J. C. v. d. STEEN Co.
HICT Gil mVAN DEZE REEPEN NOG NIET GEPROEFD
Het Ondergrondsche Syndicaat
No- 20341.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 7 Juli
Tweede Blad
Anno 1926.
UIT DE RAADZAAL
GEMENGD NIEUWS.
Vraagt uitersten prijs bij:
Pieterskerkgracht 18 2ü, Leiden. Telefoon 1127.
FEUILLETON.
Een onverkwikkelijke silting
Eindeloos gepraat.
Maandag vond do raad opeens een vorm
terug, dien hij den Laatsten tijd aardig had
afgelegd. Gevolg: eindeloos gepraat en de
perste avondzitting in dit jaar, wanneer wij
ons niet vergissen. Met allen eerbied voor
onze vroede vaderen de moederen heb
ben er geen schuld aan! gepraat is fei
telijk te netjes uitgedrukt voor hetgeen ten
beste werd gegeven. De raad was toch weer
onward in een debatingclub van niet hoog
staand allooi, zoodat enkele onverkwikke
lijke incidenten plaats vonden, culmineerend
in den ongepasten uitval van den heer an
Stralen tegen wethouder Sanders. Het lust
ons niet, daarop vercter in ie gaan. Slechts
nog c-en paar zakelijke l*antteekeningen.
De lieer Van Eek maakte bezwaar, dat
de L.'/,.C. beheerder was van den reddings
brigade-dienst, maar vergat, zooals de bur
gemeester deed uitkomen, "dat deze dienst
slaat naast de zorg der overheid. Iets anders
was de subsidie-verhooging Al was die niet
direct noodzakelijk, ongewenscht zou zij
toch niet zijn geweest, want zoo royaal heeft
deze nuttige brigade het niet.
Bij de begrooting-behandeling voor 192G
werd het geld voor den post van secretaris
van de Commissie voor Sociale Zaken door
den raad geschrapt en daarmee verviel
doze post machinaal. B. en W. deden nu
een voorstel om dezen post te herstellen,
alleen de salarieering, destijds al van f 900
op f 600 gebracht, werd nu nog eens gehal-
vrerd en op [300 teruggebracht. B. en W.
^en de meerderheid der commissie meenden
•de hulp van eén jurist teu zeerste gewenscht.
De tak van dienst is ongetwijfeld deze kleine
uitgaaf wel waard, maar is voor f 300 een
good jurist te krijgen.... Wethouder San-
dors speelde open kaart door mee te deelen,
dat B. en W. zoudon pogen mr. Draayer,
den vroegeren functionaris, weer terug te
doen keerenl
Bij de S. D. A. P. is dit .gezien de uil-
lalingen van den heer Baart, geen persona
grata, omdat zijn adviezen niet altijd strook
ten met haar principes. Wanneer dat zoo
i?. och, dan ontziet men zich niet dat wat
cru te zeggen. Niet mee eens, dan beleedi-
gond in een hoek gooien, is daar blijkbaar
de leus. Hetzelfde deed de heer Van Stralen
met het artikel in ons blad over hetgeen de
dienst voor sociale zaken heeft gepresteerd,
dat zelfs B. en W. als auctores intellectuals
in de schoenen werd geschoven. Zeker on-
noodig te zeggen, dat wij niet dienen als
spreekbuis van B. en W. en zij zich niet
verlagen tot hetgeen de heer Van Stralen
ter uitwierp. Meer woorden hieraan verspil
len zullen we niet.
De S. D. A. P. heeft in 't algemeen weinig
waardeering voor de daden van de sociale
commissie, dat bleek uit de felle bestrijding
van het voorstel om een cursus te openen
tot omvorming van opperlieden tot metse
laars. Van den gegeven schilderscursus werd
niets overgelaten, deze cursus zou geen grein
nut hebben enz. Toen puntje bij paaltje
kwam, schoot echter de aap uil den mouw:
het verzet gold alleen den dwang, die ge
oefend worden kan in het belang der men-
chen zelf. Sommige menschen moeten nu
eenmaal van boven af worden opgevoed,
tegen hun eigen wil in.'Zonder den dwang
wilde de S. D. A. P. wel.
