De Spoorwegramp nabij de Vink, No. 20397. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 10 September Tweede Blad Anno 1926. Drie dooden - Vijf ernstig* gevonden - Het verkeer totaal g-estremd - De oorzaak onbekend Zooals wij gisteren nog met een enkel woord in ons Blad en eenigszins uitvoeriger op diverse plaatsen in de stad per bulletin konden mededeelen, heeft gistermiddag even voor drieën op de lijn Den HaagLei den nabij de halte de Vink vlak achter het landgoed Ter Wadding een ernstig spoor wegongeluk plaats gehad; een ramp, zooals gelukkig slechts zelden in ons land voor komt en waarbij verscheidene menschen- levens le betreuren zijn. Omtrent de oorzaak van de ramp is op bet oogenblik, waarop wij dit schrijven, nog niels met zekerheid bekend, zoodat wij al leen in staat zijn een beschrijving le geven van den toestand zooals wij dien ongeveer 10 minuten nadat het ongeluk had plaats gehad, hij onze aankomst op de plek des ■jnheils aantroffen. De sneltrein 218, welke om 2 u. 18 uit Den Haag was vertrokken, ontspoorde zoo als gezegd eenige honderden meters voor de Nalte De Vink, juist dür waar werklieden bezig waren de spoorbaan te verzwaren. Hoewel omtrent de oorzaak nog niets met zekerheid valt te zeggen, schijnt de locomo tief op een of andeTe wijze onder de rail geraakt te zijn, waardoor de ijzeren staaf als een stroohalm omboog en de loco motief met tender en postwagen kantelde en op het linkerspoor naar Den Haag te rechtkwamen. De zware dwarsliggen! wer den totaal losgerukt en als lucifers op een hoop bij elkaar geschoven. Het is als een gelukkige omstandigheid aan te merken, dat achter den postwagen een D-wagen (bagagewagen) in den trein meereed, want het is dit rijtuig en het daar- adhter gekoppelde A-B-rijtuig (1ste en 2de ter gekoppelde A-B-rijtuig (1ste en 2de klasse), die ter rechterzijde van den dijk liepen en, gedeeltelijk verplellerd. met den kop in de langs de spoorbaan loopende sloot, terechtkwam. Van het daarop volgen de C-comparliment (3de klasse) werd alleen de voorste coupé in elkaar gedrukt. Het verdere gedeelte van den trein bleet .op'den spoordijk staan en bekwam zeer weinig schade. Op de locomotief bevonden zich de op- zichter-mf**iinist L. van Rhoon uit Amster dam, de machinist H. Muller uit Amer3- ,ort en de leerling-machinist K. van Etti- iven uit Amersfoort. Met groole tegenwoordigheid van geest wist de machinist Muller direct na du ataslrophe de vuren te dooven om vervol- •ns de sloom te laten ontsnappen. Echter was door den schok ook de stoomfluit atge- tnapt, waardoor de heete sloom ook naar 'jennen, waar het personeel was, zich een uitweg zocht. De machinist Muller was de eerste, die zich uit den chaos wist los te werken en Se machine door de naar bovengekeerde zij- opening kon verlaten. Ook de leerling-machinist van Eltikoven slaagde er in zich te bevrijden, doch be kwam over het geheete lichaam ernstige brandwonden, die voor hel behoud van zijn c-ven het ergste doen vreezen. De opzichter-machinist van Rhoon kwam evenwel jammerlijk om het leven; het geheel erkoolde lijk werd later uitgezaagd. Van hoon was 41 jaar, gehuwd en vader van livee kinderen. De bagagewagen bood een wanhopigen aanblik. De voorwand was geheel verdwe nen, terwijl de helft van de daarin aanwe zige koffers er uil geslingerd werd; fietsen werden als kinderspeelgoed in elkaar ge drukt, terwijl andere in het geheel niet be schadigd werden. In den