No. 20474
VRIJDAG 10 DECEMBER
Anno 1926.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden. 1
MUZIEK.
-es-
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VERTE NTIEN:
80 Cta. per regel. Bij regelaboimeujent belangrijk lageren prija.
Kleine Advertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 60 Cta bij ?en maximum aantal woorden van 30
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cta porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts
Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden 2.36 per week ƒ0 13.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week»0.18.
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
BAKKERSNACHTARBEID.
De Burgemeester van Leiden brengt bij
dezen ter algemeene kennis, dat heden door
hem aan P. de Ru, alhier, voor het tijdvak
van 9 December 1926 tot en met 8 Decem
ber 1927 vergunning is verleend tot het
verrichten van bakkersarbeid tusschen
8 uur des namiddags en 6 uur des voor
middags in het perceel Groenesteeg No. 10,
alhier.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 9 December 1926. 5109
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den, brengen ter algemeene kennis, dat
door hen de beslissing op het verzoek van
de N.V. Leidsche Zoutkeet, tot het uit
breiden van de zoutkeet op het perceel
Oude-Singel Nis 248a en 250, kadastraal
bekend Gemeente Leiden, Sectie B. No.
2362; en b. W. S. van der Noordaa, tot
het oprichten van een fabriek voor machi
nale houtbewerking in het perceel Mare-
dijk Nis. 8789, kadastraal bekend Ge
meente Leiden, Sectie L. No. 512, is ver
daagd.
N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 10 December 1926. 5110
WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN
OVER HET KATHOLICISME.
Katholieke gebedsopvaiting.
Gisteravond hield prof. J. P. Verhaar
(Warmond) zijn vierde academievoordracht
over de Katholieke gebedsopvatting.
In een eerste deel gaf spreker een defini
tie van het gebed- bidden is ons hart ver
heffen tot God, om Hem te loven en te dan
ken en gunsten of genaden te vragen En zoo
kunnen we onderscheiden: het lofsgebed,
het dankgebed en het smeekgebed. Van elk
afzonderlijk gaf spreker een korte toelich
ting.
In een tweede deel bewees spreker de
noodzakelijkheid van dit drievoudige gebed
voor iederen mensch, vooreerst uit 'smen-
schen natuurlijke rede, en vervolgens uit de
Godsopenbaringen, vooral uit de leer en het
voorbeeld van Jesus Christus Bovendien liet
spreker zien, dat het smeekgebed, volgens
Gods belofte, een onfeilbare kracht heeft,
mits het in overeenstemming is met het
door God verordende einddoel en mits het
goed verricht wordt.
Daarom werd in een derde deel gevraagd-
welke eigenschappen moet het gebed heb
ben, wil het een goed gebed zijn? Vooral
aan de hand der Godsopenbaringen toonde
spreker aan, dat elk gebed moet verricht
worden met eerbied en aandacht en dat
speciaal het smeekgebed moet geschieden
met vertrouwen en volharding, geliik zoo
duidelijk blijkt uil Matth, 15 2128.
In een vierde deel werd der vraag beant
woord: in welken vorm moet het gebed ge
schieden? De Kath Kerk onderscheidt een
uitwendig en een inwendig gebed Vooreerst
liet spreker zien, dat het uitwendig gebed
(mondgebed) moet zijn- een opstijgen van
den geest tot God door middel van woorden.
Zouden de uitgesproken woorden een louter
lippengebed zijn en niet dienen om den geest
tot God te doen opstijgen dan is een derge
lijk gebed waardeloos, gelijk blijkt uil ver
schillende veroordeelingen van Christus
Wanneer echter het mondgebed een middel
is voor het verheffen van ons hart tot God,
dan is het wel goed (gelijk blijkt uit
Christus' woorden en daden) en zelfs in vele
gevallen noodzakelijk, vooral in de open
bare Godsvereering. Vervolgens liet spreker
zien, dat echter het inwendig gebed veel
booger staat en daarom in de Kath. Kerk
ook practisch de voornaamste plaats in
neemt.
Op 3 Februari 1927 zal spreker zijn aca
demie-lezingen voortzetten, waarin hij voor
al de tweede groote daad van Gndsvereering
boopt uiteen te zetten, n.l. het offer.
BUURTVEREEN. „CENTRUM-BELANG".
