J. C. v. d. STEEN Co. HICT Gil mVAN DEZE REEPEN NOG NIET GEPROEFD Het Ondergrondsche Syndicaat No- 20341. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 7 Juli Tweede Blad Anno 1926. UIT DE RAADZAAL GEMENGD NIEUWS. Vraagt uitersten prijs bij: Pieterskerkgracht 18 2ü, Leiden. Telefoon 1127. FEUILLETON. Een onverkwikkelijke silting Eindeloos gepraat. Maandag vond do raad opeens een vorm terug, dien hij den Laatsten tijd aardig had afgelegd. Gevolg: eindeloos gepraat en de perste avondzitting in dit jaar, wanneer wij ons niet vergissen. Met allen eerbied voor onze vroede vaderen de moederen heb ben er geen schuld aan! gepraat is fei telijk te netjes uitgedrukt voor hetgeen ten beste werd gegeven. De raad was toch weer onward in een debatingclub van niet hoog staand allooi, zoodat enkele onverkwikke lijke incidenten plaats vonden, culmineerend in den ongepasten uitval van den heer an Stralen tegen wethouder Sanders. Het lust ons niet, daarop vercter in ie gaan. Slechts nog c-en paar zakelijke l*antteekeningen. De lieer Van Eek maakte bezwaar, dat de L.'/,.C. beheerder was van den reddings brigade-dienst, maar vergat, zooals de bur gemeester deed uitkomen, "dat deze dienst slaat naast de zorg der overheid. Iets anders was de subsidie-verhooging Al was die niet direct noodzakelijk, ongewenscht zou zij toch niet zijn geweest, want zoo royaal heeft deze nuttige brigade het niet. Bij de begrooting-behandeling voor 192G werd het geld voor den post van secretaris van de Commissie voor Sociale Zaken door den raad geschrapt en daarmee verviel doze post machinaal. B. en W. deden nu een voorstel om dezen post te herstellen, alleen de salarieering, destijds al van f 900 op f 600 gebracht, werd nu nog eens gehal- vrerd en op [300 teruggebracht. B. en W. ^en de meerderheid der commissie meenden •de hulp van eén jurist teu zeerste gewenscht. De tak van dienst is ongetwijfeld deze kleine uitgaaf wel waard, maar is voor f 300 een good jurist te krijgen.... Wethouder San- dors speelde open kaart door mee te deelen, dat B. en W. zoudon pogen mr. Draayer, den vroegeren functionaris, weer terug te doen keerenl Bij de S. D. A. P. is dit .gezien de uil- lalingen van den heer Baart, geen persona grata, omdat zijn adviezen niet altijd strook ten met haar principes. Wanneer dat zoo i?. och, dan ontziet men zich niet dat wat cru te zeggen. Niet mee eens, dan beleedi- gond in een hoek gooien, is daar blijkbaar de leus. Hetzelfde deed de heer Van Stralen met het artikel in ons blad over hetgeen de dienst voor sociale zaken heeft gepresteerd, dat zelfs B. en W. als auctores intellectuals in de schoenen werd geschoven. Zeker on- noodig te zeggen, dat wij niet dienen als spreekbuis van B. en W. en zij zich niet verlagen tot hetgeen de heer Van Stralen ter uitwierp. Meer woorden hieraan verspil len zullen we niet. De S. D. A. P. heeft in 't algemeen weinig waardeering voor de daden van de sociale commissie, dat bleek uit de felle bestrijding van het voorstel om een cursus te openen tot omvorming van opperlieden tot metse laars. Van den gegeven schilderscursus werd niets overgelaten, deze cursus zou geen grein nut hebben enz. Toen puntje bij paaltje kwam, schoot echter de aap uil den mouw: het verzet gold alleen den dwang, die ge oefend worden kan in het belang der men- chen zelf. Sommige menschen moeten nu eenmaal van boven af worden