vn fotdgrrm i df wilde hertogin. No. 20450 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 November Derde Blad Anno 1926* DAT SPREEKT GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Holland ontvangen bericht, de matroos Zwaan door een stortzee om- boord ge- slager en verdronkeiL Zwaan W3S te Rotr teraam woonachtig. HET ONGEVAL BIJ HALFWEG. D wachter P. Hamelink uit Haarlemmer meer, die Dinsdagavond aan de Zwetbrug onder Halfweg bij het daar geplaatste wacht huisje door een auto werd overreden en zeer ernstig gewond werd, is in het St. Eli sabeth gasthuis te Haarlem overleden. DE GOUDZOEKER. De 21-jarige Duitscher K., die dank zij de activiteit van twee Bloemendaalsche politie mannen geknipt werd, toen hij met zijn buit uit de villa van mevr Coninck Westenberg Calkoen te Aerdenhout per E.S.M naar Amsterdam vertrekken wou, is een eigen aardig man Men staat nog voor de vraag: Is hij een slimme simulant of een abnormale zonderling? Als zijn blik valt op de in be slag genomen gouden voorwerpen, die hij buitgemaakt had, schitteren zijn oogen en aroept hij in bewondering uit: „Gold gold!" Verder mompelt hij iets, wat beteekenen moet: „Wat is goud toch mooi!" Als men gelooven mag wat de Duitscher vertelt, heeft hij in zijn jonge leven al heel wat doorgemaakt München is zijn officieele woonplaats, waar hij al eenigen tijd in de gevangenis heeft doorgebracht. Na zijn vrij lating heeft hij eerst in Zwitserland ver toefd. waar hij als ongewenschte vreemde ling over de grens werd gezet. Hij heeft door Frankrijk en België gezworven en is ten slotte te Rotterdam gekomen, waar hij beweert gewerkt te hebben. Daarna is hij steeds noordelijker getrokken en eindelijk was hij te Haarlem gekomen. De naam Bent veld had veel indruk op hem gemaakt. Ik dacht dadelijk, zei hij: hier moet goud te vinden zijn. Zijn aandeel in het goudbezit van de wereld moest hij daar vinden. Dins dag omstreeks half twaalf ging hij met de tram naar Bentveld en hij heeft daar, naar hij verklaarde, naar goud loopen zoeken. Ik heb, zoo vervolgde hij zijn verhaal, steeds ondervondenZoolang iemand zoekt, vindt hij, en het goud heb ik dan ook gevonden al was het dan niet in Bentveld, dan toch dicht daarbij. Van de belichting, het goud gestolen te hebben, wil hij niets weten; niet gestolen, alleen afgehaald, is zijn uitlegging. De commissaris van politie te Zandvoort deelde het volgende mee aan de „N. R.Ct.": De aangehouden Duitscher is naar Zand- voor gebracht, omdat hij verdacht werd, drie weken geleden ook te hebben ingebroken in de onbewoonde villa aan den Boulevard de Favauge. In een bed, waarin de inbreker dien nacht blijkbaar rustig heeft geslapen, is een tramkaartje gevonden, dat verkocht is den avond voor de inbraak te Zanlvoort aan een persoon, die 's avonds met de laatste tram van Haarlem naar Zandvoort was ge gaan. De afgifte van dit kaartje door den conducteur heeft plaats gehad in tegenwoor digheid van vier Zandvoorters. Al deze vijf personen hebben in den Duitscher den man herkend, die het kaartje dien avond heeft gekocht De herkenning was daarom gemak kelijk, omdat op zijn jas een zilveren speldje bevestigd was, voorstellende een zilveren baarsje, wat het insigne is van de Henge laarsclub Tusschen het Riet. Ook dit speldje is drie weken geleden in het bewuste bed ge vonden. De man heeft zeer waarschijnlijk eenige weken geleden ook inbraak gepleegd in een te Heemstede liggende motorboot. Daar is een insigne, voorstellende een zilveren baarsje, ontvreemd Ook is daar gestolen een damesvest, en ditzelfde vest had de