Humor uit het Buitenland. Zittende Levenswijze Indrukken van een Neder!, in Perzië. HAAGSCHE BRIEVEN. Wanhopige kindermeid: „O menêer, ik ben baby kwijt geraakt" Dommelige vader: „Wel, mevrouw zal het van je loon moeien aftrekken.* (London Opinion.) Vaderhet voorwerp van z'n dochler's bevlieging besprokend „Wel, voor den drommel, maar hij verdient maar 30 gulden in de week." Dochter (smeekend)„Ja,maar, pappie, een weck is zoo gauw om al6 je werkelijk echt van elkaar houdt." (Punch.) Do man„Foei, wat is er met die sigaren gebeurd Z'n vrouwpWel, lieve, ze ruiken zoo verschrikkelijk en daarom beb ik er wat eau de cologne op gedaan." (London Opinion.) .Vader,'die z'n teen aan een stuk rots stoot: „Wel yerd .Moeder„O, Karei, stil toch. Denk aan de kinderen.*1 Piet„Geef hem maar geen standje, moeder. Ik ben bang dat hij dat woord van mij heeft" (London Opinion.) Huisvrouw, tot overwerkten knecm voor allesEn denk er aan dat je den datum op ieder ei schrijft en den naam van de kip die het gelegd heeft" Knecht„Dan moet ik ontslag vragen, mevrouw. Ik heb bijna alle karweiljee hier opgeknapt, maar om nou ft v<w8" £€-Cret^rie DW- te .worden, daar Das Directeur yon een waterleiding (tot marine hulpkrach ten, hem tijdens de staking toegewezen)pWal zijn Julhe maar met je vieren Weet je wel dat er dertig .van onze mannen noodig zijn om deze zaak aan den gang te honden 1" Stoker, tot z'n maat„Harry, we zijn d'er met éën te yeel gekomen." (Punch.) Schcinman verloor op deze wijze de moge lijkheid zijn ingewikkelde speculaties, die den Ru9sischen staat geweldige bedragen kostten, voort te zeltciv de animositeit, die reeds voordien heelt bestaan tusschen Schcinman en Sokoljnikow, veranderde nu in haat. Schcinman werd sindsdien de ge zworen vijand van Sokoljnikow cn van al zijn helpers-, liet was dus duidelijk, dal vroeger of lateT tot een botsing lusschen die twee moest komen. Sokoljnikow voelde zich toen echter 9terk en trok zich niets van de bedreigingen van Schcinman aan. Wolin werkte iutusschen voort aan het gestelde doel: den tsjcrwonjel? Ie beveili gen. Daarbij werd hij gesteund door zijn chef Sokoljnikow. Daar het werk zich steeds uitbreidde, betrok hij bij de zaak twee zijner vrienden, die nu hun dienst aan den slaat met den dood moesten bekoopen. Wolin ondernam een reis naar West-Europa, waar hij de groote beurs-operaties leidde, die tot een stijging van de waarde der oude Rus sische obligaties leidden. Ook te Amsterdam is hij geen onbekende hij heeft er groote transacties met diamanten afgesloten. Zijn werk werd zeer gewaardeerd en hij werd als een der beste financieele ambtenaren van den sovjet-slaat beschouwd. In Januari vond echter de bekende bot sing van Stalin niet Zinowjew plaats, waar bij deze laatste de nederlaag leed. Zoowel hij zelf als al zijn partijgangers en bondge- noolen werden uit hun ambten ontzet en vielen in ongenade. Ook Sokoljnikow bevond zich onder de overwonnenen. Tot zijn op volger werd Brjoechanow benoemd, maar bet feitelijke hoofd van het departement wcTd Scheinman, die een partijganger van Slalin was. Het bestuur van Schcinman had voor den l'sjerwonjcls slechte gevolgen, hetgeen trou wens te voorzien was. De valuta begon te kelderen en alle pogingen van de sovjet-re geering oni dit proces lot stilstand le bren gen leden schipbreuk. Er ontstond in de hoogste kringen in het Kremlin een paniek. Schcinman besloot gebruik te maken van deze gunstige omstandigheden om zich op Wolin te wreken. Sokoljnikow zelf durfde Jiij niet aan te vallen; daarvoor was de po sitie van den gewezen volkscommissaris van financiën nog te stevig, maar Wolin