UW MOND
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
De finaneiecle bezwaren van den heer
Spendel zou hij door dezen gaarne eens naar
voren zien gebracht bij aanvragen voor het
bi.iz. onderwijs, denk aan de f 100.000 voor
centrale verwarming op R.K, scholen.
Daarom steunt hij dit voorstel van B.
en W.
De heer ZUIDEMA verwondert zich, dat
thans dit comité van actie komt met nog niet
schoolplichtige kinderen. Dat is volkomen in
de haak, maar het Geref. Onderwijs werd het
kwalijk genomen.
Waar er behoefte beslaat aan deze school,
zal hij zich niet verzetten, al ware het beter
geweest eerder in de buitenwijken te bou
wen, niet in de binnenstad. Hij erkent, dat 't
weinig zin heeft hierover na te pleiten.
A|le<?n,nog iels over de kosten. Deze zijn
begróot op pl.m. f 10.000 per locaal. Voor
het Geref. Onderwijs achtte men f 5000 vol
doende per lokaal. B. en W. zullen zeggen,
het geldt hier nieuwbouw, 't andere uitbrei
ding, maar deze redeneering lijkt hem niet
afdoende. Hij vraagt eenige toelichting.
De groote spoed verwondert hem ook. Op
zich zelf niets op tegen, maar bij het Geref.
Onderwijs is maar uitgesteld, zoodat hij zelfs
vreest, dat die Geref. school niet tijdig ge
noeg klaar Icornt.
Weihouder MEUNEN zegt, dat B. en W.
geenszins met dit voorstel willen voldoen
aan een skeven. Deze bouw is zoolang mo
gelijk uitgesteld, waar de zuinigheid betracht
worden moet. Maar nu de absolute zeker
heid er is, dat deze school er komen moet,
nu wil hij voldoen aan de wettelijke ver
plichting. Z. i. staat het vast, dat deze School
noodig is cn met Maart gereed komen moet.
Badhuizen enz. zijn niet bij de wet voorge-'
se h reven
11 en VV. mogen het maximum-aantal t
leerlingen van 42 ook niet overschrijden, an
ders ware uitstel wellicht nog mogelijk ge
weest. Een enkele maal is dit zelfs het ge
val geweest, nood breekt wet. De aangifte
voor de Medusaslraat overtrof het beschik
bare aantal plaatsen reeds verre. Alleen
door gebruikmaking van het doorschuif-
syslcem heeft men zich tot dusverre gered,
maar ook aan den Zuidsingel was geen plaats
zoodat vandaar weer werd doorgegeven naar
Havenstraat en de Vrouwenkcrkkoorsteeg.
Aan het doorschuif systeem zijn bovendien
bezwaren. Het breekt de eenheid der school;
Kinderen uit één gezin kwamen op verschil
lende scholen, kleine kinderen moeten soms
over gevaarlijke stralen. De natuurlijke
grenzen der schooldislributie heeft men zoo
moeten overschrijden en niet gering ook.
De heer SPENDEL: en bij het bijz. onder
wijs dan, zijn daar geen afstanden? Of zijn
daarvoor aparte regelen?
De WETHOUDER acht de groote afstan
den en het gevaar dingen, waarmee rekening
dient te worden gehouden.
B. en W. hebben de zaak voldoende onder
de oogen gezien. Hun overtuiging is: het
moet. Vele maanden zijn daarover verstre
ken, waarvan de raad niets merkt, omdat
overleg hier niet noodig was.
Niet minder dan 763 woningen zijn in dit
district bijgebouwd. Alleen in 1925 240. Hoe
wel het aantal leerlingen op het Openb.' On
derwijs in 't algemeen eerder iets afneemt,
steeg het aantal leerlingen aan Mcdusaslr.
en Zuidsingcl resp. met 84 cn 60 in 6 jaar.
Na ernstig onderzoek en na ernstige' be
schouwing meenden B. en \Y'. om inet dit
voorstel te moeten komen.
