No. 20337.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 Juli
Derde Blad Anno 1926,
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
De Kon. Familie in Zwitserland-
De Koninklijke Familie begeeft zich yan-
Üaag van Luzern naar Bealenberg*
Ofticieele berichten.
Bij Kon. besluit is eervol ontslagen met
dank S. H. de Granada, als agent-generaal
yoor de immigratie in Suriname en als lid
yan den Raad van bestuur in dat gewest;
is benoemd met den dag van vertrek naar
Paramaribo tot lid van het hof van justitie
in Suriname mr. J. C. Brons, te Rotterdam;
Nieuwe vragen van het Kamerlid Moller.
Door den heer Moller zijn aan den Mi
nister van Financiën, Voorzitter van den
Raad van Ministers, de volgende schrifte-
'iijke vragen gesteld:
1. Is de Regeering bereid, indien zij de
classificatie, bedoeld in de Bezoldigingsbe
sluiten, in ieder geval wil handhaven, ten
spoedigste te zorgen voor behoorlijk weten
schappelijke statistieken van de levensduurte
in de verschillende gemeenten, zoodat op
juiste gronden dat classificatiestelsel wordt
«opgebouwd?
2. Acht de Regeering het billijk en con
sequent, dat de militaren en de burgerlijke
ambtenaren op verschillende wijze worden
ijbehandcld, zoodat de eeiic categorie wel,
de andere niet, in verschillende salaris
klassen wordt ingedeeld? Zoo ja, op welke
(gronden?
Salarisactie Rijkspersoneel.
30 Juni kwam het Comité ter behartiging
yan dc Algemeene Belangen van Overheids
personeel (A.C.O.P.) tc Amsterdam in ver
gadering bijeen, waar met leedwezen werd
kennis genomen van de verklaring der Re-
t geering dat er eenige rust moet komen in'de
>alarisregeling van het rijkspersoneel. Het
A-C.O.P. heeft zich reeds eerder op het
standpunt gesteld, dat met deze verklaring
door het rijkspersoneel onmogelijk genoegen
kan worden genomen. Het Comité heeft
daarvan doen blijken in hel gedocumenteer-
de adres, dat d.d. 24 April 1926 aan de Re
geering is gezonden, dit in aansluiting aan
de auc K'ntie, welke het Comité d.d. 29 Maart
J.l. met den Minister-President heeft gehad.
lïet A.C.O.P. moest tot zijn verontwaardi
ging vaststellen, dat de Regeering het blijk
baar or noodig heeft geoordeeld, dat zulk een
1 belangrijk adres een officieel antwoord tc
geven.
Ec sloten werd, een scherpe salarisactie in
ie zetten, terwijl hierover, zoomede over de
oubevredigende werking van bet georgani
seerd overleg, de uitblijvende Ambtenaars-
wet en de herclassificatie dor gemeenten,
een bespreking zal plaats hebben met de
Sec.-Bei.r. Kamerfractie.
De afdeelingen der aangesloten bonden
'zul'en al dadelijk omtrent de te voeren
/actie voorloopig worden ingelicht.
Gebruik van bereid opium.
Verschenen is het voorloopig verslag der
\Tweade Kamer nopens de wetsontwerpen:
Goedkeuring van de overeenkomst met
/.bijbehoorende Protocol nopens het gebruik
yan bereid opium van 11 Febr. 1925;
Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrach
tiging van het Vejdrag met bijbehoorend
'Protocol betreffende de vervaardiging en de
j^bereiding van, alsmede den handel in ver-
doovende middelen van 19 Fcbr. 1925.
Verscheidene leden gaven er hun be
vreemding over te kennen, dat de resulta
nten der te Genève vanwege den Volkenbond
gehouden Opiumconferenties eerst nu aan
/de Kamer worden voorgelegd.
Vele leden meenden hun teleurstelling te
I Xnoctcn uitspreken over de geringe resulta
ten, door de Eerste Opiumconferentie te
•]Genève bereikt. Deze leden vonden de be
malingen van het Protocol belangrijker, dan
•de overeenkomst zelve. Zij betreurden, dat
Gniet van Nederlandsche zijde het initiatief
/is uitgegaan om zoodanige bepalingen reeds
op de Eerste Conferentie vastgesteld te krij-
gen, te meer, daar een Nederlander tot voor
zitter dier conferentie was gekozen.
