jNo. 20337. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 2 Juli Vierde Blad Anno 1926. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Het Ondergrondsche Syndicaat Overreden. Gistermiddag d een ernstig ongeluk plaats op den hoek -an de Kerkstraat te Boskoop. Terwijl de autobus Leiden—Boskoop wilde keeren, viel Set zoontje van den heer N., die achter op 'den wagen geklommen was er al, met nat noodlottig gevolg, dat hij onder één der wie len terecht kwam. De dood trad on- jniddellijk in. I Op den Zwarteweg te Den Haag ;s gister» middag tegen 5 uur het 6-jarig jongetje i .0- door een auto aangereden. liet kind kreeg fiaardoor een gecompliceerde fractuur een Iherst-nschudding en een hoofdwond. Looi Wen Eerste Hulpdienst is de jongen naar het Baekenhtris aan den Zuidwal gebracht. C o, nmatt.» weer verwijderd. He' Koüerdamsche raadslid de heer L. Cr. A. (foremans is gistermiddag wederom uit de jraadszittiag verwijderd. Mc'. 2£ tegen 5 stemmen werd aanstonds a de opening van de zitting verworpen, et voorstel om den heer Coremaos in de elegenheai te stellen eenige vragen tot den {voorzitter te richten over een behandeling, die hijzelf van de politie had ondervonden. (Nauwelijks was dit besluit gevallen, of de heer Coremans nam, in weerwil van hamergeklop. het woord om een rede uit i/Vte spreken.. Ten. einde raad heeft de voor zitter toen maar weer voorgesteld, den ver tegenwoordiger der „Kapaljeparlijvoor 'dezen dag uit te sluiten van de zitting. Met 15 tegen 2 stemmen werd het voorkei aan- genomen. De zitting, werd geschorst en. na heropening was de heer Coremans ver dwenen. Hansel er maar opt Eenige yeken geleden is mej. E de P., uit den .Oppert, in de Weste Wagenstraat te Rot terdam "een café begonnen. De 33-jarige L. jjTh., eveneens uit den Oppert, bood aan, haar als kelhter te helpen. Weldra bleek, 'dat Th. van het ke liners vak weinig ver stond, maar dat hij des te meer in het café gebruikte, zonder te betalen. Dit verdroot de nieuwe caféhoudster zeer, maar zij miste 'den moed, Th. ronduit zijn congé te geven. Zij nam daarom een buffetjuffrouw, zekere G. G., m dienst en deelde Tb. voorzichtig mee, dat de zaak nog te weinig opleverde, om een groot personeel er op na te houden cn dat het voor het voortbestaan van het Café wel wenschelijk ware, indien Th. de exploitatierekening niet langer drukte. Th. was hierover gebelgd, pakte zijn biezen, maar kwam gisteravond in het gezelschap van zijn vrouw en een man in het café op bezoek. Al spoedig ontstond twist tusschen het echtpaar, waarbij de vrouw een vol bierglas nam en het boven het hoofd van haar wederhelft leegstortte. Het gevolg was, dat Th. zijn vrouw te lijf ging en haar eenige stompen in het gezicht gaf. De vronw vluchtte het café uit, en de buffet juffrouw poogde den mah te kalmeeren, hetgeen slechts tot resultaat had, dat hij zich nu tegen haar beerde. Eerst kreeg juf frouw G. G. een hevigen vuistslag tegen de kin, die haar achterover deed tuimelen. Toen zij hierna naar buiten vluchtte, ach tervolgde de man haar en hij gaf haar op straat een geducht pak slaag. De caféhond- *ter sloot inmiddels haar zaak, om Th. te beletten, weer binnen te komen. Th. wist evenwel de deur toch opengeduwd te krij gen, waarna hij juffrouw De P. een afram meling gaf. Juffrouw De P. ging daarop naar hnis. Even later kwam Th. aan haar woning bellen. De man van juffrouw De •P. g:ng toen polftie-assistentie halen. In dien tusschentijd had Th. allerlei bedreï- gingen tegen het leven van mej. De P. geuit. Ten slotte hebben agenten hem aange houden. Tegen zijn overbrenging naar het politiebureau verzette hij zich hevig. De man is opgesloten. De weduwe van Jut overle den. ïn het Stadsarmenziekcnhuis te Haarlem is in den ouderdom van 79 jaar overleden Christina Johanna Goedvolk, de i