NO. 20468
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 3 December
Tweede Blad Anno 1926
Gemeenteraad van Leiden.
(Vervolg van gisteren).
Replieken.
De VOORZITTER vraagt of de leden ge-
egen zijn van de replieken af te zien. B. en
willen gaarne van dupliek afzien. (Enkc-
en roepen ja, anderen neen). Hij dringt
m aan op groote kortheid, opdat men ein
delijk opschiet
De heer v. ECK had gaarne aan het Ver-
oek van den voorzitter voldaan, maar re
liek is soms het belangrijkste der discus-
je en daarom gaat het toch niet.
Veel is gesproken over de 2 wethouders-
etels der S.D.A.P. die de heer Wilmer niet
aarschijnlijk achtte, de heer Knuttel ze
er, terwijl de heer Spendel een soort hei
ige alliantie tegen de S.D.A.P wilde, waar-
- spr. behalve wat den Vrijheidsbond be
ft, echter weinig fidentie heeft.
Ten aanzien van de waarschuwing van
en voorzitter en wethouder Sanders zegt
ij, dat zijn partij wethouderszetels noch
reest noch toejuicht .Alleen op voorwaarde
er gestelde eischen zal zij echter intreden,
e eisch van 2 zetels is rechtvaardig om
nige homogeniteit in het college te krij-
en, gelijk gewenscht is. Daarom nu ook 4
jchtsche leden in het college van vijf, ter-
ijfrechts 1 stem meerderheid heeft.
Verschil tusschen gemeenten met soc.-
:m. wethouders en zonder is er wel dege-
ijk, al erkent hij gaarne, dat in de gemeen-
en met alles niet is, als het hoorde. Het
■wijst alleen, dat elders te vroeg zetels in
et college zijn aanvaard. Vandaar ook de
e eisch, dat er zekerheid moet zijn, dat
ts te bereiken valt, voor en allecr hier
\-dem. wethouders zitting nemen.
Alles zal ook niet bereikt worden, zoo zij
in treden, doch zij zullen dan toch kun-
n aantoónen, dat zij gedaan hebben, wat
ogelijk was, doch dat het pogen faalde.
De heer Wilmer drong aan op georgani-
rde liefdadigheid bij de S.D.A.P., waar
ze partij toch ook geen uitkeering wil op
lijke hoogte als het loon. Maar als dit
■ion dan eens te laag is? Kentering is
-arom merkbaar.
Gezien de ontzettende lasten, die het pro-
tariaat drukken, is zoo'n georganiseerde
efdadigheid onmogelijk.
Spr. meent, dat tegenover den heer Knut-
el, wel een groote lijn te hebben aangege-
n. Hij meent toch, dat de gemeente in de
rste plaats thans heeft tc zorgen voor de
inen, die hulp noodig hebben, dit uit men-
•henliefde, om erger te voorkomen en om
et gemeenschapsgevoel aan te kweeken.
De klassenstrijd zal hij zeker blijven voe-
en, alleen geen onverzoenlijke klassen-
rijd, daar zorgt het kapitalisme zelf wel
oor.
Terwijl spr. voorstaat geleidelijke belas-
iigverbetering, geleidelijke winstderving,
il de heer Knuttel geen rekening houden
et alles, wat hem doet spreken van gelei-
:lijk. Maar wat baat de ruïne der gemeente
n dus de wanorde5 Die staat zijn partij
iet voor. (De heer Knuttel: allemaal
rasen).
Het voorstel Knuttel inzake uitkeering
a vol loon is op zichzelf rationeel als
ze. Meer is het echter niet. Er zijn twee
ctische bezwaren- le. het is onmogelijk,
litiek en economisch, in deze maatschap-
jj. 2e. het is onbillijk Bij hulp treedt sl-
"n op het gemeenschapsgevoel los van
ngrenzen, waardoor de hulp aan de een
n grooter zou zijn dan aan den ander.