Duit scher nu aan. De Duitscher ontkent intusschen halsstar rig. de inbraken te Zantvoort en te Heem slede te hebben gepleegd. JEUGDIGE BOEFJES. Sedert eenigen tijd werden bij de politie te Roosendaal voortdurend aangiften ge daan van kleine diefstallen, meerendeels door caféhouders en winkeliers, die grootere of kleinere bedragen uit de lade misten. De politie mocht er thans in slagen een tweetal jeugdige boefjes achter slot en grendel te zetten. Zekere W. J. en G. de Gr. die bij na der onderzoek aan een groot gedeelte dezer diefstallen schuldig bleken. Hun laatste ver grijp pleegden ze in het kantoor van het lompenmagazijn van den heer Tree aan de Spoorstraat, waar zij zich meester maakten van 5 rolletjes dubbeltjes, te samen f 60. Ze gebruikten het geld voor snoeperijen, sigaretten en bioscoop. Er schijnt nog een derde jongen bij het complot betrokken te zijn. AUTO DOOR DEN TRAM GEGREPEN. Op de St Annalaan te Nijmegen is een auto, bij het passeeren van de Maasbuurt- stoomtram door de locomotief aan de ach terzijde gegrepen en zoo goed als geheel vernield. Persoonlijke ongelukken hadden i niet plaats. SCHIP GEZONKEN. Gistermiddag is op de Waal onder Her wijnen gezonken het schip Scheepvaart 5, groot 69 ton van de gebr. Roest Co., te Schiedam. De schipper, J. v. d* Sluys, en zjjii knecht werden gered. GROOTE BOERDERIJ AFGEBRAND. Gisternacht is een stelphuizinge te Deer- sum, eigenaar jhr. Godin de Beaufort in Den Haag, en bewoond door den heer Theu- nis Sijbrandi, totaal afgebrand. Omstreeks 12 uur 's nachts hoorde de bewoner een eigenaardig lawaai, de dakpannen n.l. vie len al kletterend op den zolder. De heer Sij brandi stond natuurlijk dadelijk op en ont dekte, dat de middelste golle in lichten laaie stond. Onmiddellijk werd in de woonslaap- kamer een raam opengeschoven, waardoor de bewoners, man, vrouw en zeven kinde ren van 5 tot 14 jaar een der kleinen lag met een gebroken arm te bed zich uit de woning konden verwijderen. In het dorp had de arbeider A. Wallinga reeds ontdekt, dat de hoeve in vlammen stond en alarm gemaakt. Om twee uur arriveerde de motorbrand spuit uit Rauwerd. Evenwel de felle Zuiden wind had het vuur reeds zoodanig aange- wakkerd, dat niets meer gered kon worden. Zelfs het kistje, dat het huurcontract en de waardepapieren bevatte, moest worden ach tergelaten. De heer Sijbrandi kon slechts zijn portefeuille inet geld meenemen. Ook de op stal staande dieren, 29 koeien, 10 hokkelingen en 1 kalf, benevens al het pluimvee, kwamen in de vlammen om. De kalverieren liepen in het land cn zijn dus in het leven gebleven alsook de paarden, die gisteravond bij wijze van uitzondering inde weide waren achtergelaten. De 10-jarige Gosse, het zoontje van den boer, die belast was met het stallen van deze dieren, had ze gisteravond in verband met de drukte van het St. Maartensvuurtje, dat de kinderen op 10 November plegen te branden, maar laten loopen. VERDRONKEN. Te Hooghalen is de hulpbesteller der posterijen de heer J. Wold, die per rijwiel de buitenbestelling deed, door de duisternis misleid, in het Oranje-kanaal geraakt en verdronken. Veldwachter, (tot een boer, die varkens voortdrijft): Zeg weet je niet, dat hier slechts voetgangers mogen loopen? Boer (op de varkens wijzend). Noem je dat soms cavalerie? NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Varik. H. Kluin, te Angeren. Bedankt: Voor Kamperland, A. M. v. d. Most van Spijk, te Opwierde. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Eede, W. Seinen, te Opper does. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Zwijndrecht, W. J. van Ree te Schiedam. Bedankt: Voor Nieuwe-Pekela, J. L. de Vries te Rijnsburg. DE GEREFORMEERDE KERKEN. Gisteravond is een vergadering gehouden van ongeveer vjjftig „bezwaarde" leden der Gerei. Kerk van Amsterdam-West, die nog RECLAME. VAN OUDS BONGENAAD APOT HE K E R-SÖ'JK. 27- T E L 306. 9922 niet, zooals andere bezwaarden, tot de Ned. Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid waren overgegaan. Op de vergadering werd besloten, dat men zich en bloc zou aansluiten bij da Ned. Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid, al dus „Het Hbld.". Men wil het aan den Raad dezer gemeente overlaten, later uit to maken, of de stichting van een Ned. Geref. Kerk te Amsterdam-Weet wensche- ljjk is. De classis Workum heeft gisteren de zaak van ds. S. P. Vermeer te 0ud6mirdum naar een commissie verwezen en is daarop verdaagd tot 24 November. VRIJZINNIG-HERVORMDEN IN Z.-HOLLAND. De Prov. Vereeniging van Vrijzinnig-Her vormden in Z.-Holland hield haar najaars vergadering in Hotel De Burcht te Voorburg onder leiding van d9. J. P. de Graaf van Naaldwijk. In zijn openingswoord wees spr. er op, dat van de vrijzinnige gemeenten in Z.-Holland slechts vacant zijn Zwartewaal en Kedichem. Wat de jl. gehouden kerke lijke verkiezingen betreft, alle vrijzinnige meerderheden wisten zich te handhaven be halve in Boskoop, waar het kiescollege thans „om" i3 en in meerderheid rechts. Evenwel niet dan na ingespannen strijd. In de gemeente Gouda is door de bizondero geesteshouding van den eenigen vrijzin nigen predikant, de linksche meerderheid reeds langen tijd verloren gegaan. Spr. me moreert het overlijden van het bestuurslid, de heer Joustra van Leiden, die als voorzit ter van de afd. Leiden en lid van het be stuur der Prov. Vereeniging veel tijd en toe wijding gegeven heeft aan de zaak der Vrijz.-Hervormden. Een verblijdend verschijnsel is, dat dank zij den propagandistischen arbeid van den penningmeester der vereeniging bijna 300 verspreide leden voor de vereeniging zijn ge wonnen; o.a. in 20 gemeenten waar de ver-» eeniging tot nu toe geen relaties had In ver band met de steeds meerdere arbeid, die van het bestuur gevraagd wordt, wordt overwon gen het bestuur met 2 leden uit te breiden. Op de a.s. algemeene vergadering zullen de ze twee nieuwe bestuursleden worden ver kozen. Met blijdschap mag geconstateerd worden, dat de beweging van de Vrijzinnig-Her vormden over het geheele land wint aan kracht. Als plaats voor de eerstvolgende algemeene vergadering wordt aangewezen Hoek van Holland. In de vacature-Jouslra wordt verkozen de heer dr. K. H Boersema, voorganger van de afd. Vrijz. Herv. te Leiden. Na de pauze geeft ds M. C. van Wyhe van Amersfoort een inleiding over de Vrij zinnig-Hervormde propaganda, speciaal door het georganiseerde vereenigingsorgaan Kerk en Volk Een breede en geanimeerde gedachtenwisseling volgt op dit referaat, waarna de voorzitter met een opwekkend woord de goedbezochte vergadering 9luit POSITIE NIET-DOCEEREND HOOGER-ONDERWIJS-PERSONEEL. In de jongste vergadering der bijzondere commissie voor georganiseerd overleg voor 't niet-doceerend hooger-onderwijspersoneel DE MOORD TE ROTTERDAM. De dader gevat Plotseling, terwijl de politie reeds eeniger- mate de hoop had opgegeven den dader van den moord in de Asterstraat te Rotterdam te zullen vinden, is gisternacht door de verkla ringen van een getuige, die zich tot nog toe stil liield de vermoedelijke moordenaar van K. Remgoud gearresteerd en in verzekerde bewaring gesteld. Hoewel de aangehoudene, de 