Dat het beter ware geweest in 1924 het
advies der plaatselijke schoolcommissie tc
volgen n.l. het bouwen van scholen in de
buitenwijken na het ongebruikt laten der
school aan de Vrouwcnkcrkkoorstceg, dat
ontkent spr. Het eerste hebben B. en W. nu
2 jaar opgehouden, de srhool aan dc Vrou-,
wcnkcrkstccg is nog altijd hard noodigf cn
daarom moet dat hok verbeterd.
Dat deze school hoodig is, zet spr. nader'
uiteen.
Wat dc kosten betreft, deze zijn hoog. Kon
het minder, dan had hij daarnaar wel ge
streefd, dat mag men van hem wel aanne
men. Als niet-technicus kan hij dc cijfers
van den heer Zuidema niet beoordeclen,
maar het waren cijfers van terzake be
kwame lieden, die altijd zijn gegeven.
In deze hooge kosten zijn natuurlijk be
grepen de kosten voor straten-aanleg.
Van groote spoed is geen sprake geweest,
daarop wees hij reeds.
Ten slotte beroept hij zicli op den Inspec
teur die ook de urgentie van deze school
inziet,
De lrcqr ,$TOSDEL heeft er nooit aan ge
dacht den welh. Ie beschuldigen niet be
slagen ten ijs te komen, maar,het motief
van den afstand kan liij toch niet zoo zwaar
nemen als de wethouder doet. Het opschuif-
systecui kan hij zich beter indenken, wat
schadelijkheid, betreft voor het oridenvijë.
Stemming zal hij niet vragen.
Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen.
15o. Prae-advies op het verzoek van het
bestuur van de vereeniging voor Christelijk
Middelbaar Onderwijs Ic Leiden, om toeken
ning van ecne bijdrage per Leidsche leerling
op dc Christelijke Hoogcre Burgerschool al
hier, over het jaar 1923. (138)
De heer KNUTTEL verwondert zich dat
B. en W. geen getal noemen der subsidie,
die zij in meerderheid willen geven. GO pCt.,
waarvan B. cn W. spreken, is hem niet dui
delijk.
De VOORZITTER zet dit even nader
uiteen.
De heer KNUTTEL acht overigens geen
enkele reden voor subsidie. Gemeentebelang
is er z.i. niet aan deze school verbonden,
.waarover de raad niets heeft te zeggen.
De heer ZUIDEMA heeft met teleurstel
ling kennis genomen van dit praeadvies in
een zeer bescheiden aanvraag voor een in
richting van algeracen stadsbelang. De
meerderheid van B. en W. wil zelfs nog be
knibbelen. Dit advies van dit college ver
baast hem. Erkend wordt, dat deze school
de gemeente kosten heeft bespaard, maar er
zijn toch wel andere motieven. Een groot
aantal ouders stelt prijs op dit onderwijs,
men vestigt zich daarvoor zelfs hier. De op
brengst der belasting stijgt er ook aanzien
lijk door. f 47.000 salaris wordt uitgekeerd,
groolcndecls toch hier in de stad. De mid
denstand verdient er ook aan etc. Een groot
bedrag wordt ook niet gevraagd, f 1280. en
B. cn W in meerderheid, willen maar 60
pCf. geven Iedere leerling op de H. B. S.
kost de gemeente f 500, en dan de subsidie
aart Gymnasium, Ambachtschool etc.
Met dit advies kan hij zich dan ook niet
vcreenigen en met den heer Eikerbout stelt
hij voor de gevraagde subsidie van f 1280
te geven. Hij doet in dezen een beroep op
den raad, vooral rechts en op B. en W.t
doch ook op links.
De heer DEUMER betuigt zijn erkente
lijkheid voor dit praeadvies van B. en W.
Wanneer hij echter wijst op het verschil in
schoolgeld en andere opofferingen, ziet hij
gaarne het gevraagde geheel toegestaan. De
belangrijkheid dezer school bewijst ook wel
het geven van toeslag door vele buitenge
meenten voor de leerlingen van buiten.
