Purol bij Ruwe en Schrale Huid
RWATTA^
JAV^VREEP
DE WILDE HERTOGIN.
No. 20446
LEIDSCH DAGLAD, Maandag 8 November
Tweede Blad Anno 1926.
BINNENLAND.
Beter dan Goed: DE BESTE
Vraagt KWATTA-SPECULAAS
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
BEGROOTING POSTERIJEN
TELEGRAFIE EN TELEFONIE 1927.
Aan het Voorloopig Verslag over hel
(wetsontwerp tot regeling van de inkomsten
I en oitgaven van de Posterijen, de Telegrafie
I e;j Telefonie over 1927 ontleenen wij het
I volgende:
Bedrijfsleiding.
Verscheidene leden vroegen of onder de
Ireorganisatie van dit Staatsbedrijf, ook be-
I grepen zal z-ijn de opperste leiding van
I het bedrijf, hetzij door één directeur-gene-
I raai, hetzij door een raad van bestuur.
Bedrijfsnitkomsten; tarieven; ex
ploitatie van het bedrijf.
Vele leden spraken de hoop uit, dat de
ImiDister in de gunstige bedrjjfsinkomsten
aanleiding zou vinden om door te gaan
met een verlaging van de tarieven, met
name die voor brieven en drukwerken.
Waar een verdere tariefsverlaging in de
[Memorie van Toelichting mede afhankelijk
wordt gesteld van de bedrrjfsuitkomsben,
'wees men er op, dat het niet uitgesloten
is, dat de bedrijf si nkomsten thans in on
gunstiger zin worden beïnvloed door het
tiet ten volle erlangen van betaling voor
alle door het bedrijf bewezen diensten. In
lil verband had de lagere raming van den
„verzending van dienststukken" de
lacht getrokken, aangezien men meende
weten, dat het voorkomt, dat voor groote
itallen op ongeregelde tijdstippen ver-
inden dienststukken (aanmaningen inzake
[ie belasting, oproepingen voor verkiezingen,
d.) geen port wordt betaald, doordat
stukken ter post worden bezorgd bui
len de- tijdvakken der telling. Hiermede ware
[rekening te houden bij het zoeken naar
ten nauwkeuriger wijze van vaststelling van
hc' aantal dienststukken.
Volgens eenige leden Is een raming van
1700.000 voor portvergoeding door de Rijks
postspaarbank niet te hoog; de raming be
draagt echter slechts f360.000.
Men wenschte o. m. te vernemen of de
kosten, verbonden aan het vervoer van
stokken per luchtpost, gedekt worden door
de ontvangsten.
De gunstige geldelijke uitkomsten van
iet bedrijf maken het ook, naar de mee
ting van sommige leden, niet langer nood
zakelijk, dat in al te straffen vorm op
exploitatie bezuinigd wordt. Met name
verzending van dagbladen gaat niet altijd
tven vlug. Men moet de avondbladen al
ioo vroegtijdig ter post bezorgen, dat er
weinig of geen nieuws van denzelfden dag
kan worden opgenomen.
Gevraagd1 werd, hoe het thans staat met
wijziging van de internationale voor
schriften in zake de telegramcodes.
Er werd op gewezen, dat het plaatsen
nn postbussen op de tramwagens van een
Weetal tramlijnen te Amsterdam uitstekend
•oldoet. Men wenschte te weten, waarom
ét stelsel ook niet op andere tramlijnen i
Amsterdam en op de tramlijnen elders
vordt toegepast, en drong er op aan, dat
Kt zou geschieden.
Personeel.
Vele leden merkten op, dat de personeel-
n in de laatste jaren erg in het
gedrang zjjn gekomen. Men drong aan op
tea categorische uitspraak van den Minister,
wat hij met het rapporfr-Nolting zal doen.
Verscheidene leden waren van oordeel,
het, te meer nu de bedrjjfsuitkomsten
dit toelaten, dringend noodig is verbetering
brengen in de aalarisregeling van het
personeel, met name van het lagere. Zjj
zouden ook gaarne zien, dat de gemiddelde
arbeidstijd voor het lagere personeel van
8i/2 op 8 uur per dag werd teruggebracht.