De heer Heemskerk ontzegde hem bet
recht te spreken namens 1/4 deel der be
volking, daar er veel bijloopers zijn bij de
S.D.A.P. Wat geeft dat, afgezien van bet
(eit, dat hij iedere partij meer of minder dit
zoo is? 1/4 deel heeft toch socialistisch ge
stemd uit moreel oogpunt.
De heer WILBRINK, of materieel.
De VOORZITTER: Vecht dat volgend har
maar eens uit.
De heer v. ECK meent, dat het niet steu
nen van den heer Heemskerk inzake de
Zondagsrust omdat de raad er niets aan
kan doen, toch verkeerd is,i daar anders dui
delijker kan blijken hoe de raad in meer
derheid denkt. De meerderheid der bevol
king staat z. i. zeker aan zijn zijde.
Het uitschelden der voorstellen zijner
fractie noemt hij ongepast. Hoe kan men
verwachten zelf ernstig te worden genomen,
Wanneer men een andere partij niet ernstig
neemt?
Medezeggenschap is een zelfde begrip, al
loopen de partijen uiteen ijl het doel, dat
men er mee nastreeft, dit tegenover den
heer Eikerbout bij zijn ontkenning van zijn
citaat over mr Sibrandy.
Wij zitten hier voor propaganda, doch
niet alleen. Ook om practisch iets te berei
kon en mee te werken aan het algemeen
belang, zoo verzekert hij den heer Wil
link, die het verschil tusschen groote in
komens, zooals spr bedoelde en zooals deze
°ok noemde bij de S.D.A.P. niet wilde zien
de aandacht van de kapitalisten af te
'oiden, welk verschil hij nog nader uiteen
zet
Do zakelijke belasting op 't bedrijf is in
"e gevolgen erg opgeblazen. Hij kan niet
p zien, dat de industrie hier noemenswaard
jst er van zou ondervinden en aan de an-
zijde geeft het in de gemeentekas toch
*njge baat.
Nu de heer Spendel. (Tal van in ter-
opties).
fc'pr. ontkent ten stelligste, dat zijn partij
050 godsdienst bestrjjdt, al zijn er zulke
fcenschen onder de leden. Anderen staan
Verschil lig, maar zeer velen meenen juist
^inlist te moeten worden door hun gods
dienstige gevoelens, zie bgv. het aantal
^uuoe's, die lid zijn. Nu moet de heer
^Perxiei niet zeggen, dat is de ware god»-
U'ensi met; wie zal uitmaken, wat de ware
8°dsdienst is? Aa» „Het Volk" denkt men
88 spr. Doch wanneer men daar denkt,
eeo priester verkeerd doet, dan wordt
als persoon beschouwd, en dat doet
*>en<*e' ®e^aar 6611 gro°t
ft at betreft een nieuw wereldpaleis,
stoiri op rechtvaardigheid en naasten-
waarvan de heer Spendel sprak,
heerschen, die dan al in het Zuiden, waar
de R.-K. overwegenden, zelfs volledigen
invloed oefenen?
Hij raadt daarom aan: zuivering van de
fouten met iedere partg zelf verrichten.
Spr. schroomt ook niet fouten aan de kaak
te stellen, waar hij die ziet in de S.D.A.P.
Laat men zich niet iniaten met eikaars
fouten.
Dat de voorzitter bezwaren heeft, dat
de raad zich uitspreekt over dingen, niet
te zyner competentie, is niet democratisch.
Hij zal trouwens ook wel veranderen, gelijk
al over politie-aangelegenhe.ien gebeurt. Ook
te dezen aanzien is de burgemeester niet
vtrplicht inlichtingen te geven, doch overal
doet men het.
De VOORZITTER wjjst er op, dat noch
de burgemeester, noch da wethouders ver
antwoordelijk zijn aan den raad voor de
uitvoering der wetten, dat is de kwestie.
Iets vragen mag de raad altijd.
De heer v. ECK zegt verder, dat de
begrooting der bedrijven werkelijk opge
maakt is dit jaar als de vooruitzichten
waren, in tegenstelling met vroeger.
