De Drooglegging van de Zuiderzee.
DE WILDE HERTOGIN.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 October Tweede Blad Anno 1926.
No. 20424.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
f'm sttlttts t
[afternoon thee!
Verkrijgbaar bij J. MEEUWS, Breestraat 111.
VERHAGEN's PARIJSCHE WAFELS EN MILKO ZIJN IN ALLE EERSTE-KLAS-ZAKEN TE LEIDEN VERKRIJGBAAR
li.
DP UITVOERING VAN GE ZUIDERZEESTEUNWET DE PROBLEMEN,
WELKE DE GENERALE COMMISSIE HEEFT OP TE LOSSEN
DE WENSCHEN DER VISSCHERS.
De Generale Commissie heeft verschil
lende proeven genomen en zij is daarbij
voortgegaan op den weg, die reeds door
vroegere maatregelen was aangegeven.
In de eerste plaats is getracht jonge vis-
schers. die daartoe lust gevoelden, over te
plaatsen bij de Rijnvaart. Een aantal van
hen is thans „overgeheveld". De Generale
Commissie heeft voor deze jongelui de uit
rusting betaald en bovendien heeft zij een
bedrag van f 65 beschikbaar gesteld, uit te
betalen aan den «chipper van het vaartuig,
verdeeld oveY 26 weken, als belooning voor
het opleiden van den jongen visscher aan
boord van zijn schip. Het is gebleken, dat
deze jongemannen zich spoedig op de
Rijnvaart thuis gevoelen en goede krachten
zijn. Verder zijn jongens te werk gesteld bij
den land- en tuinbouw en is voortgegaan
op den weg het onderwijs, voornamelijk het
vakonderwijs, le bevorderen.
Uit de genomen proeven is evenwel ge
bleken, dat zeer groote moeilijkheden zijn
te overwinnen.
De voornaamste daarvan is wel, dat door
het overhevelen van jonge krachten uit de
visscherij naar andere bedrijven er bij de
visscherij. voor zoolang deze nog kan wor
den uitgeoefend, gebrek aan krachten ont
staat. Op verschillende plaatsen wordt dit
zeer sterk gevoeld. Het gebeurt, dat een
vissehersvaartuig niet kan uilvaren omdat
een knecht ziek is geworden en er geen
plaatsvervanger is te krijgen. Dezer dagen
nog heeft de Generale Commissie een aan
vraag om steun gekregen van een visscher
uit Volendam, die, omdat hij geen arbeids
krachten op zijn schip kan krijgen, zelf bij
een anderen visscher, die in dezelfde om
standigheden verkeerde, was gaan varen.
Zijn eigen schip ligt daardoor stil en de
beide visschers kunnen thans samen ten
hoogste vangen, wat zij voordien elk met
eigen vaartuig konden bemachtigen. De
schipper vroeg vergoeding voor het feit, dat
hij tengevolge van de afsluiting der Zui
derzee zijn eigen bedrijf niet meer kon uit
oefenen en zijn vaartuig heeft moeten op
leggen. Op deze steunaanvraag heeft de
Generale Commissie evenwel geantwoord,
dat „het Bestuur vooralsnog van oordeel
(is), dat in uw geval voor toekenning van
een geldelijke tegemoetkoming termen aan
wezig (zouden) zijn".
In andere gevallen komt het voor, dat
Jonge visschers, die bij hun vader aan
boord waren, zich in hun vrijen tijd be
kwaamd hebben voor een of ander vak of
voor een betrekking aan den wal in één
geval slaagde een jongeman als kommies
en kreeg een aanstelling en dit zooals
in het genoemde geval van den kommies,
niet kunnen gaan uitoefenen, omdat hun
tegenwoordigheid aan boord van vaders
schip noodzakelijk is. Gaan zij weg van
boord, dan kan ook vader niet meer uit
varen en is deze aan de armoede en lief
dadigheid prijsgegeven. De Generale Com
missie zal dus. wanneer zij eenmaal de
jonge menschen van de Zuiderzee naar
andere bedrijven brengt, tegelijkertijd moe
ten zorgen voor de ouden, die dientenge
volge ook het bedrijf niet meer kunnen
uitnamen. Dit zijn slechts de moei
lijkheden, die de Generale Commissie
ten opzichte van de visschers zelve
heeft te overwinnen. Doch met het vor
deren van de Zuiderzeewerken zal de vis
scherij verminderen en zullen ook de ne-
venbedrijven om voorzieningen vragen.