tweeden wagen laat de ellende zich niet beschrijven, hierin was het dan ook vrijwel uitsluitend, dat de slachtoffers van de ramp waren gezeten. Dn als een wreede speling van liet noodlot lag opengeslagen in een der coupé's 2de klasse het tijdschrift ..De Lach". O bittere ironie. Een passagier vertelde ons, -hoe hij vlak na het déraillement uit de coupé in het achtergedeelte van den trein, waarin hij zat was gesprongen en een aantal personen, die door den schok uit den trefn waren ge slingerd, in hel water zag spartelen. Zóó sterk was de schok, waardoor de trein tdt stilstand kwam, dal de menschen in de cou pé's door elkaar werden geworpen en de kotters uit de bagagenetten tuimelden. De hoofdconducteur wees ons op een kleine opening, hoog in den bagagewagen, waar eens een ruitje liad gezeten en ver klaarde ons. Zie mijnheer, daar zal ik en ik heb niets gekregen". j Spoedig na licl ongeluk arriveerde de zoo zeer benoodigde geneeskundige hulp. De Eerste Hulpdienst uit Leiden behoorde mei dr. van der Stoei uit Voorscholen lol de eer sten, die op de onheilspiek arriveerden en kort daarna verschenen ook de directeur van den Gem. Geneeskundigen Dienst uit Lei den, dr. Horst en de Roode Kruistrein met de spoonregbrigade van het Academisch Ziekenhuis onder leiding van dr. Suer- toondt Het tweede slachtoffer, waarvan men met kekerheid de identiteit kon vaststellen, was ,de heer Lobo uit Amsterdam. Ook zijn echt- kenoote, de bekende actrice mevrouw Grc- »ha Lobo-Braakensiek, blies zonder tot be wustzijn te zijn gekomen, den laatsten adem V'k De beide becnen waren haar finaal af- kekueld. De zwaargewonden, die allen in hel -rijtuig waren gezeten, waren de heer ,b tiageman, het verdienstelijk Litteris Sa- frum-lid en mej. van Schaik, beiden al- ver, mevrouw L. Eichslrien uit Berlijn, de -^r L J, Metz uit Amsterdam en de leer ling-machinist K. van Ettikoven uit Amers-, loort. Niet-ernstig verwond werden de 4-ja- rige Ohristine Barthen, alhier, mevrouw Van" Raalt-Ommering uit Vlaardingen, de heer A de Vries uit Amsterdam, de wed. Sehweiger-Harms uit Amsterdam en mej. Bont uit Leiden. In aanmerking genomen den ontzetten- den chaos moet het werkelijk verwonde ring wekken, dat nog niet meerdere slacht offers te betreuren zijn. Onze pen weigert alle tooneelen te beschrijven, die zich aan ons oog voordeden. Het geheel was té lu guber, dan dal wij er op deze plaats gewag van zouden willen maken. Door de overige passagiers werd overal, voorzoover dit althans in hun vermogen lag, de behulpzame hand geboden, van een paniek was dan ook geen oogenblik sprake. Onmiddellijk nadat de dooden en ge wonden geborgen waren, werd onder leiding van ir. Arnold chef van tractie in de in spectie 'Amsterdam een aanvang gemaakt met het opruimingswerk. Daarbij waren aanwezig ir. Claringbout, inspecteur van de lijn in de sectie Amsterdam die den dag te voren juist als leider was opgetreden van een Roode Kruis-brigade, welke assistentie verleende hij een gefingeerde spoorweg ramp, ir. Wouters, inspecteur in de sectie Rotterdam, ir. Koudeis en ir. Posthumus Meyer uit Amsterdam en ir. Kok, adj. in specteur te Rotterdam. Terloops werd door ons vermeld, dat ook de spoorlijn van Leiden naar Den llaag ge heel versperd vras, zoodat het verkeer Am sterdamRotterdam vice-versa over Utrecht werd geleid. Het vervoer LeidenDen Haag had plaats over de trambaan der N. Z. H. T. M., op welk traject de spoorwegabonne