RWATTA5
JAVSVREEP
De Hot der Leugenen
flo> 20371.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag II Augustus
Tweede Blad
Anno 1926.
GEMENGD NIEUWS.
t.
B eter dar\6oed: DE BE ST E
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
FEUILLETON.
Kgen'iDoeU'11, W ^°e ^aar ^e"
é-
aanrijding. Op den Rijss
w'ijksclienwee, te Den Haag, nabij de Laak-
brug heeft gistermiddag, omstreeks 5 uur
pen aanrijding plaats gehad lusschen een
autobus en een motorrijwiel.
Op het motorrijwiel zat de 36-jarige heer
f, M. V., uit Rotterdam, die vermoede
lijk door verkeerd uitwijken voor een
vrachtwagen tegen den autobus aan
botste.
De heer V. kwam te vallen cn liep
verscheidene lichte verwondingen op ter-
jfrijl zijn rechterbeen brak.
Een jonge dame, eveneens uit Rotter
dam afkomstig, die zich in de nabijheid
jbevodd, werd door het motorrijwiel tegen
telen grond gesmakt en kreeg een lichte
hersenschudding.
Beide personen zijn naar liet Zieken
huis te Den Haag overgebracht.
'Aan net strand. Men
Schrijft aan het „U. D.":
't Was bij het groene huisje aan het
pcheveningsche slrand, waar de strand-
püquelte onder het toeziend oog der Haag-
$che Hermandad niet meer geldt Vrijheid
blijheid.
Twee dikke dames met een knaapje van
|en jaar of acht strijken neer en zijn
B.w.z. de dames in een oogwenk „bad-
f&hig". Het jongetje echter doet niet mee,
pioet blijkbaar de wacht houden bij de
peer weinige kleedingstukken van ma en
tante. Zeer tot zijn verdriet vermoedelijk.
Andere kinderen ziet hij vroolijk plassen
Jbi de zee, terwijl hij voor waakhond
moet spelen. Het kindergezichtje verraadt
booze gedachten, maar de dikke dames zien
bet niet en zijn uitgelaten als jonge hond.
jes. Als aan haar pret ten slotte geen eind
Wil komen en het kindcr-verdriet niet meer
{e dragen is, rijpt plotseling het booze plan.
«let een sprong is hij overeind, het kleeren-
undeltje onder den arm. Een blik vol haat
baar de zee en daar gaat hij richting pier.
jMoc wenkt en tante lacht, maar het wen
ken wordt dreigen en het lachen wordt
brullen als Jantje, eerst stap voor stap,
jBteeds giftig omkijkende, dan op een drafje,
jïteeds met het bundeltje onder den arm de
lichting Scheveningen houdt en al moei
lijker in zijn vlucht te volgen is.
En daar achter de twee vróuwen krij-
Bchende en dreigende in het besef van hun
pogenblikkelijke afhankelijkheid. Want hier
.Öreigt gevaar van de zijde der wet en
prdening. Een agent nadert, maar overziet
bogenblikkelijk de situatie. Misschien strijd
lusschen plichtsgevoel en zin voor humor?
fclaar 't is ook moeilijk hier in te grijpen,
ïïommandeer nu maar eens aan menschen
ponder kleeren zich aan te kleeden. Of grijp
pen paar dames bij hun kleedje, die je met
angstige gezichten in badcostuum voorbij
tollen. Hij kiest de wijste partij, gaat kalm
(terug om te zien, hoe de zaak zich verder
pnlwikkelt.
En dat zou schrijver dezes ook gaarne
IWillen weten, maar in het strandgewriemet
yerdwijnen zoowel de vluchtende knaap
«Is de woedende dames.
KJït een raam gevallen. Gis
termiddag viel op den Le>nfceweg te Den
Jïaag de 7-jarige V. d. V. uit een raam van
be tweede verdieping van de ouderlijke
Kroning. Het. kind bekwam een hersen-
fecbudding en is naar het ziekenhuis over
gebracht.