weduwe van wijlen Jut, welke echteheden indertijd den moord hebben gepleegd op mevr. de wed. Van der Kouwen en haar dienstbode in de Bocht van Guinee (thans Huygenspark) tc Den Haag. Zij was on geveer 50 jaar geleden als dienstbode bij mevr. Van der Kouwen in betrekking. Op een avond had ze Jut, met wien zij ver- keering had, het huis binnengelaten om hem gelegenheid te geven te stelen. Om dit misdrijf te verbergen, hebben ze mevr. Van den Kouwen op afschuwelijke wijze vermoord, evenals de dienstbode. Na den moord vertrok Jut naar Amerika, doch keerde later terug en vestigde zich in een klein café aan het Haagsche Veer bij de Zandstraat te Rotterdam. Daar kreeg hij mzie met zijn medeplichtige, die in tus schen zijn vrouw was geworden. Deze twist werd toevallig bijgewoond door een re chercheur, die uit de woorden kon opma ken, dat zij de moordenaars van mevr. Van der Kouwen waren. Het^echtpaar werd toen gearresteerd. Jut werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en zijn vrouw tot 12 jaar. Donker Amsterdam. In den nacht van Woensdag op Donderdag, om streeks drie uur, zijn twee bekende indivi duen uit donker Amsterdam, 4oeD één hunner een bezoeker van een nachthuis aan den O. Z. Voorburgwal van een porie leuiile beroofde, waarna de ander er met den buit vandoor ging, op heelerdaad be trapt en aan de politie overgeleverd. De bestolene werd intusschen, vermoede lijk door „bevriende" gasten uit het nacht huis, getrapt en geslagen en eindelijk hard handig de trappen afgewerkt: hij liep bloe dende wonden op. Het slachtoffer is een Duifeche zeeman, £e met drie zijner kameraden met hun vieren behooren zij tot de équipage van een houtscMp, dat hans in de houthaven ligt aan het zwieren geweest. De vier zeelieden maakten een nachlc- Iijken rijtoer en verzochten den koetsier hen naar een nachthuis te brengen, een verzoek waaraan de „snorder" gaarne vot- dced. 'In het nachthuis werden de vier Duit- schers als welkome gasten ontvangen. Onder het drinken van een glaasje brier kwamen de zeelieden in conversaiio met twee als „heer" uitziende personen. De vriendschap, welke het Duitsche gezelschap met de beide „heeren" gesloten had, zou echter niet van duorzamen aard zijn. Immers kort na de kennismaking, toen één der Duitschers zijn portefeuille te voorschijn bbd gehaald om het zich daarin bevindende Duitsche bankpapier te wisselen, werd een der „heeren". zoogenaamd uit de aardig heid. handtastelijk. De zeeman bemerkte echter, dat deze handtastelijkheid ten deel had hem zijn portefeuille te ontfutselen, want inderdaad was na dc .Hardigheid" zijn portefeuille verdwenen. De beroover had reeds de por tefeuille overhandigd aan zijn vriend, die er ijlings mee vandoor ging. De berooving. hoe sluw die ook bedreven werd, bleek echter door de drie andere Duït- schers niet onopgemerkt te zijn gebleven. Eén hunner, de marconist van het Duitsche houtschip, achtervolgde den „vriend", die, buiten gekomen, zich uit de voeten trachtte te maken. De marconist wist hem echter vast te grijpen en liet hera niet eerder los, dan nadat hij hem aan twee politie-agenten kon overleveren; de agenten brachten den arrestant naar liet politiebureau St. Pielers- hat. Intusschen moest de bestolene, die alleen in het nachthuis was achtergebleven ook de twee andere kameraden namen nog even .deel aan de achtervolging het.Ieelijk ont gelden. Van alle kanten stormde men op hem af met ongure bedreigingen. Hij trachtte zich zooveel mogelijk tegen de opdringenden te verzetten, maar hij icon niet verhinderen, dat men hem van de trappen op straat slingerde. Behalve minder ernstige verwondingen over het geheele lichaam, had hij een diepe hoofdwonde. Zijn toestand is echter bevre digend. -V De politie, die inmiddels ter plaatse met een sterk3 vertegenwoordiging was