Het Onderzoek naar het Spoorwegongeval bij De Vink. AGENDA. Schrammen Kloosterbalsem BUITENLAND. OVER DE OORZAKEN. TELEGRAFEN. r A-i j Woensdag. Sladszaal (foyer): Centrale Bazaar voor Wijkarbcid. Van 10—12, 2—5 cn 7—10 uur. Leidsche Schouwburg: Vlaamsch Volks- tooneel. „Tijl". 8 uur. Wijkgebouw Langestraat 6769: Con-; certavond te 8 uur. Donderdag. Stadszaal (foyer): Centrale Bazaar voor Wijkarbcid. Van 1012, 25 en 710 uur. De avond-, nachts en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 11 October tot en met Zondag 17 October waargeno men door de apotheek van den heer M. Boekwijt, Vischmarkt 8, telefoon 552. RECLAME. Apotheek „De Vijzel", De Kempenaer- slraat 4, Oegstgeest, Telef. 274, dag en nacht geopend. 7085 RECLAME. en Aweisuren wonden, brandblaren en huidaandoe ningen genezen vlug zonder litteekens met den pijnstillenden. zulverenden Akker s 2055 BELGIE. De gemeenteraadsverkiezing. De thans bekende definitieve uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen bevesti gen den eersten indruk: de socialisten zijn eenigszins achteruit gegaan, vooral in de anders overwegend socialistische provincie Henegouwen. Liberalen en katholieken heb ben, dank zij vooral den steun der vrouwe lijke kiezers, eenige zetels op de socialisten veroverd, terwijl de communisten er aan den anderen kant hun vroegere partijgenoo- ten enkele afhandig hebben gemaakt In Oost- en West-Vlaanderen en ook elders boeken de socialisten echter eenig succes, zoodat per slot van rekening de sociaal democratie niet noemenswaardig verzwakt uit den strijd komt Liberalen en katho lieken schreeuwen intus9chen om het hardst, dat zij een schitterende overwinning hebben behaald. Zeker hebben zij gewonnen doch elders hebben zij ook weer verloren, Zoodat. er voor gejuich geen reden is. DUITSCHLAND. Communistisch schandaal. In dfcn Pruisisch en Landdag werd gisteren in tweede lezing over de regeling met de Hohcnzollern beraadslaagd. Van 1 uur na middags lot 's avonds 8 uur hebben de com munisten door lawaai en obstructie, een behandeling van de regeling welen te ver hinderen. Daarbij werden ze van uit de publieke tribune ondersteund, totdat deze ontruimd werd. Waterglazen, inktpotten, aktetasschen, de presidentsbei en wat verder maar bin nen hun bereik was, zelfs tafel en schuif laden dienden als projectielen of al9 wapen. Meermalen moesten de beraadslagingen on derbroken worden. Garnich, de vice-president van den Land dag, zat geheel onder de inkt. Afgevaardigden van rechts stelden zich beschermend voor den presidentszétel op; onderwijl ruimden eenige communisten hun lessenaarskasljes en andere voorwerpen op; namen deze onder den arm en probeerden daarmede gewapend, tot het spreekge stoelte door te dringen. Het Senioren-convent kwam ten spoe digste bijeen om over de wijze waarop de zitting zou worden voortgezet; een besluit te nemen. De president is van plan de communis ten wegens het toebrengen van lichamelijk letsel aan te klagen. Drie communistische afgevaardigden onl-1 vingen de zwaarste straf, nl. uitsluiting van 20 zittingen. Eerst toen laat op den avond, doordat een groot gedeelte der communisten uit de zaal verwijderd was, de communistische fractie tot het veTder voeren van obstructie enz. niet meer in staat was, werd hel wets ontwerp in tweede lezing in den loop van i>eh halfuur aangenomen. Voor heden staan slechts een paar kleine wetsontwerpen op de agenda. FRANKRIJK. 