Dat deze voorgestelde cursus geen nut
zou afwerpen, daarmee waren enkele des
kundigen als dc heeren Huurman en v. Tol
die overigens het streven van B. en W. toe
juichten, het volledig eens uit^zuivere prac-^
*ijks-overwegingen. De heer Splinter deelde
'deze bezwaren niet in zoo erge male en ook
de wethouder beschikte over andere deskun
dige meeningen. Met kleine meerderheid
is het voorstel van B. en W. tenslotte aan
vaard en dat lijkt ons het verstandigste. Wij
jzullen ons geen technisch oordeel in dezen
aanmatigen, maar op den cursus leeren de
aangewezenen toch altijd wat en zij
worden werr eens beziggehouden. Alleen 't
laatste zou al voldoende motief zijn.
Aan deze kwestie is de gansche middag
bijkans verdaan.
Een kleine nederlaag leden B en W. door
aanneming van een amendement Verwey,
bepalend, dat aTle wijzigingen in de ver
ordeningen, regelende de jaarwedüen van
de leeraren aan M. O., Gymnasium etc. aan
de goedkeuring van den raad blijven onder
worpen, terwijl B. en W. de rijksregeling
machinaal wilden volgen, zoo de adviseurs
tenminste van één gevoelen waren.
Veel om 't lijf had noch het een, noch het
ander.
De avondzitting was aan onderwijs-zaken
gewijd. Opnieuw bleek daarbij, dat de tegen
stelling openbaarbijzonder onderwijs, pa
cificatie ten spijt, niet verdwenen is en ook
niet verdwijnen zal, tenzij de oplossing eens
zal worden gezocht in.de door ons herhaal
delijk uilgesproken richting van onderwijs:
volledig overheidszorg over alle geledingen.
Wat beduidde toch het, we durven wel
zeggen, z.g. verzet van den heer Spendel
togen den bouw van een openb. lagere
school in de Kooi? Niets. Voetstoots mocht
die bouw niet passeeren, daarmee was alles
gezegd. En de heer Zuidema moest, volko
men niet ter zake doende, vergelijkingen
maken met de aanvrage voor een Geref.
school aldaar.
En zuiver -rechts tegen links werd de
voorgestelde subsidie aan de Ghr. H. B. 5.
alhier verleend, waarmee de Lcidsche ge
meenteraad, goed.beschouwd, een cadeautje
geeft aan de buitengemeenten, die haar
moreele verplichtingen niet nakomen. Dat is
de quintessens der zaak, gelijk ook de voor
zitter de kwestie zag, los van allerlei, dat o.i.
niet ter zake doet in dit geval en waarop we
niet zullen ingaan. Slechls nog even dit:
staat niet vast, dat de gemeenschap aan de
Chr. H. B. S. finantieel een strop heeft?
Dit tegenover de voordeel-argumenten, die
werden aangevoerd. Die voordeel-argumen
ten doen o.i. echter niet te zake en dus ook
onze opmerking niet, maar worden de eerste
geponeerd, dan is ook de onze op haar
plaats.
De heer Zuidema wilde, plus royalisle
que le roi, nog verder gaan dan B. en W,
in meerderheid, maar zijn voorstel sneuvel
de, trots zijn aanval op de meerderheid in
het college. Van je vrienden moet je het
maar hebben
De rondvraag was als altijd.
Overredenen gedood. Dins
dagmiddag, omstreek vier uur, had aan
Piiet-Gijzenhrug een vrees elijk ongeluk
plaats.
De spoorwegarbeider Lampo werd op de
spoorbaan door een losse machine gegre
pen en was direct dood. Drie andere arbei
ders wisten bijtijds op zijde te springen.
