No. 20331.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Juni
Vierde Blad Anno 1926,
EERSTE KAMER.
■■■lllllilil lillHffll^
KUNST EN LETTEREN.
SPORT.
FEUILLETON.
Het Ondergrondsche Syndicaat
(Zitting van gisteren).
De Minister van Koloniën, (ie lieer KO
NINGSBERGEN, antwoordt.
Allereerst de verdere ontwikkeling van
Indiü. 'Bepaalde maatregelen zijn op dit
oogeriblik niet noodzakelijk, omdat de nieu
we staatsinrichting een ontwikkeling alles
zins mogetijk maakt en voorshands ruimte
genoeg Iaat. De instelling der provinciën en
regentschappen stelt de mogelijkheid open
ieder der gebieden, zich ie doen ontwikke
len tot eenheden die over groote zelfstandig
heid beschikken. Herziening der staatsin
richting is vqor dit oogenblik niet noodig.
Met de a s. beeft spr. daarover van ge
dachten gewisseld, maar zij waren het er
over tens dat rust noodig is en dat er geen
aanleiding is thans weer een herziening
voor te bereiden. De toekomst is volledig
onbekend en men dient af te wachten.
De huidige staatsinrichting is een goed
stuk werk, meent spr., en al is er nog wat
dómodé, ze is tocli zóó, dat zij voor een
uitgebreide ontwikkeling alle ruimte laat.
Over de snelheid van de bevordering
heeft spr. zich inderdaad uitgelaten. Hij
bepaalde geen bepaalde snelheid maar heeft
alleen gezegd dat met meer snelheid dan
tot nu toe gekerkt kan worden. Het tijdperk
der ethiek is niet afgslolcn maar liet woord
ethiek is zoo algemeen goed gevonden.dat
men er niet meer over praal. De aposte
len der ethiek zijn overleden of van het too-
noel verdwenen. Spr. komt op tegen de be
wering van den heer Mondeis dat de heer
Hazeu is „weggepest". De lieer Hazeu was
zeer verheugd over zijn.benoeming te Lei
den. al deed het hem leed dat hij Indië
moest verlaten.
De Jieer MEXDELS (i.-d.j:1 Dan moet u
dc insiders maar eens hooren. Hij is mo
reel onmogelijk gemaakt.
De MINISTER bespreekt nu de kwestie
van den Pol. Ec. Bond. Het is spr. niet dui
delijk wat er eigenlijk gebeurd is en én der
leden van den Volksraad zeide gisteren ook,
dal hij liet niet begreep. Vandaag bevestigde
een nader telegram de juistheid van de me-
dedeelingen van den heer Talma. De be
langstelling der regeering beperkt zich tot
de bespreking voorzoover het programma
aan de orde was. Overduidelijk is het alles
nog niet en spr. zal nadere inlichtingen in
winnen.
De beer DE MÜRALT (V.B.) Ook over de
vraag of de regeeringsverlegenwoordiger in
de vergadering is geweest?
De MINISTER: Natuurlijk. Spr. zegt dat
de regeering de woelige elementen met
kracht moet bestrijden.
De goedgezinden hebben zich van krasse
maatregelen niets aan te trekken. De maat
regelen zijn kras en zij zijn noodig.
Wat den 6land van de welvaart -betreft,
de belastingen zullen door het afschaffen
van bet hoofdgeld op Java 10 pGt dalen,
hetgeen van veel beleekenk zal zijn voor
zeer velen. Cijfers om algemeenen terug
gang te con9tateeren, gelijk de heer Mendels
die gaf, kunnen bestreden worden met cij-
Xcts die op vooruitgang wijzen. Spr. geeft
daarvan verschillende voorbeelden. Er zijn
noodlijdende streken gelijk wij die in Ne
derland ook hebben, maar die mogen geen
maatstaf zijn. en de heer Mendels nam ze
juist als voorbeeld.
De suikercultuur besprekend, zegt spr.,
dat hij deze kwestie beziet van het stand
punt van den natuuronderzoeker-, het valt
dan op dat zij maar 1/20 van de bevloeibare
sawah bestrijkt. Het gaat dus niet aan in
die cultuur een ernstige bedreiging van den
Tndischen landbouw te zien.