1 De iinantieele politiek. In de memorie van toelichting der be- 'grooting voor 1927, welke bij de financieele commissie ingediend is, vat Poincaré nog eens de algemeene richtsnoeren samen van zijn financieele politiek: voltooiing van het evenwicht der begrooting, delging der open bare schuld en invoering *van de maatrege len, die onmisbaar zijn om het kapitaal aan te lokken en vast te houden. Poincaré dringt aan op de noodzakelijk om dc schatkist te behoeden voor den te rugkeer van de bekende moeilijkheden. Er moet een compromis gezocht worden tus- schen de onafhankelijkheid van den staat en de stipte naleving van zijn verplich tingen. In den loop van den dienst van 1927 moet een gToot bedrag aan vlottende schuld ge delgd worden, in het geheel c.a. 7 milliard. Daar de regeering voor dit doel geen nieuwe lasten aan de belastingbetalers opleggen kan, behoudt zij zich voor om haar toe vlucht te nemen tot een consolidatieleening De begrooting voorziet een bedrag aan uitgaven van fres. 39,382,349.274. Do in komsten bedragen fres. 39,960,481,489. Er Verschenen is Het verslag van het onder zoek, ingesteld door de heeren ir. E. C. W. van Dijk, chef van den dienst der exploita tie, ir. H. P. Maas Geesteranus, chef van de dienst van weg en werken en ir. H. C. Hoekstra, chef van den dienst der tractio der Ned. Spoorwegen, over de ontsporing van trein no. 218 op 9 Sept. j.l. bij de Vink. Na eerst het gansche ongeval nog eens in vollen omvang en in alle bijzonderheden gelijk wij na onze uitvoerige berichtgeving voldoende al9 bekend mogen Veronderstellen te hebben gereleveerd, gaat het rapport aldus voort: Betreffende de mogelijke oorzaak van het ongeval, het volgende: Er is geen aanleiding om te denken aan kwaadwilligheid of aan het zich toevallig op een der spoorstaven bevinden van eenig zwaar voorwerp; noch vóór. noch gedu rende het onderzoek is iets gebleken, dat hierop zou kuniffcn wijzen. Daarenboven vond de ontsporing op klaarlichten dag plaats, vlak bij een woning en had de machinist in die gevallen toch wel iels moeten opiherken. Aangezien ook ten opzichte van den toe stand van de locomotief, den tender en het overige rollend materieel niets is gevonden, dat een aanleiding tot de ontsporing zou kunnen geweest zijn en de snelheid, waar mede gereden werd, de hoogst toegelaten snelheid voor dit baanvak niet overschreed, rijst de vraag, of de oorzaak in den toe-* stand van den weg moei worden gezocht. De bovenbouw bevond zich in goeden, slaat en bestaat uit spoorstaven lang 18 M. van N P. 46 op stoelen met 24 dwarsliggers per spoorslaaflengle. Het spoor was in 1921 gelegd en de spoor slaven en dwarsliggers waren dus nog zeer goed. Spoorverwijding is bij spoor van deze constructie en dezen leeftijd uitgesloten, spoorstaafbreuk evenzeer. Spoorspalting achten wij zeer onwaar schijnlijk; immers was de temperatuur niot hoog en ook de voegen vóór de plaats van het ongeval waren niet gesloten, bovendien is het stoelenspoor N.P. 46 zeer stijf en spattingen zijn daarin zeer zeldzaam. Daarenboven lag het spoor goed in de bal last, zij het ook dat deze vrij nieuw was. Aan het. losloopen van laschbout- of klemboutmoeren behoeft niet tc worden ge dacht; alle moeren waren volgens de opge nomen verklaringen niet lang geleden los genomen, opnieuw geteerd cn vast aange draaid. In de aansluitende spoorwegvakken zaten de moeren direct na de ontsporing vast. Volgens mededeeling van den oud-machi nist Mulder ontbrak er iets verder dan de plaats van het ongeval één laschbout Het is gebleken, dat deze in den ochtend yóót het ongeval bij het aandraaien van moeren door den wegwerker Van der Bent was1 slukgedraaid en daar de reservebouten bij de Vinkbrug lagen, bleef deze bout eenigen tijd ontbreken, hetgeen