flo. 20330. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Juni Tweede Blad Anno 1926. NEET Gil ÉfN VAN DEZÏ REEPEN NOG NIET GEPROEFD DOST HET PAN sfqepigT BINNENLAND. FEUILLETON. Het Ondergrondsche Syndicaat Verhooging en verzwaring van den linker-Maasdijk. Hei lid der Tweede Kamer, de heer Deckers, heeft aan den Minister van Water- slaat gevraagd: Heeft de Minister kennis genomen van de door Gedeputeerde Stalen van Noord-Bra bant aan de Stalen dier provincie gedane vooretellen tot verhooging en verzwaring van den linker-Maasdijk van Maashees lot de Dieze? Is de Minister bereid te bevorderen, dat dit voor de veiligheid en de welvaart van een groot deel van Noord-Brabant dringend noodzakelijk werd, waarvan de kosten op f 1.650.000 zijn geraamd, van rijkswege wordt gesteund en, zoo ja, tot welk bedrag? Georganiseerd overleg zeemacht Den 18den dezer heeft de commissie voor georganiseerd overleg zeemacht vergaderd ter bespreking van verschillende voorstellen, ingediend door de pcrsoneels-organisaties. Alvorens de eerste drie voorstellen, be- oogende meer of minder ingrijpende wijzi gingen te brengen in de sinds 1 Januari 1926 vigeerende bezoldigingsrcgeling, in behandeling ,te nemen, deelde de voorzitter mee, dat het niet in het voornemen lag van den minister van marine a. i., voorloopig wijziging te brengen in de salaricering, in dien hieraan kosten zijn verbonden; alleen indien er redactie-onduidelijkheden bestaan, zouden deze kunnen worden weggenomen. Doch wat betreft de thans ingediende en reeds door de organisaties bestudeerde ver zoeken, wenschle zijne excellentie een uit zondering te maken, zoodat deze thans in behandeling konden worden genomen. Deze voorstellen betreffen hoogere sala- rieering voor enkele kwaliteiten, verminde^ ring van den aftrek voor verpleging aim boord voor de ongehuwden en uitbreiding van de vergoeding als kostwinner. Door den R. G. werden overwegende be zwaren tegen deze voorstsJlen ingebracht, die door den voorsteller nader weiden ver dedigd. Ten aanzien van het voorstel, voor enkele categorieën een hoogere bezoldiging in den hoogsten rang te verkrijgen, bleek, dat an dere organisaties het hiermee niet eens waren; de vermindering van den boordaf- trek voor ongehuwden werd door alle orga nisaties wenschelijk geacht, en ook de uit breiding van de gehuwden-toelage voor kost winners, zonder leeftijdsgrens, vond ruime instemming. Een voorstel om verandering te brengen in de bevorderingsvoorwaarden voor de matrozen 1ste kl. N. O. weid door den R. G. bestreden; doch ook van de zijde van enkele organisaties werd de verande ring niet noodig geacht. Aan een verzoek, voor enkele categorieën van korporaals-seiners maatregelen te tref fen', dat het verblijf in Nederland eenig3- ziüs wordt verlengd, zal voor zoover de be langen van den dienst dit mogelijk maken, worden voldaan. De voorsteller toonde nog met voorbeelden aan, hoe ongunstig de toestand is voor de korporaal-seiners, ten opzichte van het ver blijf in Nederland cn gaf ecnige middelen aan ter verbetering; de Bond van M. O. O. gaf ook in dien geest wenken, en algemeen achtte men het noodig, dat iets voor deze categorie en c.q. ook voor anderen, die in dezelfde conditiën komen te verkeeren, be hoort te worden gedaan. Een voorstel om de bevorderingskansen van Europeesch en Inlandsch personeel ge lijk te maken, door deze twee categorieën voor de bevordering als één geheel te be schouwen. kan uit praktische overwegingen bij de R G. geen instemming