RWATTA5 JAVSVREEP De Hot der Leugenen flo> 20371. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag II Augustus Tweede Blad Anno 1926. GEMENGD NIEUWS. t. B eter dar\6oed: DE BE ST E KERK- EN SCHOOLNIEUWS. FEUILLETON. Kgen'iDoeU'11, W ^°e ^aar ^e" é- aanrijding. Op den Rijss w'ijksclienwee, te Den Haag, nabij de Laak- brug heeft gistermiddag, omstreeks 5 uur pen aanrijding plaats gehad lusschen een autobus en een motorrijwiel. Op het motorrijwiel zat de 36-jarige heer f, M. V., uit Rotterdam, die vermoede lijk door verkeerd uitwijken voor een vrachtwagen tegen den autobus aan botste. De heer V. kwam te vallen cn liep verscheidene lichte verwondingen op ter- jfrijl zijn rechterbeen brak. Een jonge dame, eveneens uit Rotter dam afkomstig, die zich in de nabijheid jbevodd, werd door het motorrijwiel tegen telen grond gesmakt en kreeg een lichte hersenschudding. Beide personen zijn naar liet Zieken huis te Den Haag overgebracht. 'Aan net strand. Men Schrijft aan het „U. D.": 't Was bij het groene huisje aan het pcheveningsche slrand, waar de strand- püquelte onder het toeziend oog der Haag- $che Hermandad niet meer geldt Vrijheid blijheid. Twee dikke dames met een knaapje van |en jaar of acht strijken neer en zijn B.w.z. de dames in een oogwenk „bad- f&hig". Het jongetje echter doet niet mee, pioet blijkbaar de wacht houden bij de peer weinige kleedingstukken van ma en tante. Zeer tot zijn verdriet vermoedelijk. Andere kinderen ziet hij vroolijk plassen Jbi de zee, terwijl hij voor waakhond moet spelen. Het kindergezichtje verraadt booze gedachten, maar de dikke dames zien bet niet en zijn uitgelaten als jonge hond. jes. Als aan haar pret ten slotte geen eind Wil komen en het kindcr-verdriet niet meer {e dragen is, rijpt plotseling het booze plan. «let een sprong is hij overeind, het kleeren- undeltje onder den arm. Een blik vol haat baar de zee en daar gaat hij richting pier. jMoc wenkt en tante lacht, maar het wen ken wordt dreigen en het lachen wordt brullen als Jantje, eerst stap voor stap, jBteeds giftig omkijkende, dan op een drafje, jïteeds met het bundeltje onder den arm de lichting Scheveningen houdt en al moei lijker in zijn vlucht te volgen is. En daar achter de twee vróuwen krij- Bchende en dreigende in het besef van hun pogenblikkelijke afhankelijkheid. Want hier .Öreigt gevaar van de zijde der wet en prdening. Een agent nadert, maar overziet bogenblikkelijk de situatie. Misschien strijd lusschen plichtsgevoel en zin voor humor? fclaar 't is ook moeilijk hier in te grijpen, ïïommandeer nu maar eens aan menschen ponder kleeren zich aan te kleeden. Of grijp pen paar dames bij hun kleedje, die je met angstige gezichten in badcostuum voorbij tollen. Hij kiest de wijste partij, gaat kalm (terug om te zien, hoe de zaak zich verder pnlwikkelt. En dat zou schrijver dezes ook gaarne IWillen weten, maar in het strandgewriemet yerdwijnen zoowel de vluchtende knaap «Is de woedende dames. KJït een raam gevallen. Gis termiddag viel op den Le>nfceweg te Den Jïaag de 7-jarige V. d. V. uit een raam van be tweede verdieping van de ouderlijke Kroning. Het. kind bekwam een hersen- fecbudding en is naar het ziekenhuis over gebracht. Eind gevonden. Gister- bacht ontdekte een bewoonster van ae Dranjeboomstraat te Rotterdam, dat in be W.C. van haar woning een pasgeboren kind van het vrouwelijk geslacht lag. Met kind, dat vermoedelijk eenige uren oud twas, had een verwonding aan het hoofd. (Het is overgebracht naar de zuigelingen- Idiniek. De ongehuwde moeder, de 21-ja- tige W., die in hetzelfde pand woont, is ha haar bevalling spoorloos verdwenen. Wéér koeien in beslag geno- Ben. Gisteren