Het Nederlandsch-Belgisch Verdrag. DE WILDE HERTOGIN. No. 20427. LElDSCH DAGBLAD, Zatendag 16 October Derde Blad Anno 1926. U Buitenl. Weekoverzicnt. Adres van het Nationale Comité van Actie. Voor Vrouwen VERHAGEN's PARIJSCHE WAFELS, MET DEN ZUIVEREN ROOMSMAAK, ZIJN NIET TE EVENAREN FEUILLETON, Een week van weinig „groote" gebeurlijkheden. y00r de Engelsche mijnwerkers kan, in Alle oprechtheid gesproken, gelden: alles ia verloren. Zoo daaraan nog twijfel be stond, het verloop van zaken op het La- bour-congres heeft dan allen twijfel in eens weggevaagd. Een meer dan treurig beeld yan malaise in de arbeiderswereld is daar Opgehangen. Vrijwel alle arbeiderskassen zijn leeg, of hebben, wat er nog is, hard noodig voor ondersteuning van werkloo- zen in eigen vak. Ronduit werd dan ook ■verklaard ,dat van eenige ondersteuning yan de mijnwerkers geen sprake kon zijn—. Tot tweemaal toe hebben de z.g. veilig heidsmannen in de mijnen besloten in geen geval in staking te gaan. Van een embargo op kolen kan x3ractisch niets komen 't Is allemaal bekend, doch niettemin keuren de districten de aangenomen rest» Qutie goed, bevelend de veiligheidsmannen iterug te nemen, embargo te leggen op kolen, ondersteuning te vragen van de yakvereenigingen. Men mag dat bestempe len als „heldenmoed", practisch bekeken is het niet anders dan volledige voortzet ting van een volslagen wanhoopspolitiek, 'die slechts naar het verderf kan voeren, lederen dag groeit het aantal werkwilli gen; reeds heeft één district een aparte regeling aanvaard, terwijl een ander op het punt staat, zoo'n stap te doen. Never mind, doorzetten is de leus. Het extre misme voert naarmate meer mijnwerkers 'de staking den rug toediaaien, steeds fel ler den boventoon. Gematigde leiders als Hodges en Spencer worden „uitgesmeten". Landsbelang is een factor, die geheel en al onbekend is Right or wrong, mijn standpunt Zonder onverwachte wending en wie 'durft daarop nog hopen? zal dé strijd tot het laatste uiterste worden uitgestre den. Met tal van slachtoffers in de laatste gelederen. 'b Is een weinig aanlokkelijk verschiet. Edoch een nieuw bewijs, hoe gemakkelijk het is strijd te ontketenen, hoe moeilijk dien eervol te beëindigen. Een oud-strijder legt in Engeland de wapens neer, ook al blijft hij lid van liet Hoogerhuis. We meenen lord Oxford and rAsquith, meer bekend onder dien laatste» naam. Meer dan 50 jaar heeft hij pal ge staan voor de liberale ideeën, sedert jaren als leider der partij, die echter, gelijk al gemeen het geval was, in verval is geraakt. iAfgezien van dit onaangename feit voor een leider, waren toch de laatste jaren niet van de gelukkigste voor den algemeen Hooggcschatten pair, dank zij de twisten in eigen boezem, culmineerend in zijn persoonlijk conflict met Lloyd George. Asquith's heengaan bedreigt opnieuw ae .liberale eenheid in Engeland en do kants ri groot, <lafc die partij verdere verliezen daardoor tegemoet gaat. 0£ zou men er in kunnen slagen een leider te vinden, die weet te hereenigen?, Met groote spanning volgt men, in de Jijn van onderlinge twisten blijvend, den 'gang van zaken in Rusland. Dc z.g. meer derheid belet de oppositie zich te roeren en aangekondigd is, dat op het a.s. bolsje wisten-congres bestraffing zal worden ge vraagd van Trotzky, Zinovjef e.a. leiders wegens ongehoorzaamheid aan de tucht en zoodoende bcnadceling van het bolsje wisme. Nadare gegevens blijven uit, zoo- dat meer dan ooit bet ondoenlijk is een gulst oordfeel te vellen. Het gist en broeit echter in sovjet-Rusland. En waartoe de communisten in staat zijn, dat bleek nog pas in den Pruisischen Landdag, waar zij als