De Drooglegging van de Zuiderzee. DE WILDE HERTOGIN. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 October Tweede Blad Anno 1926. No. 20424. FEUILLETON. BINNENLAND. f'm sttlttts t [afternoon thee! Verkrijgbaar bij J. MEEUWS, Breestraat 111. VERHAGEN's PARIJSCHE WAFELS EN MILKO ZIJN IN ALLE EERSTE-KLAS-ZAKEN TE LEIDEN VERKRIJGBAAR li. DP UITVOERING VAN GE ZUIDERZEESTEUNWET DE PROBLEMEN, WELKE DE GENERALE COMMISSIE HEEFT OP TE LOSSEN DE WENSCHEN DER VISSCHERS. De Generale Commissie heeft verschil lende proeven genomen en zij is daarbij voortgegaan op den weg, die reeds door vroegere maatregelen was aangegeven. In de eerste plaats is getracht jonge vis- schers. die daartoe lust gevoelden, over te plaatsen bij de Rijnvaart. Een aantal van hen is thans „overgeheveld". De Generale Commissie heeft voor deze jongelui de uit rusting betaald en bovendien heeft zij een bedrag van f 65 beschikbaar gesteld, uit te betalen aan den «chipper van het vaartuig, verdeeld oveY 26 weken, als belooning voor het opleiden van den jongen visscher aan boord van zijn schip. Het is gebleken, dat deze jongemannen zich spoedig op de Rijnvaart thuis gevoelen en goede krachten zijn. Verder zijn jongens te werk gesteld bij den land- en tuinbouw en is voortgegaan op den weg het onderwijs, voornamelijk het vakonderwijs, le bevorderen. Uit de genomen proeven is evenwel ge bleken, dat zeer groote moeilijkheden zijn te overwinnen. De voornaamste daarvan is wel, dat door het overhevelen van jonge krachten uit de visscherij naar andere bedrijven er bij de visscherij. voor zoolang deze nog kan wor den uitgeoefend, gebrek aan krachten ont staat. Op verschillende plaatsen wordt dit zeer sterk gevoeld. Het gebeurt, dat een vissehersvaartuig niet kan uilvaren omdat een knecht ziek is geworden en er geen plaatsvervanger is te krijgen. Dezer dagen nog heeft de Generale Commissie een aan vraag om steun gekregen van een visscher uit Volendam, die, omdat hij geen arbeids krachten op zijn schip kan krijgen, zelf bij een anderen visscher, die in dezelfde om standigheden verkeerde, was gaan varen. Zijn eigen schip ligt daardoor stil en de beide visschers kunnen thans samen ten hoogste vangen, wat zij voordien elk met eigen vaartuig konden bemachtigen. De schipper vroeg vergoeding voor het feit, dat hij tengevolge van de afsluiting der Zui derzee zijn eigen bedrijf niet meer kon uit oefenen en zijn vaartuig heeft moeten op leggen. Op deze steunaanvraag heeft de Generale Commissie evenwel geantwoord, dat „het Bestuur vooralsnog van oordeel (is), dat in uw geval voor toekenning van een geldelijke tegemoetkoming termen aan wezig (zouden) zijn". In andere gevallen komt het voor, dat Jonge visschers, die bij hun vader aan boord waren, zich in hun vrijen tijd be kwaamd hebben voor een of ander vak of voor een betrekking aan den wal in één geval slaagde een jongeman als kommies en kreeg een aanstelling en dit zooals in het genoemde geval van den kommies, niet kunnen gaan uitoefenen, omdat hun tegenwoordigheid aan boord van vaders schip noodzakelijk is. Gaan zij weg van boord, dan kan ook vader niet meer uit varen en is deze aan de armoede en lief dadigheid prijsgegeven. De Generale Com missie zal dus. wanneer zij eenmaal de jonge menschen van de Zuiderzee naar andere bedrijven brengt, tegelijkertijd moe ten zorgen voor de ouden, die dientenge volge ook het bedrijf niet meer kunnen uitnamen. Dit zijn slechts de moei lijkheden, die de Generale Commissie ten opzichte van de visschers zelve heeft te overwinnen. Doch met het vor deren van de Zuiderzeewerken zal de vis