op zichzelf geen bezwaar oplevert. Uit het ontbreken van deze bout mag dus geen conclusie getrokken worden om trent minder goed onderhoud van het spoor. Wij hebben nergens in de aansluitende sporen één laschbout gemist. Gebroken laschplaten zijn niet gevonden; ook niet in de aansluitende spoorvakken. Opgemerkt zij, dat het breken van lasch platen bij de tegenwoordige constructie (af geschuind bovenvlak en vier bouten) wei nig voorkomt en dan toch in den regel over een boutgat, zoodat de beide spoorstaaf- einden toch nog door een deel van dc laschplaat worden gesteund; trouwens, al bevond zich een breuk ter plaatse der spoor staafeinden, dan blijft toch nog een tweede laschplaat aanwezig en kan een laschplaat- breuk o.i niet tot ontsporing leiden. Voor beelden daarvan zijn ons niet bekend. In den bovenbouw is naar onze meening dus met nagenoeg absolute zekerheid geen oorzaak van het ongeval te vinden. Bij K.M. 48.882 is op de rechter spoor staaf een moet gevonden, loopende van binnen naar buiten over een lengte van 6)25 M.; voorbij deze moet vertoonden aan de rechterzijde der spoorslaven, de klem bouten, kraagschroeven en stoelen teeke nen, dat daar een of meer ontspoorde wie len over geloopen hadden. Deze teekenen waren echter niet zoo diep, dat het geheele ontspoord trein£edeelte daarover geloopen kan hebben. Wij meenen dan ook. dat ter plaatse dr ontsporing niet is aangevangen, doch dat bij het door het plotseling omvallen en vastraken van de locomotief ontstaan van een grooten weerstand in het voorste ge deelte van den trein en het daardoor sterk samendrukken der voertuigen, op genoemde plaats een of enkele assen zijn ontspoord. Door den stand van het materieel na de ontsporing wórdt o. i. het bovenstaande be vestigd. Het builenbeen van het spoor vóór de plek der ontsporing lag nè. de ontsporing 2V2 5 3 c.M. lager dan het binnenbeen, dit is een toestand, die geen gevaar oplevert; ook vertoonde het spoor aldaar lichte in zinkingen en oneffenheden, echter niet van dipn aard, dat deze aanleiding zouden kun nen geven tot ontsporen. Ter plaatse van het ongeval was het spoor zoodanig ver nield, dat van de ligging niets te zeggen valt. Het haanliehaam heeft geen enkel leeken van verzakking vertoond: daartoe was ook geen aanleiding, de ondergrond is niet slecht en de ophooging is gering. De bal last was op 6, 7 en 10 Augustus geheel vernieuwd. De aanleiding hiertoe was hét volgende: De spoorweg AmsterdamRotterdam was vroeger aangelegd met zandballast en grindafdekking en in dien toestand onder houden, waarbij in den loop der lijden wèl veel grind met het zand werd vermengd, doch toch door het langzamerhand vervui'- de zand het draineerend vermogen van de ballast te wenschen overliet. Met het oog op het in 1927 in te voeren bedrijf met electrische tractie op den spoor weg AmsterdamRotterdam werd het^ge- wenseht geacht op dezen spoorweg in den loop van 1926 de ballast te vervangen door zuivere grind, zoodat ook daar een ballast- bed zou worden verkregen zooals in de laatste jaren op nieuwe spoorwegen en in nieuwe tweede sporen op bestaande spoor wegen steeds werd aangelegd. Gebruikt werd grind uit onze eigen grin- öerij in Linne, gezeefd door horren van 6 c.M. traliewijdle, terwijl daarna de grind passeer? over fijnere horren, waardoor de zeer kleine koreltjes groolendeeïs worden uilgezeefd. De stukken, die niet door de eerste hor gaan, worden in een breker ge broken; het spreekt echter vanzelf, dat tusschen de tralies van de hor wel stilfeken passeeren, die in een bepaalde rich ting grootere afmetingen hebben wanneer