DE WILDE HERTOGIN.
&o. 20410.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 September
Derde Biad Anno 1926.
Verhagen's Parijsche Wafels, iets bijzonders!
iü Buitenl. Weekoverzicht.
FEUILLETON.
INDISCHE KRONIEK.
RECHTZAKEN.
RECLAME.
1157
schoonsle en rijkste streken van Java, "waar
de zoogenaamde Lergcultures bloeien en met
name de ook in Nederland zoo gewaardeer
de Preanger-thee wordt gewonnen. Thee en
kina, dat zijn de twee gewassen, die wij op
onze tochten overal, tot hoog in de bergen,
zullen aantreffen, thee en kina, dat zijn de
cultures, die hel Treanger hoogland lol bloei
hebben gebracht.
Bandoeng is een heerlijk centrum voor
hen, die de wandelsport beminnen. De ber
gen in de onmiddellijke nabijheid zijn het,
die den sport- en natuurliefhebber onweer
staanbaar aantrekken. En elk rechtgeaard
Bandoengenaar is daarom een beelje berg
beklimmer. Weersta eens den „call of i.lie
mountains", als ge, na een week van hard
werken op een stralcnden Zondagoch' lid
vroeg uit de veeren en een beetje rillend in
uw pyama, de vulkanen ziet opdoemen uit
de ochtendnevelen en hot oerwoud cn de
berggeesten u lokken! Dan gaan we flink ge
schoeid. alleen in sporthemd en een korte
kniebroek, den helmhoed op het hoofd, ge
wapend met den punligen stok en den blau
wen zonnebril, de onmisbare Ihermosflescli
aan een riem of a3n den gordel, er op ui!,
het bergpad op hchler de laatste huizenrijen,
zonder gids, zonder kaart, met de zon als
kompas. Wapens hebben wij niet noodig, ge
kunt dus den vervaarlijken revolver, dien ge
met Hollandsche voorzichtigheid naar het
wilde land hebt meegenomen en mei duizend
listen langs de douane 1e Priok hebt gesmok
keld, gerust thuis laten, men loopt op geheel
Java overal even veilig als op de Veluwe of
in het Gculdal. Alleen een flink mes ncnvn
we mee, maar dat zal alleen zijn diensten,
maar dan ook zeer nuttige, moeten bewijzm
bij het stuk kappen van den jongen klapper
of het schillen van een mangistan of hel af
snijden van een Iros bananen.
Een uur van flink klimmen langs het niet
al te gemakkelijke berepad brengt ons op een
hoogle van 3500 k 4000 voet. Een prachtig
panorama doet ons dan telkens hel hoofd
omwenden en het uitblazen en ademschep
pen langer rekken dan eigenlijk noodig is.
De hoogvlakte van Bandoeng ligt diep bene
den ons. De huizen van de stad zijn door
den afstand poppenhuisjes geworden, de roo-
de daken schitteren in de zon. In een on ne-
telijken cirkel ligt het groote land van de
rijstvelden en aan alle kanten van den ge
zichteinder omsluiten de blauwgroene ber
gen. waartegen de ochtendnevelen iangzaam
optrekken, het panorama. Vóór ons ligt het
reusachtige massief van den Malabar, in
Holland alleen bekend als „het draadlouze
Indische station, maaT in werkelijkheid een
ontzaglijk gebergle, dal in een zijner talrijke
kloven het krachlstation voor aller oogen
verbergt. Rondom ons ligt het massief van
den vulkaan Tangboekan Prahoe, welks
flanken wij zöo straks tot halve hoogte zul
len bestijgen, tot waar de bergdessa Rem
bang cn het hotel van dien naam nu neg
achter bergkammen verborgen liggen; aan
onze linkerhand rijst de Boerangerang om
hoog, die zijn kantige spitse toppen in de ijle
azuren lucht ten hemel heft en in de verte
in oen wijden cirkel om de hoogvlakte aan
schouwen wij al die andere -toppen, waar
aan de inlandsche fantasie de bloemrijkste
namen heeft gegeven, bijna altijd ontstaan
uit. een dier lallooze legenden, die aan
dier Teuzen is verbonden. Bij helder zicht,
rechts van ons, heel wazig in de verte, de
drie kammen van den Gedeh.
