No. 20440 MAANDAG 1 NOVEMBER Anno 1926. DE RAMP TE KATWIJK. Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 80 Cts. per regel. Bij regel abonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uitsluitend bi] vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Ct3. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden I 2.35. per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 -+• portokosten. 'f 0.18. .0,18 Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Wij ontvingen nog giften van: D. C. f 1. gecollecteerd op den verjaardag van tante Kaatje f2.10; J. J. van B. f2.50; dames M. E. en A. M. E. v. L. f 2.van een bridge avond f 61.72®; Eerste Leidsche Klucht- en Revuegezelschap, opbrengst uitvoering f32.50, idem gecollecteerd f 17.50collecte op de bruiloft van Mie en Hein f4.785; J. C. II f 10.fam. v. d. L. f 5.gez. H. f 1.50; mej. S. J. f3.50; J. D. S. f6.collecte dansavond S P. Wielinga f 18.75. In totaal ontvingen wij derhalve met in begrip van vorige verantwoordingen: f 2630.22. Leest vooral de tragische bijzonderheden in verband met.het vergaan van de logger KW 148 en zendt daarna uwe giften aan ons Blad, onder gironummer 57055 of aan de Amsterdamsche Bank, bijkantoor Leiden onder vermelding „KW logger 152". DE DIRECTIE. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan: a. A. A. Riel en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van een palingrookerij in het perceel Janvossensteeg No. 28. kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie H., No. 1947; b. de Naamlooze Vennootschap A. Waals en rechtverkrijgenden, tot het uit breiden van de fabriek voor het vervaar digen van ondergoederen in het perceel Van der Werffstraat No. 7, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie H. No. 2843; c. de firma W. F. Paauw en Zn. en rechtver krijgenden tot het uitbreiden van de litho grafische metaaldrukkerij en vémisinrich- ling in het perceel Utrechtsche Jaagpad No. 113a, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie O. No, 76; d. J. de Nijs en rechtver krijgenden, tot het oprichten van een in richting voor het herstellen van rijwielen in het perceel Sliksteeg No. 8, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie F. No. 1324; e. de Naamlooze Vennootschap R. H. W. bimonadefabrieken, en rechtverkrijgenden, let het uitbreiden van de Mineraalwater- en Limonadefabriek in het perceel Rembrandt- straat Nis. 1719, kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie A. No. 1229. N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden. 30 October 1926. 3138 JUBILEUM J. SCHAAP Hzn. Vandaag herdenkt de heer Schaap, direc teur van de Chr. Kweekschool alhier, het feit, dat hij 40 jaar werkzaam is bij het Chr. onderwijs. De jubilaris werd hedenmorgen ontvan gen in een buitengewone vergadering van het bestuur met de leeraressen, leeraren en de commissie van toezicht. De voorzitter van het bestuur. R. P. A. Rutgers, van Kat wijk, verwelkomde den heer Schaap har telijk in deze met recht buitengewone ver gadering. Dankbaar mag de jubilaris ge denken. wat God voor hem en door hem gedaan heeft. Na in 't kort den levensloop van den heer S. te hebben nagegaan, ves tigt spr. in het bijzonder de aandacht op groote beteekenis. die de arbeid van den jubilaris voor de Chr. Kweekschool heeft. Het bestuur heeft gemeend, de groote waar deering. die het voor den heer S. heeft, ook in een daad te moeten tonnen. Hij biedt daarom den heer S een divan met kleed aan. niet omdat de ledigheid een zoo groote plaats in het leven van den jubilaris be slaat, maar omdat, nu langzamerhand de herfstgedachten zich gaan vermenigvuldi gen, de behoefte aan een weinig meer rust zich wel zal gaan openbaren. De heer D. Smink, namens de leeraren het woord voerende, gewaagde met warmte van de groote achting, die ook in hun kririfc voor den persoon en het werk van den heer S. gevonden wordt. Ook mag dankbaar wor den gememoreerd de geest van èenigszind- heid en onderlinge