Hoewel 1925 voor de visscherij nog een
goed jaar te noemen was, heeft locfr reeds
de afdamming van het Amsteldiep het
tot-stand-brengen van de verbinding tus-
schen Wieringen en den vasten wal
haar invloed doen gelden. Het staat vast,
dat vooral de ansjovis niet meer zoover
Uit het Duitsch door ERNST KLEIN,
Geautoriseerde vertaling
van L. DITHMARINE
(Nadruk verbodenj
15)
Maar vai^de ochtendrit kwam niets. Want
den volgende morgen, juist toen de sport-
lievende menigfe zich in de hall verzameld
had, reed dreunend en stampend een trots
vierspan de oprijlaan op.
Met een luide jubelkreet snelde Grace er
heen om de jonge vrouw te begroeten, die
op de bok zat en met vaste hand haar schui
mende, snuivende Hannoversche paarden
voor de poort inhield. Dat was Gloria, her
togin van Sainsbury, Grace's zuster in
Lngeland bekend, beroemd en besproken
als de „wilde hertogin."
Gloria, de oudste dochter van Lord Burm
ham was na den oorlog getrouwd met Ed
ward Percy, den negenden hertog van Sains-
'hury, jn rechte lijn nakomeling van Wil
liam Tercy, die met Willem den Veroveraar
^aar Engeland trok en van wiens stam later
de graven en hertogen van Northumberland
kwamen. De Sainsbury Linie stamde van
de Northumberlands af vanaf de 15de eeuw
slichtte een eigen groote bezitting aan de
cholsche grens, waar Henrv de eerste
graaf van Sainsbury voor zich in Cheviot
Pa-fi een gr?°' het bouwen. Sainsbury
-V^ue.weid in de loop, yan_d^-iH'ee .volgende
naar het Zuiden van de Zuiderzee door
schiet als vroeger. Daar de visschers uit
dit Zuidelijk gedeelte der Zuiderzee niet be
schikken over die netten, die noodig zijn
voor de vangst in het Noorden, kunnen
zij reeds thans niet meer of nagenoeg niet
me<?r ter ansjovisvangst gaan.
Uit de inlichtingen, die wij omtrent de
totale vangsten van de meeste vischsoorten
van dit jaar hebben ingewonnen; blijkt
bovendien, dat deze belangrijk bij die van
het vorige jaar ten achter zullen blijven.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat dienten
gevolge nieuwe moeilijkheden bij de aflos
sing der credieten door de visschers zullen
ontslaan, speciaal bij de visschers langs de
kom der Zuiderzee.
De wenschen der visscherij.
Komen wij ten slotte tot de wenschen
van de visschers de direct belanghebben
den zelve. Het Centrale Comité van Zui-
derzeevisschcrs heeft op zijn vragenlijsten'
ook de vraag gesteld wat de visschers voor
zich en hun kinderen het liefst wenschen.
Deze wenschen loopen voor zoover de#vïs-
sehers hieromtrent .een meening kunnen
zeggen, zeer uiteen. Toch meenen de lei
ders een algemeene lijn le kunnen aan
geven, volgens welke de Generale Com
missie het best te werk kan gaan.
Wij hebben zoowel den voorzitter van
de Vereeniging van Zuiderzeegemeenten
als dien van het Centrale Comité om zijn
meening gevraagd en beider standpunt
komt nagenoeg overeen.
Noodig is: vorming van de jongeren voor
andere betrekkingen, dus het verstrekken
van vak- en nijverheidsonderwijs. Er moe
ten indien deze er% nog niet zjjn
scholen flf cursussen worden opgericht in
of nabij groote centra van visschersbevol-
king, zoowel ambachts- als nijverheids
scholen, cursussen voor land- en tuinbouw,
enz. Die scholen behoeven niet uitsluitend
te komen in visscherijplaatsen, want het
zou kunnen zijn, dat. een school daar op
den- duur geen levensvatbaarheid heeft.
Op oordeelkundige wijze moet in deze ge
handeld worden.
Wellicht kan hier en daar volstaan wor
den met uitbreiding van bestaande scholen.
