De Markies v. Bardelys
No. 20287.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 3 Mei
Tweede Blad
Anno 1926.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
1 Jerkoudhcden
W en koorts /T\
FEUILLETON.
Olficieele berichten.
Bii Kon. Besluit is op zijn verzoek eervol
entslagen ir. L>. A. Fruytier, te 's Gravenhage
»1S rnksbemiddelaar in het de district, un
der dankbetuiging van de door hem in die
functie bewezen diensten en benoemd als
xoodanig prof. mr. P. J. M Aalberse, oud-Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid, te
•s Gravenhage;
is toegekend de eoremedaillc der Oranje-
Nassau-orde in brons aan van Ginhoven,
tuinbaas in dienst bij de familie van Heem-
slra te Sassenheiiu;
is benoemd tot voorzitter van het college
van regenten over de gevangenissen te
Leeuwarden, mr. D. v. Wclderen baron Ren-
gcrs, lid van dat college.
Personalia.
Professor dr. EL Kouwer, hooglceraar in de
gynaecologie en obstetrie aan de universiteit
te Utrecht heelt besloten met het einde van
der. loopenden cursus ontslag te nemen, om
dat zijn krachten hem niet meer veroorloven
het zeer omvangrijke werk van klinisch
hoagleeraar te blijven vervullen zooals lnj
meent dat het moet. Hij acht het oogenblik
gekomen het professoraat aan een jongere
kracht te moeten overlaten.
Te Delft is in den ouderdom van G8 jaar
overleden de heer C. Boot, oud-scheepsbou
wer. In sclieepvaarlkringen was de overle
dene een bekende figuur.
Te Zuidlaren is in den ouderdom van 73
jaar overleden de heer F. M. Jaeger, oud-
(ecraar van het Stedelijk Gymnasium te
's Gravenhage.
Te Winschoten is na een korte ongesteld,-
hcid overleden, 45 jaar oud, de heer P. Suer-
Jioff, leeraar in de geschiedenis en de aard
rijkskunde aan de hoogerc burgerschool al
daar.
Artikel 40 Bezoldigingsbesluit.
Naar het orgaan van den Centralen Bond
van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Tele
foonpersoneel (C.B.P.T.T.) mededeelt, zal de
procedure over art. 40 Bezoldigingsbesluit
.worden voortgezet.
Do verdediger nrr. Marchant zal cassatie
van het vonnis van het Gerechtshof te
s Gravenhage verzoeken.
Ret Nederl.-Belgische verdrag betreffende
territoriale rechterlijke bevoegdheid enz.
Het bestuur der Nederlandsen® Advoca-
Iteiivereeniging heeft aan de Tweede Kamer
een adres gezonden met eenige opmerkin
gen naar aanleiding van het op 28 Maart
1925 Brussel tusschen Nederland en
België gesloten verdrag, betreffende de
itenitoiiale rechterlijke bevoegdheid, betref
fende het faillissement en betreffende liet
gez. en de tenuitvoerlegging van rechter
lijke beslissingen, van scheidsrechterlijke
mitspraken en van authentieke akten als
mede van liet bij het verdrag genoemde
additioneel» protocol.
Het komt tot de volgende conclusie:
Zooals het tractaat thans is geformuleerd,
zal het vooral ten aanzien van het forum
Contractus onoplosbare moeilijkheden bren
ger. Do uitwisscliing der grenzen wat de
territoriale bevoegdheid betreft. loopt voor
hit op een nog niet aanwezige internationale
gezindheid.
Wi. men opbouwend werken, dan late
men de competenlieregelen uit het tractaat
Ifcrvaller. en beperke het exequatur tot:
lo. scheidsrechterlijke uitspraken, m l et
andere land reeds executoir verklaard;
2o. vonnissen in conventie en in recon
ventie, mits met de conventie verband hou
dende, gewezen in zaken in welke de vree.n-
öeliug oorspronkelijk eischer was, alsmede
in die gevallen, waarin de vreemdeling zich
tij overeenkomst aan den vreemden rechter
enderworpen heeft;
So. authentieke akten,
koorts har.dhave men de bepalingen ever
faillissementen.
Onderzoek van verlofgangers.
Een binnenkort te verwachten Leger-
.arder, zal een Minislerieele beschikking be
vallen belreffende het onderzoek van ver
lofgangers.
Ondermeer is daarbij bepaald:
In 1926 worden aan het onderzoek, be
doeld in arl. 41, 3e lid, der Dienstplichtwet,
onderworpen de tol de landmacht behoo-
rende groolverlofgangers der lichtingen
1914 en 1917.
Aan hel onderzoek nemen ook deel de
dienstplichtigen van de bovengenoemde
lichlingen, die een vrijwillige verbintenis
hebben aangegaan als:
a. verzorger bij den Rijkspostduiven-
dienst;
b. hoefsmid bij de infanterie;
c. smid-bankwerker bij de voormalige
"oefenings- houwilser-compagnie.
1. Aan het onderzoek nemen geen an
dere verlofgangers deel dan zij, die voor een
der lichtingen 1914 of 1917 zijn ingelijfd.
2. Verlofgangers, die voor een der lich
lingen 1917 of 1917 zijn ingelijfd, maar len
gevolge van uitstel of om een andere reden
Iegelijk met een latere lichting de eerste
oefening hebben volbracht, moeten zich
aan hel onderzoek onderwerpen, voor zoover
zij niet behooren tot lien, die daarvan zijn
vrijgesteld.
