KIT ltd VU DUE REEPEN NOC NIET GEPROEFD
Het Ondergrondsche Syndicaat
NO. 20325.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 18 Juni
Derde Blad Anno 1926.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Officieele berichten.
Bij Kon. Besluit is tijdelijk benoemd tot
inwonend geneeskundige aan het Rijks-
krankzinnigengesticht te Eindhoven D. W.
de Bois, arts te Amsterdam; zijn benoemd
iot notaris te Amst^flam \Y. H. Lubbers,
candidaat-notaris, wonende te Laren (N.-H.)
to Uithoorn G. C. Hollander, thans notaris
te Gendringen; te Veendam J. Koops, thans
notari3 te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde;
te Eersèl P. F. L. A. M. Koten, candidaat-
notaris te Hilversum; te Roden G. D. Bos
wijk. thans notaris te Sexbierum gemeente
Barradeel; te Nijkerk E. P. Reyers, notaris
te Nijkerk.
zijn benoemd tot leden van de commissie
voor 's Rijks geschiedkundige publication
jhr. mr. A. H. Martens van Sevenhoven,
rijksarchivaris in Gelderland, Mr. Dr. S. v.
Brakel, rechter in de arrondissements-recht
bank te Utrecht en dr. A. A. van Schelven,
hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam.
De vleeschnitvoer naar Engeland.
Onder leiding van minister Kan is gister
een bespreking gehouden yan deskundigen
en belanghebbenden inzake het door Enge
land uitgevaardigde verbod van invoer van
vleesch. Ook minister Slolemaker de Bruïne
woonde de bespreking bij.
Uilgenoodigd waren: liet Kon. Ned. Land-
bouw-Comité, de Chr. Boeren- en Tuinders-
bond, de R.K. Ned. Boeren- en Tuinders-
bond, de Ned. Slagershond, de Ned. Bond
van Veehandelaren, de Bond van Neder!.
Vleeschexporleurs, de Ver. van Baconzou -
tors, de R.K. Hanzebond van Slagerspatroons
de Algemcene Ncderlandsch Zuivelbond en
de Ned. Vereeniging van Vleeschimporteurs.
Er heerschte algeheele overeenstemming
in de overtuiging, dat de Regeering al het
mógelijke doet om den maatregel der Engel-
sche regeering opgeheven te krijgen, dat er
voorshands geen aanleiding bestaat tol ver
bodsbepalingen ten aanzien van den uil-
voer van overzeesch bevroren vleesch, en
dat het overigens in dit stadium aangewezen
is een afwachtende houding aan te nemen.
Bij het ter sprake komen van de vraag, in
hoeverre, zooals in sommige Engelsche pers
berichten naar voren is gekomen, Neder-
landsche geslachte varkens tot de besmet
ting van vee in Engeland en als gevolg daar
van tot het invoerverbod aanleiding zouden
hebben gegeven, werd door dr. ten Sande,
die bij zijn bezoek aan Engeland in de gele
genheid was de dcelen der besmette varkens
te zien, verklaard, dal Nederlandsche var
kens niet de smetstof kunnen hebben over
gebracht.
Ook bij de uit Engeland, aan boord van
3e „Schokland" teruggezonden Nederland
sche varkens, hebben in bijzijn van den
Engelschen veterinairen inspecteur Peacey
de Nederlandsche deskundigen geen ver
schijnselen van mond- en klauwzeer gecon
stateerd.
Engelands houding.
Reuter seint: In het Lagerhuis heeft Ken
nedy den Min. van Landbouw gevraagd of
hij van plan was de 2 dezer uitgevaardigde
order zoo te wijzigen, dat er van worden
uitgezonden consignaties onder Nederland
sche inspectie waarborg in houten kratten,
uit Nederlandsche havens naar de markt
van Swilhfield gezonden, op voorwaarde, dat
kalveren en schapen gevild en zonder kop
worden gezonden en dal ale varkens ge
schrobd moeten zijn.
Minister Guinness antwoordde, dat het
•nmogelijk is door inspectie in Nederland of
Engeland te waarborgen dat de karkassen
zijn van dieren welke mond of klauwzeer
hebben gehad.
