Van alles wat.
CORRESPONDENTIE.
leur kwam, weggestuurd zonder haar wat
ie geven. En 't was ook heel onaardig tegen
haar, omdat ik uit mijn humeur was door
iien vervelenden regen juist op Woensdag
middag. En o, moedertje, het spijt mij zoo
heel erg, dat ik het arme meisje zoo boos
van de deur heb verjaagd Want verbeeld u
toch eens, dat zij óók zulk een ellendig le
ven heeft, als „het lucifersmeisje" had.
en..ne.. ook als ik.... in mijn droom0"
„Ja, dat is best mogelijk kind," sprak de
moeder. „Daaraan hadt je waarlijk wel mo
gen denken."
Weer kwamen er tranen in Elly's oogen,
toen moeder zoo sprak. „Nooit, nooit zal ik
v/eer een arm kind van de deur jagen," zei
ze met een snikje. „Neen^ nooit meer,
moesje!"
En Elly hield haar belofte. Ja, ze werd
zelfs zóó mild. dat ze, op een kouden
Nieuwjaarsdag, een arm, klein ventje, dat
met een mannotje liep, een gulden gaf, dien
zij zelfs als Nieuwjaarsgeschenk van haar
moeder had gekregen. En nog dikwijls dacht
ze aan dien vreeselijken droom, vooral op
dagen, dat zij vrouw Plak met haar veters
en lucifers zag loopen. Dan zuchtte Elly en
mompelde: „Verbeeld je toch eens, dat die
bedelvrouw werkelijk mijn moeder was!
Brrr, hoe vreeselijk zou ik dat vinden!
O, wat ben ik toch blij, dat ik mijn eigen
lief moedertje nog heb. Dat ik maar een
„droom-lucifersmeisje" ben geweest!"
TANTE JOH.
Da Reizigster.
Dit spelletje kan zoowel binnen als bui
tenshuis gespeeld worden.
Plaats hiervoor een aantal stoelen één
minder dan er speelsters zijn in twee
rijen op eenigen -afstand tegenover elkaar.
Eéh der speelsters heeft dus geen stoel. Zij
is de reizigster en begint nu te zeggen:
„Ik ga op reis naaren noemt een
aardrijkskundigen naam op als: het' meer
van Genève, Griekenland, den lndischen
Oceaan, de Alpen, Apeldoorn, den Rijn,
enz. enz.
Noemt zij water op, bijv. het meer van
Genève, den lndischen Oceaan, den Rijnk
dan moeten allen opstaan en een stoel aan
den overkant trachten te bemachtigen.
Wie geen stoel veroverd heeft, wordt nu
reizigster en moet dus op haar beurt een
aardrijkskundigen naam opnoemen.
Noemt zij echter een naam, die geen
water beteekent, maar land, een berg of
gebergte, een plaats enz.,zooals Grieken
land, de Alpen, Apeldoorn, dan mag niet
van plaats veranderd worden.
Staat een der speelsters in dat geval toch
op, en komt er dus een stoel vrij, dan is
de reizigster er op uit, de leege stoel te
veroveren en degene, die haar stoel ver
loren heeft, gaat nu reizen.
Eiken keer. dat de reizigster geen stoel
kan bemachtigen en dus reizigster blijft,
moet zij een pand betalen.
Deze panden worden later verbeurd.
Spelletje.
De kinderen staan in een kring, met de
handen op den rug zóó, dat ze gemakkelijk
iets kunnen aanpakken, dat er in wordt
gelegd.
Nu loopt één der kinderen buiten den
kring rond met een bal in de hand. Hij is
de slimme vos en probeert een kippetje uit
den kring te pakken.
Onderwijl zingen de kinderen:
Kippetje, kippetje! keer je niet om.
Sta maar stil en houd je stom!
Buileh sluipt het vosje om.
Zonder dat één van de andere kinderen
het merkt, geeft de vos den bal aan één
van hen in handen en komt nu in den
kring. Degeen, die den bal gekregen heeft,
tikt zijn buurman onmiddellijk oja den
schouder. Deze moet zich nu haasje-rep-je
uit de voelen maken, want wie den bal
heeft, is nu het vosje geworden en moet
'de kip zien te vangen, die door zijn aanval
'op de vlucht is gegaan. Als de kip .haar
'opengebleven plaatsje weer kan innemen,
is zij vrij, maar zij moet den kring min-
Wat fijn is 't toch op 't Noordwijksch strand
te spelen heel den dag,
waar j' in het mulle, warme zand
blootsvoets wel loopen mag.