gekomen slaagde er in ook den dader van de beroo ving te arresteeren. De beide „heeren" zijn hedenmorgen door de politie gehoord, maar ontkenden de por tefeuille aan den zeeman te hebben ont nomen. De eerst gearresteerde werd echter in het bezit van de portefeuille gevonden, en de ander werd positief door de drie Duit- schers als de dader aangewezen. De beide verdachten zullen ter beschik king van de justitie worden gesteld. De portefeuille bevatte, behalve wat Duitsch geld, papieren, welke voor den zee man veel waaide hebben. Opberging gezocht. Giste- ren heeft een "zwerver een ruit ingegooid van den juwelierswinkel der firma Hoelof Citroen in de Kaiverstraat te Amsterdam. Hij nam drie horloges uit de uitstalkast en wilde het daarop op een loopen zetten. De heer Citroen, die zich in den winkel bevond, zette den zwerver na en leverde hem aan de politie over.- De man zeide. dat hij het misdrijf heeft begaan om daardoor de aan dacht op hem te vestigen en een onderdak tc krijgen. De horloges werden nog in zijn bezit gevonden. Overleden. De 2»J-j a r i g e werkman van de Heveafabriek, die niet zijn motorrijwiel te Driel in botsing kwam met een auto en ernstig werd gewond, is in het ziekenhuis te Arnhem, zonder bij kennis te zijn gekomen, overleden. Flet afbranden v aji duin-in den vogeLbToedtijd. De aldeeling Texel van de Ned. Vereeniging tot Bescher ming van dieren vergaderde dezer dagen. Op dé vergadering werd meegedeeld, dat men nabij Kooy (op Texel) een plek in de duinen had afgebrand met het oog op be- bossching. Dit geschiedde in den vogel- broedtijd, met het gevolg, dat tal van jonge vogels verbrandden; ook jonge haasjes en konijnen kwamen in de vlammen cm. Besloten werd zich tot de autoriteiten le wenden met het verzoek iets dergelijks niet meer op dien lijd toe te staan. Br anden. T e L o-o n op Zand is de woning van M. v. Wezenbeek op Kraan- ven afgebrand. Alles ging verloren. Te St-Oedenrode zijn woonhuis, schuur en stal van den landbouwer J. v. Vonderen op de Koevering tot den grond afgebrand. Alles ging verloren, ook een bedrag van f 1500 aan geld. Te Nieuweroord onder Hoogeveen is door onbekende oorzaak afgebrand de woning van den landbouwer G. Kuïk. De inboedel, een geil en een voorraad hooi gingen ver loren. De schade wordt door verzekering gedekt Cfngevallen. Te Broek op Langendijk is het vijfjarige zoontje van den postbode J. W. in een sloot bij de woning verdronken. Te Woldendorp (Gron.) is een kind van R. Stel verdronken. De 71-jarige landbouwer J. S. le Ommen is van een ladder gevallen en aan de ge volgen overleden. Van inzicht veranderd. „Jij zei altijd, dat de hemel jou naar mij ge zonden had,", zei het jonge vrouwtje bij de eerste ruzie. „En dat zeg ik nog ,',Meen je dat?" „Zeker, maar nu als een straf". Verdrag betreffende de vervaardiging en de bereiding van, alsmede den handel in verdeovende middelen. In onze vorige bijdrage voor deze rubriek hebben we de aandacht onzer lezers ge vraagd voor de overeenkomst nopens het ge bruik van bereid opium, die aan de Volks vertegenwoordiging ter goedkeuring werd toegezonden. Op de o. i. doeltreffende bepa lingen hebben we voldoende licht laten val len* Onder de, artikelen, welke we toen naar- voren brachten, behoorde ook Artikel 13, waarin bepaald wordt, dat deze overeen komst slechts van toepassing is op de bezit tingen en gebieden in het verre Oosten van de Verdragsluitende Mogendheden, lóet in begrip van de pachtgebieden en onder pro tectoraat slaande gebieden, waarin het ge bruik van bereid opium tijdelijk is veroor loofd. Deze bepaling van artikel 13 kan be vreemding wekken, wanneer niet aan deze overeenkomst een ander verdrag toegevoegd was. Immers legio zijn de klachten over het toenemend gebruik van verdoovende mid delen ook in die landen, waar vroeger