De voorwaarde, welke Kennedy noemde,
nl. schrobben en villen en afhakken van den
kop zouden het gevaar niet wegnemen, daar
het wellicht de ontdekking moeilijker zou
maken of de dieren aan mond- en klauw
zeer hebben geleden.
Uit de Kamer af deelbigen.
Het „Gentrum" meldt:
Bij informatie aan een welingelicht adres
Is ons gebleken, dat de afdëelingen dor
Tweede Kamer deze week haar zware
agenda in twee dagen hebben afgewerkt.
De drie voornaamste wetsontwerpen, welke
in het onderzoek betrokken waren te weten
hel Verdrag met België, het Handelsverdrag
met Duitschland en de bekende belasting-
ontwerpen, zijn allesbehalve gunstig ont
vangen.
Naar ons werd meegedeeld, zal vermoe
delijk het Handelsverdrag met Duitschland
wel spoedig door de Kamer worden be
krachtigd ondanks de geleverde crifiek en
de ernstige bezwaren, welke tegen den in
houd bestaan.
Naar de meening van onzen zegsman,
zou echter het Belgisch Verdrag nog zoo
veel tegenstand ontmoeten, dal hel zeer de
vraag is of hpl een meerderheid zal halen.
Een verwerping schijnt lang niet uitge
sloten.
Ook de Belaslingontwerpen, als geheel
bijeengenomen, zullen ingrijpende wijzigin
gen moeten ondergaan om de aanneming
mogelijk te maken. Dit geld speciaal de
weele-verteringsbelasling; en anderzijds de
onvoldoende en onevenredige tegemoet
koming aan de groote gezinnen in de voor
gestelde wijziging der Personcele Belasting.
Bij het ontwerp-wegenbelasting staat het
beter. Hier zijn de bezwaren minder on
overkomelijk en gemakkelijker te onder
vangen, zoodat dit ontwerp een goede kans
maakt.
De volledige tandprothese.
Door mevrouw De VriesBruins zijn aan
den Minister van Arbeid, Handei en Nijver
heid de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat, na de besprekingen
over de uilvoering van de v. ijziging van de
wet, houdende regeling van de voorwaarden
lol verkrijging der afzonderlijke bevoegd
heid tot uitoefening der tandheeikunsl en
van de uiloefening dier kunst, welke op 26
Mei 1.1. in de Kamer hebben plaats gehad,
en de aanneming van de .molie-Beumer als
resultaat daarvan, op welke behandeling is
gevolgd de aankondiging van een wets
ontwerp, dat de strekking zal moeten heb
ben het resultaat van do uitvoering van
bovengenoemde wet te corrigeeren, opnieuw
aan een tandtechn'icus de bevoegdheid is
verleend tol uitoefenen van het volledige
tandprothese als beroep?
2. Zoo ja, is de Minister dan bereid aan
de Kamer mee .te deelen, op welke jonden
aan bedoelden persoon de bevoegdheid is
toegekend, m.a.w. of inderdaad duidelijk is
gebleken, dat hij vóór 10 Juni 1913 de vol
ledige tandprothese als beroep toepaste, en
dat hij een opleiding heeft genoten, die
waarborgt, dat hij bekwaam is voor die
toepassing?
3. Is de Minister verder bereid mèe te
deelen, waarom nopens de aanvragen, die
op 26 Mei 1.1. nog in behandeling waren, de
beslissing niet js uitgesteld lot na de be
handeling van het aangekondigde wets
ontwerp?
De heer Tei Menlen controleur der
Hongaarsche financiën.
Volgens de Tel. is de heer Ier Meulen van
de Amsterdamsche firma Hope en Co., door
den Volkenbond lot controleur der Hon
gaarsche financiörTbenoemd,
Overplaatsingen bij het Leger.
Eerstdaags zal een legerorder verschijnen,
waarbij de Minister van Oorlog bepaalt, dat
het hem noodzakelijk is gebleken in het"
geldelijk belang van het Rijk, een aanvul
lende regeling te treffen nopens overplaat
singen van officieren, onderofficiren en
mindere militairen.
