De 3-October-V ereeniging te Leiden 40 jaar. De Markies v. Bardeiys No. 20288. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 Mei Tweede Blad Anno 1926. Een overzicht van wat er in deze 40 jaar gebeurde. FEUILLETON. BINNENLAND. ii. Een opwekking lol feestviering kwam voor in de Leidsche Courant van Maandag i Oclober, van den volgenden inhoud: „Op. op lei* (eeste. Ingezetenen van Ley- (Jen! Het Jubel, over den moed, de stand- vaslighcid en de heilige trouw uwer Vade ren in den strijd tegen de misdadige dwing- landij van Spanje is aangebroken. Op. op, ter fceste en openlijk, getoond, dat gij Ne derlanders zijt, waardig het genot der Vrij heid, waarvoor onze Vaderen moedig ge streden en goéd en bloed opgeofferd hebben. Heilig was en is II da jaarlijkschc dankdag voor Leydens onlzel in den jare 107i eu sou dan het hveehonderdvijttig jarig Jubel u niet hoogst belangrijk zijn? De volharding in dien strijd, de zegepraal van Leyden was de zegepraal van geheel Nederland. Maar waartoe aanmoediging? Hebt gij niel reeds, op den eigen verjaardag van liet Ontzei uwer stad. hebt gij niet reeds gisteren de doorslaande bewijzen gegeven, dat gij nog niet van het edel bloed Uwer doorluchtige Vaderen ontaard, dat gij nog waardig zijt idea grond te bewonen, waarop zij denjhard- sten dood tartten, waarop zij voor uwe vrij- 1 heid streden. Uwe tempelgebouwen waren ontsloten opgepropt met een Godsdienstige schare en, voorgegaan door uwe waardige Leeraren, storttet gij uwe dankzeggingen uit tot verheerlijking des Allcrhoogstcn, zongl gij. in gepaste lofzangen Zijne eer in de uit redding dor beangste stad en jubelde! gij Zoo voor Zijn aangezigte in zijne heilig dommen. Vrolijk breke het Jubel aan. Op. op ter feest'1, Levdenarcn, dat de vreemdelingen, die Uwe Stad bezoeken, zich van uwe op- reglc deelneming overtuigen en in uwe yreugde stemmen. Welkom zij u dezen dag!. Prijke hij in de geschiedenis van uwe stad, la. in de jaarboeken van Nederland met pnuitwisclibarc letteren en worde uw jubel feest in dierbare erkentcnissc overgebragt bij een dankbaar nageslacht, gelijk wij ons ïiog verlustigen in de jubelfeesten cn jubel zangen onzer Voorvaders!" „Wie loont dor Vadren moed bij het verslaan van Spanje? [Wie roemt der Vadren trouw, die onbeneveld scheen? Wie loont een Van der Wcrff, een Douza cn Oranje, Wie, dan een dankbaar kroost, op 't jubel feest alleen?" Diezelfde oproep, met een kleine wijzi ging. zou elk jaar lot de Leidenaars gericht kunnen worden. Dat nummer der Leidsche Courant was yoor een groot deel aan. de fpeslviering gc-' .wijd. 'I Prijkte o.n. ook met 'l volgende VOLKSLIED Wijze: Lap ze maar, enz. Leyden, pronk van al dc sleden In het schoon Hollapdia, Wijdt den blijden dag van heden Aan don Vadren gloria ■.Laai zo maar, laat ze maar. laat zo maar praten, Leyden viert 's Lands zegepraal. 1 Leydens moed zul eeuwig prijken Schitteren vol van gratia. Zoo in de Almanaks Kronijken Als in 's Lands Ilisforia. Van der Does zal aan ons leeren Hoe dat toen concordia Nederland deed triomferen Over Fjlips superbia. Van der Werff loont, hoe dc Vadren Wonnen door constantia. Toen de muitzucht hem dorst nad'reo Weck zij voor zijn lingua. Naar het Engelsch van RAFAëL SABATINL ..Neen, neen, een moord zouden ze nooit hebben begaan". „Misschien niet, maar toen kon ik daar toog niet zoo zeker van zijn. De meeste menschen in den toestand van uw vader zouden mij om het leven gebracht hebben. 'Ach mademoiselle, hebt ge daar geen bewij zen genoeg van? Gelooft ge mij nu?" »la, mijnheer", antwoordde zij eenvou dig, „ja, ik geiool u". „Kunt u dan niet gelooven in de oprecht heid van mijn liefde?" 