Kinderen van niet getroffenen moeten dat
onderwijs mogen volgen, maar voor de vis-
scherskinderen moet het schoolbezoek ge
steund worden door vergoeding van reiskos
ten, loonderving, enz. Den voorzitter van de
Vereeniging van Zuiderzee-gcmeenten komt
het voor, dat de* regeering goed zou doen
overleg met deze vereeniging te plegen. De
leden dezer vereeniging, nl. de besturen der
gemeenten, zijn naar zijne meening lot het
beoordeelen in deze wel het meest bevoegd.
De regeering is feitelijk aldus de heer
Kolfschoten reeds le laat hiermede. De
vloot gaat achteruit en de jongens gaan naar
dè fabrieken zonder vakkennis. Als voorloo-
per der vakscholen had reeds lang het ze
vende leerjaar moeten zijn ingevoerd als
trait-d'union tusschen de lagere school en
het vakonderwijs De tegenwoordige lagere
school met 't huidige leerplan sluit niet aan
bij 't Nijverheidsonderwijs en reeds jaren loo
pen vele visscherskinderen zeer tot hun
schade (moreel en physiek) leeg thuis, te
jong en te onervaren voor de fabriek of voor
anderen arbeid.
Er is nog een poging gedaan om de vis
schers op te leiden voor de groote vaait. Dit
is naar de ervaring heeft geleerd niet
noodig, want de visschers, die bij de groote
vaart wenschen te komen, worden daar
gaarne zonder voor-opleiding aanvaard. Het
zijn beste varenslui en verder dan matroos
of hoogstens bootsman en kwartiermeester
brengen zij het zonder diepgaande studie
niet, ook niet met een voor-opleiding, die
acht maanden duurt.
In de kringen der visschers en van hen,
die trachten hun belangen te behartigen,
wordt thans met spanning gewacht op het
in werking treden van de geheele Zuiderzee-
steunwet en de maatregelen, die de Gene
rale Commissie dan zal nemen en aan de re
geering voorstellen. De werkzaamheden tol
afsluiting van de Zuiderzee gaan gestadig
voort en kon of wilde de visscher het eerst
niet gelooven, dat het ooit zoover zou komen,
langzaam dringt het nu tot hen door, dat het
werkelijk ernst is. En met dit zich-bewust-
worden neemt ook de vangst voor de toe
komst voor zich en de zijnen' toe en wacht
hij op de dingen, die komen zullen.
NA DEN WATERSNOOD.
D*f heer Braat heelt den minister van
Financiën er op gewezen, dat de nitkeiiin-
gen van het watersnood comité aan de
slachtoffers van den laalsten watersnood
zeer ongelijk geschieden, zoodat, ook zelfs
van de minder gesitueerden, velen niets
velen een klein percentage en aoderen weer
honderd procent van de geleden schade
ontvangen; dat de algemeene schade vele
millioenen meer bedraagt dan er door ge
noemd comité gecollecteerd is.
Is de minister bereid mee te deelen, of hij
voornemens is maatregelen te nemen om
dat tekort tot op ongeveer 80 pet. van de
totaal geleden schaden uit de staatskas aan
to vullen en te zorgen, dat jft bedrag
spoedig worde uitbetaald in dien zin, dat
de minder kapitaalkrachtige daarvan 100
pet. van zijn geleden schade ontvangt!
laar liel zij zkh bedriegen. Met geweer en
revolver kon zijn omgaan als .een cowboy
in Nevada. Haar kleederen werden thuis ge
maakt door een naaister, die vier maal in
het jaaT van Newcastle uit op hel slot kwam.
En zij hgd geen flirlsl Wat men van haar
ook kon zeggen hierop strandden alle
lasterpraatjes. Maar zij is een wilde, zeide
op een dag gravin Lunbroke. opperhofdame
van de Koningin. Dat bijvoegelijk naam
woord bleef met Gloria vereenigd, iedereen
noemde haar van toen af: „de wilde her
togin." Waarom eigenlijk? Dal wist niemand
van al diegenen, die zich vroolijk maakten
over haar. Misschien vond men haar
vreemd, omdat zij haar leven niet doelloos
gebruikte maar eerlijk de kost verdiende en
werkte.