Voorlaan zullen overplaatsingen op ver
zoek alleen mogen worden toegestaan, in
dien daaraan in geen enkel opzicht kosten
voor het Rijk zijn verbonden, nóch aan de
overplaatsing zelve, nóch aan eventueel
daarmede verband houdende overplaatsin
gen.
Overplaatsingen, welke in het belang van
den dienst noodig worden geacht en waar
aan kosten voor het Rijk zijn verbonden,
mogen niet worden gelast, dan nadat te
voren bij een gemotiveerd voorstel waar
hij te vermelden of dé betrokken militair al
dan niet gehuwd is en of een eigen inboedel
moet worden overgebracht daartoe mach
tiging van den minister zal zijn gevraagd en
verkregen.
De ontslagkwestie aan het station te
Roosendaal.
Men meldt uit Roosendaal aan de
„Msbde.":
Naar wij vernemen kreeg de arbeider P.,
bij de Ned. Spoorwegen, die betrokken is
geweest bij de beambtenkwestie aan het
station te Roosendaal, thans bericht van
zijn definitief ontslag, ingaande 17 Juni a.s.
P. was, zooals men zich herinneren zal,
met nog enkele beambten ontslagen en
daarvan in beroep gekomen bij het scheids
gerecht Het scheidsgerecht, onder voorzit
terschap van mr. Heerkens Thijssen uit
Haarlem, had hem en nog enkele anderen,
wederom in dienst doen nemen.
Een paar weken geleden moesten deze
menschen echter opnieuw gehoord worden
(overeenkomstig de bepalingen van het
R. V. D., waarbij daartoe bevoegdheid wordt
verleend) door de commissie van advies,
waarvan thans het resultaat was, dat P.
zonder meer toch weer wel en definitief
ontslagen werd.
Van den uitslag vor de overige betrokke
nen is op heden nog niets bekend.
Alg. Ned. Veieeniging voor Vreemdelingen
verkeer.
Onder voorzitterschap van oud-minister
Treub is gisteren in Paviljoen Riche te
Zandvoort de jaarvergadering gehouden der
algemcene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer. Bij de bespreking v.
het geldelijk beheer over 1925 wees de heer
Kropveld op den slechten financieelen toe
stand der vereeniging en hoopte dat de ge
meenten de helpende hand zouden bieden,
temeer waar de middenstand op liet oogen-
blik weinig doen kan.
Het gevoerde financieele beheer over 1925
werd daarna goedgekeurd.
Jhr. op ten Nöort bepleitte vervolgens na
mens de V. V. V. Utrecht een nauwere sa
menwerking tusschen de plaatselijke ver-
eenigingen, vooral gezien den slechten fi
nancieelen toestand. Spr. verwachtte van
het Hoofdbestuur den opzet eener landelijke
organisatie. Het vraagstuk is niet of de al
gemcene vereeniging de plaatselijke zal sub
sidieeren of omgekeerd, maar veeleer: hoe
scheppen wij een krachtige nationale orga
nisatie, die populair wordt.
De voorzitter betreurde de weinige me
dewerking der Regeering. Uitgaven gedaan
ter bevordering van het vreemdelingenver
keer zijn in het belang der schatkist. Als
de Regeering het werk der A. N. V. V. zelf
zou moeten doen zou het enorme uitgaven
vragen. Soortgelijke kortzichtigheid als.bij
de Regeering bestaat ook bij vele gemeente
besturen. die niet begrijpen dat bet in hun
eigen belang is. de plaatselijke en de alge
mcene verèenigingen te steunen. Deze steun
mag in hun eigen eblang ook verwacht wor
den van middenstanders en Kamers van
Koophandel. Meer dan eenig land ter we
reld, zijn wij eng verbonden met het inter
nationaal verkeer en den wereldhandel. Dat
doet ons de beteekênis van „Vreemdelingen
verkeer" voor ons land terdege beseffen.
Hier wordt een werk van algemeen belang
gedaan, dat dringend op steun mag aan
spraak maken.
