De Markies v. Bardeiys
O. 20294.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 11 Mei
Tweede Blad
Anno 1926.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Is trekking van verschillende crisiswetten.
Verschenen is dc Memorie van Antwoord
-er het wetsontwerp lot intrekking van ver
killende crisiswetten.
nat de wet van 3 Augustus 1914, houdcn-
verbH tot uit- en vervoer van sommige
ikelen een crisiswet is, welke thans zou
kooren te verdwijnen, is niet juist. Het
-twerp dat tol die wet leidde, is ingediend
het óogenblik, waarop aan het uitbreken
den oorlog nog door niemand gedacht
crd.
Een andere vraag is, of de toepassing, die
ans aan deze wet wordt gegeven, en die
rekt om den goeden naam van onze boter
_n j;aas in'het buitenland te handhaven en
irhaive een groot exportbelang tc ttienen,
et de bedoeling der wet in overeenstem-
.ing is. Op het oogenblik is bij de Kamer
anhangig een wetsontwerp, dat het bctrcf-
ende doel wering van den export van
«ter en kaas zonder Rijksmerk meer
hlslreeks beoogt te bereiken. Het zal ze
er gcwenscht zijn, hetzij dat ontwerp, dat
S slaat van wijzen is, spoedig in openbare
ehandeling te nemen, heizij van maatrege-
en. om door een uitvoerverbod den goeden
aam van onze boter en kaas te handhaven,
f le zien. De abnormale wijze, waarop dit
-lang thans gediend wordt, kan inderdaad
tiet onbepaald worden bestendigd.
Aan het onderhavige wetsontwerp wordt
ij nota van wijziging nog toegevoegd: de
et van den 22sten Febr 1917 tot vastslel-
'ng in de tegenwoordige buitengewone om
standigheden van bepalingen in het belang
•an een meer afdoende beteugeling van
okkel handel.
De Pensioenwet.
Op de vragen van het Eerste Kamer-lid
den heer Slingenberg betreffende het afvoe
ren van geneeskundigen van de lijst in zake
geneeskundig onderzoek ingevolge do Pen
sioenwet 1922 antwoordde de Minister van
Financiën
Volgens het thans verlaten slelgel waren
over het geheele land verspreid, tot op de
kJeinsle plaatsen, artsen aangewezen, uit
wie de burgemeesters krachlens art. 76 der
Pensioenwet een keuze hadden te doen.
Daardoor kwamen artsen, die zich nim-
met pensioenaangelegcnheden hadden
eziggehouden, voor moeilijke en ingewik
kelde vraagstukken te staan. Vooral het be
antwoorden van de vraag naar het al of
niet beslaan van een rechtstreeks oorzake
lijk verbond lusschen de gevonden afwijking
en de dienstuitoefening, en het vaststellen
van het invaliditeitspercenlage in zulk een
geval, plaatst den onderzoeker niet zelden
voor groote moeilijkheden. Het oude stelsel
voldeed dan ook niet. Het nieuwe beoogt
.concentratie. De ^reuringen zijn nu opge
dragen aan een zeer beperkt korps deskun
digen, die naar het "óórdeel'Van deri ambts
voorganger van den Minister daarvoor het
nieest in aanmerking kwamen en van wie
ft verwachting wordt gekoesterd, dat zij,
niede doordat hun thans een grooter aantal
onderzoekingen toevloeit, aan de geschetste
moeilijkheden het hoofd zullen bieden.
De Minister kan niet inzien, dat dé maat
regel voor de afgevoerde artsen in lioogc
mate grievend is. In ieder geval is die
maatregel niet als zoodanig bedoeld. Ook een
publieke administratie behoort eenige vrij
heid tc hebbep in de keus van hen, van
wier goede diensten zij gebruik werischt te
maken.
Onder dc thans aangewezen geneeskun
digen is één vrouwelijke arts. Het ligt in het
i voörnemen van den Minister de lijst met
een aantaf vrouwelijke artsen uit te breiden.
