No. 20331. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Juni Vierde Blad Anno 1926, EERSTE KAMER. ■■■lllllilil lillHffll^ KUNST EN LETTEREN. SPORT. FEUILLETON. Het Ondergrondsche Syndicaat (Zitting van gisteren). De Minister van Koloniën, (ie lieer KO NINGSBERGEN, antwoordt. Allereerst de verdere ontwikkeling van Indiü. 'Bepaalde maatregelen zijn op dit oogeriblik niet noodzakelijk, omdat de nieu we staatsinrichting een ontwikkeling alles zins mogetijk maakt en voorshands ruimte genoeg Iaat. De instelling der provinciën en regentschappen stelt de mogelijkheid open ieder der gebieden, zich ie doen ontwikke len tot eenheden die over groote zelfstandig heid beschikken. Herziening der staatsin richting is vqor dit oogenblik niet noodig. Met de a s. beeft spr. daarover van ge dachten gewisseld, maar zij waren het er over tens dat rust noodig is en dat er geen aanleiding is thans weer een herziening voor te bereiden. De toekomst is volledig onbekend en men dient af te wachten. De huidige staatsinrichting is een goed stuk werk, meent spr., en al is er nog wat dómodé, ze is tocli zóó, dat zij voor een uitgebreide ontwikkeling alle ruimte laat. Over de snelheid van de bevordering heeft spr. zich inderdaad uitgelaten. Hij bepaalde geen bepaalde snelheid maar heeft alleen gezegd dat met meer snelheid dan tot nu toe gekerkt kan worden. Het tijdperk der ethiek is niet afgslolcn maar liet woord ethiek is zoo algemeen goed gevonden.dat men er niet meer over praal. De aposte len der ethiek zijn overleden of van het too- noel verdwenen. Spr. komt op tegen de be wering van den heer Mondeis dat de heer Hazeu is „weggepest". De lieer Hazeu was zeer verheugd over zijn.benoeming te Lei den. al deed het hem leed dat hij Indië moest verlaten. De Jieer MEXDELS (i.-d.j:1 Dan moet u dc insiders maar eens hooren. Hij is mo reel onmogelijk gemaakt. De MINISTER bespreekt nu de kwestie van den Pol. Ec. Bond. Het is spr. niet dui delijk wat er eigenlijk gebeurd is en én der leden van den Volksraad zeide gisteren ook, dal hij liet niet begreep. Vandaag bevestigde een nader telegram de juistheid van de me- dedeelingen van den heer Talma. De be langstelling der regeering beperkt zich tot de bespreking voorzoover het programma aan de orde was. Overduidelijk is het alles nog niet en spr. zal nadere inlichtingen in winnen. De beer DE MÜRALT (V.B.) Ook over de vraag of de regeeringsverlegenwoordiger in de vergadering is geweest? De MINISTER: Natuurlijk. Spr. zegt dat de regeering de woelige elementen met kracht moet bestrijden. De goedgezinden hebben zich van krasse maatregelen niets aan te trekken. De maat regelen zijn kras en zij zijn noodig. Wat den 6land van de welvaart -betreft, de belastingen zullen door het afschaffen van bet hoofdgeld op Java 10 pGt dalen, hetgeen van veel beleekenk zal zijn voor zeer velen. Cijfers om algemeenen terug gang te con9tateeren, gelijk de heer Mendels die gaf, kunnen bestreden worden met cij- Xcts die op vooruitgang wijzen. Spr. geeft daarvan verschillende voorbeelden. Er zijn noodlijdende streken gelijk wij die in Ne derland ook hebben, maar die mogen geen maatstaf zijn. en de heer Mendels nam ze juist als voorbeeld. De suikercultuur besprekend, zegt spr., dat hij deze kwestie beziet van het stand punt van den