2ij gaf geen antwoord. Zij wendde haar Sczichl af, maar uil haar stilzwijgen putte ik moed. Ik kwam dicht bij haar. En legde *jn<jn hand op den rug van haar stoel en mij haar overbuigende, sprak ik met een uiarls loc hiel ij ken gloed, die hel hart van iedere vrouw dï? mij niet haatte, zou doen smelten. „Mademoiselle, ik ben een arm man", zei Jk eindelijk. „Ik oen niet langer dien luis- Acrrijken edelman, wiens rijkdom en pracht spreekwoordelijk waren. Toch ben ik geen ulpbehoevend edelman, ik heb een kleine czuting in Beaygency een plekje waar <ic-n gelukkig kan zijn. mademoiselle. Parijs /•f» rn!^v?'e' neerzien. Ik ga vreedzaam, in wonen Ie Beaugency en. als ge 'irnij nacegmi. ZOo gelukkig a's ik in mijn Leydens roem geeft ons Ic lezen, Dat, hoe 't ook op aarde ga: Altijd onze leus moet wezen: Deus. Rex et Patria. Laat nu blijd' .hel: Io! klinken. Jubelt nu: Victoria! Eer zal gansch Heolal verzinken, Dan dat Leydens roem verga! Laat ze maar. enz. Waar bovendien in dalzelfde jaar van den „Edel Achtbaren Raad dezer Stad" een vereerende uitnoodiging aan de Studenten was gezonden om ook nu weder ..het hunne toe le brengen lol het plegtig en luisterrijk vieren van de heugelijke gebeurtenis", waar aan met <to meeste bereidwilligheid werd voldaan, blijkt daaruit, dat dc feestviering weer in eere was hersteld. En nu, na de oprichting der 3-Oct.-Vcr. op 13 Mei 1886 zou de a s. feestdag van bij zondere beleekcnis worden. Twee maanden na de 1ste algemeene vergadering hadden zich reeds 1060 personen als lid aangemeld. Bovendien was door den Burgemeester hot uitzicht geopend op een vermoedelijk ge meente-subsidie van 400 gld. en dat boven dien de gelden, die de Gemeenteraad ge woonlijk voor den 3dcn Oclober toestaat, n.l. voor uitsteken van vlaggen, camllon- bespeling, muziekuitvoeringen enz. zullen besteed worden, zoodat ook die som feitelijk de vereeniging ten goede zal komen. Waar dc 3-Ocl.-Ver. een bij uitstek Leid sche vereeniging is, lag het voor dc hand. dat bij 't Bestuur bij de oprichting reeds 't denkbeeld gerezen was. het Eere-Voor- ziüerschap der vereeniging op te dragen aan den heer L. M. De Laat de Kanter. Burgemeester van Leiden. Dit voorstel werd op dc Algemeene Vergadering van 16 Juli 1886 onder levendige toejuiching aangeno men, waarna de heeren Van Reencn, Knut tel en Driessen zich in commissie per rij tuig naar het woonhuis van dén heer de Kanier begaven, om hem het besluit der vergadering mede te deelen en bij aanvaar ding van liet Eere-Voorzitterschap uit te noodigen, de vergadering met zijn tegen woordigheid te komen verblijden. Kort daarna kwam de Burgemeester met do hem binnenleidende commissie binnen en werd met een warm woord van welkom toege sproken door den voorzitter, die hem daarop den voorzittershamer overhandigde. De Burgemeester beantwoordde de woorden van den voorzitter met de betuiging, dal bet hem een waar genoegen was het Eere- Voorzitterschap te aanvaarden van een ver eeniging, die reeds, toon het plan der op richting hem werd medegedeeld, zijn volle sympathie wegdroeg. Hoewel hij meende, dat de leiding der vergadering aan den voorzitter moest blijven, als in goede han den. wilde hij, alvorens den voorzitters hamer terug te geven nog verklaren, dat hij bij ervaring wist, dat do Leidsche burgers warm zijn bij een feestviering van den 3den October, zooals in 1881 nog zoo duidelijk gebleken was, maar tevens, dat hij ook wist. dat het veel waard was voor een der gelijk feest mannen aan hel hoofd te heb ben, die niet tegen drukte en moeite opzien en het deed hem daarom zooveel genoegen den lieer J. Goedeljce in het bestuur te zien, die