menten geldig waren en extra-trams werden ingelegd. Het treinverkeer was natuurlijk danig in de war. In de richtnig Amsterdam kwamen verscheidene treinen te vervallen, terwijl uit de richting Utrecht de treinen met vertraging binnenkwamen. De trein AmsterdamParijs, welke korten tijd Da het ongeluk op de noodlottige plaats arriveerde, keerde na ongeveer een uur ge wacht te hebben naar Leiden terug met medeneming van een aantal gewonden, die naar het Acad. Ziekenhuis werden overge bracht. Gisteravond laat was de Leidsche stations chei, de heer van der Born, nog niet in staat ons iets omtrent de oorzaak mede te deelen. Men hoopte evenwel in den afgetoopen nacht zóóver met het opruimingswerk te vor deren, dal het verkeer Den HaagLeiden over één lijn zou kunnen wofden hervat. In ieder geval zou H. M. de Koningin, die voor nemens was zich morgenochtend per trein van Den Haag naar IJmuiden ie begeven, de reis van Den Haag naar de Sleutelstad per auto ondernemen, om den tocht met den trein, welke om 8 u. 2 m. uit Leiden ver trekt, te vervolgen. Voor Haar vertrek uit Leiden heeft H. M. met belangstelling naar den toestand der slachtoffers doen informeeren. Begrijpelijkerwijze was de belangstelling vanuit Leiden gisterenmiddag en gedurende den geheelen avond enorm. Kort nadat de treurige mare bekend was, spoedden zich de wandelaars, iietsers en automobilisten in eindelooze rij naar het terrein; waar de Leidsche en Voorschoten- sche politie, bijgestaan door de Marine Kustwacht en een aantal veld-artilleristen. er voor zorgden, dat de nieuwsgierigen op een eerbiedigen afstand werden gehouden. En gedurende den geheelpn avond zag men overal in de stad groepjes menschen bijeen staan, waarbij steeds de treinramp het on derwerp van het gesprek uitmaakte. De meeste drukte heerschte begrijpe lijkerwijze in de nabijheid van het Acade misch Ziekenhuis, waarheen de dooden en gewonden werden overgebracht. Hier waren het de C. J. M. V.-padvinders, die de ang- stig-vragende menigte op een afstand hiel den en zorgden, dat de auto's met gewon den ongehinderd konden passeeren. Wat overigens te zeggen van een boer, die tegen een „vergoeding" van 15 cents het publiek in staat stelde de ramp van betrek kelijk korten afstand te aanschouwen? Het gruwt ons daarover nog één woord te schrij ven. Volkomen kunnen wij ons indenken, dat het voor den betrokken eigenaar minder aan genaam was, dat zoovelen zich over zijn land naar de onheilspiek begaven, doch wanneer die mijnheer daarvan financieel na deel ige gevolgen zou ondervinden, ware het voor hem een kleine- moeite geweest zich tot een der meerdere aanwezige polilie-auto- riteiten te wenden met het verzoek den toe gang te willen doen afzeilen. Wij kunnen niet aannemen, dat assistentie geweigerd zou zijn. Door do justitie werd onmiddellijk een onderzoek naar de oorzaak van de cata strophe ingesteld, tot welk doel van het par ket uit Den Haag reeds gisteravond de hee- rtn mr. Poolman en mr. Engers aanwezig waren. r Omstreeks C uur circelde een vliegmachine goruimen tijd boven de rampplaats. De pers werd op last van de justitie niet meer toegelaten Waarschijnlijk is de Jumbo-locomotief 3719 uit de rails gesprongen en tegen de andere rail aangekomen. Aan de biels was te zien dat de wielen er over gereden had den. Een landbouwer, die, in het land zijnde, het ongeluk zag gebeuren, dacht met een aardbeving te doen te hebben ,zoo geweldig was de