het ware den spot dreven met alle begrippen van parlementair fatsoen in hun 'oppositie tegen het vergelijk-voorstcl met <lc Hohenzollerns. Het waa meer <ran Schandelijk en iedere vorm van parlemen tarisme onwaardig. Dit compromis op zich zelf zal ongetwij feld worden aanvaard als het minst slechte in de gegeven omstandigheden. De Hohen_ zollerns hebben begrepen, wat te moeten laten vallen en dit is geschied, zij het zon der eenig breed gebaar. In het compromis staat evenwel één bepaling, die interna tionale beteekenis heeft gekregen: op pa pier is n.l. de terugkeer van den ex-keizer naar Duitschland mogelijk gemaakt. Prac- bisch komt daarvan direct natuurlijk voor eerst nog niets, maar het kan in de toe komst en de Fransclie pers is daarop on middellijk aangevallen, aan het adres van Duitschland weinig vriendelijks uitend. Over 't algemeen is trouwens de ver standhouding tusschen Frankrijk en Duitschland weer aan 't verkoelen naar schijnt als gevolg van het niet homologee- ren door Amerika van de Duitsche spoor wegobligaties, waardoor Frankrijk heei wat verwachte contanten, die het zoo gaarne in handen had, voor 't oogenblik ontgaat. Van ontruiming van het bezette gebied is geen sprake meer, hoogstens van vermindering van de bezettingssterkte en ook het Saargebied wordt niet eerder vrijgegeven, verzekerde Poincaré op een reis door den Elzas. Is het wonder, dat "reeds flauw wordt gewaagd van een mis lukking van Thoiry Maar nog is niet alle hoop verloren. Het contact is nog niet verbroken en dus kan er nog altijd alles of niets. De incidenten in het bezette gebied zijn, gelukkig, eenigszins tot bedaren gekomen. Hetgeen tijd werd, want de stemming over en weer, was aardig bezig te verbitteren. Laten we echter gedachtig zijn aan So lon's wijze raad: prijs geen mensch geluk kig voor zijn dood en laten we dus ook in L verkeerde grondstellingen, als dan ft Aan de Tweede Kamer der Statsn-Gene- raal is volgend adres verzonden door boven genoemd Gomité: Het tpdstip, waarop Uwo vergaaeriag het aanhangig Nederlandsch-Belgische iractaat zal goedkeuren dan wel afwijzen, mag ©en historisch oogenblik worden genoemd. Zelden wordt haar een tekst voorgelegd, die in gelijke mate de verhouding onzar nationale belangen tot die van een onzer naburen zal moeten beheerschen. Belangrijke maatregelen van binnenland- sohe wetgeving, wanneer zij Uwe beslissing verbeiden, worden door U in haar ontstaan geheer overzien: zrj zijn gerijpt onder Uwo oogen. Met verdragen is dit minder het geval; met het Nederbndseh-Beigische aller minst. De verslagyn van het onderzoek, waaraan verdrag en eerste Memorie van Antwoord in Uwe afdeelingen zjjn onder worpen geweest, hebben den indruk niet kunnen wekken, dat de weder-opvat.ing der onoerhandelingen met België iu 1924 en de onderteekening van het verdrag op 3 April 1925 zijn medebestuurd door een Uwer organen. De Kamer staat geheel vrjj in hare beslissing. Hiertegen kan niet worden aangevoerd, dat de (zeer summier weergegeven) inhoud vaa een met België te teekenen tractaat reeds in 1920 is bekend gemaakt en toen geen aanleiding heeft gegeven tot protest Uwerzjjds. Het communiqué van het De-" dit opzicht de voorzichtigheid betrachten. piment van Buitenlandsche Zaken van Tanolettn ttti Inn nrii non do Aunr r r- f Tenslotte willen wij van de over 't alge meen weinig belangrijke periode, die wij „overzichten" nog noemen de kabinets- crises in Tsjecho-Slowakije, Zuid-Slavié en Hongarije, die heel weinig te beteekenen hebben. Het schijnt in hoofdzaak te gaan om reconstructie van het afgetreden kabi net, althans in Zuid-Slavië en Hongarije. In Tsjecho-Slowakije