Ontelbare bergpaden verlokken ons onder
weg naar allerlei richtingen. Elk pad leidt
tol nieuwe tochten, waarvan het einde niet
te schatten valt. Maar wij houden ons aan
het pad naar Lembang, en onderweg wor
den wij ingehaald en voorbijgcloopen door
talrijke inlandsche melkventers, die hun
lecgc flesschen terugbrengen naar de boer
derijen in het gebergle. Deze voorzien de
stad Bandoeng dagelijks van versche melk
van echle Hollandsche koeien, die in het
Indische laagland niet kunnen tieren, maar
die hier in het hooge bergland geïmpor
teerd hun melkgevenden plicht doen alsof
ze thuis waren. Wij kunnen niet nalaten
onze bewondering te uilen voor de sporlicve
prestaties dier inlandsche melkventers, die
omstreeks drie uur 'snaclVs uit het ge
bergle naar de vlakte dalen, een tocht van
een slordige drie uur, langs moeilijke padeu,
die in den regenlijd voor Europecsche voelen
althans onbegaanbaar zouden zijn, hun weg
verlichtend me! fakkels, om bij het aanbre
ken van den dag de Bandoengsche klanten
aan de deur van melk te voorzien om dan
zonder de noemenswaardige rust wederom
den Jocht naar boven, ongeveer vier uur
klimmen, welgemoed te aanvaarden Deze
mensehen doen dit dag in. dag uit, en hun
tempo is zooveel sneller dan het onze, dat
zij ons al spoedig ver achter zich laten! Op
deze wijze wordt Bandoeng voor een deel
althans ook van versche groenten uil de
bergen voorzien. In de jaren, die ik in Ban
doeng doorbracht was onze groentenventer
een oude heer, in niet veel meer gekleed
dan een lendedoek, die zijn eigen leeftijd
niet wist. maar dien ik voorzoover dat b'j
een inlander mogelijk is om te schatten, op
vijf en zestig minstens laxeerde. Hij maakte
nog eiken dag en nacht genoemden (ocht cn
huppelde als een kakkerlak legen de sl?Ü3
bergen op.
Maar, al is het dan ook in gematigder
tempo, wij moeten verder of liever hoogor!
Bij elke wending van het pad wacht ons een
nieuw en verrassend uitzicht, liet is niet
langer de vlakte van Bandoeng, die wij aan
onze voelen zien liggen wij zijn langzamer
hand geraakt in een doolhof van hellingen
en ravijnen, bedekt met oerwoud, waarin
hier en daar op een open gekapte pbk cn
onderneming verscholen ligt De zon is al
lengs feller begonnen te branden, de blauwe
bril' bewijst zijn diensten en ook de th-r-
mosHesch, en zelfs het luchtige sporthemd
zouden wij liefst van ons^af willen werpen.
Maar hoezeer ook de berm van het pad lol
even ruston noodt, men gaat in Indië nu een
maal niet zoo maar eens even in het .rras
zitten, zooals dal op een wandeling in Hol
land zoo verleidelijk en zelfs in sommige ge
meenten verboden is, tenminste wanneer de
andere kunnen er aan te pas komt! Zoo
kleinzielig is men in Indië nie!. maar ct zijn
andere redenen, waarom men hel daar met
of zonder andere kunne toch maar liever
niet doet. Da! zijn de spinnen, de bloedzui
gers, de schorpioenen, de slangen en de
mieren, vooral de mieren. Eon Indische mier
i3 niet van de spreekwoordelijke nieligc af-
melingen harer Hollandsche collega's ten
minste niet de boschmier. Dat is een kanj >r
van soms een paar cenlim.ters lengte, wbr
bezoek of visitatie men zooveel mogelijk
moet vermijden. Wij gaan dus niet zitten,
voordat wij een of anderen omgekaplen of
omgevallen hoorn nis zitplaats kunnen ge
bruiken of bier en daar in het gebergte een
ambulante warong, die er een bankje voor
zijn gasten op nahoudt, wordt aangetroffen.