Eind gevonden. Gister-
bacht ontdekte een bewoonster van ae
Dranjeboomstraat te Rotterdam, dat in
be W.C. van haar woning een pasgeboren
kind van het vrouwelijk geslacht lag. Met
kind, dat vermoedelijk eenige uren oud
twas, had een verwonding aan het hoofd.
(Het is overgebracht naar de zuigelingen-
Idiniek. De ongehuwde moeder, de 21-ja-
tige W., die in hetzelfde pand woont, is
ha haar bevalling spoorloos verdwenen.
Wéér koeien in beslag geno-
Ben. Gisteren zijn op de Veemarkt te
Rotterdam 12 koeien in beslag genomen.
(Bij onderzoek is gebleken dat 2 er van
han mond- en klauwzeer lijdende waren.
De andere waren besmet. Vast staat, dat
deze dieren niet uit het buitenland ge
smokkeld zijn. De aangetaste dieren zijn
afgemaakt..
De inbraak te Gouda. De
beide mannen die in het huis van bewa
ring te Rotterdam zijn ingesloten, ver
dacht van inbraak bij een kaashandelaar
te Gouda, worden, naar wij vernemen, ook
verdacht van een inbraak te Utrecht.
Brand op oen plezierjacht.
Gistermiddag omstreeks één uur ont
stond brand aan boord van een plezier
jacht, gelegen in de Schie aan het Zuid
einde to Delft, toebehoorende aan den
heer J. H. Veen uit Amsterdam, op het
oogenblik, dat de eigenaar bezig was met
het laden van benzine. De technische
dienst van de politie was spoedig ter
plaatse en begon onmiddellijk met het
blusschingswerk. Plotseling 6prong met
een geweldige knal een ongeveer 30 L. in
houdende benzinetank uit elkaar. De in
specteur Roelofsen liep daarbij brand
wonden op aan hoofd en handen, terwijl
een agent van politie door den luchtdruk
in het water werd geslingerd. Het vuur
in de kajuit was spoedig gedoofd. De vrij
aanzienlijke schade wordt door verzeke
ring gedekt. De heer en mevrouw Veen
kregen geen letsel.
Kraan in een sluisput geval
len. Gistermiddag is op het terrein van
de sluisbolwerken te IJmuiden een ongeluk
gebeurd, dat nog goed is afgeloopen. Bij
het gietwerk van de Hollandsche Beton-
maatschappij aan het in aanbouw zijnde
binnensluishoofd was men bezig een blok
beton van drie meter hoogte te gieten.
Toen men daarmee gereed kwam, had men
reeds de groote stortgoot naar een gelijk
soortig blok geleid en begon daarmee te
gieten. Intusschen ging men de kleine
stortgoot er heen leiden om ook daarmee
te werken. De stortgoot moet worden
vastgegrepen in een fcloin model hijsch-
kraan. Deze kraan werd daarbij in een te
ver horizontale richting gebracht, waar
door het werktuig met de wielen uit de
rails gelicht werd, het evenwicht verloor
en voorover in den sluisput stortte. De
kraanmachinist, die zich in de hut bevond,
zag tijdig het gevaar en wi6t eruit te klau
teren. Daar er ook in den sluisput geen
menschen onder de kraan stonden, bleef
het ongeval beperkt tot een vrij ernstige
materieele schade. Het werk kon echter
na enkele uren weer doorgaan.
Tonijnengedood. De stoom-
treilers Jenny Elsa" IJm. 37 en Azi
muth" IJm. 195 hebben te IJmuiden twee
groote tonijnen aangebracht, welke door
de opvarenden van deze echopen waren
gedood.
Deze groote visschen komen hoofdzake
lijk in de Middellandsche Zee voor cn
richten groote verwoestingen onder 3e
haring en makreel aan.
Uitvoer van steenkool.