Andere leden waren van oordeel, dat
de Minister met betrekking tot de arbeids
voorwaarden van het personeel niet al te
oeschietelijk dient te zjjn. In de gunstige
geldelijke uitkomsten van een Staatsbedrijf
san nooit een reden zijn gelegen om het
personeel er van te bedenken met gunstiger
arbeidsvoorwaarden, dan voor de overige
ambtenaren in Staatsdienst gelden.
Verschillende belangen van groepen hoo-
ger en lager personeel werden nog ter
sprake gebracht.
Postchèque- en girodienst.
Met voldoening werd vastgesteld, dat de
post-chèque- en girodienst zich in 1925
nagenoeg geheel van de ondervonden moei
lijkheden heeft hersteld. Men vroeg het
oerdeel van den Minister over een weder
invoering van de rentevergoeding. Andere
Vden verklaarden zich in beginsel daar
tegen. Zij achten het niet wenschelijk, dat
do aangeslotenen worden verlokt tot het
aanhouden van een gTOoter tegoed bij den
post-chèque- en girodienst dan zij met het
oog op waarschijnlijk eerlang te verrichten
betalingen noodig zqn.
Eenige leden wezen er op, dat een rege
ling tot stand is gekomen, waarbij de postr
chèque- en girodienst een rekening heeft
gekregen bjj de Nederlandsche Bank. Zij
vroegen welke waarborgen bestaan, dat nu
niet het beschikbare saldo van den post-
chèque- en girodienst naar buiten wegvloeit
STAATSCOMMISSIES.
Blijkens den staat van werkzaamheden
der Staatscommissies, welke slaat als bij
lage gevoegd is bij de Memorie van Ant
woord nopens hoofdstuk I (Algemeene Be
schouwingen) der Staatsbegrooling voor
1927. heeft de Commissie, welke tot op
dracht heeft te overwegen hoe in het belang
eener goede rechlsbedeeling ware te gerr-
ken tot wijziging of aanvulling van de Ne
derlandsche burgerlijke wetgeving, bij den
Minister van Justitie ingezonden een ont
werp van wet met memorie van toelichting
tot regeling van de rechtspositie van han
delsreizigers en handelsagenten en een ont-
werp-huwelijksrecht; de memorie van toe
lichting op dit laatste ontwerp zal binnen
kort volgen.
De Staatscommissie tot het instellen van
een onderzoek tot bevestiging der overtui
ging omtrent de noodzakelijkheid van de
geldelijke en persoonlijke lasten, voor de
verdediging des lands op het volk gelegd,
heeft haar onderzoek naar den „Pharma-
ceutischen dienst bij het leger" beëindigd,
de bedoeling is van de bevindingen der com
missie t. z. t. een verslag aan de Koningin
aan te bieden.
Bg de Staatscommissie, ingesteld ten
einde de Regeering van advies te dienen
omtrent de wettelijke regelen, welke ten
aanzien van het Waterstaatsbestuur behoo-
ren te worden gesteld, is in onderzoek een
verziening van de Wrakken wet (wet van
23 Juli 1885, Stbld. no. 131) en in aan
sluiting daarvan een aanvulling van de
Waterstaatswet 1920. Voorts heeft de com
missie in Juni 1926 ingezonden een nader
ontwerp van wet, strekkende tot herziening
van eenige wetten betreffende den water
staat, met daarbij behoorende memorie van
toelichting.
In druk is het eindverslag van de Staats
commissie ingesteld om te onderzoeken in
hoeverre als gevolg van de afsluiting der
Zuiderzee, ingevolge de wet van 14 Juni
1918, te verwachten is, dat tijdens storm
hoogere waterstanden en een grootere
golfoploop, dan thans het geval is, zullen
voorkomen vóór de kust van Noord-Hol
land, Friesland en Groningen, alsmede vóór
de daarvoor gelegen Noordzeeeilaoden.
HET HUWELIJK VAN PRINSES ASTRID.
Het Zweedsche oorlogsschip „Fyglia" is
gistermorgen met Prinses Astrid aan boord,
begeleid door Hollandsche torpedojagers in
de haven te V'lissingen aangekomen.