De Javasche Bank is besproken. Allerlei
moeilijkheden hebben samengewerkt om den
Indiischen gulden iets le doen dalen. Stellig
heeft de gestie van de Javasche Bank daar
aan bijgedragen, maar welk deel van de
schuld ze had. is niet uit te maken.
Art. 123 i» volgens spr. een middel dat de
regeering moet hebben om eventueel leiding
le geven aan de expansie van den gods-
dienst. Dezer dagen is door een missiege
zelschap aan 9pr. gevraagd of het niet mo
gelijk was overleg te plegen tussehen de
plaatselijke overheid en de centrale regee
ring over de toepassing van art. 123. Gaarne
zal spr. dit overwegen, want het lijkt hem
geen kwaad voorstel.
De toestand op Atjeh is niet geheel bevre
digend. De volledige rapporten heeft spr. nog
niet. Inmiddels heeft spr. overleg gepleegd
met de nieuwen G.-G.
Het denkbeeld is in overweging om in
het Westen van Atjeh door een gouverne
ment-onderneming de inleiding te vormen
voor particuliere ondernemingen.
Bij de conversie der Ind. leening was het
niet mogelijk een hooger koers te verkrijgen,
zelfs niet bij een dreigement met eigen uit
gifte. Goede adviseurs hebben de Regecring
ter zijde gestaan. Spr. hoopt bij de volgende
uitgifte een hoogere koers te bedingen. De
export van Nederland naar Indië is vermin
derd, doordat in Indië vele sigaren en siga-
rettcnfabricken zijn opgericht als gevolg
van den oorlogstoestand.
Ten slotte de Indische leerstoelen te
Utrecht. Aanvankelijk stond spr. ook met
eenige schroom daartegenover, omddt hij
vreesde, dat een splijtzwam zou worden ge
bracht in de gelederen der bestuursambte
naren. Toen de Regeering de instelling had
goedgekeurd. heeft spr. gemeend alle schei
ding le moeten tegengaan -en de abituriën
ten volkomen gelijkelijk te behandelen. Het
spijt hem „daarom een weinig, dat die oude
kwestie weer is opgehaald. De indruk, dien
spr. uit Utrecht heeft, is alleszins gunstig en
hij denkt er niet over in eenig opzicht de
Utrechlsche jongelui achter te stellen.
De heer MENDELS (S.-D.) verklaart, dat
zijn fractie wil geacht worden legen le
stemmen.
De begroolingen worden z. h. s. goed
gekeurd.
Verschillende ontwerpen.
Aan de orde zijn thans de navolgende
onderwerpen:
1. Goedkeuring van het verdrag Ier be
teugeling van de verspreiding van en den
handel in ontuchtige uitgaven van Septem
ber 1923.
2. Goedkeuring van de nadere verlen
ging van den duur van hel op 15 Februari
1905 tussehen Nederland en Grool-Britannië
gesloten arbitrage-verdrag.
3. Goedkeuring van de op 25 Januari
1924 te Parijs tussehen Nederland en Ar
gentinië, België, Brazilië. Bulgarije, Dene
marken. Egypte, Spanje, Finland, Frankrijk,
Groot-Brilannië, Griekenland, Guatemala,
Hongarije, Italië. Luxemburg. Marokko,
Mexico, Monaco, Peru, Polen, Portugal, Roe
menië, Siam. Zweden, Zwitserland, Tsjecho-
Slowakije en Tunis gesloten overeenkomst,
met bijlage, betreffende de oprichting te
Parijs van een internationaal bureau voor
besmettelijke veeziekten.
4. Goedkeuring van de wijziging van het
VolkenbondsverdTag. aangenomen door de
vergadering van den Volkenbond in liaar
Zesde Zitting 1925.
5. Regeling met betrekking tot het "ver-
schrijding van in belastingwetten gestelde
termijnen.
6. Wijziging van de Wet op de Inkom
sten-belasting 1914.