Tengevolge van de staking in de Engel-
sche mijnen is de uitvoer van steenkolen
uit de Amsterdamsche haven den laatsten
tijd sterk toegenomen. Vooral in» de beide
laatste weken is het transport van kolen
via Amsterdam in zeer groote mate uitge
breid. Dagelijks vertrekken de stoomsche
pen met zooveel mogelijk kolen aan boord.
Diefstal. Gisternacht
is uit een auto, die te Utrecht voor een
sociëteit stond, een ta9ch, inhoudende een
aantal wissels tot een bedrag van ongeveer
f2000 ontvreemd.
De stationsovervalteBus-
sum. De Bussumsche politie heeft een
aanwijzing ontvangen omtrent den vermoe-
del ijken dader van den stationsoverval.
Daar deze persoon zich niet in den omtrek
bevindt, heeft zij den stationsbeambte een
portret getoond. Deze meende echter niet
tot herkenning ie mogen overgaan.
Noodlanding bij Arnemui-
den. Gistermiddag tegen 5 uur is de
Fokker-verkenner Cl tengevolge van mo
tordefect in een bi eten land nabij Arne-
muiden neergekomen. De beide inzittende
militaire vliegers zijn ongedeerd.
Nader vernemen wij dat van het ver
kenningsvliegtuig Cl vermoedelijk een
nokas is gebroken, waardoor de motor
weigerde» De beide inzittenden warén
sergeant-vlieger van de Poll en sergeant-
leerli.ngvlie.ger Hendriks. Hot vliegtuig
werd ernstig beschadigd.
Verijdelde emokkelpoging.
Maandagavond omstreeks 7 uur pas
seerde aan het Hollandsche grenskantoor
te Caberg een auto, waarin vier dames en
heeren zaten, komende van de Belgische
grens. Hoewel de ambtenaren, die buiten
st-onden, het sein tot stoppen gaven, reed
de auto met onverminderde vaart door.
Eenige minuten later, kwam echter uit de
zelfde richting een auto, waarin alleen
een chauffeur gezeten was. Met een der
ambtenaren als passagier reed deze nu
de vorige auto in volle vaart achterna,
die ergens in Maastricht werd aangehou
den en mee terug moest. Daar verontschul
digde men zich, niet geweten te hebben,
dat daar een doorlaatpost was. Behalve
allerlei andere aan invoerrecht onderwor
pen zaken, werd onder de zitplaats van
den chauffeur een groote hoeveelheid
fleschjes odeur en toiletwater gevonden,
zoodat er, behalve de boete, een aardig
sommetje moest worden betaald en het
goedkoope Belgische uitstapje nog een
duur bijsmaakje kreeg.
Ernstig tramongeval. Gis
termiddag is onder Melick bij Roermond
tegenover het kasteel Schöndeln G. uit
Vlodrop die langs de tramlijn op zijn rij
wiel reed, ondanks herhaald signaal, door
de tram gegrepen. Hij werd tegen den
grond gesmakt en kreeg verwondingen.
In zorgwekkenden toestand is hij naar
het ziekenhuis te Roermond overgebracht.
Geheimzinnig geval. Te
Venlo is aangehouden de chauffeur F. S.
uit Heidelberg. De man had. volgens de
N. V. G. in den trein op weg naar Venlo,
verteld dat hij met zijn auto een vreeselijk
ongeluk had aangericht, en dat hij uit vrees
voor de gevolgen naar Nederland vluchtte.
"Zijn kleeren zaten vol bloed en vol modder.
Hij wenschte naar Amsterdam te gaan om
daar werk le zoeken. Doch daar hij niet in
het bezit was van de vereischte papieren,
en over geen middelen van bestaan be
schikte, werd aan zijn wensch niet vol
daan, doch werd hij naar Duit9chland terug
gebracht.