De plaatselijke vereenigingen dienen te
beseffen dat steun d«er algemeenen ver
eeniging ook in haar eigen belang is. Nau
we samenwerking is gewenscht, wij kun
nen daartoe echter niet dwingen, wel echter
steeds op het aanbeeld hameren.
Nadat mr. Judell uit Bergen aan Zee een
korte inleiding had gehouden over de Kur-
taxe kwamen verschillende voor- en legen-
standers eener vreemdelingenbelasting aan
het woord.
Tenslotte werd besloten een commissie in
te stellen, welke het vraagstuk der Kurlaxe
zal onderzoeken.
De heer van Deventer hield daarna een
inleiding over de komende Olympische Spe
len.
De voorzitter deelde hierna mede, dat
tot leden van het hoofdbestuur waren ge
kozen de heeren Steffelaar, Ariëns en
Ubachs.
De heer van Deventer deed vervolgens
nog eonige mededeelingen omtrent de werk
zaamheden van het bureau in het afgeloo-
pen jaar. Hierbij wees spr. erop, dat de pro
paganda in Amerika stopgezet zal moeten
worden, als er niet meer steun gebod-en
wordt.
RECLAME.
6838
E£QNQM?E!
Bij een hierop gevolgde discussie zegde de
heer van Deventer in antwoord op een des
betreffende vraag de uitgave toe van een
prachtalbum over Nederland ter gelegen
heid der Olympische Spelen.
AI3 plaats der volgende algemeene ver
gadering werd Deventer aangewezen ter
bevordering van het vreemdelingenverkeer
in hel Oosten.
Nederlandsche Slagershond.
In de voortgezette vergadering diende
de Varkensslachtersvereeniging „Amster
dam" een voorstel in om bij den Minister
aan te dringen op dé tot standkoming der
wet op de winkelsluiting in overeenstem
ming met de Arbeidswet.
Het B B. was van oordeel dat het werk
tijdenbesluit voor winkels ruimer moet zijn
dan voor fabrieken en werkplaatsen en
verklaarde in de«ze diligent te zijn.
,,De Ver. Rotterdamsche Slagers" ver
zocht de bondsvergadering te besluiten het
leerplan voor akopleiding, door deze ver
eeniging voor haren cursus aangenomen,
over te nemen en voor het gehcele land'
beschikbaar te stellen. Het leerplan zal
aan de bondavereenigingen worden toege
zonden en op de volgende bondsvergade
ring een punt van overleg uitmaken.
Dan volgde een voorstel van de „Ver
Amsterdamsche Slagers" om niet deel te
nemen aan 't oprichten van een vereeni
ging voor vakonderwijs, indien dit met
wordt een zaak van de bonden. De com
missie van Overleg concludeerde, dat een
dubbele beantwoording mogelijk is: lo. de
vereeniging uit enkel particuliere perso
nen te doen bestaan, 2o. de vereeniging
enkel te doen bestaan uit de in Nederland
bestaande slagerspatroonsbonden, waarbui
ten alle particuliere personen blijven.
Het bondsbestuur besloot zich te veree
nigen met het sub 2 genoemde.
Het bondsbestuur zal doen wat te berei
ken is omtrent een door „de Ver. Rotterd.
Slagers" gegeven opdracht: maatregelen
in het leven te roepen, waarbij wild en ge
vogelte onder dezelfde keuringsbepalingen
komen te staan als rund- en varkens-
vleesch.
De „Ver. Amsterdamsche Slagers" dien
de een voorstel in om nogmaals bij de re
geering aan te dringen op algeheele cn
spoedige teruggave van afgekeurde runde
ren, zoo ook op soepeler toepassing van de
bepalingen bij verkoop van vleesch op de
vrij bank.
Het proeadvies van het B. B. hierop
luidde, dat de bepalingen bij verkoop van
vleesch op de vrij bank althans voor een ze
kere hoeveelheid aan wets-voorschriften
zijfi gebonden, waarbij veel van de ge
meentebesturen afhangt. De teruggaaf van
den accijns bestaat en het bondsbestuur
achtte zich niet gerechtigd om spoedige
teruggaaf aan de regeering te verzoeken.