Hindernissen op de elcctri-
sciie. Dc electrische trein, welke om
4.35 uur uit Rotterdam naar Scheveningcn
vertrekt, is gisteren tusschen Nootdorp Gn
Leidschfeiidam plotseling tot stilstand ge
komen. Het bleek, dat een buis der luctu-
drukinrichtang gesprongen was en dus de
xemblokken aangedrukt zaten. Er wand aan
Voorburg om bijstand, verzocht en intus-
schen getracht met een. uit Rotterdam ko
menden trein de stilstaande wagens op tc
duwen naar Voorburg, hetgeen eerst gelukte
nadat met veel 'moeite de remmen waren
losgemaakt. In Voorburg gekomen, konden
de reizigers overstappen in eert gereed-
staanden trein vóór Scheveningên, welke
echter tot overmaat van ramp eveneens
voor de halte Wassenaar onklaar raakte.
Doordat deze trein uit drie wagens bestond,
kon na een korte rustpoos de reis worden
voortgezet, en de reizigers kwamen in plaats
van om 5.07 uur om 5.55 uur te Schevenin-
gen aan. Een en ander was oorzaak, dat de
treinenloop tot circa 9 uur verstoord is
geweest.
Naar de Tel. vernoemt, heeft het onder
zoek, dat het rijksloezictyt op de spoorwegen
heeft ingesteld naar het onlangs plaats ge
had hebbende ongeval op de electrische
spoor RotterdamDen Haag uitgemaakt,
dat de snelheid, waarmee op dit traject ge
reden was, met het huidige materiaal gcon
gevaar oplevert voor de passagiers.
Woldiestal fce Rotterdam.
Reeds herhaaldelijk werden in de Rot-
terdamsche havens bransitodiofstallen ont
dekt, welke men elders getracht had op te
lossen. Thans is dc centrale recherche weer
een woldiefstal op het spoor gekomen, die
reeds voor maanden geconstateerd was.
Een Tilburgsche firma had meermalen
wol vermist uit zendingen ruwe wol, welke
gaaf uit Engeland verzonden waren. De Til
burgsche politoe onderzocht de zaak, ech
ter zonder resultaat. Thans zijn dc verba^
len der Tilburgsche politie naar Rotterdam
gezonden en hebben rechercheurs van het
hoofdbureau bij een opkoopcr, zekeren O.,
aan de Leeuwen laan, een partij wol van
300 K.G. gevonden, welke inmiddels door
de Tilburgsche firmb, is herkend. De dieven
zijm bij de politie oekend; de heler O. is
reeds aangehouden^
Worsteling in een auto.
Maandagavond, ongeveer 11 uur, wilde een
agent van politie lp Haarlem een automo
bilist aahmanen tót slilslaan, omdat hij
ontdekte, dat er sprake was van dronken
schap. De automobilist reed door. De agent
sprong op de treeplank en sommeerde nog
maals tot stoppen. De chauffeur en de
andere inzittende bedreigden den agent en
stompten hem op de borsl en kin. Er ont
stond een worsteling, en de agent zag zich
gedwongen in de auto ie schieten. Niemand
werd getroffen. Op de Groole Markt bracht
de chauffeur de wagen lot stilstand, waarna
hij met groote moeite door een aantal agen
ten werd gearresteerd en in bewaring ge
steld. De andere inzittende wist te ont
komen. De recherche stelt een onderzoek in.
Staking van sloopers. De
sloopers, die de huizen in de Vijzelstraat te
Amsterdam afbreken zijn gistermorgen in
slaking gegaan in verband mot een geschil
met den ondernemer over de uitbetaling van
loon voor overwerk en gegeven ontslag. Het
sloopingswerk, dat reed9 in vollen gang was
werd hierdoor groolendeels stop gezet.
Lu it.-vüeg er J. II. Mulder f.
De eersle-luitenant-^lieger J. H. Mulder, die,
gelijk gemeld, gezeten op een duozitting van
oen door den 2e luitenant J. Haasnool be
stuurd motorrijwiel tegen den gesloten
spoorwegboom van het elation te Socst-
duinen gereden is en daarbij hoogst ernsiig
werd verwond, is aan zijn verwondingen
overleden.
„Betooverd" meisje t e S l i e-
drecht. In Sliodrecht is iels wonderbaar
lijks te zien: „,een betooverd meisje, dat
door den geest van baar buurvrouw behekst
is en niet zal genezen, vóór de loovonares
door een zegenbede de beloovcring verbro
ken heeft."