opgevoed, tegen hun eigen wil in.'Zonder den dwang wilde de S. D. A. P. wel. Dat deze voorgestelde cursus geen nut zou afwerpen, daarmee waren enkele des kundigen als dc heeren Huurman en v. Tol die overigens het streven van B. en W. toe juichten, het volledig eens uit^zuivere prac-^ *ijks-overwegingen. De heer Splinter deelde 'deze bezwaren niet in zoo erge male en ook de wethouder beschikte over andere deskun dige meeningen. Met kleine meerderheid is het voorstel van B. en W. tenslotte aan vaard en dat lijkt ons het verstandigste. Wij jzullen ons geen technisch oordeel in dezen aanmatigen, maar op den cursus leeren de aangewezenen toch altijd wat en zij worden werr eens beziggehouden. Alleen 't laatste zou al voldoende motief zijn. Aan deze kwestie is de gansche middag bijkans verdaan. Een kleine nederlaag leden B en W. door aanneming van een amendement Verwey, bepalend, dat aTle wijzigingen in de ver ordeningen, regelende de jaarwedüen van de leeraren aan M. O., Gymnasium etc. aan de goedkeuring van den raad blijven onder worpen, terwijl B. en W. de rijksregeling machinaal wilden volgen, zoo de adviseurs tenminste van één gevoelen waren. Veel om 't lijf had noch het een, noch het ander. De avondzitting was aan onderwijs-zaken gewijd. Opnieuw bleek daarbij, dat de tegen stelling openbaarbijzonder onderwijs, pa cificatie ten spijt, niet verdwenen is en ook niet verdwijnen zal, tenzij de oplossing eens zal worden gezocht in.de door ons herhaal delijk uilgesproken richting van onderwijs: volledig overheidszorg over alle geledingen. Wat beduidde toch het, we durven wel zeggen, z.g. verzet van den heer Spendel togen den bouw van een openb. lagere school in de Kooi? Niets. Voetstoots mocht die bouw niet passeeren, daarmee was alles gezegd. En de heer Zuidema moest, volko men niet ter zake doende, vergelijkingen maken met de aanvrage voor een Geref. school aldaar. En zuiver -rechts tegen links werd de voorgestelde subsidie aan de Ghr. H. B. 5. alhier verleend, waarmee de Lcidsche ge meenteraad, goed.beschouwd, een cadeautje geeft aan de buitengemeenten, die haar moreele verplichtingen niet nakomen. Dat is de quintessens der zaak, gelijk ook de voor zitter de kwestie zag, los van allerlei, dat o.i. niet ter zake doet in dit geval en waarop we niet zullen ingaan. Slechls nog even dit: staat niet vast, dat de gemeenschap aan de Chr. H. B. S. finantieel een strop heeft? Dit tegenover de voordeel-argumenten, die werden aangevoerd. Die voordeel-argumen ten doen o.i. echter niet te zake en dus ook onze opmerking niet, maar worden de eerste geponeerd, dan is ook de onze op haar plaats. De heer Zuidema wilde, plus royalisle que le roi, nog verder gaan dan B. en W, in meerderheid, maar zijn voorstel sneuvel de, trots zijn aanval op de meerderheid in het college. Van je vrienden moet je het maar hebben De rondvraag was als altijd. Overredenen gedood. Dins dagmiddag, omstreek vier uur, had aan Piiet-Gijzenhrug een vrees elijk ongeluk plaats. De spoorwegarbeider Lampo werd op de spoorbaan door een losse machine gegre pen en was direct dood. Drie andere arbei ders wisten bijtijds op zijde te springen. Hindernissen op de elcctri- sciie. Dc electrische trein, welke om 4.35 uur uit Rotterdam naar Scheveningcn vertrekt, is gisteren tusschen Nootdorp Gn Leidschfeiidam plotseling tot stilstand ge komen. Het bleek, dat een buis