Daarom heeft hij geen voorstel ge
daan tot verlaging der tarieven. Later is
de winst opgevoerd, maar ook door uitstel
van noodige verbeteringen en daarom durft
hij verlaging nu ook niet aan, opdat niet
wellicht volgend jaar voer moet worden
verhoogd.
Het voorstel tot belasting van bouw
terreinen wil hij intrekken, zoo B. en W.
toezeggen deze te zullen invoeren zoodia
de uitbreidingsplannen gereed zijn.
Waarom medezeggenschap in strijd zou
zijn met de wet Degrgpt hij niet en iiij
blijft deze aanbevelen evenals levensmidde
len voorziening. L>e gemeente zorgt toch ook
voor gem. elektriciteit en zooveel. Waar
om mag de gemeente zich dan niet bewegen
op dit terrein. In Amsterdam is de practijk
goed, houdt hg vol, uitvoerig daarop in
gaande.
Uit te voeren is het echter alleen met
practische mannen, liet moet niet worden
beunhazerij.
Tenslotte vraagt hij, of de vertegen
woordigers der Chr. arbeiders het zullen
willen dragen, alle voorstellen zijner partij
mede te helpen afstemmen 1
De heer WILMER acht de ondersteu
ning der werkloozen een moeilijke kwestie
Deze mag niet zijn het volle loon, doch
ook niet te laag. Het goede midden te
houden is lastig.
Van georganiseerde liefdadigheid wil de
heer v. Eek niet weten, omdat hij zich niet
stelt op het standpunt der godsdienstigen,
en juist daarin ligt zooveel kracht.
De steun van gemeentewege kan den
toets der vergelijking doorstaan, maar
eenige verbetering acht spr. toch ge
wenscht. Zoo gaat z.i. do aftrek van het
gezinsloon te ver en den werklooze te
zwaar stellend voor de keus tusschen
plicht en gemak. Daarom juicht hij de toe
gezegde verbetering van den wethouder
toe en hij adviseert het aan dezen over
te laten een regeling te ontwerpen.
Wanneer de beer Groeneveld accoord
kan gaan met praeadvies op het voorstel
inzake een stortingsdienst, kan hij daar
met meegaan. Al is er veel van gezegd,
het op schrift stellen, acht hij niet ver
keerd.
Over het samengaan van godsdienst en
S.D.A.P. wil hij alleen dit zeggen, in ,,Het
Volk" van een priester nog nooit iets
goeds te hebben gelezen
Tot slot een waarschuwing. Nu wordt de
schuld van het niets doen geworpen op
de meerderheid van den raad, straks zal
het zijn op de meerderheid van 't college
van B. en
De heer KNUTTEL wil eerst even iets
zeggen over gebrek aan goede manieren,
door het rooken 's avonds, waardoor een
der vrouwelijke leden al een avond is
weggebleven. Dan ter zake van de begroo-
ting.
De voorwaarden van de S D.A.P. inzake
wethouderszetels neemt hij niet al te
zwaar. Marchandeercn doet men altijd als
men eenmaal dien weg opgegaan is. Ge
volg is dan altijd het loslaten van diverse
dingen.
Twee onverzoenlijke dingen zijn het na
tuurlijk bevorderen door de overheid van
de belangen van de kapitalistische maat
schappij en door deelnemen aan die
overheid doet men daaraan mee, al tracht
men te verbeteren en de omverwerping
daarvan. Dat bewijst ook de uiting van den
heer v. Eek niet te willen de ruïne van
het kapitalisme, het eenige, wat de arbei
dersklasse baat kan geven.
Dat de arbeiders uit moreel oogpunt tot
de S. D. A. P. zouden komen is volslagen
in strijd met het Marxisme. Dat is ook niet
zoo, zij doen het uit louter materieele be
langen.
Het bankroet van het kapitalisme kan
men gerust propageeren, want komt onze
macht zoover, dat het is le vernietigen, dan
hebben we ook de macht onze maatschappij
op te bouwen.