Gaan wij weer terug naar de middel
eeuwen? Zijn er inderdaad geheimzinnige
krachten, die op het zieke meisje ton kwade
inwerken? Of heeft men hier te doen met
een handigen exploitant van het op het
platteland nog niet uitgestorven bijgeloof?
Het antwoord op dezé vragen vindt men
vanzelf, wanneer men de geschiedenis van
het betooverde meisje vólgt.
Op den Dijk te Sliedrecht. wijk D. 15,
woont de familie V. De 19-jarige Gezin a V.
-is reeds sedert een half jaar lijdende aan
een eigenaardige ziekte. Zij lijdt aan een
soort vetzucht, wat bij haar kleine gestalte
te meer opvalt. Bovendien is zij vaak bed
legerig en zwak van hoofd De huisdokter
zat met het geval verlegen. Zoo kwam men
er toe elders mcdischen raad eri voorlich
ting te zoeken.
Een buurvrouw, die achter de woning van
de familie V. woont, de bejaarde vrouw M.,
.wist er wat op. Men moest eens den toover-
dokter van Gorinchcm raadplegen. En dus
trok vrouw V. met haar dóchter naar Go-
rinohem. De tooverdokter bleek een eer
zame zadelmaker te zijn, dio bij wijze van
bijverdienste als tooverdokter praktijk uit
oefender Nauwelijks had hij hel meisje ge
zien, of zijn diagnose stond vast: het meisje
was behekst door een too verkol. De moei
lijkheid was nu, de tooverkol le ontdekken.
Want dio alleen zou in staat zijn de betoo-
vering te bezweren.
Vrouw V. nam de uitspraak van den too
verdokter onmiddellijk aan als dc ecnig
juiste oplossing. Waren de boomen op haar
land niet verdord?
Wat? vroeg de wonderdokter. Zijn dc
boomen op uw land verdord? Dan moet u
de toovenaarslcr zoeken in uw naaste om
geving l
Doch hoe uit le vinden wie die kwade
RECLAME.
7711
Alleenverkoop voor Leiden en Omstreken.
gocst wel was? Ook daar wist d« wonder
dokter raad op
„Ga naar huis", zoo orakelde hij. „en do
vtouw, die het eerst naar den welstand van
je dochter vraagt, heeft in haar binnenste
den kwaden geest, waarmee hel ongelukkige
kind I>ehek9t is Zij is de hoofdpersoon!"
Hij prevelde een formule en begon een
wonderdrank te bereiden, dio hij vrouw V.
ter hand slelde.
„Laat zoo sprak hij verder de too
verkol drinken van dezen drank en zij zal
bereid zijn, je dochter te zegenen, zoodat de
bcloovering ophoudt en ze weer gezond en
vroolijk wordt!"
Verheugd ging vrouw V. naar huis, ver
gezeld van hel zieke kind. En groot was
haar verwondering, toen zij nauwelijks
thuis gekomen werd aangesproken door haar
buurvrouw., mej. K die belangstellend
vroeg: „hoe gaat 't nou met Gezina?"
Geen twijfel mogelijk, mej. K. was de
tooverkol, de kwade geesl!
Fluks werd een familieraad bijeen geroe
pen. waaraan deelnamen: vrouw 'V.. de
zieke dochler Geziena, vrouw M., de buur
vrouw. die den goeden raad 1iad gegeven en
Me bejaarde vader van vrouw V.
Eenige dagen later, om elf uur in den
morgen, werd met een krijgslist buurvrouw
K. uit haar huisje gelokt.
„Ach vrouw IC, kom eens gauw even
kijken", zoo riep vrouw V. haar buurvrouw
toe. En vrouw K., die nooit veel bij de buren
aan huis kwam. ging terstond kijken, want
ze dacht, dat er iemand was flauw gevallen
Geven we nu even het woord aan vrouw
K., om haar wedervaren van dien ochtend
tc vertellen
„Zo hadden al dikwijls raar gedaan",
aldus vrouw K., doelend op haar buren. ..En
allijd hadden ze het over looverij gehad.