dat gebruik vrijwel beperkt bleef tot het medi cinaal voorgeschrevene en de „morfinisten" tot de zeldzaamheden behoorden. Sindsdien is daarin verandering gekomen en het ge bruik van allerlei narcotica angstwekkend toegenomen. In zekere hyper-mondaine kringen vallen vele slachtoffers van dit zoo gevaarlijk misbruik; geen wonder dan ook, dat onder de mogendheden beraadslagingen gevoerd werden om te komen tot dc door dezen toestand geboden aanvullingen en na dere uitwerkingen van de Opiumconventie van 1912, waardoor de smokkelhandel in en het misbruik van narcotica met kracht en succes kan tegengegaan worden. Immers de droeve ervaring had geleerd, dat dc tot dus verre geldende bepalingen nog niet voldoen de daartoe strekten. Nu spreekt het vanzelf, dat één en ander eerst dan met hoop op succes kan worden tegengegaan, wanneer men den wortel van het kwaad aantast, d. w. z. wanneer de voortbrenging en de vervaardiging van deze stoffen op meer doeltreffende wijze wordt j verminderd en wanneer op den internatio- nalen handel een nauwkeurige controle en toezicht wordt uitgeoefend. In dit verdrag vindt men dus een uitbreiding van de Opiumconvenlie van 1912; een uitbreiding,- die verkregen werd, doordat nu ook coca blad, ruwe cacoïne en ecgonine. Indische hennep en hieruit bereide schadelijke stoffen als hashisch en dergelijke onder het verdrag zullen vallen, terwijl in ArL 10 de moge lijkheid opengelaten wordt nog andere nar cotische stoffen door de bepalingen van hel Verdrag te treffen, waardoor dus een ont duiken van de wét door een gewijzigde sa menstelling van een verduovend middel, aanstonds kan worden ondervangen. Boven dien wordt de infernafioryile handel gere gistreerd, doordat besloten is, dat deze in het vervolg alleen zal kunnen geschieden krachtens in- en uitvoercertificaten. Allereerst wordt in het eerste hoofdstuk van het verdrag de definitie gegeven van ruw en medicinaal opium, morphine, diace- tvlmorphine, cocablad. ruwe cocaïne cn cocaine, ecgonine en Indische hennep. Hel tweede hoofdstuk dan regelt het bin- nenlandsch toezicht op ruw opium en coca bladeren in dier voege, dal de 35 onderleeke- naars zich verplichten om een doeltreffend toezicht te verzekeren op de voortbrenging, handel en uitvoer van bovengenoemde stoffen en om de desbetreffende wetten en regelingen, die hetzij uit de Opiumconvenlie, hetzij uit dit verdrag voortvloeien, op regel matige tijdstippen te herzien en te verster ken en verder om het aantal sleden, havens of andere plaatsen le beperken, waarlangs de in- en uitvoer kan plaats vinden. In het derde hoofdstuk worden bepalingen vastgelegd betreffende 't binnenlandsch toe zicht op de vervaardigde stoffen, waaruit blijkt, dat de vervaardiging, de invoer, de verkoop enz. van deze stoffen alleen zal mogen dienen voor geneeskundige en we tenschappelijke doeleinden; om dit goed le kunnen nagaan wordt de vervaardiging en de handel met alles wat daaraan annex is onder toezicht van den Staat gesteld, die voor één en ander machtiging of vergunning verleent en een nauwkeurige boekhouding oischt. Wanneer aan het Gezondheidscomïté uit den Volkenbond blijkt, dat onder be paalde omstandigheden één der genoemde praeparaten geen aanleiding kan geven tot verslaving kan dit praeparaal onttrokken worden aan de bepalingen van dit verdrag, terwijl ook aan apothekers machtiging kan worden verleend om op eigen gezag aan het publiek als geneesmiddel voor dadelijk ge bruik in dringende gevallen sommige met name genoemde opiumhoudende, officinale praeparaten af te geven, waarvan het maxi mum officinaal opium wordt bepaald. Wan neer nu blijken mocht, dat eenig in dit ver drag niet genoemd verdoovend middel aan leiding geeft lot misbruik met schadelijke gevolgen, dan kan dit via den Volkenbond alsnog op deze lijst