7. Wijziging van wet van 28 April 19*26,
tot aanwijzing van de middelen ter goed
making van de uitgaven, begrepen in de
Slaalsbegrooting voor 1926; Wijziging van
artikel 33 der Leeningwet 1914, waarvan
de gewijzigde tekst is bekend gemaakt bij
Kon. besluit van 6 Augustus 1920; Wijzi
ging van het Vilde hoofdstuk A der Staats
begroting voor 1926; Wijziging van de be-
grooling van inkornslen en uitgaven van
het Leeningsfonds 1914 voor 1926 (4 wets
ontwerpen).
No. 17 worden goedgekeurd.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins
dag 13 Juli 's avonds halfnegen.
NIET SPUWEN.
Wat gij op den vloer spuwt, komt
weer 111 de lucht, die gij en uw mede
arbeiders inademen.
GEZONDHEIDSRAAD.
De Jan Steen'entocnsiellins in De Lakenhal.
Het blijkt steeds duidelijker, deze greep
uit het levenswerk van Jan Steen geeft
een emotie, algemeenei; cn dieper dan zelfs
de meest enthousiaste onder ons hadden
verwacht. Sinds de officieele opening is
het aantal bezoekers steeds toegenomen
Vol aandacht bewegen heele drommen zich
door de zalen, het is er een opgewekt gedoe
en wel opmerkelijk, nergens wordt om de
talrijk voorhanden komische voorstellingen
botweg gelachen, het is alsof Bteen's in
telligentie dat weerhoudt. Wel blijft altijd
de menscheiijke trek merkbaar alles te wil
len weten van het leven van zoo'n bijzon
der mensch, men wil in den buitenkant
van dezen bij uitstek populairen meester
sporen van zijn innerlijk vinden. Aan dat
verlangen hebben velen getracht te vol
doen en dit bracht minder scrupuleuze lie
den er toe in het wilde weg te fantaseeren,
het is daarom des te meer te waardeeren
dat de catalogus (voorloopige uitgaaf, be
vattende onder meer een twaalftal zeer ge
slaagde reproducties van op de tentoon
stelling aanwezige werken n.L „Het por
tret van den Schilder", uit de colL van
den Earl of Novthbrook (Londen); „Vroo-
lijk huiswaarts keeren", coll. dr. H. Sehief-
fer (Adam); „De oude vr.jer", coll. Lord
Swaything (Londen); ,,De Teekenles",
coll. A. Reimann (Denemarken); ,,Soo ge
wonnen, soo verteert", coll. D. G. van Beu-
njngen (R'dam)„De woede van Ahasve-
rus", eig. T. Kleinberger (Parijs); „Het
bezoek van den dokter", coll Stephenson
Clarke (Londen)„De Sater en de Boer",
colL A. F. Philips (Eindhoven); „De vecht
partij", coll. S. Buchenan (Niendorf);
„Het Driekoningenfeest' Museum Cassel;
„De Triktrakspélers", cpll. D. A. J. Kess-
Icr, ('s-Gravenhage) en ten slotte een re
productie van „De Verloren zoon", coll. H.
(Berlijn); volstaat met eer. korte zakelijke
opsomming van enkele bekende feiten uit
zijn leven. De eigenlijke Steen moeten we
uit zijn werk leeren kennen; dit weten we
met zekerheid, dat hij, die ons ongeveer
VOO schilderijen heeft nagelaten, een ont
zaggelijke werker moet zijn geweest. Het
ligt natuurlijk voor de hand dat zoo iemand
zich niet altijd gelijk is, af en toe faalde
ook hij, maar zelfs waar hij voor ons slag
op slag overwinnaar schijnt, moet hij toch
nog vaak het gevoel gehaa hebben, niet te
hebben bereikt, wat hij zich droomde. Dat
heeft hij gemeen met de grootsten onder
zijn tijdgenooten, allen als hij, aparte figu
ren. Geen van deze doeken heeft het bijna
uitdagende, dat hevig impulsieve van Hals'
werk, noch heeft Steen het diep schouwen
de van Rembrandt en zeker niet de on
geëvenaarde kleurenpracht van den deli-
katen Vermeer, die van allen er wel het
meest op uit was een summum te geven,
de donkere hartstocht van Brouwer was
hem vreemd, maar hij was met hen geniaal
en compleet als schilder.