Tegen 12 uur kwamen de koning en de
koningin van Zweden met den trein aan om
aan boord van de ..Fyglia" hun intrek te
nemen. De vorstelijke personen werden met
saluutschoten begroet.
Om kwart over twaalf vertrok het Zweed
sche oorlogsschip met de Zweedsche ko
ninklijke familie aan boord, gesleept door
een sleepboot en geëscorteerd door Neder
landsche torpedobooten naar de reede om
naar Antwerpen op te stoomen.
De belangstelling was buitengewoon groot.
OVERHEIDSPERSONEEL.
Congres van het A. C. O. P.
Onder voorzittereschap van den heer N.
van Hinte uit Amsterdam is te Utrecht
een beraadslagend congres gehouden van
het comité ter behartiging van de alge
meene belangen van overheidspersoneel.
Onder de talrijke afgevaardigden waren
de heeren Stenhuis en v d. Wallc, voor
het N.V.V.; Ter La.an en Van Zadelhoff,
voor de soc.-dem. Tweede Kamerfractie;
Ossendorp, voor de soc.-dem. Eerste Ka
merfractie; Moltmaker en Van Delft, na
mens de Spoorwegvereeniging. Vertegen
woordigd waren 35000 leden.
Met algemeene stemmen werd de vol
gende motie aangenomen
,,Het congres, vaststellende, dat reeds
van 10 Januari 1920 af een wetsontwerp
tot regeling van den rechtstoestand van
ambtenaren ter behandeling bi] de Tweede
Kamer gereed ligt. dringt er met kracht
bij de regeering en Staten-Gcneraal op
aan, eindelijk den ambtenaren, in dienst
van de overheid, een volledig geregelde
rechtspositie te verschaffen, door bi] de
Tweede Kamer het aanvankelijk ingedien
de wetsontwerp te doen behandelen, en
gaat over tot de orde van den dag."
Verder werd in behandeling gebracht
volgende resolutie*
„Het congres, gehoord de inleiders, over.
wegende dat de positie van zoo goed als
alle lagere en vele middelbare ambtena
ren, van de rijkspolitie, van de maand-
j en weeklooners en van de rijkswerklieden
1 een herziening van de geldende salarisre
gelingen dringend gewenscht doet zijn
dat de thans geldende salarisregelingen
I immers aan het rijkspersoneel zijn opge-
legd, zonder dat daarvoor door de toen
malige regeermg behoorlijk overleg met
de organisaties is gepleegd, terwijl de
jongste daarin aangebrachte wijzigingen in
hoofdzaak aan de hoogere en enkele mid
delbare ambtenaren zijn ten goede geko
men
dat de regeling van de salarissen dei
onderwijzers in 1920 tot stand kwam met
absolute negeering van het advies der cen
trale commissie voor georganiseerd over
leg en daardoor geen bevrediging heeft
kunnen brengene, noch zal brengen, zoo
lang niet met dit advies voldoende is re
kening gehouden
constateerende, dat de tot stand geko-
men wijziging in de classificatie van de
meenten eiken wetenschappelijken grond- I
slag mist;
komt er tegen op, dat de regeering zich
onwillig betoont aan de billijke wenschen
van het personeel tegemoet te komen, I
waarmee de ambtenaren-vijandige politiek j
van de vorige regeering bestendigd wordt; 1
wijst er op, dat het rijkspersoneel en de
onderwijzers de dupe zijn geworden van
een politiek, welke er op gericht was, den
toestand van 's lands financiën zoo ongun
stig mogelijk voor tc stellen, terwijl in
werkelijkheid de middelen gedurende de
laatste jaren ruim zijn blijven vloeien en
alle ramingen hebben overtroffen
richt zich daarom tot de Staten-Gene-
raal met het dringend verzoek, aan de
nooden van het rijkspersoneel en onderwij
zers tegemoet te doen kernen en gaat over
tot de orde van den dag."
Deze resolutie werd na eenige bespre
king met algemeene stemmen aangenomen.
Daarna is het congres gesloten.
MEUWSENFONDE.
In het bureau van den Nederlandschen
Middenstandsbond heeft onder leiding van
den heer Ed. G. Sehiirmann uit Rotterdam
de jaarlijksche ledenvergadering plaats ge.
had van het Meuwsenfonds, vereenigmg
tot behartiging van middenstandsbelangen
en waarin door den secretaris-penning
meester, den heer A Ingenool Jr. verslag
werd uitgebracht over het 8ste boekjaA».
