No. 20440
MAANDAG 1 NOVEMBER
Anno 1926.
DE RAMP TE KATWIJK.
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
80 Cts. per regel. Bij regel abonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bi] vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Ct3. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden I 2.35. per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 -+• portokosten.
'f 0.18.
.0,18
Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Wij ontvingen nog giften van: D. C. f 1.
gecollecteerd op den verjaardag van tante
Kaatje f2.10; J. J. van B. f2.50; dames M.
E. en A. M. E. v. L. f 2.van een bridge
avond f 61.72®; Eerste Leidsche Klucht- en
Revuegezelschap, opbrengst uitvoering
f32.50, idem gecollecteerd f 17.50collecte
op de bruiloft van Mie en Hein f4.785; J. C.
II f 10.fam. v. d. L. f 5.gez. H. f 1.50;
mej. S. J. f3.50; J. D. S. f6.collecte
dansavond S P. Wielinga f 18.75.
In totaal ontvingen wij derhalve met in
begrip van vorige verantwoordingen:
f 2630.22.
Leest vooral de tragische bijzonderheden
in verband met.het vergaan van de logger
KW 148 en zendt daarna uwe giften aan
ons Blad, onder gironummer 57055 of aan
de Amsterdamsche Bank, bijkantoor Leiden
onder vermelding „KW logger 152".
DE DIRECTIE.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan:
a. A. A. Riel en rechtverkrijgenden, tot
het oprichten van een palingrookerij in het
perceel Janvossensteeg No. 28. kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie H., No.
1947; b. de Naamlooze Vennootschap A.
Waals en rechtverkrijgenden, tot het uit
breiden van de fabriek voor het vervaar
digen van ondergoederen in het perceel Van
der Werffstraat No. 7, kadastraal bekend
Gemeente Leiden, Sectie H. No. 2843; c. de
firma W. F. Paauw en Zn. en rechtver
krijgenden tot het uitbreiden van de litho
grafische metaaldrukkerij en vémisinrich-
ling in het perceel Utrechtsche Jaagpad No.
113a, kadastraal bekend Gemeente Leiden,
Sectie O. No, 76; d. J. de Nijs en rechtver
krijgenden, tot het oprichten van een in
richting voor het herstellen van rijwielen
in het perceel Sliksteeg No. 8, kadastraal
bekend Gemeente Leiden, Sectie F. No. 1324;
e. de Naamlooze Vennootschap R. H. W.
bimonadefabrieken, en rechtverkrijgenden,
let het uitbreiden van de Mineraalwater- en
Limonadefabriek in het perceel Rembrandt-
straat Nis. 1719, kadastraal bekend ge
meente Leiden, Sectie A. No. 1229.
N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden. 30 October 1926. 3138
JUBILEUM J. SCHAAP Hzn.
Vandaag herdenkt de heer Schaap, direc
teur van de Chr. Kweekschool alhier, het
feit, dat hij 40 jaar werkzaam is bij het
Chr. onderwijs.
De jubilaris werd hedenmorgen ontvan
gen in een buitengewone vergadering van
het bestuur met de leeraressen, leeraren en
de commissie van toezicht. De voorzitter
van het bestuur. R. P. A. Rutgers, van Kat
wijk, verwelkomde den heer Schaap har
telijk in deze met recht buitengewone ver
gadering. Dankbaar mag de jubilaris ge
denken. wat God voor hem en door hem
gedaan heeft. Na in 't kort den levensloop
van den heer S. te hebben nagegaan, ves
tigt spr. in het bijzonder de aandacht op
groote beteekenis. die de arbeid van den
jubilaris voor de Chr. Kweekschool heeft.
Het bestuur heeft gemeend, de groote waar
deering. die het voor den heer S. heeft, ook
in een daad te moeten tonnen. Hij biedt
daarom den heer S een divan met kleed
aan. niet omdat de ledigheid een zoo groote
plaats in het leven van den jubilaris be
slaat, maar omdat, nu langzamerhand de
herfstgedachten zich gaan vermenigvuldi
gen, de behoefte aan een weinig meer rust
zich wel zal gaan openbaren.