zijn op de Veemarkt te Rotterdam 12 koeien in beslag genomen. (Bij onderzoek is gebleken dat 2 er van han mond- en klauwzeer lijdende waren. De andere waren besmet. Vast staat, dat deze dieren niet uit het buitenland ge smokkeld zijn. De aangetaste dieren zijn afgemaakt.. De inbraak te Gouda. De beide mannen die in het huis van bewa ring te Rotterdam zijn ingesloten, ver dacht van inbraak bij een kaashandelaar te Gouda, worden, naar wij vernemen, ook verdacht van een inbraak te Utrecht. Brand op oen plezierjacht. Gistermiddag omstreeks één uur ont stond brand aan boord van een plezier jacht, gelegen in de Schie aan het Zuid einde to Delft, toebehoorende aan den heer J. H. Veen uit Amsterdam, op het oogenblik, dat de eigenaar bezig was met het laden van benzine. De technische dienst van de politie was spoedig ter plaatse en begon onmiddellijk met het blusschingswerk. Plotseling 6prong met een geweldige knal een ongeveer 30 L. in houdende benzinetank uit elkaar. De in specteur Roelofsen liep daarbij brand wonden op aan hoofd en handen, terwijl een agent van politie door den luchtdruk in het water werd geslingerd. Het vuur in de kajuit was spoedig gedoofd. De vrij aanzienlijke schade wordt door verzeke ring gedekt. De heer en mevrouw Veen kregen geen letsel. Kraan in een sluisput geval len. Gistermiddag is op het terrein van de sluisbolwerken te IJmuiden een ongeluk gebeurd, dat nog goed is afgeloopen. Bij het gietwerk van de Hollandsche Beton- maatschappij aan het in aanbouw zijnde binnensluishoofd was men bezig een blok beton van drie meter hoogte te gieten. Toen men daarmee gereed kwam, had men reeds de groote stortgoot naar een gelijk soortig blok geleid en begon daarmee te gieten. Intusschen ging men de kleine stortgoot er heen leiden om ook daarmee te werken. De stortgoot moet worden vastgegrepen in een fcloin model hijsch- kraan. Deze kraan werd daarbij in een te ver horizontale richting gebracht, waar door het werktuig met de wielen uit de rails gelicht werd, het evenwicht verloor en voorover in den sluisput stortte. De kraanmachinist, die zich in de hut bevond, zag tijdig het gevaar en wi6t eruit te klau teren. Daar er ook in den sluisput geen menschen onder de kraan stonden, bleef het ongeval beperkt tot een vrij ernstige materieele schade. Het werk kon echter na enkele uren weer doorgaan. Tonijnengedood. De stoom- treilers Jenny Elsa" IJm. 37 en Azi muth" IJm. 195 hebben te IJmuiden twee groote tonijnen aangebracht, welke door de opvarenden van deze echopen waren gedood. Deze groote visschen komen hoofdzake lijk in de Middellandsche Zee voor cn richten groote verwoestingen onder 3e haring en makreel aan. Uitvoer van steenkool. Tengevolge van de staking in de Engel- sche mijnen is de uitvoer van steenkolen uit de Amsterdamsche haven den laatsten tijd sterk toegenomen. Vooral in» de beide laatste weken is het transport van kolen via Amsterdam in zeer groote mate uitge breid. Dagelijks vertrekken de stoomsche pen met zooveel mogelijk kolen aan boord. Diefstal. Gisternacht is uit een auto, die te Utrecht voor een sociëteit stond, een ta9ch, inhoudende een aantal wissels tot een bedrag van ongeveer f2000 ontvreemd. De stationsovervalteBus- sum. De Bussumsche politie heeft een aanwijzing ontvangen omtrent den vermoe- del ijken dader van den stationsoverval. Daar deze persoon zich niet in den omtrek bevindt, heeft zij den stationsbeambte een portret getoond. Deze meende echter niet tot herkenning ie mogen overgaan. Noodlanding bij Arnemui- den. Gistermiddag tegen 5 uur is de Fokker-verkenner Cl tengevolge van mo tordefect in een bi eten land nabij Arne- muiden