RHEUMATIEK. No. 20340. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 6 Jul» Tweede BFad Anno 1926, Gemeenteraad van Leiden. Verrassende Genezing een 80*jarige Vrouw IN VIER WEKEN GENEZEN. FEUILLETON. Het Ondergrondsche Syndicaat CVervolg van gisteren.) 10o. Voorstel tot wijziging van de begroo- tiqg, dienst 1926, in verband met de toevoe ging van een Secretaris aan de Commissie van Advies voor Sociale Zaken. (133) De heer HEEMSKERK vraagt of in de Commissie niemand geschikt is voor dezen post. Zoo niet, kan dan niet een commies of zoo van dezen tak van dienst worden" aangewezen of een ander ambtenaar der gemeente? De heer KOOISTRA sluit zich aan bij den heer Heemskerk. Voorts zegt hij, dat het noodig zijn van dezen functionaris niet in de stukken is bewezen. Hij vraagt daarom trent nadere gegevens. Wethouder SANDERS zegt, dat er be hoefte is aan een secretaris, gelijk iedere commissie of iets van dien aard noodig heeft. D- en W. meenden, dat velen destijds tegen dezen begrootingspost stemden, daar zij de salarieering te hoog achtten. Aan de commissie-leden is niet gevraagd de betrekking van secretaris waar te nemen, waar B. en W. en ook de commissie liefst een jurist hadden. De heer SIJTSMA: voor f 300? De wethouder: De commissie zelf heeft een secretaris met overgroote meerder heid noodig geoordeeld. De secretaris is en n.l. niet alleen voor notulen, maar ook voor voorbereiding van voorstellen etc. en daarbij is de wetenschap van een jurist noodig. De heer DUBBELDEMAN: wie krijgt dit doceurtje? De heer VAN STRALEN heeft den indruk, dat B. en W. willen terugkomen op een ge leden nederlaag. Redenen om op het ge vallen besluit terug te komen, ziet hij echter niet, ook niet in de verdediging van den wethouder. Voor f 300 zal z. i. in dezen ook niemand zijn te vinden, die zich voldoende kan geven. Wat mr. Draayer vroeger deed, doel thans de voorzitter en goed. Hij kan geen verschil lien. De heer WILBRINK, behoorend tot een der vroegere voorslemmers tot schrapping van den post, wil thans met B. en W. meegaan, nu commissie en subcommissie zelf zoo'n secretaris noodig oordeelen; te meer, waar deze tak van dienst z. i. van veel belang is voor de gemeente. Gezien het 1 kleine bedrag bovendien, wil hij thans zich niet meer verzetten. De heer BAART ontkent, dat de subcom missie een secretaris noodig oordeelde. De Commissie deed het alleen, omdat de voor zitter geen secretaris kon zijn volgens de be palingen. Hij sluit zich aan bij de tegenstanders van het voorstel van B. en W. Mr. Draayer diende ook slechl3 voor het trappen der ar beiders en dat zal z. i. ook de taak van zen nieuwen jurist zijn. De heer SPENDEL wil de noodzakelijk heid van een secretaris aannemen, doch f300 is voor een jurist onvoldoende.-Is zoo iemand noodig, dan zal z. L de raad.de gel den voor zoo'n persoon wel voteeren. Hij wil niet, dat later B. en W. komen met de mededeeling: voor f300 gaat het niet. Dé heer KOOISTRA is niet overtuigd door den wethouder en hij dringt aan op een voorziening in den geest van den heer Heemskerk. De heer WILBRINK houdt vol tegenover den heer Baart, dat de commissie een secre taris noodig oordeelde op, andere gronden dan deze zeide. De Wethouder zegt, dat in de eerste plaats mr. Draayer zal worden aangezocht, die hij verdedigt tegenover den heer Baart. Hij gaf slechts objectief zijn meening en wanneer dat niet in den geest is van den heer Baart, zegt dat niel3 tegen mr, Draayer. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen met 1812 stemmen. Tegen de hee- ren Witmans, Sijlsma, Eikerbout, Knuttel èn de S. D. A P. llo. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van urinoirs en privaten en den aanleg van electrische verlichting in 't gebouw van de voormalige H-.B.S. voor Jon gens aan de Pielerskerkgracht No. 13; b. in zake de verhuring van het sub a bedoeld gebouw met het zich daarin bevin dend aan de gemeente toebehoorend meubi lair, aan het genootschap „Mathesis Scien- tiarum Genitrij^"; c. in zake de verhuring van cusloswoning van het oude Gymnasiumgebouw aan de Lokhorststraat No. 16, aan het sub b ge noemd genootschap. (134) Conform besloten. 12o. Voorstel in zake het geven van een cursus tot omvorming van opperlieden en grondwerkers tot metselaar. (135) Wethouder SANDERS geeft nog een kor te toelichting op het praeadvïes. Het loon zal nooit boven het contractloon gaan. De heer DUBBELDEMANDat hebben wij wel begrepen. De heer v. STRALEN zegt, dat thans een voorstel van B. en W. wordt behan deld alsook vorig jaar bijna precies ge daan is. De practijk heeft echter doen zien, dat er alle vrees is voor een herha^ ling van een proef, als destijds door B. en W. doorgedreven met de sohildcrs, die hij totaal mislukt noemt, dit trachtend te be wijzen met cijfers en de cijfers van het rapport, dat hij al heel oppervlakkig noemt, wrakende. Zijn er verklaringen van pa- fcroons, die zoo gunstig zijn of wat anders, die het nut van zoo'n cursus bewijzen Hij weet er niet van. Elke poging gedaan om overleg te ver krijgen met de organisaties der betrokke nen, wordt stelselmatig door den wethou der geweigerd. Tegen de mcening van de patroons zelfs in gaat de wethouder kalm door. De schilders van den cursus verklaar den unaniem vrijwel niets te hebben op gestoken. Voor hetgeen zij deden, was al een vrijwillige cursus aan de Ambachts school, althans grootendeels. Waarom dan deze gedwongen gemeente-cursus Mag gemeente-geld dan worden ver daan, want het nut is zeer gering Het gaat voor zijn fractie in hoofdzaak echter om de manier, die niet deugt. Waarom niet met overleg en zonder dwang, gelijk gevraagd 1 Zelfs ie gevraagd om een on derhoud. Wethouder SANDËR6: Daar weet ik niets van. De heer v. STRALENIk heb den brief zelf gezien. De WETHOUDER: Niet tot mij gericht. De heer v. STRALENAls je nog meer van die smoesjes weet! De VOORZITTER roept den heer Van Stralen tot de orde. Dat is geen uitdruk king. Hij heeft den wethouder nog nimmer op een leugen betrapt. Do heer v. STRALEN houdt het vol en zegt met verheffing, dat de organisaties haar rechten eischen. Overleg moet worden gepleegd. Laat daarom deze zaak eerst worden afgevoerd van de agenda. De heer HUURMAN juicht in 't alge meen de maatregelen van B. en W. toe. In 't belang der gemeente, maar vooral in 't belang der betrokkenen, waarvan getracht wordt te maken, wat kan. Toch meent bij, dat B. en W. met dit voorstel het goéde doel voorbijstreven. Vorig waren het minder bekwame 6ohilders, nu gaat het niet om minder bekwame metselaars, doch om geheel als metselaars onbekwame op perlieden, die in 6 maanden niet zijn te bekwamen. In de practijk alleen kan men metselen leeren, zoodat dit voorstel geen nut kan sorteeren. En wie moet onderwij- zon 1 Een leeraar, die zelf geen practijk heeft gehad? Met dit voorstel kan hij daarom niet meegaan, als is hij ook voor gematigden dwang, daar men ook menschen moet op voeden tegen hun zin in. De heer v. TOL is om practische redenen ook tegen dit voorstel. Elders zijn zulke pogingen ook allemaal mislukt. De heer KNUTTEL heeft zelden met zoo veel genoegen den heer v. Stralen gehoord als thans, dien hij volledig onderschrijft. De heer EERDMANS juicht de methode van B. en W. toe. Hij betreurt de bestrij ding door deskundigen. Het woord „om vorming" wil hij liever zien vervangen door „opleiding", want het