verwerven; verdere discussie leidde ook tot geen resul taat. De minister kan niet voldoen aan een verzoek, voor de gezinnen van militairen burger-specialistischen hulp beschikbaar te stellen, indien geen militair-specialist aan wezig is; de voorsteller, hoezeer deze be slissing betreurende, had hierop verder niet3 in het midden te brengen. Ten aanzien van een verzoek, de gelegen heid te openen, dat ook schepelingen zich bij ontslag wegens ongeschiktheid, enz., kunnen beroepen op een commissie, werd medegedeeld, dat bij het departement van marine reeds in dien geest wordt gehandeld; t. z. t. zal kunnen worden overwogen, in hoeverre de thans .gevolgde gedragslijn in de voorschriften behoort te worden opgeno men; de vertegenwoordigers van den bond van korporaals bracht den wensch naar voren thans reeds, ook aan de korporaals eenige zekerheid ten aanzien van de hier- bedoelde commissie te geven. Tegen het voorstel om voor diploma's fi- nancieele vergoeding te geven, bestond bij den R. G. bezwaar, wegens de vaagheid van het voorstel; de voorsteller, hierbij gesteund van de zijde der overige organisaties, ver dedigde het voorstel, dat hij krachtig aan beval in het belang der marine. Het aanbrengen van een wijziging in de Pensioenwet (art. 23b) in verband met de cumulatie van pensioen met bezoldiging, voor gepensioneerden die niet wegens lang- durigen dienét op pensioen zijn gesteld, werd door den R. G. bestreden. De voorsteller hield een warm pleidooi voor zijn voorstel, hetgeen door alle organisaties werd gesteund, waarbij door den Bond van M. O. O er op werd gewezen, dat door dezen Bond reeds bij de behandeling van de thans van kracht zijnde pensioenwet, hetzelfde werd verde digd. Waar verzocht werd om de malrozen- torpedomaker voorlaan na één jaar te be vorderen lot korporaal, instede van na on geveer 13 a 14 maanden, kan de R. G. mededeelen, dat hiertegen geen bezwaar be slaat. Nadat bij de rondvraag nog enkele pun ten werden besproken, werd de vergadering gesloten. Smalle wegen en verblinding. Gevaren bij avondverkeer. Het „P. G. W." schrijft: Dezer dagen hebben enkele ieden van liet „PI G. W." een avond tocht gemaakt om zich 'er nog eens weer van te vergewissen, hoe onveilig onze over 't algemeen veel te smal le wegen zijn bij avondverkeer. Op een zomeravond, waaróp het verkeer langs de hoofdwegen tot heel laat nog leven dig blijft, werd die tocht ondernomen, van Amsterdam over Haarlem, Don Itaag naar Rotterdam en terug. 't Was al donker, toen, in het matig tempo dat het Amsterdamsche stadsbestuur den automobilist heeft voorgeschreven cn waartoe verderop de toestand van den weg zou noodzaken de auto de winkelstraten doorschoof naar den Slolerdijker-straatweg, die leidt naar den veel, maar nimmer ge noeg besproken en becritiseerden weg naar Haarlem, een van de drukste, meest bereden maar ook een van de slechtste wegen, waarmede in ons land, dat op dit gebied een treurige, internationale reputatie heeft de weggebruikers het maar moeten stellen. Vóór ons uit sprong en hotste en huppel de een kleine auto, als een jong en dartel veulen over de hobbels en kuilen van den. hoofdverkeersweg; hoe- hadden, ook bij d,e. geringe snelheid] w'aartoe de erbarmelijke staat van dezen weg wel dwingt, de veren, van de auto het zwaar Ie verantwoorden! Maar dit alleen noopte tot een angstval lig rijden; ook de'gevaarlijke smalheid van den weg. Slechts sommige' gedeelten zijn op een behoorlijke bre.ed^gebracht, op andere plaatsen is nicn met