De „Utr. Slagérspatroonsver." verzocht
den bond „Vrijbankvlcesch" daar te doen
verkoopen waar het rund waarvan het af
komstig is, geslacht is en buiten noodzaak
het niet naar andere plaatsen te vervoeren.
Het B. B. verklaarde zich bereid de Re
geering te verzoeken te willen overwegen
het z.g. keuringsregulatiof te herzien om
mogelijk minder vleesch voor de vrijbanK
te bestemmen.
De Varkensstaclitersver. „Amsterdam"
wenschte den Minister de vraag lo stellen
wat onder het behalen van een „matige"
winst bij exploitatie van een gemeentelijk
abattoir wordt verstaan en wilde de af dee.
lingen adviseeren op verlaging der abattoir
tarieven aan te dringen.
Het bestuur achtte het wenschelijk deze
zaak plaatselijk to regelen met den steun
van de Kamer van Koophandel.
Op beide voorstellen van de Varkens-
slachtersver. „Amsterdam" om een commis
sie tot verbetering van het varkensras te
vormen en van „De Ver. Rotterd. Slagers"
een subsidie van f 200 aan de varkensfolc-
ver. „Het Zuid-Hollandsch groot „York
shire varkens stamboek" toe te staan, ad
viseerde het B.B. geen nieuwe commissie
te vormen, maar met de oude commissie
ter verbetering van het varkensras te over
leggen voor de beide Hollanden en Utrecht
waartoe werd besloten.
De Dordrechtsche Slagersver. noodigde
het B. B. uit, scherpe actie te voeren tegen
aan hotels, instellingen en particulieren le
verende vleeschwarenfabrikanten.
De afd. Rotterdam meende voet meer
plaatselijk in de afdeelingen tc kunnen be
werken.
Het H.B. verwees hieromtrent naar de
vertrouwelijke circulaire van 1 Mei 1926
door de commissie van Overleg aan bonds-
afdeelingen gezonden.
Het B.B. was op het voorstel der „Ver,
Rotterd. Slagers" om 'n prijsvraag uit te
schrijven hoe de voordeeligste toepassing
van electricitiet in hot winkelbedrijf kan
geschieden, van meening, dat hierin geen
speciaal vakbelang ligt en oordeelde dit
beter plaatselijk te regelen, waartoe werd
besloten. Rotterdam stemde tegen.
Tot 6lot werd de begrooting 1926 vastge
steld.
Hei Corns Rijkers-Fonds,
In de Kroon te den Haag is de dc-rde alge
meene vergadering van leden en begunsti
gers der Vereeniging „Helden der zee-fonds
Dorus Rijkers" gehouden.
De heer Ilenri ter ITal! leidde als voor
zitter en zeide o.m. dat aan honderd men
schen uitkeeringen van f 4 per week konden
worden toegestaan. Hoewel»op verschillende
Door Mrs. C. N. WILLIAMSON
Nederlandsche vertaling van Ada vap Arkel.
27)
Garringlon glimlachte. „Het was mijn
nieuwe speelgoed," zei hij. „U heef! mis
schien wel gehoord, dat zeldzame ju weeten
een zwak van me zijn. Bovendien had ik
half en half beloofd ze aan kapitein Derby
te laten zien, die toevallig gehoord had. dit
de Karovski-diamant te koop zou komen;
en daardoor was het indirect door hem, dat
ik gelegenheid had hem te koopen vóór hij
naar Christie ging."
Sheila rilde even. Achterdochtige m-n-
sclien, die kapitein Derby's liefde voor lady
Viola kenden en him armoede, zouden een
samenzwering kunnen vermoeden, als zij
deze geschiedenis vernamen, voorat als zij
het vervolg er op ook kenden, dat zij wist.
Maar zij was niet van plan, dat iemand dat
vervolg door haar fe weten zou komen.
„Laat u een detective komen?" vroeg zij.
„Ik denk van wel," antwoordde hij.