eerste is geen *?e- derlandsch. Wethouder SANDERS bestrijdt den heer v. Stralen, dat de schildercursus geen nut zou hebben opgeleverd. Hij zet bet nut uiteen, met cijfers en citaten zijn woorden stavend. In twijfel wordt getrokken, of opperlie- lieden op to leiden zijn tot metselaars, dooh een onderzoek in de practijk leerde hem anders. Namen zal hij niet noemen, maar hij heeft een lijst van opperlieden, die thans metselaars zijn. Hij geeft eenige voorbeelden. De heer HUURMANIk zal er zoo eens bij u thuis sturen. De WETHOUDERZe zijn toch maar niet werkloos Dat van een opperman geen metselaar is te maken, ontkent hij dus ten sfelltgslc. (Geroep: dat is ook nooit beweerd). Zeifs bij den heer Huurman is er een werkzaam. (De heer Huurman: dat is niet waar). Dat de cursus volledig bekwame metse laars zal opleveren, gelooft hij niet. maar de practijk in dit vereenvoudigde beroep zal z. i. de rest kunnen doen Klach'en over den schildercursus hebben hem niet bereikt, gelijk de Leidsche Bc- 9tuurdersbond, waar de Chr. Besturenbond ook lijnrecht tegenover staat. Hij citeert een brief van dank van een der deelnemers. Zonder zachten dwang is de cursus, vreest hij, een mislukking, dit stavend mei een voorbeeld van den schilderscursus. Want iedere werklooze opperman zal worden aan gewezen, maar uitgezocht zullen worden alleen zij, waarvan met eenige reden succes kan worden verwacht. De heer VAN STRALEN brengt een rec tificatie in hetgeen hij zcide over de aan vrage lot een onderhoud met den wethou der, maar dit wijzigt aan hetgeen hij zeide toch niets. De VOORZITTER: U hebt den wethouder ten onrechte beticht van onwaarheid. De heer VAN STRALEN wil het woord smoesjes terugnemen, alleen als de wethou der er niets van wist. De heer BAART: hij weet er wel van. De heer SANDERS .leest den brief voor van den directeur van soc. zaken, waarin een onderhoud met dezen en den wethouder. Zoo laat hij zich Iniet uitnoodigen. De brief is beantwoord. De lieer VAN STRALEN bestrijdt nog maals de cijfers van den weihouder en diens citaten betreffende den schildercursus. De Chr. Besturenbond had ma^r één lid op den cursus en wist er dus niets van. De dwang blijft hij verkeerd oordeelen. Ook de hoer KNUTTEL blijft zich ver zetten tegen de methode van B. en W. Mevr. VAN ITALLIE meent, dat het ver zet der S.D.A.P. het doel zelf, n.l. het hoo- ger brengen van den mensch, niet raakt, dat slechts bevorderd worden kan en moet; Al zou de cursus niet alle nut geven, het geeft toch werkzaamheid en dat alleen is al voldoende reden om mee te werken. De heer HUURMAN meent, dat de slem- men van de practijk door den wethouder zijn genegeerd. Hij herhaalt, dat bedoelde persoon bij hem geen metselaar is, hij ver dient ook opperman-geld. Waarom gaat hij anders niet bij hem weg? Zijn practische bezwaren handhaaft hij volledig, evenals fa heer VAN TOL. De heer WILMER zal voorstemmen. Mogen er dan al geen bekwame metselaars worden gevormd, zij leeren toch wat en wat voor bezwaar is daartegen? Het worden in ieder geval bekwame opperlieden, voor wie de kans op werkloosheid dus geringer wordt. Deze geringe uitgave heeft hij er gaarne voor over. De heer SPLINTER steunt den heer Wil- mer. De practijk geeft, dal er veel metse laars zijn, die het ook niet zijn. (Geroep: dus nog meer daarvan maken 1) Gelet op de vereenvoudiging van het werk is dat niet zoo erg. Men kan er best mee terecht. De heer GROENEVELD heeft drie jaar het schildersvak geleerd en kende er toen nog niet veel van. Wat geeft deze cursus dan? Op zich zelf geeft hij toe, dat de men schen niet dommer worden, doch de kans op werkloosheid wordt er niet minder door. Zoo eenvoudig is dit