NO. 20468 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 3 December Tweede Blad Anno 1926 Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg van gisteren). Replieken. De VOORZITTER vraagt of de leden ge- egen zijn van de replieken af te zien. B. en willen gaarne van dupliek afzien. (Enkc- en roepen ja, anderen neen). Hij dringt m aan op groote kortheid, opdat men ein delijk opschiet De heer v. ECK had gaarne aan het Ver- oek van den voorzitter voldaan, maar re liek is soms het belangrijkste der discus- je en daarom gaat het toch niet. Veel is gesproken over de 2 wethouders- etels der S.D.A.P. die de heer Wilmer niet aarschijnlijk achtte, de heer Knuttel ze er, terwijl de heer Spendel een soort hei ige alliantie tegen de S.D.A.P wilde, waar- - spr. behalve wat den Vrijheidsbond be ft, echter weinig fidentie heeft. Ten aanzien van de waarschuwing van en voorzitter en wethouder Sanders zegt ij, dat zijn partij wethouderszetels noch reest noch toejuicht .Alleen op voorwaarde er gestelde eischen zal zij echter intreden, e eisch van 2 zetels is rechtvaardig om nige homogeniteit in het college te krij- en, gelijk gewenscht is. Daarom nu ook 4 jchtsche leden in het college van vijf, ter- ijfrechts 1 stem meerderheid heeft. Verschil tusschen gemeenten met soc.- :m. wethouders en zonder is er wel dege- ijk, al erkent hij gaarne, dat in de gemeen- en met alles niet is, als het hoorde. Het ■wijst alleen, dat elders te vroeg zetels in et college zijn aanvaard. Vandaar ook de e eisch, dat er zekerheid moet zijn, dat ts te bereiken valt, voor en allecr hier \-dem. wethouders zitting nemen. Alles zal ook niet bereikt worden, zoo zij in treden, doch zij zullen dan toch kun- n aantoónen, dat zij gedaan hebben, wat ogelijk was, doch dat het pogen faalde. De heer Wilmer drong aan op georgani- rde liefdadigheid bij de S.D.A.P., waar ze partij toch ook geen uitkeering wil op lijke hoogte als het loon. Maar als dit ■ion dan eens te laag is? Kentering is -arom merkbaar. Gezien de ontzettende lasten, die het pro- tariaat drukken, is zoo'n georganiseerde efdadigheid onmogelijk. Spr. meent, dat tegenover den heer Knut- el, wel een groote lijn te hebben aangege- n. Hij meent toch, dat de gemeente in de rste plaats thans heeft tc zorgen voor de inen, die hulp noodig hebben, dit uit men- •henliefde, om erger te voorkomen en om et gemeenschapsgevoel aan te kweeken. De klassenstrijd zal hij zeker blijven voe- en, alleen geen onverzoenlijke klassen- rijd, daar zorgt het kapitalisme zelf wel oor. Terwijl spr. voorstaat geleidelijke belas- iigverbetering, geleidelijke winstderving, il de heer Knuttel geen rekening houden et alles, wat hem doet spreken van gelei- :lijk. Maar wat baat de ruïne der gemeente n dus de wanorde5 Die staat zijn partij iet voor. (De heer Knuttel: allemaal rasen). Het voorstel Knuttel inzake uitkeering a vol loon is op zichzelf rationeel als ze. Meer is het echter niet. Er zijn twee ctische bezwaren- le. het is onmogelijk, litiek en economisch, in deze maatschap- jj. 2e. het is onbillijk Bij hulp treedt sl- "n op het gemeenschapsgevoel los van ngrenzen, waardoor de hulp aan de een n grooter zou zijn dan aan den ander. De heer Heemskerk ontzegde hem bet recht te spreken namens 1/4 deel der be volking, daar er veel bijloopers zijn bij de S.D.A.P. Wat geeft dat, afgezien van bet (eit, dat hij iedere partij meer of minder dit zoo is? 1/4 deel heeft toch socialistisch ge stemd uit moreel oogpunt. De heer WILBRINK, of materieel. De VOORZITTER: Vecht dat volgend har maar eens uit. De heer v. ECK meent, dat het niet steu nen van den heer Heemskerk inzake de Zondagsrust omdat de raad er niets aan kan doen, toch verkeerd is,i daar anders dui delijker kan blijken hoe de raad in meer derheid denkt. De meerderheid der