Tot besluit van de door bovengenoemde
v®reeniging georganiseerde winkelweek
werd gisteravond in de recht feestelijk ver
sierde zaal van café „Den Burcht" een in
tieme feestavond gehouden, waartoe niet
alleen de leden, doch ook de deelnemers
aan den étalage-raadwedstrijd waren uitge-
Ooodigd en waaraan, dank zij de welwil-
lenddheid van den wethouder, den heer
Aug. L. Reimeringer, die zich bereid ver
klaarde een slotwoord te spreken, een
eeuigszins officieel tintje was gegeven.
Te ongeveer kwart voor negen opende de
voorzitter, de heer L. C. Schrijvers, de druk
bezochte bijeenkomst met een woord van
belkom tot alle aanwezigen, inzonderheid
t°t wethouder Reimeringer. in wiens tegen
woordigheid spr. het bewijs ziet van diens I
warme belangstelling in het doel en stre
ven der vereen iging; de afgévaardigden van
de plaatselijke middenstandsorganisaties, de
leden, prijswinnaars en andere belangstel
lenden. Na in het kort het welslagen van
de winkelweek en de daaraan verbonden
étalage- en raadwedstrijden gememoreerd te
hebben, verleende spr. het woord aan wet
houder Reimeringer tot het uitdeelen van
de prijzen van den étalagewedstrijd, waar
van gelijk bekend, de beoordeeling aan het
publiek was overgelaten. Waar talloos ve
len aan de oplossing van dit probleem hun
krachten wijdden en zich daarvoor veel
tijd en moeite getroostten, zal het hun voor
zeker ook belang inboezemen den uilslag te
vernemen, zoodat wij dezen hieronder 'aten
volgen met vermelding van de respectieve
lijke schenkers: 1. T. F. Vlieland jr.. med.
van den burgemeester jhr. de Gijselaar; 2.
fa. den Haan. med. van den heer Reime
ringer; 3. fa. Hollants, med. van den heer
Sanders; 4. fa. Rippe, med. van de Neulr.
Middenstandsver.; 5. de heer B. Dévilee,
med. van de R.K. Middenstandsver. „De
Hanze"; 6. N.V. Leidsche Ijzerhandel, med.
van de Chr. Middenstandsver.; 7. fa. Sleg-
tenhorst, med. van de „L. Crt."; 8. fa. Hue-
hers en Schrijvers, med. van de „N L. Crt."
9. fa. R. de Wilde, med. van het „L. D.";
10. fa. Wannée, med. van een onbekenden
gever; 11. fa. Lens en Co., med. van de
fa. Den Haan; 12. fa. Meyers, med. van
de „L. P.".
Na afloop hiervan werd overgegaan tnt
de uitreiking der prijzen van den raad wed
strijd. Waar de winnaarslijst niet minder
dan 45 namen bevatte, zien wij met het
oog op de plaatsruimte van puM;cat'> en
volstaan met de mededeel ine dat de win
naars zich met hun geschenken ten zeer
ste ingenomen toonden en terecht! De heer
Schrijvers richtte hierbij tot iederen prijs
winnaar afzonderlijk het woord.
De heer Reimeringer vervolgens over
gaande tot de officieele sluiting, zeide met
genoegen te voldoen aan de uitnoodiging
van het bestuur om zich hiermede te belas
ten, daar de afgeloopen dagen gebleken is,
dat de winkelweek in alle opzichten een
waar succes is geweest. Spr. verheugt zich
in dit succes, omdat hij het toejuicht wan
neer de middenstand zich verheft. Tmmers
de economie erkent den middenstand als
een onontbeerlijke schakel tusschen Produ
cent en consument en daarvoor acht spr.
het zoo goed. dat gebroken is met de oude
sleur en dat op de H. 13. Scholen en diverse
cursussen de mogelijkheid geschapen is om
zich ook voor den handel te bekwamen. De
middenstand toch, aldus citeerde spr. een
bekend staatsman, is een der zuilen van
een goed geordende maatschappij. Spr.
hoopt, dat door de verbreedinc van het
Gangetje de welstand van de burgerij in dit
bij uitstek schoone stadsgedeelte toe zal
nemen en geliiken tred zal houden met den
voortdurenden groei en bloei der vereeni-
ging niet alleen tot nut van hnarzelve,
maar ook tot dien van onze goede, oude
Sleutelstad (annlaus).
De beer Schrijvers dankte in het kort den
heer Reimeringer voor zijn onwekl-end
woord, daaraan den wensch toevoegende,
dat de sympathie van den heer R. jegens
de vereemeing van bliivenden aard zou zijn.
