DE WILDE HERTOGIN. &o. 20410. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 September Derde Biad Anno 1926. Verhagen's Parijsche Wafels, iets bijzonders! iü Buitenl. Weekoverzicht. FEUILLETON. INDISCHE KRONIEK. RECHTZAKEN. RECLAME. 1157 schoonsle en rijkste streken van Java, "waar de zoogenaamde Lergcultures bloeien en met name de ook in Nederland zoo gewaardeer de Preanger-thee wordt gewonnen. Thee en kina, dat zijn de twee gewassen, die wij op onze tochten overal, tot hoog in de bergen, zullen aantreffen, thee en kina, dat zijn de cultures, die hel Treanger hoogland lol bloei hebben gebracht. Bandoeng is een heerlijk centrum voor hen, die de wandelsport beminnen. De ber gen in de onmiddellijke nabijheid zijn het, die den sport- en natuurliefhebber onweer staanbaar aantrekken. En elk rechtgeaard Bandoengenaar is daarom een beelje berg beklimmer. Weersta eens den „call of i.lie mountains", als ge, na een week van hard werken op een stralcnden Zondagoch' lid vroeg uit de veeren en een beetje rillend in uw pyama, de vulkanen ziet opdoemen uit de ochtendnevelen en hot oerwoud cn de berggeesten u lokken! Dan gaan we flink ge schoeid. alleen in sporthemd en een korte kniebroek, den helmhoed op het hoofd, ge wapend met den punligen stok en den blau wen zonnebril, de onmisbare Ihermosflescli aan een riem of a3n den gordel, er op ui!, het bergpad op hchler de laatste huizenrijen, zonder gids, zonder kaart, met de zon als kompas. Wapens hebben wij niet noodig, ge kunt dus den vervaarlijken revolver, dien ge met Hollandsche voorzichtigheid naar het wilde land hebt meegenomen en mei duizend listen langs de douane 1e Priok hebt gesmok keld, gerust thuis laten, men loopt op geheel Java overal even veilig als op de Veluwe of in het Gculdal. Alleen een flink mes ncnvn we mee, maar dat zal alleen zijn diensten, maar dan ook zeer nuttige, moeten bewijzm bij het stuk kappen van den jongen klapper of het schillen van een mangistan of hel af snijden van een Iros bananen. Een uur van flink klimmen langs het niet al te gemakkelijke berepad brengt ons op een hoogle van 3500 k 4000 voet. Een prachtig panorama doet ons dan telkens hel hoofd omwenden en het uitblazen en ademschep pen langer rekken dan eigenlijk noodig is. De hoogvlakte van Bandoeng ligt diep bene den ons. De huizen van de stad zijn door den afstand poppenhuisjes geworden, de roo- de daken schitteren in de zon. In een on ne- telijken cirkel ligt het groote land van de rijstvelden en aan alle kanten van den ge zichteinder omsluiten de blauwgroene ber gen. waartegen de ochtendnevelen iangzaam optrekken, het panorama. Vóór ons ligt het reusachtige massief van den Malabar, in Holland alleen bekend als „het draadlouze Indische station, maaT in werkelijkheid een ontzaglijk gebergle, dal in een zijner talrijke kloven het krachlstation voor aller oogen verbergt. Rondom ons ligt het massief van den vulkaan Tangboekan Prahoe, welks flanken wij zöo straks tot halve hoogte zul len bestijgen, tot waar de bergdessa Rem bang cn het hotel van dien naam nu neg achter bergkammen verborgen liggen; aan onze linkerhand rijst de Boerangerang om hoog, die zijn kantige spitse toppen in de ijle azuren lucht ten hemel heft en in de verte in oen wijden cirkel om de hoogvlakte aan schouwen wij al die andere -toppen, waar aan de inlandsche fantasie de bloemrijkste namen heeft gegeven, bijna altijd ontstaan uit. een dier lallooze legenden, die aan dier Teuzen is verbonden. Bij helder zicht, rechts van ons, heel wazig in de verte, de drie kammen van den Gedeh. Ontelbare bergpaden verlokken ons onder weg naar allerlei richtingen. Elk pad leidt tol nieuwe tochten, waarvan het einde niet te schatten valt. Maar wij houden ons aan het pad naar Lembang, en onderweg wor den wij ingehaald en