natuuronderzoeker-, het valt dan op dat zij maar 1/20 van de bevloeibare sawah bestrijkt. Het gaat dus niet aan in die cultuur een ernstige bedreiging van den Tndischen landbouw te zien. De Javasche Bank is besproken. Allerlei moeilijkheden hebben samengewerkt om den Indiischen gulden iets le doen dalen. Stellig heeft de gestie van de Javasche Bank daar aan bijgedragen, maar welk deel van de schuld ze had. is niet uit te maken. Art. 123 i» volgens spr. een middel dat de regeering moet hebben om eventueel leiding le geven aan de expansie van den gods- dienst. Dezer dagen is door een missiege zelschap aan 9pr. gevraagd of het niet mo gelijk was overleg te plegen tussehen de plaatselijke overheid en de centrale regee ring over de toepassing van art. 123. Gaarne zal spr. dit overwegen, want het lijkt hem geen kwaad voorstel. De toestand op Atjeh is niet geheel bevre digend. De volledige rapporten heeft spr. nog niet. Inmiddels heeft spr. overleg gepleegd met de nieuwen G.-G. Het denkbeeld is in overweging om in het Westen van Atjeh door een gouverne ment-onderneming de inleiding te vormen voor particuliere ondernemingen. Bij de conversie der Ind. leening was het niet mogelijk een hooger koers te verkrijgen, zelfs niet bij een dreigement met eigen uit gifte. Goede adviseurs hebben de Regecring ter zijde gestaan. Spr. hoopt bij de volgende uitgifte een hoogere koers te bedingen. De export van Nederland naar Indië is vermin derd, doordat in Indië vele sigaren en siga- rettcnfabricken zijn opgericht als gevolg van den oorlogstoestand. Ten slotte de Indische leerstoelen te Utrecht. Aanvankelijk stond spr. ook met eenige schroom daartegenover, omddt hij vreesde, dat een splijtzwam zou worden ge bracht in de gelederen der bestuursambte naren. Toen de Regeering de instelling had goedgekeurd. heeft spr. gemeend alle schei ding le moeten tegengaan -en de abituriën ten volkomen gelijkelijk te behandelen. Het spijt hem „daarom een weinig, dat die oude kwestie weer is opgehaald. De indruk, dien spr. uit Utrecht heeft, is alleszins gunstig en hij denkt er niet over in eenig opzicht de Utrechlsche jongelui achter te stellen. De heer MENDELS (S.-D.) verklaart, dat zijn fractie wil geacht worden legen le stemmen. De begroolingen worden z. h. s. goed gekeurd. Verschillende ontwerpen. Aan de orde zijn thans de navolgende onderwerpen: 1. Goedkeuring van het verdrag Ier be teugeling van de verspreiding van en den handel in ontuchtige uitgaven van Septem ber 1923. 2. Goedkeuring van de nadere verlen ging van den duur van hel op 15 Februari 1905 tussehen Nederland en Grool-Britannië gesloten arbitrage-verdrag. 3. Goedkeuring van de op 25 Januari 1924 te Parijs tussehen Nederland en Ar gentinië, België, Brazilië. Bulgarije, Dene marken. Egypte, Spanje, Finland, Frankrijk, Groot-Brilannië, Griekenland, Guatemala, Hongarije, Italië. Luxemburg. Marokko, Mexico, Monaco, Peru, Polen, Portugal, Roe menië, Siam. Zweden, Zwitserland, Tsjecho- Slowakije en Tunis gesloten overeenkomst, met bijlage, betreffende de oprichting te Parijs van een internationaal bureau voor besmettelijke veeziekten. 4. Goedkeuring van de wijziging van het VolkenbondsverdTag. aangenomen door de vergadering van den Volkenbond in liaar Zesde Zitting 1925. 