was wel lo bereiken. Op verzoek van Scheinman werden alle familieleden van Wolin gearresteerd; daarna werd Wolin zelf aangehouden. Iutusschen nam de daling van den tserwonjets een cataslrophaal karakter aan. Om de gemoederen wat te kalmeeren eri de aandacht' van zich af te leiden, liet Schcinman met hulp van de regeering, Wo lin en zijn twee helpers- doodschieten. Wa- Tcn er ecnige bewijzen tegen den ongeluk kige te vinden, dan had men hem natuurlijk voor ccn rechtbank gedaagd en van het pro ces ccn kijkstuk gemaakt, maar het „onder dek" heeft niets kunneü aantoonen, wat legen Wolin zou pleiten (het schijnt, dat deze Wolin een witte raaf was; hij heeft geen vermogen „verworven", hoewel hij er toe in staat was, want hij kon nog meer stolen dan de overige hooge ambtenaren). Toen werd hel drietal door de G. P. OE. „gevonnist" en doodgeschoten Wie die „rechters" ivaren, doelen de botejewiki niet' mede; evenmin publicccrcn zij iets over de „Tcchlzitting". IIcl was dus een gewone bolsjewistische moord. Hierdoor hebben de bolsjewistische Ueiders twee idoc-leindcn bereikt: door de terechtstelling van Wolin en zijn makkere viel een schaduw van verdenking op So koljnikow en bij het volk werd de indruk gewekt, dal de regéering alle speculanten, zelfs indien het haar eigen hooge ambtena ren zijn, straft. Deze moord maakte op dc beure een vreeselijken indruk. De beurslui, die hebben geloofd, in de oprechtheid van de bolsjewistische beloften, dat dc beurstransacties al9 "wettig zullen be schouwd worden, voelen zich nu bedrogen en bedreigd. Iedereen vreest, dat ook hem mr een kogel of dc verbanning naar een kamp dreigt. Dc bolsjewiki willen dus met bloed den koers van den tsjerwonjets steunen. Dat dit een dwaasheid is, dat met moorden een ge- deprecièerde valuta niet volwaardig te ma ken is, begrijpt natuurlijk in Nederland elk een. Dc bolsjewiki zijn echter niet in staat' construe lieven arbeid te leveren, terwijl het doodschieten hun goed bekend is. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. RECLAME. veroorzaakt dikwijls een chronische darm- traagheid. Deze is weg te nemen door I axin-drops, het heerlijk smakend, zacht en zeker werkend laxeermiddel. Per doos 75 cent. 6266 Een antoreis van het Zuiden naar het Noorden. Meslied, Noord-Ferzté, 3 April 1926. Ruim vier maanden heb ik in een plaats gewoond op de grens van drie landen, die in Eiïropa nog maar weinig bekend zijn, n.l. Baluchistan, Perzië en Afghanistan; ongetwijfeld zal het voor lezers in Holland interessant zijn iets over die streken te hoo- ren en,ook over mijn meer dan 1200 K.M. lange reis van Zuid- DaaT Noord-Perzië. De vier maanden, die ik daar doorbracht als forwarding-agent voor een Nederland- sohe Import- en Exportfirma in Meshed, waren vol interessante ervaringen. De plaats zelf, Duzdab, wat letterlijk beteekent: „plaats waar roovers water halen", is ont slaan aan het Westelijk eindpunt van de Britsch-lndische North Western Railway, en als de meeste plaatsen in Oost-Perzië, aan den binnenrand van een groote wocstijnkom, met een middellijn van -K) K.M.. omgeven door kale bergen, die zich van 100 tot 200 Meter boven het midden van de kom verheffen. Het dorp, door de Duzdabineczen vol trots Duzdab-City genoemd, biedt niets be zienswaardigs: een paar breede, zandige stralen, vol diepe kuilen, waaruit het ma teriaal voor den huizenbouw gehaald is, aan weerskanten begrensd door lange grijze muren, opgetrokken uit een mengseP Van modder en kameélemnesl; een paar groote ongeverfde karavanssereideuren of een lage deur verbreken hier en daar de grijze een tonigheid. Alleen de straat, waar de