bevol king staat z. i. zeker aan zijn zijde. Het uitschelden der voorstellen zijner fractie noemt hij ongepast. Hoe kan men verwachten zelf ernstig te worden genomen, Wanneer men een andere partij niet ernstig neemt? Medezeggenschap is een zelfde begrip, al loopen de partijen uiteen ijl het doel, dat men er mee nastreeft, dit tegenover den heer Eikerbout bij zijn ontkenning van zijn citaat over mr Sibrandy. Wij zitten hier voor propaganda, doch niet alleen. Ook om practisch iets te berei kon en mee te werken aan het algemeen belang, zoo verzekert hij den heer Wil link, die het verschil tusschen groote in komens, zooals spr bedoelde en zooals deze °ok noemde bij de S.D.A.P. niet wilde zien de aandacht van de kapitalisten af te 'oiden, welk verschil hij nog nader uiteen zet Do zakelijke belasting op 't bedrijf is in "e gevolgen erg opgeblazen. Hij kan niet p zien, dat de industrie hier noemenswaard jst er van zou ondervinden en aan de an- zijde geeft het in de gemeentekas toch *njge baat. Nu de heer Spendel. (Tal van in ter- opties). fc'pr. ontkent ten stelligste, dat zijn partij 050 godsdienst bestrjjdt, al zijn er zulke fcenschen onder de leden. Anderen staan Verschil lig, maar zeer velen meenen juist ^inlist te moeten worden door hun gods dienstige gevoelens, zie bgv. het aantal ^uuoe's, die lid zijn. Nu moet de heer ^Perxiei niet zeggen, dat is de ware god»- U'ensi met; wie zal uitmaken, wat de ware 8°dsdienst is? Aa» „Het Volk" denkt men 88 spr. Doch wanneer men daar denkt, eeo priester verkeerd doet, dan wordt als persoon beschouwd, en dat doet *>en<*e' ®e^aar 6611 gro°t ft at betreft een nieuw wereldpaleis, stoiri op rechtvaardigheid en naasten- waarvan de heer Spendel sprak, heerschen, die dan al in het Zuiden, waar de R.-K. overwegenden, zelfs volledigen invloed oefenen? Hij raadt daarom aan: zuivering van de fouten met iedere partg zelf verrichten. Spr. schroomt ook niet fouten aan de kaak te stellen, waar hij die ziet in de S.D.A.P. Laat men zich niet iniaten met eikaars fouten. Dat de voorzitter bezwaren heeft, dat de raad zich uitspreekt over dingen, niet te zyner competentie, is niet democratisch. Hij zal trouwens ook wel veranderen, gelijk al over politie-aangelegenhe.ien gebeurt. Ook te dezen aanzien is de burgemeester niet vtrplicht inlichtingen te geven, doch overal doet men het. De VOORZITTER wjjst er op, dat noch de burgemeester, noch da wethouders ver antwoordelijk zijn aan den raad voor de uitvoering der wetten, dat is de kwestie. Iets vragen mag de raad altijd. De heer v. ECK zegt verder, dat de begrooting der bedrijven werkelijk opge maakt is dit jaar als de vooruitzichten waren, in tegenstelling met vroeger. Daarom heeft hij geen voorstel ge daan tot verlaging der tarieven. Later is de winst opgevoerd, maar ook door uitstel van noodige verbeteringen en daarom durft hij verlaging nu ook niet aan, opdat niet wellicht volgend jaar voer moet worden verhoogd. Het voorstel tot belasting van bouw terreinen wil hij intrekken, zoo B. en W. toezeggen deze te zullen invoeren zoodia de uitbreidingsplannen gereed zijn. Waarom medezeggenschap in strijd zou zijn met de wet Degrgpt hij niet en iiij blijft deze aanbevelen evenals levensmidde len voorziening. L>e gemeente zorgt toch ook voor gem. elektriciteit en zooveel. Waar om mag de gemeente zich dan niet bewegen op dit terrein. In Amsterdam is de practijk goed, houdt hg vol, uitvoerig daarop in gaande. Uit te voeren is het echter alleen met practische mannen, liet moet niet worden beunhazerij. Tenslotte vraagt hij, of de vertegen woordigers der Chr. arbeiders het zullen willen dragen, alle voorstellen zijner partij mede te helpen afstemmen 1 De heer WILMER acht de ondersteu ning der werkloozen een moeilijke kwestie Deze mag niet zijn het volle