Het zwakke en weifelende karakter van
jonze opiumpolitiek, dat op de beide confe-
renties is gebleken, treedt volgens de laatst
bedoelde leden nog duidelijker aan het licht
door de berichten, die sedert uit Ned.-Indië
,tot ons komen en die erop wijzen, dat men
,danr, met het oog op den toenemenden
smokkelhandel thans de tot bestrijding van
het opiummisbruik getroffen maatregelen
tijdelijk buiten werking stelt en zelfs over
weegt opium tegen lageren prijs verkrijg-
i -baar te stellen. Deze politiek werd bedenke
lijk geacht.
Ouderlingen Risicovereeniging van
Nederlandsche gemeenten.
De jaarlijksehe algemeene ledenvergade
ring van de Onderlinge Risicovereeniging
.van Nederlandsche gemeenten is eergiste
ren te 's-Gravenhage gehouden onder voor
zitterschap van den lieer P. Pruis, burge
meester van Vlaardingen.
Goedgekeurd werden de door het bestuur
aangeboden balans en rekening en verant
woording over hel jaar 1920. Met algemee-
nc stemmen werd het omelagcijfer, waar-
«aar de leden in de kosten van 1925 zullen
bijdragen, vaalgesteld op 97 pet. dor Iliiks-
.verzekenngsbankpremie. Gerekend over den
Bebeelen duur der werkzaamheidvan de ri
sico-Vereeniging (sinds 10071 is gemiddeld
per jaar afgerekend op 83,1 pel. der Rijks-
bank premie
Voorts werd behandeld hel technisch ver
slag betreffende in 1925 aan werklieden in
'dienst der leden overkomen ongevallen.
Een voorstel lot wijziging van het regle
ment der aanvullende regeling werd aange-
heniden tot een volgende ledenvergadering.
Mot dit voorstel werd het volgende b^o.-gd:
Onder de aanvullende regeling konden tot
dusver worden gebracht bepaalde door het
bes'uur der risico-vereeniging aan te wijzen
gemeentelijken diensten en instellingen,
welke niet vellen onder den verzekerings-
plicht der Ongevallenwet 1921. Als zoodanig
Tijn door hef bestuur aangewezen, behalve
®ouw- en woningtoezicht, de warenkeu-
r.n^JrnSf vleesehkeuringsdienst en de
havend'enst. Het is echter gebleken, dat in
ns. van gemeenten zich bevinden per
sonen, die niet zijn te brengen tot een be
paalden tak van dienst en die niet op grond
der Ongevallenwet verzekerd zijn, zooals
b.v. hooistekers, jenevercontroleurs, geldop-
halers, boden, concierges, armmeesters,
klokkenisten e.d. Voorgesteld werd de moge
lijk te openen, ook deze personen onder de
aanvullende verzekering te brengen, het
geen niet automatisch zou moeten geschie
den, doch na bijzondere opgave van de zijde
der gemeenten, die zulks wenschen.
iVls tid van het bestuur werden herkozen
de heeren jhr. mr. J. M. van Beyma, bur
gemeester van Leeuwarden en mr. J. N. J.
E. Heerkens Thijssen, wethouder van Heer
len.
Nog werd besloten, aan de dagclijksche
besturen der gemeente Almelo, Princenha-
ge en Tiel te verzoeken, elk uit zijn midden
een lid aan te wijzen voor dc commissie ter
controle van het administratief en geldelijk
beheer over 1925.
Ned. Bond van Boekbinderspatroons.
De Nederlandsc-he Bond van Boekbin
derspatroons kwam onder leiding van den
heer F. L. van der Bom, Amsterdam, in
jaarvergadering bijeen.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester werden goedgekeurd en de
begrooting voor 1927 vastgesteld.
Voor het hoofdbestuur werd de heer J.