voorbijgcloopen door talrijke inlandsche melkventers, die hun lecgc flesschen terugbrengen naar de boer derijen in het gebergle. Deze voorzien de stad Bandoeng dagelijks van versche melk van echle Hollandsche koeien, die in het Indische laagland niet kunnen tieren, maar die hier in het hooge bergland geïmpor teerd hun melkgevenden plicht doen alsof ze thuis waren. Wij kunnen niet nalaten onze bewondering te uilen voor de sporlicve prestaties dier inlandsche melkventers, die omstreeks drie uur 'snaclVs uit het ge bergle naar de vlakte dalen, een tocht van een slordige drie uur, langs moeilijke padeu, die in den regenlijd voor Europecsche voelen althans onbegaanbaar zouden zijn, hun weg verlichtend me! fakkels, om bij het aanbre ken van den dag de Bandoengsche klanten aan de deur van melk te voorzien om dan zonder de noemenswaardige rust wederom den Jocht naar boven, ongeveer vier uur klimmen, welgemoed te aanvaarden Deze mensehen doen dit dag in. dag uit, en hun tempo is zooveel sneller dan het onze, dat zij ons al spoedig ver achter zich laten! Op deze wijze wordt Bandoeng voor een deel althans ook van versche groenten uil de bergen voorzien. In de jaren, die ik in Ban doeng doorbracht was onze groentenventer een oude heer, in niet veel meer gekleed dan een lendedoek, die zijn eigen leeftijd niet wist. maar dien ik voorzoover dat b'j een inlander mogelijk is om te schatten, op vijf en zestig minstens laxeerde. Hij maakte nog eiken dag en nacht genoemden (ocht cn huppelde als een kakkerlak legen de sl?Ü3 bergen op. Maar, al is het dan ook in gematigder tempo, wij moeten verder of liever hoogor! Bij elke wending van het pad wacht ons een nieuw en verrassend uitzicht, liet is niet langer de vlakte van Bandoeng, die wij aan onze voelen zien liggen wij zijn langzamer hand geraakt in een doolhof van hellingen en ravijnen, bedekt met oerwoud, waarin hier en daar op een open gekapte pbk cn onderneming verscholen ligt De zon is al lengs feller begonnen te branden, de blauwe bril' bewijst zijn diensten en ook de th-r- mosHesch, en zelfs het luchtige sporthemd zouden wij liefst van ons^af willen werpen. Maar hoezeer ook de berm van het pad lol even ruston noodt, men gaat in Indië nu een maal niet zoo maar eens even in het .rras zitten, zooals dal op een wandeling in Hol land zoo verleidelijk en zelfs in sommige ge meenten verboden is, tenminste wanneer de andere kunnen er aan te pas komt! Zoo kleinzielig is men in Indië nie!. maar ct zijn andere redenen, waarom men hel daar met of zonder andere kunne toch maar liever niet doet. Da! zijn de spinnen, de bloedzui gers, de schorpioenen, de slangen en de mieren, vooral de mieren. Eon Indische mier i3 niet van de spreekwoordelijke nieligc af- melingen harer Hollandsche collega's ten minste niet de boschmier. Dat is een kanj >r van soms een paar cenlim.ters lengte, wbr bezoek of visitatie men zooveel mogelijk moet vermijden. Wij gaan dus niet zitten, voordat wij een of anderen omgekaplen of omgevallen hoorn nis zitplaats kunnen ge bruiken of bier en daar in het gebergte een ambulante warong, die er een bankje voor zijn gasten op nahoudt, wordt aangetroffen. Men vindt deze warongs tol zelfs op de een zaamste 'plekken, onder een bamboe- afdakje, cn altijd zitten er een paar inlan ders uit te rusten cn een der talrijke ver dachte siroopjes te niiltigcn In de buurt van Lembang raken wij opeens lusschen de theeslruiken van een verlaten tuin, maar eenige minuten later zijn wij in de velden van een in volle bedrijf zijnde onderneming. Brcede wegen kruisen hier elkaar, groepen lUeeplukslers ontmoeten we op onzen weg,' bier cn daar in de verte zien wij een Euro peaan galoppeercn op zijn ^aard, 'ecu as sistent op zijn dagelijksche lournée, een a l- minislraïeur, die zijn rijk inspecteert. Een