loon, doch ook niet te laag. Het goede midden te houden is lastig. Van georganiseerde liefdadigheid wil de heer v. Eek niet weten, omdat hij zich niet stelt op het standpunt der godsdienstigen, en juist daarin ligt zooveel kracht. De steun van gemeentewege kan den toets der vergelijking doorstaan, maar eenige verbetering acht spr. toch ge wenscht. Zoo gaat z.i. do aftrek van het gezinsloon te ver en den werklooze te zwaar stellend voor de keus tusschen plicht en gemak. Daarom juicht hij de toe gezegde verbetering van den wethouder toe en hij adviseert het aan dezen over te laten een regeling te ontwerpen. Wanneer de beer Groeneveld accoord kan gaan met praeadvies op het voorstel inzake een stortingsdienst, kan hij daar met meegaan. Al is er veel van gezegd, het op schrift stellen, acht hij niet ver keerd. Over het samengaan van godsdienst en S.D.A.P. wil hij alleen dit zeggen, in ,,Het Volk" van een priester nog nooit iets goeds te hebben gelezen Tot slot een waarschuwing. Nu wordt de schuld van het niets doen geworpen op de meerderheid van den raad, straks zal het zijn op de meerderheid van 't college van B. en De heer KNUTTEL wil eerst even iets zeggen over gebrek aan goede manieren, door het rooken 's avonds, waardoor een der vrouwelijke leden al een avond is weggebleven. Dan ter zake van de begroo- ting. De voorwaarden van de S D.A.P. inzake wethouderszetels neemt hij niet al te zwaar. Marchandeercn doet men altijd als men eenmaal dien weg opgegaan is. Ge volg is dan altijd het loslaten van diverse dingen. Twee onverzoenlijke dingen zijn het na tuurlijk bevorderen door de overheid van de belangen van de kapitalistische maat schappij en door deelnemen aan die overheid doet men daaraan mee, al tracht men te verbeteren en de omverwerping daarvan. Dat bewijst ook de uiting van den heer v. Eek niet te willen de ruïne van het kapitalisme, het eenige, wat de arbei dersklasse baat kan geven. Dat de arbeiders uit moreel oogpunt tot de S. D. A. P. zouden komen is volslagen in strijd met het Marxisme. Dat is ook niet zoo, zij doen het uit louter materieele be langen. Het bankroet van het kapitalisme kan men gerust propageeren, want komt onze macht zoover, dat het is le vernietigen, dan hebben we ook de macht onze maatschappij op te bouwen. Wanneer het volle loon aan de werkloozen wordt gegeven, komt 't bedrag nog niet ver uit boven de cijfers der ernstigste crisis jaren en 't is de eenige eisch met een rechts grond. De weldadigheid is altijd een bodemloos vat. Elk bedrag voor het proletariaat is nut tiger besteed aan strijd. Geeft hij iets voor liefdadigheid, dan voelt hij feitelijk iets te doen, wat niet goed is. Wat de belastingcijfers van wethouder Sanders betreft, in de groote steden van Zuid-Holland, waar de meeste menschen wonen, wordt over f 1000 minder betaald en dat is de eenig juiste vergelijking, niet met de gansche provincie. De cursussen voor de werkloozen hebben geen zin. waar juist in de vakken, die wor den gegeven, geen werkverruiming is te ver wachten. Van de regeering is inzake het 8e leerjaar niets te verwachten, die wil zelfs het 7e niet, du9 moet de gemeente er zelf voor zor gen. Eenheidsschool is revolutionaire eisch, herhaalt hij (over het onderwijs in Rusland ontspint zich eenige discussie). Schoolreisjes en projectie-apparaten heeten niet noodza kelijk, doch dan is er zooveel zelfs nog af te schaffen. Hij beveelt ze aan. De vragen, die de wethouder inzake het Daltonsysteem heeft gesteld, waren van een aard, dat het antwoord als werd gesugge reerd. Daarom valt hem de stemuitslag nog mee. Waarom echter een deskundige een proef moest worden geweigerd, begrijpt hij niet. De opvatting van B. en W. inzake toela ting van kinderen tot het U. L. O. bestrijdt hij ten sterkste als nadeelig voor de