bij hel feest in 1884 een zoo ijverig aan- de§J in de werkzaamheden op zich had ge nomen. Nadat hij vervolgens de verzekering had gegeven, van zijn kant zooveel mogelijk de Vereeniging te zullen steunen en, waar het liem gevraagd werd, steeds met zijn raad het bestuur te willen bijslaan. reikte hij den hamer aan den Isten voorzitter over. Daarna kwam hel lste feeslplan in be spreking. Hoewel met 't oog op den Zondag, waarop in 1S86 3 October viel, het bestuur gemeend heeft de uilvoering van liet feestprogramma ■heele leven niet verdiend heb. Ik heb niet langer een stoet bedienden. Een paar man nen cn een paar dienstmeisjes zullen onze huishouding vormen. Toch zal ik gelukkig wezen mijn rijkdom verloren le hebben ia- dien ge mijn lot wilt aeclen in een vredig, vergelen leven. Ik ben arm, mademoiselle, maar zelfs nu niet armer dan die edelman René de Lespéron, voor wien ge mij hebt aangezien en aan wien ge den onbetaalba- ren schat van uw hart had geschonken". „Acht mocht' hel God hebben behaagd, dat ge die arme edelman waart gebleven!" riep zij uit. „Waarin bestaat het verschil, Roxa- lannc?" „Dat hij geen weddenschap had aange gaan", antwoordde zij, plotseling opslaande. Mijn hoop begon te verdwijnen. Zij was niet boos. Zij zag bleek en haar lief gezicht was ontsteld .achI hoe dToevig ontsteld! Lk dacht haast dat ik haar verloren had. Zij wierp mij een blik toe uit haar blauwe oogen en ik geloof, dat er tranen in waren. „Roxalanne!" riep ik smcekend. Maar zij kreeg haar zelfbedwang (crug, dal zij een oogenblik op het punt was geweest te ver liezen. Zij slak mij de hand toe. „Vaarwel, mijnheer!" zei ze. Jk keek haar aan. Haar houding begon mij boos te maken, want jk zag, dat zij niet alleen mij, maar ook zichzclve weerstand bood. Nog steeds woedde in haar hart op onrustbarende wijze de twijfel. Zij wist of moest weten dat er geen gevaar meer voor was en toch weigerde zij'hardnekkig hem uit le bannen. Altijd die weddenschap. Maar niettegenstaande de hardnekkigheid, moest zij het redelijke van mijn redeneering hebben ingezien, de onweerlegbare logica van de betaling. Zij sprak mij logen cn door^ op Maandag 4 October, te moeten doen plaats hebben, hoopt de voorzitter toch, dat de dag van 3 October zelf, zich, behalve do^r de godsdienstige viering, ook zal ken merken door het wapperen van vlaggen en wimpels uit de meeste woningen. Thans, 40 jaar later, -valt 3 Oclober ook weer op een Zondag en 't tegenwoordig bestuur komt met den zelfden wcnsch als van den voorzitter in 1886: „Loidcnaren, op 3 Octo ber de vlaggen uit". En ook merkwaardig is, dat "t programma, in 1886 voorgesteld, in hoofdzaak nog overeenkomt met het tegen woordige. mogen dan ook al enkele num mers eenige verandering en uitbreiding hebben ondergaan. Voorgesteld weid: De feestdag zou te 81/' ure plechtig wor den ingewijd door Koraalmuziek van den Stadhuistoren, uit le voeren door het mu ziekcorps van de Leidsche Schutterij, aan hol bestuur welwillend aangeboden door de officieren van genoemd corps. Tegenwoor dig heeft hel corps der politie^agenlen die laak op zich genomen en vervult die zij 'l dan ook enkele uren vroeger, op één voor 't bestuur hoogst prettige wijze. 