laatste eincjspurl 'langs een muilen weg door de glqeterule.jjón brengt,0ns ten slotte in het dorpje teïnbang. Tu'sscfbên 1e inlandsche woningen -liggen hier en. daar Europecsche optrekjes, .eigendom van Euro1-1 peanen aam htë$£fttin vac an tic in eigen home komen doorbrengen. Ook hier en daar een enkele villa van iemand, die Lembang boven Nederland ot de Riviera verkoos om er te leven en le sterven, 1ie hoog boven in do Indische bergen zijn levensavond wil slijten. Nu zijn wij op den groolen weg gekomen, den broeden rij- on auto-weg van Bandoeng naar Lembang. Hier in de buurt van het hotel, bekend vacanlie- oord, komen wij plotseling weer in een druk verkeer van talrijke auto's, voetgangers en rijtuigen van inlandsche makelij. Gezadelde paarden met hun inlandsche drijvers slaan in groepjes langs den weg. Lembang is hel uitgangspunt voor toeristen om den Tang- koelan Prahoe 1e bestijgen en eiken dag vertrekken er expedities uit het hotel, le paard meestal, voorzien van proviand cn onder geleide van gidsen, om ettelijke dui zenden voelen hooger de drie kraters tc be zoeken. Het hotel te Lembang is hel rendez-vous van autorijdende Bandoengenaars, die eens even een nóg kouder neus willen halen dan Toenadering tnsschen Frankrijk en Dnitschland Italië lokt Engeland Het voortdurende m ij d conflict Wankelende dictatoren. Sfcrescmann c-n Bri.md, beiden te Ge- oève, beiden onder den invloed van de bister-.-olie gebeurtenissen en dus, als ge ploegde akkers braak liggend voor de ont vangst van het zaad, rijp voor verzoenings gezinde ideeën. Lebben elkaar gezocht en gevonden in een genoeglijk tête k tête, oir. 7.00 entre-nous eens alle kwesties te bespreken, die te „overzien" waven. In Genève zelf durfden de heeren het niet aan, dc muren hebben daar ooien en zoo weid een plaatsje uitgezocht in de Fran- schë. Jura, Thoiry gchceten, dat onge twijfeld bijkans niemand za lkcnnen. Daa? werd de rust gevonden om vrij-uit te spie ken en dit schijnt ook geschied te zijn Beiden keerden vergenoegd terug, beiden verklaarden zich zeer voldaan, maar lieten verder niets los. Volgend bon-mot doet dc ronde, waarvan met recht mag geldensi non e -vcro etc. Een -correspondent van de „Morning Post" heeft het vernomen uit den mond -n de vrouw van den v ar-ri uit het hotelletje te Thoiry waai ;iriand eu Strescmaim hebben gedejeuneerd. Slreseraann wilde de rekening betalen. „Neen, beslist niet," zei torn Brianü; „den maaltijd en den wijn, die betaal i k. U betaalt maar dc schadevergoedin gen!" Edoch, al hebben beiden dan angstvallig gezwegen, toch kan met zekerheid wel iets worden gemeld omtrent dit onderhoud, n h dat Stresemirin heeft aangedrongen op volledige ontruiming van liet bezette ge bied. Duidelijk valt dit af te leiden uit een speech van den Duitschen minister voor de Duit-sohe koloniën, 'n spech trou wens, die, blijkbaar met opzet, in menig opzicht verkeerd is voorgesteld. Ongetwij feld met de bedoeling, zoo dc atmosfeer te vergiftigen. Te hopen ie, dat dit doel niet wordt bereikt Ongetwijfeld staat Duitscliland thans 6terk, wanneer het aandringt op een vol ledige ontruiming van het bezette ge bied, waarvoor het desnoods nog wel een geldelijk offer wil brengen. Het kwijt zich immers lofwaardig van zijn verplichtingen, is lid van den Volkenbond, liet groote in strument van den vrede. Waartoe dan nog langer dat militair vertoon Een tweede vraag is evenwel, of Frank rijk reeds zoover is gevorderd dat dit mo gelijk is. Dc publieke opinie kan niet ge heel worden verwaarloosd. En vooral do binnen!andsche politiek baart in Frankrijk nog altijd veel zorg. Van een stabilisatie van de franc is nog altijd geen spru»e, zoodat vermoedelijk nieuwe maatregelen niet kunner. uitblijven. Dat oefent geen goeden invloed op'dc buitenl. politiek, te .meer