waardeering. die onder de leeraren, fn de eerste plaats dank zij het j tactvol optreden van den directeur, bestaat. I Al blijft een botsing der meeningen ook l soms niet uit, het gaat in de leerarenver- gaderingen in één opzicht als bij de boksers Niet alleen vóór, maar ook na hpt treffen reiken zij elkander de hand. Als blijk van waardeering bood spr. mede namens zijn collega's een boekenmolen en een rookfau- teeuil aan. De heer A. de Jong Czn., voorzitter der Vereeniging van Chr. Onderwijzers, felici teerde den jubilaris hartelijk namens het hoofdbestuur dezer vereeniging en namens haar 5000 leden. Spr. roemde het vooral in den heer S., dat zijn onderwijs een zoo posi tief Christelijk stempel draagt. Als vrucht, mede van zijn veelbeteekenenden arbeid, mag de jubilaris dan ook zien op een groote schare Chr. onderwijzers, die dagelijks de school betreden met de bede: „Neig mijn hart tot de vrees van Uw naam." De heer H. de Boer, van Wassenaar, lid van de commissie van toezicht, roemde in het bijzonder de kracht, die van het onder wijs, dat de jubilaris geeft, uitgaat. Dc commissie heeft die kunnen opmerken tij dens de lessen van den heer S., die ze heeft bijgewoond, zoowel als in het practischp werk der oud-leerlingen. Spr hoopt, dat de heer Schaap van God kracht moge ontvan gen, zijn werk dat voor heel ons onderwijs van zooveel beteekenis is, nog lang voort te zetten. De jubilaris dankte met soms ternauwer nood bedwongen ontroering voor de harte lijke woorden door de verschillende sprekers tot hem gericht. Hij heeft in de veertigjarige periode, dia achter hem ligt. veel zegen en. wat niet ieder beschoren is veel vrucht op zijn werk mogen zien. Dat dit ook tijdens zijn arbeid als directeur van de Kweekschool het geval geweest is, dankte hij vooreerst aan den God van zijn leven, maar daarna vooral aan twee omstandigheden, n.l aan het volle vertrouwen van het bestuur en aan de hartelijke samenwerking met de leeraren. De cadeaux, waarvoor spr. den gevers hartelijk dankte, staan voor een groot deel in het teeken van de rust. maar, al voelt spr wel. dat zijn krachten afnemen, hij hoopt toch, als God het hem vergunt, nog eenige jaren zijn werk voort te zetten, kon het zijn, onder dezelfde gelukkige om standigheden als tot dusver. In een tweede samenkomst met de leer lingen werd de jubilaris, nadat hem de ze genbede uit Ps. 134 was toegezongen, toe gesproken door den heer G. Vonk. uit Lei- muid^n. Spr. constateerde dankbaar, dat de heer Schaap, na zooveel jaren van veel- omvattenden arbeid, nog staat in ongebro ken kracht, waardoor de leerlingen nog ruimschoots kunnen profiteeren van de uit nemende lessen, die de jubilaris geeft. Bij de leerlingen bestaat voor deze lessen groote waardeering. waaraan ze uiting willen ge ven door de aanbieding van een schemer lamp. Nadat de jubilaris ook daarvoor in een geestig speechje had gedankt, maakte de photograaf eenige opnamen, waarmee deze hooggestemde, voor velen ongetwijfeld on vergetelijke bijeenkomsten waren afge- loopen. ONDERWIJS-CONFERENTIE. (Vervolg van Zaterdag). Prof. R. Casimir gaf als laatste preker eenige theoretische slotbeschouwingen. In de laatste vijfentwintig jaren zijn vele ver anderingen beproefd in het onderwijs, aldus ving hij aan. Wel zijn zij onderling ver schillend. maar er schijnt een gemeen schappelijke theoretische grondslag voor aanwezig, zooals door Adam Ballard en Killpatrick erkend wordt. Naar de theoretische grondslagen en oor zaken zoekende, vindt men allereerst den invloed van de kinderpsychologie en van het intelligenlie-onderzoek. De daardoor verkregen resultaten wijzen groote indivi- dueele verschillen aan in denzelfden leef tijdsgroep. terwijl bovendien tusschen de verschillende klassen het verschijnsel der gedeeltelijke bedekking (overleaping, zoo de Amerikanen het noemen) bestaat. De ge dachte dat een klas dus een intellectueele homogene groepseenheid is, heeft daardoor schade geleden. Op den achtergrond