We hoeven er ons niet over te verwon
deren dat veler belangstelling uitgaat naar
de hier aanwezige zelfportretten, daaron
der dat, welk den schilder weergeeft al
luitspelend wel het rijkste is. Ruim en ge
makkelijk heeft hij zich zelf gegeven, tin
telend van leven is heel die puntige com
positie. Hier is Steen schitterend en ver
bluffend. Overigens schijnt het schilderen
van portretten onzen zeldzamen typeerder
nu juist niet erg veelvuldig te hebben be
ziggehouden. Behalve op het rustige klare
doek uit het Rijksmuseum, dat op de eere-
plaats hangt, waar anders Rembrandt's
buste staat, heeft hij zich nog verscheidene
malen weergegeven, zoo o.a. ïp „De Tee
kenles", eig Reimann; „De oude vrijer",
eig. Lord Swaything (voorstellende een
oude kerel die een jong meisje het hof
maakt eü wordt uitgelachen door haar va
der, Jan Steen zelf) en in het kleine knie
stukje uit de verzameling ten Cate, waar
we den meester in 't grijs gekleed aan een
tafel zien zitten luitspelen. Van al deze
meesterstukjes maakt „de Teekenles" den
meesten indruk om de groote intimiteit die
deze gevoelige mensch in staat was voor
alle tijden vasf te leggen. Het vertoont
een pittige kleurcombinatie en ondanks
het typisch rommelige van zoon atelier-
hoek, waarschijnlijk voor zijn kinderen in
geruimd (we zien achter het kleed in het
vertrek een ezel staan, waar Steen, net
palet in de hand, zcO even van zal zijn
weggeloopen) is er volmaakte rust in heel
dit aandoenlijk tafreelcje. Ilet is een heel
teere kant van het wezen van dezen eu'el-
mnn naar den geest. Al die hem zoo ver-
trouwde voorwerpen, schilderde hij tceken-
achtig, met groote liefde voor al die de
tails van zijn requisieten-materiaal, waar
hij het gewelfde vertrek mee had'gestof
feerd. Hoe gehoon is ruet het argelooze
groepje, van den vader, die voor zijn zoon
tje en dochtertje een tcekeningetje corri
geert. Ook hier, zooals zoo vaak bij Steen,
treft dat wonderlijke gevoel van maat, die
schikking van een figuur of groep binnen
het kader, zooals we Jat bij het bovenge
noemde, vloeiendgeschilderde zelfportret
uit de coll. van den Earl of Noitlibrook,
dat weergaloos schoonc kleurbrok, ook
reeds zagen. Men lette bij dit meesterstuk
nog eens op de kleur van broek, tinnen kan
en rose rand van het boek. In het portret
van zijn eerste vrouw, Margarelha van
Goyen. (De Luitspeelster, bruikleen N. N.
Mauritshuis), dat hier naast hangt, stijgt
hij niet tot zoo'n hoogte, het is veel min
der vlot en wel wat vlakjes gepenseeld. Er
zijn nog enkele stukken, waar hij zichzelf
of zijn vrouw in een figuurgroep heeft ge
schilderd, maar daar treedt het portret
wel begrijpelijk op den achtergrond.
A
LAWNTENNIS.
Het toumooi te Wimbledon.
Een nederlaag van Suzanne
Lenglen in het dubbelspel.
De groote sensatie van gisteren is de ne
derlaag van Suzanne Lenglen in het dames
dubbelspel. Met mej. Ylaslo verloor zij legen
miss Ryan en miss Browne mei 62, 79,
2C. wat sinds den oorlog niet gebeurd is.
Mej. Lenglen en mej. Ylaslo zouden intus-
schen ook nu gezegevierd hebben, ware bel
niet. dat van de drie winning strokes, die
zij bij 76 in de tweede set hadden >veten
te forceeren door Suzanne'9 spel, een drive,
die Vlasto onhoudbaar langs de lijn sloeg,
een pracht slag langs de lijn, een decimeter
te ver geweest was
In de eerste set leek het, alsof bel weer
zou gaan zooals altijd. Suzanne scoorde
door elke opening, die maar even ontstond.