Uit dit verslag blijkt, dat de vereenj-rng
in het afgeloopen jaar is vooruitgegaan
met 159 leden en thans telt 484 contri
buanten.
De contributiën bedroegen f 1773.30; de
ontvangen giften f 478.76; de gekweekte
rente f 725 12. De inkomsten bedroegen
hierdoor f 2977 18.
RECLAME.
3466
Aan deD Nederl Middenstandsbond werd
een subsidie verleend van f 3000 en aan de
Eerste Ambachtsschool te 's-Gravenhage
voor haar cursus tot doelmatige opleiding
van auto- en motor-rijwiel-reparateurs
f 100. Mede door deze subsidie-verlee -»n-
gen is het kap-taal van het fonds achter
uitgegaan met f 1166 19 en bedroeg op het
einde van het boekjaar f 18.022.34.
De rekeniDg, die in ontvangsten en uit
gaven sluit met een bedrag van f 7828.95,
werd door de vergadering ongewijzigd aan
genomen.
Aan de beurt van aftreden als leden van
het college van commissarissen waren de
heeren A. Ingenool Jr., 's-Gravenhage, G.
Jager Gzn., Arnhem en L. J. G. van der
Maesen, Amsterdam, die allen herkozen
werden, terwijl in de commissie bedoeld
bij art. 16 der statuten van dit jaar wer
den aangewezen de heeren J. K W. F.
van Bommel, '6-Graveribage, J. N. J. de
Booy, 's-Gravenhage en E. de Korver, Rot
terdam.
Aan den Raad van Beheer werd ver
zocht om te trachten in den aanvang van
1927 in zooveel mogelijk plaatsen van Ne
derland op een en deuzelfden datum een
Meuwsenfondsavond te organiseeren, met
de bedoeling om dan op een andere wijze
gelden voor het fonds iü te zamelen.
Ten slotte bracht de voorzitter een woord
van hulde aan der» heer A. Ingenool Jr.,
die thans weder herkozen is, en die nu ge
durende de acht jaren van het bestaan
van het fonds de functie van secretaris-
penningmeester op buitengewoon ijverige
wijze heeft waargenomen.
PENSIOENWET SP00RW-AMBTENAREN.
Door een der leden van den Prot. Chr.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel werd
bij den Centralen Raad van Beroep te
Utrecht een bezwaarschrift ingediend tegen
de beslissing van de Directie der Ned. Spoor
wegen inzake het niet medetellen van toela
gen voor den pensioen-grondslag. Als woord
voerder trad hierbij op het H.B.-lid van ge
noemden Bond, de heer P. Z L. de Groot.
Uitspraak doende besliste de Centrale
Raad van Beroep ten gunste van betrokkene
en werd diens pensioengrondslag met ingang
van 1 Januari 1926 vastgesteld op zijn be
zoldiging verhoogd met het bedrag zijner toe
lagen. Eenzelfde uitspraak werd gedaan ten
aanzien van soortgelijke gevallen, aanhan
gig gemaakt door leden van den Bond van
Ambtenaren voor wie op dezelfde zitting ge
pleit werd door zijn rechtskundigen adviseur
mr. Gompertz.
In al deze gevallen betrof het toelage 1
voor vreemde talen, boekhouden, examen
stationsdienst en als gewezen adsp.-adjunct
commies, welke elk afzonderlijk door den
Centr. Raad werden aangemerkt als aan de
betrekking van betrokkenen vast verbonden
inkomsten in tegenstelling met de «door de
Directie aan het betreffende wetsartikel ge
geven uitlegging.
Om misverstand te voorkomen zij vermeld,
dat de uitspraak alleen betrof de bovenge
noemde toelagen alsmede de vaststelling
van den pensioengrondslag op 1 Januari
1926 ingevolge de op 1 Oct. 1925 in wer
king getreden pensioenwet voor de Spoor,
wegambtenaren.
RECLAME.
3109
JEUGDIGE WINKELDIEVEGGEN
AANGEHOUDEN.