36-jange caféhouder R. de Ruyter van de Maashaven, blijft ontkennen, zijn de aan wijzingen tegen hem thans zoo sterk, dat hij in arrest blijft. Deze zelfde caféhouder werd Zaterdag avond vrij kort na het gebeuren gearresteerd, daar men wist, dat hij Reingoud zeer vijan dig gezind was, omdat deze met zijn vrouw in ongeoorloofde betrekking stond. De Ruy ter was tengevolge hiervan aan den irank geraakt en had zich reeds eenige malen -op een dreigende wijze over Reingoud uitgela ten. Op den middag van het gebeuren, was Reingoud in een café geweest, waar ook de caféhouder de R. binnen kwam. Deze had hem toen, althans zoo luiden de getuigen verklaringen, een langen tijd onafgebroken strak aangekeken, waarop Reingoud gezegd bad: ,,'t Is geen vriend van me, maar ik be grijp niet, waarom hij me zoo aankijkt". Reingoud was daarop nog naar een ander café gegaan en tenslotte in de Asterstraat teruggekomen. Daar werd hij, zooals men zich herinnert, door den moordenaar aange sproken en even later doodgeschoten. Behalve de juffrouw, die de beide mannen ad hooren twisten, was er nog een andere ptuige geweest, die, toen Reingoud op straat serviel en de moordenaar wegliep, tegen de rerschrikt toeloopende menschen had ge legd: „Zie je niet, dat het allemaal flauwe ril is, 't is maar een bleekpoeiertje". Daar op was de dader kalm weggeloopen. Toen nu de caféhouder des avonds gc- irresteerd werd, had geen der toen aanwe zige getuigen in hem den dader herkend, hij was daarom weer op vrije voeten gesteid. De politie deed door middel van de pers wel een verzoek om den getuige, die geroepen bad dal het geen ernst was en dat er slechts met een kinderpistool geschoten was. uit te vinden, doch deze hield zich schuil. Het on derzoek had daardoor, nagenoeg geen voort gang. Daar de politie nog te weten was ge komen, dat de man, die door zijn opmerking den moordenaar de kan9 had gegeven, rus tig te ontkomen, ook gezegd had, dat hij wel wist, wie het gedaan had, heeft zij alle mo gelijke moeite gedaan, dezen getuige, of schoon hij zich niet vrijwillig kwam mei den, toch te kunnen hooren. Door combina tie der verschillende getuigenverklaringen Ion worden uitgevonden, wie dit vermoede lijk moest geweest zijn. Men stuurde een agent naar zijn woning met het verzoek of de man op het bureau wilde komen. Toen de getuige, die inderdaad wist, wie ile moordenaar was, van zijn vrouw hoorde, kt men hem op het politiebureau had onl- öden, werd hij zeer ongerust. Hij ging de ■'^at op, liep heen en weer, kon niet lot besluit komen en ging tenslotte, 's nachts j? kwart voor een naar het bureau aan dc fiul Krugerslraat, waar hij zeide, dat hij morgens niet komen kon, omdat hij zijn *erk dan zou verzuimen, doch, daar nij wel ids te vertellen had, 's avonds zou verschij nen. Toen vertelde de getuige, een havenarbei- •fer, ongeveer het volgende: Zaterdagmiddag moest ik naar iemand toe liep, daar ik nog te vroeg was, een paar Graatjes om. In de Violierstraat kwam ik Jen caféhouder de Ruyter tegen, dien ik wel tende We groetten elkaar. Toen ik even --ter voorbij de Asterstraat kwam, zag ik Ruyter op den rijweg loopen, in sen 'Wistgesprek gewikkeld met een man, die op let trottoir liep en dien ik niet kende. Ik wilde wel eens zien, wat dit te beteekenen «ad en ging daarom achter de beide man den aan. Omdat ik niet wilde dat een huil er zou merken, dat ik hen volgde, ging ik Joor een winkelruit staan en deed alsof ik oe étalage bekeek; in werkelijkheid lette ik tthter goed op. Plotseling zag ik de R. naar 2l)n achterzak tasten en hoorde even later dö schoten Ik dacht toen heusch, dat het ^en ernst was en riep daarom dat het Dit het Duitsch door ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE (Nadruk verboden.) 