zij in een bepaald vlak niet dikker dan 6 c.M. zijn en dat de breker ook nog wel eens een grof stuk grind oplevert. De grind van Linne is eenigszins beslagen met leem én zand en daardoor vrij stroef. Deze kwaliteit van grind is gedurende vele jaren op de Nederlandse he Spoorwegen gebruikt en heeft steeds goed voldaan. In het algemeen werd de ballast tot 25 a 30 c.M. onder onderkant dwarsligger ver nieuwd, gedurende het verwijderen van de oude ballast onder de dwarsliggers en het aanvullen met grind werden A en E borden geplaatst en werd met eene snelheid van 30 K.M. per uur gereden. Zoodra de geheele ballast in een zeker baangedeelte vernieuwd was, werd het spoor bijgelicht en werden de AE borden weggenomen. Ter plaatse van het ongeval lag het spoor nog wat laag en moest dit nog circa 10 c.M. gelicht worden, zoodat slechts 15 a 20 c.M. grind onder onderkant dwarsliggers aanwe zig was. Dit lichten liad nog niet plaats gevonden, omdat het spoor dan te veel uit de ballast zou komen en er dan ter aanvulling weer grind moest worden aangevoerd, welke nog niet beschikbaar was; het spoor lag daar door flink in de ballast, terwijl, de iets te lage ligging in deze nieuwe, waterdoorla- tende ballast hoegenaamd geen bezwaar op levert. In het algemeen eischt zulk spoor, waar onder nieuwe ballast is aangebracht, veel onderhoud door het inrijden van de ballast. Het onderhavige spoor vereïschte niet meer onderhoud dan elders waar ballast ver nieuwd werd het geval is. Er is n a de ballastvernieuwingen op den spoorweg AmsterdamRotterdam door het locomotiefpersonecl veel geklaagd over on rustig rijden; klachteir over het gedeelte waar de ontsporing plaats had, zijn even0, wel alleen op 17 Aug. geuit. Dit spoor werd geregeld onderhouden; in totaal gedurende 4- dagen tusschen 10 Aug. (vernieuwing van de* ballast) en den dag: van de ontsporing heeft de ploeg van dit baanvak elders assistentie verleend voor bal 1 astvernieuwing. De opzichter van den weg heeft na "*10 Augustus meermalen den ploegbaas speciaal opgedragen naar het van nieuwe ballast voorziene baanvak te gaan kijken. Het spoor werd 26 Aug. door den opzich ter van den weg bezocht; op 2 September sprak hij den ploegbaas Van Vliet van het baanvak Voorscholende Vink en infor meerde hij naar de ligging van het spodr. De ploegbaas deelde mede dat het goed lag. Hij droeg den ploegbaas op er nog eens speciaal naar te gaan zien en vroeg hem den volgenden dag per telefoon naar zijne bevinding, die gunstig wps. Den dag vóór het ongeval was in het an dere spoor ballast vernieuwd (deze werk - zaamheden kunnen niet van invloed ge weest zijn op de ligging van het spoor ter plaatse van het ongeval, omdat dit ongeveer 300 meter verder in de richting Leiden plaats vond), toen men daarmede gereed was, droeg, volgens verklaring van den as sistent-opzichter, die de leiding had, deze aan den ploegbaas op om het afgaand spoor nog eens na te zien, hetgeen geschied is. De wegwerker, die in den ochtend van den Oen September het bewuste baanvak heeft geschouwd, heeft het spoor in orde bevonden. De machinisten van de vier aan trein 218 op 9 September vóóorafgaande treinen ver klaren allen dat zij niets bijzonders hebben opgemerkt Niettemin hebben enkele reizigers van die treinen naar aanleiding van het ongeval de mededeeling gedaan dat zij ongeveer ter plaatse van het ongeval herig heen en weer geschud zijn. Deze tegenspraak is wellicht daaaruit te verklaren dat de machinisten zich niet di rect over eenig onrustig rijden ongerust ma ken en daarom er geen bijzondere aandacht aan bobben geschonden, indien