Te Delft heeft de recherche een viertal
meisjes van 11 tot 13 jaar aangehouden die
den laatsten tijd in verschillende winkels en
op de weekmarkt op geraffineerde wijze
diefstal van allerlei goederen pleegden.
Het ontvreemde werd ten huize der
ouders in beslag genomen. Het geroofde be
stond o.m. uit ruim 20 paar kousen, eenige
poppen, 4 boodschaptasschen, een hand-
taschje, handschoenen, twee kruisbeeldjes,
doozen met cacao, onderscheiden tricotgoe
deren, een volledig stel likeurglaasjes met
lekbakjes, een tafelkleed, eenige ballen en
verdere snuisterijen. De ouders dezer kinde
ren zullen er wel meer van hooren.
BRANDEN.
Te Zoetermeer i9 de boerderij met twee
hooibergen van W. v. d. Marei tot den grond
toe afgebrand. Het vee kon worden gered.
Verzekering dekt de schade
Te Schiedam is gisteren, vermoedelijk
door een lek in den schoorsteen, brand ont
staan in de mandenmakerij van de fa. van
Ruiven aan de Lange Nieuwstraat. De bo
venverdiepingen zijn totaal uitgebrand.
Verzekering dekt de schade.
Te Drieborg (gemeente Beerta) is de bak
kerij en het winkelhuis der familie Barteles
geheel afgebrand. Weinig kon gered wor
den. Alles was verzekerd Een paard en het
rundvee werden gered. Eenige varkens zijn
in de vlammen omgekomen.
Vrijdagavond verbrandden bij den land
bouwer J. Willems, Bilserbaan 44, Maas
tricht, door onbekende oorzaak schuur en
stallen. Het woonhuis bleef gespaard. Het
vee werd gered, doch landbouwmachines,
granen, hooi en hout eenige duizenden
kilo's verbrandden geheel. Verzekering
dekt de schade.
EEN JEUGDIG OPLICHTER.
Den laatsten tijd had een firma aam de
Wijnstraat te Rotterdam alhier argwaan
tegen haar 18-jarigen expeditieknecht II. Z.
Dikwijls als deze kleine geldsbedragen was
gaan innen en hem naderhand om afreke
ning werd gevraagd, beweerde hij, het geid
al afgedragen te hebben, hoewel niemand
zich daar iets van kon herinneren; lalcT
werd dan in de kas een tekort ontdekt, in
grootte overeenkomende met het bedrag, dat
Z. had geïnd. Eenige dagen geleden zou een
reiziger van de firma in Den Haag een post
innen. De klant beweerde evenwel het geld
al per postwissel overgemaakt te hebben.
De firma had geen postwissel uit Den Haag
ontvangen De verdenking rees tegen Z., die
o.m. was belast met het ledigen van den
postbox Toen aan het postkantoor een for
mulier was aangevraagd, oni een onderzo k
naar den wissel te doen instellen, kreeg dp
firma geen formulier, hoewel de post zu.k
een formulier had toegezonden. Z. werd
daarop aangehouden. Aanvankelijk ont
kende hij alles. Later viel hij door den mand
en gaf hij toe. zich èn den postwissel èn
het formulier toegeëigend te hebben. Het
laatste had hij gedaan, om ontdekking te
voorkomen. Den postwissel had hij van een
valsche handteekening voorzien en geïnd.
Ook heeft hij al eenige verduisteringen toe
gegeven. Hij' is opgesloten.
OP STRAAT DOODGESCHOTEN.
Zaterdagmiddag tusschen half vijf rn
kwart voor vijf is in de Asferstradt te Rot
terdam op den openbaren weg een moord
gepleegd.
Op dat tijdstip, kwam de 22-jarige K.
Reingoud, een ongehuwde havenarbeider,
gewoond hebbende in de Asterstraat no. 73,
van zijn werk. Ongeveer vóór pand 43 werd
hij aangesproken door een man. Een juf
frouw, die 't tweetal passeerde, ving een brok
uit het gesprek op. Zij hoorde, dat de beide
mannen ruzie hadden en dat het gesprek
Uit het Duitsch door ERNST KLEIN
Geautoriseerde vertaling
van L. DITH MARINE
(Nadruk verboden.)