Branden. Te Well ie het
huis. bewoond door den heer L. S., tot den
grond afgebrand. Het vee en een deel van
den inboedel konden in veiligheid gebracht
worden.
Te Hengelo brandde een perceel van drie
woningen, bewoond door K., de IC. en A.,
aan de Berfloweg, geheel uit. Slechts twee
der gezinnen hadden hun inboedel ver
zekerd.
Te Steenbergen is de boerderij v. d. W.
geheel afgebrand. Een paard en een geit
werden mede een prooi der vlammen.
Aande gevolgen overleden.
De 23-jarige arbeider Waller Böhme
uit Döbeln in Saksen, die Maandagmiddag
te Venlo in de parapluiefabriek van den
heer F. Cohen lusschen een machine kwam,
is aan de gevolgen daarvan gisteren in het
R.K. Gasthuis St. Josef aldaar overleden.
Ook een reden tot ruzie.
Een dramatisch incident heeft zich in de
haven van Antwerpen afgespeeld.
Een Fransch zeeman was te water ge
raakt. Toen hij was opgehaald, kregen twee
Nederlandsche zeelieden ruzie over de
vraag, of de man at dan niet dood was,
zegt de „Tel.". De messen kwamen er bij te
pa9. Een der beide mannen, Piens genaamd,
werd door den linketórm gestoken; den
ander, Herman O., \7erden de polspezen
doorgesneden. Toen de politie Ier plaatse
kwam, vond zij de twee mannen badend
in hun bloed op den grond liggen. Zij moes
ten naar het ziekenhuis worden overge
bracht.
De Fransche zeeman, om wien het ging,
was inderdaad dood.
Mijnongeval. In de nieuwe
schacht van de Domaniale mijn te Kerkrade
is een.laag steenen losgeraakt en heeft den I
arbeider H. zwaar aan de ruggegraat ge
kneusd. Hy is in hopeloozen toestand in
het hospitaal opgenomen.
,,K an ik nog even op de kade
gaan om van mijn vrouw afscheid te
nemen, bootsman vroeg de passagier.
,,Dat ligt- er aan hoe lang u getrouwd
bent, mijnheer", antwoordde de boots-
RECLAME.
8847
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: Te Nijehaske (toez.):
J. A. Steenheek, te Dantumawoude; Te El-
burg: J. Enkelaar, te Rijssen.
Aangenomen: Naar Hollandsche
Veld: W. A. Dekker, te Krabbendijke.
Bedankt: Voor Maarsscn: J. H. F.
Remme, te Amsterdam.
Chr. Geref. Kerk.
Beroepen: Te Barendrecht: J.
Drenlh, cand. te Hoogeveen; Te Werken
dam: B. Oosthoek, cand. te Apeldoorn.
Geref. Kerken.
T ff e e t a f: Te Bierum (Gron.): G. H.
Dijkstra te Bergentheim en H. Kievits te
't Zand (Gron.).
Beroepen: Te Schoonoord (Dr.):
J. II. Antuma, cand. le Enumalil; Te Bol
nes: J. A. Schep, te Dronrijp.
Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk.
XVIII.
Ds. Picard rapporteert over een voorstel
van dr. Niemeyer cn ds. le Winkel lot toe
voeging van een secundus aan elk der leden
van den Raad van beroep. Volgens hel vi-
geerend reglement is er slechts één plaats
vervangend lid. Het voorstel wordt aange
nomen.
Uit een brief van den Pensioenraad blijkt,
dat 252 predikanten die daarvoor in de ter
men vallen, tot nog toe niet hebben deel
genomen aan het pensioen fonds. Op voor
stel van den predikant zal hiervan mede-
dceling geschieden in het officieel orgaan.
Daarna, komt in bespreking het verslag
van den Raad van Beheer over 1925. Het
wordt goedgekeurd en dp president spreekt
woorden van dank en waardeering voor den
Raad van Beheer, die zulk een moeilijk
werk heeft te verrichten. Hij hoopt, dat de
tegenstand steeds meer moge blijven afne
men, opdat het reglement in vollen omvang
een gezegende werking moge hebben voor
de Evangeliedienaren en voor de aan hun
zorg toevertrouwde gemeenten.