Hiermede was het officieele eedecl' f-
"eloonen en was de verdere avond (m^did
*an het amusement. De heeren Devile en
Van der Revden oogstten veel succes met
bun voordrachten, waarin o.a. diverse toe
standen in bet Centrum op leuke wijze be
zongen werden.
Te elfder ure arriveerde nog een strijkje,
zoodat de avond besloten werd met een ge
zellig dansie.
Nog werden enkele toasten ingesteld o m.
op den „Burch'graaf". den heer Backer,
wien dank werd gebracht voor de groote
medewerking weU*e de vereeniging steeds
var» hem ondervindt.
Het was een prettig slot van een- welge
slaagde actie.
CHR. MIDDENSTANDSVEREENIGÏNG.
Gisteravond vergaderde de Chr. Midden-
standsvereeniging afd. Leiden in het Nut.
Nadat de voorzitter, de heer J. van der
Steen de vergadering had geopend met ge
bed en allen had welkom geheeten, werden
de notulen gelezen en verschillende ingeko
men stukken behandeld.
Hierna werden nog enkele huishoudelijke
zaken afgedaan, waarop de heer A. Rooden-
burg, surnumerair der Registratie en Do
meinen. het woord kreeg om te spreken
over: de voornaamste Rijksbelastingen. Met
groote belangstelling werd deze inleiding
aangehoord
Reeds zeer vroeg is er sprake van belas
tingen De Heilige Schrift maakt er ver
scheidene malen gewag van. In het oude
tpstament tijdens Israels verblijf in Egypte,
onder Sauls regeering en in hel nieuwe testa
ment, waar ons medegedeeld wordl dat de
Heere Jezus zijn aanslag voldoet. In onze
vadprlandsche geschiedenis zien we dat de
poorters moesten opbrengen om de beden Ie
kunnen voldoen tot betaling van de oorlogen
van den Graaf. Tn latere tijden in de jaren
tusschen 1600 en 1800 werden de belasfin
gen geheven in den vorm van zoogenaamd3
importen, dit Wc en accijnzen op allerhan
den waren Eerst in 1893 kregen we een ge
heel ander sysleem van belasfing. Toen werd
de inkomsienbelasling in principe inge
voerd en sedert dien zijn de belastingen een
stelsel gaan vormen, dat tot beginsel heeft
een ieder naar de draagkracht, teneinde de
Staat in de gelegenheid te stellen om in zijn
zijn talrijke, van die der vorige eeuwen sterk
afwijkende, uitgaven te voorzijn. Nu voldoet
elke belasting afzonderlijk niet aan boven
genoemd beginsel, maar gezamenlijk willen
ze den burger belasten naar draagkracht.
De inkomstenbelasting neemt in dat stelsel
de voornaamste plaats in, de overige belas
tingen dienen dan om die belasting le corri-
geeren en tevens om bijzondere elementen
van draagkracht tot hun recht te doen ko
men.
Vandaar dat de inkomstenbelasting onze
voornaamste beschouwing verdient. De
Weigever is bij de samenstelling uitgegaan
van de z.g. bronnenlheorie, d. w. z. hij heft
geen belasting vooruit noch achtera!, noch
direct bij de bron doch wanneer de inkom
sten worden genoten. Dit bereikte hij door
een zeer vernuftige theorie die zoowel licht-
als schaduwzijde heeft, maar toch over het
algêmeen uitnemend voldoet.
Reeds lang geleden wilde men een
„impót unique" hebben, maar de practijk
heeft bewezen dat dit een onmogelijkheid is.
Er zal dan ook steeds een verscheidenheid
van belastingen moeten blijven bestaan, die
tezamen enkele principes moeten verwezen
lijken: n.l. belasting naar draagkracht en
vermeerdering der draagkracht. Te betreuren
is, dat tegenwoordig de blastingen bij hun
verscheidenheid een drukkend karakter heb
ben gekregen. De regeering ziel dit zeer goed
in maar inplaats van haar tering naar de
nering te zetten, gaat zij tot drukverande
ring over, door de successierechten te verla
gen en hel daardoor verlorene door een
nieuwe belasting te herwinnen. Dit gaat te
gen de levensbelangen van den Midden
stand in, die het leeuwenaandeel in de ver
schillende belastingen opbrengt. En een
neerdrukken van de Middenstandswelvaart
door een destructieve belastingpolitiek is een
stoppen van een goed bloeiende belasting
bron. Vergeten mag nooit worden dat een
kerngezonde Middenstand is een gezond be
lastingstelsel.