Het nieuwe systeem heeft uiteraard tot
gevolg, dat de gelegenheid lot onderzoek tot
de' hoofdplaatsen van het land wordt be
perkt. Dit-nadeel is echter geacht ruim te
zullen worden overtroffen door het voordeel
van de juistere keuring, die het nieuwe stel
sel zal brengen.
Voor het in overleg treden met het hoofd
bestuur der Maatschappij tot bevordering der
Geneeskunst beslaat, naar het den Minister
'voorkomt, op grond van hetgeen boven op
gemerkt is„ geen reden.
Cewestelijke Uitbreidingsplannen.
Het lid der Eerste Kamer, de heer Polak,
heeft tot den Minister van Arbeid, H. en N.
de volgende vraag gericht:
Is Z.Exc. bereid mede te deelen, waarom
in de commissie voor Gewestelijke Uitbrei
dingsplannen wel personen zijn benoemd,
van wij> nimmer gebleken is, dat zij zich
met het door deze commissie te onderzoe
ken vraagstuk ooit hebben beziggehouden,
terwijl daarin geen vertegenwoordigers wer
den benoemd van organisaties als de Ver-
eeniging tot Behoud van Natuurmonumenten
en den bond „Heemschut", en het toch van
groot belang zou geweest zijn, dezulken aan
den arbeid der commissie te doen deel
nemen, vooral met het oog op het behoud
van natuur- en andere schoonheid, dat bij
het vraagstuk der gewestelijke uitbreidings
plannen van zoo groote beteekenis is?
Na den watersnood.
Een klein-comité gevormd uit diet Wa
tersnood-Comité ReeuwijkZwammerdam
houdt zich druk bezig met onder leiding van
den lieer J. Geesink, inspecteur bij het Al
gemeen Watersnood-Comité gevestigd te
Amsterdam, de schadeloosstelling vast te
stellen voor de getroffenen in den onderge-
loopen polder „de Broekvelden en Vetten -
broek".
Als regel is hierbij aangenomen, dat de
uitkeerïngen zullen geschieden naar den
maatstaf van het inkomen, dat de getrof
fene geniet.
Uitgekeerd zal worden bij oen inkomen
van beneden de f 1200 de geheele toege
kende 9chade; bij een inkomen van f1200
lot f 1800 de helft; bij een inkomen-van
T 1800 tot f 2400 het derde deel en_ inkomens
daarboven ontvangen niets. Alleen in zeer
bijzondere gevallen kan boven deze uitkec-
ring nog vergoeding worden gegeven.
Vermoedelijk zullen er vijf nieuwe hui
zen gebouwd worden; de overige zullen ge
repareerd worden.
Geld voor nieuwen opbouw of reparatie
wordt in geen geval in handen der getroffe
nen gegeven.
De positie van het P. T. T.-personeel.
Een onderhoud met
den Minister.»
De heeren Waterberg en Kuiler van den
Ck N. A. B. en v. d. Jagl en Roos, van den
C. B. P. T. Ti, werden gisteren bij den Mi
nister van Waterstaat in audiëntie ontvan
gen ter bespreking van verschillende verbe
teringen in de positie van het postpersoneel,
zulks in verband met de voorgenomen reor
ganisatieplannen.
Vooropgesteld werd de onzekerheid, wel
ke onder het personeel heerscht in verband
met deze reorganisatieplannen. Voor zoover
het lager personeel betreft, werd meer in het
bijzonder de aandacht gevestigd op de ver
klaring door den vorigen Minister op 9 Ja
nuari j.l. afgelegd, dat de. voornemens der
Regeering ten opzichte van het- lager perso
neel van. -meer beteekenis waren, dan de
96 cent verhooging per week door.de vak
verenigingen als voorloopige maatregel be-
pleit. Gewezen werd op bet feit, dat bet
thans reeds weer vier maanden verder
is cn nóg geen enkele tegemoetkoming aan
dit personeel is gedaan. Duidelijk werd aan
getoond, dat de Centrale Commissie van
Overleg, welke de Verhoudingen tusschen
allerlei groepen.van rijksambtenaren regelt,
al reeds het standpunt innam, dat in het
Bezoldigingsbesluit weer een» schaal met
een maximum salaris van f 1800 voor het
beslollerscorps moest worden opgenomen.