Wanneer het volle loon aan de werkloozen
wordt gegeven, komt 't bedrag nog niet ver
uit boven de cijfers der ernstigste crisis
jaren en 't is de eenige eisch met een rechts
grond.
De weldadigheid is altijd een bodemloos
vat. Elk bedrag voor het proletariaat is nut
tiger besteed aan strijd. Geeft hij iets voor
liefdadigheid, dan voelt hij feitelijk iets te
doen, wat niet goed is.
Wat de belastingcijfers van wethouder
Sanders betreft, in de groote steden van
Zuid-Holland, waar de meeste menschen
wonen, wordt over f 1000 minder betaald
en dat is de eenig juiste vergelijking, niet
met de gansche provincie.
De cursussen voor de werkloozen hebben
geen zin. waar juist in de vakken, die wor
den gegeven, geen werkverruiming is te ver
wachten.
Van de regeering is inzake het 8e leerjaar
niets te verwachten, die wil zelfs het 7e
niet, du9 moet de gemeente er zelf voor zor
gen. Eenheidsschool is revolutionaire eisch,
herhaalt hij (over het onderwijs in Rusland
ontspint zich eenige discussie). Schoolreisjes
en projectie-apparaten heeten niet noodza
kelijk, doch dan is er zooveel zelfs nog af
te schaffen. Hij beveelt ze aan.
De vragen, die de wethouder inzake het
Daltonsysteem heeft gesteld, waren van een
aard, dat het antwoord als werd gesugge
reerd. Daarom valt hem de stemuitslag nog
mee. Waarom echter een deskundige een
proef moest worden geweigerd, begrijpt hij
niet.
De opvatting van B. en W. inzake toela
ting van kinderen tot het U. L. O. bestrijdt
hij ten sterkste als nadeelig voor de arbei
dersklasse.
Een dwaas gebaar oordeelt hij een voor
stel als betreffende de Havenbrug, waar
voor iedereen is, als het direct kon, en iet
wat kinderachtig dat pralen over veldkeien,
etc. Voor de straten wordt hier in verhou
ding nog wel iels gedaan.
Door demping van het Levendaal zal de
watervervuiling eerder toe- dan afnemen en
de kortste weg bij het verkeer zal men toch
blijven volgen. Hij zal daarom niet voor
dempen stemmen.
Hij eindigt met de waarschuwing het ge
beuren in China etc. niet te licht aan le
slaan.
Mevr. DIETRICH wil iels zeggen over de
goede manieren, waarvan de heer Knuttel
sprak. Als een vrouw zitting neemt in een
of ander bestuur, waarin ook heeren zijn,
dan moet zij niet alleen denken aan zich
zelf, want dan wordt het voor de hccren-
leden een vervelende geschiedenis. Ze moet
ook aan deze andoren denken. (Applaus).
Mevr. v. ITALLIE heeft den heer Knuttel
niet gevraagd hierover te spreken. Zij er
niet debet aan. (Tal van interrupties en
gelachL Zij klaagt alleen over onbeleefd
heid in zoover men altijd zit te gillen als zij
aan het woord is. Overigens wil zij er alleen
op wijzen, dat er toch ook in Tweede en
Eerste Kamer, in de kerk en schouwburg
niet gerookt wordt.
De- heer v. STRALEN wil hier de zitting
doen schorsen.
De VOORZITTER: Dat gaat toch niet.
dan komen we nooit klaar; wees dan wat
korter.
De heer v. STRALEN legt vast tegenover
de uiting, dat zijn fractie gematigder was,
dat het optreden der overzij veel feller is
geweest. Komt dat wellicht uit baloorig-
heid over den groei der partij en uil vrees
voor de naaste toekomst?
Het verwijt van propaganda lijkt hem
zeer kortzichtig, want zou dan zijn partij
straks niet achteruitgaan als hot vooze
danrvan bleek?
De heer KNUTTEL: Dat is toch al zoo
in Duitschland.