Op deze inleiding volgde een langdurig
en zeer geanimeerde discussie, waarna de
voorzitter, den heer Roodenburg bedankte.
Bepaald werd nog dal in de Januari
vergadering de heer Roodenburg weer over
hetzelfde onderwerp een inleiding zou hou
den.
Hierna werd de vergadering op de ge
bruikelijke wijze gesloten.
CHRISTELIJKE DRANKBESTRIJDING.
Gisteravond werd in het gebouw „Predi
ker" in de Janvossensteeg een openbare
vergadering gehouden, uitgaande van de
Ned. Chr. Geheel-Onthoudersbond, kring
Leiden, waarvoor als spreker was aange
kondigd d9. Mondt, Ned.-Herv. predikant uit
Leiderdorp.
De zeer goedbezochte vergadering werd
geopend met het zingen van Gezang 77 l,
waarna de voorzitter de heer Kees Veer
man voorging in gebed, waarna deze voor
las uit Efeze 6 118. waarop hij naar
aanleiding van het gelezen woord, een
korte inleiding hield. Hij noemde de drank
zucht een der listige omleidingen van den
Satan en merkte daarbij op. dat het hierbij
niet in de eerste plaats ging om vleesch en
bloed, maar om de geestelijke waarde, al is
ook het lichaam niet tegen den' drankduivel
bestand.
De alcohol is een der omleidingen van
den Satan en om haar te bestrijden heeft
men. zooals de Apostel zegt de volle wa
penrusting Gods aan te gorden. Daartoe
wekte spr de aanwezigen en vooral hen.
die nog niet bij een geheelonthoudingsorga
nisatie aangesloten zijn op en spoorde hij
ze aan reeds vanavond te besluiten tot toe
treden. Zoo kunnen zij in den zin zooa's
ook de Apostel het heeft bedoeld medewer
ken aan de uitbreiding van het Koninkrijk
Gods.
Hij heette vervolgens al de aanwezigen
hartelijk welkom in het bijzonder het strijk
je dat zijn medewerking toezegde de dames
Groeneveld en Van Son uit Wassenaar die
waren overgekomen om eenige zangnum
mers ten beste te geven en de fluitclub „On
der Ons" uit Voorschoten.
De dame9 uit Wassenaar werden onmid-
delijk uitgenoodigd een paar nummers ten
beste te geven. Zij zongen niet onverdien
stelijk en werden hartelijk toegejuicht,
volgens vergastte de jeugdige Fluitclub
„Onder Ons", uit Voorschoten onder leiding
van den heer C. Mechelse aldaar de ver
gadering op een drietal aardige nummer
tjes die zeer in den smaak vielen De jon
gens hadden er blijkbaar genoegen in.
Het strijkje volgde op deze muziek en
won met de uitvoering van eenige goed ge
speelde nummers ook het hart van de aan
wezige mannen en vrouwen, waarna de
heer Veerman zelf een tweetal toepasselijke
gedichten declameerde waarmede hij een
warm applaus oogstte
Eindelijk verkreeg de spreker van den
avond ds. Mondt, het woord die aanving
met op te merken dat hij nog slechts een
jong recruut in de beweging der drankbe-
slriidingsbeweging is en nog slechts kort
aangesloten bij de N C.G.O.V., al is hij reeds
lang onlhouder met de daad.
Spr. die zijn toespraak „Ons Front"
noemde, merkte op dat de drankbestrijders
hun slagorde' steeds moeten herzien en als
de Fransche generaal Fock in de strijd on
derzoeken of er geen zwakke plekken in het
front zijn.
Hij dacht daarbij aan een woord uit 2
Korinthen 10 om daaruit de waarheid te
putten dat men zijn krachten moet kennen
en daarbij steunen op God zelf die de
zwakken wil helpen Spr. heeft wel eens
den indruk gekregen, dat men in drankbe
strijderskringen gemakkelijk eenzijdig
dreigt te worden. Men ziet alleen op de
drankzonde. maar er zijn zooveel meer
zonden die bestreden moeten worden Elke
afzonderlijke beweging krijgt als kenmerk
zoo licht de eenzijdigheid, maar bij de
drankbestrijders komt dit het meest uit.