Dat daarna bij de besprekingen over de sa
larisregeling voor het P. T. T.-personeel in
de Postale C. v. O. dezelfde uitspraak viel
en dat vervolgens ook de Directeur-Gene
raal het standpunt bleek in le némen, dat
de financieele positie van het lager perso
neel voorziening behoefde. Niettegenstaande
al deze uitspraken schijnt alles op het doode
punt te blijven slaan. Als tweede onder
werp van bespreking werd gewezen op dc
onjuiste verhouding lusschen assistenten,
conducteurs le klasse en niet lo klasse. In
hot bijzonder werd de aandacht van den
Minister gevestigd op het feit. dat beide'
groepen denzelfden dienst verrichten en in
dienst rouleeren on dat dus een salaris
verschil van f400 in geen enkel opzicht is
gerechtvaardigd-. Bepleit werd, evenals zulks
voor commiezen en hoofdcommiezen is in
gevoerd, ook^voor assistenten en conduc
teurs te bepalen, dat deze na 12 dienstjaren
als zoodanig en bij gebleken geschiktheid in
den rang van le klasse zullen overgaan.
Aangedrongen werd verder op de invoering
van de gewijzigde Rangbevorderingsrege-
ling voor hot lager personeel van den
technischen dienst. In het bijzonder werd
de aandacht van den Minister gevestigd op
de hardnekkige geruchte», volgens welke
vast zou staan, dat het voorgestelde plan
slechts" gedeeltelijk tot uitvoering zal ko
men. Aangedrongen werd op ongewijzigde
invoering van het oorspronkelijk voorstel,
waaronder dus mede nadrukkelijk is. be
grepen, de bevordering, van monteurs^ en
instrumentmakers 2e klasse na 15 dienst
jaren tot le klasse.
De Minister verzocht de delegatie een
schriftelijke formuleering te mogen ontvan
gen van dc naar voren gebrachte punten,
ten einde zich een volledig oordeel over
deze aangelegenheid te kunnen vormen.
De N. Z. H. T. M.
Men schrijft aan het ,,Haarl. Dagbl.":
Op de in de maand October van het
vorig jaar gehouden conferentie tusschen
de directie der N.Z.H.TJÜ-. en de erkende
organisatiesvan werknemers werd door
het hoofdbestuur der Ned. Vereen, van
Spoor- en Tramwegpersoneel ter sprake
gebracht een aantal dodr de leden inge
diende verzoeken ten opzichte van de va-
cantieregeling. Naar aanleiding hiervan is
thans van de directie bij de organisaties
het hieronder volgend antwoord ingeko
men hetwelk behelst een prc-ef te nemen
met een nieuWé regeling. De brief' luidt
aldus:
,,In verband met de gehouden bespre
kingen en gedane voorstellen" ter confe
rentie van 10 November 1925 omtrent het
punt verlofregeling rijdend personeel dee
len wij u het volgende mede
Ter zake gemaakte nauwkeurige bere
keningen, hebben aangetoond, dat ter te
gemoetkoming aan het gedaan verzoek een
regeling kan getroffen worden welke even
wel, gepaard .zou moeten gaan:
a. met aanstelling van meerdere z.g.n.
Zondagsoondiicteurs en
b. met daaruit voortvloeiende meerdere
uitgave voor de Maatschappij.
Wij zijn niettemin bereid bij'wijze van
proef voor 1926 dc n.v.g. regeling toe te
passen.
le. aan ieder lid van-het personeel in
aanmerking kooiende voor het periodiek
genieten van een z.g.n. „kringetjes-Zon
dag" zullen behoudens het hierna on
der 3e bepaalde eens per jaar op aanvraag
worden toegekend 3 verlofdagen eri wel
tuasclien een vrijen Woensdag en den on
middellijk daarop volgenden kringetjes-
Zondag.