5. Regeling met betrekking tot het "ver- schrijding van in belastingwetten gestelde termijnen. 6. Wijziging van de Wet op de Inkom sten-belasting 1914. 7. Wijziging van wet van 28 April 19*26, tot aanwijzing van de middelen ter goed making van de uitgaven, begrepen in de Slaalsbegrooting voor 1926; Wijziging van artikel 33 der Leeningwet 1914, waarvan de gewijzigde tekst is bekend gemaakt bij Kon. besluit van 6 Augustus 1920; Wijzi ging van het Vilde hoofdstuk A der Staats begroting voor 1926; Wijziging van de be- grooling van inkornslen en uitgaven van het Leeningsfonds 1914 voor 1926 (4 wets ontwerpen). No. 17 worden goedgekeurd. De vergadering wordt verdaagd tot Dins dag 13 Juli 's avonds halfnegen. NIET SPUWEN. Wat gij op den vloer spuwt, komt weer 111 de lucht, die gij en uw mede arbeiders inademen. GEZONDHEIDSRAAD. De Jan Steen'entocnsiellins in De Lakenhal. Het blijkt steeds duidelijker, deze greep uit het levenswerk van Jan Steen geeft een emotie, algemeenei; cn dieper dan zelfs de meest enthousiaste onder ons hadden verwacht. Sinds de officieele opening is het aantal bezoekers steeds toegenomen Vol aandacht bewegen heele drommen zich door de zalen, het is er een opgewekt gedoe en wel opmerkelijk, nergens wordt om de talrijk voorhanden komische voorstellingen botweg gelachen, het is alsof Bteen's in telligentie dat weerhoudt. Wel blijft altijd de menscheiijke trek merkbaar alles te wil len weten van het leven van zoo'n bijzon der mensch, men wil in den buitenkant van dezen bij uitstek populairen meester sporen van zijn innerlijk vinden. Aan dat verlangen hebben velen getracht te vol doen en dit bracht minder scrupuleuze lie den er toe in het wilde weg te fantaseeren, het is daarom des te meer te waardeeren dat de catalogus (voorloopige uitgaaf, be vattende onder meer een twaalftal zeer ge slaagde reproducties van op de tentoon stelling aanwezige werken n.L „Het por tret van den Schilder", uit de colL van den Earl of Novthbrook (Londen); „Vroo- lijk huiswaarts keeren", coll. dr. H. Sehief- fer (Adam); „De oude vr.jer", coll. Lord Swaything (Londen); ,,De Teekenles", coll. A. Reimann (Denemarken); ,,Soo ge wonnen, soo verteert", coll. D. G. van Beu- njngen (R'dam)„De woede van Ahasve- rus", eig. T. Kleinberger (Parijs); „Het bezoek van den dokter", coll Stephenson Clarke (Londen)„De Sater en de Boer", colL A. F. Philips (Eindhoven); „De vecht partij", coll. S. Buchenan (Niendorf); „Het Driekoningenfeest' Museum Cassel; „De Triktrakspélers", cpll. D. A. J. Kess- Icr, ('s-Gravenhage) en ten slotte een re productie van „De Verloren zoon", coll. H. (Berlijn); volstaat met eer. korte zakelijke opsomming van enkele bekende feiten uit zijn leven. De eigenlijke Steen moeten we uit zijn werk leeren kennen; dit weten we met zekerheid, dat hij, die ons ongeveer VOO schilderijen heeft nagelaten, een ont zaggelijke werker moet zijn geweest. Het ligt natuurlijk voor de hand dat zoo iemand zich niet altijd gelijk is, af en toe faalde ook hij, maar zelfs waar hij voor ons slag op slag overwinnaar schijnt, moet hij toch nog vaak het gevoel gehaa hebben, niet te hebben bereikt, wat hij zich droomde. Dat heeft hij gemeen met de grootsten onder zijn tijdgenooten, allen als hij, aparte figu ren. Geen van deze doeken heeft het bijna uitdagende, dat hevig