Maar zoo vreemd als dien morgen hel" ik ze
ïiog nooit gezien. Ik kom goedsmoeds bin
nen en daar zit heel de familie om de tafel.
Is er soms een jarig? vraag ik. Toen deed
de ouwe man het woord. Ja. vrouw IC, zei
hij. je bent nou hier gekomen en we zullen
't je maar eens goed zeggen. We weten d'r
alles van".
„Wal weet ie dan zoo al", vraag ik.
„Dat jij mei je geesl in huis komt. Dat
meisje heb je in je macht. En de boomen in
het land staan te verdorren. Dal meisje, dal
zoo zwaar wordt, heb jij zoo gemaakt. En
nou eischen wij, dal je er een eind aan
maakt. Onlkcn maar niclt Wij hebben de
proef genomen met den bijbel op tafel en
de sleutel heetl gedraaid naar je huis".
Ik begreep er niels van. En daar zegt het
zieke meisje: nou is het lijd voor een glaasje
wijn. Een flescli wordt ontkurkt en ze
schonken in. Maar of zij nou uit twee flcs-
schen hebben geschonken weet ik niet, want
ze hielden me den heelen tijd aan de praat.
De wijn smaakte zurig en ik voelde m'n lip
wegtrekken. Toen ik liet op had, wilden ze.
dat ik hel meisje zou zegenen. Ik raakte d'r
heclemaal van overstuur en wilde naar
huis, omdat 't de tijd was, dat m'n zoon
thuis moest komen om te eten. Maar ik
mocht niet weg. „Nou ben jc hier, nou blijf
je hier", riepen ze allemaal door elkaar. En
de dochter vroeg maar: „je moet me zege^
nen, want jij kan tooveren!"
Vrouw V. drong aan: zeg nou „God zegen
je dan gaat hel goed met m'n dochler. Ze
boden mij f 100 als ik haar beter maakte.
En toen ik zeide dat ik niet verlegen was
om geld, dreigden ze, degene dio het'meisje
in zulk een toestand had gebracht le zullen
wurgen
Toen was 't genoeg. En ik stond op om
weg te gaan. De oude vrouw M. was de
deur uitgegaan en van die gelegenheid wilde
ik gebruik maken om ook heen te gaan,
maar zij gingen vóór de deur staan en wil
den mij er niet uitlaten.
Mijn dochters riepen me en ik antwoordde
,.dat ik er niet uilkon". Inlusschen was m'n
zoon thuisgekomen. En toen hij hoorde, dat
ze me vasthielden, ging hij naar het huis
van vrouw V. en trok aan de bel.
„Je moeder mag er niet uit, al wordt het
vier uur", riep vrouw V., want je moeder
heeft hel gedaan."
De jongen heeft toen een trap legen de
deur gegeven, waarop ze hebben openge
daan en ik weg kon. Thuis gekomen, vonden
zo allemaal, dat m'n lippen blauflr zagen en
als het ware weggetrokken waren. Later
kregen m'n lippen weer de normale kleur
en ging dat trekkerige gevoel in m'n lip
pen weg.
Tot zoover hol verhaal van mej. IC.
De politie zal de verbalen ter beschikking
stellen van den officier le Dordrecht. En
deze moet dan uilmaken, in hoeverre hier
een geval van vrijhcids.berooving plaats
had. Ook zal daar worden nagegaan, of de
Door Mrs. C, N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel.
43)
„Ziet u wol, dat u krankzinnig is." riep
zij. En zich tot het Jialf dozijn vrouwen
wendende, dat in een zivijge.de groep bleef
zitten, zei zij: „Wat zat ik doen? Om den
directeur of 0111 den dokter zenden?"
„Wees dankbaar, dat ik niet om :1e politie
zend, om u en uw dochter te laten arres-
leeren," gilde lady Ethington. „Er zija be
wijzen genoeg, dg! zij de juweeien vah ons
beiden wegnam, en wat cr ook gebeurt, ik
ben van plan de mijne terug le krijgen. Z'j
zullen niet verkoflit worden om uw schu'-
den te betalen."
„Wil iemand even bellen en den dokter
laten roepen?" zei lady Marsden. „Deze
vrouw heeft (olaal haar verstand verloren."