Maar nu u me zegt. da^u niemand in de
buurt hebt gezien en als lady Viola in h?l
eerst niet bewusteloos was. moet zij het
toch geweien hebben, als er iemand dicht
bij mij was gekomen lk moet eerlijk br-
jkennen, dat het geheim me onoplosbaar
ll»jkt voor iederen detective, die minder knap
6? dan degenen, waar we over in boeken
f, lezen."
*.Ik denk," zei Sheila kalm, „dal de de
tective zijn aandacht zou vestigen op
mij."
„Wal bedoelt u?" riep Carnnglon uit
„Ik bedoel," dal hij het heel waarschijn
lijk zal vinden, dat ik de juweelen gestolen
heb."
„Dat is nonsens," zei Carringlon bijna
boos. „Een man, die u ziet en toch zulk een
veronderstelling maakte, zou direct ontsla
gen worden."
„Dank u." antwoordde Sheila met een
flauwen lach; „misschien zou een knappe
detective wel weten, dat de meeste vrouwen
te laf zijn om zulk een misdaad op klaar
lichten dag te begaan, zelfs a! hadden zij er
lust in. Maar ik zou heusch niet het recht
hebben beleedigd te zijn. ais er een derge
lijk vermoeden in het hoofd van den detec
tive opkwam."
„Als u zulke dingen zegt, zal ik er geen
laten komen en de juweelen. opgeven."
„Neen, neen!" riep het meisje uit. „Ik zal
het een ellendig gevoel vinden, als u niet
aïles in het werk stelt om ze terug te krij
gen. lk wou, dat ik u kon helpen. Ik ^al
zoo hard denken als ik maar kan. Wie weet
of ik geen ingeving krijg!"
„U is er knap genoeg voor, als u er zi'-h
voor zet," zei Garringlon-. dus doe uw best
eens. Natuurlijk blijft alles, wat ik u ge
zegd heb, tusschen ons beiden. Ik wit niet,
dat mijn verlies bekend en in het hotel
besproken wordt. Maar ik behoef dat na
tuurlijk niet te zeggen."
„Neen, ik denk er niet aan orn er met
iemand over te spreken." antwoordde Sheiia.
„En ik zal erg mijn best doen voor die in
geving, hoewol ik vrees, dat er niet veel
kans op is, dat ik een werkelijke helpende
inspiralie zal krijgen. Ala u me niels meer
te vragen hebt. moet ik nu weg gaan. want
lady Elhington heeft gevraagd of ik in haar
kamer kom, en ik laat haar wachton."
„Ik hoop, dat ik u niet geplaagd heb," zei
Carrington; ik zou dan nog veel liever de
juweelen voorgoed missen. Ik zou natuurlijk
graag het mysterie van hun verdwijnen op
lossen en nog liever ze terugkrijgen, als ik
kan; maar als het me niet gelukt, is het
nog niet zoo vreesetijk en het moet u zeker
niet hinderen. Vergeel niet, dat ik u. van
middag mee uit nam om te trachten de
kleur in uw wangen terug te brengen. En
in plaats van u goed (e doen heb ik u op
den weg gegooid, doodde u bijna, schudde
u flink door elkaar en kneusde u bont en
blauw, vrees ik,%al is u te dapper om te
klagen. U ziet dus, dat ik al genoeg ver
antwoordelijkheid .te dragen heb. A!s u nu
nog gaat tobben over dit betrekkelijk kleine
ongeval, dat mij overkomen is. maakt dat
alles nog een boel erger voor me...."
„Dan zal ik niet tobben," glimlachte
Sheila. „Ik zal me flink houden voor de
omgeving. Maar mag ik u nu één vraag
doen: Hoe is het met uw chauffeur? Ver
trouwt u hem geheel?"
Carrington keek verbaasd. „Ik heb hem
altijd oen goed chauffeur gevonden en een
bijzonder knap meehanicien," antwoordde
hij. „Ik heb hem al sedert ik twee jaar
geleden begon auto te rijden. Ik heb nooit
een ernstig ongeluk gehad vóór vandaag."
„Maar'hoe staal het dan met dat wiel?
Hij had toch moeten welen, dat er iels aan
haperde?"