Miss Brouwne speelde zwak en onzeker en
gaf herhaaldelijk kansen. Didi Ylasto haal
de, met Suzanne, door harde drives en lobs
de Amerikaansehe dames uiteen. Het werd
62. Niemand vermoedde toen nog iels van
een sensalioneelen strijd. In de tweede set
komen echter de Amerikanen, en vooral
miss Ryan los. Schitterend volleerend blijft
zij meer dan eens in een scherp duel Su
zanne Lenglen de baas. Al te veel speelt
deze op voorzichtig plaatsen; lot 41 loo-
pen de Amerikanen uit. Doch dan gaat Su
zanne plotseling, het gevaar beseffend, aan
vallend spelen en Vlaslo's magnifieke ser
vice, hoewel underhand, wint met een love
game44. Dan gebeurt het wonder, dat
Suzanne op een hoogen lob den bal mist.
Het kost haar de game: 45. Doch in de
volgende game speelt zij prachtig en met
een lob-volley maakt zij J55. Dan 5G,
docli nu bezweert Vlasto het gevaar met
een scherpe passing: 66, en ondanks twee
missers van Lenglen, wordt 't 7G. In deze
game wordt het achtmaal deuce, na de
fraaiste rallies. Driemaal komt Suzanne op
winningslroke, en een ervan gaat een halve
decimeter uit.77.
Dan komt het keerpunt. Het ^>cl der Ame
rikaansehe dames wordt zoo schitterend, dat
zij geheel en al domineeren. Ook miss
Browne speelde nu schitterend. Suzanne
passeerde niet en wordt lot missen ge
bracht. Het wordt S7 voor Amerika en in
de laatste game vooral speelt Lenglen on
zeker. Onder donderend gejuich, dat iets
demonstratiefs beeft, wordt liet 97 voor
het Amerikaansehe paar, aldus de „Tel.".
De derde set brengt een reactie bij de
Amerikaansehe dames, doch dan komt miss
Browne op dreef. Uitstekend volleerend. een
hechten muur vormend met miss Ryan ach
ter het net met bulten ge woon scherpe cross-
volle's, Lenglen en Vlasto uit elkaar halend
en dan met korte nijdige volley's scorend,
wordt het van 12 32 Lenglen is zicht
baar nerveus. zij mist meer dan anders, nu
ook op eenvoudige-slagen. Zij aarzelt telkens
of zij zal ingrijpen dan wel aan Vlasto over
laten en dat even -aarzelen is noodlottig Bij
42 voor Amerika schiet Ryan langs haar
en geeft een volley, dip zelfs haar te mach
tig :s en bij 52 ligt Vlasin voor een paar
prachtige schoten langs de lijn. Onder dood-
sehe stilte komt dc eerste winnirigstroke
(4015). Miss Browne mist, een zucht van
teleurstelling gaat op uit de menigte, doch
bij de tweede slaat Vlasifo in moeilijke po
sitie iels te ver.
Lenglen is geslagen! Donderend gojuich
begroet deze zege.
Na afloop der ontmoeting viel Suzanne
Lenglen flauw. Hel is twijfelachtig of het
haar mogelijk zal zijn gedurende dit lour-
nooi nog op Wimbledon uit te komen. Voor
dat zij evenwel een beslissing neemt, zal zij
liaar medicus raadplegen.
Verdere uilslagen zijn:
Heercnenkelspel (3e ronde): Cochet sl.
Lester 62, 75, 6i, Kingsiey sl Decu-
gis 62. 62. 97; Wheatley sl Dawson
1—G. 9—7, 5—7, G—O, 6—3. Ulrich sl.
Cattaruzza 7—5, 6—1, 8—6; Borolra sl.
Lowe 63, G4. 75.