impulsieve van Hals' werk, noch heeft Steen het diep schouwen de van Rembrandt en zeker niet de on geëvenaarde kleurenpracht van den deli- katen Vermeer, die van allen er wel het meest op uit was een summum te geven, de donkere hartstocht van Brouwer was hem vreemd, maar hij was met hen geniaal en compleet als schilder. We hoeven er ons niet over te verwon deren dat veler belangstelling uitgaat naar de hier aanwezige zelfportretten, daaron der dat, welk den schilder weergeeft al luitspelend wel het rijkste is. Ruim en ge makkelijk heeft hij zich zelf gegeven, tin telend van leven is heel die puntige com positie. Hier is Steen schitterend en ver bluffend. Overigens schijnt het schilderen van portretten onzen zeldzamen typeerder nu juist niet erg veelvuldig te hebben be ziggehouden. Behalve op het rustige klare doek uit het Rijksmuseum, dat op de eere- plaats hangt, waar anders Rembrandt's buste staat, heeft hij zich nog verscheidene malen weergegeven, zoo o.a. ïp „De Tee kenles", eig Reimann; „De oude vrijer", eig. Lord Swaything (voorstellende een oude kerel die een jong meisje het hof maakt eü wordt uitgelachen door haar va der, Jan Steen zelf) en in het kleine knie stukje uit de verzameling ten Cate, waar we den meester in 't grijs gekleed aan een tafel zien zitten luitspelen. Van al deze meesterstukjes maakt „de Teekenles" den meesten indruk om de groote intimiteit die deze gevoelige mensch in staat was voor alle tijden vasf te leggen. Het vertoont een pittige kleurcombinatie en ondanks het typisch rommelige van zoon atelier- hoek, waarschijnlijk voor zijn kinderen in geruimd (we zien achter het kleed in het vertrek een ezel staan, waar Steen, net palet in de hand, zcO even van zal zijn weggeloopen) is er volmaakte rust in heel dit aandoenlijk tafreelcje. Ilet is een heel teere kant van het wezen van dezen eu'el- mnn naar den geest. Al die hem zoo ver- trouwde voorwerpen, schilderde hij tceken- achtig, met groote liefde voor al die de tails van zijn requisieten-materiaal, waar hij het gewelfde vertrek mee had'gestof feerd. Hoe gehoon is ruet het argelooze groepje, van den vader, die voor zijn zoon tje en dochtertje een tcekeningetje corri geert. Ook hier, zooals zoo vaak bij Steen, treft dat wonderlijke gevoel van maat, die schikking van een figuur of groep binnen het kader, zooals we Jat bij het bovenge noemde, vloeiendgeschilderde zelfportret uit de coll. van den Earl of Noitlibrook, dat weergaloos schoonc kleurbrok, ook reeds zagen. Men lette bij dit meesterstuk nog eens op de kleur van broek, tinnen kan en rose rand van het boek. In het portret van zijn eerste vrouw, Margarelha van Goyen. (De Luitspeelster, bruikleen N. N. Mauritshuis), dat hier naast hangt, stijgt hij niet tot zoo'n hoogte, het is veel min der vlot en wel wat vlakjes gepenseeld. Er zijn nog enkele stukken, waar hij zichzelf of zijn vrouw in een figuurgroep heeft ge schilderd, maar daar treedt het portret wel begrijpelijk op den achtergrond. A LAWNTENNIS. Het toumooi te Wimbledon. Een nederlaag van Suzanne Lenglen in het dubbelspel. De groote sensatie van gisteren is de ne derlaag van Suzanne Lenglen in het dames dubbelspel. Met mej. Ylaslo verloor zij legen miss Ryan en miss Browne mei 62, 79, 2C. wat sinds den oorlog niet gebeurd is. Mej. Lenglen