niet, waar D-uitecJiland bozig is zich meer en meer op te heffen In eigen land staat Stresemaon dan ook veel sterker dan Br.iand in het> zijne. De iDuitsche regeering hoeft Streseipsnn vol ledig haar fiat gegeven pp zijivjia^deli en wandel en hij is verzekerd van de goed keuring van het overgroote deel van het Duitsche volk, de scherpslijpers uiterst - rechts en links uitgezonderd, die elkaar weer eens vinden, zij het in negatieven zin. Briand is zoowel door zijn collega's als door do Franscdie pers maar zoo-zoo ont vangen. Het laat zich zelfs aanzien, dat Foincaré weer eens een Zondagsredevoe- ring zal houden om een soort tegenwicht te vormen. Men zal daarom goed doen, al te hoogo verwachtingen maar wat te temperen, al valt niet te ontkennen, dat een toenade ring tusscihen Frankrijk en Duitsehland in het zicht is gekomen. Als een teer plantje zal het streven daarnaar echter moeten worden gekoesterd en opgekweekt. Uit het Duitsch door ERNST KLEIN. Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE (Nadruk verboden.) 1) I. (Vut zegt Jean Jacques Rousseau? ,,Ja, ik begrijp, dat een mensch tot spelen komt. Maar alleen dan. als hij lusschen zich eri den dood niets meer ziet dan zijn laatste goudstuk." Goudstuk? James Wood keerde glimlachend het bankpapier van een pond, hetwelk dit laatste goudstuk voorstelde, in zijn vingers om en om. Vroeger was het ten minste een stuk goud! Maar nu zoo'n vuil bevingerd stuk papier? Dat was het laatste voor het groote niets.. Wat duivel! Goud was roman tisch! Hel glansde, schitterde, troostte. Het stuk papier was nuchtere werkelijkheid. Foëzieicos, onbarmhartig. Werkelijk een troosteloos einde. Belachelijk bijna.... Builen in de Oesihaven flikkerden op de visscherscfcepcii de lichten. Vanaf het fort Kait-Bci dreunde het zeven-uur-schót. Het was tijd toilet te maken. Meer dan een half uur duurde dit ge wichtige werk. Het laatste witte hemd. ...I James Wood lachte. Misschien zou het zijn 'doodshemd worden. Daarbij zouden de zvrarl-beeiien knoopjes passen, die hij in de borst stak. Twee zwarte vlekken op het 'smctleiofcze. wit, p Engeland houdt zich geheel afzijdig, kijkt toe. Officieel toont" het zich geheel gerust. Of het dat in werkelijkheid ook heelemaai ia Het laat zich aanzien, dat. Italië van den gang van zaken profijt wil trekken door met Engeland aan te pappen. De an- tagonie tusschcn Italië en Frankrija. jh gloeiende en waar de beide grootste tegen, standers uit den wereldkrijg elkaar nade ren, waarom zouden Engeland en Italië dan - hetzelfde niet doen, zoo tevens een tegenwicht vormende Roe Engeland op dit Italiaansche streven zal reageeren, is nog onbekend. Wel zal Chamberlain zoo goed als zeker een ontmoeting hebben met cl ducc, doch dat zegt nog niets. Engeland heeft in eigen land cn domi nions overigens nog genoog te stellen, zoo dat de aandacht van het buitenl. bedrijf wordt afgeleid. In de eeisto plaats is dan» altijd nog de staking, die maar voortduurt. Een oogenblik is men optimistisch ge stemd geweest in deze materie, doch spoe dig verdween de gekoesterde hoop op een spoedig einde van het conflict De kwes tie schijnt hopeloos vastgcloopcn en de kans op een strijd to the bitter end is maar al te groot. De mijnwerkers hebben een nieuw aanbod gedaan, acccpteerend een loonsverlaging van 10 pCfc., globaal gesproken, vasthoudend aan 7-urigen werk dag en nationale regeling, zij het vastge koppeld aan districtsregelingen. Was dit bod direct gedaan, dan had het wellicht effect gesorteerd, nu hebben tie mijneige naren het afgewezen, vertrouwend de sta king langzaam maai' zclcer te breken. Komen er niet steeds meer werkwilligen 1 Dat zoo een werkelijke vrede nooit be reikt wordt, hebben wij reeds eerder uit eengezet. De rogeering zit iusschen beide partijen in 't gedrang