No. 20337. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 Juli Derde Blad Anno 1926, BINNENLAND. TWEEDE KAMER. De Kon. Familie in Zwitserland- De Koninklijke Familie begeeft zich yan- Üaag van Luzern naar Bealenberg* Ofticieele berichten. Bij Kon. besluit is eervol ontslagen met dank S. H. de Granada, als agent-generaal yoor de immigratie in Suriname en als lid yan den Raad van bestuur in dat gewest; is benoemd met den dag van vertrek naar Paramaribo tot lid van het hof van justitie in Suriname mr. J. C. Brons, te Rotterdam; Nieuwe vragen van het Kamerlid Moller. Door den heer Moller zijn aan den Mi nister van Financiën, Voorzitter van den Raad van Ministers, de volgende schrifte- 'iijke vragen gesteld: 1. Is de Regeering bereid, indien zij de classificatie, bedoeld in de Bezoldigingsbe sluiten, in ieder geval wil handhaven, ten spoedigste te zorgen voor behoorlijk weten schappelijke statistieken van de levensduurte in de verschillende gemeenten, zoodat op juiste gronden dat classificatiestelsel wordt «opgebouwd? 2. Acht de Regeering het billijk en con sequent, dat de militaren en de burgerlijke ambtenaren op verschillende wijze worden ijbehandcld, zoodat de eeiic categorie wel, de andere niet, in verschillende salaris klassen wordt ingedeeld? Zoo ja, op welke (gronden? Salarisactie Rijkspersoneel. 30 Juni kwam het Comité ter behartiging yan dc Algemeene Belangen van Overheids personeel (A.C.O.P.) tc Amsterdam in ver gadering bijeen, waar met leedwezen werd kennis genomen van de verklaring der Re- t geering dat er eenige rust moet komen in'de >alarisregeling van het rijkspersoneel. Het A-C.O.P. heeft zich reeds eerder op het standpunt gesteld, dat met deze verklaring door het rijkspersoneel onmogelijk genoegen kan worden genomen. Het Comité heeft daarvan doen blijken in hel gedocumenteer- de adres, dat d.d. 24 April 1926 aan de Re geering is gezonden, dit in aansluiting aan de auc K'ntie, welke het Comité d.d. 29 Maart J.l. met den Minister-President heeft gehad. lïet A.C.O.P. moest tot zijn verontwaardi ging vaststellen, dat de Regeering het blijk baar or noodig heeft geoordeeld, dat zulk een 1 belangrijk adres een officieel antwoord tc geven. Ec sloten werd, een scherpe salarisactie in ie zetten, terwijl hierover, zoomede over de oubevredigende werking van bet georgani seerd overleg, de uitblijvende Ambtenaars- wet en de herclassificatie dor gemeenten, een bespreking zal plaats hebben met de Sec.-Bei.r. Kamerfractie. De afdeelingen der aangesloten bonden 'zul'en al dadelijk omtrent de te voeren /actie voorloopig worden ingelicht. Gebruik van bereid opium. Verschenen is het voorloopig verslag der \Tweade Kamer nopens de wetsontwerpen: Goedkeuring van de overeenkomst met /.bijbehoorende Protocol nopens het gebruik yan bereid opium van 11 Febr. 1925; Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrach tiging van het Vejdrag met bijbehoorend 'Protocol betreffende de vervaardiging en de j^bereiding van, alsmede den handel in ver- doovende middelen van 19 Fcbr. 1925. Verscheidene leden gaven er hun be vreemding over te kennen, dat de resulta nten der te Genève vanwege den Volkenbond gehouden Opiumconferenties eerst nu aan /de Kamer worden voorgelegd. Vele leden meenden hun teleurstelling te I Xnoctcn uitspreken over de geringe resulta ten, door de Eerste Opiumconferentie te •]Genève bereikt. Deze leden vonden de be malingen van het Protocol belangrijker, dan •de overeenkomst zelve. Zij betreurden, dat Gniet van Nederlandsche zijde het initiatief /is uitgegaan om zoodanige bepalingen reeds op de Eerste Conferentie vastgesteld te krij- gen, te meer, daar een Nederlander tot voor zitter dier conferentie was gekozen. Het zwakke en weifelende karakter van jonze opiumpolitiek, dat op de beide confe- renties is gebleken, treedt volgens de laatst bedoelde leden nog duidelijker aan het licht door de berichten, die sedert uit Ned.