Stokkink te Amsterdam herkozen, die ook
als secretaris werd aangewezeh. Als nieuw
lid van het hoofdbestuur werd benoemd de
heer II. van Rijmenam te 's-Gravenhage,
om met 1 Januari 1927 als zoodanig op te
treden.
De hoofdschotel der vergadering was de
bespreking omtrent de Bonds-politiek, welke
bespreking werd ingeleid door den voor
zitter.
In verband met deze inleiding werd door
het hoofdbestuur voorgesteld om een Alge
meene Bedrijfs-commissie in te stellen, die
tot taak ontvangt alle prijsopgaven en de
prijzen van alle werk, waar prijsopgave
voor gedaan is of dat uitgevoerd is, te con
troleeren om na ie gaan, of inderdaad een
juiste calculatie de basis van den opgegeven
prijs was.
Bij de bespreking, op de inleiding vol
gende,. werd een en ander nader toegelicht
en tenslotte vereenigde de vergadering zich
met vrijwel algemeene stemmen met het
concept-besluit, waarbij werd vastgesteld,
dat voor bepaalde werkzaamheden over het
algemeen bindende minimale prijzen wor
den vastgesteld, van welko prijzen alleen
kan worden afgeweken, indien deze afwij
king op goede gronden berust en derhalve
steun vindt in een juiste berekening. Dat
verder voor alle werkzaamheden in het
binderijbodrijf uitgevoerd, een beroep op de
Algemeene Bedrijfs-commissie kan worden
gedaan ter controleering of deze prijsopga
ven op juiste basis berusten.
In verband hiermede werden voorstellen
aanvaard lot wijziging van statuten en
huishoudelijk reglement, waarop na eind
stemming de Koninklijke goedkeuring zal
worden gevraagd.
He^ reciprociteitsverdrag met de Federatie
der Werkgeversorganisatiën Ln het Boek-
drukkersbedrijf en met den Nederl. Bond
van Steendrukkerijen werd zonder meer
verlengd.
Omtrent de verlenging of opzegging der
Collectieve Arbeidsovereenkomst werd geen
bindende beslissing genomen.
Het R.-K. Werkliedenverbond en de
Engelsche mijnwerkers.
Eergisteren heeft het bestuur van het
R.-K. Werkliedenverbond met vertegen
woordigers van de bij het Verbond aange
sloten vakbonden vergaderd, ter bespreking
van het verzoek om steun, rechtsstreeks
ontvangen van de Engelsche Mijnwerkers-
federatie.
Bleek aldus het bericht' in de Katholie
ke bladen uit de besprekingen zeer dui
delijk sympathie voor de strijdende mijn
werkers en wa9 er dus een tlerke neiging
om te steunen, de vergadering meende in
een dergelijke aangelegenheid van interna
tionale beteekenis geen besluit te mogen
nemen, indien het verzoek niet gedaan werd
via het Internationaal Christelijk Vakver
bond en zoo mogelijk door lusschenkomst
van de Engelsche Nationale Centrale
Besloten werd, het volgende telegram*le
zenden aan de Engelsche Mijnwerkersbond:
„De Centrale der Katholieke Vakbewe
ging in Holland, in vergadering bijeen met
vertegenwoordigers der aangesloten bonden,
besprekend uw verzoek om steun voor de
in strijd zijnde kameraden, geeft u dringend
in overweging, u te wenden tot het Interna
tionaal Christelijk Vakverbond, Utrecht,
Holland".
Het bestuur van het Verbond heeft zich
verder reeds met het bestuur van het In
ternationaal Vakverbond nopens deze zaak
in verbinding gesteld.
Vliegtochten.
Men meldt aan het Haagsohë Aneta-
kantoor
Gisteren is de luit.-vliegér Elkerboub van
het Marinevliegkamp De Kooy begonnen
een rondvlucht over Nederland' te maken,
om aldus te trachten per dag een zoo groot
mogelijk traject af te leggen. Hiervoor
maakte hij gebruik van een onzer nieuwste
en snelste militaire vliegtuigen, de Fokker
C 5 met Lorraine Dietrich motor 450 P.K.