'I Bekende carillon zou bespeeld worden, de fontein op de Yisclimarki haar stralen omhoog spuiten cn aan 1000 mannelijke en 1000 vrouwelijke ingezetenen zullen haring en wittebrood, sigaren, cn bons voor bier worden uitgereikt: Mei dil gedeelte van hel programma wa ren de morgenuren gevuld; de middag moest, zooals steeds, het glanspunt van den dag worden. Daartoe werd de burgerij op gewekt door zelf een feest le helpen vieren. Men wilde een optocht houden, omdat men zich in Leiden haast geen fecsl kan voor stellen, of een optocht moet 't hoofdpunt van het programma zijn. Alle Leidsche Vereenigingen werden opgeroepen met hare banieren In optocht door de stad le trek ken, en op bepaalde punten halt te houden, om Vaderlandsehc liedoren uit te voeren. Van andere zijde vrtnrd licl wenschelijk geacht, een harddrqyerij te organisecren, om hierdoor de onwoners van Leiden naar de slad te lokkenten voordcele van de neringdoenden. Ook inocslen de feestvie renden met muziek van den trein worden' gehaald, om zoodoende de stemming te ver- hoogen. Denk eens, dat zulks in deze jaren moest geschieden, nu alleen van uit den Ilaag wel 20.000 personen met extra-lrei- ncn worden aangevoerd. Doch ook toen werd die wensch niel uitvoerbaar geacht en besloten, het voorstel van het bestuur goed-te keuren, waaraan nog werd toege voegd. muziekuitvoering op Zomerzorg en lot slot van den dag een schitterend vuur werk op het Schuttersveld. Op verzoek van don Eere-Voorzitter zou 't slolsluk van het vuurwerk voorstellen: „Willem I aan Van der Werff een gloeiende hand gevend". De vereeniging van oud-Strijders „Het Metalen Kruis" zou in oen rijluig aan den optocht deelnemen onmiddellijk achter het rijluig van het bestuur. Dat velen de vereehiging gunstig gezind waren bleek uil de aanbieding van hel Leidsch Dagblad en de Leidsche Courant, om de oproeping van leveranciers voor de haring, wittebrood enz., gratis ie plaatsen en van dan heer Trap, die 40 groolo aan plakbiljetten voor de inschrijving leverde voor den prijs van f 3. De animo voor die inschrijving scheen ook toen, groot te zijn; ■tenminste 't bestuur ontving menig schrif telijk verzoek, om voor de uitdecling: „in de gunst te mogen slaan'". Een enkele daarvan is bewaard gebleven en volgde hier in zijn oorspronkelijken vorm en eigen grammatica: Leiden den 28 Augustus 18,.. Aan Don WelE. Heere den Hcere Bestuurs Leden der derde October Ver Ecniging. Alhier WelEd. Hcere. Door middel dezes doe Uwe Onder getekende dw. dienaar F. W. Jhel gcEerbicdigd Verzoek AanUwE. tocdien- nen. Aangezien van in Aanmerking ie mogen komen Ier uitreiking Uwer Giften Strekkende lol hel doel onzer derden Oclober Veesldag. Mij in UwE. goedduukende Gunsle Aanbevelende hept ik de Eer Mij met Achting le noemen UwE. Dienstplichtige dienaar en dienaresse. F. W. Jen Echtgenoten. -mij legen te spreken sprak zij ook zich zelve legen, want dal zij mij had liefgehad, had zij mij zelf gezegd, dat zij mij weer kon liefhebben daar was ik zeker van, als zij de zaak maar wou zien in het juiste licht, het licht van rede en gerechtigheid. „Roxalanne. ik ben niet naai- Lavédan gekomen, om u goeden dag, vaarwel, le zeg gen. Ik vraag van u een welkomstgroet en niet een groet tot afscheid". „En toch is dat alles wal ik u geven kan. Wilt ge mijn hand niet aannemen? Mogen wij niet als vrienden van elkaar scheiden?." „Neen, dat kan niet, want wij scheidén niet van elkaar'. Het was alsof het slaal van mijn vastbe radenheid sloeg op den vuursteen van de hare. Zij sloeg de oogen even lot mij op alsof ze mij excuus wilde vragen, zuchtle, haalde de schouders op, keerde zich om en ging naar de deur. „Anatole zal u iels brengen omm te vcr- frisschen voor uw vertrek", zei ze op be leefden. officieclen toon. Toen speelde ik mijn laatste kaart uil Was het voor niets, dat ik mijn rijkdom linA weggeworpen? Indien zij zich zelve niet geven wou, dan zou ik haar noodzaken zich zelve ie verkoopen. En ik schaamde mij daarvoor, niet, want zoodoende redde ik haar en mij zelve van een ongelukkig leven. „Roxalanne!" riep ik uit. De