en mej. Ylaslo zouden intus- schen ook nu gezegevierd hebben, ware bel niet. dat van de drie winning strokes, die zij bij 76 in de tweede set hadden >veten te forceeren door Suzanne'9 spel, een drive, die Vlasto onhoudbaar langs de lijn sloeg, een pracht slag langs de lijn, een decimeter te ver geweest was In de eerste set leek het, alsof bel weer zou gaan zooals altijd. Suzanne scoorde door elke opening, die maar even ontstond. Miss Brouwne speelde zwak en onzeker en gaf herhaaldelijk kansen. Didi Ylasto haal de, met Suzanne, door harde drives en lobs de Amerikaansehe dames uiteen. Het werd 62. Niemand vermoedde toen nog iels van een sensalioneelen strijd. In de tweede set komen echter de Amerikanen, en vooral miss Ryan los. Schitterend volleerend blijft zij meer dan eens in een scherp duel Su zanne Lenglen de baas. Al te veel speelt deze op voorzichtig plaatsen; lot 41 loo- pen de Amerikanen uit. Doch dan gaat Su zanne plotseling, het gevaar beseffend, aan vallend spelen en Vlaslo's magnifieke ser vice, hoewel underhand, wint met een love game44. Dan gebeurt het wonder, dat Suzanne op een hoogen lob den bal mist. Het kost haar de game: 45. Doch in de volgende game speelt zij prachtig en met een lob-volley maakt zij J55. Dan 5G, docli nu bezweert Vlasto het gevaar met een scherpe passing: 66, en ondanks twee missers van Lenglen, wordt 't 7G. In deze game wordt het achtmaal deuce, na de fraaiste rallies. Driemaal komt Suzanne op winningslroke, en een ervan gaat een halve decimeter uit.77. Dan komt het keerpunt. Het ^>cl der Ame rikaansehe dames wordt zoo schitterend, dat zij geheel en al domineeren. Ook miss Browne speelde nu schitterend. Suzanne passeerde niet en wordt lot missen ge bracht. Het wordt S7 voor Amerika en in de laatste game vooral speelt Lenglen on zeker. Onder donderend gejuich, dat iets demonstratiefs beeft, wordt liet 97 voor het Amerikaansehe paar, aldus de „Tel.". De derde set brengt een reactie bij de Amerikaansehe dames, doch dan komt miss Browne op dreef. Uitstekend volleerend. een hechten muur vormend met miss Ryan ach ter het net met bulten ge woon scherpe cross- volle's, Lenglen en Vlasto uit elkaar halend en dan met korte nijdige volley's scorend, wordt het van 12 32 Lenglen is zicht baar nerveus. zij mist meer dan anders, nu ook op eenvoudige-slagen. Zij aarzelt telkens of zij zal ingrijpen dan wel aan Vlasto over laten en dat even -aarzelen is noodlottig Bij 42 voor Amerika schiet Ryan langs haar en geeft een volley, dip zelfs haar te mach tig :s en bij 52 ligt Vlasin voor een paar prachtige schoten langs de lijn. Onder dood- sehe stilte komt dc eerste winnirigstroke (4015). Miss Browne mist, een zucht van teleurstelling gaat op uit de menigte, doch bij de tweede slaat Vlasifo in moeilijke po sitie iels te ver. Lenglen is geslagen! Donderend gojuich begroet deze zege. Na afloop der ontmoeting viel Suzanne Lenglen flauw. Hel is twijfelachtig of het haar mogelijk zal zijn gedurende dit lour- nooi nog op Wimbledon uit te komen. Voor dat zij evenwel een beslissing neemt, zal zij liaar medicus raadplegen. Verdere uilslagen zijn: Heercnenkelspel (3e ronde): Cochet sl. Lester 62, 75, 6i, Kingsiey sl Decu- gis 62. 62. 97; Wheatley sl Dawson 1—G. 9—7, 5—7, G—O, 6—3. Ulrich sl. Cattaruzza 7—5, 6—1, 8—6; Borolra sl. Lowe 63, G4. 