is daar door in het paedagQgisch denken geraakt, het evenzeer bestaande feit. dat de training, die het onderwijs geeft, de uitersten tot el kaar brengt en een ophooping naar het mid delpunt of een verschuiving naar de gun stige kanten bevordert. Spr toonde dit aan met de resultaten van eenige onderzoekin gen. die hij heeft ingesteld. Met het feit. dat het gevoel der inlellec- 1 tueele klasse-eenheid verzwakt, gaat ge paard een andere houding .tegenover de discipline, zooals dit door Ballard duidelijk is uiteengezet. De onnaluurliike eenheid en gelijkheid is alleen te handhaven door een sterk van buiten opgelegde discipline. Daar mee gaat gepaard een veranderde positie van den onderwijzer: hij wordt helpende medewerker, wat in de Montessori-heweging die van leider spreekt, het duidelijkst naar voren treedt. Dit rekening houden met de individualiteit is tot zekere hoogte slechts gedeeltelijk: het Dallon-principe doet het voor en boven alles met het tempo, dat bij elk verschillend is en den arbeidsduur, die iedereen noodig heeft; de Montessori-hewe ging houdt rekening met de individueele groeistadia en met tempo en duur en Fröbel hield vooral rekening met de behoeften van een bepaalden leeftijd en met de instinctieve reactiviteit van het kind. In alle drie richtingen komt dan ook tot uiting het principe van de arbeidsschool, d. w z. het pogen om door geestelijke werk zaamheid. die zich in de vrije physieke reacties kan uiten, tot ontwikkeling kompn. Theoretisch ware hel gemeenschappelijk dan ook zóó te omschrijven, dat dit onder wijs is. een onderwijs, dat tot reacties aan leiding geeft, die als opvoedingsmiddel ge waardeerd worden en dat dus niet inhi bities een belangrijke rol moeten spelen in de school. Voor de zedelijke opvoeding vloeit daaruit voort, dat men om een Engelsch woord te citeeren „de onsocial instinct wil onderdompelen in de sociale werkzaam heid". zoodat zij daardoor niet tot realiteit komen. Als derde element in deze nieuwe stroomingen en ook in Fröbel ligt een sterk sociaal element: de lijn van Pestalozzo gaat over Fröbel en de naam „kindertuin" wijst reeds op de zelfontplooiing. In het Montes- sori-systeem zijn nu alle natuurlijke ten denties genationaliseerd en gemechaniseerd, wat waarschijnlijk verband houdt met den verschillenden tijd en de wijsgeerige stroo mingen. waarin deze theorieën ontslonden. Montessori's filosofie is uit haar werken niet klaar op te maken, maar in hoofdzaak schijnt zij gedeeltelijk te staan onder den invloed der oude vermogenstheorie en ge deeltelijk onder dien van het ideëele posivi- tisme van haar landsman Ardigo. Maar in alle drie richtingen is sterk de aandacht op de opvoeding tot maatschappelijke werk zaamheid. zoodat in dit verband eveneens Dewev en Ligthart genoemd kunnen wor den. Killpatrick heeft in zijn leerlingen voor de Rutgers-universiteit den eisch gesteld, dat een veranderde civilisatie, een andere opvoeding zou brengen. In deze opvoedings- vormen ligt nu al het berin van een opvoe ding tot praclische zelfstandige, zichzelf reddende mensrhen. De onderwijzer treedt hier bij alle drie in zooverre op den achtergrond, dat hij niet meer het stempel zijner suggestieve per soonlijkheid op de kinderen drukt, maar dat hij de milieu-scheppende factor wordt. Bij alle drie richtingen zijn dan ook de spel- gaven. het materiaal, de voorschriften en de hoeken een zeer werkelijk bestanddeel, wat ook overeenkomt met de ontwikkeling der civilisatie, die het verkrijgen dezer midde len gemakkelijker maakt. Carlisle zeide: „de boeken zijn de univer siteit onzer dagen", het Dalton- en het Montessori-slelsel zeggen tot zekere hoogte: „Ons materiaal vormt de lagere school". Als deze beschouwingen juist zijn. blijkt het dat er geen afzonderlijke tegenstellingen tusschen deze drie richtingen bestaat, maar dat wederzijdsche beïnvloeding zeer wel mogelijk is en men in de practijk te dezen opzichte senoritisch zal kunnen te werk gaan. Daarbij