Jan Wölters had in Artis
Een olifant gezien,
En» 's avonds bij! 't naar bed gaan -v
Dacht Janneman: Misschien
Brengt Sint Niklaas uit Spanje
M' een olifantje mee;
Geen echte, maar van èbeelgoed,
Hè, 'k wou maar, dat hg 't dee'!
Jan kreeg 'r een in zijn droomen:
Het was een reuzebeest.
Nog nooit was Jantje Wolters
Zoo in zijn schik geweest
wel wat verlegen. ,,Maar ziet u, straks
toen ik bij juffrouw Mager de mand open
de, zagen we toch echt, dat het een kat
was. En juffrouw Mager was er zóó woe
dend over, toen ze de kat zag, dat..."
„Nou, Mina," viel de boerin haar in de
rede, breng jij dan maar weer gauw het
behekste konijn naar juffrouw Mager
terug. En zegt aan dat oude mensch, dat
ze voortaan wat beter uit haar oogen moet
.kijken en niet meer een konijn voor een
'kat aanzien...."
„Ik weer naar villa Elisabeth terug
gaan!" riep Mina angstig. „Voor geen
hondeird gulden ga ik er weer heen! Laat
Hij mocht visite vragen;
Zes kind'ren uit de buurt,
En vroolijk riep htj<: Kijk eens,
Wat Sint mij heeft gestuurd!
We gaan op Jumbo rijden,
Zoo heet mijn olifant,
En reizen in een wipje
Al door het heele land.
Jet, Anton en Marietje,
Johan, Mar go en Bob,
Die zaten op een rijtje
Er samen wht leuk op.
Jantje het dan maar even wegbrengen,
tante, maar ik doet het niet. Ik zal hier
wel wachten, totdat hij terugkomt."
Zoo ging dan Jantje met het echte ko
nijn naar villa Elisabeth terug. En toen
hij voor juffrouw Mager stond, sprak de
slimme kwajongen: „Juffrouw, het dienst
meisje van mevrOuw Goudsbloem bracht u
straks bij vergissing een kat in plaats van
het zwarte konijn. Maar hier breng ik u
het echte konijjn met de compelementen van
mevrouw zelf.j
„O, dat is Let konijn, dat ik zoo mooi
vond!" riep j/uffrouw .Mager. „Ja, ja, ik
dacht wel, dtat het een vergissing was!
V. Het meisje zag er ook zoo erg dom uit.
Voor Jantje was geen plaats meer.
Hg zei: Ik pak zftn 6lurf,
Daar kan ik fijn op schommlen;
Denk je soms, dat *k niet durf?
Maarplots ging Jumbo spelen.
Zwaaide z\jn slurf in 't rond,
En Janneman, de stakkerd!
Die tuimeld' op den grond.
Au! Au! was me dat schrikkenr
Uit was op eens de pret
Jan merkte, dat 't een droom was,
Wanthij lag in zgta bed!!
En hier heb je een kwartje voor je bood
schap, beste jongen. En zeg aan mevrouw
Goudsbloem, dat ik haar heel gauw zelf
kom bedanken..."
Toen juffrouw Mager dit zeide, lachte
3lim Jantje van pure pret, omdat hij Mina
een poets had gebakken en nog een kwartje
op den koop toe kreeg.
Maar Mina liep nog dagen lang te tob
ben over het konijn, dat toch beslist be-
tooverd moest geweest zijn, toen ze er
mee op villa Elisabeth kwam.
TANTE JOH.