heftigheid van mijn slem hield haar terug misschien togen liaar wil. „Mijnheer?" zei ze zoo stemmig als ge .maar wilt. „Weet ge wel wal ge doel?" „Ja, volmaakt goed". „Neen, dat doet ge niet. Ik zal hiel u zeg gen. Ge zendt uw vader naar het schavot". Zij werd doodsbleek, zij waggelde en J De bedoeling was goed en zeker zal aan bovenstaand verzoek zjjn voldaan. Evenals thans, zal ook in die dagen bel bestuur ten opzichte van de aanvragen zeer foyaal te werk zijn gegaan, 't Zou me niet verwon deren, dat ct onder de tegenwoordige klan ten er nog wel zijn, die in 1886 reeds in aanmerking zijn gekomen. Lalen zc maar ■gerust terugkomen, met volle hartelijkheid worden ze ontvangen. (Wordt vervolgd). De Kon. Familie naar het Loo. - De Koningin, do Prins cn Prinses Juliana zijn gislernamiddag te 6 uur'4 min. per Staatsspoor naar het Loo vertrokken om aldaar de zomermaanden te verblijven. Dc Koninklijke salonrijtuigcn waren in don gewonen D (rein geplaatst. Officieele berichten. Dij Kon. besluit is benoemd lol vast as sistent aan de Landbouwhoogeschool te Wa- geningen dr. H. R. Kooiman, te Bilthoven; is toegekend dc zilveren ecrcmedaillc dor Oranje-Nassau-orde aan A. Kervcr, te Wil ms, meesterknecht op de scheepmakerij van den boer H. Haring, te Boskoop. Personalia. Do Amsterdamsche wethouder De Miranda is Zaterdag in den echt getreden met mej. W. T. Timmerman, onderwijzeres aldaar. Na korte ongesteldheid is te Rotterdam, 4-1 jaar oud, overleden de heer L. de Winter, burgemeester van Dirksland, Mclissant cn Herkingen. Uitvoer van planten en bloembollen naar Amerika. Aan het departement van binnenlandsche zaken cn landbouw heeft gistermiddag, on der leiding van minister mr. Kan, een be spreking van deskundigen en van belang hebbenden bij den planlenhandcl en bloem bollencultuur plaats gehad, naar aanleiding van de maatregelen van Amerika met be trekking tot den invoer van planten cn bloembollen. Onze bloembollen-export. De heer Ernst H. Krelagc schrijft in den „Holland's Import and Export Trader" een cn ander over don Nederlandsehen bloem bollenexport, waaruit wij het volgende ver talen: De bol Ion-uitvoer heeft in 1925 een record behaald; er werden 31 millioen K.G. uil- gevoerd voor een waarde van 45 millioen 1 guldon, terwijl in 1924 werd geëxporteerd 26 millioen K.G., ter waaide van f 30 mil lioen. Deze groole stijging van hel waarde cijfer is voor een deel ook het gevolg van den hoögcrcn kilogramprijs. De lieer Krelage schrijft echter deze gun stige cijfers gedeeltelijk toe aan een minder gunsligo omstandigheid; ten gevolge van het invoerverbod der V. S. voor narcisbol- len, aangekondigd drie jaar geleden en in werking getreden 1 Januari j.l., zijn in 1925 grooto hoeveelheden van deze bollen naar de V. S. verscheept. Maar een gevolg daar van is, dat in de eerstkomende jaren véél mmder naar Amerika zal worden uitge voerde nu de narcissen zijn uilgesloten (in 1925 bedroeg het uitvoercijfer naar de V. S. 10 mHLiocn K.G. voor f 15 millioen). Voorts werd naar Engeland uitgevoerd pl m. 10 millioen K.G., naar de Scandinavi sche landen 4 millioen K.G. en de rcsl naar de Lalijnsche landen cn naar Ccntraal- Europa. De Rijkswaterstaat. Ilel verslag is verschenen van de com missie voor de reorganisatie van den Rijks- watorstaatsdienst, ingesteld bij beschikking van don minister van waterstaat van 11 Fe bruari 1924. Aan de commissie was opgedragen, een onderzoeken te stellen naar de vraag, of de bestaande organisatie van den Rijkswater- staatsdienst in zijn tegenwoordigen opzet kan blijven bestendigd, en, zoo neen. welke wijzigingen dan moeien worden aange bracht. In haar vergadering