Ook hij doet een beroep op den raad, zelfs
op de S. D. A. P. uit een oogpunt van bil
lijkheid.
De heer VERWEY meent, dat er meer is
te praten dan over de subsidie, b.v. over de
vraag of er behoefte is aan deze school. Hij
zal daarop echter niet ingaan.
Hij vraagt zich echter af, of met deze sub
sidie niet een gevaarlijk precedent wordt
geschapen. Ook voor andere scholen. Deze
subsidie gaat boven het bedrag, waarop de
school rechtens volgens gelijkstelling van
onderwijs recht heeft. En z.i. mag de ge
meente zich niet op dezen weg laten leiden.
De consequentie van zoo'n school (baas zijn
in eigen huis) moet men aanvaarden en dus
ook verliezen. Betrof het financieele gelijk
stelling, dan zou hij meegaan, doch waar
het daarover heen gaat, zal hij meegaan
met de minderheid van B. en W.
De heer WILMER acht de opvatting dat
de wet niet verplicht tot deze subsidie en
daarom niet gegeven worden moet. onjuist.
Vpor zoo'n nuttige instelling mag men ge
rust daarboven uitgaan.
Wethouder REIMER1NGER wil het stand
punt der minderheid van B. en W. uiteen
zetten. Over de al of niet wenschelijkheid
van Chr. Middelb. Onderwijs wil hij zich
niet uitlaten. Hij bestrijdt echter, dat de ge
meente voordeel heeft van deze school. De
builohgemeenten moeten b.v. veel moer bo-
taleTi voor Openb. Middelb. onderwijs, n.l.
aan Chr. en Openb. onderwijs resp. f26.26
en f 180. De gemeente zou zoo van de bui
tengemeenten een f 11.000 ontvangen!
De VOORZITTER meent, dat ieder wel
zal begrijpen, dat hij niet tegen Chr. onder
wijs is. Bij het L. O. is alles wettelijk en
gelijk geregeld. Het bewaarschool-onderwijs
is heelemaal niet geregeld, maar daar kan
hij gemeente-subsidie alleszins billijken.
Wat het M. O. belreft, hier is een Middelb.
school verplichtend. Of nu de Chr. H. B. S,
geld uitspaart, is zeer dubieus. Moreel is er
winst, doch hij heeft nu alleen 't oog op de
financiën. Met deze subsidie staat of valt
de Chr. H. B. S. echter ook niet. De buiten
gemeenten zijn het, die profiteeren van deze
Chr. H. B .S. En moet Leiden daarvoor be
talen? Waar beginnen we of blijven we op
die manier? Los van de beschouwingen van
den heer Reimeringer komt hij tot de con
clusie, dat de subsidie niet moet worden ge
geven.
De winst, hij herhaalt het, ziet hij niet,
die is dubieus. Waarom is het bestuur niet
eerst eens komen praten?
Wethouder MEYNEN vertegenwoordigt de
meerderheid van B en W. Hij wijst er op,
hoe de Chr. II. B. S. vele uitgaafposten niet
mag brengen op de gewone rekening voor
het rijk. De?e komen op de vereepigings-
rekening. Torh zijn deze uitgaven noodig en
hij acht het billijk, dat dc gemeente bij
draagt volgens het voorstel der meerder
heid. Zeer terecht merkte de heer Wilmer
op. dat iedere subsidie-aanvrage op zich zelf
moet worden beoordeeld, los van dc vraag
van wettelijke verplichting.
Volgens dc minderheid van het college
geeft dc Chr. II. B. S. nadoel voor dc Ge
meente II. B. S. met het oog op de leer
lingen der buitengemeenten. Die genoemde
f 180 is de helft van wal tedere leerling kost
aan de gemeente na aftrek der rijkssubsidie
en van het schoolgeld. Een helft blijft dus
slaan! Bovendien kan van de leerlingen uit
de stad die f 180 niet worden gevraagd en
dat zijn er 56 van de 85. Konden die 85
leerlingen zoo op de Gem. II. B. S. worden
ingeschreven, dan zou er voordeel zijn,
maar dat kon niet in 1923. Er was dus een
parallelklas nnodig geweest. Wellicht meer.