scherij verminderen en zullen ook de ne- venbedrijven om voorzieningen vragen. Hoewel 1925 voor de visscherij nog een goed jaar te noemen was, heeft locfr reeds de afdamming van het Amsteldiep het tot-stand-brengen van de verbinding tus- schen Wieringen en den vasten wal haar invloed doen gelden. Het staat vast, dat vooral de ansjovis niet meer zoover Uit het Duitsch door ERNST KLEIN, Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE (Nadruk verbodenj 15) Maar vai^de ochtendrit kwam niets. Want den volgende morgen, juist toen de sport- lievende menigfe zich in de hall verzameld had, reed dreunend en stampend een trots vierspan de oprijlaan op. Met een luide jubelkreet snelde Grace er heen om de jonge vrouw te begroeten, die op de bok zat en met vaste hand haar schui mende, snuivende Hannoversche paarden voor de poort inhield. Dat was Gloria, her togin van Sainsbury, Grace's zuster in Lngeland bekend, beroemd en besproken als de „wilde hertogin." Gloria, de oudste dochter van Lord Burm ham was na den oorlog getrouwd met Ed ward Percy, den negenden hertog van Sains- 'hury, jn rechte lijn nakomeling van Wil liam Tercy, die met Willem den Veroveraar ^aar Engeland trok en van wiens stam later de graven en hertogen van Northumberland kwamen. De Sainsbury Linie stamde van de Northumberlands af vanaf de 15de eeuw slichtte een eigen groote bezitting aan de cholsche grens, waar Henrv de eerste graaf van Sainsbury voor zich in Cheviot Pa-fi een gr?°' het bouwen. Sainsbury -V^ue.weid in de loop, yan_d^-iH'ee .volgende naar het Zuiden van de Zuiderzee door schiet als vroeger. Daar de visschers uit dit Zuidelijk gedeelte der Zuiderzee niet be schikken over die netten, die noodig zijn voor de vangst in het Noorden, kunnen zij reeds thans niet meer of nagenoeg niet me<?r ter ansjovisvangst gaan. Uit de inlichtingen, die wij omtrent de totale vangsten van de meeste vischsoorten van dit jaar hebben ingewonnen; blijkt bovendien, dat deze belangrijk bij die van het vorige jaar ten achter zullen blijven. Het is niet onwaarschijnlijk, dat dienten gevolge nieuwe moeilijkheden bij de aflos sing der credieten door de visschers zullen ontslaan, speciaal bij de visschers langs de kom der Zuiderzee. De wenschen der visscherij. Komen wij ten slotte tot de wenschen van de visschers de direct belanghebben den zelve. Het Centrale Comité van Zui- derzeevisschcrs heeft op zijn vragenlijsten' ook de vraag gesteld wat de visschers voor zich en hun kinderen het liefst wenschen. Deze wenschen loopen voor zoover de#vïs- sehers hieromtrent .een meening kunnen zeggen, zeer uiteen. Toch meenen de lei ders een algemeene lijn le kunnen aan geven, volgens welke de Generale Com missie het best te werk kan gaan. Wij hebben zoowel den voorzitter van de Vereeniging van Zuiderzeegemeenten als dien van het Centrale Comité om zijn meening gevraagd en beider standpunt komt nagenoeg overeen. Noodig is: vorming van de jongeren voor andere betrekkingen, dus het verstrekken van vak- en nijverheidsonderwijs. Er moe ten indien deze er% nog niet zjjn scholen flf cursussen worden opgericht in of nabij groote centra van visschersbevol- king, zoowel ambachts- als nijverheids scholen, cursussen voor land- en tuinbouw, enz. Die scholen behoeven niet uitsluitend te komen in visscherijplaatsen, want het zou kunnen zijn, dat. een school daar op den- duur geen levensvatbaarheid heeft. Op oordeelkundige wijze moet in deze ge handeld worden. Wellicht kan hier en daar volstaan wor den met uitbreiding van bestaande scholen. Kinderen van niet getroffenen moeten dat onderwijs