„Ik geloof," zei een van de anderen, „dat
het beter is ais we niet bellen. Het beste is
het voor iedereen, die het aangaat, dat het
onder ons blijft, U moogt ook wei weien,
Jady Marsden. dat de gravin lady Viola ver
dacht, hoewel geen van ons natuurlijk kan
zeggen op welke gronden. Zij scheen er
echter heel zeker van te zijn, en u ziet dus,
of ie lieve lady Eihinglon gelijk heeft dan
wel ongelijk, krankzinnig is zij in ieder
tevat niet."
a' een afschuwelijke en leelijke iC-
Jchultngingl" riep lady Marsden. „Die kon
•Heen opkomen, in het hoofd van een ja,,
loersehe vrouw. Beide vrouwen zijn krank
zinnig jaloersch geweest op mijn arm, on
schuldig kind. Dit is een samenzwering
tegen haar. tk begrijp nu het geheim van
liet plotseling verdwijnen van de gravin.
Mijnheer Mc. Kinnon, de directeur, heeft
zeker gehoord van dit schandelijk komplot
en haar eenvoudig de deur uitgezet. Ik zal
met hem spreken, en ik waarschuw u voor
uit, lady Ethington, dat u dan ook beter
doet met maatregelon te treffen om we.g le
gaan."
Nu was het de tieurt van lady Ethington
om te lachen, wat zij dan ook deod, schril
en hatelijk.
Bespottelijke idioot," riep zij. „Weet u
niet, dat u en uw dochter op den rand van
een afgrond loopen? Misschien heeft op dit
zelfde oogenblik oen detective de bewijzen
in handen, die uw dochter in de gevangenis
zullen brengen."
„Misschien is zij een kleptomaan, lady
Marsden," zei een van de dames, die noch
rijk, noch voornaam was, en die bij een
or.vergelelijke gelegenheid door de trolseho
gravin Marsden was afgesnauwd.
De vervolgde vrouw verwaardigde zicli
niet te antwoorden, maar voelend, dal zij
op hel punt slond te vervallen in minder
waardig terugschelden, giug zij zonder een
woord meer te zeggen de kamer uit.
Vandaar ging zij regelrecht naar tiaar
eigen kamer, waar zij een oogendlik in
diepe gedachten stil bleef slaan achler de
haastig gegrendelde deur.
Zij dacht aan de oorknop van de gravin,
die in de kanten van Viola's japon hing,
want hoewel zij niet iri de kamer van haar
dochter was geweest, toen de vreemde ont
dekking werd gedaan, had zij toch het ge
sprek tusschen Viola en Sheila geboord. Ja.
hel was wel zeker, dat er een komplot Se-
slond. een ongelooftijk boosaardig komplot,
uitgedacht door twee jaloersche, geweten-
looze vrouwen. Maar zou het gemakke
lijk zijn le bewijzen, dat het een komplot
wa3? Hadden zij misschien hun spel niet
sluwer gespeeld, dan zij wist? Ondanks
■haar woedende verontwaardiging legen lady
Ethington en gravin Karovski en al haar
vriendinnen, begon lady Marsden heel bang
te worden.
Wanneer er eens werkelijk een deteelive
in huis was? Ja, er zou er waarschijnlijk
wel een zijn, want mr. Mc. Kinnon zou
ongclwijfeld zoo gauw mogelijk naar de
naaslbijgelegen groote stad hebben gezon
den, en wanneer het nu eens in zijn hoofd
werd gebracht om Viola te verdenken?
Het zou waarschijnlijk wel een stom
hoofd zijn en daarom dus de3 te gevaar
lijker. Misschien waren er nog andere strik
ken gezet, waarvan zij en Viola niels wislen
en niets welen zouden vóór het te laat was.
Wat zou «en onhandige deteelive een on
herstelbaar vreeselijk kwaad kunnen aan
richten I
Lady Marsden zou graag de zaken be
sproken hebben met Viola, maar zij zag er
tegenop haar de waarheid te vertellen bij
de stemming, waarin het meisje nu ver
keerde. In plaats daarvan belde zij en beval
den bediende om mr. Mc. Kinnon le zeggen,
dat zij hem terstond wenschle te spreken.
