Is Eerzuchtige Berkeboom. Trouwe Vriendschap. CORRESPONDENTIE. citen; daar klonk een schot en Heintje iel dood neer. •Vu kwamen ook twee andere honden te wrschijn; Moortje met een neus vol krab- els. doch met schitterende oogen. Fidel met en jaloerschen blik op den reddpr van lector Deze werd in een wollen doek m el rijtuig neergelegd, vanwaar hij Moortje >n dankbaren blik toewierp, terwijl hij i h stellis voornam, zijn redder deze edele te vergelden. )e jagers prezen en streelden Moortje, ;e zich nu weer eens in al zijn kracht jd doen kennen Hun jachtlust was opge eft, en nu kwamen zij op den inval om b den nabijgelegen vijver op eenden te m jagen, dan kreeg Pluto ook wat te Den. \lidden in den vijver bevonden zich een jat kleine eilandjes, die met hoog gras ren begroeid, en een geliefkoosde ver- [plaats voor wilde eenden waren. Pluto plaste reeds in het ondiepe water tod, terwijl Moortje en Fidel achter de ?ere aansprongen. ,,Kwekkwek!" Dat iren twee eenden Pluto vloog met groote jrongen op een der eilandjes toe, van aar de twee eendeD ook werkelijk opvlo- eo Daar knalden de geweren. De heer iQ Heidebosch had één der eenden ge- offenPluto pakte het dier en bracht het wispelstaartend aan zijn meester, die den c-üd over den kop streek en de eend in e weitasch stak. „Kwek-kwekDaar zwom de andere end tusschen het hooge riet uit om haar rieudin te zoeken, Fidel begaf zich te wa- er en zwom naa. de eend, terwijl Pluto m den anderen kant den vogel trachtte i naderen. Frits legde aan en schoot. Een klagend gehuil van Fidel klonk over t: water, en de eend vloog weg. Frits 13 nog een zeer ongeoefend schutter; had Fidel getroffen en de eend ge it. Hulpeloos spartelde de gewonde in water rond, en hu zon stellig verdron- 'i zijn, als Moortje zich met te water ii begeven en hem met groote moeite ia land had gebracht, waar Frits, die wr zijn oom duchtig beknord werd we- 23 zijn onhandigheid, het gekwetste :r voorzichtig naast Hector in het rij- legde. De jagers hadden nu genoeg van de at, en de terugtocht werd aangevan- ta. Moortje lag tusschen de twee ge won- ra in en likte ze om beurten. De twee redden schaamden zich, dat zij het arme ier altijd zoo geplaagd hadden, en namen ch stellig voor in het vervolg goed voor loortje te zijn. Aan dit voornemen zijn zij trouw geble- to. Nu en dan werd er nog wel eens even ekibbeld, zooals dat in ieder hondenleven oorkomt-, maar zi; bleven goede vrienden a Moortje had nu voortaan een best ven! In het bosch stond een wgze, verstandige ikeboom. Zgn stam was dikker en sterker ar. die der andere boomen in het woud 11 hg was zóó groot, dat hij boven alle tdere uitstak. Daar hij zoo bijzonder mooi d forscb was, werd hij tot Koning over "-1 boomen uitgeroepen. Nu stond er naast dezen machtigen Ko- "g Eik een kleine, rechte berk. Dit w. s J* een fraaie boom, want zijn schors was Verachtig wit in de zon en stak daardoor tegen het groen van stammen en Meren af. Ook was zijn vorm neel sierigk. freze dwaze berk had echter te veel riuifterd naar het gevlei der madeliefjes F1 grashalmen, die aan zgn voet groeiden, ili werd er eindelgk zóó ödel door, dat Ptl zich veel beter en mooier dan den groo- E e& ging voelen. Op zekeren dag zei hij P*11 ook tegen een hagedoorn, die daar in Jr buurt stond: ..Heb je wel gemerkt, dat Koning Eik 1»/ begint te worden? Hg is lang niet zoo L"?' meer als hg geweest is en het zal Erf *1, met Z^n f^or'e gedaan zijn. En nu gj0 ik gedacht, mgnheer Hagedoorn, dat Ef women er verstandig aan zouden doen, 'n plaats kozen." 