2e. deze. topken'ning zal bèurfélings ge-
échieden resp. in de peinocTcji van 15 Mei
r- 15 Juni en 15 Juli 15 September., met
dien verstande, dat wie bedoeld verlóf ge
durende het eene;kalenderjaar in hef eer
ste gedeelte dier periode heeftgenoten,
daarvoor in het opvolgend kalenderjaar in
het tweede gedeelte -van die periode in
aanmerking komt;
3e. deze regeling zal In heb complex
Haarlem, alwaar over voldoende Zondags-
personeel wordt beschikt behoudens on
voorziene omstandigheden voor alge-
heele uitvoering vatbaar zijn, doch ten op
zichte van het complex Leidon moet wor
den voorbehouden, t niet steeds aan elke
aanvrage zal kunnen worden voldaan, aan
gezien het beschikbare getal Zondagsper-
soneel, aldaar niet groot is; evenwel zal
naar de noodige uitbreiding van hun aan
tal worden gestreefd,
Klerken bij de rijksbelasting.
De Ambtenaar deelt medé, dat de nieuwe
salarisregeling der paVticullere klerken bij
de rijksbelastingen er als volgt uitziet: op
15-jarigen leeftijd in le kl.'gemeenten'f 240,
in de overige gemeenten f228; op 16'jarigen
leeftijd resp. f 360 en f245; 17 jaar, resp.
f480 en f462 18 jaar resp. f 630 en (600
19 jaar resp. f 780 en f750; 20 jaar resp.
f 900 en f864. Bij het bereiken van den
22-jarigen leeftijd wordt, indien minstens
3 jaren dienst is gedaan als particulier
klerk eon verhooging toegekend van resp.
f 100 en f 96, met dien verstande, dat deze
verhooging slechts wordt genoten gedurende
den tijd. dat belanghebbende niet in aan
merking kan komen voor een benoeming tot
rijksklerk.
De kindertoelage wordt verhoogd lol f 60.
Alles hoeft terugwerkende kracht tot
1 Januari 1925, met uitzondering van de
kindertoelage, die vanaf 1 Juli 1925 geldt.
Zij, die op 31 December 1926 reeds een
hooger inkomen hadden, zullen dit be
houden.
St Michaëlclubs.
Zaterdag is te Utrecht een vergadering
gehouden van St. Miohaëlolubs, welke ver
gadering bijeengeroepen was door de Haag
sche club cn onder leiding stond van den
heer M, A. Ooms, bestuurslid dor Haagschö
club.
Omtrent deze vergadering wordt het
volgende -gemeld
Aanwezig waren een zestigtal afgevaar
digden, vertegenwoordigende een groot
aantal clubs uit alle deelen des lands. Te
vens waren aanwezig de leden der Tweede
Kamer, dr. H. W. Mollcr en prof. dr.
J. A. Veraart.
Van verschillende clubs, wier vertegen
woordigers niet aanwezig konden zijn wa
ren bewijzen van instemming met het hou
den dezer vergadering binnengekomen.
In zijn openingswoord stelde de heer
Ooms vast, dat deze vergadering gehouden
zou worden in een sfeer van onderling
vertrouwen, en dat alles wat niet een za
kelijk karakter had, moest worden verme
den.
Na uitvoerige besprekingen werd beslo
ten, dat het aanvankelijk bedoeld huishou.
delijk karakter van deze vergadering zou
worden gehandhaafd.
Hierna hield prof. Veraart een uitvoe
rige inleiding, waarin bij, verdedigde de be
palingen, waartoe de Reorganisatie-com
missie na langdurig en loyaal overleg was
gekomen, terwijl hij tovens verschillende
mogelijkheden aangaf, waardoor aan de ge
rechtvaardigde verlangens in de vergade
ringen der kiesvereenigingen en Michaëi
clubs en door andere openbare uitingen
van ^openbaarmaking van het rapport als
nog kan worden tegemoet gekomen.