schok, Poststukken vanuil de richting Den Haag werden niet bezorgd. De postbestelling was ook in de war. Door de politie uit Leiden werd het ver keer nabij de Vink geregeld. Tenslotte willen wij hier laten volgen, hetgeen ons dr. II. Rümke, uit Den Haag, die in dezelfde coupé, waarin ook het echt paar Lobo was gezeten, meereisde. In deze coupé, de tweede van den personentrein, zaten vijf passagiers. Dat de heer en me vrouw Lobo gedood werden en de overige passagiers in het geheel geen letsel bekwa men, moet worden toegeschreven aan het feit, dat het artistenpaar aan den kant zat, waarvan de achterwand staande bleef, zoo dat zij lusschen het hout bekneld raakten. Dr. Rümke en een andere heer werden van achter uit de coupé naar voren geslin gerd en kwamen door de opening, waar eens de voorwand zat, in de moddersloot terecht. Beiden kropen tegelijk uit het on- frissche bad; hun ongelukkige medepassa giers werden beiden in stervenden toestand op kussens aan den walkant gelegd. Toen tien door een R.-K. geestelijke ge vraagd werd of zij de absolutie wilden ont vangen, werd geen antwoord meer vér- kregen. Zonder tot bewustzijn te zijn terug gekeerd, zijn beiden ter plaatse overleden. De meeste gewonden bekwamen been fracturen; het duurde echter slechts heel kort, dat de gewonden zonder voldoenden geneeskundigen bijstand bleven, daar al spoedig van verschillende kanten hulp op daagde. Onze zegsman, dr. Rümke, is onmiddel lijk naar de slachtoffers toegegaan en heeft hen de pols gevoeld, doch veel kon hij ook niet uitrichten, daar het noodige materiaal hem ontbrak. Toen er assistentie kwam, zoo zeide dr. R. ben ik zoo gauw mogelijk weggegaan. Ik was zelf te veel geschokt, dat voelt u. De treinconlroleur Pabst uil Den Haag, vertelde ons, dat hij onmiddellijk na de ramp maatregelen heeft getroffen, dat de Parijsche trein, welke even later de nood lottige plek moest passeeren, tijdig tot stil stand kon worden gebracht. De Minister van Waterstaat, de heer Van der Vegle heeft zich hedenochtend, vergezeld van den hoofdinspecteur-geiTeraal der Spoor- en Tramwegen, den heer ir. van der Vegt-naar het terrein van de spoorweg ramp begeven teneinde zich ter plaatse een indruk te vormen van het voorgevallene. Toen wij hedenmiddag omstreeks 12 uur aan het station alhier naar den stand van het opruimingswerk informeerden, deelde men ons mede, dat men er nog niet in ge staagd was ook maar één lijn vrij le maken. Waarschijnlijk zou eerst laat op den dag het verkeer naar Den Haag hervat kunnen worden. De reeks onbeschadigde wagens benevens liet C-rijluig, waarvan de eerste coupé werd ingedrukt, zijn thans weggehaald. De bagagewagen en het verongelukte per sonenrijtuig zijn in stukken gezaagd, doch kunnen niet verwijderd worden, voorat ©er ook de postwagen, welke dwars op de lijn naar Rotterdam ligt, opgeruimd is. Van de locomotief zijn le over genoemde lijn uitstekende deelen gedemonteerd. Hedenmiddag hoopte men ook den post wagen te kunnen verwijderen, zoodat dan de lijn weer vrij zat zijn. Het passagiers- en goederenvervoer wordt dus nog steeds omgeleid over Woerden Gouda, waarbij de gewone dienstregeling van kracht is. Het echtpaar LoboBraakensiek. Het echtpaar LoboBiaakentiek. f Wel plotseling zijn deze beide kunstenaars ons ontvallen! In hen verliest de tooneel- wereld een tweetal bekwauie vertegenwoor digers, die menig moment van genot en schoonheid hebben verschaft. Lobo was