arbei dersklasse. Een dwaas gebaar oordeelt hij een voor stel als betreffende de Havenbrug, waar voor iedereen is, als het direct kon, en iet wat kinderachtig dat pralen over veldkeien, etc. Voor de straten wordt hier in verhou ding nog wel iels gedaan. Door demping van het Levendaal zal de watervervuiling eerder toe- dan afnemen en de kortste weg bij het verkeer zal men toch blijven volgen. Hij zal daarom niet voor dempen stemmen. Hij eindigt met de waarschuwing het ge beuren in China etc. niet te licht aan le slaan. Mevr. DIETRICH wil iels zeggen over de goede manieren, waarvan de heer Knuttel sprak. Als een vrouw zitting neemt in een of ander bestuur, waarin ook heeren zijn, dan moet zij niet alleen denken aan zich zelf, want dan wordt het voor de hccren- leden een vervelende geschiedenis. Ze moet ook aan deze andoren denken. (Applaus). Mevr. v. ITALLIE heeft den heer Knuttel niet gevraagd hierover te spreken. Zij er niet debet aan. (Tal van interrupties en gelachL Zij klaagt alleen over onbeleefd heid in zoover men altijd zit te gillen als zij aan het woord is. Overigens wil zij er alleen op wijzen, dat er toch ook in Tweede en Eerste Kamer, in de kerk en schouwburg niet gerookt wordt. De- heer v. STRALEN wil hier de zitting doen schorsen. De VOORZITTER: Dat gaat toch niet. dan komen we nooit klaar; wees dan wat korter. De heer v. STRALEN legt vast tegenover de uiting, dat zijn fractie gematigder was, dat het optreden der overzij veel feller is geweest. Komt dat wellicht uit baloorig- heid over den groei der partij en uil vrees voor de naaste toekomst? Het verwijt van propaganda lijkt hem zeer kortzichtig, want zou dan zijn partij straks niet achteruitgaan als hot vooze danrvan bleek? De heer KNUTTEL: Dat is toch al zoo in Duitschland. De heer VAN STRALEN gelooft zelfs, dat de R.-K. werkgevers de beste propagandis ten zijn voor het socialisme in het Zuiden! Spr. oordeelt de conclusie van den wet houder inzake zijn zitten in de subcom missie voor werkverschaffing er totaal naast Het tegenovergestelde is waar. De dienst voor sociale zaken laten B. en W. niet werken zooals behoort, en nu wil men heb ben, dat hij de voorstellen zal doen. Logisch vindt hij ook, dat meer over stij ging der werkloosheid wordt geschreven dan over daling. Met cijfers toont hij dan aan, dat buiten de bouwvakken er ook stij ging is in enkele andere vakken. De cur sussen zullen daarom ook weinig baat ge ven voor vermindering der werkloosheid. Alleen practisch werk geeft uitkomst, her haalt hij en vandaar de voorstellen, die niet bedoeld zijn voor vandaag of morgen, als b.v. de veemarkt, maar die toch zoo spoedig mogelijk rijp voor uitvoering kunnen worden gemaakt. Om kwart voor zes wordt dan de zitting geschorst. Avondzitting. De heer v. STRALEN zet zijn rede voort. Veel succes verwacht hij niet, dus zal hij over werkverruiming en werkverschaffing niet verder uitweiden. Hij dringt nog eens aan op inwilliging van zijn verzoek weer trekkend gewordenen werkloozen in Jan. en Febr. niet van <;okessteun verstoken te laten. De VOORZITTER wijst er op. dat dit toch niet incidenteel nu is op te lossen. Er is in de secties niet over gesproken en een voor stel is niet gedaan. De heer v. STRALEN meent overigens dat inzake steun aan werkloozen nog wel iets te doen i9. Gelet op de toezegging van den wethouder zal hij zijn voorstel inzake niet aftrekken van de eerste f 5 aan gezins inkomsten intrekken, evenals dat over huur- bons. in afwachting wat de wethouder nu zal doen. Dat het B. A. niet zou kunnen worden opgeheven, volgens de Armenwet, ontkent hij. Geenszins was zijn bedoeling de com missie van hijstand te doen bestaan uit de leden van het dan verdwenen B. A. doch uit raadsleden Hij handhaaft zijn aanbod het voorstel terug te nemen mits