heeft" een opschui ving plaats gehad en zijn ook eenige „Duitsche" partijen nu in het kabinet vertegenwoordigd, waarop Benesj als minister van buitenl. zaken zijn stempel blijft drukken Wanneer eerlaDg de diverse parlemen ten weer bijeen zijn, zal er wel meer to vermelden vallen RECLAME. Trouwen vooral, hebben nu en dan be hoefte aan de hulp van Foster's Kugpiju Nieren Pillen. Vanaf de vorming tot voor bij den middelbaren leeftijd treden in het vrouwelijk organisme voortdurend veran deringen op, die veel inspanning van ae nieren vorderen. Eveneens in het kritieke tijdperk en in de maanden voor en na de geboorte van kinderen, krijgen de nieren veel extrawerk te doen. Het is daarom geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden aan rugpijn, afmattendo pijnen, water zuchtige zwellingen, hoofdpijn, duizelig heid, zenuwachtigheid en urinestoorruesen. Vrouwen behooren te weten, dat de nieren de gewiohtige levenstaak, hebben om de onzuivere stoffen uit het bloed te filtreeren. Als de nieren verzwakt of over spannen zijn, wordt de bloedsomloop ge ïnfecteerd en het geheele gestel aange daan, waardoor spit, blaasontsteking, rheu- matiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen voor vrouwen in tijd van nood een zegen blijken. Zij worden aanbevolen door velo dankbare, verstandige vrouwen, die haar herstel en welzijn aan het tijdig gebruik van dit versterkend niermiddel tc danken hebben. 2261 Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apo theken en drogisten tl f-1.75 per flacon. 15 Maart 1920, waarbij die bekendmaking j geschiedde, kondigde tevens de ondertee- i. kening van het verdrag als aanstaande aan; eerst daarna zou de tekst zijn medegedeeld i eu Uw oordeel zich hebben moeten vestigen. Er was geen aanleiding tot een vroegere uit- spraak. Tot onderteekening is 'hot destijds j niet gekomen: de onderhandelingen werden door België bruusk afgebroken. De Minis- I ter van Buitenlandsche Zaken zeide toen in Uwe vergadering van 3 Juni 1920 woor delijk het volgende: „Nederland heeft de „herziening der verdragen van 1839 niet „gezocht en heeft die ook niet noodig. „Aan Nederland wordt door die herziening „geen voordeel geboden". Bleek hieruit, dat het verdrag, waaraan Sfechts België's verbinding ter elfder uur de onderteekening voorkomen had, geheel en in alle onder- aeelen op Belgisch initiatief tot stand was gekomen en do Ncdexlandsche regeering een lijdelijke houding had bewaard, toen eindelijk in 1925 de tekst bekend werd bleek de inhoud zóó uitsluitend rekening te houden met Belgische belangen en de Nederlandsche zóó roekeloos aan te tasten, dat de indruk moest ontstaan, dat het ver drag aan onze Regeering was opgedrongen. Zelfs rees het vermoeden, dat déze net onder dwang had aanvaard. Natiën ondergaan zulk een dwang na een politieke of militaire nederlaag. Had Ne- derlana er eene geleden? Integendeel: de Minister fan Binnenlandsche Zaken was 6 Juni 1919 met de boodschap thuisgekomen: „De bedreiging, die uit hot naburige land opkwam, is thans ter zijde gesteld". Tevoren had België, zich één wanend met de wereld machten, die toen bezig waren de kaart van Europa te herzien, te onzen nadeele onaanvaardbare eischen geformuleerd, doch Nederland, in het juiste besef, dat eigen gebied en souvereine rechten onaantastbaar behoorden te blijven, had ze afgewezen. Het mocht voor die houding begrip en erken ning vinden onder de machten zelve, op wier steun zijn tegenpartij gerekend had. De resolutie van 4 Juni 1919 stelde ons grondgebied buiten gevaar, en verbood, het in het eenzjjdig belaög der verdediging van België tnet dienstbaarheden