neergekomen. De beide inzittende militaire vliegers zijn ongedeerd. Nader vernemen wij dat van het ver kenningsvliegtuig Cl vermoedelijk een nokas is gebroken, waardoor de motor weigerde» De beide inzittenden warén sergeant-vlieger van de Poll en sergeant- leerli.ngvlie.ger Hendriks. Hot vliegtuig werd ernstig beschadigd. Verijdelde emokkelpoging. Maandagavond omstreeks 7 uur pas seerde aan het Hollandsche grenskantoor te Caberg een auto, waarin vier dames en heeren zaten, komende van de Belgische grens. Hoewel de ambtenaren, die buiten st-onden, het sein tot stoppen gaven, reed de auto met onverminderde vaart door. Eenige minuten later, kwam echter uit de zelfde richting een auto, waarin alleen een chauffeur gezeten was. Met een der ambtenaren als passagier reed deze nu de vorige auto in volle vaart achterna, die ergens in Maastricht werd aangehou den en mee terug moest. Daar verontschul digde men zich, niet geweten te hebben, dat daar een doorlaatpost was. Behalve allerlei andere aan invoerrecht onderwor pen zaken, werd onder de zitplaats van den chauffeur een groote hoeveelheid fleschjes odeur en toiletwater gevonden, zoodat er, behalve de boete, een aardig sommetje moest worden betaald en het goedkoope Belgische uitstapje nog een duur bijsmaakje kreeg. Ernstig tramongeval. Gis termiddag is onder Melick bij Roermond tegenover het kasteel Schöndeln G. uit Vlodrop die langs de tramlijn op zijn rij wiel reed, ondanks herhaald signaal, door de tram gegrepen. Hij werd tegen den grond gesmakt en kreeg verwondingen. In zorgwekkenden toestand is hij naar het ziekenhuis te Roermond overgebracht. Geheimzinnig geval. Te Venlo is aangehouden de chauffeur F. S. uit Heidelberg. De man had. volgens de N. V. G. in den trein op weg naar Venlo, verteld dat hij met zijn auto een vreeselijk ongeluk had aangericht, en dat hij uit vrees voor de gevolgen naar Nederland vluchtte. "Zijn kleeren zaten vol bloed en vol modder. Hij wenschte naar Amsterdam te gaan om daar werk le zoeken. Doch daar hij niet in het bezit was van de vereischte papieren, en over geen middelen van bestaan be schikte, werd aan zijn wensch niet vol daan, doch werd hij naar Duit9chland terug gebracht. Branden. Te Well ie het huis. bewoond door den heer L. S., tot den grond afgebrand. Het vee en een deel van den inboedel konden in veiligheid gebracht worden. Te Hengelo brandde een perceel van drie woningen, bewoond door K., de IC. en A., aan de Berfloweg, geheel uit. Slechts twee der gezinnen hadden hun inboedel ver zekerd. Te Steenbergen is de boerderij v. d. W. geheel afgebrand. Een paard en een geit werden mede een prooi der vlammen. Aande gevolgen overleden. De 23-jarige arbeider Waller Böhme uit Döbeln in Saksen, die Maandagmiddag te Venlo in de parapluiefabriek van den heer F. Cohen lusschen een machine kwam, is aan de gevolgen daarvan gisteren in het R.K. Gasthuis St. Josef aldaar overleden. Ook een reden tot ruzie. Een dramatisch incident heeft zich in de haven van Antwerpen afgespeeld. Een Fransch zeeman was te water ge raakt. Toen hij was opgehaald, kregen twee Nederlandsche zeelieden ruzie over de vraag, of de man at dan niet dood was, zegt de „Tel.". De messen kwamen er bij te pa9. Een der beide mannen, Piens genaamd, werd door den linketórm gestoken; den ander, Herman O., \7erden de polspezen doorgesneden. Toen de politie Ier plaatse kwam, vond zij de twee mannen badend in hun bloed op den grond liggen. Zij moes ten naar het ziekenhuis worden overge bracht. De Fransche zeeman, om wien het ging, was inderdaad dood. Mijnongeval. In de nieuwe schacht van de Domaniale mijn te Kerkrade is een.laag steenen losgeraakt en heeft den I arbeider H. zwaar aan de ruggegraat ge kneusd. Hy is in hopeloozen toestand in het hospitaal opgenomen. ,,K an ik nog even op de kade gaan om van mijn vrouw afscheid te nemen, bootsman vroeg de passagier. ,,Dat ligt- er aan hoe lang u getrouwd bent, mijnheer", antwoordde de boots- RECLAME. 