dan ge reorganiseerd wordt in door hem aange geven zin. Tenslotte komt hij op tegen het standje van den wethouder aan den correspondent van „Het Volk", die z.i. eerder een pluimpje had verdiend. De heer VERWEY wil, gelet op hetgeen de. wethouder zeide over het U.L.O. zijn voorstel terugnemen dienaangaande. In de toekomst zal het wellicht noodig zijn, doch de wethouder lijkt hem diligent. Zijn voorstel betreffende sportterreinen handhaaft hij. Het voorstel betreffende het Dalton- systeem zal hij steunen evenals betreffende het 8e leerjaar als heeft het z.i. weinig zin, nu het 7e leerjaar nog niet verplichtend is. De heer GROENEVELD trekt zijn voor stel betreffende vaste verkeersagenten in, nu de voorzitter toch met een maand heengaal en onbekend is. wie zal opvolgen en hoe deze er tegenoverstaat. De heer HEEMSKERK: misschien brengt hij ze wel mee De heer GROENEVELD moet ontkennen, dat het Gem. Waschbureau in prijs hooger is in 't algemeen, dan de waschinrichtingen, dat toch nog 700 klanten heeft. Den ophaaldienst blijft hij noodig oordee- len, al wil hij de eer wel aan mevr. v. Ital - lie laten, zoo die daar zoo op gesteld is. 't Komt er niet op aan wie het voorstel doet, als het maar goed is. Inzake de ophaaldienst voor schoolgelden sprak hij niet van sabotage van den wethou der, alleen dat deze er niets voor voelden en dus niets aan deed hetgeen hij aannemelijk poogt te maken. Een particuliere ophaaldienst is gevaarlijk waar het is al voorgekomen, dat de penning meester er met het geld van door ging. Bij aannemen van het voorstel wordt de uitvoering opgedragen aan een wethouder, die er niet van wil weten. Deze blijft wel niet eeuwig, maar intusschen is de zaak dan bedorven Het verstandigst lijkt hem daar om het idee Wilmer: prae-advies te vragen. De heer WILBRINK wil het woord klad papier ten aanzien van „alle" voorstellen wel terugnemen al handhaaft hij, dat de propaganda der socialisten slechts één klasse raakt en die verkeerd is en niet in overeen stemming met menschenliefde. Tegenover de socialistische beginselen zet hij de Chr. His'orische. Zijn oorspronkelijk plan voor het Dalton systeem te stemmen heeft hij opgegeven na heigeen de weihouder zeide. Beter oordeelde hij het voorstel inzake een ophaaldienst maar een jaar terug te nemen. Thans te stemmen voor sportterreinen, nu het uitbreidingsplan niet hekend is, acht hij overbodig. Alleen voor de motie Dubbeldeman inzake het badhuis voelt hij wel iels, zoo dit komt in Korevaarstraat of omgeving. De voorstellen van Eek en v Stralen zal hij niet steunen evenmin als de voorstellen Baart, die te beslist van vorm zijn, al voelt hij wel iets voor het principe van het vast aanstellen van losse arbeiders en acht hij uitbetaling van 4/b van het minimumloon ook onjuist. Hij hoopt, dat B. en W. in dezen toezeggingen kunnen doen. De VOORZITTER herinnert er nog eens aan, dat het replieken betreft. Dat vindt hij geen manier van doen. Zoo gaat het ad in finitum door. De heer HEEMSKERK vindt het sympa thiek dat de wethouder zal trachten verbe tering te brengen inzake aftrek van gezins inkomsten en huurbons, zoodat hij evenals de heer v. Stralen zijn voorstel door den heer Schoneveld mede onderteekend terug neemt. Hij heeft niet gepleit voor de afschaffing van het Waschbureau, alleen er op gewezen, dat er niet voldoende aandacht aan wordt geschonken. Voor hef voorstel Baart voelt hij wel. De VOORZITTER zet kort de bezoldiging van het losse personeel uiteen ter verduide lijking. De ophaaldienst voor belastingen acht hij een klein verlies wel waard. De heer DUBBELDEMAN vestigt er do aandacht op, dat zijn fractie een bijz. po sitie inneemt door alle voorstellen en bo vendien oppositie is. De overzij doet eigen lijk niet anders dan herkauwen, wat de wet houders zeiden. Van