-Indië ,tot ons komen en die erop wijzen, dat men ,danr, met het oog op den toenemenden smokkelhandel thans de tot bestrijding van het opiummisbruik getroffen maatregelen tijdelijk buiten werking stelt en zelfs over weegt opium tegen lageren prijs verkrijg- i -baar te stellen. Deze politiek werd bedenke lijk geacht. Ouderlingen Risicovereeniging van Nederlandsche gemeenten. De jaarlijksehe algemeene ledenvergade ring van de Onderlinge Risicovereeniging .van Nederlandsche gemeenten is eergiste ren te 's-Gravenhage gehouden onder voor zitterschap van den lieer P. Pruis, burge meester van Vlaardingen. Goedgekeurd werden de door het bestuur aangeboden balans en rekening en verant woording over hel jaar 1920. Met algemee- nc stemmen werd het omelagcijfer, waar- «aar de leden in de kosten van 1925 zullen bijdragen, vaalgesteld op 97 pet. dor Iliiks- .verzekenngsbankpremie. Gerekend over den Bebeelen duur der werkzaamheidvan de ri sico-Vereeniging (sinds 10071 is gemiddeld per jaar afgerekend op 83,1 pel. der Rijks- bank premie Voorts werd behandeld hel technisch ver slag betreffende in 1925 aan werklieden in 'dienst der leden overkomen ongevallen. Een voorstel lot wijziging van het regle ment der aanvullende regeling werd aange- heniden tot een volgende ledenvergadering. Mot dit voorstel werd het volgende b^o.-gd: Onder de aanvullende regeling konden tot dusver worden gebracht bepaalde door het bes'uur der risico-vereeniging aan te wijzen gemeentelijken diensten en instellingen, welke niet vellen onder den verzekerings- plicht der Ongevallenwet 1921. Als zoodanig Tijn door hef bestuur aangewezen, behalve ®ouw- en woningtoezicht, de warenkeu- r.n^JrnSf vleesehkeuringsdienst en de havend'enst. Het is echter gebleken, dat in ns. van gemeenten zich bevinden per sonen, die niet zijn te brengen tot een be paalden tak van dienst en die niet op grond der Ongevallenwet verzekerd zijn, zooals b.v. hooistekers, jenevercontroleurs, geldop- halers, boden, concierges, armmeesters, klokkenisten e.d. Voorgesteld werd de moge lijk te openen, ook deze personen onder de aanvullende verzekering te brengen, het geen niet automatisch zou moeten geschie den, doch na bijzondere opgave van de zijde der gemeenten, die zulks wenschen. iVls tid van het bestuur werden herkozen de heeren jhr. mr. J. M. van Beyma, bur gemeester van Leeuwarden en mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, wethouder van Heer len. Nog werd besloten, aan de dagclijksche besturen der gemeente Almelo, Princenha- ge en Tiel te verzoeken, elk uit zijn midden een lid aan te wijzen voor dc commissie ter controle van het administratief en geldelijk beheer over 1925. Ned. Bond van Boekbinderspatroons. De Nederlandsc-he Bond van Boekbin derspatroons kwam onder leiding van den heer F. L. van der Bom, Amsterdam, in jaarvergadering bijeen. De jaarverslagen van secretaris en pen ningmeester werden goedgekeurd en de begrooting voor 1927 vastgesteld. Voor het hoofdbestuur werd de heer J. Stokkink te Amsterdam herkozen, die ook als secretaris werd aangewezeh. Als nieuw lid van het hoofdbestuur werd benoemd de heer II. van Rijmenam te 's-Gravenhage, om met 1 Januari 1927 als zoodanig op te treden. De hoofdschotel der vergadering was de bespreking omtrent de Bonds-politiek, welke bespreking werd ingeleid door den voor zitter. In verband met deze inleiding werd door het hoofdbestuur voorgesteld om een Alge meene Bedrijfs-commissie in te stellen, die tot taak ontvangt alle prijsopgaven en de prijzen van alle werk, waar prijsopgave voor gedaan is of dat uitgevoerd is, te con troleeren om na ie gaan, of inderdaad een juiste calculatie de basis van den opgegeven prijs was. Bij de bespreking, op de inleiding vol gende,. werd een en ander nader toegelicht en tenslotte vereenigde de vergadering zich met vrijwel algemeene stemmen met het concept-besluit, waarbij werd vastgesteld, dat voor bepaalde werkzaamheden over het algemeen bindende minimale prijzen wor den vastgesteld, van welko prijzen alleen