30 Juni verrtok luit. Eikerbout en als
tweede piloot Veenstra om 's morgens kwart
voor vier van het vliegkamp De Kooy en
keerde er zes uur later weer terug om een
nieuwen voorraad benziue in te nemen.
Even later vertrok hij weer en 's avonds
werd het- vliegkamp De Kooy weer bereikt.
In liet geheel werden afgelegd 2400 K.M.
in.15 uur.
De bedoeling van deze rondvlucht was
de volgendeIn Marinekringen had men
-iet- plan opgevat, de nieuwe door Marine
aangeschafte Dornier WaJl-vliegbooton het
\olgende jaar van Nederland naar Indië
over te vliegen. Door sommigen werd hier
tegen bezwaar gemaakt als zouden onze
vliegers niet in staat zijn in een dag de
grootste étappe op dieo tocht van 1800
K.M. af te leggen.
De schitterende prestatie van den vlie
ger Elkerbout heeft hiermede echter het
tegendeel bewezen door op één dag zelfs
2400 K.M. af te leggen.
De opening van het Spoorweghuis der
Ned. Vereen.
Gistermiddag vingen in het Spoorweghuis
te Utrecht de feesten aan, Ier gelegenheid
van hel 40-jarig bestaan der Nederl. Veree
niging van Spoor- en Tramwegpersoneel en
de opening van het nieuwe Spoorweghuis.
liet podium was in een volkomen bloemen
tuin herschapen.
De voorzitter, de heer Mollmaker, opende
de bijeenkomst en hield een feestrede. Er
zijn thans 19.190 leden.
Vervolgens bood de voorzitter, de heer J.
Th. van Rijswijk uit Rotterdam, namens 'n
commissie uit dc leden een fraaie vlag aan
ten gebruike bij demonstraties enz.
Daarna was het woord aan de builenland-
sche gasten.
Namens Italië werd een bronzen schild
aangeboden.
Vervolgens bood de voorzitter aan den
penningmeester, den heer Van Delft, de
groole enveloppe aan, bestaande uit een gift
als bijdrage in de kosten van het nieuw ge
bouw en bedoeld als jubileumgeschenk van
de leden. Deze gift zal van de kosten van
het gebouw worden afgeschreven, zoodat 't
de financieele last belangrijk verlicht. De
actie voor de groote enVeloppe heeft boven
dien een massa mannen en vrouwen tot de
organisatie gebracht. Spr. bood daarna de
enveloppe aan met f 44.759.68. Spreker deel
de mede dat nog heel wat is toegezegd. (Luid
applaus).
Het conflict bij de ZntphenEmmerik.
In de vergadering van den raad van Doe-
iinchem werd aangenonten met 95 stem
men de volgende motie.
De raad enz., overwegende dat nu reeds
vanaf 24 Januari Ü926 het arbeidsconflict
duurt tusschen het personeel der Zutphen
Emmerik eener- en de directie van dat
trambedrijf anderzijds.
van oordeel dat er voor de regeering alle
aanleiding beslaat eindelijk eens in te grij
pen cn partijen eindelijk te noodzaken op
billijken en redelijken grondslag het overleg
te openen tot beëindiging van het conflict,
omdat toch krachtens de Arbeidsgeschillen-
wet in een dreigend conflict of uitgebroken
arbeidsconflict in een particulier bedrijf
pogingen mogelijk worden tot voorkoming
of bijlegging en beëindiging van het conflict
en dus bemiddeling van regeeringswege bij
een conflict en een bedrijf, dat financieel
afhankolijk is van de overheid, minstens
genomen normaal moet worden geacht,
betreurt, dat van eenig optreden der re
geering te dezer zake naar buiten nog niets
is gebleken,
draagt het Dag. Bestuur der gemeente op,
zich onverwijld met de regeering in ver
binding te stellen en bij haar aan te dringen
op een spoedig ingrijpen van den Minister
van Waterstaat,
en besluit deze motie ter kennis te bren
gen van Ged. Staten van Gelderland en
Overijsel en de gemeentebesturen van Zut-
fen, Deventer, Steenderen, Hummelo en
Keppel en Bergh met verzoek adhacsfe te
betuigen met de strekking dezer motie.