van 15 April j.l. heeft de commissie haar verslag vastgesteld. De commissie is bij haar besprekingen leunde tegen de deur om niet te vallen. Toen keek ze mij aan met oogen wijd open gesperd van schrik. „Dat is niet waar", zei ze, maar zonder overtuiging. „Hij is niet in levensgevaar. Zc kunnen niets tegen hem bewijzen. Mijn heer de St. Eustache heeft hier niets kun nen vinden, ge^n enkel bc.wijs „Maar we! de verzekering van mijnheer dc St. Eustache; het is een feit een feil van beteekenis dat uw vader de wape nen niet heeft opgenomen voor den koning dit kan aan dc beschuldiging van St. Eusta che kracht verléenen. Ze zijn in den legcn- woordigen tijd niet moeilijk le Toulouse. Be denk hoe het mij zou gegaan zijn indien de koning niet bijtijds was gekomen". Dal hielp. Ilel laatste sprankje hoop ver dween. Zij snikte en sloeg de handen voor liet gelaat. „Ach. heb medelijden met mij", riep zij. „O het kan niet, liet kan niet wezen". Haar verdriet trof mij bitter. Ik had haar willen troosten, haar wilton smeeken niet bang te zijn en haar^verzekeren dat ik haar vader zou redden. Maar in mijn eigen be lang bedwong ik mij. Ik wou dit gebruiken als een knuppel om haar stijfhoofdigheid le verbrijzelen en ik bad God om vergiffenis indien ik iels deed dat een man van eer als onwaardig moest beschouwen. Maar wal moest ik doen, mijn liefde was alles over weldigend; baar te bezitten dal was mijn leven, mijn geluk en ik had reeds zoovee! opgeofferd. Haar kreet: „liet kan niel, hel kan niet wezen" klonk nog Ln mijn ooren. Ik vertrad mijn toenemende tecderheid onder den voet r-n gebruikte een strengheid die ik niet geveelde ik daagde haar uil en dreigde. „Hél kan we! gebeuren en Het zal geHeu- tot de conclusie gekomen, dat een voort bouwen op den bcstaanden grondslag van de inrichting van den dienst bezwaren ont moette, dat hel niet mogelijk zou zijn. door partieele herzieningen de bestaande inrich ting met de gewijzigde omstandigheden en inzichten in overeenstemming le brengen, maar dat principieele herziening noodig was. Als een der bezwaren van den tegen- woordigen dienst wordt genoemd de om slachtige behandeling van zaken, de lange hiërarchische weg, dien de stukken moeten afleggen, alvorens een resultaat tor uitvoe ring bereikt is. Bij de overweging van een nieuwe orga nisatie van den dienst is de commissie uit-, gegaan van dc volgende beginselen: Do dienst worde zopvecl mogelijk gecen traliseerd cn wel in één leidend hoofd orgaan, gevormd door één persoon, aan wien al het overige personeel ondergeschikt is. Deze vormt de verbinding van den dienst met den minister. Bij hem komt al het werk van den dienst samen. Tegenover den mi nister draagt liij alleen de verantwoorde lijkheid. De inrichting van don dienst cn de bc* handeling van zaken worde zooveel moge lijk vereenvoudigd door het aantal instan ties le beperken lot twee, waarvan de eene (plaatselijke dienst) in 't algemeen ontwerpt en uitvoert, cn de andere (centrale dienst) criliseert en het eindadvies uitbrengt. Ook bij den plaatsclijken dienst worde alle bevoegdheid geconcentreerd in het hoofd Van dien dienst, die verantwoorde lijk is aan hel hoofd van don ccntralcn diensL Ter voorkoming van een opeen hooping van werk en ter bevordering van een vlollo afdoening in 't bijzonder van minder be- langrijke zaken en van aangelegenheden van comptabelen aard, vinde een ruime de legatie van bevoegdheid toepassing', zoowel van den minister op het hoofdorgaan als van dit op de hooiden der plaatselijke res sorten. l)czc delegatie worde alleen in be ginsel in de reglementen vastgelegd; om vang cn strekking worde overigens zooveel