Nu wierp zij haar knecht de teugels toe
en sprong van den bok, juist in de armen
van haar zusier.
Zij was groot en slank evenals Grace, had
dezelfde blauwe Burnham-oogen en helzelf-
de volle lichtbruine haar. Maar haar ge-
slalle was krachliger, voller. Haar bewe
gingen beslister. En hel rood op haar wan
gen was geen kunstige schmink maar door
de snelle rit veroorzaakt. Gloria Sainsbury
had in haar leven nog geen „rouge" ge
bruikt.
Een mannelijke vrouw? Neen, integen
deel II Een vrouw, een echle, oergezonde
vrouw vol levensvreugde. In haar pink al
leen al meer vrouw dan alle mooi gekleede
opgedofte vrouwen en meisjes tezamen die
zich nu in de Ilall verdrongen, haar zuster
Grace niet uitgesloten.
Van alle kanten snelden de gasten toe.
Zelfs de langslapers sprongen gehaast het
feed uit, want het was reeds een genoegen de
RECLAME.
genie! U een volmaak!
«Sb, hopje ihee .»ijh
2051
laste van het betreffende artikel moest wor-.
den gebracht.
Bij de verminderingen konft voor f31921
als te veel ontvangen door het Burgerlijk
Pensioenfonds.
NEDERLAND LID VAN DEN RAAD VAN
DEN VOLKENBOND.
Vanwege de Vereeniging voor Volken
bond en Vrede wordt voor het volgend©
plaatsing verzocht:
Nu Nederland tot lid van den Raad van
den Volkenbond is gekozen, hepft heb
Hoofdbestuur van de .,Vereenigmg voor
Volkenbond en Vrede" het gewenscht ge
acht op de 'beteekenis van die verkiezing
voor Nederland zolf de aandacht te vesti
gen van de afdeelingen der Vereeniging.,
Het heeft dit gedaan in een rondschrij
ven, waarin het zegt, dat ongetwijfeld
de gemiddelde Nederlander onze intrede
in den Raad als een onderscheiding jegens
ons land, met ingenomenheid zal be
gin eten.
Is heA inderdaad juist, gelijk van som
mige zijden is vernomen, dat het betrek
kelijk gering aantal stemmen, dat Neder
land heeft verworven, voor een zetel voor
twee jaren, gevolg is van Nederlandsch©
zijde, die ook bij de critiek over de
Raadsreorganisatie is gebleken, dan, alt
dus bedoeld schrijven, wil het ons niette
min voorkomen, dat èn onze Vereeniging
èn geheel het Nederlandsche volk, slechts
kunnen wenschen, dat diezelfde openhar
tigheid bij onze gedelegeerden zal blijven
bestaan, op straffe dan, dat wij iets van
waardoering of sympathie inboeten. De
critiek, die van" Nederlandsche zijde ver
nomen is, in 1922 principieel tegen elk©
uitbreiding van den Raad, thans tegen do
voor bijoogmerken voorgenomen reorganise
tie had voor den Volkenbond noch voor
een zijner leden iets krenkends, iets on
aangenaams, maar werd geuit in het belang
van den Bond zelf en van de beteekenis en
de zuiverheid zijner voornaamste orga
nen! Het bovenstaande stelt reeds dade
lijk in liet licht, aldus gaat het schrijven
voort, dat ccn land als lid van den Raad
optredend, naast ongetwijfeld te waar-
deeren rechten ook niet terzijde te stellen
plichten aanvaardt. Immers, de leden van
den Raad worden, het blijkt uit onze op
dracht voor het mandatenvraagstuk, ge
roepen om over bepaalde vraagstukken
rapport uit te brengen. En afgcscheivren
daarvan zijn alle leden van den Raad ver
plicht om over de vraagstukken, die aan
het oordeel van den Raad worden onder
worpen, hun meening te zeggen, zij het op
een gegeven oogenblik slechts door het
uitbrengen van hun stem. Wie zich herin
nert de moeilijke rol die de Zweedsche
minister van buitonlandsche zaken, Unden
in Maart 1926 te vervuLtn had, toen men!
er bij hem op aandrong dat hij zijn tegen
stand tegen de uitbreiding van het aantal
niet-permanente zetels zou opgeven, zal
tot de overtuiging komen, dat zulke moei
lijkheden niet sleohts schuilen in vrees
voor de politieke gevolge? van een al te
principieele houding, welke vrees inder
daad niet mag bestaar., maar ook in dtf"
vraag om te weten wat zwaarder weegt:
de eenheid, die voor den Volkenbond op
een gegeven oogenblik noodig is, of d©
onverzwakte handhaving van zijn princi
pieele grondslagen. Elk geval daarbij dient
op zichzelf te worden beschouwd.