de bezadigde kalmte] die onzen landaard kenmerkt, bezig den weg te verbreeden, maar op de nog onverbreede wegvakken geeft het tegenkomen van een motorrijtuig in den avond een onaangename sensatie van onveiligheid, telkens wanneer de felle lichten van verblindende schijn werpers snel naderen en dat gebeurt op de zen drukken weg ieder oogenblik. Soms wordt dat schelle schijnsel kort voor het passeeren gedempt, maar soms ook niet en in dat laatste geval is het dikwijls meer geluk dan wijsheid, als de autobestuurder er heelhuids afkomt en niet, door het licht verblind, tegen den berm oprijdt, een fiet ser, dien hij niet heeft kunnen zien, aan rijdt, of in botsing komt met een rakelings passeerend voertuig, waaronder er vele z'jn van respectabele afmeting, want er loopen heel wat vrachtwagens lusscjien Haarlem en Amsterdam door l^et andere drukke ver keer heen. Het eene voertuig is nauwelijks gepasseerd of de lichtbundels van het vol- j gende dwingén alweer tot vaart minderen en iederen keer gevoelt men het als een soort opluchting wanneer men er maar weer goed en wel voorbij is. RECLAME. 7113 Ook de sterke zoeklichten van de Zand- voorfsche tram langs dezen weg leveren ge vaar op. Nog niet lang geleden heeft men in de bladen kunnen lezen, hoe op Zondags avond 30 Mei een autorijder, dbor zoo'n zoeklicht verbliUd, met de tram in botsing is gekomen, waardoor de Auto zwaar be schadigd werd. De passagiers kwamen er wonder boven wonder nog vrij goed af. Op de verbreede gedeelten van dezen weg en vooral op dat „mond-tergend" mooie proefstukje even vóór Halfweg, heeft men dat gevoel van onveiligheid niet. Daar suizen de wagens niet zoo nakelijks langs elkaaj" én daar is ook hot gevaar van ver blinding door de helle zoeklichten dien tengevolge minder groot. Verderop, een eind voorbij Haarlem, waar de smallë weg aan weerskanten be grensd wordt door de hekken der buiten plaatsen, onder wie<r zwaar geboomte het, ook op een lichten zomeravond, pikke-thus- ter is, wordt de kans op aanrijdingen nog vermeerderd door de vele fietsers, die ge passeerd of ingehaald warden Titsschen Amsterdam cn Haarlem is, na dèn aanleg van heb flinke, breede fietspad, de weg van wielrijders ontlast, maar hier op' ciü'smalle stukje ontmoet men ze bij tientallen, haalt men er telkens een in en wordt .d^11 opnieuw overtuigd van de waar heid van het bekende el uilzegel-mo tto „Afzónderlijke rijwielpaden ontlasten den gnooten, rijweg en verzekeren de veiligheid er» de rust van den wielrijder"... ,,en ook yap den automobilist", mag men er gerust aa,n toevoegen. Want als er bij hel inhalen van een fiet ser toevallig uit tegengestelde richting een aulo komt, die zijn schijnwerpers wat laat dempt, of heelemaal niet ..dimmen" wil, ziet de chauffeur, die door dat hinderlijke licht een neiging heeft om zooveel mogelijk rechts uit te halen, pas op 't allerlaatste oogenblik den wielrijder ,die vlak voor hem op den weg rijdt. Hoe goed cn noodig hel is. dat in het nieuwe Molor- en Rijwielrcglement het ge bruik wordt voorgeschreven van de kleine, roode reflectors, die aan de achterzijde van het rijwiel worden bevestigd, bleek ook nu weer duidelijk. De meesle fietsers, die ont moet of ingehaald werden, hadden zich op den drukken weg gewaagd zonder zoo'n praclischen veiligheidsmaatregel, die de kans op aanrijdingen in donker aanmerke lijk vermindert. Vooral op bochtige wegen, zooals die in de buurt van liet bekende Groene Kerkje bij Oegstgeest, móet men om het gevaar van