37)
Wat ben ik een ellendige ezel, dat mij
Jat niet reeds veel eerder is ingevallen 1 Ik
Jad mijn licht bij hem zelf kunnen opste
Je°l Sir Arthur ik geloof, dat ik een
Jraad in handen krijg. De conferenties van
has Valdas met den Franschman in het Ritz
hotel! Las Valdas in Burnham Tower!
Un overhaaste terugkeer naar Londen I
- verwonding aan zijn knie was natuur-
Uk maar een voorwendsel! Gloria Sains-
UrY volgt hemt Komt met een revolver in
e hand bij hem Een ongelukkig fatum
rengt den braven Neville op het ongun-
'S8te moment in Londen! Het schot wie
hem gedood? Dat weet ik op het
schelen k n*8t' ^an m8 DU D°S m€'
hu°e pans'a2 °P Perkins! Waarom wordt het
13 Burnham door geheimzinnige mannm
a 13 Oat heb ik gisteren en van-
Lin TS j vastgesteldtSt. Aubain nog
telfd Zij zoeken allen naar het-
\yalo r Allen! Maar wat zoeken zij?
mii moel hertogin van Sainsbury
la- v?tgjen" a's haar, dat in het huis van
5 aldas zal vragen! Of anders
heengaan3 Z^n en w^e ^als over ^op
-daarheen?" riep Sir Arthur.
„Naar het Westminster ziekenhuis. En
als de kerel, die Perkins, nog niet spreken
wil, laat ik hem op de pijnbank leggen.
„Ik moet dadelijk den chauffeur Joe Per
kins spreken," beet hij den portier van het
ziekenhuis toe.
Deze staarde verbaasd den opgewonden
jongen man aan, dien hij heel goed kende.
„Den chauffeur? Maar Sir Walter
dien hebt u toch zelf gisteren door twee be
ambten laten afhalen 1"
„Wat man, ben je krankzinnig!"
„Neemt mij niet kwalijk, Sir Walter, gis
terenmiddag kwamen hier hier twee man
nen. die zich identificeerden als detectiven
en verklaarden, in opdracht van u zeker,
in opdracht van u, Sir Walter, den chauf
feur Perkins naar Scotland Yard te moeten
brengen. Daar hij weer eenigszins hersteld
was, lieten wij hem gaan."
„Dat hebben zij handig gedaan!"
Er werd dadelijk een onderzoek naar Joe
Perkins ingesteld. Maar Sir Walter gaf hier
toe slechts het bevel, om zijn geweten ge
rust te stellen, tegenover alle formaliteiten.
Aan eenig succes hiervan geloofde hij niet.
Joe Perkins was verdwenen.
„Die is zeker reeds lang over de grens 1"
riep Sir Arthur.
„Een mooie iroosl!" bromde zijn neef.
XXII.
„Heb je voor alles gezorgd?" vroeg
Gloria den volgenden middag aan haar zus
ter, toen deze thuis kwam.
Grace toonde haar inkoopen een elec-
trische zaklantaarn een klein, maar sterk
breekijzer twee revolvers met munitie Ryce
had goed geien. Gloria had besloten het
uiterste te w agen.
Zij had niettegenstaande haar ongeduld,
het bezoek in het huis in Berkeley Square
nog een vierentwintig uur moeten uitstellen,
daar zij overtuigd was, dat het toch te ge
vaarlijk was, dadelijk na haar koorts uit te
gaan.
Dus, toen het donker begon te worden
maakten zij zich gereed voor hun tocht, de
eene, bibberend, nauwelijks haar angst
meester, de andere, koud, beheerscht. Grace
trachtte in het geheel niet Gloria van haar
plan af te brengen. Zij begreep slechts, dat
de menschen, die haar ,de wilde hertogin"
noemden, in het geheel niet wisten, hoe ge
lijk zij daarin hadden. Maar toch toch I
Misschien gelukte het toch! Misschien zou
den zij het dokument vinden, de brie
ven
Lord Burnham was op zijn club. De zus
ters hadden dus vrij spel. Toen het nacht
werd verlieten zijn het huis, namen op het
Waterlooplein een taxi en lieten zich naar
Berkeleyplein rijden.