der luctu- drukinrichtang gesprongen was en dus de xemblokken aangedrukt zaten. Er wand aan Voorburg om bijstand, verzocht en intus- schen getracht met een. uit Rotterdam ko menden trein de stilstaande wagens op tc duwen naar Voorburg, hetgeen eerst gelukte nadat met veel 'moeite de remmen waren losgemaakt. In Voorburg gekomen, konden de reizigers overstappen in eert gereed- staanden trein vóór Scheveningên, welke echter tot overmaat van ramp eveneens voor de halte Wassenaar onklaar raakte. Doordat deze trein uit drie wagens bestond, kon na een korte rustpoos de reis worden voortgezet, en de reizigers kwamen in plaats van om 5.07 uur om 5.55 uur te Schevenin- gen aan. Een en ander was oorzaak, dat de treinenloop tot circa 9 uur verstoord is geweest. Naar de Tel. vernoemt, heeft het onder zoek, dat het rijksloezictyt op de spoorwegen heeft ingesteld naar het onlangs plaats ge had hebbende ongeval op de electrische spoor RotterdamDen Haag uitgemaakt, dat de snelheid, waarmee op dit traject ge reden was, met het huidige materiaal gcon gevaar oplevert voor de passagiers. Woldiestal fce Rotterdam. Reeds herhaaldelijk werden in de Rot- terdamsche havens bransitodiofstallen ont dekt, welke men elders getracht had op te lossen. Thans is dc centrale recherche weer een woldiefstal op het spoor gekomen, die reeds voor maanden geconstateerd was. Een Tilburgsche firma had meermalen wol vermist uit zendingen ruwe wol, welke gaaf uit Engeland verzonden waren. De Til burgsche politoe onderzocht de zaak, ech ter zonder resultaat. Thans zijn dc verba^ len der Tilburgsche politie naar Rotterdam gezonden en hebben rechercheurs van het hoofdbureau bij een opkoopcr, zekeren O., aan de Leeuwen laan, een partij wol van 300 K.G. gevonden, welke inmiddels door de Tilburgsche firmb, is herkend. De dieven zijm bij de politie oekend; de heler O. is reeds aangehouden^ Worsteling in een auto. Maandagavond, ongeveer 11 uur, wilde een agent van politie lp Haarlem een automo bilist aahmanen tót slilslaan, omdat hij ontdekte, dat er sprake was van dronken schap. De automobilist reed door. De agent sprong op de treeplank en sommeerde nog maals tot stoppen. De chauffeur en de andere inzittende bedreigden den agent en stompten hem op de borsl en kin. Er ont stond een worsteling, en de agent zag zich gedwongen in de auto ie schieten. Niemand werd getroffen. Op de Groole Markt bracht de chauffeur de wagen lot stilstand, waarna hij met groote moeite door een aantal agen ten werd gearresteerd en in bewaring ge steld. De andere inzittende wist te ont komen. De recherche stelt een onderzoek in. Staking van sloopers. De sloopers, die de huizen in de Vijzelstraat te Amsterdam afbreken zijn gistermorgen in slaking gegaan in verband mot een geschil met den ondernemer over de uitbetaling van loon voor overwerk en gegeven ontslag. Het sloopingswerk, dat reed9 in vollen gang was werd hierdoor groolendeels stop gezet. Lu it.