kan worden afgeweken, indien deze afwij king op goede gronden berust en derhalve steun vindt in een juiste berekening. Dat verder voor alle werkzaamheden in het binderijbodrijf uitgevoerd, een beroep op de Algemeene Bedrijfs-commissie kan worden gedaan ter controleering of deze prijsopga ven op juiste basis berusten. In verband hiermede werden voorstellen aanvaard lot wijziging van statuten en huishoudelijk reglement, waarop na eind stemming de Koninklijke goedkeuring zal worden gevraagd. He^ reciprociteitsverdrag met de Federatie der Werkgeversorganisatiën Ln het Boek- drukkersbedrijf en met den Nederl. Bond van Steendrukkerijen werd zonder meer verlengd. Omtrent de verlenging of opzegging der Collectieve Arbeidsovereenkomst werd geen bindende beslissing genomen. Het R.-K. Werkliedenverbond en de Engelsche mijnwerkers. Eergisteren heeft het bestuur van het R.-K. Werkliedenverbond met vertegen woordigers van de bij het Verbond aange sloten vakbonden vergaderd, ter bespreking van het verzoek om steun, rechtsstreeks ontvangen van de Engelsche Mijnwerkers- federatie. Bleek aldus het bericht' in de Katholie ke bladen uit de besprekingen zeer dui delijk sympathie voor de strijdende mijn werkers en wa9 er dus een tlerke neiging om te steunen, de vergadering meende in een dergelijke aangelegenheid van interna tionale beteekenis geen besluit te mogen nemen, indien het verzoek niet gedaan werd via het Internationaal Christelijk Vakver bond en zoo mogelijk door lusschenkomst van de Engelsche Nationale Centrale Besloten werd, het volgende telegram*le zenden aan de Engelsche Mijnwerkersbond: „De Centrale der Katholieke Vakbewe ging in Holland, in vergadering bijeen met vertegenwoordigers der aangesloten bonden, besprekend uw verzoek om steun voor de in strijd zijnde kameraden, geeft u dringend in overweging, u te wenden tot het Interna tionaal Christelijk Vakverbond, Utrecht, Holland". Het bestuur van het Verbond heeft zich verder reeds met het bestuur van het In ternationaal Vakverbond nopens deze zaak in verbinding gesteld. Vliegtochten. Men meldt aan het Haagsohë Aneta- kantoor Gisteren is de luit.-vliegér Elkerboub van het Marinevliegkamp De Kooy begonnen een rondvlucht over Nederland' te maken, om aldus te trachten per dag een zoo groot mogelijk traject af te leggen. Hiervoor maakte hij gebruik van een onzer nieuwste en snelste militaire vliegtuigen, de Fokker C 5 met Lorraine Dietrich motor 450 P.K. 30 Juni verrtok luit. Eikerbout en als tweede piloot Veenstra om 's morgens kwart voor vier van het vliegkamp De Kooy en keerde er zes uur later weer terug om een nieuwen voorraad benziue in te nemen. Even later vertrok hij weer en 's avonds werd het- vliegkamp De Kooy weer bereikt. In liet geheel werden afgelegd 2400 K.M. in.15 uur. De bedoeling van deze rondvlucht was de volgendeIn Marinekringen had men -iet- plan opgevat, de nieuwe door Marine aangeschafte Dornier WaJl-vliegbooton het \olgende jaar van Nederland naar Indië over te vliegen. Door sommigen werd hier tegen bezwaar gemaakt als zouden onze vliegers niet in staat zijn in een dag de grootste étappe op dieo tocht van 1800 K.M. af te leggen. De schitterende prestatie van den vlie ger Elkerbout heeft hiermede echter het tegendeel bewezen door op één dag zelfs 2400 K.M. af te leggen. De opening van het Spoorweghuis der Ned. Vereen. Gistermiddag vingen in het Spoorweghuis te Utrecht de feesten aan, Ier gelegenheid van hel 40-jarig bestaan der Nederl. Veree niging van Spoor- en Tramwegpersoneel en de opening van het nieuwe Spoorweghuis. liet podium was in een volkomen bloemen tuin herschapen. De voorzitter, de heer Mollmaker, opende de bijeenkomst en hield een feestrede. Er zijn thans 19.190 leden. Vervolgens bood de voorzitter, de heer J. Th. van Rijswijk uit Rotterdam, namens 'n commissie uit dc leden een fraaie vlag aan ten gebruike bij demonstraties enz. Daarna was het woord aan de builenland- sche gasten. Namens Italië werd