mogen volgen, maar voor de vis- scherskinderen moet het schoolbezoek ge steund worden door vergoeding van reiskos ten, loonderving, enz. Den voorzitter van de Vereeniging van Zuiderzee-gcmeenten komt het voor, dat de* regeering goed zou doen overleg met deze vereeniging te plegen. De leden dezer vereeniging, nl. de besturen der gemeenten, zijn naar zijne meening lot het beoordeelen in deze wel het meest bevoegd. De regeering is feitelijk aldus de heer Kolfschoten reeds le laat hiermede. De vloot gaat achteruit en de jongens gaan naar dè fabrieken zonder vakkennis. Als voorloo- per der vakscholen had reeds lang het ze vende leerjaar moeten zijn ingevoerd als trait-d'union tusschen de lagere school en het vakonderwijs De tegenwoordige lagere school met 't huidige leerplan sluit niet aan bij 't Nijverheidsonderwijs en reeds jaren loo pen vele visscherskinderen zeer tot hun schade (moreel en physiek) leeg thuis, te jong en te onervaren voor de fabriek of voor anderen arbeid. Er is nog een poging gedaan om de vis schers op te leiden voor de groote vaait. Dit is naar de ervaring heeft geleerd niet noodig, want de visschers, die bij de groote vaart wenschen te komen, worden daar gaarne zonder voor-opleiding aanvaard. Het zijn beste varenslui en verder dan matroos of hoogstens bootsman en kwartiermeester brengen zij het zonder diepgaande studie niet, ook niet met een voor-opleiding, die acht maanden duurt. In de kringen der visschers en van hen, die trachten hun belangen te behartigen, wordt thans met spanning gewacht op het in werking treden van de geheele Zuiderzee- steunwet en de maatregelen, die de Gene rale Commissie dan zal nemen en aan de re geering voorstellen. De werkzaamheden tol afsluiting van de Zuiderzee gaan gestadig voort en kon of wilde de visscher het eerst niet gelooven, dat het ooit zoover zou komen, langzaam dringt het nu tot hen door, dat het werkelijk ernst is. En met dit zich-bewust- worden neemt ook de vangst voor de toe komst voor zich en de zijnen' toe en wacht hij op de dingen, die komen zullen. NA DEN WATERSNOOD. D*f heer Braat heelt den minister van Financiën er op gewezen, dat de nitkeiiin- gen van het watersnood comité aan de slachtoffers van den laalsten watersnood zeer ongelijk geschieden, zoodat, ook zelfs van de minder gesitueerden, velen niets velen een klein percentage en aoderen weer honderd procent van de geleden schade ontvangen; dat de algemeene schade vele millioenen meer bedraagt dan er door ge noemd comité gecollecteerd is. Is de minister bereid mee te deelen, of hij voornemens is maatregelen te nemen om dat tekort tot op ongeveer 80 pet. van de totaal geleden schaden uit de staatskas aan to vullen en te zorgen, dat jft bedrag spoedig worde uitbetaald in dien zin, dat de minder kapitaalkrachtige daarvan 100 pet. van zijn geleden schade ontvangt! laar liel zij zkh bedriegen. Met geweer en revolver kon zijn omgaan als .een cowboy in Nevada. Haar kleederen werden thuis ge maakt door een naaister, die vier maal in het jaaT van Newcastle uit op hel slot kwam. En zij hgd geen flirlsl Wat men van haar ook kon zeggen hierop strandden alle lasterpraatjes. Maar zij is een wilde, zeide op een dag gravin Lunbroke. opperhofdame van de Koningin. Dat bijvoegelijk naam woord bleef met Gloria vereenigd, iedereen noemde haar van toen af: „de wilde her togin." Waarom eigenlijk? Dal wist niemand van al diegenen, die zich vroolijk maakten over haar. Misschien vond men haar vreemd, omdat zij haar leven niet doelloos gebruikte maar eerlijk de kost verdiende en werkte. Nu wierp zij haar knecht de