Men vindt deze warongs tol zelfs op de een
zaamste 'plekken, onder een bamboe-
afdakje, cn altijd zitten er een paar inlan
ders uit te rusten cn een der talrijke ver
dachte siroopjes te niiltigcn In de buurt van
Lembang raken wij opeens lusschen de
theeslruiken van een verlaten tuin, maar
eenige minuten later zijn wij in de velden
van een in volle bedrijf zijnde onderneming.
Brcede wegen kruisen hier elkaar, groepen
lUeeplukslers ontmoeten we op onzen weg,'
bier cn daar in de verte zien wij een Euro
peaan galoppeercn op zijn ^aard, 'ecu as
sistent op zijn dagelijksche lournée, een a l-
minislraïeur, die zijn rijk inspecteert.
Een laatste eincjspurl 'langs een muilen
weg door de glqeterule.jjón brengt,0ns ten
slotte in het dorpje teïnbang. Tu'sscfbên 1e
inlandsche woningen -liggen hier en. daar
Europecsche optrekjes, .eigendom van Euro1-1
peanen aam htë$£fttin vac an tic
in eigen home komen doorbrengen. Ook
hier en daar een enkele villa van iemand,
die Lembang boven Nederland ot de Riviera
verkoos om er te leven en le sterven, 1ie
hoog boven in do Indische bergen zijn
levensavond wil slijten. Nu zijn wij op den
groolen weg gekomen, den broeden rij- on
auto-weg van Bandoeng naar Lembang. Hier
in de buurt van het hotel, bekend vacanlie-
oord, komen wij plotseling weer in een druk
verkeer van talrijke auto's, voetgangers en
rijtuigen van inlandsche makelij. Gezadelde
paarden met hun inlandsche drijvers slaan
in groepjes langs den weg. Lembang is hel
uitgangspunt voor toeristen om den Tang-
koelan Prahoe 1e bestijgen en eiken dag
vertrekken er expedities uit het hotel, le
paard meestal, voorzien van proviand cn
onder geleide van gidsen, om ettelijke dui
zenden voelen hooger de drie kraters tc be
zoeken.
Het hotel te Lembang is hel rendez-vous
van autorijdende Bandoengenaars, die eens
even een nóg kouder neus willen halen dan
Toenadering tnsschen Frankrijk
en Dnitschland Italië lokt
Engeland Het voortdurende
m ij d conflict Wankelende
dictatoren.
Sfcrescmann c-n Bri.md, beiden te Ge-
oève, beiden onder den invloed van de
bister-.-olie gebeurtenissen en dus, als ge
ploegde akkers braak liggend voor de ont
vangst van het zaad, rijp voor verzoenings
gezinde ideeën. Lebben elkaar gezocht en
gevonden in een genoeglijk tête k tête,
oir. 7.00 entre-nous eens alle kwesties te
bespreken, die te „overzien" waven. In
Genève zelf durfden de heeren het niet
aan, dc muren hebben daar ooien en zoo
weid een plaatsje uitgezocht in de Fran-
schë. Jura, Thoiry gchceten, dat onge
twijfeld bijkans niemand za lkcnnen. Daa?
werd de rust gevonden om vrij-uit te spie
ken en dit schijnt ook geschied te zijn
Beiden keerden vergenoegd terug, beiden
verklaarden zich zeer voldaan, maar
lieten verder niets los. Volgend bon-mot
doet dc ronde, waarvan met recht mag
geldensi non e -vcro etc.
Een -correspondent van de „Morning
Post" heeft het vernomen uit den mond
-n de vrouw van den v ar-ri uit het
hotelletje te Thoiry waai ;iriand eu
Strescmaim hebben gedejeuneerd.
Slreseraann wilde de rekening betalen.
„Neen, beslist niet," zei torn Brianü;
„den maaltijd en den wijn, die betaal
i k. U betaalt maar dc schadevergoedin
gen!"