8847 Ned. Herv. Kerk. Beroepen: Te Nijehaske (toez.): J. A. Steenheek, te Dantumawoude; Te El- burg: J. Enkelaar, te Rijssen. Aangenomen: Naar Hollandsche Veld: W. A. Dekker, te Krabbendijke. Bedankt: Voor Maarsscn: J. H. F. Remme, te Amsterdam. Chr. Geref. Kerk. Beroepen: Te Barendrecht: J. Drenlh, cand. te Hoogeveen; Te Werken dam: B. Oosthoek, cand. te Apeldoorn. Geref. Kerken. T ff e e t a f: Te Bierum (Gron.): G. H. Dijkstra te Bergentheim en H. Kievits te 't Zand (Gron.). Beroepen: Te Schoonoord (Dr.): J. II. Antuma, cand. le Enumalil; Te Bol nes: J. A. Schep, te Dronrijp. Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk. XVIII. Ds. Picard rapporteert over een voorstel van dr. Niemeyer cn ds. le Winkel lot toe voeging van een secundus aan elk der leden van den Raad van beroep. Volgens hel vi- geerend reglement is er slechts één plaats vervangend lid. Het voorstel wordt aange nomen. Uit een brief van den Pensioenraad blijkt, dat 252 predikanten die daarvoor in de ter men vallen, tot nog toe niet hebben deel genomen aan het pensioen fonds. Op voor stel van den predikant zal hiervan mede- dceling geschieden in het officieel orgaan. Daarna, komt in bespreking het verslag van den Raad van Beheer over 1925. Het wordt goedgekeurd en dp president spreekt woorden van dank en waardeering voor den Raad van Beheer, die zulk een moeilijk werk heeft te verrichten. Hij hoopt, dat de tegenstand steeds meer moge blijven afne men, opdat het reglement in vollen omvang een gezegende werking moge hebben voor de Evangeliedienaren en voor de aan hun zorg toevertrouwde gemeenten. Alsnu komen nog andere aangelegen heden aan de orde, welke op het reglement voor de piedikantslraklementen betrekking hebben. Allereerst een rapport van den heer Becht, strekkende lot goedkeuring van het gewijzigd reglement op de bijdragen, vervolgens een bespreking van den heer Wolffensperger over de regelen, welke door den Raad van Beheer bij het vaststellen van de bijdragen worden gevolgd. Nadat dr. Niemeyer eenige bezwaren heeft ontwik keld, en besloten is deze bezwaren onder de aandacht van den Raad van Beheer te brengen, wordt het herziene reglement op de bijdragen goedgekeurd. De heer Wolffensperger rapporteert over een brief van het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche predikanten, om te komen tot een regeling, waarbij verhoo- gingen en kindergelden niet in aanmerking zouden worden genomen bij de toekenning van een toelage als bedoeld in art 6 al. 2 regl. predst.. indien zij zonder andere be langen le schaden, mogelijk ware. De commissie merkt op, dat die regeling er toe zou leiden, dal een aanmerkelijk ge ringer bedrag beschikbaar zou blijven voor verhoogingen en kindergelden (uitkee- ring II) ten behoeve van de oudere predik kanten in gemeenten, welke zelve het mi nimum-traktement uilkoeren. Art. 6 al. 2 bepaalt niet. dat uitsluilend gelet moet wor den op de omstandigheden waarin de be-> trokken gemeente verkeert. De Raad van Beheer kan een toelage toekenneai, is daar toe dus niet verplicht en mag bij een beslis sing alle omstandigheden in aanmerking nemen. Voorts zou een ruimere uilkeering den Raad van Beheer kunnen noodzaken, minder dispensatie te verlecnen. Daarom is de commissie van oordeel, dat de Ilaad van Beheer terecht de toelagen, bedoeld in art. G al. 2, verleent alleen in die