een bronzen schild aangeboden. Vervolgens bood de voorzitter aan den penningmeester, den heer Van Delft, de groole enveloppe aan, bestaande uit een gift als bijdrage in de kosten van het nieuw ge bouw en bedoeld als jubileumgeschenk van de leden. Deze gift zal van de kosten van het gebouw worden afgeschreven, zoodat 't de financieele last belangrijk verlicht. De actie voor de groote enVeloppe heeft boven dien een massa mannen en vrouwen tot de organisatie gebracht. Spr. bood daarna de enveloppe aan met f 44.759.68. Spreker deel de mede dat nog heel wat is toegezegd. (Luid applaus). Het conflict bij de ZntphenEmmerik. In de vergadering van den raad van Doe- iinchem werd aangenonten met 95 stem men de volgende motie. De raad enz., overwegende dat nu reeds vanaf 24 Januari Ü926 het arbeidsconflict duurt tusschen het personeel der Zutphen Emmerik eener- en de directie van dat trambedrijf anderzijds. van oordeel dat er voor de regeering alle aanleiding beslaat eindelijk eens in te grij pen cn partijen eindelijk te noodzaken op billijken en redelijken grondslag het overleg te openen tot beëindiging van het conflict, omdat toch krachtens de Arbeidsgeschillen- wet in een dreigend conflict of uitgebroken arbeidsconflict in een particulier bedrijf pogingen mogelijk worden tot voorkoming of bijlegging en beëindiging van het conflict en dus bemiddeling van regeeringswege bij een conflict en een bedrijf, dat financieel afhankolijk is van de overheid, minstens genomen normaal moet worden geacht, betreurt, dat van eenig optreden der re geering te dezer zake naar buiten nog niets is gebleken, draagt het Dag. Bestuur der gemeente op, zich onverwijld met de regeering in ver binding te stellen en bij haar aan te dringen op een spoedig ingrijpen van den Minister van Waterstaat, en besluit deze motie ter kennis te bren gen van Ged. Staten van Gelderland en Overijsel en de gemeentebesturen van Zut- fen, Deventer, Steenderen, Hummelo en Keppel en Bergh met verzoek adhacsfe te betuigen met de strekking dezer motie. Steun aan onde bedienden. De Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft zich indertijd lot den voorzitter van den Raad van Ministers gewend met een adres over de oudere bedienden. Geconstateerd werd, dat deze in het bedrijf als regel geen plaats meer zullen kunnen krijgen en verzocht werd maatregelen te treffen, dat door ver disconteering der aan hen te verstrekken ondersleuning, een sommetje voor hen be schikbaar zou worden gesteld, ten einde hen in de gelegenheid te stellen een zelfstandig bestaan te vinden, of als filiaalhouder enz. op te treden. Minister De Geer deelt den Bond thans mede, dat de regeering tot haar leedwezen den gevraagden steun niet kan verleenen. De reden daarvan ligt in do consequenties ten opzichte van andere groepen, die we gens maatschappelijke en economische ver anderingen achterop geraakt zijn, welke consequenties door de regeering niet zouden kunnen worden aanvaard. In de op 30 Juni 1926 gehouden alge meene 'vergadering der „Vereeniging Na tionaal Fonds tot ondersteuning van de na gelaten betrekkingen van in Ned.-Indië ge vallen militairen", wesrd de winst- en ver liesrekening over 1925 goedgekeurd. In het verslagjaar werd aan interest, contributie, bijdragen ontvangen f 27.578.46 en aan on dersteuningen uitgekeerd f 23.705.28. Het verschil werd bestemd voor het dek ken van de tekorten over vorige jaren, ont staan doordat meer a-an ondersteuningen werd uitgekeerd dan ontvangen. Door zuinig beheer bestaat het vooruit zicht, dat die tekorten tegen het einde van dit boekjaar geheel zullen zijn aange zuiverd. De invoer uit Nederland in België van duiven, ook van verdwaalde Belgische dui ven, die hier te lande zijn opgevangen, om aan de eigenaars te worden teruggezonden, is alleen toegestaan, wanneer de dieren ver gezeld zijn van een bewijs van het departe ment van landsverdediging te Brussel, UIT NED.'oOST-INDIE. De ramp op Sumatra. PADANG, 1 Juli (Anela). In