41) i.Gisteravond telefoneerde een vreemde ame, dat Gloria vanavond in Ostende "geloof in de Kurzaal de papieren kon afhalen..." >.De papieren?" Als dolken staken zijn oogen de ver wrikte vrouw »Jk bedoel natuurlijk het het. trdrag Zouden wij nu eigenlijk niet gaan Sir Walter?" dp'n 00genb'ik nog, mylady! Een vreem- dame was het, zegt u. die opbelde? Ook n uw zuster onbekend? Is het dan niet l ke.verme^ er 200 maar op af te gaan? arhi! Bezien.-met welk een schurk- n ^en<^e te doen hebben!" Qj" bedoelt toch niet. Sir Walter, dat men ^na in een val zou willen lokken?" la ori er tiaar toestemming af te wachten. Bitz m1] ^en telefoonhaak op en vroeg het iei aan. daar?" ^eer Aubain uit Parijs nog IW°q? ^et antwoord kreeg, kwam er 2ijn ge^^an twijfelachtige uitdrukking op *s Sisteren vertrokken, eide hij; „al flauwe kul was. De Ruyter liep toen veg. Pas toen ik zag, dat Reingoud uit zijn hoofd bloedde, begreep ik wat er gebeurd was. Het maakte diepen indruk op mij en ik vond het 't beste mij maar stil te houden. Toen ik eenmaal hoorde, dat ik op het bureau noest komen, had ik geen rust of duur meer, daar om ben ik nu maar alles komen vertellen." De commissaris heeft, toen hij deze getui genverklaring had, ten spoedigste den café houder van zijn bed laten lichten en over brengen naar het bureau aan de Nassau- kade. Hoewel de man pertinent ontkende, werd hij niet vrijgelaten. Gisteravond is geconfronteerd met de ge tuigen, die het gebeuren hadden gezien. Ver- scheidenen hunner herkenden hem nu. Doordat de bewijzen zich tegen hem opsta pelden heeft hij tenslotte bekend, de moor denaar te zijn. Voorts verklaarde hij den moord niet met voorbedachten rade te hebben gepleegd. Hij was Reingoud dien middag toevallig tegen gekomen en had hem aangesproken over het feit, dat hij hem zijn vrouw had afgetrog geld. Toen was hij plotseling zoo kwaad ge worden dat hij zijn revolver greep en schoot. Over geld had hij niet met hem gesproken, volgens zijn bewering. Den revolver Iroeg hij al geruimen tijd bij zich. niet om R. te dooden, doch om zich zoo noodig tegen hem te verdedigen, verklaarde hij verder. Rem goud zou hem n.l. verschillende keeren be dreigd hebben. Na den moord had hij geen rustig oogen- blik meer gehad en zich om te vergeten, ge regeld bedronken. De man verkeerde den ganschen dag na zijn aanhouding in een zeer opgewonden toestand en toonde zich na zijn bekentenis aanmerkelijk verlucht. Hoewel het koelbloedige gezegde toen hij zag dat zijn slachtoffer dood was: „Ziezoo, die is knock out" niet klopt met de bewe ring dat hij in een aanval van drift had ge handeld, acht men zijn verklanngen wel aannemelijk. Hij zal hoogstwaarschijnlijk wegens dood slag vervolgd worden en morgen naar hat Huis van Bewaring worden overgebracht. ONGEVAL OP EEN MULO-SCHOOL. In de Mulo-school aan de Prins Hendrik laan te Rotterdam was het Hoofd der school M. v. K. bezig om proeven te nemen. Hij gebruikte daarbij spiritus. De onderwijzer G. 