Alsnu komen nog andere aangelegen
heden aan de orde, welke op het reglement
voor de piedikantslraklementen betrekking
hebben. Allereerst een rapport van den
heer Becht, strekkende lot goedkeuring van
het gewijzigd reglement op de bijdragen,
vervolgens een bespreking van den heer
Wolffensperger over de regelen, welke door
den Raad van Beheer bij het vaststellen
van de bijdragen worden gevolgd. Nadat
dr. Niemeyer eenige bezwaren heeft ontwik
keld, en besloten is deze bezwaren onder
de aandacht van den Raad van Beheer te
brengen, wordt het herziene reglement op
de bijdragen goedgekeurd.
De heer Wolffensperger rapporteert over
een brief van het hoofdbestuur van den
Bond van Nederlandsche predikanten, om
te komen tot een regeling, waarbij verhoo-
gingen en kindergelden niet in aanmerking
zouden worden genomen bij de toekenning
van een toelage als bedoeld in art 6 al. 2
regl. predst.. indien zij zonder andere be
langen le schaden, mogelijk ware.
De commissie merkt op, dat die regeling
er toe zou leiden, dal een aanmerkelijk ge
ringer bedrag beschikbaar zou blijven voor
verhoogingen en kindergelden (uitkee-
ring II) ten behoeve van de oudere predik
kanten in gemeenten, welke zelve het mi
nimum-traktement uilkoeren. Art. 6 al. 2
bepaalt niet. dat uitsluilend gelet moet wor
den op de omstandigheden waarin de be->
trokken gemeente verkeert. De Raad van
Beheer kan een toelage toekenneai, is daar
toe dus niet verplicht en mag bij een beslis
sing alle omstandigheden in aanmerking
nemen. Voorts zou een ruimere uilkeering
den Raad van Beheer kunnen noodzaken,
minder dispensatie te verlecnen. Daarom is
de commissie van oordeel, dat de Ilaad van
Beheer terecht de toelagen, bedoeld in art. G
al. 2, verleent alleen in die gevallen, waar
in het traktement, met de verhoogingen en
kindergelden, blijft beneden het minimum-
aanvangstroktement. Haar conclusie wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De lieer van Zwet rapporteert over een
verzoek van den Raad van Beheer om de
classicale en prov. besturen uit te noodigen,
in 't vervolg art. 60 regl. vacatfrcn met be
trekking tot de samenstelling van den Leg
ger van het Prodikanlslraktcmont in alle
provinciën op dezelfde wijze toe te passen.
Derhalve zal in 't vervolg op den Legger
moeten slaan het bedrag, dat inderdaad ge
geven wondt, en dus, in gevallen waarin
dispensatie wordt gevraagd, hot reglemen
tair bedrag, verminderd met het dispensa
tie-bedrag. Zoodra in dit laatste bedrag wij
ziging komt, moet een nieuwe logger wor
den opgesteld. Aan het verzoek zal worden
voldaan.
De heer Eilerls de Haan rapporteert over
een voorstel van de classicale vergadering
van Brielle tot instelling van „schattings
commissies" voor het' bepalen van de bij
dragen voor predikantslraktcracnten. Dit
voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
afgewezen.