aanrijdingen als gevolg van verblinding niet onderschatten. Hoe dit gevAar van verLJindende verlich ting algemeen gevoeld wordt blijkt wel uit de groote belangstelling voor de kortelings genomen proeven met een bijzonder soort autoiantaarns, die niet verblinden en dus het „dimmen" overbodig maken. Alle weg gebruikers zijn 't er over eens, dat de op lossing van dit lastige vraagstuk dringend noodig is. Een practische vinding, die bij donker goed voldoet zijn de „catapholcs" letters, die het licht van de autolantaarns weerkaatsen en op flinken afstand duidelijk zichtbaar zijn. Een waarschuwend opschrift van derge - lijke tooverachtige, plots in het duister op lichtende tcekens, dwars over den weg, kunnen bijv. bij onbewaakte spoorwegover gangen goede diensten bewijzen. Juist dat plotselinge ineens zichtbaar worden van die letters trekt de aandacht en werkt als een onfeilbaar signaal. Bij het naderen van Den Haag is het rijden op de verbreede wegen bi) de nieuwe nu ook al haast weer te smal geworden brug aan de Haagsche Schouw werkelijk een verademing. Op dit maar al te korte stuk moderne verkeersweg is men niet ge noodzaakt, herhaaldelijk, ook bij tegenko mend verkeer, vaart te verminderen en kan rustig worden doorgereden, in een gelijk matig; niet telkens onderbroken tempo. Op de wegen voorbij Den Haag, waar on gastvrije tollen bij de Hoornbrug en bi) Overschie hun cijns van de weggebruikers eischen, is het weer misère. Vooral op den in den laalsten tijd duchtig in opspraak gekomen „drukste autostrade van Neder land", alias den weg HoornburgDelft, waarvan de gevaarlijke smalheid nog eens extra onderstreept wordt door de daar lang9 loopende trambaan. Ook de weg van Delft naar Rotterdam blijft in 't bijzonder bij avondverkeer gevaar opleveren door zijn onvoldoende afmetingen De, trouwens slechts over een geringe af stand aangebrachte verlichting van dezen, weg vermindert dat gevaar wel iets. maar toch allerminst afdoende. De indruk die deze avondtocht achterliet op den tem grit waren in het lale nach telijk uur de wegen vrijwel verlaten was opnieuw, dat slechts door een flinke ver breeding van de wegen de veiligheid van het verkeer gewaarborgd is. De smalheid van de wegen is en blijft de grootste grief tegen ons wegennet, meer nog dan de toe stand van het wegdek. ..Alleen op breede wegen kan het verkeer voldoende veilig zijn". Wildschadecommissies. De Minisler van Binnenlandsehe Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat. met in gang van gisteren, voor hel tijdvak van drie jaren, zijn benoemd de hierna vermelde personen respectievelijk lot leden en plaats vervangende leden in de Wildschadecom missies voor de daarbij genoemde gebieden. I v De Marinebegrooting. Tn de Memorie van Antwoord aan de I Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp I tot wijziging van het Vide hoofdstuk der I Staatsbegrooting 1926 (Marine) betoogd de I minister van Marine a.i., de heer Lambooy, I dat, zonder vooruit te loopen op het oordeel I der volksvertegenwoordiging, nopens de I meer principieele reorganisatie der Marine, I verschillende interne maatregelen tot ver- I eenvoudiging voorbereid en zoo spoedig mogelijk doorgevoerd moeten worden. De minisler heeft dan ook bezwaar den post, die beoogt instelling van het ambt van raadsadviseur in algemeenen dienst mogelijk te maken, terug te nemen. Deze raadsadvi seur zal ook velerlei arbeid hebben te ver richten, buiten de vraagstukken van de sa menvoeging der departementen en de split