ten beste te geven. Zij zongen niet onverdien stelijk en werden hartelijk toegejuicht, volgens vergastte de jeugdige Fluitclub „Onder Ons", uit Voorschoten onder leiding van den heer C. Mechelse aldaar de ver gadering op een drietal aardige nummer tjes die zeer in den smaak vielen De jon gens hadden er blijkbaar genoegen in. Het strijkje volgde op deze muziek en won met de uitvoering van eenige goed ge speelde nummers ook het hart van de aan wezige mannen en vrouwen, waarna de heer Veerman zelf een tweetal toepasselijke gedichten declameerde waarmede hij een warm applaus oogstte Eindelijk verkreeg de spreker van den avond ds. Mondt, het woord die aanving met op te merken dat hij nog slechts een jong recruut in de beweging der drankbe- slriidingsbeweging is en nog slechts kort aangesloten bij de N C.G.O.V., al is hij reeds lang onlhouder met de daad. Spr. die zijn toespraak „Ons Front" noemde, merkte op dat de drankbestrijders hun slagorde' steeds moeten herzien en als de Fransche generaal Fock in de strijd on derzoeken of er geen zwakke plekken in het front zijn. Hij dacht daarbij aan een woord uit 2 Korinthen 10 om daaruit de waarheid te putten dat men zijn krachten moet kennen en daarbij steunen op God zelf die de zwakken wil helpen Spr. heeft wel eens den indruk gekregen, dat men in drankbe strijderskringen gemakkelijk eenzijdig dreigt te worden. Men ziet alleen op de drankzonde. maar er zijn zooveel meer zonden die bestreden moeten worden Elke afzonderlijke beweging krijgt als kenmerk zoo licht de eenzijdigheid, maar bij de drankbestrijders komt dit het meest uit. Wij moeten er zeer voor waken dat bij ons als drankbestrijders niet de hoogmoed en de eigengerechtigheid siuipen. In Ame rika, waar het drankvenbod is ingevoerd en de drank niet meer de grootste zonde kan worden genoemd breken weer andere volkszonden scherp uit. Laat ons dit tot een waarschuwing zijn. Het komt vooral aan op den strijd tegen iedere zonde. Dc mensch heeft, zooals in het oude boekje van Bunjan zoo treffend wordt gezegd een heiligen oorlog te voeren en moet op elk kwaad dat hem beloert verdacht zijn. Men mag de geheelonthouding ook niet beoefenen als 'n soort dillettantisme dat nu eenmaal in sommige kringen er wel in wil. Daartegen wilde apr. ernstig waarschuwen. Het is met de zonde als met de Hydra uit de Grieksche mythologie. Als een Hercu les er een kop afstaat komen er andere weer te voorschijn en als met den Augias stal die slechts gereinigd kon worden door er een frische stroom te laten doorstroomen. Maar aldus spr. aan het slot waarom zouden wij uit het rijk der fabelen putten om dc zonde ook de drankzonde leeren te bestrijden waar wij kunnen zien op het groote voorbeeld ons door Jezus Christus zelf gegeven. Spr. besloot met een gelijkenis van den Indischen prediker Sadoe Soendar Sing om duidelijk te maken hoe een mensch door anderen die in nood verkeeren te helpen, ook zich zelf voor den nood bewaart ter wijl men door den medemensch die hul peloos aan den weg ligt voorbij te gaan zelf dreigt te verkillen en te verkleumen en hulpeloos te worden en wekte allen op uit te gaan de zonde ook de drankzonde te bestrijden. Na deze treffende opwekking die met aandacht werd gevolgd en aan het slot warm toegejuicht werd de avond verder met zang. muziek en voordracht gevuld en ein delijk met dankgebed gesloten. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd zijn voor het doctoraal-examen geschiedenis de heer L C. Suttorp (Schie dam); doctoraal-examen rechlsgeleerdheii mej. E. P. H. Lichtenberg (Den Haag) en de heer Th. L. Vervloet (Leiden; aunvullings doctoraal-examen Indisch recht de heer mr. C. M. Eelenbaas (Leiden); voor hel Semi- artsexamen de heeren H. J. Guljé en H. W Julius (beide le Den Haag). Bevorderd is tot arts de heer C. G. Aars (Den Haag) (cum laude). Bij Kon. Besluit zijn herbenoemd, tot leden van den Voogdijraad alhier de heeren J. P. Creyghton en C. L. van Buuren. De Ford Sédan, die Dinsdagmorgen om 9 uur te Rotterdam is gestart voor den 7-daag- schen non-stop rit en welke dien avond om streeks halfvier in de Sleutelstad vertoefde, zette onder veel belangstelling van de zijde van het publiek en autoriteiten zijn tocht voort, via Bodegraven. Gouda. Utrecht, Hil versum, Bussum, Amsterdam. Haarlem. Be verwijk, Alkmaar. Julianadorp, Schagen, Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Purmerend, Zaandam, Amsterdam, Amstelveen, Abcoude Breukelen, Utrecht. Amersfoort. Zeist. Ame- rongen, Wageningen, Arnhem. Apeldoorn, Epe, Zwolle, Kampen, Hasselt. Meppel, Steenwijk, Wolvega. Heerenveen, Joure, Lemmer, Sneek. Bolsward, Harlingen. Fra- neker