-vüeg er J. II. Mulder f. De eersle-luitenant-^lieger J. H. Mulder, die, gelijk gemeld, gezeten op een duozitting van oen door den 2e luitenant J. Haasnool be stuurd motorrijwiel tegen den gesloten spoorwegboom van het elation te Socst- duinen gereden is en daarbij hoogst ernsiig werd verwond, is aan zijn verwondingen overleden. „Betooverd" meisje t e S l i e- drecht. In Sliodrecht is iels wonderbaar lijks te zien: „,een betooverd meisje, dat door den geest van baar buurvrouw behekst is en niet zal genezen, vóór de loovonares door een zegenbede de beloovcring verbro ken heeft." Gaan wij weer terug naar de middel eeuwen? Zijn er inderdaad geheimzinnige krachten, die op het zieke meisje ton kwade inwerken? Of heeft men hier te doen met een handigen exploitant van het op het platteland nog niet uitgestorven bijgeloof? Het antwoord op dezé vragen vindt men vanzelf, wanneer men de geschiedenis van het betooverde meisje vólgt. Op den Dijk te Sliedrecht. wijk D. 15, woont de familie V. De 19-jarige Gezin a V. -is reeds sedert een half jaar lijdende aan een eigenaardige ziekte. Zij lijdt aan een soort vetzucht, wat bij haar kleine gestalte te meer opvalt. Bovendien is zij vaak bed legerig en zwak van hoofd De huisdokter zat met het geval verlegen. Zoo kwam men er toe elders mcdischen raad eri voorlich ting te zoeken. Een buurvrouw, die achter de woning van de familie V. woont, de bejaarde vrouw M., .wist er wat op. Men moest eens den toover- dokter van Gorinchcm raadplegen. En dus trok vrouw V. met haar dóchter naar Go- rinohem. De tooverdokter bleek een eer zame zadelmaker te zijn, dio bij wijze van bijverdienste als tooverdokter praktijk uit oefender Nauwelijks had hij hel meisje ge zien, of zijn diagnose stond vast: het meisje was behekst door een too verkol. De moei lijkheid was nu, de tooverkol le ontdekken. Want dio alleen zou in staat zijn de betoo- vering te bezweren. Vrouw V. nam de uitspraak van den too verdokter onmiddellijk aan als dc ecnig juiste oplossing. Waren de boomen op haar land niet verdord? Wat? vroeg de wonderdokter. Zijn dc boomen op uw land verdord? Dan moet u de toovenaarslcr zoeken in uw naaste om geving l Doch hoe uit le vinden wie die kwade RECLAME. 7711 Alleenverkoop voor Leiden en Omstreken. gocst wel was? Ook daar wist d« wonder dokter raad op „Ga naar huis", zoo orakelde hij. „en do vtouw, die het eerst naar den welstand van je dochter vraagt, heeft in haar binnenste den kwaden geest, waarmee hel ongelukkige kind I>ehek9t is Zij is de hoofdpersoon!" Hij prevelde een formule en begon een wonderdrank te bereiden, dio hij vrouw V. ter hand slelde. „Laat zoo sprak hij verder de too verkol drinken van dezen drank en zij zal bereid zijn, je dochter te zegenen, zoodat de bcloovering ophoudt en ze weer gezond en vroolijk wordt!" Verheugd ging vrouw V. naar huis, ver gezeld van hel zieke kind. En groot was haar verwondering, toen zij nauwelijks thuis gekomen werd aangesproken door haar buurvrouw., mej. K die belangstellend vroeg: „hoe gaat 't nou met Gezina?" Geen twijfel mogelijk, mej. K. was de tooverkol, de kwade geesl! Fluks werd een familieraad bijeen geroe pen. waaraan deelnamen: vrouw 'V.. de zieke dochler Geziena, vrouw M., de buur vrouw. die den goeden raad 1iad gegeven en Me bejaarde vader van vrouw V. Eenige dagen later, om elf uur in den morgen, werd met een krijgslist buurvrouw K. uit haar huisje gelokt. „Ach vrouw IC, kom eens gauw even kijken", zoo riep vrouw V. haar buurvrouw toe. En vrouw K., die nooit veel bij de buren aan huis kwam. ging terstond kijken, want ze dacht, dat er iemand was flauw gevallen Geven we nu even het woord aan vrouw K., om haar wedervaren van dien ochtend tc vertellen „Zo hadden al dikwijls raar gedaan", aldus vrouw K., doelend op haar buren. ..En allijd hadden ze het over looverij