Iedere parall'elklas kost globaal f 6500. Uit
dit billijkheidsoogpunt acht hij de subsidie
hiermee al verantwoord, 't Zou ons andeï-s
heel wat meer kosten dan f 700, die de
meerderheid van B. en W. nu \tfil geven.
Ander billijkheidsoogpunfc zicfc hij niet.
Een der leden der minderheid van B.
en W. acht de gelegenheid voor M.O. hier
voldoende, doch hij meent-, dat de ouders
der leerlingen der Chr. H. B. S. het daar
mee niet eens zijn en daarvoor zelfs groote
offers over hebben in 1923 f 44CO meer dan
zij op de Gem H B. S. zouden hebben be
taald. Z. i. mogen die opofferingen niet
meer toegespitst, zoo eenigszins mogelijk.
De billijkheid moet het beslissende woord
spreken en het yoorstel van B en W. doet
dat z.i. Waar Leiden van de Chr. H. B. S.
profiteert, mag zij wel iets geven. Dekken
van het huurtckort acht hij overdreven,
waar Leiden geen invloed heeft op inrich
ting en exploitatie der school. De gemeen
te mag z.i. niet verder gaan dan een tege
moetkoming en GO pCt. acht de meerderheid
voldoende. Ook om voorzichtigheid in
het vervolg bij nieuwe aanvragen
te betrachten. Eenige drang op de bui
tengemeenten ia wel wenschelijk, ook ai
zijn zij voor het Chr. M. O. alleen moreel
verplicht.
De heer ZUIDEMA voelt tot op zekere
hoogte meer voor het standpunt dor min
derheid van B. en W. dan voor dat der
meerderheid. Hij kan zich indenken, dat
men zegt-: hier ligt- geen taak voor de ge
meente, doch als men die taak wel erkent,
zooals de meerderheid, dan begrijpt hij
met, hoe drie rechtsche wethouders zoo
knibbelen op zoo'n bedrag.
De buitengemeenten zijn in te gunstige
conditie, maar daar komt de Chr. H. B.
S. niet verder mee, daar aij tot niets ver
plichten kan, zoodat enkele buitengemeen
ten zelfs iedere subsidie weigeren.
Betrokkenen getroosten zich opofferingen
genoeg en daarom blijft hij zijn voorstel
aanbevelen*
Wethouder MULDER komt op tegen de
reprimande van den heer Zuidema. Hij zi-et
niet in, dat de gemeente Leiden het gan-
sche tekort moet bijpassen, terwijl dc bui
tengemeenten, hij noemt het schanda
lig bijna niets doen.
Met zijn geweten en zijn beginsel kan
hij het voorstel der meerderheid thans vol
komen aanvaarden en voelt hij niets voor
het voorstel van den heer Zuidema.
Voor het vervolg wil hij zich echter niet
vastleggen.
De heer WILBRINK verklaart zich tegen
het voorstel Zuidema en sluit zich geheel
aan bij de meerderheid van het college
van B. en W. om de Chr. H B. S. over de
moeilijke jaren heen te helpen.
Wethouder MEYNEN wijst nog eens op
het feit, dat de gemeente geen invloed
heeft op de gestes der H. B. S., hetgeen
z.i. de meening der meerderheid van B. en
W. volledig verantwoordt, n.l. het oefenen
van een prikkel om de inkomsten zoo hoog
mogelijk, de uitgaven zoo laag mogelijk te
houden.
De heer ZUIDEMA meent, dat eT geen
enkele reden is voor zoo'n prikkel.
Het voorstel Z u i d e m aE 1 k e r b o u t
wordt verworpen met 229 stemmen.