De heer D. Smink, namens de leeraren
het woord voerende, gewaagde met warmte
van de groote achting, die ook in hun kririfc
voor den persoon en het werk van den heer
S. gevonden wordt. Ook mag dankbaar wor
den gememoreerd de geest van èenigszind-
heid en onderlinge waardeering. die onder
de leeraren, fn de eerste plaats dank zij het j
tactvol optreden van den directeur, bestaat. I
Al blijft een botsing der meeningen ook l
soms niet uit, het gaat in de leerarenver-
gaderingen in één opzicht als bij de boksers
Niet alleen vóór, maar ook na hpt treffen
reiken zij elkander de hand. Als blijk van
waardeering bood spr. mede namens zijn
collega's een boekenmolen en een rookfau-
teeuil aan.
De heer A. de Jong Czn., voorzitter der
Vereeniging van Chr. Onderwijzers, felici
teerde den jubilaris hartelijk namens het
hoofdbestuur dezer vereeniging en namens
haar 5000 leden. Spr. roemde het vooral in
den heer S., dat zijn onderwijs een zoo posi
tief Christelijk stempel draagt. Als vrucht,
mede van zijn veelbeteekenenden arbeid,
mag de jubilaris dan ook zien op een groote
schare Chr. onderwijzers, die dagelijks de
school betreden met de bede: „Neig mijn
hart tot de vrees van Uw naam."
De heer H. de Boer, van Wassenaar, lid
van de commissie van toezicht, roemde in
het bijzonder de kracht, die van het onder
wijs, dat de jubilaris geeft, uitgaat. Dc
commissie heeft die kunnen opmerken tij
dens de lessen van den heer S., die ze heeft
bijgewoond, zoowel als in het practischp
werk der oud-leerlingen. Spr hoopt, dat de
heer Schaap van God kracht moge ontvan
gen, zijn werk dat voor heel ons onderwijs
van zooveel beteekenis is, nog lang voort
te zetten.
De jubilaris dankte met soms ternauwer
nood bedwongen ontroering voor de harte
lijke woorden door de verschillende sprekers
tot hem gericht.
Hij heeft in de veertigjarige periode, dia
achter hem ligt. veel zegen en. wat niet
ieder beschoren is veel vrucht op zijn
werk mogen zien. Dat dit ook tijdens zijn
arbeid als directeur van de Kweekschool het
geval geweest is, dankte hij vooreerst aan
den God van zijn leven, maar daarna
vooral aan twee omstandigheden, n.l aan
het volle vertrouwen van het bestuur en
aan de hartelijke samenwerking met de
leeraren. De cadeaux, waarvoor spr. den
gevers hartelijk dankte, staan voor een
groot deel in het teeken van de rust. maar,
al voelt spr wel. dat zijn krachten afnemen,
hij hoopt toch, als God het hem vergunt,
nog eenige jaren zijn werk voort te zetten,
kon het zijn, onder dezelfde gelukkige om
standigheden als tot dusver.
In een tweede samenkomst met de leer
lingen werd de jubilaris, nadat hem de ze
genbede uit Ps. 134 was toegezongen, toe
gesproken door den heer G. Vonk. uit Lei-
muid^n. Spr. constateerde dankbaar, dat de
heer Schaap, na zooveel jaren van veel-
omvattenden arbeid, nog staat in ongebro
ken kracht, waardoor de leerlingen nog
ruimschoots kunnen profiteeren van de uit
nemende lessen, die de jubilaris geeft. Bij
de leerlingen bestaat voor deze lessen groote
waardeering. waaraan ze uiting willen ge
ven door de aanbieding van een schemer
lamp.
Nadat de jubilaris ook daarvoor in een
geestig speechje had gedankt, maakte de
photograaf eenige opnamen, waarmee deze
hooggestemde, voor velen ongetwijfeld on
vergetelijke bijeenkomsten waren afge-
loopen.