en bevond zich gistermorgen te Leeuwarden, van waaruit ons bericht werd, dat alles vlot verloopt. Door een misverstand is door ons ver meld dat de gisteren verschenen almanak van de V. V S. L. de eerste van dien aard zou zijn; de ingew»>de zal hebben begrepen, dat dit onwaar was, daar reeds vijf jaar gangen vóér dezen het licht zagen. Het net- uitgevoerde boekwerk werd uitgegeven door de Boek- en Steendrukkerij Eduard IJdo. Bij den Commissaris van Politie alhier is een schrijven binnengekomen van ir. Maas Geesteranus, waarin deze namens de directie der Ned. Spoorwegen zijn dan'- be tuigt voor de toezending van de juiste en volledige collectie photocranhifpn d -- Leidsche politie vervaardigd van de situatie op het terrein van het jongste spoorweg ongeluk nabij den Haarlemmerweg, welke foto's van groote waarde kunnen zijn bij het onderzoek naar de oorzaak van het ongeval. Het aantal werkzoekenden ingeschre ven bij dp Arbeidsbeurs bedroeg gisteren in totaal: 910 tegen op 10 Dec. '25 in totaal 857. BINNENLAND. De Tweede Kamer zet de behandeling der begrooting 1927 voort. Ook de spoorweg- ongevallen ter tafel. Een motie van Braambeek. Nienwe vragen over den bnrgemeester van Goor. De plannen tot electriiicatie der tram van Heemstede naar Leiden en de autobus- concessie-aanvragen. Een uiteenzetting van de plannen tot organisatie van het beroepsvoetbal in Ne derland. De stichting van een beursgebouw te Bodegraven verzekerd. De Portngeesche bankbiljettenkwestie; veroordeeling van Marang van IJsselveere. BUITENLAND. Te Geneve is de investigatie geregeld, de militaire controle op Dnitschland nog niet. De „stille coalitie" in Dnitschland is door de socialisten opgezegd. De Albaneesche Kamer ratificeert het verdrag met Italië. Een motie van vertronwen in het Griek sche kabinet Zaimis. De Fransche Kamer heeft de begrooting aangenomen. De amnestiewet in België is ingediend. De Zuid-Slavische politicus Pasjits is overleden. De Nobelvredesprijzen toegekend aan Stresemann en Brian d, Chamberlain en Dawes. KUNSTKRING VOOR ALLEN. Samuel Dushliin. Weer een rasviolist, wiens naam hier te lande wel niet geheel en al onbekend is hij maakte de laatste jaren hier eenige concertreizen doch dien we voor 't eerst hoorden. Hij is een viool held, die alle eigen schappen bezit om stormenderhand een groot auditorium te overwinnen. En hij heeft die kwaliteiten gisteravond niet on gebruikt gelaten. Als het succes van een zaal van twaalfhonderd menschen de eenige maatstaf zou zijn voor zijn artistieke waar debepaling dan moes! hij zonder reserve onder de upper ten van de violisten worden gerangschikt Toch dreigt daar. dunkt ons, voor den heer Dushkin een gevaar in Wij zien in hem een violist, die in zijn ontwik kelingsgang aan een tweesprong is gekomen. Zal hij den breeden en effenen weg kiezen van de virtuositeit, waaraan het groote publiek heden ten dage. als het er op aan komt, zich nog evenzeer vergaapt als vijf tig jaar geleden of zal hij aan het smalle en steile pad de voorkeur geven, dat hem kan leiden naar de hoogste hoogten van den menschplijken geest, waar het nu een maal eenzaam is? Over muzikaliteit be schikt hij ongetwijfeld, al ware het alleen maar hierom, dat hij een met alle techni sche bezwarende spottende vaardigheid heeft kunnen bereiken. Dat heeft hij ook ouidelijk aan den dag gelegd in de onvol prezen sonate van Franck. waarvan hij, in samenwerking met den pianist Hans Rosbaud. een zinrijke vertolking gaf Toch stond hierin de pianist op hooger plan. Diens visie was vooral naar binnen ge richt. terwijl de violist zijn blik meer liet gaan naar de uiterlijke verschijning Daarin moei ook de verklaring gezocht worden voor zijn soms wel wat al te zeeT verzorgde toon- vorming. wat juist niet altijd de klank schoonheid ten goede kwam Een violist als Dushkin behoeft waarlijk niet hang te zijn, dat zijn toon de noodige draagkracht mist. an nature is die volumineus en meer dan sterk genoeg. Dushkin heeft een, op zich zelf wel verklaarbare, voorliefde voor de g snaar die imm.rs een heel hijzonder ding in de wereld der verschijnselen is Maar, met name in het Recitative in Francks sonate, gebruikte hij ze bij herhaling in te hooge ligging. Waar dat goed voor was is ons niet duidelijk geworden Maar onze waardeerin? krijge ten slotte de overhand: de beide kunstenaars hebben door hun meesterlijke vertolking ons opnieuw den schoonen rijkdom der sonate voor den geest gebracht Dat Lalo's symphome espagnola met zijn sterk folkloristisch ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1