Overeenkomstig de conclusies van het
rapport van ds. Picard wordt verworpen een
motie van de classicale vergadering van
Emraen, om de proponenlsbelofte af te schei
den van het examen cn haar le doen afne
men in liet midden der gemeente, in een ge
wone godsdienstoefening
De lieer Eilerts de liaan rapporteert over
een voorstel van den heer Idenburg, tot toe
voeging van een nieuwe alinea aan art. 10
Rogl. II. Onderwijs, zoodat met het ambt van
kerkelijk hoogleeraar niet vereenigbar zal
zijn het lidmaatschap van een der Kamers
van de Slalen-Generaal, van de Prov. Staten
of van den gemeenteraad. De commissie wil
een dergelijke verbodsbepaling niet. Hier
moet vrijheid worden gelaten, waarbij het
geweten der hoogleeraren moet beslissen. De
synode, welke gisteren besloot art. 3 regl.
kerkeraden onveranderd le laten, vereenigt
zich nu met de conclusie van het rapport,
zoodat ook art. 10 van het Reglement II.
Onderwijs onveranderd blijft.
De heer Idenburg had ook voorgesteld een
alinea toe te voegen aan art 13 van dat re
glement'. Overeenkomstig dit voorstel wordt
besloten in het reglement de bepaling op
le nemen dat de kerkelijke hoogleeraren,
behoudens dispensatie door de synode to
verleenen, moeten wonen in de stad waar
hun universiteit is gevestigd.
Nu komen de eindredacties ter tafel van
art. 70 alg. reglement (toevoeging onder 9
van de woorden: „het beslissen van geschil
len over uitlegging van het reglement voor
de predikantstraktementcn") en van art. 28
regl. predlt. (vervallen de woorden: „en de
toepassing").
Evenzoo de eindredactie van de voorloopig
aangenomen wijziging van art. 15 van het
regl. predlt., welke aan de consideratién zal
worden onderworpen. „Er bestaat een raad
van beroep. Hem is opgedragen de beslissing
in geval van bezwaren legen door den raad
van beheer genomen besluiten. De termijnen
voor het indienen van bezwaarschriften te
gen de bijdragen voor de kas van de predi-
kanlslraktementen worden geregeld in het
reglement op de bijdragen. Bezwaarschriften
tegen andere besluiten kunnen worden in
gezonden bij den raad van beroep binnen 30
dage na de loczending van liet besluit. Bij
het indienen van een bezwaarschrift wordt
f 10 betaald aan den raad van beroep. Dit
bedrag wordt terugbetaald, indien de be
zwaarde in het gelijk wordt gesteld. In het
Naar het Engelsch van
JUSTUS MILE FOSMAN
LB) Door^S.
HOOFDSTUK IX.
Welzeker," zei miss Jessica Mannering.
».Laal kolonel Von Altdorf dadelijk binnen
komen."
..Ik schijn de gewoonte te hebben aange
nomen, hier zoo maar binnen te vallen,"
Von Altdorf, dc kleine witte hand druk
kende.
..Het is nooit te laat om goede gewoonten
pjfj te nemen. Maar overigenszij
lelde op haar vingers „Overigens was u nog
f keeTen hier geweest."
..Drie?" vroeg hij onnooze!. „Ik dacht, dat
et veel, veel meer keeren was geweest."
„Dank u wel," zei miss Mannering
Droogjes.
hnlk^.T niet kwalijk," zei Von Altdof
Kph v-'l^ schijn iels doms gezegd te heb-
h,,,' u kt geërgerd. Neem me niet kwalijk,
öm e/nJ)lse!'e- Ik ben, helaas, niet gewend
bol-Beze\schap van dames, en ik weel
sren i j Wa* ze£gen moet om haar renoe-
Wp7öt? 'k vind vrouwen vreemde
€m.°^se^e» vreemd en toch heel
Jniben! wel een diplomaair zei
Mannering, lelwal veraohlelijk.
fcli'i'n fnii'f" rne?uJJJ"0Uw. mijn ongeluk, nic-t
- zei ^on Altdorf mistroostig. „Ik
ben in dat vak gestuurd, toen ik nog heel
jong was, door een misleiden bloedver
want."