dient dan aldus besloot spr. vooral er op gelet te worden, dat men het beginsel van Fröbel niet verwarre met de practijk in sommige kleinkinderscholen. die zich wel den naam van Fröbel aanmatigen, maar waarin Fröbels geest eiken dag op nieuw gekruisigd wordt. En evenmin zal men dan om hët beginsel der andere rich- BINNENLAND. De heer B. F. Krantz over den stank van het Leidsche grachtwater. Een commissie van onderzoek inzake vermindering van belasting voor landgoe deren. Opening van het nienwe kerkgebouw der afdeeling Sassenheim van den NedL Prot. Bond. Tragische bijzonderheden in verband met het vergaan der KW. 148. BUITENLAND. Weer een aanslag op Mussolini. Deze blijft ongedeerd. De dader wordt gelyncht. Vrees in Zwitserland voor een vestiging van ex-keizer Wilhelm daar te lande. Rede van den Duitschen rijkskanselier. tingen zuiver te zien. dit niet moeten ver wateren, en toch den naam doen behouden. Nadat de voorzitter den spr. had tpdankt en de vergadering geslolen. beval hij een bezoek aan de tentoonstelling no? eens warm aan. De in deze zaal aanwezige leer middelen werden door velen ook bezichtigd. TEHUIS VOOR VERZWAKTE KINDEREN „JERUEL", MIDDELSTEGRACHT 3. Het vriendelijke gebouw van de Vrije Evangelische Gemeente „Jeruël", Middelste gracht 3, prijkt in vlaggentooi. En voorwaar, er is alle reden tot feest vreugde. Het is n.l. al weer ruim een jaar geleden, dat wij in onze kolommen melding maakten van de algeheele verbouwing van genoemd pand. Een uitvoerige beschrijving j van alle vertrekken gaven wij reeds destijds, zoodat het thans onnoodig is daarop nog i terug te komen. I Doch tevens deden wij in dit verslag een beroep op de algemeene liefdadigheid, daar aan de inrichting van het gebouw nog veel ontbrak. En het stemt tot verheugenis en dankbaarheid tevens, dat dank zij de lief dadigheid der burgerij, doch niet minder dank zij het zuinige beheer van de leiders, de heer en mevrouw Van der Horst en do commissie van beheer aan die inrichting momenteel niets meer ontbreekt. De inrichting van een ziekenzaal, waarin twaalf patiëntjes kunnen worden opgenomen die door ondervoeding of verwaarloozing, versterkende middelen, rust en een liefde volle verpleging behoeven, was een innig gekoesterde wensch van de beheerders, welke thans in vervulling is gegaan. Licht en lucht kunnen in deze op het zui den gélegen zaal vrijelijk toetreden, terwijl DARIUS MILHAUD. Als in L.eiden een compositie van Slrawinsky, den meest bewonderden en den meest verguisden: ergo den meest beroem den componist van den tegenwoordigen tijd werd gespeeld, dan zou ik dat zonder ge vaar van tegenspraak een gebeurtenis kun nen noemen. Weinig minder dan dat, is de uil voering van een werk van den ultra modernen Franschman, wiens naam als op schrift boven dit opstel is geplaatst. Dat staat a.s. Dinsdag te gebeuren op het Toon kunst-concert door het Utrechtsche orkest. Het stuk, dat gespeeld zal worden (een suite van Braziliaansche dansen) ken ik niet. Mij is slechts bekend, dat het een bewerking is van indrukken tijdens een Zuid-Ameri- kaansche reis opgedaan. Ik zal daarom over stuk in 't bijzonder niets kunnen ver melden. Bepaal ik er mij derhalve toe den muziekliefhebber, die belang stelt in de stroomingen van dezen tijd, op dit stuk op merkzaam te maken als typisch verschijn sel, dan stel ik mij voor, door een beknopte uiteenzetting van de beteekenis der figuur Milhaud in hei wordingsproces der moderne muzikale kunst, hem in zijn niet onwaar schijnlijke behoefte aan oriënteering zoo hogelijk de behulpzame hand te bieden. De vraag of hij en ik het stuk in kwestie mooi zullen vinden, is, in dezen gedachten gang, betrekkelijk secundair. We zullen af pachten. Gaan we. met zeven-mijls-laarzen. door de muziekgeschiedenis van Frankrijk ge durende de laatste halve eeuw, dan zien we, den Fransch-Duitschen oorlog van io70/71. een nieuwe richting zich baan bre ken tegenover wat we nu zouden kunnen uoemen het traditionalisme, dat