ONDERWIJS-CONFERENTIE.
(Vervolg van Zaterdag).
Prof. R. Casimir gaf als laatste preker
eenige theoretische slotbeschouwingen. In
de laatste vijfentwintig jaren zijn vele ver
anderingen beproefd in het onderwijs, aldus
ving hij aan. Wel zijn zij onderling ver
schillend. maar er schijnt een gemeen
schappelijke theoretische grondslag voor
aanwezig, zooals door Adam Ballard en
Killpatrick erkend wordt.
Naar de theoretische grondslagen en oor
zaken zoekende, vindt men allereerst den
invloed van de kinderpsychologie en van
het intelligenlie-onderzoek. De daardoor
verkregen resultaten wijzen groote indivi-
dueele verschillen aan in denzelfden leef
tijdsgroep. terwijl bovendien tusschen de
verschillende klassen het verschijnsel der
gedeeltelijke bedekking (overleaping, zoo de
Amerikanen het noemen) bestaat. De ge
dachte dat een klas dus een intellectueele
homogene groepseenheid is, heeft daardoor
schade geleden. Op den achtergrond is daar
door in het paedagQgisch denken geraakt,
het evenzeer bestaande feit. dat de training,
die het onderwijs geeft, de uitersten tot el
kaar brengt en een ophooping naar het mid
delpunt of een verschuiving naar de gun
stige kanten bevordert. Spr toonde dit aan
met de resultaten van eenige onderzoekin
gen. die hij heeft ingesteld.
Met het feit. dat het gevoel der inlellec- 1
tueele klasse-eenheid verzwakt, gaat ge
paard een andere houding .tegenover de
discipline, zooals dit door Ballard duidelijk
is uiteengezet. De onnaluurliike eenheid en
gelijkheid is alleen te handhaven door een
sterk van buiten opgelegde discipline. Daar
mee gaat gepaard een veranderde positie
van den onderwijzer: hij wordt helpende
medewerker, wat in de Montessori-heweging
die van leider spreekt, het duidelijkst naar
voren treedt. Dit rekening houden met de
individualiteit is tot zekere hoogte slechts
gedeeltelijk: het Dallon-principe doet het
voor en boven alles met het tempo, dat bij
elk verschillend is en den arbeidsduur, die
iedereen noodig heeft; de Montessori-hewe
ging houdt rekening met de individueele
groeistadia en met tempo en duur en Fröbel
hield vooral rekening met de behoeften van
een bepaalden leeftijd en met de instinctieve
reactiviteit van het kind.
In alle drie richtingen komt dan ook tot
uiting het principe van de arbeidsschool,
d. w z. het pogen om door geestelijke werk
zaamheid. die zich in de vrije physieke
reacties kan uiten, tot ontwikkeling kompn.
Theoretisch ware hel gemeenschappelijk
dan ook zóó te omschrijven, dat dit onder
wijs is. een onderwijs, dat tot reacties aan
leiding geeft, die als opvoedingsmiddel ge
waardeerd worden en dat dus niet inhi
bities een belangrijke rol moeten spelen in
de school. Voor de zedelijke opvoeding vloeit
daaruit voort, dat men om een Engelsch
woord te citeeren „de onsocial instinct wil
onderdompelen in de sociale werkzaam
heid". zoodat zij daardoor niet tot realiteit
komen. Als derde element in deze nieuwe
stroomingen en ook in Fröbel ligt een sterk
sociaal element: de lijn van Pestalozzo gaat
over Fröbel en de naam „kindertuin" wijst
reeds op de zelfontplooiing. In het Montes-
sori-systeem zijn nu alle natuurlijke ten
denties genationaliseerd en gemechaniseerd,
wat waarschijnlijk verband houdt met den
verschillenden tijd en de wijsgeerige stroo
mingen. waarin deze theorieën ontslonden.