de rede van den heer Spendel wil hij zeggen: in een zeef gezeefd zou voor de safe niet veel over blijven. De interpellatie Sytsma had hij in een ge heime zitting beter op haar plaats geoor deeld. De heer SYTSMA: Uw raad heb ik niet noodig. De heer DUBBELDEMAN verdedigt dan nogmaals medezeggenschap voor de kamers der gemeente-woningen. Adresseeren is niet zoo slecht, gezien hoe adressen hier toch wel au serieux worden genomen De VOORZITTER: niet in den Haag. De heer DUBBELDEMAN handhaaft zijn voorstel en blijft een woningbeurs noodig oordeelen, ook al zou die iets kosten. Voor het badhuis acht hij het best de plaats van het huis van den heer de Graaf (Zuiderzicht). Een overdekte zwemplaats zal het badhuis niet kunnen vervangen. Zoo iets ligt z.i. meer op den weg van 't particulier initiatief al kan het van gemeentewege zoo er winst aan zit. De VOORZITTER: juist. Maar wacht nu toch het prae-advies af. Over de woningtelling mocht hij niet zwijgen, nu niet duidelijk was vastgelegd, dat bedoeld contract niet was van B. en W. De heer BAART kan in 't algemeen ac coord gaan met het door B. en W. ver klaarde inzake zijn voorstellen. Hij vraagt terugwerkende kracht tot den datum van invoering door B. en W. De VOORZITTER: natuurlijk. Kom dan maar met een lijstje. De heer BAART is dan tevreden in dit opzicht. De kleine nuance tusschen zijn voorstel en de opvatting van B. en W. doet hem zijn voorstel sub a handhaven. Sub b trekt hij in. Uitvoering in eigen beheer aan de licht fabrieken blijft hij aanbevelen bij B. en W. Zijn voorstel betreffende het vast aan stellen van los personeel bedoelt niet slachtoffers te maken en daarom acht hij het principe juist De heer SCHüLLER is bereid zijn voor stel inzake de nieuwe Havenbrug in le trekken na de mededeelingen van B en W. Verder zegt hij geenszins de ambtenaren van Publieke Werken te hebben aangeval len, gelijk zou kunnen worden gehaald uit het Raadsverslag. De heer SPENDEL is dankbaar voor de lof hem van diverse zijden gebracht en dankt den heer v. Eek voor de wijze, waar op hij de kwestie besprak. De les van den heer Sijtsma accepteert hij niet. 11 Februari a.s. in hij 40 jaar in de beweging, al zit hij pas kort in den raad, hetgeen zijn schuld niet is. Een man van 70 behoeft overigens een man van 60 geen raad te geven, meent hij, hoe zich te gedragen in den Lcidschen raad. Ook de heer Witmans heeft aanmerking gemaakt; blijkbaar heeft men zijdelings en terecht daar ook wat van zijn woorden ge voeld. Het liberalisme is toch de bakermat van het socialisme al wil men dat thans niet gaarne hooren. Van het door hem gezegde neemt hij geen woord terug, ook niet na wat de overzij hem particulier heeft gezegd. Dat R.-K. bij de socialisten zijn, is waar, doch ook de R.-K. kunnen afdwalen. Tus schen R.-K. en socialisten liggen te groote verschillen om samen te kunnen gaan. De scheidingslijn tusschen links en rechts komt z. i. niet genoeg uit in den raad en in dien geest zijn uitlating inzake een blok tegen de S. D .A. P. Van zijn kant is nooit medewerking te verwachten, een socialist in het college te brengen en vandaar zijn aandrang tot zijn kiezers toch niet de S. D, A. P. te steunen. De heer ELKERBOUT zegt, dat zijn parti tegen de meeste voorstellen der S. D. A. P. zal stemmen. Praeadvies over den ophaal dienst ziet hij gaarne. De heer SIJTSMA zal van repliek afzien. Dupliek. De VOORZITTER zegt, dat het college niet zal dupliceeren, slechts enkele opmer kingen maken. Hij waarschuwt nog eens voor zijn vertrek inzake de winst der licht fabrieken en inzake dp belastingen. De laatste verhoogen. de tarieven verlagen be vordert den uittocht dubbel. Spr. wijst er den heer Van Eek nog op, dat ook bij zijn partij millionairs zijn, zoo dat deze de scheidingslijn niet zoo scherp moet