sing der marine om. Onafhankelijk toch van deze vraagsluk- ken, zegt de minister, is een groote verso bering in den opzet der Marine in Nederland geboden. Een commissie is reeds ingesteld om aan te geven, op welke wijze een nut tiger gebruik kan worden gemaakt van de zeemilitie dan tot dusverre. Een dezer dagen is de benoeming te wachten van de com missie, welke advies zal uitbrengen nopens de vraag of de Rijkswerven in den tegenw. omvang cn vorm moeten worden gehand haafd. Een belangrijke interne reorganisatie van het Departement van Marine wordt voorts ter hand genomen, en zoo wachten meer belangrijke vraagstukken op oplossing. Hiertoe behocrren b.v. een meer economi sche organisatie van de luchtvaartdiensten, vereenvoudiging van de administratie der Marine, met het oog op de omstandigheid, dat er thans slechts een marinccommandant in Nederland bestaat en bezuiniging in zake omleiding. De urgentie van de bewerking van al deze onderwerpen is den minister ten dui delijkste gebleken. Indien t. z. t. onverhoopt mocht blijken, zegt de minisler, dat de volksvertegenwoor diging de samenvoeging der departementen niet wenscht, dan zal toch handhaving van het ambt van raadsadviseur gewenscht zijn, met het oog op den omvangrijken reorgani- satiearbeid. die in ieder geval noodig zal wezen. Met betrekking tot de overplaatsing van de matrozenopleiding van Gorcum naar Ylis- singen, zet de minisler uitvoerig de argu menten uiteen, die voor een dergelijke over plaatsing pleiten. O. m. is van dezen maatregel jaarlijks een bezuiniging van ruim f200.000 te wachten. De minister zegt in overleg met zijn ambt genoot van Koloniën, lot de conclusie ge komen te zijn, dat voorshands in de eerste plaats moet worden gestreefd naar het ver krijgen van een eigenlijke zeegaande vloot, bestaande uit twee kruisers, acht jagers en 12 onderzeeboolen. Wanneer de vier in aan bouw zijnde jagers gereed zullen zijn, en de verouderde IC. I niet wordt medegerekend, zal de in Indiê beschikbare eigenlijke zee gaande vloot, dus ongerekend bet materieel, dat meer in het bijzonder voor locale ver dediging is aangewezen, zijn samengesteld uit: twee kruisers type-,.Java", vier jagers type-.,De Ruyler" en twaalf onderzeebooten. In verband met het vorenstaande is het duidelijk, verklaart de minister, dat de nieuwe aanbouw allereerst moet zijn ge richt op versterking van het aantal jagers tot acht, overeenstemmende met het aantal jagers type-Vos, dat aan den dienst is of zal komen te ontvallen. Commissie voor den tabaksaccijns. De Minisler van, Financiën heeft: lo. aan den heer F. Lieflinck J.-Hzn., te Amsterdam, op diens verzoek, eervol ontslag verleend als lid van de commissie van deskundigen voor den tabaksaccijns, onder dankbetuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensien; 2o. benoemd a4s lid van de commissie van deskundigen voor den tabaksaccijns den heer W. P. de Vries, te Velsea, thans plaatsvervangend lid dier commissie, en tot plaatsvervangend lid den heer F. Meer kamp van Embden, makelaar in tabak, te Rotterdam. Door Mrs. C. N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel. 32) „Als u wilt, zal ik wel zorgen, dal hij weer in haar bezit komt," antwoordde Shcila zoo diplomatiek, dal er voor de andere niets geheimzinnigs achter stak. „Dank u," zei Viola. Dat dat is beter, want ik zal misschien voorloopig niet naar beneden gaan. Wilt u haar als 't u blieft uitleggen, hoe wij den oorknop vonden, dan zal zij misschien in staat zijn dat mysteri op