worden geplaatst. In het vierde hoofdstuk wordt de uitvoer van Indischen hennep en de daaruit gewon nen hars alsmede die der daarmee gemaakte praeparaten gereglementeerd. Van meer belang is hel bepaalde in liet volgende hoofdstuk, dat het toezicht op don internationalen handel regelt. Er wordt in gesteld een systeem van in- en uitvoerver gunningen, die niet het- karakter van een doorloopend consent zullen dragen, maar voor iedere» in- en uitvoer nauwkeurig ge specificeerd moet wezen, terwijl bovendien een uitvoervergunning eerst zal worden ver strekt op vertoon van een behoorlijk gedo cumenteerde invoervergunning Bovendien moet het vervoer gedekt worden dour een afschrift der uitvoervergunning, terwijl eveneens een alsclirift daarvan gezonden wordt aan dc regoering van het land van invoer, die dit wederom terugzendt mot ver melding der geëx- en geïmporteerde hoeveel heid. Ook de in douane-entrepóts op te slane en de via.de vrijhavens en vrije zones te vervoeren narcotica worden in deze regeling opgenomen, evenals het transito-vervoer, waarvan echter het vervoer per post wordt buitengesloten. Bewerking der stoffen gedu rende den doorvoer of den opslag in het entrepot, waardoor verandering zou ont staan in aard en verpakking, is verboden. Met het oog op het noddige toezicht enz. wordt een Centraal-Comité in hel leven ge roepen. waaraan de Staten de gegevens zul len verschaffen omtrent voorraden, jaarlijk- sche productie, bereiding, verwerking cn gebruik van de in dit bedrag bedoelde stof fen, alsmede den in- en uitvoer in een afgc- loopen kwartaal, terwijl aan het comité ver schillende bevoegdheden worden verleend om in geval ergens bijzondere gevaren be staan voor het ontstaan van smokkelhandel, inlichtingen te vragen aan de betrokken Stalen en zoo noodig aanbevelingen doen. Onder de algcraeene bepalingen verdient nog vermelding die van art. 32. dat den Verdragstaten de bevoegdheid verleent om, wanneer geschillen -zich voordoen, deze te laten beslissen door een fgchmsch lichaam, dat de Raad van den Volkenbond in het leven möet roepen. Mocht dif Lichaam geen oplossing aan de harrd doen, die bejdo par- tijen bevredigt, dan kan de verbindende be slissing van hel Permanente Hof van Inter nationale Justitie worden ingeroepen, tenzij dat de partijen de voorkeur geven aan arbi trage. LAND- EN TUINBOUW. Onderzoek tijdig of uw gereedschap vernieuwing bekoelt Als het vriezen gaat, halen onze jon gens de schaatsen van tien zolder en \oor het ijs houden kan, hebben zij, zoo noodig met vaders hulp, een half vergaan riempje door nieuw vervangen en voor het oude sehaatsenband, dat versleten blijkt, nieuw gekocht. Morgen ais het ijs eenmaal hou den kan, is er immer3 voor repareerer geen tijd meer Zoo behoort het in het landbouwbcdrij; ook te zijn. Als de winter voorby is en het voorjaar drukken arbeid vraagt, is er geen tijd meer om wagens en tuigen en het land bouwgereedschap aan een nauwgezet on derzoek te onderwerper. Als de hooitijd en de oogsttijd met hun ingespannen en jagenden arbeid daar zijn, ontbreekt eveneens de tijd voor grondige inspectie van al hetgeen bij dien arbeid wordt gebruikt en waaraan juist dan wat soliditeit betreft bijzondere zware cisehen worden gesteld. Daarom is het goed in den rustigen tijd nooit te verzuimen, alle werktuigen en ge reedschappen, die als ze niet in goeden staat verkeeren, de kans op ongevallen aan zienlijk grooter maken, na te zien. Wat versleten is dient vernieuwd te worden, wat bijna zeker breken zaL, moet tijcii-' worden hersteld. Wie zoo handelt zal met een vrij geringe uitgave misschien.een ernstig ongeval voor komen. Wie zoo handelt, spaart niet alleen geld aan de vereeniging, die het risico der ver zekering dïaagt, hetgeen neerkomt op be sparing voor ziehzelve, maar, wat van meer beteekenis 13, behoedt zijn arbeider en diens gezin, voor groot leed en grooté zorgen. Door Mrs. C. N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel. 39) Terwijl hij sprak schonk hij de whiskey an, die hij zijn gasten wilde laten keuren en vulde dc hooge glazen met sodawater. Geen der beide mannen antwoordde en Franklin gluurde nieuwsgierig naar kapi tein Derby. N „Feliciteert u me geen van beiden?'