inderdaad die treinen op de bewuste plaats wat ge schommeld hebben. Hieruit volgt toch wel dat liet niet zeer ernstig kan zijn geweest. Ook de machinist van trein 218 heeft niets bijzonders aan het spoor gezien; hij ver klaart alleen, dat zijne locomotief vlak vóór de ontsporing hevig schommelde. Bij onderzoek van andere sporen in ver nieuwde ballast is ons gebleken, dat deze voldoende vast ligt, zoodat in die versche ballast, welke aanvankelijk moeilijk aan te stampen is, wel lichte inzinkingen en on effenheden ontstaan, doch het ontstaan van ernstige plotselinge verzakkingen door uit schieten van de grind niet aan le nemen is. Dit laatste is temeer onwaarschijnlijk in bet onderhavige spoor, waar dit wat laag lag en dus de laag versche ballast onder de dwarsliggers dunner was dan elders» De grond waarop de ballast rust in deze oude baan i$ natuurlijk hard. Wij hebben ons afgevraagd, of bij de kleine ongelijkheden en inklinkingen, die in het spoor vóór de plaats van het ongeval zijn waargenomen en ook ter plaatse van het ongeval aanwezig kunnen zijn geweest en die meer voorkomen doch nooit getoond hebben gevaar op te leveren, gevoegd bij de eenigszins verkante ligging van het spoor, het hevig schommelen van de locomotief, dat de machinist vlak voor de ontsporing zegt te hebben opgemerkt, en verder de ont sporing te verklaren zouden zijn. Het is denkbaar, dat wanneer zulke kleine inzinkingen zich over een grooteren afstand herhalen, de schommelingen, die de loco motief daardoor krijgt op een oogenblik, toe vallig, in verband met de snelheid van den trein en den eigen slingertijd van de loco motief in resonnantie komen met de inzin kingen in den weg en daardoor steeds groo- ler worden. Voegt men daarbij dat door deze schom melingen in dwarsrichting door de dynami sche werking aan de zijde waar de locomo tief overhelt, een veel grooter druk op de spoorslaaf wordt uitgeoefend dan de stati sche belasting, waardoor de inzinkingen nog kunnen worden verdiept, dan is het denk baar dat ten slotte door ontlasting van de wielen aan de andere zijde ontsporing volgt. Wij vestigen er echter de aandacht op dat er dan al een bijzonder toevallig samen treffen van bedoelde inzinkingen met de schommeltijden van de locomotief zich moet voordoen, hetgeen slechts zeer zelden het geval zal zijn, doch in het geval van trein 218 op 9 September zich bij uitzondering kan hebben voorgedaan. Hoewel gebleken is, dat er vóór dc plaats van dc ontsporing onvolkomenbeden in den weg waren, meenen wij dat niemand van bet personeel voor het ongeval verantwoor delijk te stellen is, omdat het verband tus schen deze onvolkomenheden en het onge val niet voldoende vaststaat. RECLAME. is dus een overschot van fres. 578,132,215. De maatregelen om de kapitalen terug naar Frankrijk te lokken en ze er vast te houden zullen volkomen gehandhaafd wor den. Het financieel herstel moet trapsge wijze tot stand komen en%de kwestie der stabilisatie zal eerst aangevat kunnen wor den, wanneer het gunstige uur geslagen zal hebben. ENGELAND. Het Labour-coiigres. Weer 20.000 mijnwerkers aan den arbeid. Ook gisteren kwam het tijdens het congres der Labouv-partij te Margate tot opgewon den tooneelen. Het parlementslid RhysDavies diende een resolutie in, waarin werd ge protesteerd tegen de wijze, waarop de re geering in de kolencrïsis is opgetreden, en waarin wordt verklaard, dat de diepgaande en dringende problemen der mijnindustrie slechts kunnen worden opgelost door aan vaarding van een nationalisatie-schema. Deze resolutie werd door een aantal sprekers krachtig bestreden, daar