Edoch, al hebben beiden dan angstvallig
gezwegen, toch kan met zekerheid wel iets
worden gemeld omtrent dit onderhoud, n h
dat Stresemirin heeft aangedrongen op
volledige ontruiming van liet bezette ge
bied. Duidelijk valt dit af te leiden uit
een speech van den Duitschen minister
voor de Duit-sohe koloniën, 'n spech trou
wens, die, blijkbaar met opzet, in menig
opzicht verkeerd is voorgesteld. Ongetwij
feld met de bedoeling, zoo dc atmosfeer
te vergiftigen. Te hopen ie, dat dit doel
niet wordt bereikt
Ongetwijfeld staat Duitscliland thans
6terk, wanneer het aandringt op een vol
ledige ontruiming van het bezette ge
bied, waarvoor het desnoods nog wel een
geldelijk offer wil brengen. Het kwijt zich
immers lofwaardig van zijn verplichtingen,
is lid van den Volkenbond, liet groote in
strument van den vrede. Waartoe dan nog
langer dat militair vertoon
Een tweede vraag is evenwel, of Frank
rijk reeds zoover is gevorderd dat dit mo
gelijk is. Dc publieke opinie kan niet ge
heel worden verwaarloosd. En vooral do
binnen!andsche politiek baart in Frankrijk
nog altijd veel zorg. Van een stabilisatie
van de franc is nog altijd geen spru»e,
zoodat vermoedelijk nieuwe maatregelen
niet kunner. uitblijven. Dat oefent geen
goeden invloed op'dc buitenl. politiek, te
.meer niet, waar D-uitecJiland bozig is zich
meer en meer op te heffen
In eigen land staat Stresemaon dan ook
veel sterker dan Br.iand in het> zijne. De
iDuitsche regeering hoeft Streseipsnn vol
ledig haar fiat gegeven pp zijivjia^deli en
wandel en hij is verzekerd van de goed
keuring van het overgroote deel van het
Duitsche volk, de scherpslijpers uiterst
- rechts en links uitgezonderd, die elkaar
weer eens vinden, zij het in negatieven zin.
Briand is zoowel door zijn collega's als
door do Franscdie pers maar zoo-zoo ont
vangen. Het laat zich zelfs aanzien, dat
Foincaré weer eens een Zondagsredevoe-
ring zal houden om een soort tegenwicht
te vormen.
Men zal daarom goed doen, al te hoogo
verwachtingen maar wat te temperen, al
valt niet te ontkennen, dat een toenade
ring tusscihen Frankrijk en Duitsehland in
het zicht is gekomen. Als een teer plantje
zal het streven daarnaar echter moeten
worden gekoesterd en opgekweekt.
Uit het Duitsch door ERNST KLEIN.
Geautoriseerde vertaling
van L. DITHMARINE
(Nadruk verboden.)
1)
I.
(Vut zegt Jean Jacques Rousseau?
,,Ja, ik begrijp, dat een mensch tot spelen
komt. Maar alleen dan. als hij lusschen zich
eri den dood niets meer ziet dan zijn laatste
goudstuk."
Goudstuk?
James Wood keerde glimlachend het
bankpapier van een pond, hetwelk dit laatste
goudstuk voorstelde, in zijn vingers om en
om. Vroeger was het ten minste een stuk
goud! Maar nu zoo'n vuil bevingerd stuk
papier? Dat was het laatste voor het groote
niets.. Wat duivel! Goud was roman
tisch! Hel glansde, schitterde, troostte. Het
stuk papier was nuchtere werkelijkheid.
Foëzieicos, onbarmhartig. Werkelijk een
troosteloos einde. Belachelijk bijna....
Builen in de Oesihaven flikkerden op de
visscherscfcepcii de lichten. Vanaf het fort
Kait-Bci dreunde het zeven-uur-schót.
Het was tijd toilet te maken.