gehad. Maar zoo vreemd als dien morgen hel" ik ze ïiog nooit gezien. Ik kom goedsmoeds bin nen en daar zit heel de familie om de tafel. Is er soms een jarig? vraag ik. Toen deed de ouwe man het woord. Ja. vrouw IC, zei hij. je bent nou hier gekomen en we zullen 't je maar eens goed zeggen. We weten d'r alles van". „Wal weet ie dan zoo al", vraag ik. „Dat jij mei je geesl in huis komt. Dat meisje heb je in je macht. En de boomen in het land staan te verdorren. Dal meisje, dal zoo zwaar wordt, heb jij zoo gemaakt. En nou eischen wij, dal je er een eind aan maakt. Onlkcn maar niclt Wij hebben de proef genomen met den bijbel op tafel en de sleutel heetl gedraaid naar je huis". Ik begreep er niels van. En daar zegt het zieke meisje: nou is het lijd voor een glaasje wijn. Een flescli wordt ontkurkt en ze schonken in. Maar of zij nou uit twee flcs- schen hebben geschonken weet ik niet, want ze hielden me den heelen tijd aan de praat. De wijn smaakte zurig en ik voelde m'n lip wegtrekken. Toen ik liet op had, wilden ze. dat ik hel meisje zou zegenen. Ik raakte d'r heclemaal van overstuur en wilde naar huis, omdat 't de tijd was, dat m'n zoon thuis moest komen om te eten. Maar ik mocht niet weg. „Nou ben jc hier, nou blijf je hier", riepen ze allemaal door elkaar. En de dochter vroeg maar: „je moet me zege^ nen, want jij kan tooveren!" Vrouw V. drong aan: zeg nou „God zegen je dan gaat hel goed met m'n dochler. Ze boden mij f 100 als ik haar beter maakte. En toen ik zeide dat ik niet verlegen was om geld, dreigden ze, degene dio het'meisje in zulk een toestand had gebracht le zullen wurgen Toen was 't genoeg. En ik stond op om weg te gaan. De oude vrouw M. was de deur uitgegaan en van die gelegenheid wilde ik gebruik maken om ook heen te gaan, maar zij gingen vóór de deur staan en wil den mij er niet uitlaten. Mijn dochters riepen me en ik antwoordde ,.dat ik er niet uilkon". Inlusschen was m'n zoon thuisgekomen. En toen hij hoorde, dat ze me vasthielden, ging hij naar het huis van vrouw V. en trok aan de bel. „Je moeder mag er niet uit, al wordt het vier uur", riep vrouw V., want je moeder heeft hel gedaan." De jongen heeft toen een trap legen de deur gegeven, waarop ze hebben openge daan en ik weg kon. Thuis gekomen, vonden zo allemaal, dat m'n lippen blauflr zagen en als het ware weggetrokken waren. Later kregen m'n lippen weer de normale kleur en ging dat trekkerige gevoel in m'n lip pen weg. Tot zoover hol verhaal van mej. IC. De politie zal de verbalen ter beschikking stellen van den officier le Dordrecht. En deze moet dan uilmaken, in hoeverre hier een geval van vrijhcids.berooving plaats had. Ook zal daar worden nagegaan, of de Door Mrs. C, N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel. 43) „Ziet u wol, dat u krankzinnig is." riep zij. En zich tot het Jialf dozijn vrouwen wendende, dat in een zivijge.de groep bleef zitten, zei zij: „Wat zat ik doen? Om den directeur of 0111 den dokter zenden?" „Wees dankbaar, dat ik niet om :1e politie zend, om u en uw dochter te laten arres- leeren," gilde lady Ethington. „Er zija be wijzen genoeg, dg! zij de juweeien vah ons beiden wegnam, en wat cr ook gebeurt, ik ben van plan de mijne terug le krijgen. Z'j zullen niet verkoflit worden om uw schu'- den te betalen." „Wil iemand even bellen en den dokter laten roepen?" zei lady Marsden. „Deze vrouw heeft (olaal haar verstand verloren." „Ik geloof," zei een van de anderen, „dat het beter is ais we niet bellen. Het beste is het voor iedereen, die het aangaat, dat het onder ons blijft, U moogt ook wei weien, Jady Marsden. dat de gravin lady Viola ver dacht, hoewel geen van ons natuurlijk kan zeggen op welke gronden. Zij scheen er echter heel zeker van te zijn, en u ziet dus, of ie lieve lady Eihinglon gelijk heeft dan wel ongelijk, krankzinnig is zij in ieder tevat niet." a' een afschuwelijke en leelijke iC- Jchultngingl" riep lady Marsden. „Die kon •Heen opkomen, in het hoofd van een ja,, loersehe vrouw. Beide vrouwen zijn krank zinnig jaloersch geweest op mijn arm, on schuldig kind. Dit is een samenzwering tegen haar. tk begrijp nu het geheim van liet plotseling verdwijnen van de gravin. Mijnheer Mc. Kinnon, de directeur, heeft zeker gehoord van dit schandelijk komplot en haar eenvoudig de deur uitgezet. Ik zal met hem spreken, en ik waarschuw u voor uit, lady Ethington, dat u dan ook beter doet met maatregelon te treffen om we.g le gaan." Nu was het de tieurt van lady Ethington om te lachen, wat zij dan ook deod, schril en hatelijk. Bespottelijke idioot," riep zij. „Weet u niet, dat u en uw dochter op den rand van een afgrond loopen? Misschien heeft op dit zelfde oogenblik oen detective de bewijzen in handen, die uw dochter in de gevangenis zullen brengen." „Misschien is zij een kleptomaan, lady Marsden," zei een van de dames, die noch rijk, noch voornaam was, en die bij een or.vergelelijke gelegenheid door de trolseho gravin Marsden was afgesnauwd. De vervolgde vrouw verwaardigde zicli niet te antwoorden, maar voelend, dal zij op hel punt slond te vervallen in minder waardig terugschelden, giug zij zonder een woord meer te zeggen de kamer uit. Vandaar ging zij regelrecht naar tiaar eigen kamer, waar zij een oogendlik in diepe gedachten stil bleef slaan achler de haastig gegrendelde deur. Zij dacht aan de oorknop van de gravin, die in de kanten van Viola's japon hing, want hoewel zij niet iri de kamer van haar dochter was geweest, toen de vreemde ont dekking werd gedaan, had zij toch het ge sprek tusschen Viola en Sheila geboord. Ja. hel was wel zeker, dat er een komplot Se- slond. een ongelooftijk boosaardig komplot, uitgedacht door twee jaloersche, geweten- looze vrouwen. Maar zou het gemakke lijk zijn le bewijzen, dat het een komplot wa3? Hadden zij misschien hun spel niet sluwer gespeeld, dan zij wist? Ondanks ■haar woedende verontwaardiging legen lady Ethington en gravin Karovski en al haar vriendinnen, begon lady Marsden heel bang te worden. Wanneer er eens werkelijk een deteelive in huis was? Ja, er zou er waarschijnlijk wel een zijn, want mr. Mc. Kinnon zou ongclwijfeld zoo gauw mogelijk naar de naaslbijgelegen groote stad hebben gezon den, en wanneer het nu eens in zijn hoofd werd gebracht om Viola te verdenken? Het zou waarschijnlijk wel een stom hoofd zijn en daarom dus de3 te gevaar lijker. Misschien waren er nog andere strik ken gezet, waarvan zij en Viola niels wislen en niets welen zouden vóór het te laat was. Wat zou «en onhandige deteelive een on herstelbaar vreeselijk kwaad kunnen aan richten I Lady Marsden zou graag de zaken be sproken hebben met Viola, maar zij zag er tegenop haar de waarheid te vertellen bij de stemming, waarin het meisje nu ver keerde. In plaats daarvan belde zij en