zij, zoo werd gezegd, geen practischan steun aan de mijnwerkers behelst Kirkwood, een voor aanstaand lid van den linkervleugel der partij, drong aan op een „pittige resolstfe welke den dapperen mannen en vrouwen der kolenmijnen moed zou geven". Het voor naamste, wat do mijnwerkers thans noodig nebben, zeide hij, is geld. Hij drong aan op eeifc heffing van alle aangesloten bonden. De vertegenwoordiger der mijnwerkers van Zuid-Wales, Horner, verklaarde: „Wij heb ben jullie holle resolutie niet noodig. Wan neer ge oik wilt helpen, ^bezorgt ons dan geld en een embargo." Do leider der spoorwegarbeiders en mi nister van Fiimaciën m het jongste Labour- kabiDet, J. L. Thomas, verklaarde het cpn- grea te zullen uiteenzetten, waarom een; heffing van do andere vakbonden ten be hoeve van de mijnwerkers onmogelijk is. Er zijn thans nog 45.000 spoorweg-arbei ders, zeide hij, die sinds de algemeene sta king in Mei j.l. nog niet naar het werk zijn teruggekeerd. Voorts werken 200.000 spoorwegarbeiders slechts drie dagen per week. De bond van machinisten heft thans gelden ten behoeve van zijn eigen leien. Van den bond van ketelmakers is 45 pet. der leden werkloos. iWat het embargo op buitenlandsche steen kool betreft, zeide Thomas, dat de onlangs door de internationale mijnwerkersfederatie te Brussel aangenomen resolutie ten gunste van een verhindering vap dep pitvoer van steenkool naar Groot-Brittannië slechts een stuk papier is. Het dient tot niets, de mijn werkers te misleiden door gepraat over een embargo, dat niet verwezenlijkt kan worden. Deze onomwonden mededeelingen van Thomas werden ontvangen met toornige kreten en talrgke interrupties der extre misten. De leider der transportarbeiders Ben Til- lejt stamde de door Thomas aangevoerde argumenten. Hg verklaarde, dat de transport arbeiders niets kunnen doen. Zij hebben reeds een millioen pd. st. ten behoeve van de mijnwerkers uitgegeven. Thans hebben zij een half millioen pd. J. schuld. Tachtig duizend leden van den bond zijn werkloos en honderdduizend werken slechts een deel van de 'week. De leider der Labourpartij, Ramsay Mac- Donald, verklaarde nadrukkelijk, dat een heffing op de vakvereenigingen onmogefgk 13. Hg zeide, dat men niet voldoende besef heeft van den toestand. De leiders der vak bonden zgn geraadpleegd omtrent de beste methode tot hulpverleehino; aan de mijnwer kers en, aldus MacDonald, ik ben waarlijk geschrokken van het aantal werkloozen in kieren bond. Men moet rekening houden met den toestand in de industrie. De resolutie, welke bjj het congree is ingediend, b©dt de Labour-fractio definitief aan nationalisatie van de mijnen en MacDonald verklaarde te hopeD, dat zij zou worden aangenomen en dat den mijnwerkers zoodoende eenige aan- moediging zou worden gegeven. Dit zou het beste zgn, wat het congTes thans zou kunnen doen. Do strijd der mijnwerkei's, ging spreker voert, zal eerst op een nieuw tooneel wor den voortgezet wanneer de huidige crisis voorbij zal zijn. Dat nieuwe tooneel is het Lagerhuis en de nieuwe politiek zal natio nal iso.tie der industrie zrjn. De redo van MacDonald lokte eenig ge- jouw uit. Ten slotte werd de resolutie-Davies aangenomen met een overweldigende meer derheid, n.l. met 3.315.000 stemmen öegen 210 000. De gedelegeerden der veiligheidsploegei m1 üe mijnen hebben nogmaals besloten niet te staken. Rel aantal werkende mijnwerkers is in- tuatchen met 20.0 00 gestegen! TSJECHO-SLOWAKIJE. Een kabinet-Svehla. $a het aftreden van het Tsjecho-Slowa- kijsclie ambtenaars-kabinet Cemy heeft Svehla een. nieuw gevormd, waarbij voor de eerste