De heer VAN STRALEN gelooft zelfs, dat
de R.-K. werkgevers de beste propagandis
ten zijn voor het socialisme in het Zuiden!
Spr. oordeelt de conclusie van den wet
houder inzake zijn zitten in de subcom
missie voor werkverschaffing er totaal naast
Het tegenovergestelde is waar. De dienst
voor sociale zaken laten B. en W. niet
werken zooals behoort, en nu wil men heb
ben, dat hij de voorstellen zal doen.
Logisch vindt hij ook, dat meer over stij
ging der werkloosheid wordt geschreven
dan over daling. Met cijfers toont hij dan
aan, dat buiten de bouwvakken er ook stij
ging is in enkele andere vakken. De cur
sussen zullen daarom ook weinig baat ge
ven voor vermindering der werkloosheid.
Alleen practisch werk geeft uitkomst, her
haalt hij en vandaar de voorstellen, die niet
bedoeld zijn voor vandaag of morgen, als
b.v. de veemarkt, maar die toch zoo spoedig
mogelijk rijp voor uitvoering kunnen worden
gemaakt.
Om kwart voor zes wordt dan de zitting
geschorst.
Avondzitting.
De heer v. STRALEN zet zijn rede voort.
Veel succes verwacht hij niet, dus zal hij
over werkverruiming en werkverschaffing
niet verder uitweiden. Hij dringt nog eens
aan op inwilliging van zijn verzoek weer
trekkend gewordenen werkloozen in Jan. en
Febr. niet van <;okessteun verstoken te
laten.
De VOORZITTER wijst er op. dat dit toch
niet incidenteel nu is op te lossen. Er is in
de secties niet over gesproken en een voor
stel is niet gedaan.
De heer v. STRALEN meent overigens
dat inzake steun aan werkloozen nog wel
iets te doen i9. Gelet op de toezegging van
den wethouder zal hij zijn voorstel inzake
niet aftrekken van de eerste f 5 aan gezins
inkomsten intrekken, evenals dat over huur-
bons. in afwachting wat de wethouder nu
zal doen.
Dat het B. A. niet zou kunnen worden
opgeheven, volgens de Armenwet, ontkent
hij. Geenszins was zijn bedoeling de com
missie van hijstand te doen bestaan uit de
leden van het dan verdwenen B. A. doch
uit raadsleden Hij handhaaft zijn aanbod
het voorstel terug te nemen mits dan ge
reorganiseerd wordt in door hem aange
geven zin.
Tenslotte komt hij op tegen het standje
van den wethouder aan den correspondent
van „Het Volk", die z.i. eerder een pluimpje
had verdiend.
De heer VERWEY wil, gelet op hetgeen
de. wethouder zeide over het U.L.O. zijn
voorstel terugnemen dienaangaande. In de
toekomst zal het wellicht noodig zijn, doch
de wethouder lijkt hem diligent.
Zijn voorstel betreffende sportterreinen
handhaaft hij.
Het voorstel betreffende het Dalton-
systeem zal hij steunen evenals betreffende
het 8e leerjaar als heeft het z.i. weinig zin,
nu het 7e leerjaar nog niet verplichtend is.
De heer GROENEVELD trekt zijn voor
stel betreffende vaste verkeersagenten in, nu
de voorzitter toch met een maand heengaal
en onbekend is. wie zal opvolgen en hoe
deze er tegenoverstaat.
De heer HEEMSKERK: misschien brengt
hij ze wel mee
De heer GROENEVELD moet ontkennen,
dat het Gem. Waschbureau in prijs hooger
is in 't algemeen, dan de waschinrichtingen,
dat toch nog 700 klanten heeft.
Den ophaaldienst blijft hij noodig oordee-
len, al wil hij de eer wel aan mevr. v. Ital -
lie laten, zoo die daar zoo op gesteld is. 't
Komt er niet op aan wie het voorstel doet,
als het maar goed is.
Inzake de ophaaldienst voor schoolgelden
sprak hij niet van sabotage van den wethou
der, alleen dat deze er niets voor voelden en
dus niets aan deed hetgeen hij aannemelijk
poogt te maken.