Maar dit staat m het bovenstaand ver
band wel vast, dat juist omdat elké kwes
tie, die zich in den Raad voordoet, door
elk zijner leden aan een nauwkeurig on
derzoek moet worden onderworpen,
belangstelling voor zulk een aangelegen-
eenzame vrouwe van Sainsbury Castle zod
levendig en vroolijk (e kunnen aanzien,
daarvoor offerde men graag de rest van den
ochtendslaap op. Lord Burnham werd zelfs
in de bibliotheek opgeschrikt door het spek
takel. Hij was juist met zijn secretaris aan
de ochtendpost begonnen. Een expressebrief
van Karaschin was er bij; maar zelfs dien.
liet hij liggen.
„Hallo!" old girll" riep Lord Burnham
uit toen hjj in de hall kwam en bemerkte
wie het middelpunt van de opgewonden me
nigte was, „wat brengt jou op zulk een on-
"gewonen lijd in de vaderlijke hut?"
„Mijn paarden!' lachte Gloria en wees op
het voorplein waar nog haar goudvossen
snuivend stonden en de kleine hoofden over
moedig heen en weer schudden,
„Je paarden?"
Iedereen sperde verbaasd de oogen open.
Dat was weer een nieuwe grap van de wilde
hertogin 1 Tallooze vrouwen tongetjes spitsten
zich vol verwachting.
Gloria gaf haar -vader een klinkenden
kus en trok hem naar builen naar het span.
„Ziet eens vader!" zcide zij, „zij zijn vier
jaar oud en hebben de tweehonderd zestig
mijlen van Sainsbury Casllc tot hier in pre
cies acht en dertig uur afgelegd, de rust
uren niet medegerekend."
„Wal," stamelde mylord, „je wilt toch niet'
zeggen, dat je met dien wagen van daar naar
hier gekomen zijt?"
„Dat en niets anders wil ik zeggen. Da
luxe van een auto kan ik me niet perrmt-
teeren, van den trein houd ik niet, waarom
dan niet eens genieten van het romantische
van de oude „mailcoach"? Het was heerlijk»
vader, eenvoudig heerlijk!"
(Wordt vervolgd)*
HET TRACTAAT MET BELGIê.
Naar wij vernemen, zegt het „Vad.",
is de voorzitter van de Tweede Kamer
voornemens het voorstel te doen om met
de openbare behandeling van het tractaat
met België te beginnen op 26 October a.s.
OPHEFFING VAN HET
RIJKSPASPGORTENBUREAU.
De minister van buitenlandsche zaken
maakt thans bekend, "dat met ingang van
16 dezer het Rijkspaspoortenkantoor wordt
opgeheven Vreemdelingen, die voor too-
lating in Nederland nog een visum behoe
ven en die gedurende langer dan een
maand onafgebroken in Nederland wen
schen tc verblijven, moeten, tenzij bij de
verleening van het visum een andere voor
waarde is gesteld, voortaan binnen de eer
ste 30 dagen van hun verblijf hier te lande
vergunning tot voortgezet verblijf tijdig
vragen aan de politieo^erheden ter plaatse,
waar zij zich dan in Nederland ophouden.
Te beginnen met 15 dezer zullen alle
voor het Rijkspr.spoortenkantoor bestemde
telegrammen, brieven en briefkaarten niet
meer worden bezorgd. Brieven en brief
kaarten zullen door de postadministratie
aan de afzenders warden teruggezonden,
of, indien deze niet bekend zijn, te hun
ner beschikking worden gehouden.
Voor het Rijkspaspoortenkantoor bestem
de, nog verschuldigde gelden zullen van
den 16den dezer af aan het departement
van buitenlandsche zaken worden bezorgd.