75. Kingsey sl. Bryan (Holl.) G—4. C—2, 65; Mayes sl. Aescliliman 2G, 57, G3, 61. 64; Spence sl. Sharp/* G, 36, 75; G3; Gregory sl. Sliervvell G0, 4G, 3—6, 6—4, 7—5. Damesrenkelspe! (le ronde): Sen de Al varez sl. miss Haugliton G2. G0. Tweede ronde: mrs. Beamish sl. miss Stenhens 6-4), G—3. Heeren-dubbelspel (le ronde* Kozoluh en Zembla sl. Radcliffe en Drew, 36, 6—3. 6—1, 8—G. Jeugdwedstrijden voor Leiden. Deze week is er een begin gemankt met de jeugdwedstrijden van den N.L.T.B. voor Leiden, waarvoor de lieer ir. A. G. Bosman 7.00 vriendelijk was zijn particuliere baan beschikbaar tc stellen. Voor de licerensingle hadden zich 8 junio res opgegeven. De uitslagen zijn: le ronde: F. rarmentier slaat.J. Pel G3, 57, G1. .1. Postel slaat H. Kamp 75, 60; M. Schreuder slaat S. Colenbrander G1, G1; B. Werkman slaat F. Postel 6—3, G—1. Semi-finale: F. Parmenlicr slaat J. Postel G2. 57. G2; Al. Schreuder slaat B. Werkman 60, 57, 64. Finale: F. Parmcntier slaat M. Schreuder G4, 4—G, 9—7. ZEILEN. Jnbileomwedstrijden van de Dordtsclie. Een succes voor de „T r 0 m p." -Ter gelegenheid van haar 75-jarig be staan hield de Dordlsche Zeil- en Koei-ver- ecniging gisteren internationale wedstrijden. Omtrent den strijd in de zomerklasse schrijft liet ..Handelsblad": De zesmeters zijn internationaal, want er starten twee Belgen 'mee, de Anligon gezeild door Hein Kerkens. dc Ciss gevaren door dc-n jongen Murdock. Vorder zijn er de Prin ses Juliana, met 1Kb ma aan *t stuur, „Pim" Hoffman hanteert weer liet roer van de Hollands Hope, Gerard de Vries Lcntsch commandeert thans de nieuwste zesmeter, dc Tromp-, en hij heeft Doedes als beman ning. Dan natuurlijk de Saenden en de Kemphaan resp. met Willem Schouten en Hans Pluygers. Een uitgelezen gezelschap. Al dadelijk komt er teekening in den wed strijd. Dc Hollands Hope, de Tromp en do Saenden loopen van de andere weg, Juliana en Kemphaan vechten tezaam, laten elkaar riet los. Ten slotte gaat de Kemphaan er even vandoor om dadelijk daarna weer door de Juliana le worden benaderd enge passeerd, Eén oogenblik heeft Hollands Hope de leiding. Maar Lentsch loeft hem op en valt daarna listig af, komt iels vóór. Dan gaat het verder met loopenddn wind. Bij de leidende zesraelers komt geen veran dering meer. Wel in de achterhoede. Want Door Mrs. C. N. WILLIAMSON. Nedcrlandsche vertaling van Ada van Arkel. 33) Het meisje bedacht, dal, als zij hel ge heim, dal zij besloten was op te lossen, wilde uilvorschen, zij niets beters kon doen, dan John Muuro vertellen, dat zij zich toch maar met hem zou verloven en' hem zou helpen op de manier, die hij verlangde. Hij zou dan zijn hart aan liaar uitstorten, en liet kon best zijn. dal zij door zijn mede- deelingen de aanwijzingen zou krijgen, die zij noodig had. Maar Sheila kon tol zoo iels niet komen. Zij was hoogstens maaT een amateur-detec tive en kon geen dingen doen. die een bë- roeps-dctective zonder eenige gemoedsbe zwaren zou hebben gedaan om zijn doel le bereiken. Zij moest alléén werken, want al wilde zij John Munro niet in haar ver trouwen nemen, zij wilde hem toch ook niet bedriegen. Laat in .den middag sprak Munro voor het eerst dien dag over iets anders dan over de. correspondentie met haar. „Mr. Mc. Kmnon beeft me gevraagd