teugels toe en sprong van den bok, juist in de armen van haar zusier. Zij was groot en slank evenals Grace, had dezelfde blauwe Burnham-oogen en helzelf- de volle lichtbruine haar. Maar haar ge- slalle was krachliger, voller. Haar bewe gingen beslister. En hel rood op haar wan gen was geen kunstige schmink maar door de snelle rit veroorzaakt. Gloria Sainsbury had in haar leven nog geen „rouge" ge bruikt. Een mannelijke vrouw? Neen, integen deel II Een vrouw, een echle, oergezonde vrouw vol levensvreugde. In haar pink al leen al meer vrouw dan alle mooi gekleede opgedofte vrouwen en meisjes tezamen die zich nu in de Ilall verdrongen, haar zuster Grace niet uitgesloten. Van alle kanten snelden de gasten toe. Zelfs de langslapers sprongen gehaast het feed uit, want het was reeds een genoegen de RECLAME. genie! U een volmaak! «Sb, hopje ihee .»ijh 2051 laste van het betreffende artikel moest wor-. den gebracht. Bij de verminderingen konft voor f31921 als te veel ontvangen door het Burgerlijk Pensioenfonds. NEDERLAND LID VAN DEN RAAD VAN DEN VOLKENBOND. Vanwege de Vereeniging voor Volken bond en Vrede wordt voor het volgend© plaatsing verzocht: Nu Nederland tot lid van den Raad van den Volkenbond is gekozen, hepft heb Hoofdbestuur van de .,Vereenigmg voor Volkenbond en Vrede" het gewenscht ge acht op de 'beteekenis van die verkiezing voor Nederland zolf de aandacht te vesti gen van de afdeelingen der Vereeniging., Het heeft dit gedaan in een rondschrij ven, waarin het zegt, dat ongetwijfeld de gemiddelde Nederlander onze intrede in den Raad als een onderscheiding jegens ons land, met ingenomenheid zal be gin eten. Is heA inderdaad juist, gelijk van som mige zijden is vernomen, dat het betrek kelijk gering aantal stemmen, dat Neder land heeft verworven, voor een zetel voor twee jaren, gevolg is van Nederlandsch© zijde, die ook bij de critiek over de Raadsreorganisatie is gebleken, dan, alt dus bedoeld schrijven, wil het ons niette min voorkomen, dat èn onze Vereeniging èn geheel het Nederlandsche volk, slechts kunnen wenschen, dat diezelfde openhar tigheid bij onze gedelegeerden zal blijven bestaan, op straffe dan, dat wij iets van waardoering of sympathie inboeten. De critiek, die van" Nederlandsche zijde ver nomen is, in 1922 principieel tegen elk© uitbreiding van den Raad, thans tegen do voor bijoogmerken voorgenomen reorganise tie had voor den Volkenbond noch voor een zijner leden iets krenkends, iets on aangenaams, maar werd geuit in het belang van den Bond zelf en van de beteekenis en de zuiverheid zijner voornaamste orga nen! Het bovenstaande stelt reeds dade lijk in liet licht, aldus gaat het schrijven voort, dat ccn land als lid van den Raad optredend, naast ongetwijfeld te waar- deeren rechten ook niet terzijde te stellen plichten aanvaardt. Immers, de leden van den Raad worden, het blijkt uit onze op dracht voor het mandatenvraagstuk, ge roepen om over bepaalde vraagstukken rapport uit te brengen. En afgcscheivren daarvan zijn alle leden van den Raad ver plicht om over de vraagstukken, die aan het oordeel van den Raad worden onder worpen, hun meening te zeggen, zij het op een gegeven oogenblik slechts door het uitbrengen van hun stem. Wie zich herin nert de moeilijke rol die de Zweedsche minister van buitonlandsche zaken, Unden in Maart 1926 te vervuLtn had, toen men! er bij hem op aandrong dat hij zijn tegen stand tegen de uitbreiding van het aantal niet-permanente zetels zou opgeven, zal tot de overtuiging komen, dat zulke moei lijkheden niet sleohts schuilen in vrees voor de politieke gevolge? van een