1 o hagedoorn kreeg echter een onbe- VERHAALTJE OP RIJM door C. E. DE LILLE HOGEHWAARD. Bruun van de buren was alleen, Alleen in 't groote huis. Want och, het baasje en de vrouw, Die lieten hem maar thuis I Z ij gingen uit en hadden pret, Maar Bruno had het land. Droef drentelde hij door den tuin, Ging liggen op het zand. Daar klautert over 't muurtje fluks Zijn kleine buurvrouw Koos, En Bruno, die van 't meisje houdt, Is nu niet langer boos. Hij laat zich troosten door het kind, Zijn kop tegen haar aan Klein Koosje fluistert: Zullen wij Nu samen spelen gaan? Bruun kwispelt vroolijk met zijn staart; Vergeten is 't verdriet, En als zijn baasje thuis weer komt, Weet hij niet, wat hij ziet: Hoe Bruun je rede Bestaat er niet Ga nu maar gam Ravotten in de Klein Koosje tegen Bruno aan En van het spelen moe, Is ingedut en slaapt gerust De baas denkt: 'k Weet, wat t doel Vlug haal 'k mijn foto-toestel en - Kiek Koosje met haar vriend, Ze hebben, als 't kind wakker wordt, Een extraatje verdiend. Ik maak een wand'ling nog met Bruun, Vraag, of Koos ook mee mag - En dan bij Bruno blijven kan, Den heelen. lieven dag. Koos' Moeder vindt het goed en zegt: Ik wensch je veel plezier Stoei jij maar vroolijk, lieve kind, Met Bruun. dat trouwe dier. Ik weet nog goed, dat lang gelecn Jij op een warmen dag Plots wegliep, hard. het hekje uit Enin den vijver lag. Liever hond zoor mij. met Bruno mee. wei. d-iarlrjke lachbui. Toen hg eindelgk wat bekomen was on weer praten kon, zei hg tegen den berk (die dit antwoord heel on beleefd vond^: „De boomen zullen wel een koning kie zen die zóó groot is, dat iedereen hem zien kan." Vanaf dit oogenblik nam de berk zich vooi even groot te worden als de eik. Hg maakte onmiddellijk een begin met groeien en toen hg zag, dat hij grooter werd, dacht hg- „Nu moet ik ook krom en knoestig wor den evenals Koning Eik." En werkelijk, dit gelukte ham zóó goed, dat de madeliefjes en grashalmen zeiden: „Maar, mijnheer Berk, u verliest hecle- maal uw rechte houding. Wat scheelt er toch aan?" Na eenigen tijd brak er op eon nacht een vrees ei ijk onweer los, dat twee uren aan hield en den berk m tweeën splitste. Eén helft viel met luid geraas naar beneden. De eik merkte er het meest van, want de halve berk tuimelde tusschen de uitgestrekte armeü van Koning Eik en sloeg sommige van 2rjn mooiste eikels af. Ook hier was het weer: Hoogmoed komt voor den val. Genieten jullie allen van de herfstva- cantie 1 Als je dit leest, zal je zeggen ik heb al genoten, aat pretje is al weer voorbij. Velen schreven* „het is maar zoo'n korte vacantie Maar het is toch ook maar een extraatje, vroeger bestond dat niet, wij hadden in onze jeugd geen schoolvacantie tusschen de zomervacantie en de kerstvacantie. En nu dezen Maan dag was het prachtig zonnig weer, dus wie lust had ui wandelen of fietsen, kon het doen zonder angst voor regen of sneeuw of storm of zoo iets Nellie Hagoor*. hoe oud ben je precies vanaf elf jaar mag men met de grootertn meedoen. Had je 40 woorden ingezonden, dan zaa ik je toch ook wei bij de grooteren hebben vermeld L. Hagoort ik had zoo zeker gedacht dat je er eer woordje bij had geschreven deze keer, je doet het dan toch zeker wel de volgende week als ie den prijs al hebt gehaa'd Louis Affourtit, heb jii ook gewacht, tot je den prijs hebt, met mij te schrijven was je niet blij, toen je je naam las by de gelukkingen Bertha van Iterson, dat doet mij genoe gen dat je nu met des te meer ijver gaat meedoen nu je gelukkig bent geweest by het loten. Jp nu kon je mij nop met den titel melden, alleen ma1!, dat je erg in je schik bent, dat je een prijs mocht gaan halen. Bame Kenbeek, heb je veel kunnen le zen in je herfstvacantie, kan je altijd mooie boeken krijgen or leenen 1 Ali de Groot, veel plez er aanstaanden Zondag, gezellig hè zoo'n verjaardag op eon vrijen dag Bep Spierenburg, ik denk er met over om het kwalijk te nemen als je geen brief schrijft, zend dan alleeD maar de oplossin gen in. Prettig koperen bruiloft gevierd? heb je ook wat voorgedragen 1 Zoo, ben ie nu al over 5 kindertjes tante, een heelo rijkdom hoor Annie Bavelaar, je raadscJ zal later eens een beurt krijgen Jo de .Tongh. je had fep deftig onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 19