't H. 9tond met eenige jongens om de tafel heen. De proef lukte niet en de onderwijzer wilde eenige spiritus bijgieten. Hoewel hij gewaarschuwd was, deed hij het toch en plotseling sloeg een groote vlam omhoog. Het hoofd der school en een drietal jon gens, M. K., A. S. en J. de R. allen dertien jaar kregen brandwonden in het gelaat Door een spoedig ontboden geneesheer wer den zij verbonden. K. en S. moesten nog naar het ziekenhuis worden vervoerd om daar verder behandeld te worden. ERNSTIGE AANVARING. Een matroos doodgevallen. Gisteravond te ongeveer zes uur heeft op de Maas bij Maassluis een ernstige aanva ring plaats gehad. Het uitgaande Grieksche stoomschip „Dimitris" kwam in botsing met het binnenkomende Noorsche stoomschip Fagerbro". Beide schepen werden zwaar beschadigd. Een matroos die op de brug van het Noor sche stoomschip stond werd door den schok van de brug geslingerd en viel op het dek. Hij werd dood opgenomen. De beide schepen moesten naar Rotterdam worden gesleept, daar ze geen van beide op eigen kracht de reis konden vervolgen. ONTSPORING. Gistermiddag zijn op het spoorwegempla cement Feijenoord, ter hoogte van de Tweede Rozestraat te Rotterdam, eenige goederenwagens van een rangeertrein ont spoord. Het ongeval beperkte zich tot mate- rieele schade. OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Van de sleepboot „Friesland" van he4 bureau Wijsmuller, op reis van Rotterdam naar Zuid-Afrika, is, volgens te Hoek van geloof ik niet, dat een man als St. Aubain de zaak geheel leidt, zoo moet ik toch het ergste ervan vreezen.Maar wat.hm, naar Ostende, zegt u, is mevrouw Sains- bury vertrokken? Zoo? Naar Ostende Hij geleidde haar naar de auto en bracht haar naar de gevangenis. Daar liet hij haar onder hoede van den directeur achter en nam met een korte buiging afscheid van haar. Als een bom sprong hij een oogenblik later in het bureau van zijn oom. „Sir Arthur, het gevecht is begonnen!" riep hij, „zij hebben de hertogin uit Londen weggelokt. Om half elf vertrekt van Liver pool-station de trein naar Dover die Kan ik niet meer halen. Maar het schip moet ik nog bereiken Zoudt u in Croydon dadelijk een vliegmachine voor mij kunnen bestel len? Ik haat het vliegen weliswaar maar het moet nu eenmaal 1" Sir Arthur deed geen onnoodige vragen, hij liet zich met het vliegveld verbinden en gaf zijn instructies. „Over een half uur zal er een toestel voor je klaar staan." zeide hij daarop. Sir Waller had ondertusschen aan een ander toestel zijn huis opgebeld en zijn knechts bevolen den koffer, dien hij voor zulke eventualiteiten altijd gepakt had, klaar te zetten Sir Arthur, geef mij twee of drie blanco papieren ter inhechtenisneming. Ik wil daar meteen schoon schip maken Vijf minuten later reed hij. zonder zich over de verbaasde gezichten van de politie agenten in de straten te bekommeren, met een 80 kilometer vaart naar het vliegveld. Een toestel stond reeds voor den hangar en de mecanicien was juist bezig den motor aan te slaan JJet zeer gemengde gevoelens trad Sn Walter op de aeroplane toe. Hij bekeek het lichte, sierlijke ding, waaraan hij zichzelf ging toevertrouwen, van alle kanten. De piloot, bruin verbrand, met lichtblauwe oogen, lachte hem genoegelijk toe. „U kunt gemakkelijk lachen," zeide Sir Walter, ,ik wil u er op opmerkzaam maken dat de tocht in dienst van Z. Majesteit is cn als u mij niet goed en wel nog vóór de boot in Dover brengt, zult u voor uw verdere leven opgesloten worden." Vijf kwartier later was hij in Dover. Het was nogal goed gegaan. Zijn maag had wel 19 waar een zwakke opstandige poging ge waagd. toen het toestel boven zee begon ti „bumpen". Maar eeD paar flinke slokken uit zijn cognacflesch en een paar even flinke ververschingen om zijn gemoed op te luch ten, hadden het gevaar intijds bezworen. Het weer was mooi, warm en zonnig, maar de ellendige kanaalwind deed zich geducht gelden. „Een stijve Zuid-Ooster, riep de piloot van over zijn schouder naar zijn