te bezwaren. Het in gemeenschap aanbieden van nieuwe formules omtrent de waterwegen, welke van een -uit anderen hoofde noodig verklaarde herziening der tractaten van 1839 deel zou den kunnen uitmaken, werd Nederland en België Vrijgelaten. Eer de resolutie van 4 Juni 1919 tot stand kwam had België ook ten aanzien der waterwegen reeds zjjne eischen gesteld. Z(j waren door de Nederlandsche Regeering anders bejegend dan de territoriale en mili taire. België's statuut van 1839 had reeds bepalingen dmtrent zjjne uitwegen over Ne- dtrlandsch gebied bevat. Eén er van was uit vrije verkiezing van België, dat boven een kanaal van Antwerpen door Limburg naar den Rijn een spoorweg verkozen had, indertijd krachteloos verklaard, doch kort vóór het uitbreken van den wereldoorlog, had Nederland getoond zich tegen hare hcrleting niet te willen verzetten, mits België medewerkte aan de bevaarbaarmaking der gemeenschappelijke Maas en de verbe tering der communicatie van Rotterdam net Luik; een voorslag toen door België afgewezen. Met eenige bevreemding werd hiér le lande de bewering vernomen, dat bepalingen, onder welker werking België's welvaart aan zienlijk was toegenomen, op eenmaal ïa het geheel niet meer voldeden; doch kon; na uadera uiteenzetting zijner bezwaren, aan België ten aanzien der uitwegen genoeg doening worden gegeven, dan bleek wellicht zijn annexionisme te eerder ontzield. Het was blijkbaar deze overweging, die tot een al te tegemoetkomende houding heeft geleid. Wel werd aanvankelijk te verstaan gegeven, dat bij de te" voeren bespreking ook aan Nederlandsche verkoersbelangen aandacht zou moeten worden geschonken, doch toen zj was afgeloapen, erkende de Regeering, dat te dezen aanzien niet veel was bereikt. Do Minister van Buitenlandsche Zaken ver klaarde op 3 Juni 1920: „Nederland heeft „aan België belangrijke concessies gedaan „zonder zijnerzijds veel daartegenover te „bedingen. Do Regeering meende daartoe „ter wille van de goede nabuur- „schap te mogen overgaan". Men lette op deze verklaring. In 1920 is dus de Nederlandsche Regeering van oor deel geweest, dat de bewilliging in de op heffing der Belgische neutraliteit en het verlof, Antwerpen tot oorlogshaven in te richten zaken, geenszins tot verbetering van Nederland's positie strekkende, maar waartegen het in de gegeven omstandigheden jjdel was zich te verzetten bovendien nog gepaard moesten gaan met ongehoorde bevoordeeling van België op verkeersgebied, op grond, dat goede nabuurschap dit ver langde. Het stilzwijgen van Kamer en natie op deze mededeeling is door sommigen toe geschreven aan bereidwilligheid om de Re geering in deze richting te volgen. Of dit juist is, kan hier buiten beschouwing blijven, waar Kamer noch publiek over den tekst van het ontwerp-verdrag beschikten, valt niet uit te maken, öi z(j de gedane con cessies vereenigbaar achtten met de Neder landsche levensbelangen, noch ook of zjj daarin inderdaad een middel zagen om de verhouding van goede nabuurschap te her stellen. Deze vragen konden eerst gesteld worden na den een April 1925. De Kamer zal ze thana hebben te beantwoorden, in volle vrijheid en tevens in bet volle besef van hare verantwoordelijkheid. In drie opeenvolgende memoriën heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken de wen- schelijkheid der aanvaarding van het tractaat betoogd. Blijkens het Kamerverslag van 12 Juli 1926 is hetgeen zoowel ons Comité als anderen tegen twee dier memoriën hebben opgemerkt, Uwe aandacht niet ontgaan. Ods Comité ziet zich genoopt, ook de jongste memorie te bestrijden. Wederom worden daarin beschouwingen voorgedragen, die met talent zijn afgeleid RECLAME. 