Hoe leuk te turen in de zee,
of j' er ook scheepjes ziet
roet zeilen bol staand van den wind
heel ver in het verschiet.
Te zoeken naar wat schelpjes fijn,
le graven met je schop
en in de zon te wandelen
met j' allerliefste popi
Haar o, daar komt die stoute Lies,
die altijd plagen moet;
nu dwingt ze weer om Zusje's pop
Zus weet niet, hoe ze moet
s'.ens éénmaal zijn rondgeloopen. Het vosje
loopt nu nog eens rond om een ander vosje-
te roepen door het geven van den bal. Heeft
de kip haar plaatsje echter niet kunnen in
nemen en is zij gepakt door den Vos, dan
moet zij de" rol van vos vervullen.
Wie mij.den brief over de post toezend!,
moet het de volgende week doen naar Haar
lem, Spanjaardslaan, p.a. Baron van Har-
denbroek, want dan logeer ik daar.
Verscheidene kinderen vragen, waarom of
ik in zoo lang niet in Leiden ben geweest,
want dat ik daar nooit over schreef, fk kom
juist -heel dikwijls in Leiden, den laalsten
tijd bijna iedere week eens, maar dan maar
kort even heen en weer op een dag om een
zieke te bezoeken, maar niet om nog andere
bezoekjes te kunnen afleggen.
Och, wat een verzuchtingen'over het weer
van verleden Zondag. Nu ik kan die klach
ten best begrijpen, het was treurig die regen
den ganschen dag; er kon niets komen van
wandelen, fietsen varen. enz..
Laten we maar hopen, dat we nu spoedig
heel mooi zomerweer zullen krijgen.
Jan Wassenaar, bij de brieven mit prijs
raadsels was er een op .wit gelinieerd papier
-in wit couvert net zooals vandaag joifw
Want Moes zegt altijd: „vriendlijfc zijn
„aan and'ren denken éók"
zus wil 't wel, maar't gaat om
haar opp
enLiesje is zoon spookl
Broer kijkt er naar; hij houdt zijn schop
maar veilig op den rug
als Lies d i e pakt, dan krijgt hij hajt
bepaald niet meer terug!
O Liesje, stoute Liesje, zeg,
't was alles hier zoo fijn
waarom moet jij nu toch zoo naa/
en zoo vervelend zijn?
Aan 't strand hier bij de wijde
waait steeds een frissche wind
en stevig schudt hij door elkaar
elk stout, ondeugend kind.
HERMANN.'.
brief; kan het soms, dat de brief, waar toen
geen naam op stond, van jou was? Hadt je
het zoo prettig in Dordrechl, dat de tijd te
gauw omvloog naar je zin? Ja, de Pinksler-
vacanlie is altijd maar heel kort.
Wim en Jannetje Teljeur, een lange, uit
voerige brief, waarvan het begin heel vroo-
lijk jvas, de beschrijving over het feest van
eenige weken geleden, maar de 2de helft
van den brief was minder vroolijk, want
ziek zijn en in bed liggen met pijn en koorts
is alles behalve aangenaam. Zorg maar,
Wim, dat je spoedig heelemaal weer beter
benl, zoodal je weer uil mag. Zoo. heeft
Jaanlje bij Corrie gelogeerd? Dal is aardig.
Liesbeth en Jaap Barnouw. ja zeker zal
ik van le voren waarschuwen als ik van uit
Kloosterzande mei de auto in Aardenburg
zal komen, wees daar gerust op. Jullie moe
ien mij dan ook trouw op de hoogle houden
of je soms uit logeeren gaat. zoodal ik niet
in een lijd zou komen, dat jullie van huls
benl. Ja, die kleine meisjes, waar je over
schrijft, zijn achternichtjes van mij.
Cornells van der Lelie, wat een prachtig
adres op het couvertl Wie heeft die mooie,
groote letters geleekend: heb jij dat gedaan?
of iemand van de huisgenooten?
Piet Nieboer, dus dat raadsel over dien
brief is nu opgelost, het was jamnier
voor je.
Adrie van Dijk. met de Pinksterdagen zijn
er ve^en niet toe kunnen komen oro de raad-
Pas dus maar opspeel prettig mee
of andersga naar huis.
want Lies, fk zeg het je voor 't laatst
dan hoor je hier niet thuis!