Steun aan onde bedienden.
De Algemeene Nederlandsche Bond van
Handels- en Kantoorbedienden heeft zich
indertijd lot den voorzitter van den Raad
van Ministers gewend met een adres over
de oudere bedienden. Geconstateerd werd,
dat deze in het bedrijf als regel geen plaats
meer zullen kunnen krijgen en verzocht
werd maatregelen te treffen, dat door ver
disconteering der aan hen te verstrekken
ondersleuning, een sommetje voor hen be
schikbaar zou worden gesteld, ten einde hen
in de gelegenheid te stellen een zelfstandig
bestaan te vinden, of als filiaalhouder enz.
op te treden.
Minister De Geer deelt den Bond thans
mede, dat de regeering tot haar leedwezen
den gevraagden steun niet kan verleenen.
De reden daarvan ligt in do consequenties
ten opzichte van andere groepen, die we
gens maatschappelijke en economische ver
anderingen achterop geraakt zijn, welke
consequenties door de regeering niet zouden
kunnen worden aanvaard.
In de op 30 Juni 1926 gehouden alge
meene 'vergadering der „Vereeniging Na
tionaal Fonds tot ondersteuning van de na
gelaten betrekkingen van in Ned.-Indië ge
vallen militairen", wesrd de winst- en ver
liesrekening over 1925 goedgekeurd. In het
verslagjaar werd aan interest, contributie,
bijdragen ontvangen f 27.578.46 en aan on
dersteuningen uitgekeerd f 23.705.28.
Het verschil werd bestemd voor het dek
ken van de tekorten over vorige jaren, ont
staan doordat meer a-an ondersteuningen
werd uitgekeerd dan ontvangen.
Door zuinig beheer bestaat het vooruit
zicht, dat die tekorten tegen het einde
van dit boekjaar geheel zullen zijn aange
zuiverd.
De invoer uit Nederland in België van
duiven, ook van verdwaalde Belgische dui
ven, die hier te lande zijn opgevangen, om
aan de eigenaars te worden teruggezonden,
is alleen toegestaan, wanneer de dieren ver
gezeld zijn van een bewijs van het departe
ment van landsverdediging te Brussel,
UIT NED.'oOST-INDIE.
De ramp op Sumatra.
PADANG, 1 Juli (Anela). In de afdee>-
ling So lok zijn tot dusver 33 dooden en drie
zwaargewonden. De passarloodsen zijn vrij
wel vernield.
De Sumalrah'ode opende een inschrijving
tol 6teunverleening aan de geteisterde ge
bieden.
Ilulpverleening is ten zeerste noodig.
Naar Aneta verneemt, zijn het Ophirge-
bied en Loeboeksikaping niet geteisterd,
[Wal het Moearalaboesche betreft, daarover
zijn tot dusver nog geen berichten ont
vangen.
(Zitting van gisteren).
Verdrag NederlandDuitschland.
Aan de orde is het wetsontwerp Goed
keuring van hel verdrag lot aanvulling van
het NederlandschDuit3che verdrag van
handel en scheepvaart van 31 December
1851 met daarbij behoorend protocol, en
van het NederlandschDuitsche douane-
en credietverdrag met bijlage en daarbij be
hoorend protocol, beide op 26 November
1925 te Berlijn tusschen Nederland cn
Duitschland gesloten.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer KORTENHORST (R.-K.) consta
teert, dat het vrijwel onmogelijk is iels
aan het verdrag te veranderen. Toch is hel'
gewenscht het tractaat nader te beschou
wen, vooral na de slechte pers, die het
overal heeft' gehad. Het gaat allereerst om
de beginselen, waarvan de regeering is uit
gegaan bij de onderhandelingen. In de
Memorie van Antwoord is groote terughou
dendheid betracht en de regeering beant
woord vele vragen uit het Voorloopig Ver
slag met opzet niet. Overvaagheid van de
toezeggingen van Duitschland zegt de mi
nister alleen, dat dit op een misverstand be
rust. Waarom zijn b.v. de belastingen niet
ter sprake gebracht? De onderhandelingen
over de steenkolen worden niet nader toe
gelicht, omdat het der regeering niet ge
wenscht vborkomt daarover te spreken.