u tc zeggen.zei hij. ..dat hij een heel goed aan bod heeft voor uw kamer en u dus zult moe ten verhuizen naar een andere. De bedien den zullen u helpen, maar misschien wiit -u er liever bij zijn. „Wanneer moet ik verhuizen?" vroeg Sheila. „Direct, als 't u blieft. U moet naar no- 139 op de derde verdieping gaan in den westelijken vleugel. U doel beter met nu naar uw kamer tc gaan en toe te zien hoe de bedienden uw bagage bij elkaar pakken. Dit is uw vrije uur." „Ileel goed," zei het meisje, haar emotie verbergend; maar in werkelijkheid was 'zij even opgewonden als verrast.. Zij was er van overtuigd, dat er in de kamer, waar zij uit verbannen werd, iels zou gebeuren. iels, dal verband hield met de geheimzin nige gezichten en geluiden, die haar wak ker hadden gehouden in zpo menigen angst nacht. „Wie krijgt mijn kamer?" vroeg zij met een onverschillig gezicht. „Lord Glenlorly, geloof ik" antwoordde Munro op den zelf den toon. HOOFDSTUK VIT. Een amateur-detective. Nummer 139 was een kleine, heel ge wone kamer, zooals men gewoonlijk aan eèn kamenier gaf en Sheila dacht, loon zij haar zag, dat mr. Mc. Kinnon haar die niet zou hebben aangeboden, als zij niet zijn dienst zou gaan verlaten. Nu kon bet hem niet schelen of zij tevreden' was op Glen- lorly-Kastee! of niet; zij zou ljaar veertien dagen uitblijven en dan 7.011 eën ander meisje haar plaats komen innemen cn nr-l dezelfde vriendelijkheid en voorkomendheid worden behandeld, die eerst haar deel wa ren geweest. Maar ten slotte beleekenden zulke onbe langrijke dingen nu even weinig voor liaar als voor mijnheer Mc. Kinnon. Zij was zóó bedroefd voor haarzelve en voor lady Viola, dat kleine déiaüs van physiek gemak le on beduidend geleken om er tweemaal over le denken. Zij voelde zich ellendig, omdat zij weer op nieuw de wereld in moest gaan, c ndat zij nu niet geslaagd was ol, als zij niet werkelijk mislukt was, was het toch het zelfde of zij het wel was. Zij voelde zich ongelukkig, omdat zij wist, dat zij dwaas genoeg was geweest een man lief te krijgen, die evc-n ver van haar verwijderd wqs als de hemel van de aarde een man, the aan aan haar dacht (zoo hij al aan haar dacht) als aan een bij-de-liand kind uit een heel andere levensklasse dan hijzeU, een arm, klein scljèpsel, tegen wie je vriendelijk moest zijn alleen al uit medelijden met haar eenzaamheid. Zij voelde zich ongelukkig, omdat die man misschien met ladv Mars den zou trouwen, die alles in het werk stelde om hem. in le palmen en die a!s zij slaagde 'haar geliefde zou overhalen te geloovcn, dat de jonge. stenógraTe een leelijke kleine avonturierster was. Dit waren Sheila's persoonlijke verdrie telijkheden, maar zij had nog andere. Z-j had zeer veel medelijden met kapitein Derby, dien zij sympathiek vond cn b - wonderde en wiens zaak zij graag zou hebben bevorderd als jfcij kon. Zij leed mee met lady Viola, die waarschijnlijk gedwon gen zou worden een man te trouwen, dien zij niet liefhad; cn zij vreesde, dat haar vriendin nog steeds in gevaar was voor de geheime samenzweringen van de twee jahvrsche vrouwen. Wat den brief betreft, dien Viola haar gevraagd had aan mr. Franklin le geven, zij had hem .dien niet overhandigd gedu rende buil kóu! öndc-rhoud des morgens, en toen er verscheidene uren voorbij waren