De aan het Rijkspaspoortenkantoor toe
gezonden en op den dag van de sluiting
nog aanwezige paspoorten zullen van den
18den dezer af aan het departement van
buitenlandsche zaken ter beschikking wor
den gehouden van de rechthebbenden, die
eventueel nog verschuldigde visumkosten
aldaar kunnen afdragen.
PERSONEELE BELASTING.
De heer en Van Aal ten en Oud hebben
een amendement ingediend op het wets
ontwerp tot wijziging van de wet op de
Personeele Belasting 1896, van de Prov.
wet en van de Gemeentewet.
Het amendement bevat twee aanvullingen
van art. 3 van genoemd wetsontwerp en
strekt tot toevoeging aan art. 240 der-
Gemeentewet van een lid, krachtens het
welk de gemeentebesturen een plaatselijke
personeele belasting kunnen heffen en tot
invoeging van eenige artikelen na art. 247
van de Gemeentewet, betreffende de hef
fing van deze belasting.
Blijkens de toelichting z|jn de voorstellers
van het amendement van oordeel, dat de
bezwaren, die aan de voorgestelde wijziging
der personeele belasting met het oog op
de gemeente-financiën zijn verbonden, voor
een belangrijk deel worden ondervangen,
indien de gemeenten de bevoegdheid krijgen
,om desverlangd een eigen tarief voor een
pjaatselqke personeele belasting vast te
stellen, <lat in de plaats treedt van de
opcentenheffing op de -hoofdsom der rijks- j
belasting. i
HET ROODE KRUIS.
Het Nederlandsche en het Belgische
Roode Kruis hebben een overeenkomst ge
sloten, volgens welke in geval van rampen,
welke tegelijkertijd biide landen treffen, de
beide vereenigingen gemeenschappelijke
maatregelen zullen nemen om net gevolg
dier rampen te bestrijden. Eb overeenkomst
heeft vooral ten doel maatregelen ter voor
koming van epidemieën.
DE EX-KEIZER.
Een verklaring van minister Kaft.
In verband met geruchten nopens een
eventueelen terugkeer van den ex-keizer
naar Duitschland, heeft de minister van
Binnenlandsche Zaken, rm\ Kan, de „Tel."
gemachtigd tot de medcdeeling, dat noch
mondeling, noch schriftelijk de mogelijkheid
van een terugkeer van de ex-keizer naar
Duitschland ter sprake is gekomen.
De ex-keizer is, voor zoover den minister
bekend is. ook volstrekt niet voornemens
terug te keeren.
EMIR FEISAL AANGEKOMEN.
Gisteravond is per Hollandsche Spoor
om 7 u. 38 uit Vlissingen, waar hij des
middags voet aan wal had gezet, Emir
Fcisal, de tweede zoon van den koning van
den Hedjaz te Den Haag aangekomen, ter
voldoening, binnen enkele dagen, bij de
Koningin, van zijn opdracht om de Neder
landsche regeering den dank zijns vaders
over te brengen voor de erkenning van
dezen als koning van den Hedjaz.
Met den Emir en zijn gevolg kwamen
mede mr. dr. Scheltus, die den prins te Vlis
singen namens de regeering had verwel
komd. en den consul (e Djeddah, de lieer
van der Meulen, die toegevoegd is aan den
Emir tijdens den duur van zijn verblijf in
ons land.
Op liet perron werd emir Feisal opge
wacht en gecomplimenteerd door jhr. mr.
Rendorp, directeur van het Protocol aan
het ministerie van Buitenlandsche Zaken,
nadat de heer van der Meulen hem aan den
prins en de leden van diens gevolg had
voorgesteld.
Rechtstreeks werd gereden naar Ilotel
des Indes, waar -de emir logeert.
DE SPOORWEGABONNEMENTEN
DER KAMERLEDEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van hoofdstuk If der Slaalsbegrooling voor
1925 (Hooge Colleges van Slaat), waardoor
echtef geen wijziging wordt gebracht in het
eindcijfer.
Bij de vermeerderingen wordt f 4600 voor
gesteld, die meer zijn uitgegeven dan ge
raamd voor vergoeding der reiskosten van
de leden der Tweede Kamer.
Het tekort is een gevolg van de omstan
digheid, dat aan 19 in 1925 niet herkozen
Kamerleden in het begin van dat jaar een
nieuwe abonnementskaart was verschaft.