Tegen: de gansche linkerzijde en de hee-
ren v. Tol, v. Rosmalen, Sanders, Meynen,
Mulder, Wilbrink, Splinter en v. d. Reyden.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen met 1714 stemmen
(rechts tegen Jinks).
Rondvraag,
De heer KNUTTEL zegt, dat bij hel deel
nemen in het waarborgfonds voor de Jan
Steen-tentoonstelling in T uitzicht is gesteld
toegang ook voor geringen prijs. Daarvan is
echter niets gekomen en zelfs geen uitzicht
is er, zeide een der organisatoren.
De VOORZITTER meent, dat er wel iels
van zal komen; de vraag is alleen hoe;
maar waarom deze voorbarigheid? De ten
toonstelling blijft open tot 31 Aug. en wordt
vermoedelijk verlengd en leelijker k wordt
deze tentoonstelling nieL Bij tc veel publiek
ziet men niels. Laat mén eerst dezen prijs
houden.
Hierop volgde de gewone examineering
van B. cn >V., gelijk dc voorzitter het
noemde.
De heer GROENEYELD vroeg nog eens,
wanneer het plantsoen aan den Morsch-
singcl nu eindelijk gereed wordt gemaakt,
waarop de wethouder antwoordde,, dat do
grond eerst moet bezinken.
De VOORZITTER verzocht in dit verband
den heer Groeneveld, dien hij beschouwde
als de „heer" van die buurt, zijn invloed
aan te wenden bij de jeugd, opdat niet zoo
veel vernield wordt.
De heer DUBBELDEMAN vroeg opnieuw
naar woningtelling, opruiming van krotten
etc., waarop de VOORZITTER hem or op
wees dat Leiden inzake woningbouw onge
veer aan de spits staat, zoodat er gpen reden
is tot klagen.
De heer VAN STRALEN drong er op aan,
de de vorige maal aangehouden Ziekenhuis-
kwestie in de volgende zitting te behan
delen, doch de VOORZITTER verklaarde, dat
B. cn W. de behandeling uitstellen tot Sept.,
wanneer de raad voltallig is; dit, gelet op
het groote belang, dat daaraan vastzit.
Hierop 11 uur sluiting.
RECLAME.
wordt ontsierd door tanden met
leelyko ldcnr en onaangenaam rieken-
denadem. Bezo schoonheidsgebreken
wordeta verholpen door GtllOfOdOnt
tandpasta te gebruiken op de
Cblorodont tandenborstel
P§gS|fc;
7640
Het tractaat met België.
Mr. H. J. Knottenbelt schrijft in „De Vrij
heid" o.m.:
Waarom verwierp België in 1920 het ver
drag? Naar het heette om de Wielingen,
doch voor wie van toenmalige uitingen van
Belgische zijde, ook in het parlement, ken
nis heeft genomen, is het duidelijk, dat de
reden een andere was.
In werkelijkheid meenden de Belgen met
het tractaat niet genoeg te hebben bereikt.
Wat waren, nadat zij dc annexatieplannen
tegenover ons land hadden moeten opgeven,
hunne aspiraties?
Ziehier:
lo. la maitrise de fait de PEseaut jusqu'
4 son embouchure;
2o. la construction du canal Anvers
Moerdyck
3o. la possession du cinal de Terneuzen
de ses embouchures, des chenjins de fer qui
en sont le prolongement; f
4o. le droit de faire en Flandre Zélan-
daise lous lee travaux nécessaires l'écou-
Jement des eaux de Flaudre;
5o. l'élargissement le contröle et la
gestion du cAnal Liège-Anvers dans la tTa-
versée de Penclave de Maestricht;
6o. la construction, l'exploitation ct le
contróle du canal Anvers-Rhin et des clïe-
mins de fer h créer parallèlement;
7o. Paugmentation de la prise d'eau de
Maestricht;
8o. un accord économwpie supprimant la
barrière douanière entre le Limbourg cédé
et la Bolgique;
9o. des compensations supplémenlaires
pour le cas oü le Belgique voudrait accorder
a Ia Hoilando la canalisation de la Meuse.