* Vroeg hij. „L heeft ons allebei verrast." zei Car rington met een waarschuwenden biik naar kaptUva Derby, die wit was geworden tot de lippen toe. „Ik ken lady Viola en haar moeder zeer goed, maar ik had nog niets gehoerd „U moet toch wd hebben gezien, wat er gaande tras." lachte Franklin. „Ik vrees, dat ik heef zelfzuchtig de laat ste daicn geheel m beslag genomen ben geweest door mijn eigen zaken," antwoordde Barrington, moeite doende om Derby's on:- loering te bemantelen. Franklin lachte. „Men zegt. a weet hoe er ïn een hotel gepraat wordt dat we iels dergelijks zul len hoor en over n en lady Marsden.zei hij. - ~r kwatin een verontwaardigd licht ia de heldere grijze oogen van Carrington. „Zij. die zoo iets vertellen, hebben daar niet het minste recht toe en het is hoogst unfair tegenover lady Ma reden." „Net zou haar heeL wat onaangenaam heden besparen, als het waar was," merkte Franklin op. .ik vrees dat het goede mensen heelwat geplaagd wordt om geld en als haar schuldeischers zeker wisten „Ik geloof, dat het beter is, dat we met verder hierover praten, mijnheer Franklin,r viel Carrington hem in de rede, maar in zijn hart had hij zelfverwijt en vroeg zich af of hij schuld had aan lady Marsdens moeilijkheden. Had iels, wat hij gedaan of gezegd had, haar kunnen brengen tot be treurenswaardige verkwisting? Als dal waar was, moest hij veronderstellen, dat ze hem zou hebben aangenomen als hij naar ge vraagd had. en hij had er nooit over ge dacht, dat zij, dat zou doen. Maar, als zij gemeend had, dat hij haar zou vragen zijn vrouw te worden, was hij dan niet in zekeren zin daartoe verplicht door de vage bedoeling, die hij eens gehad had. en door de woorden en daden, waar toe die halve bedoeling van hem hem ge leid hadden? Hij dacht aan lady Viola en aan haar liefde voor kapitein Derby. Als de moeder van het meisje zijn aanstaande vrouw was geweest, had het kind zich niet behoeven op te offeren. Was het niet zijn plicht haar tc redden, zelfs nu nog, nu zijn voornemen, om lady Marsden te vragen, dag aan da» zwakker was geworden? Hij had de mooie vrouw nooit liefgehad, zooals hij hoopte lief te hebben, wanneer hij eens zou trouwen; maar tot voor korten tijd had hij haar uitermate bewonderd en zij had hem tot een zekere hoogte bekoord. Ongetwijfeld had zij haar eigen invloed over hem gekend en hoewel er een lichte verandering in hun verhouding was ont staan sinds korten tijd, was hij misschien loch niet reeds te gegaan, om zich nog te kunnen terug!rpkkèn? Carrington had zich dat nog niet in zoo veel woorden afgevraagd vóór hij hoorde, dat Viola Rayne voor haar moeder moest worden opgeofferd. En terwijl hij in ge dachten hierop een antwoord zocht, nam hij, nauwelijks wetend, wat hij deed, met zijn verbrande en verbonden hand ren glas whiskey van het zilveren blad, dat Franklin op de tafel naast hem had neergezet. „Pardon. Ik heb dat glas voor kapitein Derby klaargemaakt. Het is slerker dan het uwe. Ik herinnerde me, dat ik u eens heb hooren zeggen, dat u whiskey niet te straf drinkt," zei Franklin, en zoo kwam het, dat Carrington zelf het glas zijn vriend toe reikte. Derby zou liever de whiskey in hel ge zicht van Franklin gegooid hebben dan het op te drinken, als hij zijn ingeving had kunnen volgen, maar als hij weigerde te drinken, zou de man weten waarom en hij wilde niet kibbelen over Viola. „Zij zal niet met hem trouwen, hoe