vraagstuk niet. In ieder geval wil hij evenwel geen dwang. De heer VAN STRALEN stelt voor dil punt aan te houden tol een volgende ver gadering, teneinde overleg te plegen met patroons- en werkliedenorganisalies. Dit is ook geschiedt in de typografie. Wethouder SANDERS wijst er op, dat de gemeente-toelage gedurende 15 weken na den cursus voldoende aangeeft, dat B. en W. van den cursus niet verwachten vol doend bekwame metselaars. Het nut blijft bij aanbevelen. Wal het voorstel-Van Stralen betreft, uil- stel acht hij niet noodig. De kwestie is ge bracht in de Commissie van Advies, waar de arbeidersgedelegeerden voldoende ge legenheid hadden de wenschen der organi saties over te brengen. Waarom dan her haling? Dan zou opheffing der Commissie van Advies beter zijn en direct bespreken met de organisaties. De heer VAN STRALEN zegt dal degenen die zitten in de Commissie van Advies, op dit punt niet deskundig waren en met vol doende overleg pleegden, dal blijkt uit hei geen de betrokken organisaties verklaren over dil voorstel. Zoodat er nog wel iels Ic overleggen is met de patroons. De uitstel-motie Van Stralen wordt verworpen met 1G14 stemmen. Voor: de S.D.A.P., de heer Knullel, Wit mans, v. Tol, Heemskerk, v. Rosmalen cn Eikerbout. De lieer VAN STRALEN wil zich vereeni gen met het voorstel van B. en W., zoo de dwang er wordt uitgelicht en hij doet een voorstel om een proef te nemen met vrij willige aangifte. De heer HUURMAN begrijpt er niets van. Eerst gaf de cursus geen nut en nu zonder dwang opeens wel? Dit voorst el-v. Stralen wordt ve rworpen met 1812 stemmen. Vóór de S. D. A. P., vrijz.-dem. en com munist. Het voorstel van B. en W. wordt met 1713 stemmen aangenomen. Tegen de S. D. A. P. en de heeren Wit mans, Van Tol, Eikerbout, Knuttel en Huur man. 13o. Voorstel lot wijziging en aanvulling van de op 30 November 1925 vastgestelde verordeningen, houdende regeling van de jaarwedden der leeraren aan het Gymnasi um, de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en v. die der leeraren aan de Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeres sen en aan de aan die Kweekschool verbon den afzonderlijke cursussen en tol opnieuw vaststelling van die aldus gewijzigde veror deningen. (136) De heer VER WE Y vereenigt zich met hel voorstel van B. en W., behalve voor zoover daarbij wordt ingelascht de clausule, dat iedere Rijkswijziging voortaan machinaal zal worden «voergenomen. Daartegen verzet hij zich, hel last het recht van den raad aan. Hij stelt per amendement voor, die clausule te schrappen. De heer EERDMANS sluit zich aan bij den heer Verwey, opdat de raad iedere wij ziging onder de oogen zal kunnen zien.. Ook de heer GROENEVELD steunt dit amendement. Wethouder MEYNEN gaat kort na, hoe steeds de Rijksregeling is gevolgd en zoo ook nu. Dit voorstel is een kleine verbete ring in de positie der betrokkenen cn in die richting blijft de regeering werkzaam, zoo dat men gerust kan zijn. Bij gemis aan een heid der adviseurs blijft bovendien de be slissing aan den raad. De heer VERWEY vraagt de laatste con cessie uit te breiden tot den raad zelf. Na dupliek van den wethouder wordt hel amendement aangenomen met 1614 stemmen. Tegen de heeren Deumer, Bergers, Heems kerk, Van Rosmalen, Zuidema, Eikerbout, Wilmer, Splinter, Huurman, Spendel, Coster, Mulder, Sanders en Meynen. Het voorstel wordt z. h. sl. aangenomen. Op voorstel van den heer Huurman wordt de zitting geschorst lot 's avonds. Avondzitting. 