en laat telkens eeni- ge veren! Wat de dominions betreft, daar blijft do los-van-'t-moederland-beweging veld win nen. De a s. rijksco.nfercntie zal daarom trent wel wat naders brengen. Aange- naam is de positie der Engelsche regee ring ook in dit vraagstuk niet. Evenmin als (lie de*- dictaturen in Span je en Griekenland. Het kon met beide zelfs wel eens spoedig mis gaan. In Spanje schijnt alles, wat anti-dicta^ tuur is, zich langzamerhand te vereenigen en daar Primo de Rivera's aanhang ge vaarlijk slinkt wat b.v. te zeggen van het jongste zoogenaamde plebisciet dat, goed beschouwd, een volslagen failure was zoo geen bespotting! en ook het leger- gedeelte, dab totdusver den dictator trouw bleef, onbetrouwbaar wordt, schijnt daar een plotselinge wijziging niet onmogelijk. Koning Alfonso komt met dit al Ieclijk mee in-het gedrang. In Griekenland heeft Kondilis aangekon. digd, dat hij bereid is heen te gaan na de verkiezingen. Als het ernst is, zeggen zijn tegenstandei's, waarom dan niet di rect? Intusschen schijnen dc royalisten gebruik te maken van de verdeeldheid der republikeinen. De ex-koning is reeds te Boekarest aangekomen om daar een tijdje te logeereu. Of om vlak bij tc zijn, zoo zijn komst gcweiipcht is ÏUe call ol the mountains. De bergen in! De melk venters eu wal rij presteeren. Tnsschen bergen en ravij- nen. Lembang. In Mor pheas' armen. Maar liu wij op onze reis door Java in deze aantrekkelijke Preanger-hoofdslad zijn aangeland, is dat niet om ons als ijdele toe risten !e slorlen in den maalstroom van mondaine geneugten, die hier in zoo ruirne male te genieten vallen. Wij zullen de hoog geroemde en op haar lijd verleidelijke be schaving nu eens voor een poos vaarwel zeggen om wal meer le leeren kennen en le zien van dil verrukkelijke bergland, een der James Wood had weer een sentimenteel» opwelling. Beencn knoopenl De parelen, de manchotknoopen mei de briljanten. Waar waren die allemaal? Zijn platina- liorloge de dasspeld de ringen Alles reeds len gelde gemaakll En nu dat vuile bevingerde bankbiljet. Met zorg strikte hij de kleine zwarte das voor den spiegel. James Wood knikte zijn spiegelbeeld voldaan toe't Zou eigenlijk jammer van mij zijn.... Maar een pondl Hij nam de browning uil den koffer en onderzocht hem. Een pond en dan nog zes kogels. Gelalen zette hij zijn stroohoed op; hing zijn overjas over den arm en verliet de kamer. „Ich bin der Graf von Luxemburg", floot hij zachtjes. Trotsch schreed hij door de Hall langs het in licht stralende restaurant. welk9 deuren wijd geopend waren. Het diner had geen haast. Mogelijk bewees de banknoot een redder in den nood te zijn. Ha dan kon bij zich iets geweldigs veroorloven. Of.... dan had hij nog juist genoeg zilver en nikkelgeld in den zak voor een afscheids- cocktail. ..Waar kan men zich amuseeren?," vroeg hij den portier. Deze zag hem over zijn bril aan. „Spelen?" „Zoo iels dergelijks." De portier begon zich zichtbaar te inte resseeren. „Dan weet ik iels buitengewoons. Maison Astarle, in de rue Chérif-Pascha. Eerste klasl Zal ik u een gids meegeven?" Gids? Een bijna onmogelijk financieel bezwaar. „Niet noodig. Ik zal het wel alleen vin den," ----- - ..Goed, mijnheer. Het is No. 2G. Vlak naast het International Agency." „Mooi. Ik zal het wei vinden. Merci" Buiten de deur stormden de gidsen op James Wood af, met uitroepen als: „Echle Arabische dansen! Geen bedrie gerij!" James Wood duwde de smerige, schreeu wende, gcsliculeerende kerels op zij. Een van hen liet zich niet afwijzen. Hij was een lange, schrale man met een door een oog ziekte ontstoken oog. „Ik heet Hassan! Ik eerlijk man!" lokte hij. „Ik breng Mylord in het mooiste huis van Alexandriê, Maison Astarte. Khedive zelf altijd daarheen. Ik heelen Hassan.I" „Maak dat je wegkomtl" „Ik heeten