dan ook, maar ik zal haar redden, al moest ik met haar wegloopen om het te doen.' zei hij in zïchzelven, toen hij met tegenzin het glas naar zijn lippen bracht. Op dat oogenblik werd er aan ue deur geklopt. HOOFDSTUK XV. Bruce. Het was de nachtportier, die de deur opende op Carringtons „binnen", en hij hield een mooie collie aan een riem vast. „Neemt u me niet kwalijk,' zei hij, het dier met moeite terughoudend, „maar Bruce ia vannacht heetemaal uit zijn doen. Hij is den heelen avond braaf geweest tot Bij aan mij werd toevertrouwd, om tot den morgen nj> Kern le letten, maar of tiet door den brand in huis komt of door de rooklucht, maar hij lijkt nu wel half dol. rk heb hem maar hier gebracht en dacht als »k nog licht zie zal ik maar aankloppen en den kapitein vragen of hij het arme dier tot bedaren kan brengen." „Dal is best. Fergus," zei kapitein Derby, die den portier er voor betaalde om "s nacbis den eenigen lijd in vier en twintig uur. dat de hond van zijn meester gescheiden was. op hem te passen. „Laat hem maar bij me Terwijl hij sprak, had Derby zijn glas nog onaangeroerd neergezet. De portier maakte den riem van den ring aan den halsband los en het mooie beest sprong op zijn meester af. De jonge officier k topte op zijn knie als een teeken, dat Bruce zijn kop er op mocht leggen, maar tot zijn verbazing gehoorzaamde het dier niet aan dit altijd zoo welkom teeken. In plaats daarvan draaide hij zich om en Liet zijn landen zien tegen Franklin en het wit van zijn heldere oogen was met bloed doorloopen. Het heele lenige, zachte lichaam beefde van h:t onderdrukte gebrom, dat in de borst en de keel van den hond rommelde. Franklin bloosde licht en keek wat ont- daan, toen Derby zijn vingers door den halsband van Bruce stak om hem te be letten den sprong, waar hij klaarblijkelijk naar verlangde, te doen. „Ik vrees, dat uw hond het niet erg op me begrepen heeft," zei FrankÜD met een gedwongen lach, „de meeste dieren houden anders veel van me, maar deze „Ik moet mijn excuses maken over Bruce." zei Derby wat stijfjes. ,Jk beb hem nog nooit zoo gezien. Hij is geen allemans vriend, maar hij is toch zelden vijj&d-g - •f als hij dat is, loont hij het niet. tenzij hij getart wordt". „Nu werd hij loch niet getart." antwoord de Franklin. „Schijnbaar niet." herhaalde do jongt man. Maar hij keek verwonderd. Hij waf er van overtuigd, dat Franklin, zonder dat hij hel wist, iets moest gedaan hebb-n. da- Bruce's vijandschap had opgewekt cn hij vroeg zich af wannéér dat gebeurd kon zijn.. „Je zoudt haast zeggen," zei Carnngtoa: „dat Bruce verwacht dat mr. Franklin je-' zal aanvallen. Derby, en dat hij nu klaar staat om je ten koste van alles te verdedi gen. Hij neemt net zoo'n houding aan". Franklin lachte nogmaals, „ik zal liever probeeren den trouwen ouwen jongen le toonen. dat zijn baas en ik de beste vrien den zijn," zei hij. „Laten we klinken en drinken. Dat zal den hond bewijzen, dit alles tusschen ons in orde is. als bij ten minste de inleltigente Schot is, waar ik hem voor houd. en dan wenscb ik u een goeden nacht." Hij hief zijn glas op en Derby nam liet zijne ook op, terwijl Carrington het naar zijn lippen bracht. Maar toen Frank in zijn hand naar kapitein Derby uitstrekte ieder met het glas in de hand, sprong dc hond met een woest gehuil tusschen de beide mannen en met zijn hangen kop tegen het glas van zijn baas sloolende. wierp hij dit op den grond. Het brak met een scherp ge rinkel, de inhoud vloog over den vloer en bespafte den fijnen kop en den glanzenden snuit van den hond. Beide mannen waren werktuiglijk terug gedeinsd om den zondvloed te ontloopt n en Carrington verbaasde zich over de uitdruk king. die een oogenblik Franklins trekken misvormde. (Wordt rcrvolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 13