14o. Voorstel om over te gaan tot den bouw van een schoolgebouw, bestemd voor gewoon lager onderwijs, op het terrein aan de Driftstraat en aan de Noordzijde van het verlengde der Aljéhstraal en tot beschik baarstelling van de voor den bouw en de inrichting van de school benoodigde gelden. (137) De heer SPENDEL wil het Openbaar On derwijs niet benadeelen of onaangenaam zijn, alleen iets zeggen uit zuiver finan- cieele overwegingen. Er valt bij B. en W. iets te beluisleren, dat wijst op vrce3 voor de uitingen van derden. B. en W. zeggen RECLAME. van na 10 jaren smartelijk lijden. Kon niet gelooven, dat er een middel bestond Nn door mij Probeer mijn behandeling gratis Weinig lijders kunnen erger zijn dan Mej. E. P. MULL1EHIRT, te Cadzand, vóór mijn behandeling was Tien jaren leed zii aan Ischias (Ileupjicht) en Spicrrheumaliek in do beenen. Met uitzondering van een vreese- lijk strompelen door de kamer, waaraan zij geketend was, was van beweging geen sprake meer. En nu? Lees hetgeen zij schrijft: „Ik heb het genoegen U tc berichten, dat ik geheel hersteld ben. Ik gevoel NIETS meer. Ik heb nooit kunnen gelooven, dat er een middel voor Rheumatiek cn Jicht kon beslaan, doch de ondervinding heeft mij anders geleerd. Zooals u weet, ben ik tachtig jaar, doch gevoel mij nu een geheel ander mensch. Ik zal uw middel, dat ieder lijder gerust kan gebruiken, ten zeerste aanbe velen." MIJN GRATIS AANBOD. Laat ieder lijder, die dit leest, om een gratis 10 dagen voorraad dezer merkwaar dige behandeling schrijven. Het geval van Mej. Mullie-Hirt bewijst, dat er geen tc ern stig is om door deze behandeling genezen te worden. De Heer Arthur Richards, in wiens privé laboratorium zij gevonden werd, zegt: „Ik zal niet rusten alvorens ik ieder lijder aan Rheumatiek, Ischias. Jicht, Knobbeljicht of eenige andere Urinezuurziekte, de gelegen heid gegeven heb mijne Behandeling gedu rende 10 dagen op mijn kosten te beproeven" HOE DIT AANBOD AAN TE NEMEN. Zend noch geld, noch postzegels. Zend eenvoudig uw naam en adres met de woor den: „Gratis voorraad", per 10 ets. brief-» kaart, waarna de 10 dagen Gratis Behande ling, tezamen met verklarende Brochure en do beschrijving vao meerdere wonderlijke genezingen, u per koerende post franco zal bereiken. Adresseer Mr. Arthur Richards, (Kamer 797) 14/15 Fulwood Place, High Itolborn, Londen W.C. 1. Engeland. Porlo naar Fngeland: Briefkaarten 10 cent, brieven 15 cent. 7646 toch zelf, dat wellicht te zijner tijd een andere openb school zal moeten worden gesloten. De afstanden worden anders te groot, heet het, maar dat argument lijkt hem tegenwoordig de maatschappij ontwend Bij het bijzonder onderwijs moet men soms wel 2, 3-maal zoover als hier aangegeven. Daarom lijkt hem deze uitgaaf niet gewet tigd. Vooral niet, waar altijd op zuinigheid aangedrongen wordt en terecht, gezien de belastingen hier als anderszins. Hij wil aandringen om deze voordracht nog eens ernstig onder de oogen te zien, met het oog op consequenties, als een zwembad, kinderspeeltuin in alle deelen der stad enz. Ook Fabricage heeft dit onder de oogen gfciien, al is 't waar, dat deze commissie daarmee geen rekening heeft te houden Het gevaar van leeg-Joopen bedreigt de school aan het Schuttersveld of elders en daarom dringt hij aan daartegen te waken,, opdat deze nieuw-bouw geen staart van groole afmeting krijge Zonder nadere geruststelling zal hij met dit voorstel niet kunnen meegaan. De heer VERWE1J zegt, dat de onderwijs-» wet de verplichting oplegt tot voldoend on-» derwijs cn naar mate de behoefte moet daar aan worden voldaan. In deze wijk is groole behoefte aan openbaar onderwijs, zie het comité van actie voor openb. onderwijs, dat 212 handteekeningen, vertegenwoordigend 293 kinderen van 36 jaren verzamelde, d. i. pl.m. 100 per jaar. De scholen in de buurt kunnen die niet bergen. Door