Deze wenschcn werden door het verdrag
slechts voor een heel klein deel vervuld
het werd met bitterheid geconstateerd en ge-
welen aan de zwakke diplomatieke uosrlie
van België.
elk doel werd nu met de afbreking der
onderhandelingen beoogd? Geen ander, dan
door nauwere aansluiting met Frankrijk en
Engeland België's diplomatieke positie te
verbeteren en inlusschen de totstandkoming
van een verdrag uit te stelk-u tot die ver-
belering zou zijn bereikt.
Dit doel is mislukt. Wel mocht België in
Augustus 1920 zich door een militaire con
ventie nauwer bij Marianne aansluiten doch
John Buil hield zich op een afstand, en in
de volgende jaren had Frankrijk genoeg
eigen zorgen, dan dat het voor België's plei-
zier zich nog in andere wiide steken. In
plaats van beter werd de positio van België
tegenover ons land zwakker met het gevolg,
dat het na vier jaar besloot dan toch maar
liever binnen te halen wat te verkrijgen
was, in afwachting van betere tijden, /aar-
in de rest van het „minimum indispensable
zou kunnen worden bereikt.
Deze toeleg is aanvankelijk geslaagd. Mi
nister Van Karnebeek heeft het niet mrbaar
geacht toen de kans-rekening van België
uitkwam op het omgekeerde van wat het
had verwacht, dit land de gevolgen van zijn
misrekening te doen dragen en zich op het
standpunt te plaalsen, dat, wat in 1920 door
de wederpartij was, verworpen dezerzijds in
1924 niet meer kon worden aangeboden.
Het heeft geen nut beschouwingen te
wijden aan deze opvattjng van den Minis
ter; de gevolgen ervan zijn nu eenmaal aan
wezig.
Maar wel mag gevraagd worden of hel
aan hen, die het tractaat in verband met
het landsbelang hebben te beoordeelen, ge
oorloofd is zich op hetzelfde standpunt te
plaalsen als de Minister, of het geoorloofd
is een tractaat, dat zij voor ons land na-
deelig oordeelen, zij het ook met tegenzin,
te aanvaarden. omdat in 1919 onder de
toenmalige bedreiging onze Minister in den
geest van het tractaat toezeggingen zou
'hebben gedaan, toezeggingen, waarbij naar
hun meening Nederland zich destijds heeft
neergelegd.
Het antwoord daarop mag niet anders
dan ontkennend luiden.
Dat antwoord is ook gegeven voor over
tuigende uitingen van zeer bevoegden in
den lande, in wier handen liet nationale
fatsoen van Nederland volkomen veilig is.
Genoemd mogen daaronder worden: liet
„Nationaal Comité van actie tot wijziging
van het Verdrag met België" en de Kamers
van Koophandel van Amsterdam en Rotter
dam.
Wrevel over het falsoensargument kan
moeilijk worden onderdrukt hij herlezing
van wat in 1919 en 1920 gepoogd is ons aan
te doen en van de chantage waaraan wij
toen hebben blootgestaan. Aanvaarding
thans van wat België ons toen poogde af
ie dwingen, ware geen daad van fatsoen,
maar van zelfvernedering!
Koninklijk bezoek aan Utrecht.
De Koningin-Moeder, de Koningin en
Prinses Juliana zullen in den middag van
29 dezer uit Soestdijk een bezoek brengen
aan Utrecht om een gedenksteen te plaat
sen aan het in aanbouw zijnde nieuwe dia-
conessenhuis achter het Wilhelminapark.
De Koninklijke Familie in Zwitserland.
Zaterdag zijn Öe Koningin en Prinses
Juliana van haar uitstapje naar Grindel-
wald en Lauterbrunnen in het hotel Regina
Falaca te Sint Beatenberg teruggekomen.
Ze bleven Zondag in de onmiddellijke nabij
heid van St. Beatenberg. Bij heerlijk zonnig
weer maakte de Koningin met de Prinses
oen wandeling door de bosschen naar Gem-
mialphorn. Prinses Juliana ging 's morgens
ter kerke in de dorpskerk te Sint Beatenberg.