te lossen." Sheila antwoordde niet, maar Viola, die Het als een toestemming opvatte, ging door met schrijven, in plaats van haar vraag te herhalen. Een oogenblik later was zij gereed met haar briefje, dat slechts uit een paar regels bestond, en gaf het aan Sheila. Zij legde teven9 den robijnen oorknop van de gravin in haar hand. „U weet wel wat u met deze dingen moet doen," zei Viola mat. ,.Ja," antwoordde Sheila. „U kunt op me rekenen." Bij de deur keerde zij zich om en zei: „Lady Viola, doet u 's nachts de deur op slot?" „Nern, niet altijd. Waarom vraagt u dat," antwoordde het andere meisje. Sheila was eenigszins verlegen. „De de sleutel lijkt me wat verbogen," zei ze. >.Tk dacht, dat u misschien beter deedt er eens met mr. Mc. Kinnon over te spreken. In zoo'n kolossaal huis als dit met zooveei vreemdelingen is het niet veilig om 's nachts de deur open te laten." Lady Viola glimlachte hitter. „Ik heb niets, dat waarde genoeg heeft om te stelen," zei ze. „Het is waar, dat de sleutel wat verbogen is. Ik.weet niet hoe dat gebeurd is, maar hij is krom. Ik denk, dat het ka mermeisje er wel meer van zou kunnen vertellen, als zij wilde maar bedienden bekennen nooit een onhandigheid, al9 zij het eenigszins kunnen laten. Ik weet alleen, dat het al een paar dagen zoo is, en dat de sleutel niet goed wilde omdraaien. Maar het komt er heusch niet op aan voor een arm schepsel als ik. Het zou wat anders zijn bij gravin Karovski of lady Ethington." Sheila voelde, dat zij bloosde. Had lady Viola de geschiedenis van den diefstal al gehoord, of niet?" Het meisje durfde het niet vragen, maar ging heen met een hoofd vol gedachten en het briefje en den ooTknop in haar hand. Zoodra zij buiten de kamer was en de deur gesloten had, liet zij den oorknop echter in haar zak glijden. Zij geloofde, dat het een komplot legen lady Viola was en dat de Voorzienigheid haar op het juiste oogenblik had gezonden om het te verijdelen. „Als zij geen andere bewijzen tegen liaar hebben, hebben zij ze gemaakt, zooals zij ook hebben geprobeerd dit bewijs te ma ken," zei ze in zichzelve. „Maar is dit alleen maar slechts een deel van het plan of is hel het geheele? Het wordt lijd, dat ik het nu zelve, eens uit ga vinden, en dat zal ik ook. Er is hier misschien nog werk voor me te doen vóór ik ga. Werk, waarvoor ik niet ben aangenomen en waarvoor ik nooit betaald*" zal worden, behalve dan door suc ces. Als zij detectives hebben om hen te helpen', de menschen, die lady Viola willen benadeelen dan zullen zij iemand tegen zich hebben ook. En o, wat zal die detective zijn best doen om den anderen te slim af le zijn." Er gingen vreemde gedachten door Sheila's brein. Zij begon ze aan elkaaT te verbinden en haar polsen klopten, toen zij dat deed. „Wat zal ik met dit briefje doen?" vroeg zij zich af. „Als ik lady Viola gezegd had, dat zij zich vergiste, dal er niemand ge komen was om beslag te leggen, zou zij dan dezen uitersten stap hebben gedaan? Zal ik wachten vóór ik het briefje aan mr. Franklin geef en nog een kans wagen? Ik zou haar kunnen zeggen, dat ik het wat had uitgesteld. Ik, zie niet in wat voor kwaad het kan. want hij is nu in haar be lang bezig zonder dat hij weet, dat hij zijn belooning zal krijgen; een belooning, die duizendmaal grooter is dan |iij verdient. O, ik zal wachten, wat er ook gebeurt." Onderwijl was zij weer terug gekomen in de groote hall. Een snelle blik verzekerde haar, dat noch de gravin, nofh lady Ething ton daar was; maar mr. Franklin, die klaar blijkelijk op haar terugkeer had gewacht, kwam haar tegemoet. 