In algemeene beschouwingen over de
handelspolitiek wil de regeering ook al niet
treden. Wanneer wil zij dat toch eens doen?
Want spr. is al dikwijls afgescheept met de
mededeeling, dat hel tijdstip niet geschikt
is. Omtrent het gebruik dat van het crediet
wordt' gemaakt, zwijgt de regeering om het
bankgeheim niet te schenden. Gebrek aan
wederkeerigheid is de regeering verwelen,
maar de regeering poeiert die opmerking al
weer af. De opzegtermijn voor Duitschland
bijv. is anders dan die voor Nederland, maar
een argumenteering daarvan is niet gezien.
Ten aanzien van de grensstations is ook een
zonderlinge bepaling getroffen, waarbij
Duitschland vrijheid behoudt.
In al deze punten ziet men het air de my-
slère dat de regeering aanneemt.
Wat de Regeering van de Kamer vraagt
is een onbeperkt en blind vertrouwen in
haar beleid. Bij spr. is dit vertrouwen niet
aanwezig, omdat op geen enkel punt vol
ledige mededeeling ia gedaan. Een verdrag
te accepteeren alleen op grond hiervan dat
de regcering dit in 's lands belang acht, ligt
niet in spr.'s voornemen.
De geschiedenis van dit verdrag heeft .ver
schillende fasen. Het oude verdrag liep af
en Nederland achtte hel' gewenscht dit te
herzien na den nieuwen toestand die ont
staan was door het Verdrag van Versailles.
Duitschland had de gunst van meeslbegun-
stigiing reeds eerder toegestaan en 't is te
begrijpen dat Nederland trachtte wederzijd-
schc meesthegunstiging te verkrijgen. In dit
stadium is de commissie voor een handels
verdrag wel gehoord, toen nl. het verdrag
nog één geheel was. Later is deze commissie
noch de Nijverheidsraad gehoord.
In Januari 1925 liep het gerucht, dal
Duitschland van plan was'de invoerrechten
zeer Je verhoogen.Üit gaf eenige beroering in
vele'kringen. In dit stadium stond onze Re
geering op hel' standpunt om invoerrechten
niet lot een onderwerp van onderhandelin
gen te moeten maken. Het hooren van be
langhebbenden geschiedde dus alleen om
eenige geruststelling te geven. Nederland
wilde de verklaring zien te krijgen, die Hon
garije had verkregen n.l. dat niet door een
vèr doorgevoerde specificatie het nut van
de meesthegunstiging zou verloren gaan.
De Regeering leed liever een klein échec
dan een richting te volgen, die den schijn
zou hebben wijziging te brengen in onze
handelspolitiek. Zij deed afstand van con
cessies door de algemeene politiek te red
den.
Toen Duitschland oprees, trachtte de Re
geering nog weer het doel te kunnen be
reiken door de oude politiek der meestbe-
gunstiglng te volgen. Op 1 October zouden
de nieuwe Duitsche tarieven in werking
treden en nog was er niet-s tot stand ge
bracht. Duitschland eïschte toen, dat de
oredietkwestie tegelijkertijd zou worden
behandeld en de haast die toen noodig was,
maakte het onmogelijk nadere adviezen te
vragen. Duitschland had de zaak slepende
gehouden om ons te overvallen met den
eisch, dat het crediet zou worden toege
staan. Was onze onderhandetingscommis-
6ie gelimiteerd in haar daden Onze cre-
dietverleening was ons ruil-object, maar
daarvoor is niet binnengehaald wat noodig
was ten aanzien van de artikelen, die al
leen uit ons land naar Duitschland worden
uitgevoerd.