„Hij was al een paar dagen r.iet goed,
een of ander met zijn oogen. Hij z?i me,
toen ik hem bericht zond, dat ik vandaag
den wagen wilde gebruiken, dat hij niet
goed durfde ohiren en of ik het in zijn
plaats wilde doen. Natuurlijk wilde ik dat
ik doe het meestal. Maar ik moet zeg
gen. dat de wi-elen en alles er volkomen
goed uitzag vóór wij weggingen. Ik keek
den auto zelf na. maar ik zie nu in, dal ik
oppervlakkig moet zijn geweest. Juist nu
Laroque niet goed was. had ik alles zorg
vuldiger dan anders moeten nazien; dus ik
vrees, dat ik zelf te laken ben. eer dan de
chauffeur.
„Is hij een Franschman?" vroeg Sheila.
„Een Belg."
„Ik moet nu gaan,'* zei het meisje, dat
niet durfde zeggen, dal de chauffeur mis
schien we! ziekte had voorgewend, als een
voorwendsel om niet mee te gaan, nu hij
wist, dal er een ongeluk zou gebeuren. Ais
de man onschuldig was, zou het wreed rijn
om een onjuiste achterdocht tegen hem bij
zijn meester op te wekken. Als hij schuldig
was en deel had aan een of ander ontzet
tend komplol, dan moest dé detecüve, dien
mr. Carrington zou laten komen, dat maar
uitvinden, want intusschen was er geen
gevaar, dat hij meer kwaad kon stichten,
daar de wagen leelijk beschadigd was en
het verscheidene dagen zou duren vóór hij
weer gebruikt zou kunnen worden.
Het meisje veronderstelde, dat lady
Ethingion haar wilde spreken over het be
ginnen van hel een of ander nieuw dicht
stuk. cn was dus zeer verbaasd een groot
aantal menschen in de zitkamer aan te
treffen.
„Wij willen, da! u ons alles van het on
geluk vertelt," zei lady Ethingtou. „Begin
bij het begin; van het ogenblik, dat u uil
i3 gegaan af."
Er was geen enkele reden waarom Sheila
niet zou gehoorzamen, maar toch had zij
weinig lust om te spreken en als zij zoo
gauw een ir'vlueht had kunnen verzinnen,
zou «ij geweigerd hebben, maar zij was
heel moe en niet zoo vlug mei haar voor
wendsel als zij geweest zou zijn. wanneer
haar vitaliteit niet zoo onderdrukt was ge
weest. Op een vervelende, saaie namer
vertelde zij hoe de automobiel vertrokken
was, hoe mr. Franklin getracht had hen
tegen te houden, en al wal daarna gebeurd
was.
Lady Elhington begon met opgewonden
vragen te doen. maar eindelijk werd zij sti«,
en zag er zóó bleek en boos uit, dat Sheua
zich verwonderd afvroeg of zij soms per
ongeluk iets gezegd had, dat haar gehinderd
had.
De verandering in de manieren van lady
Elhington was door iedereen in het vertreK
opgemerkt en toen Sheila haar verhaal ge
daan had, stonden zij op en gingen één voor
één v/eg. Sheila zou graag ook zijn heen
gegaan, maar lady Elhington legde de hand
op haar arm. „Wacht even.' zei ze. „ik
wil u even alleen 3preken. Daarom heb ik
gedaan of ik moe was; ik wikte ze a"emaal
kwijl zijn. Zeg me nu eens, hoe trad mr.
Franklin op, toen hij op de plek kwam,
waar het ongeluk met den auto gebeurd
was? Scheen Tiij niet bijzonder bezorgd
voor één persoon uit hel gezelschap? Ik
ben daar zekere van door iets, dal u per on
geluk u liet ontvallen. U behoeft niet zoo
koppig te kijkeii, als-of u besloten was niets
meer te zeggen, juffrouw Douglas. Hij l.ééit
geloond, dat hij wanhopig bezorgd was voor
Viola Rayne. daar ben ik van overtuigd."
„U heelt me een week geleden gevraagd,
lady Elhington, of ik dacht dat mr. Franklin
veel om gravin Karovski gaf."
„O, maar dat was vóór hij Viola had
leeren kennen."
(Wordt vervolgd).