de afdee>- ling So lok zijn tot dusver 33 dooden en drie zwaargewonden. De passarloodsen zijn vrij wel vernield. De Sumalrah'ode opende een inschrijving tol 6teunverleening aan de geteisterde ge bieden. Ilulpverleening is ten zeerste noodig. Naar Aneta verneemt, zijn het Ophirge- bied en Loeboeksikaping niet geteisterd, [Wal het Moearalaboesche betreft, daarover zijn tot dusver nog geen berichten ont vangen. (Zitting van gisteren). Verdrag NederlandDuitschland. Aan de orde is het wetsontwerp Goed keuring van hel verdrag lot aanvulling van het NederlandschDuit3che verdrag van handel en scheepvaart van 31 December 1851 met daarbij behoorend protocol, en van het NederlandschDuitsche douane- en credietverdrag met bijlage en daarbij be hoorend protocol, beide op 26 November 1925 te Berlijn tusschen Nederland cn Duitschland gesloten. De algemeene beschouwingen worden ge opend. De heer KORTENHORST (R.-K.) consta teert, dat het vrijwel onmogelijk is iels aan het verdrag te veranderen. Toch is hel' gewenscht het tractaat nader te beschou wen, vooral na de slechte pers, die het overal heeft' gehad. Het gaat allereerst om de beginselen, waarvan de regeering is uit gegaan bij de onderhandelingen. In de Memorie van Antwoord is groote terughou dendheid betracht en de regeering beant woord vele vragen uit het Voorloopig Ver slag met opzet niet. Overvaagheid van de toezeggingen van Duitschland zegt de mi nister alleen, dat dit op een misverstand be rust. Waarom zijn b.v. de belastingen niet ter sprake gebracht? De onderhandelingen over de steenkolen worden niet nader toe gelicht, omdat het der regeering niet ge wenscht vborkomt daarover te spreken. In algemeene beschouwingen over de handelspolitiek wil de regeering ook al niet treden. Wanneer wil zij dat toch eens doen? Want spr. is al dikwijls afgescheept met de mededeeling, dat hel tijdstip niet geschikt is. Omtrent het gebruik dat van het crediet wordt' gemaakt, zwijgt de regeering om het bankgeheim niet te schenden. Gebrek aan wederkeerigheid is de regeering verwelen, maar de regeering poeiert die opmerking al weer af. De opzegtermijn voor Duitschland bijv. is anders dan die voor Nederland, maar een argumenteering daarvan is niet gezien. Ten aanzien van de grensstations is ook een zonderlinge bepaling getroffen, waarbij Duitschland vrijheid behoudt. In al deze punten ziet men het air de my- slère dat de regeering aanneemt. Wat de Regeering van de Kamer vraagt is een onbeperkt en blind vertrouwen in haar beleid. Bij spr. is dit vertrouwen niet aanwezig, omdat op geen enkel punt vol ledige mededeeling ia gedaan. Een verdrag te accepteeren alleen op grond hiervan dat de regcering dit in 's lands belang acht, ligt niet in spr.'s voornemen. De geschiedenis van dit verdrag heeft .ver schillende fasen. Het oude verdrag liep af en Nederland achtte hel' gewenscht dit te herzien na den nieuwen toestand die ont staan was door het Verdrag van Versailles. Duitschland had de gunst van meeslbegun- stigiing reeds eerder toegestaan en 't is te begrijpen dat Nederland trachtte wederzijd- schc meesthegunstiging te verkrijgen. In dit stadium is de commissie voor een handels verdrag wel gehoord, toen nl. het verdrag nog één geheel was. Later is deze commissie noch de Nijverheidsraad gehoord. In Januari 1925 liep het gerucht, dal Duitschland van plan was'de invoerrechten zeer Je verhoogen.