op klassi- mstisch standpunt stond en in Saint-Saëns Un eminenten vertegenwoordiger en voor- vond. Individualistisch, zou mea deze laatste muziek kunnen noemen, in zoover ze de uitdrukking was van de beweging van 's componisten diepste innerlijk: de. ver vluchtiging van het meest intieme ik. aris tocratische muziek van ,,1'art pour l'art". De nieuwe richting vertoont gansch andere tendenzen. Het is een realistische gemeen schapskunst, die zingt van en voor het volk. Ze heeft haar groote meesters in Bruneau en Charpentier, die met pakkende melodiek en in breeden bloemrijken stijl de taal van het volk spreken, dan vroolijk. dan schrij nend droef als de ziel van hen, wier incar natie ze is. Bruneau heeft voor zijn drama tisch werk den tekst aan den roman van Zola ontleend. Charpentier is de componist van het volks- en artistenleven op Mont Martre. Populariseering van „la belle mu- sique" is zijn ideaal. Met zijn opera „Louise" geeft hij de teederste lyriek en te gelijk de fel bewogen dramatiek van den „Bulte". De eerste opvoering van dit zeer muzikale werk in 1900 was een evenement. In „Louise" culmineert de school der Fran- sche realisten. Het muzikale realisme werd fel bestre den: aan de ééne zijde door de traditiona listen, aan de andere door de symbolisten. Van deze laatsten is Claude Debussy de groote man. Zijn „Pelléas et Mélisande" (1902) bracht hevige beroering. De opvoe ring van dit werk is het meest tastbare en kenschetsende feit van de moderne muziek- historie. De muziek te bevrijden van het Wagnerianisme (nog sterk aanwezig in „Louise") is het uitgesproken doel van de nieuwe richting „Pelléas et Mélisande" is niet. gelijk het drama van Wagner, een ont zaglijk en ontzagwekkend fresco, doch veeleer de sobere schildering van een be koorlijk landschap; geen kolossaal onzicht baar ensemble, doch in intieme sfeer uitge zongen frasen, min of meer onbestemd, als de bewegingen der menschelijke ziel: De bussy (1863—1918) is de groote renovator. Hij heeft zich vrijgemaakt van alle traditie. Hij kent geen andere regels en wetten in de compositie dan die zijn eigen gevoel hem voorschijven. En dat was een rijk poëtisch gevoel, sterk genoeg om hem voor excessen te behoeden. De uitbreiding van zekere har monische vormen, hoofdzakelijk het nonen- accoord, geeft aan zijn werk, dat onder den invloed staat van Chopin, Moessorgsky en de muziek van het verre Oosten, een on miskenbare originaliteit. In één adem kan met Debussy worden genoemd Maurice Ravel (1875), die zich in hoofdzaak in de zelfde muzikale sfeer beweegt, in elk creval sterk verknocht is aan zijn iets ouderen tijdgenoot. De school van Debussy vindt in hemzelf haar afsluiting, voorloopig althans. Verder gebracht is ze nog niet. En of nu de figuur Debussy zal liergen in den hoofdstam der muzikale ontwikkeling, dan wel in een zijtak, zij het ook een stevigen. zal de tijd moeten leeren. Er zijn, naar mijn meening, aanwijzingen voor een beantwoording der vraag in laatstgemelden zin. We leven snel tegenwoordig. Het nieuwe geluid van Debussy heeft nauwelijks uitge klonken of daar komen Darius Milhaud (geb 1893) en een stuk of wat anderen (on der wie Honnegger. wiens Pacific 213 hier bijna zou zijn uitgevoerd jammer dat dit overging!) onze muzikale rust verstoren. Milhauds oeuvre heeft reeds een respecta belen omvang; hij schrijft zeer gemakkelijk. In Parijs heeft hij vrij wat aanhang en zijn vriendenkring strekt zich uit tot in ons land. Van zijn Nederlandsche bewonde raars is Willem Pijper de bekwame woord en penvoerder (zie Groot-Nederland 1924 pag. 291 v.). Milhaud heeft een gepronon ceerd eigen accent, dat is het anders te verwachten? door velen bedenkelijk, door anderen prijzenswaardig wordt ge acht. Waarin schuilt het geheim van dien eigen, origineelen klank? Voor een deel kan dat verklaard worden door een streven naar versmelting van negermuziek met onze West-Europeesche toonkunst. Maar dat is al zoo vaak beproëfd. dat