Prins Hendrik wordt vandaag !e Sint
Beatenberg verwacht.
Oifcieele berichten.
Bij Kon. besluit is benoemd tot hoog
leeraar-directeur der Rijks Academie voor
Beeldende Kunsten te Amsterdam, prof. R.
N. Roland Holst, thans buitengewoon hoog
leeraar aan die Academie.
J. Muilemeister. f
In den ouderdom van 87 jaar is den len
dezer te Nice overleden de heer J. Mulle-
meister, oud-lid van den Raad van NederL-
Iridic, ridder van den Nederl. Leeuw.
De wachtgeldregeling.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft:
lo. te rekenen van 16 April 1926, inge
trokken zijne beschikking van 14 April 1920
waarbij werd ingesteld een commissie van
bijstand, inzake de organisatie van en het
verleenen van steun voor wachtgeldregelin
gen;
2o. aan den voorzitter, de leden, hunne
plaatsvervangers en den secretaris der sub
lo. bedoelde commissie dank betuigd voor
de door hen als zoodanig bewezen diensten.
Verkiezing Eerste Kanier.
De R.-K. Stalenclub van Zuid-Holland
heeft de navolgende lijst van candidaten
voor de a.s. verkiezing van leden der Eersle
Kamer der Slaten-Generaal samengesteld:
1. J J. G. baron v. Voorst tot Voorst, Arn
hem; 2. prof. dr. A. M. A. Steger, 's-Graven-
hage; 3. ir. L. J. M. Feber. 's-Gravenhage.
4. F. L. D. Nivard, Rotterdam; 5. L. F.
Guith, 's-Gravenhage; 6. H. Bader, Sassen-
heim; 7. mevr: P A. F. Steenberghe geb.
boren Engeringh, Soest; 8 jhr. mr. L. E. M.
Engerinh, Soest; 8. jhr. mr. L. E. M.
Thunnissen, 's-Gravenhage; 10. F. N. V.
Quant, 's-Gravenhage.
De Vrijz.-Dem. Statenleden in Zuid-Hol
land hebben voor de 13 Juli te houden can-
didaalslelling voor de verkiezing van de
RECLAME.
7732
loden der Eerste Kamer de navolgende lijst
van candidaten vastgesteld:
1. Mr. M. Slingenberg te Haarlem (aftrj,
2. Mevr. W. A. L. RosVrijman te 's-Gra*
venhage.
3. Herman Snijders le Middelburg.
4 Mr. W. H. M. Werker te 's-Gravenhage*
(„Vrijz. Dem.")
Buitenlandsche musici.
Op vragen van het lid van de Tweede
Kamer mevrouw BakkerNort:
1. Js het den minister bekend, dat in.
Duitschland, speciaal in Pruisen, aan Nei
derlandsche musici dienstbetrekkingen zijn
opgezegd, terwijl aan anderen de vestiging
werd ontzegt, opdat aan Duilsche musici dq
arbeidsgelegenheid ten nutte zou komen,
respectievelijk blijven, en dat in vele landen
bepalingen gelden, die de te-werk-stelling
van vreemde arbeidskrachten, ook van
Ncdcrlandsche musici belemmeren?
2. 19 het den minister voorts bekend, dat
desniettegenstaande in Nederland buiten-*
landsche musici, ook uit landen, waarin ten
opzichte van Nederlanders beperkende be-s
palingen gelden, onbelemmerd arbeid vin-s
den?