Üit gaf eenige beroering in vele'kringen. In dit stadium stond onze Re geering op hel' standpunt om invoerrechten niet lot een onderwerp van onderhandelin gen te moeten maken. Het hooren van be langhebbenden geschiedde dus alleen om eenige geruststelling te geven. Nederland wilde de verklaring zien te krijgen, die Hon garije had verkregen n.l. dat niet door een vèr doorgevoerde specificatie het nut van de meesthegunstiging zou verloren gaan. De Regeering leed liever een klein échec dan een richting te volgen, die den schijn zou hebben wijziging te brengen in onze handelspolitiek. Zij deed afstand van con cessies door de algemeene politiek te red den. Toen Duitschland oprees, trachtte de Re geering nog weer het doel te kunnen be reiken door de oude politiek der meestbe- gunstiglng te volgen. Op 1 October zouden de nieuwe Duitsche tarieven in werking treden en nog was er niet-s tot stand ge bracht. Duitschland eïschte toen, dat de oredietkwestie tegelijkertijd zou worden behandeld en de haast die toen noodig was, maakte het onmogelijk nadere adviezen te vragen. Duitschland had de zaak slepende gehouden om ons te overvallen met den eisch, dat het crediet zou worden toege staan. Was onze onderhandetingscommis- 6ie gelimiteerd in haar daden Onze cre- dietverleening was ons ruil-object, maar daarvoor is niet binnengehaald wat noodig was ten aanzien van de artikelen, die al leen uit ons land naar Duitschland worden uitgevoerd. De Regeering vindt haar eigen succes eigenlijk een beetje gênant. Spr. verwijt den onderhandelaars voor onze zaak niets, want het was hun onmogelijk gemaakt te bereiken wat zij wilden, omdat de Regee ring hen had vastgelegd. De oppositie tegen de gebruikmaking van het crediet zou voor spr. begrijpelijk zijn geweest, maar de geestverwanten en .verdedigers van den Minister doen dit niet De Minister zegt dit eigenlijk ook niet te begrijpen. Het kre diet heeft klaarblijkelijk bij de onderhan delingen een ondergeschikte rol gespeeld. De groote politiek der meestbegunstiging is hooggehouden en zij, die daarvan voor stander zijn, moeten wel juichen, maar dat men ale gevolg daarvan echec heeft gele den, wil men niet inzien. Spr.'e kritiek richt zich tegen het be ginsel dat de Regeering heeft gevolgd. Het beginsel moest zijn volkomen recipro citeit. Heeft de Regeering de Duitsche po litiek volkomen doorzien 1 Duitschland wil wel concessies doen, mits het meer terug krijgt dan het zonder handelstractaat zou kunnen bereiken. De tegenwoordige Duit sche handelspolitiek is van tijdelijken aard en telkens zal Duitschland gelegenheid heb ben om haar tarieven om te werken In 1928 zal opnieuw onderhandeld moeten worden cn Duitschland zal wel zorgen dat zijn tarieven zóó zijn, dat Nederland moet accopteercn. Het lijkt er wel op, dat Duitschland zal trachten zóóver ie gaan als maar mogelijk is. Hel zal alles in hel werk stellen om Ne derland tot het uiterste ie voeren en van Nederland gedaan te krijgen, wat er maat te halen valt. Teneinde de landbouw in Duilschland tot hel uiterste ie prikkelen en tot hel allerhoogste op te voeren wordt ge tracht den invoer uit het buitenland zoo veel mogelijk tegen te gaan. Duilschland wil op landbouwgebied onafhankelijk wor-. den. Blijkens de uil voer-cijfers heeft Neder land reeds harde slagen ontvangen. In dc maanden JanuariMei 1925 bedroeg onze uitvoer 184 mitlioen gulden en in dezelfde maanden 1926 126 millioen. Hel invoer- saldo van Duilschland was in 1925 4 milliard rijksmark, terwijl reeds in de eerste maanden van 1926 er een uitvoersaldo was. Had Nederland nu geen druk op Duilschland kunnen uitoefenen. Spr. wijst op het Duitsch-Spaanschc contract, dal door Duilschland werd afgewezen, omdat het te gunstig was voor Spanje. Later is een con tract afgesloten op grond van meestbegun stiging. Het land, dat als een kooper van hel andere land van belang is, slaat bij onderhandelingen met dat land sterker. Nederland is in dat opzicht tegenover Duilschland steeds sterker geworden, want het staat als no. 2 in de lijst van degenen, die uit Duitschland importeeren. Het is dan ook geen wonder, dat Duitschland er op stond te bepalen, dat bijv. ten aanzien van de steenkolen uit Duitschland geen toe stand moest ontstaan, die minder was dan de beslaande. De export-goederen uit Nederland, de monopolie-artikelen zijn voor Duitschland juist van heel veel belang en door die artikelen kan Nederland bij onderhandelin gen sterk slaan. Door het stelsel der reciprociteit af te wijzen, heeft de Neder landsche Regeering deze macht, die