Hassan! Ik weet de favoriete van den broeder van Khedive „Maak dat je wegkomt of!" „Ik geen bedrieger ik eerlijk' man „Scheer je weg!" Daar dook de donkere gestalte van den reusachtige Sundanees in potitie-uniform op. Met een scherpe blik zag het oog van de wet Hassan aan den eerlijkenAls een windhoos verdween deze. James Wood sloeg de straal .Chérif-Pascha in. Nummer 2G was een van die moderne huizen van Alexandriê, die met recht de verongelukte kruising van Oostersche en Westersche smakeloosheid voorstellen, half Moorsch, half Rokoko. Het uiterlijk van het huis liel den man met den laatsten banknoot geheel onver schillig. In dergelijken toesland let men nief op gevels. Hij beide. Een fraai gegalloneerde neger deed open. Hij maakte een defjige buiging en liet den gast binnen, ■- - Deze zede groole oogen op. Sprookjes achtige luxe, en pracht. Het Casino in Monte Carlo leek armzalig tegenover dit trappen huis met rose, marmeren treden, vergulde balustraden, prachlige kleedcn. Het geheel had iels barbaarscb. Oosterse!» maar, als geheel, loch overweldigend. Drommels, wat moest die bende hier ver- dienenl James Wood knikle den ebbenhouten por- tier eenigszins vertrouwelijk toe en bogon de trap te beklimmen. „Neemt u mij niet kwalijk," zeide de neger in opvallend goed Engelsch. „U moet een enlréekaart nemen." „Natuurlijk." Én James Wood greep in zijn broekzak waarin een paar piasier een. twee, drie schellingen om een armzalig beslaan stre den. De neger snelde naar zijn lessenaar, nam een ivoorkleurig kaarlje, greep een penhou der en vroeg: „Uw naam als 'l-u belieft? We zijn hier aan cenige bepalingen gebonden." - „James Wood." Met groole, schoongevormde tellers werd de naam geschreven. De zwarle was bijna een wereldwonder. Trotsch over zijn eigen preslalie bood hij James Wood de kaart aan. „Wat moet ik betalen?" vroeg hij en rin- kelde met het zilver. „Eén pond. Zonder fooi," '1 „Eén pond!" Het scheelde weinig of James Wood was in lachen uilgebarslen. De neger dacht dat hij zich over hem amuseerde. „Oh, ik schrijf heel goed. Ik Ben geen domme neger, mijnheer, want ik heb de school in Zanzibar afgeloopen." „Ik lach niet over jou, zwarte schrift-. hun eigen bevoorrechle slad reeds vermag (e schenken. Een talrijk publick, zil op liet. groole koele terras le genielen van de Lcm- bangschc lekkernij par excellence, aard beien met slagroom, echte Hollandsche aardbeien, die hier op 4000 voet hoogte groeien, al zijn ze dan ook niet zoo dik en geurig als in het moederland. Niemand neemt aansloot aan den slerk naar ver schooning hakenden (oesland onzer klcedij en uiterlijk, en nadat wij wegens onze» meer dan vochtigen locsland een windvrij plekje hebben opgezocht, doen ook wij ons (egoed aan aardbeien, slagroom en ijskoud.-n whiskey-soda Voor een daalder vinden wij vervolgens een der talrijke losse taxi's be reid om ons in snelle vaart naar Bandoc-ng terug te brengen, waar wij nog juisl bijtijds aangekomen om. na '11 heerlijk verfrisschend bad, in een snrelleloos en slijl gesleven wit pak aan te vitten aan de rijsttafel in het hotel. Na zulk een tochl heeft men een !n- dischen cellusl, die voor een Hollandsrhtn dilo geenszins behoeft onder le doen. Maar na afloop, mei een paar duizend voel klim men onder de tropenzon in de boenen en een rijsttafel mct'veei koud bier in de maag kan niels Ier wereld ons merr afhouden van de verlokkende klamboe, waaronder wij al spoedig voor de r"sl van den middag in d'n dirpslen aller slapen verzinken. Dit is, geachle lezer, de korle schels van een niet al le zwaren tocht, zooals wij ef met uw goedvinden nog vele van uil hol sohoone Bandoeng zullen ondernemen, dn-li die wij niel meer alle in deze kronieken zui len beschrijven. Ons wacht (ol leboekstel- ling groolcr toerisme. Een volgende brief zal ons verplaatsen naar het hart van Preanger, Garoet, en naar een diep uitgezochte bug- oorden, waar de uitgepulle Indischman zich in een nardsch paradijs waant, Tjiscroep.in, het lusloord op 4200 voet hoogle aan den voel van den. Papandajan, een van Java's werkende vulkanen. D. B. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Verbroken levensvreugde. Jarenlang leelden ze gelukkig mei elkaar in echtelijke trouw. Ze hadden een tricolagefabriek, waarin zij even hard werkte als hij. De geldelijke zorgen waren dus niet groot. Zwaarder was hun zorg voor de kinderen, hun beider vreugde. Maar plotseling onldekle zij, door een vreeselijk toeval, dat de man dien ze ver trouwde. en waar ze gelukkig mee was, at gedurende jaren met een andere vrouw een intieme verhouding had. Toen ze hoorde, dal de vrouw, die gehol pen had haar te bedriegen, iemand was, die als een trouwe vriendin haar bij ziekten cn moeilijkheden bad bijgestaan, was de vriend schap voor haar iri haat veranderd. Ze haatte de vrouw G. W., die huisvrouw was van N. J. II. Toen ze haar op zekeren dag tegenkwam, had ze, zichzelf niet meer meester, haar uitgescholden. En.de vrouw diende een klachi in. Als gelurge verscheen ze voor den politie» ï&htëh „Tkfibp den zesden Ax>ril in de Breestraat in" Widen', met mijn twee kinderen en nog 'IrttömfKDe dame stond ineens voer me en voegde me betecdigende woorden toe, o.m. „Dweil, moet je niet naar je kindereu toe?" Ik heb wel met haar man iets gehad, maar ik heb een brief om vergeving aan haar geschreven en mijn man heeft het ook bijgelegd.Ik wil niet, dal ze straf krijgt, maar met liet schelden moet ze ophouden. De raadsvrouw van verdachte, nar Anny Labohm vroeg aan getuige of ze de brieven herkende, die zo overlegde, waarin o.m. ge zinspeeld werd op een verhouding lusschen getuige en verdachte's man. ,,0 ja, zei getuige. Maar het is al twee jaar geleden. In Januari 1925 is het opgehou den. Ik heb dat met mijn man vereffend... Ik weet natuurlijk niet of mevrouw dat mef haar man ook gedaan heeft. Mijn man scheldt toch ook niet tegen haar man? Dus hoeft ze mij ook niel uil le schelden." Een geluige a décharge kwam verlellen, dat verdachte veel verdriet had gehad, over heigeen getuigt G. W. haar had aangedaan. Langen tijd was ze ziek geweest. En als za geleerde, maar over mezelf. Want kijk eens, als ik jou dal pond betaal, blijft er niels over 0111 te spelen. Ik heb alleen nog di! éfne pond, waarmee ik daarboven een kapilaat winnen wil begrijp je?" De neger zag hem wantrouwend aan De man tegenover hem was (och zonder twijfdl een „genlleman." Hij had cenige menschen- kennis. Wilde die hem voor den gek hou den? Hij kwam van achter zijn lessenaar te voorschijn en keek dreigend naar don vrien- delijk-gtimla'chenden man voor hem. IIij was een prachtexemplaar uit den Sudan, zes en een halve voel boog. en schouders die zoo breed waren, dal zij de geheele Halt schenen le vullen. Hoogstwaarschijnlijk was hij niet alleen daarvoor aangesteld om do mcnschen binnen te laten, maar ook, om, in geval van nood, ze zoo noodig snel ie hel pen verwijderen. „Als u niet kunt behalen, moei ik u ver zoeken hel huis le verlaten." „Daar denk ik niet aan," ze de Jamcfl Wood glimlachend. De neger zag echler in de situatie a-ot- strekt niels belachelijks. Ilij legde de breede handpalm op de klink van de deur cn maakte met de andere een niet onduidelijke beweging alsof hij James Wood verzocht naar builen (e gaan. Zonder twijfel was de neger een welopgevoede man, die zicK moeite gaf, zijn goede vormen tegenover dezen gast niet te vergelen. „Hoe heet je, vriend?" vroeg James Wood. De neger was zoo verbluft dal hij gehoor- - zaam anlwoordde „Ibrahim ibn Abdullahl'' y jQSortfl vervolnij)-^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9