Kingsey sl. Bryan (Holl.) G—4. C—2,
65; Mayes sl. Aescliliman 2G, 57,
G3, 61. 64; Spence sl. Sharp/* G,
36, 75; G3; Gregory sl. Sliervvell G0,
4G, 3—6, 6—4, 7—5.
Damesrenkelspe! (le ronde): Sen de Al
varez sl. miss Haugliton G2. G0. Tweede
ronde: mrs. Beamish sl. miss Stenhens
6-4), G—3.
Heeren-dubbelspel (le ronde* Kozoluh
en Zembla sl. Radcliffe en Drew, 36,
6—3. 6—1, 8—G.
Jeugdwedstrijden voor Leiden.
Deze week is er een begin gemankt met
de jeugdwedstrijden van den N.L.T.B. voor
Leiden, waarvoor de lieer ir. A. G. Bosman
7.00 vriendelijk was zijn particuliere baan
beschikbaar tc stellen.
Voor de licerensingle hadden zich 8 junio
res opgegeven. De uitslagen zijn:
le ronde: F. rarmentier slaat.J. Pel G3,
57, G1. .1. Postel slaat H. Kamp 75,
60; M. Schreuder slaat S. Colenbrander
G1, G1; B. Werkman slaat F. Postel
6—3, G—1.
Semi-finale: F. Parmenlicr slaat J. Postel
G2. 57. G2; Al. Schreuder slaat B.
Werkman 60, 57, 64.
Finale: F. Parmcntier slaat M. Schreuder
G4, 4—G, 9—7.
ZEILEN.
Jnbileomwedstrijden van de Dordtsclie.
Een succes voor de „T r 0 m p."
-Ter gelegenheid van haar 75-jarig be
staan hield de Dordlsche Zeil- en Koei-ver-
ecniging gisteren internationale wedstrijden.
Omtrent den strijd in de zomerklasse
schrijft liet ..Handelsblad":
De zesmeters zijn internationaal, want er
starten twee Belgen 'mee, de Anligon gezeild
door Hein Kerkens. dc Ciss gevaren door
dc-n jongen Murdock. Vorder zijn er de Prin
ses Juliana, met 1Kb ma aan *t stuur, „Pim"
Hoffman hanteert weer liet roer van de
Hollands Hope, Gerard de Vries Lcntsch
commandeert thans de nieuwste zesmeter,
dc Tromp-, en hij heeft Doedes als beman
ning. Dan natuurlijk de Saenden en de
Kemphaan resp. met Willem Schouten en
Hans Pluygers. Een uitgelezen gezelschap.
Al dadelijk komt er teekening in den wed
strijd. Dc Hollands Hope, de Tromp en do
Saenden loopen van de andere weg, Juliana
en Kemphaan vechten tezaam, laten elkaar
riet los. Ten slotte gaat de Kemphaan er
even vandoor om dadelijk daarna weer door
de Juliana le worden benaderd enge
passeerd, Eén oogenblik heeft Hollands Hope
de leiding. Maar Lentsch loeft hem op en
valt daarna listig af, komt iels vóór.
Dan gaat het verder met loopenddn wind.
Bij de leidende zesraelers komt geen veran
dering meer. Wel in de achterhoede. Want
Door Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Nedcrlandsche vertaling van Ada van Arkel.
33)
Het meisje bedacht, dal, als zij hel ge
heim, dal zij besloten was op te lossen,
wilde uilvorschen, zij niets beters kon doen,
dan John Muuro vertellen, dat zij zich toch
maar met hem zou verloven en' hem zou
helpen op de manier, die hij verlangde. Hij
zou dan zijn hart aan liaar uitstorten, en
liet kon best zijn. dal zij door zijn mede-
deelingen de aanwijzingen zou krijgen, die
zij noodig had.
Maar Sheila kon tol zoo iels niet komen.
Zij was hoogstens maaT een amateur-detec
tive en kon geen dingen doen. die een bë-
roeps-dctective zonder eenige gemoedsbe
zwaren zou hebben gedaan om zijn doel le
bereiken. Zij moest alléén werken, want
al wilde zij John Munro niet in haar ver
trouwen nemen, zij wilde hem toch ook
niet bedriegen.