wat meer teruggetrokken, doch Greetjc zooals zells een groot deel van het publick mevr. Lobo placht te noemen, stond vooraan in en bij alles wat op het loonecl betrekking heeft. Het groote publiek kende haar daarom meer en beter dan haar echt genoot. De aankondiging, dat Greta Lobo Braakensiek zou meespelen was altijd een attractie. Piltig en vol charme was steeds haar spel en groole verwachtingen werden nog omtrent haar gekoesterd als tragedienne. Zooals gezegd meer teruggetrokken was de heer Jessurun Lobo, maar ook zijn spel had zeer goede kwaliteiten. Serieus en vol ijver waren beiden. Zij hadden hart voor hel looneel, dat hen zeer na lag. 't Was voor hen meer dan een „broodwinning". Zij zullen nog lang in de herinnering blij- Zecr jong kwam Greta Braakensiek, af komstig Uit een arlislenfamitie, reeds op do planken. Zij debuteerde in den aanvalligen leeftijd van4 jaar. 't Was natuurlijk wel heel bescheiden maar 't was toch een begin; een paar woorden in Frou-Froul Zij bleef kinderrollen spelen, cufmineerend in „De Kleine Lord". De school der praclijk heeft haar gevormd. Na rondzwervingen bij allerlei gezelschap pen, waar allerlei draken werden gespeeld, kwam zij in 1898 bij ,,'t Nederlandsch". Aanvankelijk bleef zij nog ietwat op den achtergrond, maar toen zij de hoofdrol in „Aties huwelijk" van mevr. SimonsMees had vertolkt zulks op aandrang der schrijfster, die aanvoelde over' welke ge- voels-accenten „Greelje" beschikte was zij op 't eerste plan. Het is niet doenlijk op te noemen alle rollen, door haar tot leven gebracht. Stippen wij van de stukken slechts aan: Nora, de Wilde Eend. Freuleken, Ge kocht en Betaald en dan haar latere glans rol in Pygmalion met de beroemd geworden woorden „ben je belDan haar jubi leum in De Opgaande Zon. In 1915 verhuisde ze naar Verkade in Den Haag. Kort maar. Weldra was ze terug in Amsterdam, waar ze zich meer thuis voelde. Zij zwierf daar langs verschillende gezel schappen tot zij mede hielp oprichten „Co- moedia", dat ook Leiden eenige maten aan deed. Denke men b.v. aan de „Herbergier ster". De laatste jaren waren niet haar geluk kigste. Veel had zij met ziekte te kampen, zoodat zij slechts eenige gastrollen vervul len kon. Een paar jaar geleden meenden beiden dal het maar beter was dat ze hun huwelijk ontbonden. Maar toen de band verbroken was, voelden ze al spoedig dat zo toch bij elkaar hoorden. Woensdag den dag vóór het ongeluk, den verjaardag van hun 16-jarigen loon Ben. waren zij in Amsterdam opnieuw getrouwd. Behalve Ben, had mevrouw Lobo nog een zoon van 22 jaar uit haar huwelijk met den heer Richard. De beide Lobo's kwamen uit Den Haag van een repetitie in het Trianon Theater. Daar zouden ze 15 September Kruis ot Munt gaan spelen. Met haar echtgenoot zou zij dit winter juist weer deel uitmaken van Tartaud's nieuwe gezelschap in Rotterdam, Het heeft niet zoo mogen zijn. 46 jaar oud is zij weggerukt. i I Daarna hebben wij ons in verbinding gesteld met het Academisch Ziekenhuis, waar men ons omtrent de aldaar verpleegde gewonden als volgt rapporteerde: Van Ettikoven: toestand zorgelijk, Bij kennis; de heer de Vries: goed, btj kennis; de heer J. J. Metz; iels beter dan gisteren, doch zorgelijkde beer B. Hageman: iets beter; mevr. Eichstrien, zorgelijk; mevr, van Raait, iets betermej. van Schaik, naar omstandigheden redelijk wel. Behalve de Beide laatstgenoemden, 'die rustig sliepen, hadden «We patiënten een