al te principieele houding, welke vrees inder daad niet mag bestaar., maar ook in dtf" vraag om te weten wat zwaarder weegt: de eenheid, die voor den Volkenbond op een gegeven oogenblik noodig is, of d© onverzwakte handhaving van zijn princi pieele grondslagen. Elk geval daarbij dient op zichzelf te worden beschouwd. Maar dit staat m het bovenstaand ver band wel vast, dat juist omdat elké kwes tie, die zich in den Raad voordoet, door elk zijner leden aan een nauwkeurig on derzoek moet worden onderworpen, belangstelling voor zulk een aangelegen- eenzame vrouwe van Sainsbury Castle zod levendig en vroolijk (e kunnen aanzien, daarvoor offerde men graag de rest van den ochtendslaap op. Lord Burnham werd zelfs in de bibliotheek opgeschrikt door het spek takel. Hij was juist met zijn secretaris aan de ochtendpost begonnen. Een expressebrief van Karaschin was er bij; maar zelfs dien. liet hij liggen. „Hallo!" old girll" riep Lord Burnham uit toen hjj in de hall kwam en bemerkte wie het middelpunt van de opgewonden me nigte was, „wat brengt jou op zulk een on- "gewonen lijd in de vaderlijke hut?" „Mijn paarden!' lachte Gloria en wees op het voorplein waar nog haar goudvossen snuivend stonden en de kleine hoofden over moedig heen en weer schudden, „Je paarden?" Iedereen sperde verbaasd de oogen open. Dat was weer een nieuwe grap van de wilde hertogin 1 Tallooze vrouwen tongetjes spitsten zich vol verwachting. Gloria gaf haar -vader een klinkenden kus en trok hem naar builen naar het span. „Ziet eens vader!" zcide zij, „zij zijn vier jaar oud en hebben de tweehonderd zestig mijlen van Sainsbury Casllc tot hier in pre cies acht en dertig uur afgelegd, de rust uren niet medegerekend." „Wal," stamelde mylord, „je wilt toch niet' zeggen, dat je met dien wagen van daar naar hier gekomen zijt?" „Dat en niets anders wil ik zeggen. Da luxe van een auto kan ik me niet perrmt- teeren, van den trein houd ik niet, waarom dan niet eens genieten van het romantische van de oude „mailcoach"? Het was heerlijk» vader, eenvoudig heerlijk!" (Wordt vervolgd)* HET TRACTAAT MET BELGIê. Naar wij vernemen, zegt het „Vad.", is de voorzitter van de Tweede Kamer voornemens het voorstel te doen om met de openbare behandeling van het tractaat met België te beginnen op 26 October a.s. OPHEFFING VAN HET RIJKSPASPGORTENBUREAU. De minister van buitenlandsche zaken maakt thans bekend, "dat met ingang van 16 dezer het Rijkspaspoortenkantoor wordt opgeheven Vreemdelingen, die voor too- lating in Nederland nog een visum behoe ven en die gedurende langer dan een maand onafgebroken in Nederland wen schen tc verblijven, moeten, tenzij bij de verleening van het visum een andere voor waarde is gesteld, voortaan binnen de eer ste 30 dagen van hun verblijf hier te lande vergunning tot voortgezet verblijf tijdig vragen aan de politieo^erheden ter plaatse, waar zij zich dan in Nederland ophouden. Te beginnen met 15 dezer zullen alle voor het Rijkspr.spoortenkantoor bestemde telegrammen, brieven en briefkaarten niet meer worden bezorgd. Brieven en brief kaarten zullen door de postadministratie aan de afzenders warden teruggezonden, of, indien deze niet bekend zijn, te hun ner beschikking worden gehouden. Voor het Rijkspaspoortenkantoor bestem de, nog verschuldigde gelden zullen van den 16den dezer af aan het departement van buitenlandsche zaken worden bezorgd. De aan het Rijkspaspoortenkantoor toe gezonden en op den dag van de sluiting nog aanwezige paspoorten zullen van den 18den dezer af aan het departement van buitenlandsche zaken ter beschikking wor den gehouden