Montessori's filosofie is uit haar werken
niet klaar op te maken, maar in hoofdzaak
schijnt zij gedeeltelijk te staan onder den
invloed der oude vermogenstheorie en ge
deeltelijk onder dien van het ideëele posivi-
tisme van haar landsman Ardigo. Maar in
alle drie richtingen is sterk de aandacht op
de opvoeding tot maatschappelijke werk
zaamheid. zoodat in dit verband eveneens
Dewev en Ligthart genoemd kunnen wor
den. Killpatrick heeft in zijn leerlingen voor
de Rutgers-universiteit den eisch gesteld,
dat een veranderde civilisatie, een andere
opvoeding zou brengen. In deze opvoedings-
vormen ligt nu al het berin van een opvoe
ding tot praclische zelfstandige, zichzelf
reddende mensrhen.
De onderwijzer treedt hier bij alle drie in
zooverre op den achtergrond, dat hij niet
meer het stempel zijner suggestieve per
soonlijkheid op de kinderen drukt, maar dat
hij de milieu-scheppende factor wordt. Bij
alle drie richtingen zijn dan ook de spel-
gaven. het materiaal, de voorschriften en de
hoeken een zeer werkelijk bestanddeel, wat
ook overeenkomt met de ontwikkeling der
civilisatie, die het verkrijgen dezer midde
len gemakkelijker maakt.
Carlisle zeide: „de boeken zijn de univer
siteit onzer dagen", het Dalton- en het
Montessori-slelsel zeggen tot zekere hoogte:
„Ons materiaal vormt de lagere school".
Als deze beschouwingen juist zijn. blijkt
het dat er geen afzonderlijke tegenstellingen
tusschen deze drie richtingen bestaat, maar
dat wederzijdsche beïnvloeding zeer wel
mogelijk is en men in de practijk te dezen
opzichte senoritisch zal kunnen te werk
gaan.
Daarbij dient dan aldus besloot spr.
vooral er op gelet te worden, dat men het
beginsel van Fröbel niet verwarre met de
practijk in sommige kleinkinderscholen. die
zich wel den naam van Fröbel aanmatigen,
maar waarin Fröbels geest eiken dag op
nieuw gekruisigd wordt. En evenmin zal
men dan om hët beginsel der andere rich-
BINNENLAND.
De heer B. F. Krantz over den stank van
het Leidsche grachtwater.
Een commissie van onderzoek inzake
vermindering van belasting voor landgoe
deren.
Opening van het nienwe kerkgebouw der
afdeeling Sassenheim van den NedL Prot.
Bond.
Tragische bijzonderheden in verband met
het vergaan der KW. 148.
BUITENLAND.
Weer een aanslag op Mussolini. Deze
blijft ongedeerd. De dader wordt gelyncht.
Vrees in Zwitserland voor een vestiging
van ex-keizer Wilhelm daar te lande.
Rede van den Duitschen rijkskanselier.
tingen zuiver te zien. dit niet moeten ver
wateren, en toch den naam doen behouden.
Nadat de voorzitter den spr. had tpdankt
en de vergadering geslolen. beval hij een
bezoek aan de tentoonstelling no? eens
warm aan. De in deze zaal aanwezige leer
middelen werden door velen ook bezichtigd.
TEHUIS VOOR VERZWAKTE KINDEREN
„JERUEL", MIDDELSTEGRACHT 3.
Het vriendelijke gebouw van de Vrije
Evangelische Gemeente „Jeruël", Middelste
gracht 3, prijkt in vlaggentooi.
En voorwaar, er is alle reden tot feest
vreugde. Het is n.l. al weer ruim een jaar
geleden, dat wij in onze kolommen melding
maakten van de algeheele verbouwing van
genoemd pand. Een uitvoerige beschrijving
j van alle vertrekken gaven wij reeds destijds,
zoodat het thans onnoodig is daarop nog
i terug te komen.