passagier, „die komt van Biscaye". Sir Walter knorde een leelijk woord. Toen hij aan boord van het schip kwam, stelde hij zich aan den kapitein voor en vroeg: „Wat voor een overtocht zullen wij heb ben. kapitein?" „Een beetje levendig misschien. Een stijve Zuidooster. Sir Walter." „Het is me, of ik dat vandaag al weer ge hoord heb Als u niets beters weet, kapi tein Gloria kwam aan boord en liet zich een dekhut in orde maken. Zij was vermoeid pn afgejakkerd Reeds vroeg in dm morgen was het jachten begonnen. De kaartjes, de pas. de bank.... Dat alles had Zij tusschen negen en tien uur in orde moeten maken. Zij kwam in het geheel niet meer naar huis terug, maar reed direct door naar het sta tion, waar moeder Anne haar koffer bracht. Met veel moeite had zij in den trein nog plaats gekregen. Toen was zij eindelijk op de boot. Zij was dadelijk in haar hut gevlucht want liet drukke gedoe van de passagiers maakte haar zenuwachtig. Haar hoofd en ->ogpn deden pijn. In haar slapen klopte het voort durend. Zij had nog in het geheel «een tijd gehad de zaak rustig te overdenken. En nu, nu zij met een diepe zucht op de kleine canapé in haar kajuit neerviel, was haar eerste gedachte haar vader Zij had niet eens afscheid van hem genomen, nog minder een reden van haar plotseling vertrek opge geven. Grace kon zij hierin niet vertrou wen. 1 In tegendeelZij zou al!e9 kunnen verraden' Harald....! Grace zou hem de waarheid gaan zeggen I Hij zou wachtenI Over een of twee dagen zou zij toch weer terug kunnen zijn. Dan zou hij vrij komen. Het was bijna een geluk dat hij de schuld op zich genomen had ten minste zoo lang. totdat zij de papieren terug zou hebben. Daarna....! Neen. Niet daaraan denkenI Haar jon gen I Neen Neen! Hoe klein was haar hut! Hoe benauwd* Zij ging op het dek. De boot voer juist vanuit de kleine haven in volle zee. De witte en wild voortstormen de golven pakten dadelijk het schip. Wier pen het omhoog en naar beneden hei be gon te stampen en te rollen op een niets goeds voorspellende manier voor den ver deren tocht. Het dek. dat in de haven nog met lachende, vroolijke passagiers overvol was, begon nu verlaten 'e worden. De en- I kelen, die gebleven waren, zochten be- schutte plekjes op en hulden zich geheel in hun reisdekens Als af en toe een overmoe dige golf tot op het promenadedek kwam, een wolk van schuim om zich heen ver breidend. lachten zij en zeiden ..heerlijk!" Maar ook het aantal dier enkelingen werd met den tijd nog minder. Gloria leunde tegen de reeling en ademde diep de frissche zeelucht in. In jaren was zij niet op zee geweest het deed haar goed er weer eens te zijn. Hoe wilder de golven rolden, des te rustiger werden haar zenuwen In de verte verloren zij de rotsen van Dover uit het oog. Niet ver achter die kust lag Burnham Tower 1 Zou zij het spoe dig terugzien. Zij begon te overleggen en haar gedach ten te ordenen Misschien had Grace toch wel gelijk, dat zij niet te zwaar veroordeeld zou worden! Zij zou er voor vechtenI Zij zou haar menschelijk recht verdedigenl Was deze Las Valdas ook eigenlijk niet een mensch geweest, die den dood verdien de Had zij niet moeten schieten om de eer van haar familie neen. haar eigen eer te verdedigen? Haar eigenwaarde moest zij tegenover de wet stellen! Waar zou er in Engeland een man zijn. die het zou wagen haar te veroordeelenJa zij zij zou het vertellen, die laatste, vreeselijke scènel Nogmaals kwam hd alles voor haar op. Zij zag hem voor den divan staan.. Ach nu zou zij weei geschoten hebben (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9