Een particuliere ophaaldienst is gevaarlijk
waar het is al voorgekomen, dat de penning
meester er met het geld van door ging.
Bij aannemen van het voorstel wordt de
uitvoering opgedragen aan een wethouder,
die er niet van wil weten. Deze blijft wel
niet eeuwig, maar intusschen is de zaak dan
bedorven Het verstandigst lijkt hem daar
om het idee Wilmer: prae-advies te vragen.
De heer WILBRINK wil het woord klad
papier ten aanzien van „alle" voorstellen
wel terugnemen al handhaaft hij, dat de
propaganda der socialisten slechts één klasse
raakt en die verkeerd is en niet in overeen
stemming met menschenliefde. Tegenover
de socialistische beginselen zet hij de Chr.
His'orische.
Zijn oorspronkelijk plan voor het Dalton
systeem te stemmen heeft hij opgegeven na
heigeen de weihouder zeide.
Beter oordeelde hij het voorstel inzake
een ophaaldienst maar een jaar terug te
nemen.
Thans te stemmen voor sportterreinen, nu
het uitbreidingsplan niet hekend is, acht hij
overbodig.
Alleen voor de motie Dubbeldeman inzake
het badhuis voelt hij wel iels, zoo dit komt
in Korevaarstraat of omgeving.
De voorstellen van Eek en v Stralen zal
hij niet steunen evenmin als de voorstellen
Baart, die te beslist van vorm zijn, al voelt
hij wel iets voor het principe van het vast
aanstellen van losse arbeiders en acht hij
uitbetaling van 4/b van het minimumloon
ook onjuist. Hij hoopt, dat B. en W. in dezen
toezeggingen kunnen doen.
De VOORZITTER herinnert er nog eens
aan, dat het replieken betreft. Dat vindt hij
geen manier van doen. Zoo gaat het ad in
finitum door.
De heer HEEMSKERK vindt het sympa
thiek dat de wethouder zal trachten verbe
tering te brengen inzake aftrek van gezins
inkomsten en huurbons, zoodat hij evenals
de heer v. Stralen zijn voorstel door den
heer Schoneveld mede onderteekend terug
neemt.
Hij heeft niet gepleit voor de afschaffing
van het Waschbureau, alleen er op gewezen,
dat er niet voldoende aandacht aan wordt
geschonken.
Voor hef voorstel Baart voelt hij wel.
De VOORZITTER zet kort de bezoldiging
van het losse personeel uiteen ter verduide
lijking.
De ophaaldienst voor belastingen acht hij
een klein verlies wel waard.
De heer DUBBELDEMAN vestigt er do
aandacht op, dat zijn fractie een bijz. po
sitie inneemt door alle voorstellen en bo
vendien oppositie is. De overzij doet eigen
lijk niet anders dan herkauwen, wat de wet
houders zeiden.
Van de rede van den heer Spendel wil
hij zeggen: in een zeef gezeefd zou voor de
safe niet veel over blijven.
De interpellatie Sytsma had hij in een ge
heime zitting beter op haar plaats geoor
deeld.
De heer SYTSMA: Uw raad heb ik niet
noodig.
De heer DUBBELDEMAN verdedigt dan
nogmaals medezeggenschap voor de kamers
der gemeente-woningen.
Adresseeren is niet zoo slecht, gezien hoe
adressen hier toch wel au serieux worden
genomen
De VOORZITTER: niet in den Haag.
De heer DUBBELDEMAN handhaaft zijn
voorstel en blijft een woningbeurs noodig
oordeelen, ook al zou die iets kosten.
Voor het badhuis acht hij het best de
plaats van het huis van den heer de Graaf
(Zuiderzicht). Een overdekte zwemplaats zal
het badhuis niet kunnen vervangen. Zoo iets
ligt z.i. meer op den weg van 't particulier
initiatief al kan het van gemeentewege zoo
er winst aan zit.