beval den bediende om mr. Mc. Kinnon le zeggen, dat zij hem terstond wenschle te spreken. Ilij kwam na een zeer korte poos, die haar echter at lang genoeg scheen, en vóór hij tijd had haar een vraag te doen, begon lady Marsden a! haar grieven uil le storten. Zij. en haar dochter waren schandelijk Beleêdigd in zijn huis. Zij wenschle onmid dellijk weg te gaan en haar Londenschcn advocaat te raadplegen. „Maar ladv Marsden, ik vrees, da! hel in de tegenwoordige omstandigheden on mogelijk is dat wit zeggen, ik bedoel, dal het hel besle voor u is om nieUt: gaan" „Wanneer u doelt op het bagatol. dal ik u nog voor ons verblijf hier schuldig benbegon lady Mar9den. Maar de direcleur viel haar beleefd in de rede. „Neon, dal is hel niet," antwoordde hij. „hoewel ik moet bekennen, dat het me heel aangenaam zou zijn, als het u zou schikken met te betafen Maar u weet, dat er ge ruchten de ronde doen, ongetwijfeld onzin, gruwelijke onzin, en ik iieb mijn best ge daan te voorkomen, dot u er mcc werd laslig gevallen. Maar het is nu eenmaal zoo, en hel is gebeurd. Waarlijk, lady Mars den, hel eenige. wat er nu le doen is voor u en lady Marsden, is te blijven waar u benl. totdat dc geschiedenis van de juwee ien is opgehelderd, wat elk oogenbiik het geval kan zijn." „Is het waar. dal er een detective in huis is?" „Natuurlijk, ik kan het wel toegeven, nu hei toch eenmaal bekend is geworden." „En worden mijn dochler eft ik be waakt?" „Iedereen in hel holel slaat min ot moer onder controle." Lady Marsden beet zich op de lippen en haar oogen straalden van een gevaarlijk licht. „Ik zal u niel langer ophouden," zei zij, „daar u niel van plan schijnt me le Be schermen." „Ik ben niet in staal meer tc doen dan ik gedaan heb en nog doe hel Jpijt me bui tengewoon, dat ik liet zeggen moei." „Laat me dan (en minste alleen." Hij liet hel zich geen twee keer zeggen. En m»! wal lady Marsden op het oogenblik en in de oogenblikken, die nog volgdon, leed, was Sheila Douglas len volle gewro, ken. HOOFDSTUK XVIII. Sheila's plan. „Ik moet u een oogenblik spreken over een kwestie op leven en dood," bad Sheila aan Carrington geschreven, en had in de haast en spanning vergeten een plaats van ontmoeting op te geven, maar Carrington wisi, loon hij het las, dat hij hel meisje zou kunnen vinden mei hulp van den portier. In hel nieuwe licht, dal Sheila er op geworpen had, kreeg de scène, die juist had plaats gehad, een geheel andere beleekenis. Zij kon slechts tin beteekertis hebben, zij had getracht hem te waarschuwen voor een aanslag op Derby's leven en misschim ook op hel zijne, door middel van vergif. Carrington had niet vee! op mei Franklin en minder dan ooit na diens bruuske aan kondiging van zijn verloving mei lady Viola Rayne; maar hij had niet den geringslcn argwaan gekoesterd tegen hel karakter van don man. Hij herinnerde zich de voorbijgaande uit drukking van woede op Franklins gezicht, toen de hond hel glas whiskey-soda, dat Derby net aan zijn lippen wilde brengen, had gebroken. Als Sheila Douglas gelijk had, had Bruce hel leven van zijn meester gered. „Laten we nog één keer probcercn een afscheidsdronk tc nemen vóór wij gaan slapen," slelde Franklin lachend vcor. „Ik heb hier aHijd genoeg glazen," en hij ging naar een ouderwetsche muurkast met een door een aardig gordijn bedekte glasdeur. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5