bazaar gehouden wordt, i9 wat levendiger met een 50-tal winkeltjes van langbaardige Siks, een Ilindoesekte, waarvan in -Duzdab te veel aanhangers aanwezig zijn om het een plaats met veel gezelligen omgang te ma ken. De „City" werd een achttal jaren ge leden gesticht, toen de Britten den slrate- gischen spoorweg door Baluchistan verleng den van Nushki naar Duzdab, en den groo- ten weg aanlegden, waarvan de overblijf selen nu nog de eenige verbinding vormen van het Z.O. van Perzië met het Noorden. Toen werd het een vrij belangrijke douane post en vestigden ïich er verscheiden agenten van firma's in het Noorden, om goederen langs dezen nieuwen weg door le zenden. Maar ook kwam er samen het schuim vap Indië. Baluchistan cn Afgha nistan, een keurcoilectic van oplichters, dieven en smokkelaars, waarvan een groot kwantum nog altijd aanwezig is. Tusschen en met dit „vee van Laban" werkte ik van eind November 1925 tot' eind Maart 192G. Toen kwam de welkome over plaatsing. Welkom, want (Zelfs voor een Europeaan, die nog nooit in het Oosten is geweest, verliest een dergelijke plaats, ge legen in een streek, waarvan de ongege neerde naaktheid illusies opwekt van het landschap op de maan en waar de eenige conversatie is met lieden, in wier gezel schap men onwillekeurig telkens voelt of portemonnaie en horloge nog wel aanwezig zijn. al gauw veel van zijn aantrekkelijk heid. Toch was er ook wel veel charmants. IIcl ongewone woestijnland, grootsch in de vlammende zonsondergangen, of geheim zinnig in den jongen nacht, als de maan hoog aan den hemel stond en donkere scha duwen op den zilverlichten woestijngrond teekende, terwijl in de verte het geluid van vele bellen en klokken van een wegtrekkende karavaan langzaam weg stierf, vormde het tegenwicht voor de ver drietige ongezelligheid. Toen ik dan voldoende kennis gemaakt had met de Perzische mentaliteit, de Per zische leefwijze cn het ruime Perzische geweien, kreeg ik beri<^it, mij klaar te ma ken voor de reis naar Meshed. Veel geduld- oefeningen had ik gedurende mijn verblijf in Perzië al moeten meemaken, maar deze laatste „beat them all". Ik <wa9 de eenige passagier, en de auto-ondernemer, die me transporteeren zou, en juist vier nieuwe auto's gekocht had voor Meshed, waar hij thuis hoorde, voelde geen lust om met ëén enkelen passagier de lange reis te beginnen. Dus wachten we op een paar Engelschen en Amerikanen, respectievelijk voor de Missie en liet consulaat te Meshed, wier aankomst al eenigen tijd verwacht werd. Nog had ik niet genoeg van Perzië ge leerd. Ik geloofde den chauffeur, toen hij zei, dat de bewuste Britten met den vol genden trein zou aankomen en dat hij daar over een telegram ontvangen had. In Duz dab werden we twee keer per week onf* haald op de aankomst van een trein, be halve als het erg geregend of gewaaid had, in welk geval een paar weken verliepen. In dien tusschentijd werden eenige Baluehi- stammen bij elkaar geklopt om de afgedre ven stukken van de spoorlijn weer in een meer of minder rechte lijn aan elkaar te •binden). Dus pakte ik mijn koffers en wachtte. De trein kwam a&n, een paar ongure landloopers ploften met hun bagage op het zandige perron, de trein werd omge draaid en schommelde terug, op zijn thuis reis naar Quelta, twee dagen puffen door zand, zand, zand. Een andere trein ver levendigde Duzdab-City met schril gefluit en verdween in de richting, vanwaar hij gekomen was: geen vurig verbeide Britten. De derde machine is het laatst gezien, vol gens oflicieele berichten, in liet midden van Baluchistan. Wat er daarna mee gebeurd is, is in Duzdab nooit bekend geworden. Wat de duistere