Hierna had een langdurige discussie
plaats, waaraan een groot aantal afgevaar
digden deelnaita- In deze discussie bleek,
dat ten aanzien van een aantal punten
het rapport geenszins bevrediging kon
brengen. De vergadering besloot tenslotte
eenstemmig de volgende besluiten ter ken
nis tc brengen van de reorganisatiecom
missie.
Vooreerst vereónigde zich de vergade
ring met de volgende motie
De gezamenlijke clubs St Michael, in
vergadering bijeen te Utrecht op Zater
dag 8 Mei 1926,
overwegende, dat de aan de orde zijnde
reorganisatie der R.-K. Staatspartij zonder
berziéning van het kiesreglement onvollè-
dig is
overwegende, dat aan een nieuwe com
missie door het bondsbestuur opdracht is
gegeven tot het indienen van een ontwerp
tot herziening van het kiesreglement;
besluit, dat over de aanhangige reorga
nisatievoorstellen slechts een beslissing
kon worden genomen onder dit voorbehoud,
dat zij zich niet in staat erkennen een
definitief oordeel uit te spreken en aan
haar voorstellen 9b amendementen dus
slechts een voorloopig karakter toekennen,
zich een eindoordeel voorbehoudende tot
na do totstandkoming en aanvaarding door
den partijraad van de vorenbedoelde voor
stellen tot herziening \^an het kiesregle
ment."
Vervolgens besloot de vergadering aan
de oommissie voor te stellen aan het ont-
worpreglemcnt een axtïkel 28 toe te voe
gen, luidende aldus: „art. 4, derde en vijfde
lid cn art. 9, derde lid treden niet. eerder
in werking, dan nadat het. in art. 21 be
doelde Reglement door den in art. 11
bedoelden Partijraad is goedgekeurd."
Eenstemmig besloot de vergadering, voor
te stellen, dat uit het onlwerp de Bondsver
gadering geheel zou vervallen, zoodat al
leen van den Partijraad sprake zou zijn,
Wat de samenstelling van den Partijraad
betreft, besloot de vergadering voor te stel
len, dat onder de adviseerende leden ook
vertegenwoordigers der sociale organisaties
zouden worden opgenomen, naast behoud
van de adviseerende leden uit den Iloogen
Raad van Arbeid.
Evenredig en direct kiesrecht voor den
Partijraad achtte men na rijp beraad prac-
tisch niet wel uitvoerbaar.
Wel meende Qpcn le moeten voorstellen
dat de Reglementen der Rijkskioskringorga-
nisatics waarborgen moeten bevatten dat
een veelzijdige samenstelling van het stem
gerechtigd deel van den Partijraad verze
kerd is.
Men meende dat door art. 27 van het ont
werp het onderwerp „Studieclubs" onvol
doende is geregeld. Naar de meening van de
vergadering moet in het reglement een af
zonderlijk hoofdstuk aan Studieclubs wor
den gewijd. De volgende redactie van een
nieuw artikel, waardoor art. 27 vervalt,
werd voorgesteld:
„Leden der R.-K. Staatspartij kunnen ge-
meéntelijke studieclubs vormen. De regle
menten dezer studieclubs moeten worden
goedgekeurd, indien zij aan de volgende
voorwaarden voldoen:
le. dat ieder lid der betrokken gemeente-
li jko kiesvereeniging, die daartoe het ver
langen le kennen geeft, als lid der studie
club-wordt toegelaten;
2e- dat in de studieclub slechts- porsonen
worden toegelaten, die lid zijn van de be
trokken gemeentelijke Kiesvereniging;
3e. dat het algemeen doel der studieclub
geen ander zij dan studie.