van de rechthebbenden, die eventueel nog verschuldigde visumkosten aldaar kunnen afdragen. PERSONEELE BELASTING. De heer en Van Aal ten en Oud hebben een amendement ingediend op het wets ontwerp tot wijziging van de wet op de Personeele Belasting 1896, van de Prov. wet en van de Gemeentewet. Het amendement bevat twee aanvullingen van art. 3 van genoemd wetsontwerp en strekt tot toevoeging aan art. 240 der- Gemeentewet van een lid, krachtens het welk de gemeentebesturen een plaatselijke personeele belasting kunnen heffen en tot invoeging van eenige artikelen na art. 247 van de Gemeentewet, betreffende de hef fing van deze belasting. Blijkens de toelichting z|jn de voorstellers van het amendement van oordeel, dat de bezwaren, die aan de voorgestelde wijziging der personeele belasting met het oog op de gemeente-financiën zijn verbonden, voor een belangrijk deel worden ondervangen, indien de gemeenten de bevoegdheid krijgen ,om desverlangd een eigen tarief voor een pjaatselqke personeele belasting vast te stellen, <lat in de plaats treedt van de opcentenheffing op de -hoofdsom der rijks- j belasting. i HET ROODE KRUIS. Het Nederlandsche en het Belgische Roode Kruis hebben een overeenkomst ge sloten, volgens welke in geval van rampen, welke tegelijkertijd biide landen treffen, de beide vereenigingen gemeenschappelijke maatregelen zullen nemen om net gevolg dier rampen te bestrijden. Eb overeenkomst heeft vooral ten doel maatregelen ter voor koming van epidemieën. DE EX-KEIZER. Een verklaring van minister Kaft. In verband met geruchten nopens een eventueelen terugkeer van den ex-keizer naar Duitschland, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken, rm\ Kan, de „Tel." gemachtigd tot de medcdeeling, dat noch mondeling, noch schriftelijk de mogelijkheid van een terugkeer van de ex-keizer naar Duitschland ter sprake is gekomen. De ex-keizer is, voor zoover den minister bekend is. ook volstrekt niet voornemens terug te keeren. EMIR FEISAL AANGEKOMEN. Gisteravond is per Hollandsche Spoor om 7 u. 38 uit Vlissingen, waar hij des middags voet aan wal had gezet, Emir Fcisal, de tweede zoon van den koning van den Hedjaz te Den Haag aangekomen, ter voldoening, binnen enkele dagen, bij de Koningin, van zijn opdracht om de Neder landsche regeering den dank zijns vaders over te brengen voor de erkenning van dezen als koning van den Hedjaz. Met den Emir en zijn gevolg kwamen mede mr. dr. Scheltus, die den prins te Vlis singen namens de regeering had verwel komd. en den consul (e Djeddah, de lieer van der Meulen, die toegevoegd is aan den Emir tijdens den duur van zijn verblijf in ons land. Op liet perron werd emir Feisal opge wacht en gecomplimenteerd door jhr. mr. Rendorp, directeur van het Protocol aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken, nadat de heer van der Meulen hem aan den prins en de leden van diens gevolg had voorgesteld. Rechtstreeks werd gereden naar Ilotel des Indes, waar -de emir logeert. DE SPOORWEGABONNEMENTEN DER KAMERLEDEN. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van hoofdstuk If der Slaalsbegrooling voor 1925 (Hooge Colleges van Slaat), waardoor echtef geen wijziging wordt gebracht in het eindcijfer. Bij de vermeerderingen wordt f 4600 voor gesteld, die meer zijn uitgegeven dan ge raamd voor vergoeding der reiskosten van de leden der Tweede Kamer. Het tekort is een gevolg van de omstan digheid, dat aan 19 in 1925 niet herkozen Kamerleden in het begin van dat jaar een nieuwe abonnementskaart was verschaft. Daar deze kaarten over een gedeelte van 1925 waren gebruikt, hebben de Nederland sche spoorwegen voor de ingetrokken kaar ten sl-echts een gedeelte van den aanschaf fingsprijs gerestitueerd terwijl de volle kost prijs van 19 nieuwe abonnementskaarten ten RECLAME. 