reden ook geweest mag zijn, die trein heeft Duzdab-City nooit be reikt, en ik geloof stérk, dat ik de ecnige was. die er zich om bekommerde. Toch kwam mijn betrouwbare chauffeur, hoewel van geboorte een Rus, Perzisch onderdaan, me iederen keer alg troost verfcllen, dat hij nu werkelijk een telegram had gekregen, en dat zijn passagiers vast en zeker met den volgenden trein zonden aankomen. De vier de trein bracht niets, evenmin de vijfde. Jk wachtte nu al bijna drie weken met ge pakte koffers. Al vijf keer had ik van mijn kennissen afscheid genomen. Mijn afscheid nemen word een verschijnsel in Duzdab, dat mijn vrienden begon te amuseeren en mij gruwelijk de keel uit te hangen. Eindelijk, na een-en-twintig dagen, kwam op een gezegenden avond mijn Rus weer binnenwandelen. „Iwan," kloeg ik, vertel me alles wat je wilt, maar niet, dat je weer een telegram hebt gekregen, dat kan ik niet meer verdragen. „Mes ster," antwoordde Iwan niet waardigheid. „Morgen heel vroeg werpen wij ons op, den weg. Zc zijn ge komen." Dien laaistcn avond bracht ik door in gezelschap van drie Singaleczen, een Pers, ceu Hindoe en twee Engelseheh. Jk kwam heel laat thuis. Dit lijkt niet erg verstandig, als jc den volgenden morgen Iri9ch wilt zijn voor een reis van minstens vijf dagen over een weg, waarvan de legende gaat, dat hij op som mige plaatsen alleen te herkennen is aan de wrakken van auto's, die er langs liggen. Maar ik hield het geen oogenblik voor mo gelijk, dat we werkelijk 's morgens om 7 uur vertrekken zouden. Verbeeld u dus mijn ergenis, (oen den volgenden morgen een .afschuwelijk scheel Perzisch jong- mensch aan mijn bed verscheen, die me aan mijn verstand probeerde te brengen, dat ik vlug moest zijn, als ik mee wildel Dus heeseh ik me in mijn kleeren, bond mijn bagage aan-de al zwaar overbelaste auto, drukte in der haast een paar dozijn toegestoken handen en wrong mijzelf in de wagen, waarin al een Amerikaanscli dokter met' zijn vrouw en twee kinderen zaten. Zoo begon mijn 1200 K.M. lange wonderlij ke automobiellocht door Oost-Perzië. (Nadruk verboden.) Zouden wij nog ooit een nieuw stadhuis krijgen? Ons eigenlijke stadhui9 is niet grooler dan dat van Gouda, cn is ook mooi en ouderwetsch mooi. Het dient in hoofd zaak, om in te trouwen, een inderdaad be langrijke bezigheid, waarvoor ge aan de achterdeurhet stadhuis binnen moet'. Voor die. trouwerijen is een gemoedelijke klein- steedsche belangstelling, vooral op de dure dagen, want dan staan er een paar honderd mcnschen te gapen naar bet bruidje, dat uit de koets of auto komt. Aan dat stadhuis is een uitwas gebouwd, waar we passen moe ten halen. Er tegenover staat een afgedankt perceel van een modemagazijn, waar ge uw kinderen bij geboorte in laai schrijven en waar het bevolkingsregister i9. Dan is er nog ergens in de stad een afdeeling onder wijs. In de Javastraat is een raadszaal, an dere lokalen zijn over de geheele stad ver deeld. Dus een stadhuis is erg noodig. We lieb- b OU een stadhuis-commissie cn een stad huis-vondst. We hebben een gaarkeuken, waarvan, toen hij gebouwd werd, werd be weerd, dat hij later als bouwloods van het nieuwe stadhuis zou kunnen dienen. En verder hebben we jaren lang in den raad debatten over stadhuisterreinen en stadhuis plannen gehad, en de ruzie is deze week buitengewoon hoog geloopen, zoodat zelfs het oudste en bezadigste lid van den raad, de heer Van Sandick boos werd en lot de orde moest worden geroepen door den bur gemeester, die nog boozer werd, toen er zooveel terecht moest, worden gezet over een stiekem bouwplan van den burgemees ter op weer een ander terrein, de Groen