Laat in .den middag sprak Munro voor
het eerst dien dag over iets anders dan over
de. correspondentie met haar.
„Mr. Mc. Kmnon beeft me gevraagd u tc
zeggen.zei hij. ..dat hij een heel goed aan
bod heeft voor uw kamer en u dus zult moe
ten verhuizen naar een andere. De bedien
den zullen u helpen, maar misschien wiit
-u er liever bij zijn.
„Wanneer moet ik verhuizen?" vroeg
Sheila.
„Direct, als 't u blieft. U moet naar no-
139 op de derde verdieping gaan in den
westelijken vleugel. U doel beter met nu
naar uw kamer tc gaan en toe te zien hoe
de bedienden uw bagage bij elkaar pakken.
Dit is uw vrije uur."
„Ileel goed," zei het meisje, haar emotie
verbergend; maar in werkelijkheid was 'zij
even opgewonden als verrast.. Zij was er
van overtuigd, dat er in de kamer, waar zij
uit verbannen werd, iels zou gebeuren.
iels, dal verband hield met de geheimzin
nige gezichten en geluiden, die haar wak
ker hadden gehouden in zpo menigen angst
nacht.
„Wie krijgt mijn kamer?" vroeg zij met
een onverschillig gezicht.
„Lord Glenlorly, geloof ik" antwoordde
Munro op den zelf den toon.
HOOFDSTUK VIT.
Een amateur-detective.
Nummer 139 was een kleine, heel ge
wone kamer, zooals men gewoonlijk aan
eèn kamenier gaf en Sheila dacht, loon zij
haar zag, dat mr. Mc. Kinnon haar die niet
zou hebben aangeboden, als zij niet zijn
dienst zou gaan verlaten. Nu kon bet hem
niet schelen of zij tevreden' was op Glen-
lorly-Kastee! of niet; zij zou ljaar veertien
dagen uitblijven en dan 7.011 eën ander
meisje haar plaats komen innemen cn nr-l
dezelfde vriendelijkheid en voorkomendheid
worden behandeld, die eerst haar deel wa
ren geweest.
Maar ten slotte beleekenden zulke onbe
langrijke dingen nu even weinig voor liaar
als voor mijnheer Mc. Kinnon. Zij was zóó
bedroefd voor haarzelve en voor lady Viola,
dat kleine déiaüs van physiek gemak le on
beduidend geleken om er tweemaal over le
denken.
Zij voelde zich ellendig, omdat zij weer
op nieuw de wereld in moest gaan, c ndat
zij nu niet geslaagd was ol, als zij niet
werkelijk mislukt was, was het toch het
zelfde of zij het wel was. Zij voelde zich
ongelukkig, omdat zij wist, dat zij dwaas
genoeg was geweest een man lief te krijgen,
die evc-n ver van haar verwijderd wqs als
de hemel van de aarde een man, the aan
aan haar dacht (zoo hij al aan haar dacht)
als aan een bij-de-liand kind uit een
heel andere levensklasse dan hijzeU, een
arm, klein scljèpsel, tegen wie je vriendelijk
moest zijn alleen al uit medelijden met haar
eenzaamheid. Zij voelde zich ongelukkig,
omdat die man misschien met ladv Mars
den zou trouwen, die alles in het werk
stelde om hem. in le palmen en die a!s
zij slaagde 'haar geliefde zou overhalen
te geloovcn, dat de jonge. stenógraTe een
leelijke kleine avonturierster was.
Dit waren Sheila's persoonlijke verdrie
telijkheden, maar zij had nog andere. Z-j
had zeer veel medelijden met kapitein
Derby, dien zij sympathiek vond cn b -
wonderde en wiens zaak zij graag zou
hebben bevorderd als jfcij kon. Zij leed mee
met lady Viola, die waarschijnlijk gedwon
gen zou worden een man te trouwen, dien
zij niet liefhad; cn zij vreesde, dat haar
vriendin nog steeds in gevaar was voor de
geheime samenzweringen van de twee
jahvrsche vrouwen.