Wij moeten er zeer voor waken dat bij
ons als drankbestrijders niet de hoogmoed
en de eigengerechtigheid siuipen. In Ame
rika, waar het drankvenbod is ingevoerd en
de drank niet meer de grootste zonde kan
worden genoemd breken weer andere
volkszonden scherp uit. Laat ons dit tot
een waarschuwing zijn. Het komt vooral
aan op den strijd tegen iedere zonde. Dc
mensch heeft, zooals in het oude boekje
van Bunjan zoo treffend wordt gezegd een
heiligen oorlog te voeren en moet op elk
kwaad dat hem beloert verdacht zijn.
Men mag de geheelonthouding ook niet
beoefenen als 'n soort dillettantisme dat nu
eenmaal in sommige kringen er wel in wil.
Daartegen wilde apr. ernstig waarschuwen.
Het is met de zonde als met de Hydra uit
de Grieksche mythologie. Als een Hercu
les er een kop afstaat komen er andere
weer te voorschijn en als met den Augias
stal die slechts gereinigd kon worden door
er een frische stroom te laten doorstroomen.
Maar aldus spr. aan het slot waarom
zouden wij uit het rijk der fabelen putten
om dc zonde ook de drankzonde leeren te
bestrijden waar wij kunnen zien op het
groote voorbeeld ons door Jezus Christus
zelf gegeven.
Spr. besloot met een gelijkenis van den
Indischen prediker Sadoe Soendar Sing om
duidelijk te maken hoe een mensch door
anderen die in nood verkeeren te helpen,
ook zich zelf voor den nood bewaart ter
wijl men door den medemensch die hul
peloos aan den weg ligt voorbij te gaan zelf
dreigt te verkillen en te verkleumen en
hulpeloos te worden en wekte allen op uit
te gaan de zonde ook de drankzonde te
bestrijden.
Na deze treffende opwekking die met
aandacht werd gevolgd en aan het slot
warm toegejuicht werd de avond verder met
zang. muziek en voordracht gevuld en ein
delijk met dankgebed gesloten.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd zijn voor het doctoraal-examen
geschiedenis de heer L C. Suttorp (Schie
dam); doctoraal-examen rechlsgeleerdheii
mej. E. P. H. Lichtenberg (Den Haag) en de
heer Th. L. Vervloet (Leiden; aunvullings
doctoraal-examen Indisch recht de heer mr.
C. M. Eelenbaas (Leiden); voor hel Semi-
artsexamen de heeren H. J. Guljé en H. W
Julius (beide le Den Haag). Bevorderd is tot
arts de heer C. G. Aars (Den Haag) (cum
laude).
Bij Kon. Besluit zijn herbenoemd, tot
leden van den Voogdijraad alhier de heeren
J. P. Creyghton en C. L. van Buuren.
De Ford Sédan, die Dinsdagmorgen om 9
uur te Rotterdam is gestart voor den 7-daag-
schen non-stop rit en welke dien avond om
streeks halfvier in de Sleutelstad vertoefde,
zette onder veel belangstelling van de zijde
van het publiek en autoriteiten zijn tocht
voort, via Bodegraven. Gouda. Utrecht, Hil
versum, Bussum, Amsterdam. Haarlem. Be
verwijk, Alkmaar. Julianadorp, Schagen,
Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Purmerend,
Zaandam, Amsterdam, Amstelveen, Abcoude
Breukelen, Utrecht. Amersfoort. Zeist. Ame-
rongen, Wageningen, Arnhem. Apeldoorn,
Epe, Zwolle, Kampen, Hasselt. Meppel,
Steenwijk, Wolvega. Heerenveen, Joure,
Lemmer, Sneek. Bolsward, Harlingen. Fra-
neker en bevond zich gistermorgen te
Leeuwarden, van waaruit ons bericht werd,
dat alles vlot verloopt.
Door een misverstand is door ons ver
meld dat de gisteren verschenen almanak
van de V. V S. L. de eerste van dien aard
zou zijn; de ingew»>de zal hebben begrepen,
dat dit onwaar was, daar reeds vijf jaar
gangen vóér dezen het licht zagen. Het net-
uitgevoerde boekwerk werd uitgegeven door
de Boek- en Steendrukkerij Eduard IJdo.
Bij den Commissaris van Politie alhier
is een schrijven binnengekomen van ir.
Maas Geesteranus, waarin deze namens de
directie der Ned. Spoorwegen zijn dan'- be
tuigt voor de toezending van de juiste en
volledige collectie photocranhifpn d --
Leidsche politie vervaardigd van de situatie
op het terrein van het jongste spoorweg
ongeluk nabij den Haarlemmerweg, welke
foto's van groote waarde kunnen zijn bij
het onderzoek naar de oorzaak van het
ongeval.