4e. dat de studieclub slechts worde aan
geduid met het bijzonder studiedoel, waar
toe zij werd opgericht, en lasfc-den naam
van de betrokken gemeentelijke kiesver
eeniging;
5e. dat een door het bestuur, van de be
trokken gemeentelijke kiesvereniging uit
zijn midden aan le wijzen lid in de club
zitting hebben met adviseerende stem en
bevoogd zijn alle vergaderingen van de club
en van haar bestuur bij te wonen;
6e dat de club werke onder een regle
ment en dal dit reglement overeenkomstig
het bepaalde in art. 4. lid 5, worde goed
gekeurd
„Leden der R.-K. Staatspartij, ia wier ge
meente geen studieclub bestaat met het bij
zónder studiedoel, door deze leden ge-
wcnscht. kunnen zich aansluiten bij een
studieclub met het door hen gewenschte slu-
diodoel'in een andere gemeente."
Hierna sprak dc vergadering haar teleur
stelling uit over de mol ie van wantrouwen,
door de studieclub in Nijmegen tegen prof.
Veraart en den heer Bon aangenomen.. Had
men reden om door het resultaat der Rpor-
ganisatie-Commissie niet bevredigd, te zijn,
ïpon had niet het recht om het vertrouwen
op te zeggen. Anderzijds betreurde men. dat
prof. .Veraart naar aanleiding, van deze mo
tie zoo sqherp had gereageerd. Men hoopte,
dat noch het een noch het ander zich ip de
tóekomst weer zou voordoen. Onder dave
rend applaus reikte de vertegenwoordiger
van Nijmegen prof. Veraart thans de hand.
Eindelijk drukte dó vergadering den
wehsch uit, dat hei bestuur der R.K. Staats
partij, als leiding van de natuurlijke poli
tieke vertegenwoordiging van het Roomsche
Volk in Nederland, wanneer 5n door een
goéde 'reorganisatie èn door één goed kies
reglement volle bevrediging binnen de Partij
is verkregen, zelfstandig het initiatief zal
nemen voor het terugwinnen van de poli
tiek afgescheiden katholieke groepen, met
name de Volkspartij.
Tenslotte werd aan een Commissie, be
staande uil de hoeren G. T*h. Janssen. M. A*
Ooms. Ferd. B. G. W. Spit, prof. dr. J. A.
Veraart en Max Zomerdijk, de redactie van
het communiqué' en het verzenden der voor
stellen aan de Commissie opgedragen. De
vergadering, die zich door een voorlreffe-
lijken geest kenmerkte, werd te ruim zeven
uur gesloten.
Nederland en de strijd in Engeland.
In de, vergadering, welke het bestuur van
de Internationale Transportarbeiders Fede
ratie Zaterdag te Ostende heeft gehouden,
konden, in verband met visum-moeilijkhe
den, de Duitsche haven- en transportarbei
ders niet aanwezig zijn. Uit een mededee-
ling van het bureau van het I.T.F. blijkt,
Naar het Engelsch van
RAFAëL SABATINL
55)
„Maar de loop van het gerecht kan niet
leiden tot den beul in het geval van den vi-
CiJipte de Lavédan", sprak ik met een plot
selinge vleug van hoop.
„Waarom niet?" Hij zag mij aan met
2,jn ernstige óogen.
„Omdat hij geen werkzaam aandeel heeft
genomen aan den opstand. Indien hij een
VeJ"rader was, dan was hij alleen een ver-
ja;jer in zijn hart en zoo lang een man geen
eiteüjke misdaad begaat ia hij niet straf
bar, Zijn vrouw heeft zijn misdaad geo
penbaard; maar het zou onbillijk zijn hem
henzeer le straffen als ge hen straft die de
waPenen tegen u opnamen, sire".