Meer dan een half uur duurde dit ge
wichtige werk. Het laatste witte hemd. ...I
James Wood lachte. Misschien zou het zijn
'doodshemd worden. Daarbij zouden de
zvrarl-beeiien knoopjes passen, die hij in de
borst stak. Twee zwarte vlekken op het
'smctleiofcze. wit, p
Engeland houdt zich geheel afzijdig, kijkt
toe. Officieel toont" het zich geheel gerust.
Of het dat in werkelijkheid ook heelemaai
ia Het laat zich aanzien, dat. Italië van
den gang van zaken profijt wil trekken
door met Engeland aan te pappen. De an-
tagonie tusschcn Italië en Frankrija. jh
gloeiende en waar de beide grootste tegen,
standers uit den wereldkrijg elkaar nade
ren, waarom zouden Engeland en Italië
dan - hetzelfde niet doen, zoo tevens een
tegenwicht vormende Roe Engeland op
dit Italiaansche streven zal reageeren, is
nog onbekend. Wel zal Chamberlain zoo
goed als zeker een ontmoeting hebben met
cl ducc, doch dat zegt nog niets.
Engeland heeft in eigen land cn domi
nions overigens nog genoog te stellen, zoo
dat de aandacht van het buitenl. bedrijf
wordt afgeleid. In de eeisto plaats is dan»
altijd nog de staking, die maar voortduurt.
Een oogenblik is men optimistisch ge
stemd geweest in deze materie, doch spoe
dig verdween de gekoesterde hoop op een
spoedig einde van het conflict De kwes
tie schijnt hopeloos vastgcloopcn en de
kans op een strijd to the bitter end is
maar al te groot. De mijnwerkers hebben
een nieuw aanbod gedaan, acccpteerend
een loonsverlaging van 10 pCfc., globaal
gesproken, vasthoudend aan 7-urigen werk
dag en nationale regeling, zij het vastge
koppeld aan districtsregelingen. Was dit
bod direct gedaan, dan had het wellicht
effect gesorteerd, nu hebben tie mijneige
naren het afgewezen, vertrouwend de sta
king langzaam maai' zclcer te breken.
Komen er niet steeds meer werkwilligen 1
Dat zoo een werkelijke vrede nooit be
reikt wordt, hebben wij reeds eerder uit
eengezet. De rogeering zit iusschen beide
partijen in 't gedrang en laat telkens eeni-
ge veren!
Wat de dominions betreft, daar blijft do
los-van-'t-moederland-beweging veld win
nen. De a s. rijksco.nfercntie zal daarom
trent wel wat naders brengen. Aange-
naam is de positie der Engelsche regee
ring ook in dit vraagstuk niet.
Evenmin als (lie de*- dictaturen in Span
je en Griekenland. Het kon met beide
zelfs wel eens spoedig mis gaan.
In Spanje schijnt alles, wat anti-dicta^
tuur is, zich langzamerhand te vereenigen
en daar Primo de Rivera's aanhang ge
vaarlijk slinkt wat b.v. te zeggen van
het jongste zoogenaamde plebisciet dat,
goed beschouwd, een volslagen failure was
zoo geen bespotting! en ook het leger-
gedeelte, dab totdusver den dictator trouw
bleef, onbetrouwbaar wordt, schijnt daar
een plotselinge wijziging niet onmogelijk.
Koning Alfonso komt met dit al Ieclijk mee
in-het gedrang.
In Griekenland heeft Kondilis aangekon.
digd, dat hij bereid is heen te gaan na
de verkiezingen. Als het ernst is, zeggen
zijn tegenstandei's, waarom dan niet di
rect? Intusschen schijnen dc royalisten
gebruik te maken van de verdeeldheid
der republikeinen. De ex-koning is reeds te
Boekarest aangekomen om daar een tijdje
te logeereu. Of om vlak bij tc zijn, zoo
zijn komst gcweiipcht is
ÏUe call ol the mountains.
De bergen in! De melk
venters eu wal rij presteeren.
Tnsschen bergen en ravij-
nen. Lembang. In Mor
pheas' armen.