we daarin niets bijzonders meer hebben te zien De ware oorzaak ligt elders. In een betrekkelijke kleinigheid. Althans naar de voorstelling, die Milhaud zelf en zijn naaste vrienden er aan geven. In een lezing, die hij een paar jaar geleden heeft gehouden voor het Amsterdamsche studenten-muziekgezelschap „J. P. Sweelinck", heeft Milhaud met den meesten nadruk verklaard dat zijn muziek was noch bedoelde te zijn vernieuwing van de Fransche muziek; dat ze, integendeel, was de directe voortzetting van de oude P'ransche meesters (Rameau c.s.). Hij laat dus de ontwikkeling der Fransche muziek, die ik hierboven aanstipte, ganschelijk on beroerd. Hij gaat terug tot de muziek der oude Gallische meesters. Op hun melodiek, op hun rhythmiek zijn zijn muzikale vin dingen geënt. Nemen we dit aan, dan be- teekent dat natuurlijk niet, dat we die beide elementen in M.'s muziek gelijkwaardig vinden aan die in het werk der ouden. In één opzicht van ondergeschikt belang, waarachter ik zoo vrij ben een vraagteeken te plaatsen wijkt hij van zijn voorgan gers van lang geleden af. Zij dachten en schreven diatonaal (duidelijker is te spre ken van tonaal of liever nog van monoto- naal), Milhaud daarentegen bi-tonaal. „Dé „bitonaliteit (mogelijkheid om twee toon aarden in verband van gelijktijdigheid te „brengen) is het meest typische kenmerk „van Milhauds muziek. Deze bifonaliteit „stelt, in zijn werk, tevens het karakter, de „tournure zijner motieven vast (gelijk de „diatoniek dat deed bij J. S. Bach), beslist „over de lengte der bewerkingen, bepaalt „alle verhoudingen en determineert de ge- „heele muzikale logica. In een volstrekt ge klaagde bitonale compositie is dit allps in „evenwicht; doch dat evenwicht is geheel „anders dan in een tonale schepping. En „ook anders dan ih a-tonale (zonder basis „van toonaard-relatie) muziek. De bitona- „liteit is geen trait d'union tusschen tonaal „en a-tonaal; ze is ook geen hoogere poten tie der (normale) tonaliteit. Milhauds bi- „tonaliteit is een coloriet. meer niet", zoo drukt Pijper zich uit. Men ziet het: de heele zaak berust op een kleinigheid, een kwestie hoogstens van compositietechniek. Vroeger bracht men de verschillende toonaarden in den loop van een muziekstuk na elkaar, door min of meer logische wisseling (mo dulatie). Milhaud laat ze te zamen en ge lijktijdig optreden. De vondst is even ge niaal als eenvoudig. Dat men vroeger nooit op het idee gekomen isl Enfin, het ei van Columbus. Badinage part. Ontkend kan het niet worden, dat in de bitonale methode dit voordeel schuilt, dat ze verruiming brengt van uildrukkingsmogelijkheid Wie, wat hij te zeggen heeft, niet anders zeggen kan dan bitonaal. of aldps zich slechts pre- cieser of concieser kan^jjjtdrukken. zal zich met het nieuwe middel gelukkig gevoelen. Dat er door het nieuwe procédé klanken ontslaan, die onze ooren pijnlijk treffen, wordt door de voorstanders grif erkend. Ik heb de nieuwe klankmogelijkheden door een hunner al eens nader aangeduid gezien met het epitheton wanluidend. Maar daar went men wel aan. We hebben ons op dat punt al aan zooveel gewend. Volkomen juist Principieel kan niemand bezwaar maken tegen de toelaatbaarheid van wan geluiden als muzikalen klank Maar ik meen toch ook. dat een op zich zelf juist principe, door haar doorvoering tot een uiterste consequentie, in haar tegendeel kan verkeeren. 't Is maar de vraag waar de grens ligt. Hoe men echter, voor 't oogenblik, ook over Milhaud's muziek moge denken, zeker is het. dat hij een der meest vruchtbare meesters is der laatste jaren en dat zijn werk onmiskenbaar persoonlijke eigen schappen vertoont. Dat hij dus onder de levende en werkende tijdgenooten een zeer belangrijke figuur i9. Laat ons dan vertrou wen stellen in zijn zending. En al mocht er van hem niets ander9 overblijven dan een enkele bekkenslag, wat nood!, na hem zul len anderen komen, want het genie is eeuwig H. W. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1