gevallen, waar in het traktement, met de verhoogingen en kindergelden, blijft beneden het minimum- aanvangstroktement. Haar conclusie wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De lieer van Zwet rapporteert over een verzoek van den Raad van Beheer om de classicale en prov. besturen uit te noodigen, in 't vervolg art. 60 regl. vacatfrcn met be trekking tot de samenstelling van den Leg ger van het Prodikanlslraktcmont in alle provinciën op dezelfde wijze toe te passen. Derhalve zal in 't vervolg op den Legger moeten slaan het bedrag, dat inderdaad ge geven wondt, en dus, in gevallen waarin dispensatie wordt gevraagd, hot reglemen tair bedrag, verminderd met het dispensa tie-bedrag. Zoodra in dit laatste bedrag wij ziging komt, moet een nieuwe logger wor den opgesteld. Aan het verzoek zal worden voldaan. De heer Eilerls de Haan rapporteert over een voorstel van de classicale vergadering van Brielle tot instelling van „schattings commissies" voor het' bepalen van de bij dragen voor predikantslraktcracnten. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming afgewezen. Overeenkomstig de conclusies van het rapport van ds. Picard wordt verworpen een motie van de classicale vergadering van Emraen, om de proponenlsbelofte af te schei den van het examen cn haar le doen afne men in liet midden der gemeente, in een ge wone godsdienstoefening De lieer Eilerts de liaan rapporteert over een voorstel van den heer Idenburg, tot toe voeging van een nieuwe alinea aan art. 10 Rogl. II. Onderwijs, zoodat met het ambt van kerkelijk hoogleeraar niet vereenigbar zal zijn het lidmaatschap van een der Kamers van de Slalen-Generaal, van de Prov. Staten of van den gemeenteraad. De commissie wil een dergelijke verbodsbepaling niet. Hier moet vrijheid worden gelaten, waarbij het geweten der hoogleeraren moet beslissen. De synode, welke gisteren besloot art. 3 regl. kerkeraden onveranderd le laten, vereenigt zich nu met de conclusie van het rapport, zoodat ook art. 10 van het Reglement II. Onderwijs onveranderd blijft. De heer Idenburg had ook voorgesteld een alinea toe te voegen aan art 13 van dat re glement'. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten in het reglement de bepaling op le nemen dat de kerkelijke hoogleeraren, behoudens dispensatie door de synode to verleenen, moeten wonen in de stad waar hun universiteit is gevestigd. Nu komen de eindredacties ter tafel van art. 70 alg. reglement (toevoeging onder 9 van de woorden: „het beslissen van geschil len over uitlegging van het reglement voor de predikantstraktementcn") en van art. 28 regl. predlt. (vervallen de woorden: „en de toepassing"). Evenzoo de eindredactie van de voorloopig aangenomen wijziging van art. 15 van het regl. predlt., welke aan de consideratién zal worden onderworpen. „Er bestaat een raad van beroep. Hem is opgedragen de beslissing in geval van bezwaren legen door den raad van beheer genomen besluiten. De termijnen voor het indienen van bezwaarschriften te gen de bijdragen voor de kas van de predi- kanlslraktementen worden geregeld in het reglement op de bijdragen. Bezwaarschriften tegen andere besluiten kunnen worden in gezonden bij den raad van beroep binnen 30 dage na de loczending van liet besluit. Bij het indienen van een bezwaarschrift wordt f 10 betaald aan den raad van beroep. Dit bedrag wordt terugbetaald, indien de be zwaarde in het gelijk wordt gesteld. In het Naar het Engelsch van JUSTUS MILE FOSMAN LB) Door^S. HOOFDSTUK IX. Welzeker," zei miss Jessica Mannering. ».Laal kolonel Von Altdorf dadelijk binnen komen." ..Ik schijn de gewoonte te hebben aange nomen, hier zoo maar binnen te