Mrs. C. N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel. 42) Lady Maisden en lady Viola, di«3 dank baar waren, dat zij een vreeselijke ver nedering waren ontsnapt, vermoedden niet hoe haar namen in liet hotel over de tong gingen, en haar verdedigers Franklin en Sherla Douglas waren even onkundig van het gebabbel als de slachtoffers zelve; even jnkundig als Mark Carringlon en kapitein Derby, die bekend stonden als vrienden van 'iet ongelukkige paar. Zij, die lady Ethinglons woorden gehoord hadden, en vooral die van gravin Karovski den avond vóór den diefstal, vertelden het aan hun kennissen, die het niet hadden ge hoord, en die brachten het verhaal weer gretig over aan anderen, zoodat het heele huis vol was van de leelijke lasterpraatjes, die Sheila Douglas, Franklin en mr. Mc. Kinnon dachten, dat at onderdrukt iren. Natuurlijk hadden enkelen van haar in tiemste vriendinnen geen tijd verloren laten gaan om lady Ethington te herinneren aan 'het gesprek van den vorigen avond en allen waren hevig teleurgesteld over het plotse linge vertrek van gTavin Karovski. Een uitgezocht troepje was bezig den toestand te bespreken in lady Ethinglons zitkamer, toen iady Marsden binnenkwamen er was geen enkele vrouw, die niet voelde, dat haar polsen sneller klopten, toen de moeder van Viola Rayne op zulk een dramatisch" oogen- bnk verscheen. HOOFDSTUK XVU. Lady Ethington* kans. „Ik ben ook at naar gravin Karovski ge weest, om haar ie condoleeren," zei lady Marsden, „maar ik hoorde, dat zij vertrok ken is. Is dat niet heel onverwacht?'' „O ja. Zelfs mijnheer Mc. Kinnon, de directeur, wist niet, dat zij wegging. Ik vroeg hem er naar en hij verleide me dat," zei een van de dames, die het bitterst legen lady Marsden en haar dochter was uitgeval len. Zij kon de verzoeking niet weerstaan om iets te zeggen, dat geen van de anderen misschien nog niet wisten. „En is het niet vreeselijk vreemd, niemand heeft haar het huis zien verlaten?" „Zij heeft zeker haar eigen redenen om zoo geheimzinnig te verdwijnen," zoi lady Marsden met een bedekte hatelijkheid. Had zij slechts geweien, hoe dit half dozijn vrouwen haar beschouwden, dan zou zelfs haar trotsche geest geen hatelijkheden op de afwezige vijandin hebben durven uiten. Lady Ethington, die den laalslen tijd ge- meene zaak had gemaakt met de eerst zoo verachte „vreemdelinge" tegen lady Viola Rayne. bloosde van ergernis. „Zij heeft zeker ongetwijfeld Kaar rede nen om sommigen van ons niet te laten welen wat zij voor bed«>elingen heeft," ant woordde zij, in verdediging van baar af wezige vriendin. „Ik voor mezelve zou niets verbaasd zijn, als zij het hotel heelcmaal niet verlaten had." „Wal bedoelt u?" vroeg lady Marsden. „Ik bedoel, dal er wel eens hier onder dak konden zijn, die een oogje in hel zeil houden. Waarom zou de gravin niel haar eigen detective zijn?" Terwijl lady Ethington deze woorden sprak, vestigde zij haar oogen strak op hel gelaat van lady Marsden en verwachtte, dat onder haar blik te zien verschieten van kleur. Ook andere oogen waren op de mooie trekken gericht en de zes zelf-aangestelde rechters kwamen tot de slotsom, dat de vrouw te verstokt en te schaamteloos was om zelfs te blozen. Lady Marsden haalde de schouders op. „Dus u en de gravin verdenken iemand hier in het hotel? Hoe inieressantl" Een doodsche stilte was hel antwoord en lady Marsden begon te voelen, dat het zwijgen eleclrisch was, al begreep zij niet waarom. „Werkelijk, het regent niet, maar- het slort verrassingen," ging zij voort, toen niemand antwoordde. „Gisteren dat auto- ongekik, en nu die vreeselijke diefstal, en het engagement van mijn dochter, dat. naar ik vermoed, ook wel wat opzien zal baren, daar