maal de Duitsche agrariërs en de Ghristelijk-socialen zijn vertegenwoordigd; de andere Duitsche partijen blijven in de oppositie. Benesj blijft aan buitenL zaken. HET BEZETTE GEBIED. PARIJS, 13 Oct. (Havas). Volgens d( ,.ExcelsioF' zou Frankrijk om de politiek van toenadering tusschen Frankrijk en Duïtschland voort te zetten de bezettingen in het Rijnland hebben willen verminde-! ren, maar zouden door de gebeurtenissen in Germersheim alle garnizoenen in het be-; zette gebied gehandhaafd worden. PARIJS, 13 October (Havas). De bladen melden uit Straatsburg, dat Poincaré alle geruchten omtrent een vervroegde ontruL ming van het Saargebicd tegenspreekt. DE ENGELSCHE MIJNSTAKING. LONDEN, 13 Oct. (Reuter). De ochtend bladen leggen den nadruk op do noodlottige» gevolgen van de kolenstaking, hetgeen duri delijk uitkomt in de laatste Britsche han-.' delsslalistiekeiL Deze (oonen aan dat er een nadeelig saldo in de handelsbalans van meer dan 316 millioen pond sterling, geldend voor de eerste negen maanden van het jaai 1926. Dit is het grootste nadeelig saldo dat ooit ondervonden is. De uitvoeren daalden lor waarde van 83 millioen pond sterling. Alleen in September bedroeg hel nadeelig saldo 43 millioen pond. COLUMBUS-FEESTEN. MADRID, 13 Oct. (Belg. TeL Ag.). Ter ge-, legenheid van hel herdenkingsfeest van .de ontdekking van Amerika door Columbus» hebben in het geheele land feestelijkhedei plaats gehad waaraan door alle klassen der maatschappij werd deelgenomen. In het theater Werzuda te Madrid werd een feest- voorstelling gegeven, waarbij de geheele^ koninklijke familie, regeeringsleden, leden van het corps diplomatique, Zuid-Ameri- kaansche en Porlugeesche vertegenwoordi gers aanwezig waren. De redevoering uitgesproken door den minister van buiten- landscbe zaken, werd ten zeerste toege-' juicht De minister legde den nadruk op het belang der Spaansch-Amerikaansche econo mische verhoudingen, die gebaseerd zijn op liefde en niet op verdragen. Ook de vorste lijke personen werden langdurig toegejuicht. VERNIETIGENDE CRIT1EK. DETROIT, 12 Oct. (Reuter). De Federali» van den Arbeid heeft in haar vergadering het sovjet-regiem gekenschelst als „een moordenaar, gebukt over het neerliggend lichaam der vrijheid" en er werd besloten aan zoo'n systeem geen kwartier te verlee- nen. De conventie sloot zich aan bij het woord van Coolidge, dat de Amerikaansche beginselen niet verkwanseld kunnen wor den en gaf uiting aan haar sympathie met de onderdrukte massa's in Rusland. Daarna weid verklaard: „Wij beschouwen het sov- jetregiem als de meest gewetenlooze, de meest anti-maatschappelijke, ja de gevaar-, lijkste instelling der wereld op dit oogem blik. STORM IN SPANJE. PARIJS. 13 Oct. (Belg. Tel. Ag.). Een te legram uit Madrid aan Le Journal meldt, dat een hevige storm ontzettende schade heeft aangericht in de provincie Andalusie, waar ook verscheidene men9chen omkwa men. Het dorp Mascinar in de provincie Granada werd gedeeltelijk door den storm verwoest; de schade is zeer groot en een aantal menschen zijn verdronken. BRANDSTICHTING TE TOKIO. TOKIO, 13 OCTOBER (Reuter). Een om bekend gebleven persoon heeft getracht brand te slichten in de opslagplaats van levensmiddelen der tot de Britsche ambas sade behoorende gebouwen. Er werd slechts geringe schade aangericht, daar de brand onmiddellijk ontdekt en gebluscht werd. Naar men meent is de brandstichter een werkman, die uit een persoonlijke yeete ge- handeld heeft. Er wordt dan ook aan hel incident generlei bijzondere beteekenis ga», hecht. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 2