vallen," Von Altdorf, dc kleine witte hand druk kende. ..Het is nooit te laat om goede gewoonten pjfj te nemen. Maar overigenszij lelde op haar vingers „Overigens was u nog f keeTen hier geweest." ..Drie?" vroeg hij onnooze!. „Ik dacht, dat et veel, veel meer keeren was geweest." „Dank u wel," zei miss Mannering Droogjes. hnlk^.T niet kwalijk," zei Von Altdof Kph v-'l^ schijn iels doms gezegd te heb- h,,,' u kt geërgerd. Neem me niet kwalijk, öm e/nJ)lse!'e- Ik ben, helaas, niet gewend bol-Beze\schap van dames, en ik weel sren i j Wa* ze£gen moet om haar renoe- Wp7öt? 'k vind vrouwen vreemde €m.°^se^e» vreemd en toch heel Jniben! wel een diplomaair zei Mannering, lelwal veraohlelijk. fcli'i'n fnii'f" rne?uJJJ"0Uw. mijn ongeluk, nic-t - zei ^on Altdorf mistroostig. „Ik ben in dat vak gestuurd, toen ik nog heel jong was, door een misleiden bloedver want." „Begrijpt u dat nu," begon hij na een oogenblik van stille, „ik herinner me, dal ik hier met een doel gekomen was, om iets van gewicht te bespreken; maar op mijn woord, ik ben geheel vergelen, wal het was. Ik weet maar niet te bedenken, wat hot geweest kan 2ijn. Misschien was het in het geheel niets." „Misschien, misschien," zei het meisje schalksch, „misschien kwam u alleen om mij te zien. Stel u voor!" Von Altdorf plukte hevig aan zijn knevel. „Dat is heel goed mogelijk. Het verwondert me alleen, dat ik daaraan niet eer heb ge dacht. Zijn alle Amerikaansche meisjes geestig, mademoiselle, en en schoon?" „Allen zonder uilzondering," stemde miss Mannering seer ernstig toe. „Allemaal zeer geestig, en buitengewoon mooi. U moest eens naar Amerika komen, kolonel." „Zeg dat niet, mademoiselle," protesteerde Von Altdorf. „Als een van die schoonen, en dan nog wel een kleine, voldoende is om me geheel in de war te maken, hoe zou ik me dan onder zoo velen durven wagen? Een man van twee en veertig is op zijn gemoeds rust gesteld." Miss Manneriog sprak hem niet tegen. Ze bestudeerde het tapijt. „Hoe gaat het met de Prinses?" vroeg de kolonel. „Ze leeft in een wolk van geluk, en denkt, dat ze een hemel op aarde heeft gevonden, waaruit ze niet meer kan worden verdre ven. Het middel schijnt haar gered te heb ben, maar het is verschrikkelijk wreed, kolonel." „Noodzaak is altijd wreed, mademoiselle, cn het geluk meestal kort van duur." „Ze was wel zeer geschokt, toen de Prins zoo plotseling in den tuin sprong," ging miss Jessica voort „Zij kan de gedachte niet van zich afzetten, dat ze hem vroeger ergens ge zien moet hebben, en dat hij een of andere rol heeft gespeeld in haar leven nu, dat zal waar zijnl Ze krijgt dus gedeeltelijk haar geheugen terug. Sir Gavin was er verrukt over." „Gaat het haar dus in hel algemeen beter?" „O, oneindig veel beter. Ze is bijna ge heel de oude weer. Ze heeft haar kleur terug gekregen, haar hals is weer voller, ze is in gewicht zeer toegenomen. En at die verbe tering vindt haar oorzaak hierin, dat haar ondraaglijke angsten zijn weggenomen en dat ze zich zoo overgelukkig gevoelt. O ja, mr. Creighlon vertelde me van het duel, dat mr. Mallory met den Prins in den tuin heeft gehad. Het moet prachtig zijn geweest." „Hij is de wonderbaarlijkste schermer, dien ik ooit heb gezien," betuigde Ven Alt dorf. „Hij is er voor geboren. Niemand, ook al heeft hij de opleiding en de oefening, welke Denis heeft gehad, kan het alleen door de practijk zoo ver brengen. Het was bewonderenswaardig." „Hij zou den Prins hebben kunnen doo- den en zoo voor zichzelf den wag vrij maken," zei het meisje. „Mr. Creighlon ver telde me, dat hij één oogenblik bang wa9, dat het zou gebeuren." ,,Ja," zei Von Altdorf. „Een enkel oogen blik dacht ik