3. Zijn de ministers bereid maatregelen
ie treffen cn te bevorderen om aan dezen
ongewenschlen toestand een einde te maken
en om middelen te beramen, opdat ook op
dit gebied de regel toepassing vinde, door
de regeering gevolgd, dal geen vreemdeling
gen worden toegelaten voor de uitoefening
van beroepen waarin in Nederland werk-
loosheid heerschl?
hebben de ministers van buitenlandsche
zaken en van arbeid, handel en nijverheid
geantwoord:
Ad I. Het is aan ondergeteekenden be-i
kend, dat in Duitschland en met name in
Pruisen, in enkele gevallen aan Nederlands
sehe musici betrekkingen zijn opgezegd,
doch tevens dat tusschenkomst van een Ne-
dcrlandschen consulairen ambtenaar ten
gevolge heeft gehad, dat Nederlandsche mu*
sici hun werkzaamheden konden bliivan
voortzetten.
Het slot van de vraag kan bevestigend
worden beantwoord.
Ad II. Hierop kan in bet algemeen bevesi
tigend worden geantwoord.
Ad III. Aan vreemde arbeidskrachten, die
een visum op hun paspoort behoeven voor
verblijf hier te lande, wordt in den regel
een dergelijk visum niet verleend, voordat
is overgelegd een verklaring eener arbeids
beurs, waaruit blijkt, dat geen Nederland
sche arbeidskrachten beschikbaar zijn, die
bereid en geschikt zijn. om den arbeid te
verrichten. Of het aanbeveling verdient,
maatregelen te treffen ten aanzien van het
werken hier te lande van vreemde arbei
ders, die geen visum op het paspoort behoe
ven voor verblijf hier te lande, werd reeds
door den tweeden ondergeleekende overwo-t
gen. Hij is echter van meening, dat de nood
zakelijkheid van invoering van dergelijke
bepalingen nog niet is gebleken.
De huisvesting v. d. Rijksverzekeringsbank.
Het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers beeft aan den minister van arbeid,
handel en nijverheid een adres gezonden
naar aanleiding van de berichten over de
plannen tot het verschaffen van een nieuwe
huisvesting aan de Rijksverzekeringsbank.
Hét Verbond zegt die berichten met bij
zondere belangstelling le hebben gevolgd,
omdat de benoodigde kosten indirect, name
lijk in den vorm van premies, moeten wor-»
den opgebracht door de Nederlandsche werk
gevers.
Hetgeen ter zkae hekend is geworden,
geelt het Verbond aanleiding lot eenige
ongerustheid. Er schijnen n.l. plannen te
bestaan een nieuw gebouw 'te Amsterdam
te stichten, dat niet minder dan 5 a 6 mil-
lieoji gulden zóu moeten kosten. Yanzelf
dringt zich de vraag naar voren, of niet op
minder kostbare wijze dc benoodigde huis
vesting zou kunnen worden verkregen.
In dat verband wijst het Verbond op het
bericht, dat de Rijksgebouwendienst een
nieuw leegstaand gebouw te Delft, aanvan
kelijk bestemd voor de Technische Hooge-
school, aan het bestuur der Rijksverzeke
ringsbank heeft aangeboden. Dit gebouw
beeft pl.m. 7 millioen gulden gekost en is
niet in gebruik genomen omdat er geen be-i
hoef te aan de ruimte bestond en de voli
toöiing nog belangrijke uitgaven zou eischen.
Bovendien schijnt nog geenszins vast ter
staan, hoe de organisatie der Rijksverzeke
ringsbank -zich in de naaste' toekomst zal
ontwikkelen. Tot voor eenige jaren werkten
op deze Bank niet minder dan pl.m. 1400
ambtenaren, doch tengevolge van de sedert
ingevoerde decentralisatie van de werk-*
zanmheden kon dit aantal op pl.m 800 wor
den teruggebracht. Verdere wijzigingen ié
dezen schijnen allerminst uitgesloten.
Het Verbond is derhalve van oordeel, dat
onder deze omstandigheden meer dan ge
wone zorg geboden is bij het beantwoorde*
van de vraag of inderdaad belangrijke bé-
dragen aan nieuwbouw wordt besteed.
Den minister wordt verzocht te dezen geen
beslissing te nemen nlvoreps de werkgew
vers, die ten slotte het kind v&n de reké-j
Z-.2 y.