trekken Den heer Groeneveld zegt hij een proef met vrkeersstrepen toe. Wethouder SANDERS kan geen toezeg ging doen inzake het B. A., behalve toe zegging van iii-overweging-nemen. Een ophaaldienst blijft hij ontraden, doch uit hoffelijkheid zal hij zich tegen prae advies niet verzetten. Den heer Baart kan hij toezegging doen do kwestie nog een9 te berde le brengen, waar dit thuis hoort. Wethouder MULDER raadt aan woning- beurs etc. aan le houden lot na afdoening van de woningtelling. Stemmingen. Hel v o o r s t e 1-G r o e n e v e 1 d inzake den ophaaldienst gaat naar B. en W. voor praeadvies, zoo wordt z. h. st. besloten. Het v o o r 8 t e 1 van den heer Van Eek: De Raad besluit tot wederinvoering der zakelijke belasting op het bedrijf, ge lijk die te Leiden is geheven volgens ver ordening van 8 Augustus 1921, gewijziga bij verordening van 24 April 1922, wordt verworpen met 2210 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Sijtsma en F n uttel. Het voorstel van den heer Van Eek: De Raad van oordeel, dat het be drag, hetwelk in Leiden wordt afgetrok ken voor noodzakelijk levensonderhoud bij den aanslag in de plaatselijke belasting naar liet inkomen te laag is, verzoekt B. en W. een wijziging vaD de plaatselijke belasting naar het inkomen voor te be reiden, waarbij dit bedrag met twee hon derd gulden verhoogd en zoo noodig, om de belasting zoo min mogelijk drukkend to maken voor de kleine en middelmatige in komens, de progressie-schaal wordt gewij zigd, wordt verworpen met 1913 stemmen. Voor de S.D.A.P., de heeren Sijtsma, Witmans, Knuttel, mevr. v. Itallie en mevr. Dietrich. Het voorstel van den heer Van Eek: De Raad besluit tot invoering vaa een belasting van bouwterreinen, gelegen aan bestaande straten, grachten en plei nen, of van gronden, welke ingevolge een krachtens art. 28 der Woningwet goedge keurd plan in de naaste toekomst zijD be stemd voor bouwterrein en zijn gelegen binneD een dooT Gedeputeerde Staten ge trokken kring, tot het invoeren van welke belasting reeds op 7 Februari 1921 door den Raad in beginsel is beslist, wordt verworpen met 1913 6temmen. Voor dezelfden. Het voorstel van den heer Van Eek: De Raad besluit tot het instellen van een levensmiddeleDd pnst, wordt ver worpen met 239 stemmen. Voor de S D.A.P. en den heer KnutteL Het voorstel van den heer Baart: De Raad besluit: a. dat aan losse arbeiders in dienst van de gemeente, en voor welke een Collectieve arbeidsovereenkomst in het particulier be drijf is tot stand gekomen, het loon zal worden betaald wat voor deze arbeiders in deze overeenkomst is bepaald; b. dat verder aan losse arbeiders die geen Collectieve arbeidsovereenkomst heb ben, het minimum der betreffende loon- groep zal worden uitbetaald, en dat aan de arbeiders die in lossen dienst zijn of zijn geweest, welke een lager loon heb ben ontvangen, alsnog het te weinig ge noten loon wordt uitbetaald, wordt inge trokken ook voor sub a. De motie van deD heer Baart: De Raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat het personeel in dienst van de Ge meente, dat een jaar in lossen dienst werk zaam is geweest, in vasten dienst over gaat, wordt na nog eenige discussie tus schen den voorzitter en den voorsteller, verworpen met 21—11 stemmen. Voor de 8.D A.P., de heer Knuttel en de Democraten. Het voorstel van den heer Van Eek: De Raad besluit, dat tot de verga deringen der Raadscommissies, die thans geregeld worden bijgewoond door de di recteuren der bedrijven of diensten, ook toegang zal worden verleend aan verte genwoordigers, gekozen door het in de be treffende bedrijven of diensten werkzame personeel, eD verzoekt B. en W. de daar voor noodige bepalingen te willen ontwer pen, wordt verworpen met 1913 stemmen..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5