Wat den brief betreft, dien Viola haar
gevraagd had aan mr. Franklin le geven,
zij had hem .dien niet overhandigd gedu
rende buil kóu! öndc-rhoud des morgens,
en toen er verscheidene uren voorbij waren
gegaan, zonder dat z'; ,1Arr> weer ontmoette.
had zij den brief bij een verklarend brièlj*
ingesloten en aan lady Viola gezonden. Wat
er daarna gebeurd was, of het meisje haar
antwoord mondeling inplaats van schrifte
lijk had gegeven, of dat de kwestie nog on
beslist was. wist Sheila niet, want zij had
niets gehoord.
Zij behoefde niels van liaar gewone werk
óicn dag te doen, behalve dat voor mr. Mc.
Kinnon. want men zei haar. dat noch mr.
Carringtor. noch kapitein Derby haar dien
sten noodig hadden, c-n zij wist niet of dit
was, omdat zij in ongenade was gevallen,
of omdat dn diefstal van mr. CarcAnclons
juweelen den gewonen gang van zaken in
de war had gestuurd.
Later, toen het tijd werd om naar lady
Elhington te gaan, hoorde zij. dat zij ook
daar niet heen behoefde dien middug, en zij
zou dus het grootste gedeelte van den dag
niets te doen hebben gehad, als niet mr.
Mc. Kinnon haar genoeg werk had gegeven
in zijn eigen kantoor, om datgene wat zij
gewoonlijk deed te vervangen.
Zij was in een eigenaardige gemoeds
stemming een stemming, die zij niet lang
zou kunnen verdragen, dat voelde zij. Tegen
den avond, toen zij trachtte de leeüjke
kleine kamer wal bewoonbaar le maken,
besloot'zij, dal zij dien avond een geheim
bezoek aan den toren zou brengen, om te
ontdekken, zoo mogetijk, waarom zij daar
uit verbannen was. Zij wist niet van lord
Glenlorly af en kon met aannemen, dal hij
in eenig verband stond met de geheim
zinnige voorvallen in den toren; hij was
zelfs niet in hel hotel geweest, toen zij 'oor-
vielen. Maar zij geloofde, dat zijn verlangen
om die kamer te hebben alleen een voor
wendsel „was om haar er uit te krijgen.
Misschien zou hij haar werkelijk krijgen,
misschien niet. Misschien werd zij heels-
maal "niet in gebruik genomen, althans nrt
onmiddellijk; ntaar van één ding was Sheila
absoluut overtuigd; er zou iels in die kamer
gebeuren of in ieder geval in den toren en
nog dezen nacht, anders zou zij niet zoo®
ineens hebben moeten verhuizon.
Sheila dacht er niet aari dat>als zij ge
lijk had met haar veronderstellingen, dit
haar toch niets aanging. Zij was tot de
conclusie gekomen hoewel vaag cn on
duidelijk dal er vele mysteries als be
weeglijke schaduwen door hel hotel 1 wo
gen en dat al die donkere schaduwen door
één hand worden bestuurd die misschien
door andere geholpen werd; dal er een band
was tussehen al die voorbijglijden dé schim
men.
Carringlon was er in betrokken ais het
auto-ongeluk een deel van het komplot was;
kapitein Derby was er in b.trokken lady
Viola, en achter den ondoordr,ngbarcn
sluier meende Sheila Franklin cn raVin
Karovski te zien. Misschien dat na den
nacht die sluier niet meer zoo ondac.rdr ng-
baar zou zijn. Hel meisje besloot in ledyr
geval haar best te doen, zelfs a! w iegde zij
veel, om uit te vinden, wat er aan cl andere
zijde van den sluier was.
Sheila bleef den geheelen avond in baar
kamer, zooals zij in de mocie vroegere ka
mer gebleven was. maar zij ging met op
haar gewonen lijd naar bed, zij b'cef op
zitten en trachtte te lezen en keek af cn
toe naar de gevlekte en verbleekt - schels
van den jongen in ouderwelsche kleeding,
dien zij tussehen de bladzijden van een van
haar eigen boeken nice had genomen uil de
rwdp kamer
(Wordt vervolgd).