2272 uifc zijn: I. liet behoud van Nederland's histos rlsch gebied is indertijd door de mogend*' beden afhankelijk gesteld van het aan* vaarden van verplichtingen ten aanzien van België kan de omvang dezer ver plichtingen, zonder recht op compensa tie onzerzijds, worden uitgebreid II. hetgeen het tractaat inzake 'da waterwegen bepaalt, is do natuurlijks uitgroei van hetgeen reeds dat van 1839 bevatte; III. het tractaat ontlast Nederland! van drukkende dienstbaarheden; j IV. het zal België toenadering doen' zoeken tot Nederland. I. Het behoud van Nederland's histo risch gebied heeft voor de mogendheden van den aanvang af vastgestaan Hetf wordt reeds gewaarborgd bij de grondsla gen van scheiding van Januari 1831, il o van gemeenschappelijk Scheldetoezicht, vap vrije vaart van Antwerpen naar den Rijn^ van transit door Limburg nog niet reppen* Van verplichtingen ten aanzien van Bet gië's uitwegen is door de mogendheden; nooit afhankelijk gesteld het behoud var» Nederlands historisch gebied, maar wei het bedrag der door België over te nemen staatschuld van het Vereenigd Koninkrijk. Nadat uit drieërlei verschillenden hoofde een rente van f 7.800.000 's jaara ten laste van België gebracht is, vervolgt protocol No. -18 van 6 October 1831 „Enfin, en égard aux avantages dc na vigation et de commerce dont la Hol- „lande est tenue de faire jouir les Bel- „gcs..., les plénipoteutiaires des cinq coun „ont pensé qu'il devait être ajouté aux „trois points indiqués une somme de „600.000 florins de rente, laquelle forme- „rait, avee ces passifs, un total de 8.400.000 „florins des Pays-Bas." Do Belgische schrijver Nothomb com mentarieert dit protocol aldus: „Les avantages dc navigation et dc com. „mcrce, dont le prix d'acquisition est „ainsi fixé, sont principalement „lo. Ié transit libre vers l'Allemagney h travers le Limbourg; „2o. 1'abolition des anciennes scrvitit „des de droit public imposées a l'Escaut, „et lo liberté dc ce fleuve; ,,3o. la navigation des eaux intcrmc- „diaires entre l'Escaut et le Rhin." Het verdrag van 1839 neemt hetzelfde standpunt in doch verlaagt do bedragen, zoodat gezegde acquisitieprije thans op f 400.000 's jaars wordt gesteld, waarvan de verdere voldoening bij verdrag van 1? Januari 1873 door België is afgekocht voo? een som ineens van f 8.9CO.OOO. Dc door Nederland op zich genomen' verplichtingen zijn dus voortdurend beschouwd als op geld waardeerbaar, d.w.z als bij uitstek begrensd, als niet voor uitbreiding zonder compensatie vatbaar. „L'on ne saurait", merkte de Ncclen landsche Regeering op naar aanleiding yan het geschil met België over de afdam ming van Kreekerak en Sloe, „argumentef „de ces traités (de 1839) par analogie, afiti „d'étendre la portée des obligations ex« „ceptionnelles qu'ils imposent, au dela de „ce que comporte leur texte clair et pr& „cia" (Vreede( Examen de Ia question dil barrage de l'Escaut oriental. Utrecht 1867,- p. 35). II. Een natuurlijke uitgroei geschiedt' geleidelijk. Zij wacht geen gelegenheid af, als die waarvan in 1919 België zich ten gretigste bediende. Wij hebben geen ge leidelijkheid gezien, maar plotselinge zwel ling, alle aandacht waard, terwijl zij zich voordeed, maar die, ingeslonken, nog slechts historische belangstelling wekt. In 1920 had zij wellicht het oordeel van' sommigen vertroebeld, maar ook dezen staan thans geheel vrij. Die bij verlegen heid zijner wederpartij belang heeft, dient zijn winst snel binnen te halen. België verzuimde bijtijds dit te doen en komt nu te laat. Ieder heeft thans tijd te over Uit het Duitsch door ERNST KLEIN, Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE (Nadruk verboden.) 