Maar liu wij op onze reis door Java in
deze aantrekkelijke Preanger-hoofdslad zijn
aangeland, is dat niet om ons als ijdele toe
risten !e slorlen in den maalstroom van
mondaine geneugten, die hier in zoo ruirne
male te genieten vallen. Wij zullen de hoog
geroemde en op haar lijd verleidelijke be
schaving nu eens voor een poos vaarwel
zeggen om wal meer le leeren kennen en le
zien van dil verrukkelijke bergland, een der
James Wood had weer een sentimenteel»
opwelling. Beencn knoopenl De parelen, de
manchotknoopen mei de briljanten.
Waar waren die allemaal? Zijn platina-
liorloge de dasspeld de ringen
Alles reeds len gelde gemaakll
En nu dat vuile bevingerde bankbiljet.
Met zorg strikte hij de kleine zwarte das
voor den spiegel. James Wood knikte zijn
spiegelbeeld voldaan toe't Zou eigenlijk
jammer van mij zijn....
Maar een pondl Hij nam de browning
uil den koffer en onderzocht hem.
Een pond en dan nog zes kogels.
Gelalen zette hij zijn stroohoed op; hing
zijn overjas over den arm en verliet de
kamer. „Ich bin der Graf von Luxemburg",
floot hij zachtjes.
Trotsch schreed hij door de Hall langs het
in licht stralende restaurant. welk9 deuren
wijd geopend waren. Het diner had geen
haast. Mogelijk bewees de banknoot een
redder in den nood te zijn. Ha dan kon
bij zich iets geweldigs veroorloven. Of....
dan had hij nog juist genoeg zilver en
nikkelgeld in den zak voor een afscheids-
cocktail.
..Waar kan men zich amuseeren?," vroeg
hij den portier.
Deze zag hem over zijn bril aan.
„Spelen?"
„Zoo iels dergelijks."
De portier begon zich zichtbaar te inte
resseeren.
„Dan weet ik iels buitengewoons. Maison
Astarle, in de rue Chérif-Pascha. Eerste klasl
Zal ik u een gids meegeven?"
Gids? Een bijna onmogelijk financieel
bezwaar.
„Niet noodig. Ik zal het wel alleen vin
den," ----- -
..Goed, mijnheer. Het is No. 2G. Vlak naast
het International Agency."
„Mooi. Ik zal het wei vinden. Merci"
Buiten de deur stormden de gidsen op
James Wood af, met uitroepen als:
„Echle Arabische dansen! Geen bedrie
gerij!"
James Wood duwde de smerige, schreeu
wende, gcsliculeerende kerels op zij. Een
van hen liet zich niet afwijzen. Hij was een
lange, schrale man met een door een oog
ziekte ontstoken oog.
„Ik heet Hassan! Ik eerlijk man!" lokte
hij. „Ik breng Mylord in het mooiste huis
van Alexandriê, Maison Astarte. Khedive
zelf altijd daarheen. Ik heelen Hassan.I"
„Maak dat je wegkomtl"
„Ik heeten Hassan! Ik weet de favoriete
van den broeder van Khedive
„Maak dat je wegkomt of!"
„Ik geen bedrieger ik eerlijk'
man
„Scheer je weg!"
Daar dook de donkere gestalte van den
reusachtige Sundanees in potitie-uniform op.
Met een scherpe blik zag het oog van de
wet Hassan aan den eerlijkenAls
een windhoos verdween deze. James Wood
sloeg de straal .Chérif-Pascha in. Nummer
2G was een van die moderne huizen van
Alexandriê, die met recht de verongelukte
kruising van Oostersche en Westersche
smakeloosheid voorstellen, half Moorsch,
half Rokoko.
Het uiterlijk van het huis liel den man
met den laatsten banknoot geheel onver
schillig. In dergelijken toesland let men nief
op gevels. Hij beide.
Een fraai gegalloneerde neger deed open.
Hij maakte een defjige buiging en liet den
gast binnen, ■- -
Deze zede groole oogen op. Sprookjes
achtige luxe, en pracht. Het Casino in Monte
Carlo leek armzalig tegenover dit trappen
huis met rose, marmeren treden, vergulde
balustraden, prachlige kleedcn. Het geheel
had iels barbaarscb. Oosterse!» maar, als
geheel, loch overweldigend.