mogelijk ann dc delegeercnde ambtenaren zelf overgelaten, opdat naar omstandig heden kan worden gehandeld. De verdecLing van het werk over de ver-, schillende ambtenaren geschiede zoo -stel selmatig mogelijk door ieder dato» oe op le dragen, waarvoor hij door opleiding cn be slemming is aangewezen en door een be hoorlijk "doorgevoerde splitsing van het technische cn het administratieve werk. Bij de verdeeling van hel werk tusschen de ingenieurs en de technische ambtenaren worde aan de ingenieurs in de eerste plaals 1 opgedragen het belangrijke technische werk en do werkzaamheden betreffende toepas sing van de waterslaalswctgeving, terwijl tevens in 't oog worde gehouden, dat zij ge roepen zijn lot de vervulling van de lei dende functies; tol dc taak der technische ambtenaren behoort vooral het onderhouden van het dageüjksch contact met dc streek en het dagelijksch toezicht bij dc uitvoering van werken cn c»p dc beambten. De dienst worde voorts ingericht naar dc behoeften van de.gewone beheers- cn on derhoudstaak. In de regeling van dc werk zaamheden van algemeenen aard cn van die betreffende nieuwe werken wordt af zonderlijk voorzien. Op den grondslag van deze scheiding van de werkzaamheden in dio voor beheer cn onderhoud cn voor nieuwe werken, vinde voorts het beginsel van specialisatie ruime locpassing en wel bij den plaaiselijken dienst, voorzoover dit met het oog op den onderlingen samenhang der werkzaamheden mogelijk en gewenscht is en bij den centralen dienst stelselmatig cn georganiseerd, tenzij de omstandigheden zich daartegen verzetten, of de specialisatie economisch niel verantwoord is. De dienst worde voorts zoo soepel moge lijk geregeld, opdat zoowel ton aanzien van de personeelsvoorziening als van de verdee- ling van dc werkzaamheden steeds met ge wijzigde omstandigheden aanstonds reke ning kan worden gehouden. Spooi wegpersoneel. Dc voorzitter en 'de secretaris van den Bond van Ambtenaren der Ned. Spoorwe gen hebben gisteren een onderhoud gehad met den minister van Waterstaat over de toepassing van dc regeling der dienst- en ien indien gc volhardt in uw onv :slandige houding". „Mijnheer, heb medelijden!" „Ja, als gij zoo goed wilt wezen mij den weg daartoe te wijzen en barmhartigheid voor mij le gevoelen. Maar dal is nu een af gedane zaak; daar weer mee beginnen zou nergens loc dienen. Maar tol hier good op, Roxalanne; er is één ding één enkpl ding dut uw vader kan redden". „En dat is mijnheer?" vroeg zij ademloos. „Mijn bewering tegenover die van St. Eustache. Mijn bewering tegenover zijn majesteit dat hel verraad van uw vader niet kan worden aanvaard op beschuldiging van St. Eustache. Mijn inlichtingen aan den ko ning van wat ik weel van dien édelman". „Zult u gaan, mijnbeer?" vroeg zij smee- kend. ..O u zuil hem redden! Mijn hemel, als ik denk aan dc-n lijd dien wij ha r ver beuzeld, hebben, u en ik, terwijl hij mis schien naar het schavot wordt g bracht! Ik dacht er niet over dal hij in zoo groot gevaar verkeerde! I!: was wanhopig over zijn ar restatie; ik dacjit dat hij missclto n eenige maanden gevangen moest zitten. Maar dat hij moet sterven n mijnheer do Bardeiys, u zult hem red 1 -nZeg dal u dit voor mij doen will!" Zij lag voor mij o[> de krtovn. met haar armen om mijn hooge laarzen cn haar oogen smeekend tot mij opgeslagen. „Sta op, mademoiselle, smeek ik u"' zei ik mei een kalmte dto ik lang niet gevoelde. „De zaak i? niet zoo dringend Lalen wij kalin zijn. Uw vader is niel in onmiddellijk levensgevaar. Wij hebben zeker nog we! pn- kele dagen drie of vtor miselven". 'W^di vervol gd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5