markt, dat al definitief was aangewezen, zoodot je er weer minder wijs uit kon wor den dan vroeger en dat de aangenomes moties tot geen andere conclusie kunnen leiden ,dan dat we weer op een dood punt zijn - aangeland, de trouwlustigen voorlo* pig nog de achterdeur van liet oude huis binnen moeten, de pashalers van de oude Bpnpeteriekeet naar de uitwas zullen wop den gestuurd, je voor de diverse afdeelingen in de stad maar wat moet loopen zoeken, en de raad als voorloopig lournooiveld voor gevechten over stadhuisplannen zijn raadszaal in de Javastraat zal behouden. Inlusschen is er vijftigduizend" guldon be sleed aan ontwerpen. Het nieuwe stadhuis begint nu al duur te worden voor er nog een steentje van ligt. Het is de meest ingewikt kelde kwestie, die onze stad kcnl. Vanwege bet geruzie en de wijdloopigheid in den raad blijft de zaak maar steeds iu liet vage en we zouden er langzamerhand wedden schappen over kunnen gaan houden, waar en wajmeer en of we nog zulten heieven, dat Den Haag, die groote elegante stad met internationale beleekcnis, een waardig stad huis krijgen zal. Het is inderdaad een kwestie, die een ampele bespreking waard is, maar als onze raadslieden, die toch al een beetje lang van stof zijn ampellijk gaan worden, wordt het wanhopig, een ^kwestie van jaren. We vergaderen maar twee en vijftig Maandagen in het jaar, be halve de begrootingsdebaUen. En voor de sladhuiskwestie heeft ieder zoo gemiddeld wel te zeggen, wat een volte vergadering vult, re- en dupliek meegeteld. Komen er nieuwe raadsleden bij, dan hebben die weer wat nieuws en zoo zeilen we doer met den ouden rommel, die onwaardig, is. De een wil 'n Iieel nieuw stadhuis bou wen bij 't Spui. de ander wit den boel af breken bij de Prinsestraat en daar bij de Groenmarkt alles verbouwen. Over den prijs van een cn ander is men het ook niet eens Er is al iets gekocht bij de Groenmarkt, de vraag was nu of dit door den burgemeester gedaan was met het oog op zijn bouwplan, .nadat het terrein bij het Spui al was vast gesteld. Allerlei geheimzinnigheden kwamen ^daarbij aan het licht en de debatten wer en bepaald spitsvondig, maar des te ondui delijker en onvruchtbaarder. Een tweede kwestie, die oiize gemoederen wat verontrust, en die onze burgers meer interesseert dan de stadhuiskwestie( want daarin berust men zoo gaande weg, en wie trouwen wil is al lang tevreden inet de achterdeur van het oude huis) is de kwestie van tram en autobus. We hebben hier de rage van particuliere busonderncminkjes gehad, zooals overal, van de bussen die onivielcY» en in brand vlogen of veronge lukten op andere wijze. Dat was de tijd van de goedkoope houten kasten cn Ford- trucs, die rammelden, waar onverschillige chauffeurs roekeloos mee jakkerden, en waar eenige controle op noodig was. Hie controle 19 scherp geweest en aan misstan den is een einde gemaakt. Een beetje hard handig, maar dat was noodig. Docb er kwam een tweede element bij. De tram hield niet van die bussen, en dat is begrijpelijk. De trekschuit is nooit verliefd op liet stoom bootje geworden, en de diligence is nooit een boezemvriend van den trein geweest. rJ De tram nu staat in een goed blaadje bij do gemeente. De H. T. M. js concessionaris- Bij de busjes naar Rijswijk nu kwam bet al tot een gevecht. De tram wilde het mono polie van vervoer naar Rijswijk hebben of ze daarvoor de capaciteiten bad of niet deed er niet toe. Dat gevecht is ook bloedig ink gestreden. Het heeft lang geduurd. De bus' ondernemers hebben er van alles op welen te vinden, lot coöperaties van zonderlingen aard. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 10