het ook.'Niemand is boven var leiding verheven, en wij hebben hem de ver zoeking zien weerstaan zooals weinigen het zouden kunnen. Maar er zijn weinig men schen als hij. Ik zal u vertellen, wal ik gis teren zag. Ik zal in zijn kamer te wachten op hem, terwijl hij wandelde met de Prin ses. Ik zat in een groolen, diepen stoel, die in een nog*al donkeren hoek slaat; ik schijn wat slaperig te zijn geworden, want ik hen Denis niet hooren binnenkomen. Ik zag hem opeen9 raid-den in de kamer staan, en zoo lang ik leef, mademoiselle, hoop ik nooit weer op iemands wezen le zien zoo'n wan- hopigen strijd, zoo'n worsteling van de grootste liefde, die een man kan hebben met den eisch van verloochening, die de eer stelde. Zijn ziel lag op zijn gelaal, op dal oogen blik, waarop hij zichzelf alleen waande de ziel van een, die naar de poort des hemels was geleid en er binnen had mogen zien, maar die weer terug moest aan." „Zag hij u niet?" vroeg het meisje. „Neen. Hij ging op den divan liggen met de handen voor zijn oogen en zijn schou ders schokten af en toe. Ik durfde me niet bewegen en verloonen, en ik kon ook niet wc-ggaan, uit vrees, dat hij me dan hooren zou. Na een oogenblik rees hij op en ging naar een kast, waar hij een flêsch met absint, glazen en een karaf water nam. Hij ging aan de tafel zitten en maakte zich een glas absint klaar. Hij zat zoo, dat ik den strijd kon zien, die zich bij hem afspc-elde. Mademoiselle, u kunt als een vrouw, die haar lieele leven lang zorgvuldig gevoed cn verpleegd is, niets begrijpen, in het geheel niets, van zulk een worsteling, de worste ling van een beter ik legen het verlangen van de uitgeputte zenuwen, van een hope- looze droefheid en neerslachtigheid naar de verlichting en de opwekking, die het ge vaarlijke vergif kan geven. Hij zat daaj. in woest verlangen naar de rust en het welbe hagen, die enkele glazen absint hem konden geven; ook onder den drang, dien een booze hartstocht, 'een ingewortelde gewoonte op den mensch uitoefent. Toch strekte hij nog geen hand uit. Toen, met een schok, wierp hij hel hoofd achterover. „Neen!" schreeuwde bij, „een, ik wil niet!" Daarop ging hij weer naar den divan en lag er doodstil. Na een poos stond ik voorzichtig op. Ik geloof niet, dat hij me gehoord heeft, toen ik wegging. Ik hoop4 j dat hij sliep. Mijn hart bloedt, als ik aan hem denk, mademoiselle. Hij is een man!" „Arme Mallory!" zei het meisje zachtjes. „Wat moet er van hem worden, als alle9 voorbij is? Sommige menschen schijnen voor hel ongeluk geboren. Zijn leven is een treurspel, zoo jong als hij is, en het slot schijnt nog veel droeviger le zullen worden. Hebt u nog iets gezien van de mannen, die den Prins bespieden?" Van Altdorf schudde het hoofd „Niels meer, sinds Creighlon zo de vorige week heeft vervolgd," zei hij „Wij houden zorgvuldig de wacht om den Prin9. Ilij gaat nooit uit zonder dat één of twee van ons bij hem zijn. Zij zullen wel zeer stoutmoe dig moeten wezen, om hem aan te durven raken. Toch zat ik niet gerust zijn. voordat de Prins weer in Novodnia terug is. waar hii behoorde te zijn. Iedere dag van zijn verblijf hier vergroot het gevaar voor hemzelf en voor den Staal, maar hij ver kiest bier le blijven, totdat hij met de Prinses heeft gesproken, en dat wil Mac Kensie nog niet toeslaan. Ik geloof, da! het goed zal zijn, als dat maar zoo spoedig mogelijk gebeurd. Ze is aardig aangesterkt en iederen dag wordt ze meer verliefd op Mallory en hij op haar. Ik zou zeggen, laat den Prins zijn gang gaan. Schokken zal het haar zeker, maar dat is toch niet te vermijden.** (Wordt vervoled), i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5