gegaan, zonder dat z'; ,1Arr> weer ontmoette. had zij den brief bij een verklarend brièlj* ingesloten en aan lady Viola gezonden. Wat er daarna gebeurd was, of het meisje haar antwoord mondeling inplaats van schrifte lijk had gegeven, of dat de kwestie nog on beslist was. wist Sheila niet, want zij had niets gehoord. Zij behoefde niels van liaar gewone werk óicn dag te doen, behalve dat voor mr. Mc. Kinnon. want men zei haar. dat noch mr. Carringtor. noch kapitein Derby haar dien sten noodig hadden, c-n zij wist niet of dit was, omdat zij in ongenade was gevallen, of omdat dn diefstal van mr. CarcAnclons juweelen den gewonen gang van zaken in de war had gestuurd. Later, toen het tijd werd om naar lady Elhington te gaan, hoorde zij. dat zij ook daar niet heen behoefde dien middug, en zij zou dus het grootste gedeelte van den dag niets te doen hebben gehad, als niet mr. Mc. Kinnon haar genoeg werk had gegeven in zijn eigen kantoor, om datgene wat zij gewoonlijk deed te vervangen. Zij was in een eigenaardige gemoeds stemming een stemming, die zij niet lang zou kunnen verdragen, dat voelde zij. Tegen den avond, toen zij trachtte de leeüjke kleine kamer wal bewoonbaar le maken, besloot'zij, dal zij dien avond een geheim bezoek aan den toren zou brengen, om te ontdekken, zoo mogetijk, waarom zij daar uit verbannen was. Zij wist niet van lord Glenlorly af en kon met aannemen, dal hij in eenig verband stond met de geheim zinnige voorvallen in den toren; hij was zelfs niet in hel hotel geweest, toen zij 'oor- vielen. Maar zij geloofde, dat zijn verlangen om die kamer te hebben alleen een voor wendsel „was om haar er uit te krijgen. Misschien zou hij haar werkelijk krijgen, misschien niet. Misschien werd zij heels- maal "niet in gebruik genomen, althans nrt onmiddellijk; ntaar van één ding was Sheila absoluut overtuigd; er zou iels in die kamer gebeuren of in ieder geval in den toren en nog dezen nacht, anders zou zij niet zoo® ineens hebben moeten verhuizon. Sheila dacht er niet aari dat>als zij ge lijk had met haar veronderstellingen, dit haar toch niets aanging. Zij was tot de conclusie gekomen hoewel vaag cn on duidelijk dal er vele mysteries als be weeglijke schaduwen door hel hotel 1 wo gen en dat al die donkere schaduwen door één hand worden bestuurd die misschien door andere geholpen werd; dal er een band was tussehen al die voorbijglijden dé schim men. Carringlon was er in betrokken ais het auto-ongeluk een deel van het komplot was; kapitein Derby was er in b.trokken lady Viola, en achter den ondoordr,ngbarcn sluier meende Sheila Franklin cn raVin Karovski te zien. Misschien dat na den nacht die sluier niet meer zoo ondac.rdr ng- baar zou zijn. Hel meisje besloot in ledyr geval haar best te doen, zelfs a! w iegde zij veel, om uit te vinden, wat er aan cl andere zijde van den sluier was. Sheila bleef den geheelen avond in baar kamer, zooals zij in de mocie vroegere ka mer gebleven was. maar zij ging met op haar gewonen lijd naar bed, zij b'cef op zitten en trachtte te lezen en keek af cn toe naar de gevlekte en verbleekt - schels van den jongen in ouderwelsche kleeding, dien zij tussehen de bladzijden van een van haar eigen boeken nice had genomen uil de rwdp kamer (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 13