18) Dc dames waren uitbundig in het aanbieden van vriendelijke hulp voor den draaf, die moeizaam en met een van pijn verlrokken gelaat naar de slotpoort terug- slrompelde. Het had niet veel gescheeld ol zij hadden allen aangeboden achter te blijven om hem te verplegen. Maar van het begin af aan, wees hij ieder dergelijk offer Hoffelijk maar dringend af. ..Ik zal natie compressen maken en be loof u vanavond wederom mijn plicht aan do piano te vervullen." zeide hij. Daar bleef het bij en met opgewekte „cheers" en wuivende zakdoeken reed de Loei optocht weg. De arme Las Valdas eePle zich aan den arm van een bediende fraar zijn kamer. In den namiddag hielden twee met stof Verdekte auto's voor het slot stil. Verschei- ,™e heeren stegen er uit die in de hall i, jF ,.en secretaris van Lord Burnham en v" V ^oor hero in de blibiiotbeek ge bracht werden. lei!!°' war?n mr- Craighlon Davis, de direc- - de Koninklijke Engelsch-Holland- sche petroleummaalschappij, mr. John David Miller de Londensche vertegenwoor diger van de Standard Oil met zijn secre taris; verder Sergef Karaschin en de beide Duifsche heeren Grolmans en Dr. Roder. De knecht diende thee rond en men on derhield zich met animo over hqt nieuwe stuk van Shaw, over den mooien overtocht, over Jackie Coogan en andere interessante thema's. Toen de thee weggeruimd was en vervangen werd door whisky en syphons, maakte de knecht zich gereed de bibliotheek te veriaten. „Ryther," zeide Lord Burnham lot hem, „je bent persoonlijk verantwoordelijk dat ik door niemand gestoord wil worden." „Zeer goed, Mylord!" „Daar valt me te binnen, hoe maakt de graaf het?" „Ik heb hem zooeven zelf thee ge bracht. Hij voelde zich iets heter, en hoopt hedenavond te kunnen opstaan en aan het diner te kunnen deelnemen"." „Zoo, dat is goed. Wees zoo goed naar hem toe te gaan en hem mijn verontschul digingen over le brengen, dat ik hem bij de thee geen gezelschap kan houden. Het zal mij echter een groot genoegen zijn hem bij het diner te kunnen begroeten." „Zeer goed, Mylord 1" De deur sloot zich achter den ouden bediende. De heeren scholen hun fauteuils dichterbij. „Wij hebben allen de interessante rede van onzen premier gelezen," begon Lord Burnhem de onderhandeling. „Zij onthelt ons van groote moeilijkheden, want zij toont ons. dat het mij gelukt is, onze re geering tot een gunstig inzicht in onze zaak te bewegen. Verder bewijst ons de tegenwoordigheid van mr. Miller hier, dat ook do erbij geïnteresseerde kringen van de Vereenigde Sisten geneigd zijn, zich bij ons aan te sluiten. Aan den anderen kant leid ik at uit het feit, dat twee invloedrijke per soonlijkheden, als de heer Grolmans en Dr. Rijder, den heer Karachin naar Londen begeleidden, dat het Duitscliland's wensch 13 aan onze groote onderneming mede te werken." „Hml" knoide Grolmans. Dr. Roder boog zwijgend. Het was een merkwaardig span, die heide DuilschcTs. Waller Grolmans, Weslfaal van geboorte, gezet, met breede massieve schouders, on behouwen bijna in zijn slechlzillend pak, met een machtigen schedel en ruw, met donkere baard omringd, gelaat. En toch geen overdrevenheid in dit uiterlijk. De man die het erls voor zijn hoogovens uit eigen grollen uit de Oeral, uit Zweden. Spanje en Zuid- Amerika belrok, het op zijn eigen schepen Daar Hamburg transporteerde die zijn eigen slaapwagon had om op reis ai lijd zijn geheele secretariaat bij zich te kunnen heb ben deze man, die per dag zeslien uur werkle, was arbeider. Niels anders. Kon niets, niels anders zijn. Voor lange passe- rijen bij den kleermaker, voor uren bij de manicure had hij