„Ach!" zei hij peinzend. „Welnu, wal nog
ineer?"
genoeg, sire?" riep ik uit.
ijn hart bonsde, mijn polsen klopten luide
jjjjj. sPanning van dat machtige oogeji-
ïnvP koog het hoofd, doopte zijn pen in den
*?n begon ie schrijven.
straf. wenschl ge dal ik hem
vroeg hij al schrijvende. „Komaan,
'hem i ,.M00r^ee' mij eerlijk en beoordeel
deeh r i~"T want zooals je hem beoor-
henf' °C °°k i°u behandelen door
&nhebje^e ^leek werd van opgewon-
„Men kan hem tot ballingschap veroor-
deelen sire dat is een gewone straf in ge
vallen van verraad dat niet voldoende be
wezen is om met den dood te straffen".
„Ja", Hij schreef steeds door. „Balling
schap, voor hoe lang. Marcel? Levens
lang?"
„Neen sire, dat is le lang".
„Zoolang ik leef dan?"
„Dat is ook te lang".
Hij sloeg de oogen op en glimlachte.
„Zoo? Word je profetisch? Nu voor lioe
lang dan? Komaan man".
,.lk zou denken, vijf jaar
„Dys vijf jaar. Zeg niets meer".
Hij schreef eenige oogenblikken door, toen
nam hij het zandkokertje op en bestrooide
het papier.
„Daar!" riep hij terwijl hij het mij over
reikte. „Daar is mijn volmacht om over het
lot te beschikken van mijnheer de vicomte
van Lavédan. Hij zal voor vijf jaar verban
nen worden, maar op zijn bezittingen wordt
geen beslag gelegd en na verloop van dien
tijd kan hij terugkeeren en er opnieuw van
genieten wij hopen met meer trouw aan
den koning dan tot nu toe. Laat dit vonnis
dadelijk ten uitvoer gebracht worden en
zorg dal de vicomte nog heden onder ge
leide naar Spanje vertrekt. Het zal ook uw
volmacht wezen bij mademoiselle de Lavé
dan en een bewijs leveren dat uw poging
gelukt is".
„Sire!" riep ik uit. En in mijn dankbaar
heid kon ik geen woord meer uiten, maar
ik viel op de knieën en bracht zijn hand
aan mijn lippen.
„Komaan", zei hij met iels vaderlijks in
zijn slem. „Ga nu heen en wees gelukkig".
Toen ik opstond hief hij plotseling de
hand op.
„Op mijn woord, ik heb waarlijk iels ver
geten, zoozeer waren wij vervuld van mon
sieur de Lavédaps lot". Hij nam een ander
papier van de tafel op en wierp het mij toe.
Het was mijn geschrift aan Ohatellerault
waarin ik hem mijn bezittingen in Ticardië
vermaakte.
„Ghatellerault is vanmorgen gestorven",
ging de. koning voort. „Hij had naar je ge
vraagd. rnaar toen hij hoordé dat je Toulouse
verlaten had, dicteerde hij een lange beken
tenis van zijn m'isdaden, welke hij mij liet
zenden met dezen brief van jou. Mij kon
zijn erfgenamen niet veroorloven in Jiet be-_
zit ie geraken van - je landgoederen; hij had
ze niet gewonnen; hij had eigenlijk zijn
eigen inzet verbeurd, daar hij de bepalingen
van de weddenschap verbroken had. Hij
liet het aan mij over een oordeel uit toespre
ken omtrent zijn eigen landerijen. Wat zegt
ge daarvan, Marcel?"
Het was bijna met weerzip dal ik dal stuk
papier opnam. Het was zulk een schoone
en heldhaftige daad geweest^nijn rijkdom ter
wille van mijn liefde op té geven dat ik
waarlijk ongaarne meer zon bezitten dan
Beaugency. Maar ik bedacht er wat op.
„Die weddenschap, sire, is waarlijk Iels
waarvoor ik mij schaam; die schaamte
maakle dat ik verlangde den prijs te beta
len, ofschoon ik mij ten volle bewust was
hem niet verloren te hebben. Maar nu zelfs
kan ik in geen geval de boete aannemen die
Chalellerault bereid was te-betalen. Zullen
we zullen wij vergeten dat er ooit een
weddenschap is aangegaan?"