Drommels, wat moest die bende hier ver-
dienenl
James Wood knikle den ebbenhouten por-
tier eenigszins vertrouwelijk toe en bogon de
trap te beklimmen.
„Neemt u mij niet kwalijk," zeide de neger
in opvallend goed Engelsch. „U moet een
enlréekaart nemen."
„Natuurlijk."
Én James Wood greep in zijn broekzak
waarin een paar piasier een. twee, drie
schellingen om een armzalig beslaan stre
den.
De neger snelde naar zijn lessenaar, nam
een ivoorkleurig kaarlje, greep een penhou
der en vroeg:
„Uw naam als 'l-u belieft? We zijn hier
aan cenige bepalingen gebonden." -
„James Wood."
Met groole, schoongevormde tellers werd
de naam geschreven. De zwarle was bijna
een wereldwonder. Trotsch over zijn eigen
preslalie bood hij James Wood de kaart aan.
„Wat moet ik betalen?" vroeg hij en rin-
kelde met het zilver.
„Eén pond. Zonder fooi," '1
„Eén pond!"
Het scheelde weinig of James Wood was
in lachen uilgebarslen. De neger dacht dat
hij zich over hem amuseerde.
„Oh, ik schrijf heel goed. Ik Ben geen
domme neger, mijnheer, want ik heb de
school in Zanzibar afgeloopen."
„Ik lach niet over jou, zwarte schrift-.
hun eigen bevoorrechle slad reeds vermag
(e schenken. Een talrijk publick, zil op liet.
groole koele terras le genielen van de Lcm-
bangschc lekkernij par excellence, aard
beien met slagroom, echte Hollandsche
aardbeien, die hier op 4000 voet hoogte
groeien, al zijn ze dan ook niet zoo dik en
geurig als in het moederland. Niemand
neemt aansloot aan den slerk naar ver
schooning hakenden (oesland onzer klcedij
en uiterlijk, en nadat wij wegens onze»
meer dan vochtigen locsland een windvrij
plekje hebben opgezocht, doen ook wij ons
(egoed aan aardbeien, slagroom en ijskoud.-n
whiskey-soda Voor een daalder vinden wij
vervolgens een der talrijke losse taxi's be
reid om ons in snelle vaart naar Bandoc-ng
terug te brengen, waar wij nog juisl bijtijds
aangekomen om. na '11 heerlijk verfrisschend
bad, in een snrelleloos en slijl gesleven wit
pak aan te vitten aan de rijsttafel in het
hotel. Na zulk een tochl heeft men een !n-
dischen cellusl, die voor een Hollandsrhtn
dilo geenszins behoeft onder le doen. Maar
na afloop, mei een paar duizend voel klim
men onder de tropenzon in de boenen en een
rijsttafel mct'veei koud bier in de maag kan
niels Ier wereld ons merr afhouden van de
verlokkende klamboe, waaronder wij al
spoedig voor de r"sl van den middag in d'n
dirpslen aller slapen verzinken.
Dit is, geachle lezer, de korle schels van
een niet al le zwaren tocht, zooals wij ef
met uw goedvinden nog vele van uil hol
sohoone Bandoeng zullen ondernemen, dn-li
die wij niel meer alle in deze kronieken zui
len beschrijven. Ons wacht (ol leboekstel-
ling groolcr toerisme. Een volgende brief zal
ons verplaatsen naar het hart van Preanger,
Garoet, en naar een diep uitgezochte bug-
oorden, waar de uitgepulle Indischman zich
in een nardsch paradijs waant, Tjiscroep.in,
het lusloord op 4200 voet hoogle aan den
voel van den. Papandajan, een van Java's
werkende vulkanen. D. B.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Verbroken levensvreugde.
Jarenlang leelden ze gelukkig mei
elkaar in echtelijke trouw. Ze hadden een
tricolagefabriek, waarin zij even hard
werkte als hij. De geldelijke zorgen waren
dus niet groot. Zwaarder was hun zorg voor
de kinderen, hun beider vreugde.