Daar deze kaarten over een gedeelte van
1925 waren gebruikt, hebben de Nederland
sche spoorwegen voor de ingetrokken kaar
ten sl-echts een gedeelte van den aanschaf
fingsprijs gerestitueerd terwijl de volle kost
prijs van 19 nieuwe abonnementskaarten ten
RECLAME.
2058
eeuwen het middelpunt van een geweldige
heerschappij, die zelfs een tijdlang den glans
van de Northumberlands overschaduwde.
Maar in de zeventiende eeuw kwam het
ongeluk over het trotsche geslacht Niet door
politieke gebeurtenissen of onzinnige voor
spellingen maar door de charmante ver
schijning van prinses Jacobina Odespini,
welke Hertog Henry uit Italië, als gemalin
had medegebracht. De warmbloedige Ita-
I liaansche bedierf het schoone gelijkmatige
geslacht van de Sainsbury's; het Brilsche
taaie bloed verdroeg de fusie slecht. De
Sainsbury's waren voorheen alle breedge
schouderde, kolossale mannen geweest,
echte degelijke, rechtschapen grensbewoners
die echter voor een glas bier en een getrok
ken zwaard niet op zij gingen, verder goede
gaslheeren en trouwe echtgenooten waren.
Met George, den zoon van do schoone Jaco
bina. begon het ongeluk. Hij was niet zoo-
als zijn vader kellisch roodblond en breed
geschouderd, maar slank en donkerbruin.
In plaats van de eenigszins watergrauwe
oogen van de Sainsbury's had hij de weeke
overmoedig donkere Odespini oogen. Hij
trouwde zeer laat, nadat hij de geheele we
reld rondgezworven had. Al zijn nakome
lingen mannelijk zoowel als vrouwelijk gin
gen denzelfden weg op. Daarbij kwam nog
dat alle Sainsbury's'knappe en wellevende
menschen waren, even gevaarlijk voor zich
zelf als voor hunne rnedemenschen. Ed
ward Percy, de negende hertog van Sains
bury ging door voor de mooiste man van
Engeland maar toen Gloria Burnham
hem haar kleine stevige hand schonk bezat
hij van-de trotsche heerlijkheid van zijn
huis alleen nog het oude, half vervallen
stamslot in de Cheviot Heuvels en het
oip. le visschen in de Tweed.
De honderdduizend pond, die Gloria mee
ten huwelijk bracht waren juist toereikend
om de schulden te betalen, die zijn vader
achtergelaten had en om Sainsbury Castte
'te herstellen. Toen dit groote werk vol
bracht was legde Edward Sainsbury zich
met een longontsteking te bed en werd in de
Sainsbury kerk aan de zijde van zijn voor
vaderen voor eeuwig ter ruste gelegd.
Drie en twintig was Gloria oud, toen zij
met haar éénjarig zoontje achterbleef.
Maar Gloria was Gloria. Zij snelde niet
tot haar vader om haar ongeluk voor hem
uit le jammeren. Zij verkocht haar paarlcn
en brillanten en begon een schapenteelt,
waarvoor de wijd uitgestrekte golvende Che-
viotheuvels een prachtig terrein boden.
Toen het met de schapen niet genoeg naar
haar zin ging, kocht zij Stockberry-hoeve,
die eertijds aan de Sainsbury's behoord
had en begon een pa arden stoeterij. Want
van paarden hield zij. Paarden waren een
hartstocht van haar. Paarden en honden.
Voor de uitgaande wereld werd' zij een
eenzame, waarvan al spoedig alle mogelijke
lieflijke sagen en legenden de ronde deden.
In Londen kwam zij weinig, des winters
alleen met Kerstmis ging zij 'naar Burnham
Tower om met haar vader en zuster een
paar stil-vergenoegde dagen door te brengen.
Verder huisde zij zomer en winter in de oude
gebouwen, voedde haar zoon op, inspec
teerde de kudden schapen, verzorgde de
paardenfokkerij en liet de Londensche
lasteraars naar hartelust babbelen.
Zij reed haar paarden zelf af. Abonneerde
zich op tijdschriften over wolhandel en
landbouw. Hield zelf hare boeken bij De
eenjarigen bracht zij zelve ter markt in New-
Market.
Door geen wolm akela a* óf paardenhandt-