onrustige nacht, ■- -■- - -f Jasper in Eva Bonheur, de aartsbisschop in St Joan. Ook als regisseur had de overledene ver diensten en eveneens als vertaler van too- neelwerken. Hij was 3 jaar jonger dan zijn eohtge- noole. D. Jessurun Lobo heeft eerst de ToOneel- schoof bezocht na een goede schoolopleiding. In 1905 het eind-diploma behalend, kwam hij direct aan Het Nederlandsch. Meestal gaf men hem kleinere rollen, een enkele maal een groote, als b.v. Willem van den Bank in De Veroveraar. In 1911 ging hij naar Royaards om na 3 jaar terug te keeren bij zijn eerste liefde. Lang bleef hij niet Verkade haalde hem naar den Haag; ln 1918 bracht Heijermans hem naar Amsterdam terug, waar hij in IJsbrand een mooi 6Ucces boekte. Soberheid was zijn grootste kracht Van zijn rollen willen we nog noemen We laten hier een lijstje volgen van d» voornaamste spoorwegongelukken, die in de laatste 44 jaren in ons land gebeurden, zoo ais de „Tel." die geeft. Vogelensan g, 11 Aug. 1882. Twee treinen liepen, ten gevolge van het niet in acht nemen dor seinen, op elkaar, Dooden: 2; gewonden; 7. Ruinerwol d, 2 Jan. 1888. Een trein uit Meppel en een trein uit Groningen liepen op elkaar. Dooden: 3; gewonden: 7, De malerieele schade was belangrijk. O v e r v e e n—Z andvoort, 10 Aug. 1890. Door te sterk remmen ontspoorde een trein. Dooden: 1; verscheidene ge wonden. Breda, 10 Juli 1894. Door het door glijden van een der treinen ontstond er een botsing lusschen trein 560 en trein 686. Dooden: 2 hoofdconducteurs; gewonden: 2 beamblen. C a p e 1 1 e, 15 Nov. 1899. Door een samenloop van omstandigheden liep trein 80 op een 9tilstaanden trein. Dooden: 8; gewonden; 12. T w e 1 I o, 22 Dec. 1900. Ten gevolge van onoplettendheid van een d.d. klerk liep trein 238 op trein 927. Dooden: 2; gewon den: verscheidene. Boxtel, 6 Sept. 1903. Door ver keerden wisselstand ontstond er een botsing tusschen de treinen 1207 en 1485. Dooden: 1 conducteur; gewonden; eenige andere conducteurs. De malerieele schade was aanzienlijk. Purmerend, 5 Sept. 1905. Door onbekende oorzaak ontspoorde trein 769. Dooden: 1; gewonden: verscheidene. Simpelveld, 8 Dec. 1910 Ten ge volge van onvoldoende remmen ontspoorde trein 1322. Dooden: 1. De materieete schade wa9 aanzienlijk. R ij k u i t (spoorweg Mechelen—Terneu- zen), 3 April 1912. Trein 42 kwam in botsing met eenige ledige wagens. Dooden: 1; gewonden: eenige reizigers. Axel (spoorweg MechelenTerneuzen) 5 Sept. 1913 Ten gevolge van een ver keerden wisselsland ontspoorde trein 107. Dooden: de stoker. Roermond. 2 Jan. 1913. Tengevolge van onnauwkeurigheid van het personeet botste trein 1515 op trein 1365. Dooden: 2, gewonden; 5. - BeilenHooghalen, 85 Dec. 1918. Vermoedelijk door het breken van een koppeling ontspoorde een reiitgerslrein. Dooden: 5: gewonden 2. De meterieelê scha de was belangrijk. Leiden, 17 Jan. 1914. Twee locomo tieven botsten op elkaar. Dooden: 1, ge wonden S. Hattemerbroek, 3 Jan. 1916. Door verkeerden wisselstand ontspoorde trein 146. Dooden: 1; gewonden: 3. Houten, 7 Juni 1917. Ten gevolge van onoordeelkundige samenstelling van don trein ontspoorde de Koninklijke trein. Gewonden: 96. D e V o r k, '4 'Aug. 191B. Twee goede rentreinen loepen op elkaar, Dooden: 3} gewonden: 5, Jfeeip, IS Sept. 1919. Ten gevolge van dijkvsrzakking stortte trein 109 van den Spoordijk. Dooden: '40; gewonden: een 60-tal,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5