Uit de schaduw van de gebouwen aan den
anderen kant van Carlton House Terrace
trad een donkere gestalte naar voren die
hun nasnelde. Zij zagen den geheimzinnigen
achtervolger niet: een oude. nonchalant ge-
kleede man, die, zijn pijpje rookend naast
de zuil van den hertog von York stond, zag
hem wel. In hem was duidelijk een detec
tive van Scotland Yard te herkennen Hij
sprong in een derde taxi en reed achter de
beide anderen aan.
Achter Devonshire House liet Gloria r
auto sloppen Zij stegen uit en gingen
zaam. alsof zij een wandeling ma~ n,
langs het hek van den tuin naar het huis
toe. Het was een mooie avond, er waren
vele sterren en de oude hoornen zagen er nu
lang niet zoo somber en onheilspellend uit
als op dien regendag, toen Gloria voor h?t
eerst dezen weg ging. Maar stil, bijna verla
ten was ook heden het plein een doode
arm van het reusachtige Londensche ver
keer, dat enkele minuten verder door Picca
dilly bruiste en brandde.
„Heb je er al over nagedacht, hoe je in
het huis wilt komen?" vroeg Grace, to-?n
zij de straat overstaken.
„Neen, dat weet ik niet. Maar binnenko
men zullen wijl"
„Zij wierp een snellen blik naar rechts
en links voor een huis in de verte stonden
een paar dienstmeisjes bij elkaar. Anders
was er niemand te zien.
Snel ging zij de enkele treden op. De
voordeur was gesloten.
„Laten wij teruggaanI" fluisterde Grace.
Zonder een woord te antwoorden, keerde
Gloria zich naar den keldertrap. De ruit van
de deur was nog net zooals Harald die inge
drukt had. Zij stak haar hand in het gat
bijna had zij een jubelkreet geuit, van oin-
nen stak een sleutel in het slot.
Het volgende oogenblik waren zij in het
huis. Zij luisterden met ingehouden aden).
Grace klemde zich vast aan den arm van
haar zuster.
Niets bewoog zich. En toch was in deze
zwarte, geluidlooze duisternis iets ondefi
nieerbaars. iets ruischends van de stille, een
een trilling van het niets I üe hand op
Gloria's arm hield krampachtig vast. Zij
zelve werd zenuwachtig.
Van buiten klonken snel vo rbijgaand?
schreden. Opgelucht luisterden de beide
vrouwen naar het wegsterven van de stap
pen Daarop wederom het zwarte zwijgen I
„Laten wij toch naar buiten gaan! Naar
buiten!" fluisterde Grace.
„Wees toch niet zoo ellendig laf!" ant
woordde Gloria even zacht, „er is niemand
hier! Kom!"
Zij deed haar 'amp aan en hield ze hoog
boven zich. In den achtergrond zagen zij
den trap een klein, nauw, merkbaar iets
snelde door den lichtstraal.
Grace uitte een half onderdrukten kreet
van angst.
„Een rat."
„Voor een armzalig klein muisje ben ik
bang."
In haar opwinding moest Gloria lachen.
Zij kwamen hierheen om een groot vraag
stuk te verrichten en haar zuster was in
staat om voor een kleine muis weg te loo-
pen!
„Kom of blijf hierl Ik ga verder!" Zij
sprak hardop om haar zenuwen door den
klank van haar eigen stem te versterken.
Zij sloopen den trap op. die onder hun
voeten zacht kraakten. Toen zij boven wa
ren en het licht van de straat naar bin
nen zagen vallen, verborg Gloria de lan
taarn onder haar mantel en ging vast be
sloten op de deur van de werkkamer van
Las Valdas toe.
Zij legde haar hand op den deurknop.
Hield plotseling stil Daar binnen daar
was het gebeurdI Daar had zij op een
mensch geschoten I Wederom zag zij
dien vreeselijken laatsten blik in zijn wijd-
opengesperde oogen Een koude rilling voer
door haar heen. Voor het eerst sinds zij in
dat huis was voelde zij werkelijk angst
angst voor haar eigen daad.
Een oogenblik stond zij stil haar hart
klopte wild het was alsof zij dui
zelde
Toen beet zij de tanden tezamen. Opende
de deur. trad binnen.
(Wordt vervolgd).