Maar plotseling onldekle zij, door een
vreeselijk toeval, dat de man dien ze ver
trouwde. en waar ze gelukkig mee was, at
gedurende jaren met een andere vrouw een
intieme verhouding had.
Toen ze hoorde, dal de vrouw, die gehol
pen had haar te bedriegen, iemand was, die
als een trouwe vriendin haar bij ziekten cn
moeilijkheden bad bijgestaan, was de vriend
schap voor haar iri haat veranderd.
Ze haatte de vrouw G. W., die huisvrouw
was van N. J. II. Toen ze haar op zekeren
dag tegenkwam, had ze, zichzelf niet meer
meester, haar uitgescholden.
En.de vrouw diende een klachi in.
Als gelurge verscheen ze voor den politie»
ï&htëh
„Tkfibp den zesden Ax>ril in de Breestraat
in" Widen', met mijn twee kinderen en nog
'IrttömfKDe dame stond ineens voer me
en voegde me betecdigende woorden toe,
o.m. „Dweil, moet je niet naar je kindereu
toe?"
Ik heb wel met haar man iets gehad,
maar ik heb een brief om vergeving aan
haar geschreven en mijn man heeft het ook
bijgelegd.Ik wil niet, dal ze straf krijgt,
maar met liet schelden moet ze ophouden.
De raadsvrouw van verdachte, nar Anny
Labohm vroeg aan getuige of ze de brieven
herkende, die zo overlegde, waarin o.m. ge
zinspeeld werd op een verhouding lusschen
getuige en verdachte's man.
,,0 ja, zei getuige. Maar het is al twee
jaar geleden. In Januari 1925 is het opgehou
den. Ik heb dat met mijn man vereffend...
Ik weet natuurlijk niet of mevrouw dat mef
haar man ook gedaan heeft. Mijn man
scheldt toch ook niet tegen haar man? Dus
hoeft ze mij ook niel uil le schelden."
Een geluige a décharge kwam verlellen,
dat verdachte veel verdriet had gehad, over
heigeen getuigt G. W. haar had aangedaan.
Langen tijd was ze ziek geweest. En als za
geleerde, maar over mezelf. Want kijk eens,
als ik jou dal pond betaal, blijft er niels
over 0111 te spelen. Ik heb alleen nog di! éfne
pond, waarmee ik daarboven een kapilaat
winnen wil begrijp je?"
De neger zag hem wantrouwend aan De
man tegenover hem was (och zonder twijfdl
een „genlleman." Hij had cenige menschen-
kennis. Wilde die hem voor den gek hou
den? Hij kwam van achter zijn lessenaar te
voorschijn en keek dreigend naar don vrien-
delijk-gtimla'chenden man voor hem. IIij
was een prachtexemplaar uit den Sudan,
zes en een halve voel boog. en schouders die
zoo breed waren, dal zij de geheele Halt
schenen le vullen. Hoogstwaarschijnlijk was
hij niet alleen daarvoor aangesteld om do
mcnschen binnen te laten, maar ook, om, in
geval van nood, ze zoo noodig snel ie hel
pen verwijderen.
„Als u niet kunt behalen, moei ik u ver
zoeken hel huis le verlaten."
„Daar denk ik niet aan," ze de Jamcfl
Wood glimlachend.
De neger zag echler in de situatie a-ot-
strekt niels belachelijks. Ilij legde de breede
handpalm op de klink van de deur cn
maakte met de andere een niet onduidelijke
beweging alsof hij James Wood verzocht
naar builen (e gaan. Zonder twijfel was de
neger een welopgevoede man, die zicK
moeite gaf, zijn goede vormen tegenover
dezen gast niet te vergelen.
„Hoe heet je, vriend?" vroeg James Wood.
De neger was zoo verbluft dal hij gehoor- -
zaam anlwoordde
„Ibrahim ibn Abdullahl'' y
jQSortfl vervolnij)-^