mijnheer Franklin zoo populair is „Mijnheer Franklin!" riep lady Ethington. „U bedoelt zeker kapitein Derby." „Maar dat is bespottelijk," zei lady Mars den. „Kapitein Derby heeft nooit de minste kans gehad bij mijn dochter." „U kent misschien haar hart niel zoo goed als u denkit," antwoordde de oudere vrouw. „Meisjes vertellen haar moeders niet alles." „Ik Ken ten minste genoeg in Hel ver trouwen van mijn dochter, om te welen, dat mijnheer Franklin niet eens, maar verschei dene malen haar ten huwelijk heeft ge vraagd, en dal zij hem vanmorgen heeft geaccepteerd." Een oogenblik had lady Ethingtoa het .gevoel of zij flauw zou vallen, maar welk een dwaze vrouw zij ook was, zij was loch trolsch genoeg om zich niet belachelijk le maken in de oogen van haar bezoeksters Met een hevige inspanning verzamelde zij al haar krachten en probeerde te denken, dat haar vijandin een leugen had verteld; maar ondanks haar hartstochtelijk verlan gen, om het niet te gelooven, was er iets in den toon van lady Marsden, dat overtuigd klonk. Zij begreep nu, dat Franklins lieve woord jes -togen haar dien morgen met een be doeling gezegd waren. Ilij was besloten lady Viola tot eiken prijs te redden, en hij had de bedoeling gehad zijn verloving nog een paar dagen geheim le houden. Nu was dil plan door de eigen moeder van hel meisje verijdeld. Al de kwaadaardigheid en afgunst van deze vrouw van middelbaren leeftijd, dis een jongen man liefhad, kookte in haar en schenen vergif in haar bloed le gieten. Zij hunkerde naar een ingeving, die haar zou toonen, hoe zij het be9t Franklin kon straf fen voor de poets, die hij haar gebakken had. Haar dwaze liefde voor hem was ver anderd in haal en zij zou hem graag heb ben willen treffen met een verpletterenden slag. De gemakkelijkste weg om hem le treffen en den hardsten slag toe te brengen, was Viola Rayne onmogelijk le maken; maar hel zou moeilijk zijn dit uit te werken zon der haar bondgenoole. De gravin had dien morgen gezegd, vóór Franklin gekomen was en hen gescheiden had: „Ik heb afdoende bewijzen tegen het meisje, waarme: .k haar beschuldigen kan, als zij beneden komt. Ik wil u niet zeggen wat het is, want anders i9 het geen verrassing meer en het is beter, I dat u verrast wordt. Ik kan u ook niet zeg- i gen, waarom ik zoo zeker ben van dit be wijs; maar ik ben zeker en u zult spoedig zien, dat ik niet overdrijf." Lady Ethington had dus gewacht en iets sensationeels verwacht, en de gravin was verdwenen en zijzelve was om den tuin geleid. Maar al was het niet in haar macht op het oogenblik, om het meisje, dat zij haatte, te doen arresteeren, zij zou in .ieder geval haar reputatie zóó aantasten, dat Franklin, hoe v&riie/d hij ook was, zich nauwelijks aan de wereld zou dirrven ver- toonen mei lady Viola als zijn vrouw. „Dan is mijnheer Franklin zeker van morgen pas verloofdnu, ik verwonder me niel, dat lady Viola „ja" heeft gezegd." zei lady Ethington hatelijk met bevende lippen. „Maar ik* durf voorspellen, dal het engage ment vóór vanavond zal zijn verbroken door hem." Lady Marsden, die wa9 gaan zitten, stond snel op en zag er heel statig en mooi uit. „Is u krankzinnig?" riep zij uil. „Heelemaal niet hoewel ik genoeg hel) doorgemaakt om het te word«?fi. U is krank zinnig met hier te komen en te spreken zooals u gedaan heeft na het werk van vannachl." „Wat bedoelt u?" „Ik bedoel, dat uw dochter geholpen en aangespoord door u waarschijnlijk de juweelen van gravin Karovski en de mijne geslolen heeft." Lady Marsden werd op het hooren van deze verbluffende beschuldiging van lady Viola doodsbleek, doch barstte in lachey uit, (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5