De VOORZITTER: juist. Maar wacht nu
toch het prae-advies af.
Over de woningtelling mocht hij niet
zwijgen, nu niet duidelijk was vastgelegd,
dat bedoeld contract niet was van B. en W.
De heer BAART kan in 't algemeen ac
coord gaan met het door B. en W. ver
klaarde inzake zijn voorstellen. Hij vraagt
terugwerkende kracht tot den datum van
invoering door B. en W.
De VOORZITTER: natuurlijk. Kom dan
maar met een lijstje.
De heer BAART is dan tevreden in dit
opzicht. De kleine nuance tusschen zijn
voorstel en de opvatting van B. en W. doet
hem zijn voorstel sub a handhaven. Sub b
trekt hij in.
Uitvoering in eigen beheer aan de licht
fabrieken blijft hij aanbevelen bij B. en W.
Zijn voorstel betreffende het vast aan
stellen van los personeel bedoelt niet
slachtoffers te maken en daarom acht hij
het principe juist
De heer SCHüLLER is bereid zijn voor
stel inzake de nieuwe Havenbrug in le
trekken na de mededeelingen van B en W.
Verder zegt hij geenszins de ambtenaren
van Publieke Werken te hebben aangeval
len, gelijk zou kunnen worden gehaald uit
het Raadsverslag.
De heer SPENDEL is dankbaar voor de
lof hem van diverse zijden gebracht en
dankt den heer v. Eek voor de wijze, waar
op hij de kwestie besprak. De les van den
heer Sijtsma accepteert hij niet. 11 Februari
a.s. in hij 40 jaar in de beweging, al zit hij
pas kort in den raad, hetgeen zijn schuld
niet is. Een man van 70 behoeft overigens
een man van 60 geen raad te geven, meent
hij, hoe zich te gedragen in den Lcidschen
raad.
Ook de heer Witmans heeft aanmerking
gemaakt; blijkbaar heeft men zijdelings en
terecht daar ook wat van zijn woorden ge
voeld. Het liberalisme is toch de bakermat
van het socialisme al wil men dat thans niet
gaarne hooren.
Van het door hem gezegde neemt hij geen
woord terug, ook niet na wat de overzij
hem particulier heeft gezegd.
Dat R.-K. bij de socialisten zijn, is waar,
doch ook de R.-K. kunnen afdwalen. Tus
schen R.-K. en socialisten liggen te groote
verschillen om samen te kunnen gaan.
De scheidingslijn tusschen links en
rechts komt z. i. niet genoeg uit in den raad
en in dien geest zijn uitlating inzake een
blok tegen de S. D .A. P.
Van zijn kant is nooit medewerking te
verwachten, een socialist in het college te
brengen en vandaar zijn aandrang tot zijn
kiezers toch niet de S. D, A. P. te steunen.
De heer ELKERBOUT zegt, dat zijn parti
tegen de meeste voorstellen der S. D. A. P.
zal stemmen. Praeadvies over den ophaal
dienst ziet hij gaarne.
De heer SIJTSMA zal van repliek afzien.
Dupliek.
De VOORZITTER zegt, dat het college
niet zal dupliceeren, slechts enkele opmer
kingen maken. Hij waarschuwt nog eens
voor zijn vertrek inzake de winst der licht
fabrieken en inzake dp belastingen. De
laatste verhoogen. de tarieven verlagen be
vordert den uittocht dubbel.
Spr. wijst er den heer Van Eek nog op,
dat ook bij zijn partij millionairs zijn, zoo
dat deze de scheidingslijn niet zoo scherp
moet trekken
Den heer Groeneveld zegt hij een proef
met vrkeersstrepen toe.
Wethouder SANDERS kan geen toezeg
ging doen inzake het B. A., behalve toe
zegging van iii-overweging-nemen.
Een ophaaldienst blijft hij ontraden, doch
uit hoffelijkheid zal hij zich tegen prae
advies niet verzetten.
Den heer Baart kan hij toezegging doen
do kwestie nog een9 te berde le brengen,
waar dit thuis hoort.