Ilij kwam na een zeer korte poos, die
haar echter at lang genoeg scheen, en vóór
hij tijd had haar een vraag te doen, begon
lady Marsden a! haar grieven uil le storten.
Zij. en haar dochter waren schandelijk
Beleêdigd in zijn huis. Zij wenschle onmid
dellijk weg te gaan en haar Londenschcn
advocaat te raadplegen.
„Maar ladv Marsden, ik vrees, da! hel
in de tegenwoordige omstandigheden on
mogelijk is dat wit zeggen, ik bedoel,
dal het hel besle voor u is om nieUt: gaan"
„Wanneer u doelt op het bagatol. dal ik
u nog voor ons verblijf hier schuldig
benbegon lady Mar9den. Maar de
direcleur viel haar beleefd in de rede.
„Neon, dal is hel niet," antwoordde hij.
„hoewel ik moet bekennen, dat het me heel
aangenaam zou zijn, als het u zou schikken
met te betafen Maar u weet, dat er ge
ruchten de ronde doen, ongetwijfeld onzin,
gruwelijke onzin, en ik iieb mijn best ge
daan te voorkomen, dot u er mcc werd
laslig gevallen. Maar het is nu eenmaal
zoo, en hel is gebeurd. Waarlijk, lady Mars
den, hel eenige. wat er nu le doen is voor
u en lady Marsden, is te blijven waar u
benl. totdat dc geschiedenis van de juwee
ien is opgehelderd, wat elk oogenbiik het
geval kan zijn."
„Is het waar. dal er een detective in
huis is?"
„Natuurlijk, ik kan het wel toegeven, nu
hei toch eenmaal bekend is geworden."
„En worden mijn dochler eft ik be
waakt?"
„Iedereen in hel holel slaat min ot moer
onder controle."
Lady Marsden beet zich op de lippen en
haar oogen straalden van een gevaarlijk
licht.
„Ik zal u niel langer ophouden," zei zij,
„daar u niel van plan schijnt me le Be
schermen."
„Ik ben niet in staal meer tc doen dan
ik gedaan heb en nog doe hel Jpijt me bui
tengewoon, dat ik liet zeggen moei."
„Laat me dan (en minste alleen."
Hij liet hel zich geen twee keer zeggen.
En m»! wal lady Marsden op het oogenblik
en in de oogenblikken, die nog volgdon,
leed, was Sheila Douglas len volle gewro,
ken.
HOOFDSTUK XVIII.
Sheila's plan.
„Ik moet u een oogenblik spreken over
een kwestie op leven en dood," bad Sheila
aan Carrington geschreven, en had in
de haast en spanning vergeten een
plaats van ontmoeting op te geven, maar
Carrington wisi, loon hij het las, dat hij
hel meisje zou kunnen vinden mei hulp
van den portier.
In hel nieuwe licht, dal Sheila er op
geworpen had, kreeg de scène, die juist had
plaats gehad, een geheel andere beleekenis.
Zij kon slechts tin beteekertis hebben, zij
had getracht hem te waarschuwen voor een
aanslag op Derby's leven en misschim ook
op hel zijne, door middel van vergif.
Carrington had niet vee! op mei Franklin
en minder dan ooit na diens bruuske aan
kondiging van zijn verloving mei lady Viola
Rayne; maar hij had niet den geringslcn
argwaan gekoesterd tegen hel karakter van
don man.
Hij herinnerde zich de voorbijgaande uit
drukking van woede op Franklins gezicht,
toen de hond hel glas whiskey-soda, dat
Derby net aan zijn lippen wilde brengen,
had gebroken. Als Sheila Douglas gelijk
had, had Bruce hel leven van zijn meester
gered.
„Laten we nog één keer probcercn een
afscheidsdronk tc nemen vóór wij gaan
slapen," slelde Franklin lachend vcor. „Ik
heb hier aHijd genoeg glazen," en hij ging
naar een ouderwetsche muurkast met een
door een aardig gordijn bedekte glasdeur.
(Wordt vervolgd).