„Dat besluit doet. je eer aan. Ik had hel
zeker van je verwacht. Ga nu heen, Marcel.
Ik twijfel er niet aan of je verlangt er vurig
naar. Als je verliefdheidziekte een beelie be
gint té verminderen, dan liopén' wij jè weer
le zien aan hel hof".
Ik zuchtte.
„Helaas, sirc, dal zou zijn nooit".
„Dal heb je wel eens meer gezegd, mijn
heer. Het i9 een dwaze stemming waarmee
je het huwelijksbootje instapt en toch
zooals zooveel dwaasheden een mooie.
Vaarwel, Marcel
„Vaarwel, sire!"
Ik had hem de hand gekust, ik had mijn
hartelijken dank betuigd, ik was reeds bij
de deur en wilde mij omdraaien en naar La
Fosse gaan, toen ik bedacht de volmacht
nog eens in (e zien die de koning mij gege-
vem had. Hij merkte dit op.
„rs er iels niet in orde?" vroeg hij.
„U u heeft iets vergelen, sire", waagde
ik op te merken en keerde naar de tafel
terug. „Ik ben reeds zoo dankbaar dat ik
aarzel u nog een gunst te vragen. Maar het
is alleen maar een paar ^voorden er bij te
voegen en de zin behoefl eT niet om ver
anderd le worden".
Ilij keek mij aan en fronste de wenkbrau
wen alsof hij trachtte mijn bedoeling te be
grijpen*
„Welnu, man, wat is het?" vroeg hij wat
ongeduldig.
Het kwam bij mij op dat die arme vicomte,
in een vreemd land, alleen, met vreemde
gezichten om zich heen. terwijl hij de ge
liefde personen die hij dagelijks bij zich
had. miste, zich droevig eenzaam zal
voelen".
De koning keek m«j plolseling aan.
„Moet ik zijn familie dan ook in balling
schap zenden?"
„Allen zal niet Doodig zijn, uw majesteit".
Opeens was de droefgeestige uitdrukking
uil zijn oogen verdwenen en hij barstte in
een hartelijken lach uit zooals ik zelden ge
hoord had van dien armen, vermoeiden
man.
„Hemelt wat een grappenmaker ben jij t
Ach, ach! wat zal ik je missen!" riep hij uit
en hij greep zijn pen en voegde er de woor
den bij die ik verlangde.
„Ben je nu eindelijk tevreden?" vroeg hij,
terwijl hij mij het papier terug gaf.
Ik keek het in. De volmacht behelsde nu.
dat madame la vicomtesse de Lavédan haar
echtgenoot gezelschap moest houcfen in zijn
ballingschap.
„Sire, u is te goed", mompelde ik.
.„Zeg aan de beambte aan wien ge de uit
voering van dit bevel toevertrouwd, dat hij
die dame zat viQden in de wachtkamer be
neden, waar zij op mijn bevel haar toe ge
bracht is. Had zij geweien, dat het een bevel
van u was waarop zij wachtte, dan zou ik
beven voor je toekomst, wanneer de vijf
jaren verst;cken zijn".
HOOFDSTUK XXH.
Afzadelen.
Mademoiselle had het koninklijk bevel
schrift van haar vaders verbanning in de
hand. Zij zag.bleek en bad rnij bedeesd be
groet. Ik stond voor haar. Rodcnard, dien ik
verzocht had met mij mee le gaan, stond bij
de deur.
Toen ik dien dag Lavédan naderde, had
ik een overweldigend gevoel van schaamte
gehad over de overeenkomst die ik gesloten
had Ik had nagedacht en begrepen, dal zij
gelijk had toen zij mij te kennen gaf, dat op
het gebied van liefde wat niet vrijwillig ge
geven wordt, niet aangenomen mag worden.
En uit dat gevoel van schaamte en die ge
volgtrekking was een nieuw besluit te voor
schijn gekomen. (Slot volgt).