Wethouder MULDER raadt aan woning-
beurs etc. aan le houden lot na afdoening
van de woningtelling.
Stemmingen.
Hel v o o r s t e 1-G r o e n e v e 1 d inzake
den ophaaldienst gaat naar B. en W. voor
praeadvies, zoo wordt z. h. st. besloten.
Het v o o r 8 t e 1 van den heer Van
Eek: De Raad besluit tot wederinvoering
der zakelijke belasting op het bedrijf, ge
lijk die te Leiden is geheven volgens ver
ordening van 8 Augustus 1921, gewijziga
bij verordening van 24 April 1922, wordt
verworpen met 2210 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Sijtsma
en F n uttel.
Het voorstel van den heer Van
Eek: De Raad van oordeel, dat het be
drag, hetwelk in Leiden wordt afgetrok
ken voor noodzakelijk levensonderhoud bij
den aanslag in de plaatselijke belasting
naar liet inkomen te laag is, verzoekt B.
en W. een wijziging vaD de plaatselijke
belasting naar het inkomen voor te be
reiden, waarbij dit bedrag met twee hon
derd gulden verhoogd en zoo noodig, om
de belasting zoo min mogelijk drukkend to
maken voor de kleine en middelmatige in
komens, de progressie-schaal wordt gewij
zigd, wordt verworpen met 1913
stemmen.
Voor de S.D.A.P., de heeren Sijtsma,
Witmans, Knuttel, mevr. v. Itallie en mevr.
Dietrich.
Het voorstel van den heer Van
Eek: De Raad besluit tot invoering vaa
een belasting van bouwterreinen, gelegen
aan bestaande straten, grachten en plei
nen, of van gronden, welke ingevolge een
krachtens art. 28 der Woningwet goedge
keurd plan in de naaste toekomst zijD be
stemd voor bouwterrein en zijn gelegen
binneD een dooT Gedeputeerde Staten ge
trokken kring, tot het invoeren van welke
belasting reeds op 7 Februari 1921 door
den Raad in beginsel is beslist, wordt
verworpen met 1913 6temmen.
Voor dezelfden.
Het voorstel van den heer Van
Eek: De Raad besluit tot het instellen
van een levensmiddeleDd pnst, wordt ver
worpen met 239 stemmen.
Voor de S D.A.P. en den heer KnutteL
Het voorstel van den heer Baart:
De Raad besluit:
a. dat aan losse arbeiders in dienst van
de gemeente, en voor welke een Collectieve
arbeidsovereenkomst in het particulier be
drijf is tot stand gekomen, het loon zal
worden betaald wat voor deze arbeiders
in deze overeenkomst is bepaald;
b. dat verder aan losse arbeiders die
geen Collectieve arbeidsovereenkomst heb
ben, het minimum der betreffende loon-
groep zal worden uitbetaald, en dat aan
de arbeiders die in lossen dienst zijn
of zijn geweest, welke een lager loon heb
ben ontvangen, alsnog het te weinig ge
noten loon wordt uitbetaald, wordt inge
trokken ook voor sub a.
De motie van deD heer Baart:
De Raad spreekt de wenschelijkheid uit,
dat het personeel in dienst van de Ge
meente, dat een jaar in lossen dienst werk
zaam is geweest, in vasten dienst over
gaat, wordt na nog eenige discussie tus
schen den voorzitter en den voorsteller,
verworpen met 21—11 stemmen.
Voor de 8.D A.P., de heer Knuttel en
de Democraten.
Het voorstel van den heer Van
Eek: De Raad besluit, dat tot de verga
deringen der Raadscommissies, die thans
geregeld worden bijgewoond door de di
recteuren der bedrijven of diensten, ook
toegang zal worden verleend aan verte
genwoordigers, gekozen door het in de be
treffende bedrijven of diensten werkzame
personeel, eD verzoekt B. en W. de daar
voor noodige bepalingen te willen ontwer
pen, wordt verworpen met 1913
stemmen..