„Begrijpt u dat nu," begon hij na een
oogenblik van stille, „ik herinner me, dal ik
hier met een doel gekomen was, om iets van
gewicht te bespreken; maar op mijn woord,
ik ben geheel vergelen, wal het was. Ik weet
maar niet te bedenken, wat hot geweest kan
2ijn. Misschien was het in het geheel niets."
„Misschien, misschien," zei het meisje
schalksch, „misschien kwam u alleen om
mij te zien. Stel u voor!"
Von Altdorf plukte hevig aan zijn knevel.
„Dat is heel goed mogelijk. Het verwondert
me alleen, dat ik daaraan niet eer heb ge
dacht. Zijn alle Amerikaansche meisjes
geestig, mademoiselle, en en schoon?"
„Allen zonder uilzondering," stemde miss
Mannering seer ernstig toe. „Allemaal zeer
geestig, en buitengewoon mooi. U moest eens
naar Amerika komen, kolonel."
„Zeg dat niet, mademoiselle," protesteerde
Von Altdorf. „Als een van die schoonen, en
dan nog wel een kleine, voldoende is om me
geheel in de war te maken, hoe zou ik me
dan onder zoo velen durven wagen? Een
man van twee en veertig is op zijn gemoeds
rust gesteld."
Miss Manneriog sprak hem niet tegen. Ze
bestudeerde het tapijt.
„Hoe gaat het met de Prinses?" vroeg de
kolonel.
„Ze leeft in een wolk van geluk, en denkt,
dat ze een hemel op aarde heeft gevonden,
waaruit ze niet meer kan worden verdre
ven. Het middel schijnt haar gered te heb
ben, maar het is verschrikkelijk wreed,
kolonel."
„Noodzaak is altijd wreed, mademoiselle,
cn het geluk meestal kort van duur."
„Ze was wel zeer geschokt, toen de Prins
zoo plotseling in den tuin sprong," ging miss
Jessica voort „Zij kan de gedachte niet van
zich afzetten, dat ze hem vroeger ergens ge
zien moet hebben, en dat hij een of andere
rol heeft gespeeld in haar leven nu, dat
zal waar zijnl Ze krijgt dus gedeeltelijk haar
geheugen terug. Sir Gavin was er verrukt
over."
„Gaat het haar dus in hel algemeen
beter?"
„O, oneindig veel beter. Ze is bijna ge
heel de oude weer. Ze heeft haar kleur terug
gekregen, haar hals is weer voller, ze is in
gewicht zeer toegenomen. En at die verbe
tering vindt haar oorzaak hierin, dat haar
ondraaglijke angsten zijn weggenomen en
dat ze zich zoo overgelukkig gevoelt. O ja,
mr. Creighlon vertelde me van het duel, dat
mr. Mallory met den Prins in den tuin heeft
gehad. Het moet prachtig zijn geweest."
„Hij is de wonderbaarlijkste schermer,
dien ik ooit heb gezien," betuigde Ven Alt
dorf. „Hij is er voor geboren. Niemand, ook
al heeft hij de opleiding en de oefening,
welke Denis heeft gehad, kan het alleen
door de practijk zoo ver brengen. Het was
bewonderenswaardig."
„Hij zou den Prins hebben kunnen doo-
den en zoo voor zichzelf den wag vrij
maken," zei het meisje. „Mr. Creighlon ver
telde me, dat hij één oogenblik bang wa9,
dat het zou gebeuren."
,,Ja," zei Von Altdorf. „Een enkel oogen
blik dacht ik het ook.'Niemand is boven var
leiding verheven, en wij hebben hem de ver
zoeking zien weerstaan zooals weinigen het
zouden kunnen. Maar er zijn weinig men
schen als hij. Ik zal u vertellen, wal ik gis
teren zag. Ik zal in zijn kamer te wachten
op hem, terwijl hij wandelde met de Prin
ses. Ik zat in een groolen, diepen stoel, die
in een nog*al donkeren hoek slaat; ik schijn
wat slaperig te zijn geworden, want ik hen
Denis niet hooren binnenkomen. Ik zag hem
opeen9 raid-den in de kamer staan, en zoo
lang ik leef, mademoiselle, hoop ik nooit
weer op iemands wezen le zien zoo'n wan-
hopigen strijd, zoo'n worsteling van de
grootste liefde, die een man kan hebben
met den eisch van verloochening, die de eer
stelde.