I Doch tevens deden wij in dit verslag een
beroep op de algemeene liefdadigheid, daar
aan de inrichting van het gebouw nog veel
ontbrak. En het stemt tot verheugenis en
dankbaarheid tevens, dat dank zij de lief
dadigheid der burgerij, doch niet minder
dank zij het zuinige beheer van de leiders,
de heer en mevrouw Van der Horst en do
commissie van beheer aan die inrichting
momenteel niets meer ontbreekt.
De inrichting van een ziekenzaal, waarin
twaalf patiëntjes kunnen worden opgenomen
die door ondervoeding of verwaarloozing,
versterkende middelen, rust en een liefde
volle verpleging behoeven, was een innig
gekoesterde wensch van de beheerders,
welke thans in vervulling is gegaan.
Licht en lucht kunnen in deze op het zui
den gélegen zaal vrijelijk toetreden, terwijl
DARIUS MILHAUD.
Als in L.eiden een compositie van
Slrawinsky, den meest bewonderden en den
meest verguisden: ergo den meest beroem
den componist van den tegenwoordigen tijd
werd gespeeld, dan zou ik dat zonder ge
vaar van tegenspraak een gebeurtenis kun
nen noemen. Weinig minder dan dat, is de
uil voering van een werk van den ultra
modernen Franschman, wiens naam als op
schrift boven dit opstel is geplaatst. Dat
staat a.s. Dinsdag te gebeuren op het Toon
kunst-concert door het Utrechtsche orkest.
Het stuk, dat gespeeld zal worden (een suite
van Braziliaansche dansen) ken ik niet.
Mij is slechts bekend, dat het een bewerking
is van indrukken tijdens een Zuid-Ameri-
kaansche reis opgedaan. Ik zal daarom over
stuk in 't bijzonder niets kunnen ver
melden. Bepaal ik er mij derhalve toe den
muziekliefhebber, die belang stelt in de
stroomingen van dezen tijd, op dit stuk op
merkzaam te maken als typisch verschijn
sel, dan stel ik mij voor, door een beknopte
uiteenzetting van de beteekenis der figuur
Milhaud in hei wordingsproces der moderne
muzikale kunst, hem in zijn niet onwaar
schijnlijke behoefte aan oriënteering zoo
hogelijk de behulpzame hand te bieden. De
vraag of hij en ik het stuk in kwestie mooi
zullen vinden, is, in dezen gedachten gang,
betrekkelijk secundair. We zullen af
pachten.
Gaan we. met zeven-mijls-laarzen. door
de muziekgeschiedenis van Frankrijk ge
durende de laatste halve eeuw, dan zien we,
den Fransch-Duitschen oorlog van
io70/71. een nieuwe richting zich baan bre
ken tegenover wat we nu zouden kunnen
uoemen het traditionalisme, dat op klassi-
mstisch standpunt stond en in Saint-Saëns
Un eminenten vertegenwoordiger en voor-
vond. Individualistisch, zou mea deze
laatste muziek kunnen noemen, in zoover
ze de uitdrukking was van de beweging van
's componisten diepste innerlijk: de. ver
vluchtiging van het meest intieme ik. aris
tocratische muziek van ,,1'art pour l'art".
De nieuwe richting vertoont gansch andere
tendenzen. Het is een realistische gemeen
schapskunst, die zingt van en voor het volk.
Ze heeft haar groote meesters in Bruneau
en Charpentier, die met pakkende melodiek
en in breeden bloemrijken stijl de taal van
het volk spreken, dan vroolijk. dan schrij
nend droef als de ziel van hen, wier incar
natie ze is. Bruneau heeft voor zijn drama
tisch werk den tekst aan den roman van
Zola ontleend. Charpentier is de componist
van het volks- en artistenleven op Mont
Martre. Populariseering van „la belle mu-
sique" is zijn ideaal. Met zijn opera
„Louise" geeft hij de teederste lyriek en te
gelijk de fel bewogen dramatiek van den
„Bulte". De eerste opvoering van dit zeer
muzikale werk in 1900 was een evenement.
In „Louise" culmineert de school der Fran-
sche realisten.
Het muzikale realisme werd fel bestre
den: aan de ééne zijde door de traditiona
listen, aan de andere door de symbolisten.