Het aantal werkzoekenden ingeschre
ven bij dp Arbeidsbeurs bedroeg gisteren in
totaal: 910 tegen op 10 Dec. '25 in totaal
857.
BINNENLAND.
De Tweede Kamer zet de behandeling der
begrooting 1927 voort. Ook de spoorweg-
ongevallen ter tafel. Een motie van
Braambeek.
Nienwe vragen over den bnrgemeester
van Goor.
De plannen tot electriiicatie der tram
van Heemstede naar Leiden en de autobus-
concessie-aanvragen.
Een uiteenzetting van de plannen tot
organisatie van het beroepsvoetbal in Ne
derland.
De stichting van een beursgebouw te
Bodegraven verzekerd.
De Portngeesche bankbiljettenkwestie;
veroordeeling van Marang van IJsselveere.
BUITENLAND.
Te Geneve is de investigatie geregeld, de
militaire controle op Dnitschland nog niet.
De „stille coalitie" in Dnitschland is door
de socialisten opgezegd.
De Albaneesche Kamer ratificeert het
verdrag met Italië.
Een motie van vertronwen in het Griek
sche kabinet Zaimis.
De Fransche Kamer heeft de begrooting
aangenomen.
De amnestiewet in België is ingediend.
De Zuid-Slavische politicus Pasjits is
overleden.
De Nobelvredesprijzen toegekend aan
Stresemann en Brian d, Chamberlain en
Dawes.
KUNSTKRING VOOR ALLEN.
Samuel Dushliin.
Weer een rasviolist, wiens naam hier te
lande wel niet geheel en al onbekend is
hij maakte de laatste jaren hier eenige
concertreizen doch dien we voor 't eerst
hoorden. Hij is een viool held, die alle eigen
schappen bezit om stormenderhand een
groot auditorium te overwinnen. En hij
heeft die kwaliteiten gisteravond niet on
gebruikt gelaten. Als het succes van een
zaal van twaalfhonderd menschen de eenige
maatstaf zou zijn voor zijn artistieke waar
debepaling dan moes! hij zonder reserve
onder de upper ten van de violisten worden
gerangschikt Toch dreigt daar. dunkt ons,
voor den heer Dushkin een gevaar in Wij
zien in hem een violist, die in zijn ontwik
kelingsgang aan een tweesprong is gekomen.
Zal hij den breeden en effenen weg kiezen
van de virtuositeit, waaraan het groote
publiek heden ten dage. als het er op aan
komt, zich nog evenzeer vergaapt als vijf
tig jaar geleden of zal hij aan het smalle
en steile pad de voorkeur geven, dat hem
kan leiden naar de hoogste hoogten van
den menschplijken geest, waar het nu een
maal eenzaam is? Over muzikaliteit be
schikt hij ongetwijfeld, al ware het alleen
maar hierom, dat hij een met alle techni
sche bezwarende spottende vaardigheid
heeft kunnen bereiken. Dat heeft hij ook
ouidelijk aan den dag gelegd in de onvol
prezen sonate van Franck. waarvan hij,
in samenwerking met den pianist Hans
Rosbaud. een zinrijke vertolking gaf Toch
stond hierin de pianist op hooger plan.
Diens visie was vooral naar binnen ge
richt. terwijl de violist zijn blik meer liet
gaan naar de uiterlijke verschijning Daarin
moei ook de verklaring gezocht worden voor
zijn soms wel wat al te zeeT verzorgde toon-
vorming. wat juist niet altijd de klank
schoonheid ten goede kwam Een violist als
Dushkin behoeft waarlijk niet hang te zijn,
dat zijn toon de noodige draagkracht mist.
an nature is die volumineus en meer dan
sterk genoeg. Dushkin heeft een, op zich
zelf wel verklaarbare, voorliefde voor de
g snaar die imm.rs een heel hijzonder ding
in de wereld der verschijnselen is Maar,
met name in het Recitative in Francks
sonate, gebruikte hij ze bij herhaling in te
hooge ligging. Waar dat goed voor was is
ons niet duidelijk geworden Maar onze
waardeerin? krijge ten slotte de overhand:
de beide kunstenaars hebben door hun
meesterlijke vertolking ons opnieuw den
schoonen rijkdom der sonate voor den
geest gebracht Dat Lalo's symphome
espagnola met zijn sterk folkloristisch ge-