Zijn ziel lag op zijn gelaal, op dal oogen
blik, waarop hij zichzelf alleen waande
de ziel van een, die naar de poort des hemels
was geleid en er binnen had mogen zien,
maar die weer terug moest aan."
„Zag hij u niet?" vroeg het meisje.
„Neen. Hij ging op den divan liggen met
de handen voor zijn oogen en zijn schou
ders schokten af en toe. Ik durfde me niet
bewegen en verloonen, en ik kon ook niet
wc-ggaan, uit vrees, dat hij me dan hooren
zou. Na een oogenblik rees hij op en ging
naar een kast, waar hij een flêsch met
absint, glazen en een karaf water nam. Hij
ging aan de tafel zitten en maakte zich een
glas absint klaar. Hij zat zoo, dat ik den
strijd kon zien, die zich bij hem afspc-elde.
Mademoiselle, u kunt als een vrouw, die
haar lieele leven lang zorgvuldig gevoed cn
verpleegd is, niets begrijpen, in het geheel
niets, van zulk een worsteling, de worste
ling van een beter ik legen het verlangen
van de uitgeputte zenuwen, van een hope-
looze droefheid en neerslachtigheid naar de
verlichting en de opwekking, die het ge
vaarlijke vergif kan geven. Hij zat daaj. in
woest verlangen naar de rust en het welbe
hagen, die enkele glazen absint hem konden
geven; ook onder den drang, dien een booze
hartstocht, 'een ingewortelde gewoonte op
den mensch uitoefent. Toch strekte hij nog
geen hand uit.
Toen, met een schok, wierp hij hel hoofd
achterover. „Neen!" schreeuwde bij, „een,
ik wil niet!" Daarop ging hij weer naar den
divan en lag er doodstil. Na een poos stond
ik voorzichtig op. Ik geloof niet, dat hij me
gehoord heeft, toen ik wegging. Ik hoop4
j dat hij sliep. Mijn hart bloedt, als ik aan
hem denk, mademoiselle. Hij is een man!"
„Arme Mallory!" zei het meisje zachtjes.
„Wat moet er van hem worden, als alle9
voorbij is? Sommige menschen schijnen
voor hel ongeluk geboren. Zijn leven is een
treurspel, zoo jong als hij is, en het slot
schijnt nog veel droeviger le zullen worden.
Hebt u nog iets gezien van de mannen, die
den Prins bespieden?"
Van Altdorf schudde het hoofd
„Niels meer, sinds Creighlon zo de vorige
week heeft vervolgd," zei hij „Wij houden
zorgvuldig de wacht om den Prin9. Ilij gaat
nooit uit zonder dat één of twee van ons
bij hem zijn. Zij zullen wel zeer stoutmoe
dig moeten wezen, om hem aan te durven
raken. Toch zat ik niet gerust zijn. voordat
de Prins weer in Novodnia terug is. waar
hii behoorde te zijn. Iedere dag van zijn
verblijf hier vergroot het gevaar voor
hemzelf en voor den Staal, maar hij ver
kiest bier le blijven, totdat hij met de Prinses
heeft gesproken, en dat wil Mac Kensie
nog niet toeslaan. Ik geloof, da! het goed
zal zijn, als dat maar zoo spoedig mogelijk
gebeurd. Ze is aardig aangesterkt en iederen
dag wordt ze meer verliefd op Mallory en
hij op haar. Ik zou zeggen, laat den Prins
zijn gang gaan. Schokken zal het haar
zeker, maar dat is toch niet te vermijden.**
(Wordt vervoled), i