De Regeering vindt haar eigen succes
eigenlijk een beetje gênant. Spr. verwijt
den onderhandelaars voor onze zaak niets,
want het was hun onmogelijk gemaakt te
bereiken wat zij wilden, omdat de Regee
ring hen had vastgelegd. De oppositie tegen
de gebruikmaking van het crediet zou voor
spr. begrijpelijk zijn geweest, maar de
geestverwanten en .verdedigers van den
Minister doen dit niet De Minister zegt
dit eigenlijk ook niet te begrijpen. Het kre
diet heeft klaarblijkelijk bij de onderhan
delingen een ondergeschikte rol gespeeld.
De groote politiek der meestbegunstiging
is hooggehouden en zij, die daarvan voor
stander zijn, moeten wel juichen, maar dat
men ale gevolg daarvan echec heeft gele
den, wil men niet inzien.
Spr.'e kritiek richt zich tegen het be
ginsel dat de Regeering heeft gevolgd.
Het beginsel moest zijn volkomen recipro
citeit. Heeft de Regeering de Duitsche po
litiek volkomen doorzien 1 Duitschland wil
wel concessies doen, mits het meer terug
krijgt dan het zonder handelstractaat zou
kunnen bereiken. De tegenwoordige Duit
sche handelspolitiek is van tijdelijken aard
en telkens zal Duitschland gelegenheid heb
ben om haar tarieven om te werken In
1928 zal opnieuw onderhandeld moeten
worden cn Duitschland zal wel zorgen dat
zijn tarieven zóó zijn, dat Nederland moet
accopteercn.
Het lijkt er wel op, dat Duitschland zal
trachten zóóver ie gaan als maar mogelijk
is. Hel zal alles in hel werk stellen om Ne
derland tot het uiterste ie voeren en van
Nederland gedaan te krijgen, wat er maat
te halen valt. Teneinde de landbouw in
Duilschland tot hel uiterste ie prikkelen en
tot hel allerhoogste op te voeren wordt ge
tracht den invoer uit het buitenland zoo
veel mogelijk tegen te gaan. Duilschland
wil op landbouwgebied onafhankelijk wor-.
den. Blijkens de uil voer-cijfers heeft Neder
land reeds harde slagen ontvangen. In dc
maanden JanuariMei 1925 bedroeg onze
uitvoer 184 mitlioen gulden en in dezelfde
maanden 1926 126 millioen. Hel invoer-
saldo van Duilschland was in 1925 4
milliard rijksmark, terwijl reeds in de eerste
maanden van 1926 er een uitvoersaldo was.
Had Nederland nu geen druk op Duilschland
kunnen uitoefenen. Spr. wijst op het
Duitsch-Spaanschc contract, dal door
Duilschland werd afgewezen, omdat het te
gunstig was voor Spanje. Later is een con
tract afgesloten op grond van meestbegun
stiging. Het land, dat als een kooper van
hel andere land van belang is, slaat bij
onderhandelingen met dat land sterker.
Nederland is in dat opzicht tegenover
Duilschland steeds sterker geworden, want
het staat als no. 2 in de lijst van degenen,
die uit Duitschland importeeren. Het is
dan ook geen wonder, dat Duitschland er
op stond te bepalen, dat bijv. ten aanzien
van de steenkolen uit Duitschland geen toe
stand moest ontstaan, die minder was dan
de beslaande.
De export-goederen uit Nederland, de
monopolie-artikelen zijn voor Duitschland
juist van heel veel belang en door die
artikelen kan Nederland bij onderhandelin
gen sterk slaan. Door het stelsel der
reciprociteit af te wijzen, heeft de Neder
landsche Regeering deze macht, die zij had,
laten varen, om haar binnenlandsche poli
tiek van vrijhandel te handhaven. Neder
land had ab ruilobject alleen het krediet
en liet slond daardoor vrijwel machteloos,
Nederland slond op het standpunt van den
onbaalzuchligen handelaar, den doctrinairen
diplomaat en kwam daardoor er zeer slecht
af. Dc concessies, die Nederland heeft ver
kregen, zijn van zeer geringe beteekenis,
meent spr. Alleen de reductie op sommige
invoerrechten heeft het karakter van een
concessie van de zijde van Duitschland. Ze»
millioen 180.000 gulden zou daarop vermin
derd zijn. Inmiddels zijn de cijfers van
1926 reeds gedaald, zoodal dit bedrag min
der is, maar bovendien gaat daaraf de ver
mindering van hel percentage van het
crediet.