Van deze laatsten is Claude Debussy de
groote man. Zijn „Pelléas et Mélisande"
(1902) bracht hevige beroering. De opvoe
ring van dit werk is het meest tastbare en
kenschetsende feit van de moderne muziek-
historie. De muziek te bevrijden van het
Wagnerianisme (nog sterk aanwezig in
„Louise") is het uitgesproken doel van de
nieuwe richting „Pelléas et Mélisande" is
niet. gelijk het drama van Wagner, een ont
zaglijk en ontzagwekkend fresco, doch
veeleer de sobere schildering van een be
koorlijk landschap; geen kolossaal onzicht
baar ensemble, doch in intieme sfeer uitge
zongen frasen, min of meer onbestemd, als
de bewegingen der menschelijke ziel: De
bussy (1863—1918) is de groote renovator.
Hij heeft zich vrijgemaakt van alle traditie.
Hij kent geen andere regels en wetten in
de compositie dan die zijn eigen gevoel hem
voorschijven. En dat was een rijk poëtisch
gevoel, sterk genoeg om hem voor excessen
te behoeden. De uitbreiding van zekere har
monische vormen, hoofdzakelijk het nonen-
accoord, geeft aan zijn werk, dat onder den
invloed staat van Chopin, Moessorgsky en
de muziek van het verre Oosten, een on
miskenbare originaliteit. In één adem kan
met Debussy worden genoemd Maurice
Ravel (1875), die zich in hoofdzaak in de
zelfde muzikale sfeer beweegt, in elk creval
sterk verknocht is aan zijn iets ouderen
tijdgenoot. De school van Debussy vindt in
hemzelf haar afsluiting, voorloopig althans.
Verder gebracht is ze nog niet. En of nu de
figuur Debussy zal liergen in den hoofdstam
der muzikale ontwikkeling, dan wel in een
zijtak, zij het ook een stevigen. zal de tijd
moeten leeren. Er zijn, naar mijn meening,
aanwijzingen voor een beantwoording der
vraag in laatstgemelden zin.
We leven snel tegenwoordig. Het nieuwe
geluid van Debussy heeft nauwelijks uitge
klonken of daar komen Darius Milhaud
(geb 1893) en een stuk of wat anderen (on
der wie Honnegger. wiens Pacific 213 hier
bijna zou zijn uitgevoerd jammer dat
dit overging!) onze muzikale rust verstoren.
Milhauds oeuvre heeft reeds een respecta
belen omvang; hij schrijft zeer gemakkelijk.
In Parijs heeft hij vrij wat aanhang en zijn
vriendenkring strekt zich uit tot in ons
land. Van zijn Nederlandsche bewonde
raars is Willem Pijper de bekwame woord
en penvoerder (zie Groot-Nederland 1924
pag. 291 v.). Milhaud heeft een gepronon
ceerd eigen accent, dat is het anders te
verwachten? door velen bedenkelijk,
door anderen prijzenswaardig wordt ge
acht. Waarin schuilt het geheim van dien
eigen, origineelen klank? Voor een deel kan
dat verklaard worden door een streven naar
versmelting van negermuziek met onze
West-Europeesche toonkunst. Maar dat is
al zoo vaak beproëfd. dat we daarin niets
bijzonders meer hebben te zien De ware
oorzaak ligt elders. In een betrekkelijke
kleinigheid. Althans naar de voorstelling,
die Milhaud zelf en zijn naaste vrienden er
aan geven. In een lezing, die hij een paar
jaar geleden heeft gehouden voor het
Amsterdamsche studenten-muziekgezelschap
„J. P. Sweelinck", heeft Milhaud met den
meesten nadruk verklaard dat zijn muziek
was noch bedoelde te zijn vernieuwing van
de Fransche muziek; dat ze, integendeel,
was de directe voortzetting van de oude
P'ransche meesters (Rameau c.s.). Hij laat
dus de ontwikkeling der Fransche muziek,
die ik hierboven aanstipte, ganschelijk on