2058 eeuwen het middelpunt van een geweldige heerschappij, die zelfs een tijdlang den glans van de Northumberlands overschaduwde. Maar in de zeventiende eeuw kwam het ongeluk over het trotsche geslacht Niet door politieke gebeurtenissen of onzinnige voor spellingen maar door de charmante ver schijning van prinses Jacobina Odespini, welke Hertog Henry uit Italië, als gemalin had medegebracht. De warmbloedige Ita- I liaansche bedierf het schoone gelijkmatige geslacht van de Sainsbury's; het Brilsche taaie bloed verdroeg de fusie slecht. De Sainsbury's waren voorheen alle breedge schouderde, kolossale mannen geweest, echte degelijke, rechtschapen grensbewoners die echter voor een glas bier en een getrok ken zwaard niet op zij gingen, verder goede gaslheeren en trouwe echtgenooten waren. Met George, den zoon van do schoone Jaco bina. begon het ongeluk. Hij was niet zoo- als zijn vader kellisch roodblond en breed geschouderd, maar slank en donkerbruin. In plaats van de eenigszins watergrauwe oogen van de Sainsbury's had hij de weeke overmoedig donkere Odespini oogen. Hij trouwde zeer laat, nadat hij de geheele we reld rondgezworven had. Al zijn nakome lingen mannelijk zoowel als vrouwelijk gin gen denzelfden weg op. Daarbij kwam nog dat alle Sainsbury's'knappe en wellevende menschen waren, even gevaarlijk voor zich zelf als voor hunne rnedemenschen. Ed ward Percy, de negende hertog van Sains bury ging door voor de mooiste man van Engeland maar toen Gloria Burnham hem haar kleine stevige hand schonk bezat hij van-de trotsche heerlijkheid van zijn huis alleen nog het oude, half vervallen stamslot in de Cheviot Heuvels en het oip. le visschen in de Tweed. De honderdduizend pond, die Gloria mee ten huwelijk bracht waren juist toereikend om de schulden te betalen, die zijn vader achtergelaten had en om Sainsbury Castte 'te herstellen. Toen dit groote werk vol bracht was legde Edward Sainsbury zich met een longontsteking te bed en werd in de Sainsbury kerk aan de zijde van zijn voor vaderen voor eeuwig ter ruste gelegd. Drie en twintig was Gloria oud, toen zij met haar éénjarig zoontje achterbleef. Maar Gloria was Gloria. Zij snelde niet tot haar vader om haar ongeluk voor hem uit le jammeren. Zij verkocht haar paarlcn en brillanten en begon een schapenteelt, waarvoor de wijd uitgestrekte golvende Che- viotheuvels een prachtig terrein boden. Toen het met de schapen niet genoeg naar haar zin ging, kocht zij Stockberry-hoeve, die eertijds aan de Sainsbury's behoord had en begon een pa arden stoeterij. Want van paarden hield zij. Paarden waren een hartstocht van haar. Paarden en honden. Voor de uitgaande wereld werd' zij een eenzame, waarvan al spoedig alle mogelijke lieflijke sagen en legenden de ronde deden. In Londen kwam zij weinig, des winters alleen met Kerstmis ging zij 'naar Burnham Tower om met haar vader en zuster een paar stil-vergenoegde dagen door te brengen. Verder huisde zij zomer en winter in de oude gebouwen, voedde haar zoon op, inspec teerde de kudden schapen, verzorgde de paardenfokkerij en liet de Londensche lasteraars naar hartelust babbelen. Zij reed haar paarden zelf af. Abonneerde zich op tijdschriften over wolhandel en landbouw. Hield zelf hare boeken bij De eenjarigen bracht zij zelve ter markt in New- Market. Door geen wolm akela a* óf paardenhandt-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5