1 „Ik denk. dat lady Viola wel niet meer lastig gevallen zal worden," zei hij, en Sheila zag, dat hij heel bleek was. „Ik heb de gravin overgehaald en zoover als ik uit alles op kan maken, ging lady Ethington af op de bewijzen, die de gravin geven kon. Zonder haar kan zij geen kwaad behalve misschien door haar hatelijk geklets. Weet u zeker, dat de gravin haar niet op de een of ander manier in het geheim zal helpen." „Zeker," zei Franklin grimmig. Sheila was gerustgesteld, naar nog niet heelemaal tevreden. .Zij hebben mr. Mc. Kinnon hun vermoedens verteld, weet u dat wel?" herinnerde zij hern. „Ja, maar ik heb met mr. Mc. Kinnon gesproken. Ik heb hera gezegd, dal gravin Karovski toch niet van plan was lady Violas naam in de zaak le betrekken; dat zij zich in haar vermoedens vergist had. Ik zei, dat er in het geheel geen bewijzen tegen lady Viola waren, en dat, als lady Ethington bij haar beschuldigingen bleef, hij er nader hand ontzettende spijt van zou hebben, dat hij er aandacht aan had geschonken." „Ik weet zeker, dat dat voor hem een heele opluchting zal zijn geweesf, toen hij dat hoorde." ,,Tk geloof hel wel." „Maar ik geloof, dal er al een detective in huis is of gauw zal komen. Verbeeld u, dat lady Ethington eens zijn aandacht ves tigde op lady Viola? „Dat zal zij voorloopig niet doen. Lady Viola is voor een paar dagen veilig voor haar. Dat zal langzamerhand misschien anders worden, maar dan zal, hoop ik, de ware dief wel ontdekt zijn; en in het ergste geval kan er toch niets tegen lady Viola bewezen worden tenzij die vrouwen nog sluwer dan ik denk, legen haar hebben samenbezworen." Sheila dacht even na en meende toen, dat zij zijn verborgen bedoeling begreep. Hij hoopte, dat lady Viola hem zou beloven met hem le trouwen: maar in ieder geval zou het engagement de eerste dagen nog niet bekend worden en hij was misschien van plan in dien tijd bijzonder attent te zijn i jegens lady Ethington als een soort „omkoo- perij", zoodal zij lady Viola zou sparen. Dit was duidelijk genoeg, maar het kwam het meisje voor, dat hij veel meer moeilijk heden moest hebben gehad met de gravin, die een veel gevaarlijker vijandin was dan dc oppervlakkige en aanstellerige lady Ethington Sheila was voor de gravin bang geweest en toch scheen mr. Franklin met haar al heel gemakkelijk klaar te zijn ge komen. Zij zou graag meer vragen hebben ge daan, maar Franklin keek op zijn horloge en zei, dat hij gaan moest. „U heeft nog niet eens ontbeten," zei Sheila. Hij glimlachte flauwtjes. „Werkelijk? Ik was het vergeten," en zonder een woord le spreken ging hij heen. Er heerschte groote opwinding in liet hotel dien morgen, toen het nieuws van den diefstal tot alle gasten was doorgedrongen, en iedereen was benieuwd wat er gedaan zou worden; doch tof groote ergernis van haar vriendinnen verschenen lady Ethington en gravin Karovski niet alleen niet, maar weigerden zij ook. hij monde van haar ka meniers. om bezoekers te ontvangen. Als Sheila nog in dezelfde verhouding lot John Munro had gestaan, zou zij waar schijnlijk van hem wel gehoord hebben, wat er gebeurde; of de politie iemend verdacht en of er een vermomde detective in huis aan het werk was. Maar nu hield hij zijn geheimen, zoo hij die bezat, voor zich, al keek hij haar van tijd lot tijd ernstig aan, alsof hij hoopte, dat zij nog van idee zou veranderen. f,Wordt vervolgd!,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5