zij had, laten varen, om haar binnenlandsche poli tiek van vrijhandel te handhaven. Neder land had ab ruilobject alleen het krediet en liet slond daardoor vrijwel machteloos, Nederland slond op het standpunt van den onbaalzuchligen handelaar, den doctrinairen diplomaat en kwam daardoor er zeer slecht af. Dc concessies, die Nederland heeft ver kregen, zijn van zeer geringe beteekenis, meent spr. Alleen de reductie op sommige invoerrechten heeft het karakter van een concessie van de zijde van Duitschland. Ze» millioen 180.000 gulden zou daarop vermin derd zijn. Inmiddels zijn de cijfers van 1926 reeds gedaald, zoodal dit bedrag min der is, maar bovendien gaat daaraf de ver mindering van hel percentage van het crediet. Al moge iels zijn gewonnen, dan is ander zijds zeer veel verloren voor onze industrie in hel algemeen. Spr. kan zich niet tot geestdrift opwerken om mee te werken lot verlenging van het crediet. Gaarne hoordo hij eens wat de Minister vcgi Arbeid laar- van zeidc. Mede namens velo van zijn medestanders wacht hij diens antwoord af alvorens té bepalen of hij zijn stem aan deze verlenging zou geven. De heer KNOTTENBELT (V. B.) heeft zeer vele vragen te doen en verzocht den minister bereid te zijn eventueele 9lukken ter inzage van de leden te stellen als hij niet bereid zou zijn in het openbaar te ant woorden. Spr. betreurt het dat de Rijksdag het verdrag reeds heeft goedgekeurd zoodat verandering niet meer mogelijk is. Voorts betreurt hij hel dat de onderhandelaren niet voor hun taak ten volle berekend wa ren. Zoo wijst hij er op dat verschillende artikelen niet ter sprake zijn gebracht o.a. cacao en melasse, waarover Duitschland juist graag had gesproken, omdat het een monopolie in eigen laiul wilde voorkomen. Aan den éénen kant acht de Regeering oen zekere omschrijving niet noodig, en aan den anderen kant wordt een omschrij ving gegeven die niet afdoende is. Zoo waarborgt niets een zeker Nederlandsch contingent als invoer-verboden wordt uit gevaardigd. Men moet niet alleen zien naar de voor- deelen voor land- en tuinbouw alleen, men moet alle voordeelen te zamen bezien. De nijverheids, de steenkolen en de spoorweg- belangen wil spr. speciaal bezien. De nij verheid klaagt dat voor haar zoo weinig is bereikt. Spr. begrijpt niet waarom wij geen vrijen uitvoer van steenkolen hebben ver kregen terwijl wij wel vrijen invoer toe stonden en zelfs beloofden den toestand nimmer ongunstiger te zullen maken dan die is. Hier had Nederland toch een sterk wapen in de hand bij de onderhandelingen. Hetzelfde geldt voor de invoer-tarieven voor de kolen; Duitschland handicapl daarmede onzen kolen-export door lagere tarieven voor eigen kolen-transport te stellen. De voorkeur-tarieven op de Duitsche spoorwegen zijn niet dan in een vage be lofte van Duitschland opgenomen. Wij zijn erniet mee geholpen lot alle voorkeur tarieven worden afgeschaft, wij zijn pas geholpen als wij alleen een voorkeur-tarief krijgen. Tenslotte wijst spr. op de kwestie der schadevergoeding van de zijde van Duilsch land voor de getorpedeerde schepen. De Regeering meent dal die kwestie niet aar het contract moet worden vastgebonden. Indertijd, bij de verleening van het crediet is reeds betreurd dal deze kwestie toen niet was behandeld. Nu zijn wij zes jaar verder en is weer de gelegenheid niet benut om dit punt eens te behandelen. Op die wijze komen wij niet verder. Juist bij dergelijke gelegenheden moet een punt al9 dit vóór- opgesteld worden. Spr. is voornemens een motie in te dienen, waarin de Regeering wordt uitgenoodigd te trachten de onder handelingen te heropenen. Eer3t wacht hij echter het antwoord der Regeering af. De heer VAN DER SLUIS (S.-D.) zal vóór dit wetsontwerp stemmen, omdat verwer ping een zeer ernstige benadeeling voor land- en tuinbouw zou zijn- Hij acht het ontwerp niet in alle opzichten fraai, maaf liever heeft hij één vogel in de hand dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9