geen lijd. Ilij bezat in de omgeving van Essen een builen, dat met sprookjesachtig praal ingericht was hij was er nog geen drie dagen aaneen geweest. Hij leefde op zijn kanloor, in zijn hotel en in zijn slaapwagon. Een kosmopoliel in het werk. Geheel anders was zijn meigezel. Grol mans, een goede vijftiger, Roder zeker twin tig jaar jonger. Goed gekleed, met licht blauwe oogen, vriendelijk ook een kos mopoliet, maar in zijn genoegens. Men kan wt'l niet zeggen, dat hij, omgekeerd, zooals Grolmans, nog nooit drie dagen aaneen op zijn kanloor had doorgebracht, maar men moet toch toegeven, dal Dr. Filz Rüder Pa- rijs, San Sebastiaan, Monte Carlo en St. Morilz verre voortrok boven hel oponthoud aan zijn schrijftafel in de Behrenslraat te Berlijn. In ieder geval slaaf het vast dat da meeste groote zaken niet op zijn kantoor af gesloten werden." Toen Grolmans den vori- gen winter op het punt slond de ertsgroeven in den Oeral in bezil le nemen, had Dr. Roder juist zijn tenten in hel Carllon Bote' in St. Morilz opgeslagen en bracht zijn tijd door met een zeer scfioone Fransche dame, die hij op het dwaalspoor brachl, dat zij hem het hoofd op hol kon brengen. Grol mans zond een dringend telegram, hetwelk Dr. Roder met een vriendelijke uitnoodiging beantwoorddede conferentie zou in St. Mo rilz gehouden kunnen worden. Grolmans kende zijn man, zag af van iedere verdere telegramwisseling, pakte Sergej Karaschin met zijn heele staf van cigarelten rookende secretaressen en secretaressen in zijn slaap wagon-trein en reed hen naar SI. Morilz. Daar gaf Dr. Rüder ter eere van den grooten Rus een diner waar vele dames aanza ten die den heer Sergej Karaschin in een-toe stand van bovenaardsche zaligheid biechten, waaruit hij eerst ontwaakte toen hij weder in het Russische gezanlschap in Berlijn aankwam. Toen hij hier met nuchtere oogen hel verdrag doorzag, dat hij in Si. Moritz geteekend had, moest hij erkennen, dat deze vriendelijke, ongelooflijke onschul dige gastheer hem op een dergelijke manier te pakken had gehad W3arbij zclfd de meest geslepen bolsjewiken-slimheid een klein kind leek, - Sedert dien behandelde Sergej Karaschin ernstige aangelegenheden alleen vóór hei diner en daarom was hij nu naar Berlijn getrokken om Roder cn Grolmans als hulp te halen. En nu zal hij met de Iwee Duilschers iD de prachtige bibliotheek van Lord Burnham, draaide zooals zijn gewoonte was zijn ge liefd cigaretlerolletje en wachtte tot één v;id hen de openingsrede van den gastheer zou beantwoorden. Dr. Rüder had klaarblijkelijk juist weer wat anders aan het hoold. Hij bes wonderde de talrijke Gainsboroughs en Rey nolds die de hooge wanden van dc biblios theek versierden. Grolmans rukle heen en weer in zijn stoel en kauwde nadenkend op zijn cigarette. Hij was geen groot redenaar en liet liet woord liever aan anderen over. Hij zei ja. Oi Lij zei neen. Hij teekende. Of hij teekende niet Hij was altijd reed9 aan het eind van een zaak, als de anderen nog overlegden, hoe zij besluiten zouden. Miller, de Amerikaan, een klein ver schrompeld mannelje, wiens gezicht slechts scheen te bestaan uit een reusachtige bril. deed er ook het zwijgen loe. Ilij wachtte wat de Duilschers te zeggen hadden. Lord Burn ham en Dr. Davis deden evenzoo. Kara* schin rookte zijn cigarette, hij was dc „Ier. tius gaudens" bij den handel. Stille. Alleen de Neurenbcrgschc klok likte als van ouds. Mr. John David Millet mengde zich mei zorg een whisky-soda. Ka raschin was met zijn tweede cigarette be-, zig. Grolmans begon de groote sterke handen le wrijven 1 ïffiordt vervolgd)",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9