beroerd. Hij gaat terug tot de muziek der
oude Gallische meesters. Op hun melodiek,
op hun rhythmiek zijn zijn muzikale vin
dingen geënt. Nemen we dit aan, dan be-
teekent dat natuurlijk niet, dat we die beide
elementen in M.'s muziek gelijkwaardig
vinden aan die in het werk der ouden. In
één opzicht van ondergeschikt belang,
waarachter ik zoo vrij ben een vraagteeken
te plaatsen wijkt hij van zijn voorgan
gers van lang geleden af. Zij dachten en
schreven diatonaal (duidelijker is te spre
ken van tonaal of liever nog van monoto-
naal), Milhaud daarentegen bi-tonaal. „Dé
„bitonaliteit (mogelijkheid om twee toon
aarden in verband van gelijktijdigheid te
„brengen) is het meest typische kenmerk
„van Milhauds muziek. Deze bifonaliteit
„stelt, in zijn werk, tevens het karakter, de
„tournure zijner motieven vast (gelijk de
„diatoniek dat deed bij J. S. Bach), beslist
„over de lengte der bewerkingen, bepaalt
„alle verhoudingen en determineert de ge-
„heele muzikale logica. In een volstrekt ge
klaagde bitonale compositie is dit allps in
„evenwicht; doch dat evenwicht is geheel
„anders dan in een tonale schepping. En
„ook anders dan ih a-tonale (zonder basis
„van toonaard-relatie) muziek. De bitona-
„liteit is geen trait d'union tusschen tonaal
„en a-tonaal; ze is ook geen hoogere poten
tie der (normale) tonaliteit. Milhauds bi-
„tonaliteit is een coloriet. meer niet", zoo
drukt Pijper zich uit. Men ziet het: de heele
zaak berust op een kleinigheid, een kwestie
hoogstens van compositietechniek. Vroeger
bracht men de verschillende toonaarden in
den loop van een muziekstuk na elkaar,
door min of meer logische wisseling (mo
dulatie). Milhaud laat ze te zamen en ge
lijktijdig optreden. De vondst is even ge
niaal als eenvoudig. Dat men vroeger nooit
op het idee gekomen isl Enfin, het ei van
Columbus. Badinage part. Ontkend kan
het niet worden, dat in de bitonale methode
dit voordeel schuilt, dat ze verruiming
brengt van uildrukkingsmogelijkheid Wie,
wat hij te zeggen heeft, niet anders zeggen
kan dan bitonaal. of aldps zich slechts pre-
cieser of concieser kan^jjjtdrukken. zal zich
met het nieuwe middel gelukkig gevoelen.
Dat er door het nieuwe procédé klanken
ontslaan, die onze ooren pijnlijk treffen,
wordt door de voorstanders grif erkend. Ik
heb de nieuwe klankmogelijkheden door
een hunner al eens nader aangeduid gezien
met het epitheton wanluidend. Maar daar
went men wel aan. We hebben ons op dat
punt al aan zooveel gewend. Volkomen
juist Principieel kan niemand bezwaar
maken tegen de toelaatbaarheid van wan
geluiden als muzikalen klank Maar ik
meen toch ook. dat een op zich zelf juist
principe, door haar doorvoering tot een
uiterste consequentie, in haar tegendeel kan
verkeeren. 't Is maar de vraag waar de
grens ligt.
Hoe men echter, voor 't oogenblik, ook
over Milhaud's muziek moge denken, zeker
is het. dat hij een der meest vruchtbare
meesters is der laatste jaren en dat zijn
werk onmiskenbaar persoonlijke eigen
schappen vertoont. Dat hij dus onder de
levende en werkende tijdgenooten een zeer
belangrijke figuur i9. Laat ons dan vertrou
wen stellen in zijn zending. En al mocht er
van hem niets ander9 overblijven dan een
enkele bekkenslag, wat nood!, na hem zul
len anderen komen, want het genie is
eeuwig
H. W. H.