Al moge iels zijn gewonnen, dan is ander
zijds zeer veel verloren voor onze industrie
in hel algemeen. Spr. kan zich niet tot
geestdrift opwerken om mee te werken lot
verlenging van het crediet. Gaarne hoordo
hij eens wat de Minister vcgi Arbeid laar-
van zeidc. Mede namens velo van zijn
medestanders wacht hij diens antwoord af
alvorens té bepalen of hij zijn stem aan
deze verlenging zou geven.
De heer KNOTTENBELT (V. B.) heeft
zeer vele vragen te doen en verzocht den
minister bereid te zijn eventueele 9lukken
ter inzage van de leden te stellen als hij
niet bereid zou zijn in het openbaar te ant
woorden. Spr. betreurt het dat de Rijksdag
het verdrag reeds heeft goedgekeurd zoodat
verandering niet meer mogelijk is. Voorts
betreurt hij hel dat de onderhandelaren
niet voor hun taak ten volle berekend wa
ren. Zoo wijst hij er op dat verschillende
artikelen niet ter sprake zijn gebracht o.a.
cacao en melasse, waarover Duitschland
juist graag had gesproken, omdat het een
monopolie in eigen laiul wilde voorkomen.
Aan den éénen kant acht de Regeering
oen zekere omschrijving niet noodig, en
aan den anderen kant wordt een omschrij
ving gegeven die niet afdoende is. Zoo
waarborgt niets een zeker Nederlandsch
contingent als invoer-verboden wordt uit
gevaardigd.
Men moet niet alleen zien naar de voor-
deelen voor land- en tuinbouw alleen, men
moet alle voordeelen te zamen bezien. De
nijverheids, de steenkolen en de spoorweg-
belangen wil spr. speciaal bezien. De nij
verheid klaagt dat voor haar zoo weinig is
bereikt. Spr. begrijpt niet waarom wij geen
vrijen uitvoer van steenkolen hebben ver
kregen terwijl wij wel vrijen invoer toe
stonden en zelfs beloofden den toestand
nimmer ongunstiger te zullen maken dan
die is. Hier had Nederland toch een sterk
wapen in de hand bij de onderhandelingen.
Hetzelfde geldt voor de invoer-tarieven voor
de kolen; Duitschland handicapl daarmede
onzen kolen-export door lagere tarieven
voor eigen kolen-transport te stellen.
De voorkeur-tarieven op de Duitsche
spoorwegen zijn niet dan in een vage be
lofte van Duitschland opgenomen. Wij zijn
erniet mee geholpen lot alle voorkeur
tarieven worden afgeschaft, wij zijn pas
geholpen als wij alleen een voorkeur-tarief
krijgen.
Tenslotte wijst spr. op de kwestie der
schadevergoeding van de zijde van Duilsch
land voor de getorpedeerde schepen. De
Regeering meent dal die kwestie niet aar
het contract moet worden vastgebonden.
Indertijd, bij de verleening van het crediet
is reeds betreurd dal deze kwestie toen niet
was behandeld. Nu zijn wij zes jaar verder
en is weer de gelegenheid niet benut om
dit punt eens te behandelen. Op die wijze
komen wij niet verder. Juist bij dergelijke
gelegenheden moet een punt al9 dit vóór-
opgesteld worden. Spr. is voornemens een
motie in te dienen, waarin de Regeering
wordt uitgenoodigd te trachten de onder
handelingen te heropenen. Eer3t wacht hij
echter het antwoord der Regeering af.
De heer VAN DER SLUIS (S.-D.) zal vóór
dit wetsontwerp stemmen, omdat verwer
ping een zeer ernstige benadeeling voor
land- en tuinbouw zou zijn- Hij acht het
ontwerp niet in alle opzichten fraai, maaf
liever heeft hij één vogel in de hand dan