3. De burgemeesters houden er rekening
mede, dat, hoewel het gros der .dienstplich
tigen van de lichting 1914 heeft behoord
lot de landweerlichting 1920 en om die re
den ook in hel voormalige verlofgangers-
register van de landweer voorkomen, ook
verlofgangers van do lichting 1914 aan het
onderzoek zullen moeien deelnemen, die
niet lot de landweer hebben behoord en
wier namen in de voormalige miliiie-ver-
logangersregislers, dan wel in het verlof-
gangersrcgislcr, bedoeld in art. 71 van hel
Diènslplichtbesluil, zullen voorkomen.
Aan het onderzoek nemen niet deel zij,
die:
a. hun eerste oefening nog niel hebben
volbracht;
b. in 192G van den voor liet onderzoek
bepaalden dag in workelijken dienst zijn
geweest uit anderen hoofde dan bij wijze
van straf, (art. 42, tweede lid der Dienst
plichtwet)?
e. bestemd zijn om in 192G voor herha
lingsoefeningen in workelijken dienst te
komen
d. elders wonen dan in Nederland;
e. zich buitenslands bevinden lor uil
oefening van de zeevaart (hieronder niel
begrepen de zeevisscherij);
f. do binnenvaart uitoefenen op andeTe
landen en zich deswege in een der landen
ophouden
g. ingevolge de geldende bepalingen ge
heel zijn vrijgesteld van opkomst in worke
lijken dienst in geval van oorlog, oorlogs
gevaar of andere buitengewone omstandig
heden.
Ned. Vereeniging voor Koeltechniek.
Zaterdag vergaderde in een der lokalen
van het Gomeonle-Slachthuis de Neder-
landsche Vereeniging voor Koeltechniek
onder voorzitterschap van den 2den voor
zitter don heer F. B. Löhnis.
In zijn openingswoord herinnerde de heer
Löhnis aan het overlijden van den voorzit
ter der vereeniging, pref. dr. Kamertingh
Onnes en heette do afgevaardigden van de
Belgische, Duilsche, Engelsche, Amerikaan-
sche, Fransche en ilaliaansehc zusierver-
ecnigingen welkom.
Nadat do nolulen der vorige vergadering
waren vastgesteld, deelde de secretaris, ir,
J. F. II. Koopman, mede, dat door de
„Koninklijke Begeer" een plaquette van
wijlen prof. Kamerlingh Onnes in omloop
zal worden gebracht.
Voorts deed de heer Koopman enkele
voorloopige mededeolingen over het Con
gres International du Froid, dat iu Septem
ber 1927 te Rome gehouden zal worden.
De begroeiing voor hot jaar 1926 sluit
met oen batig saldo van ruim f 400.
Daar de heer Löhnis zich niet meer her
kiesbaar stelde als tweede voorzitter, moest
in deze plaats voorzien worden.
Door het bestuur was als candidaat ge
steld prof. C. F. van Oyen, hoogleeraar
aan de Veearlsenijkundige Ifoogesehool te
Ulrcc-ht. Deze werd gekozen.
Als bestuurslid in de vacalure-Kamer-
lingh Onnes werd gekozen prof. dr. W. II.
Keesom, hoogleeraar to Leiden.
Voorts werd als eerste voorzitter der ver
eeniging aangewezen prof. dr. M. d. Maas,
hoogleeraar aan de Technische Hooge-
school te Delft.
Daarna hield de heer A. Oorlel, technisch
hoofdambtenaar van het Ifaagsehe Ge
meente Slachthuis een inleiding over de
voornaamste technische installaties van het
Slachthuis, welke vervolgens door de aan
wezigen wenden bezichtigd.
In den namiddags werd gezamenlijk een
bezoek gebracht aan hel Maurifshuis en
aan liet Vredespaleis.
Een aanklacht.
Naar verluid!, heeft de heer R. Ifeync
le Rotterdam, die als accountant in dienst
was van de Comm. Vennootschap Wm. H.
Muller en Co. te 's-Gravenhage, een klacht
bij den Raad van Tucht van het Nederl.
Instituut van Accountants ingediend tegen
den accountant, den tieer H. Burgmans
Czn. en ook tegen prof. W. L. P. A. Molen
graaf, die in dien Raad van Tucht een
functie bekleedt, in verband met hun onder-
teekening van de balansen van genoemde
commanditaire vennootschap.
De sociale wetgeving der bedienden.
De hoofdbesturen van den Ned. R.-K.
Bond van Handels-, Kantoor- en Winkel»
bedienden St.-Franciscus voor Assisië, den
NationaJen Bond van Handols- en Kantoor
bedienden Morcurius en de Nederl. Veree
niging van Christelijke Kantoor- en Han
delsbedienden zijn Ieraudiëntie geweest
bij den minister van Arbeid.
Aangedrongen werd op spoedige invoe
ring van de werktijdenbesluiten voor de
winkels, zij hel dan ook zonder de invoe
ring van de rijkswetlclijke regeling der
winkelsluiting.
Ook werden verschillende molieven aan
gevoerd len gunsle van een spoedige in
voering van de arbeidstijdenbesluiten en
de overige bepalingen der Arbeidswet in
zake de toestanden op de kantoren.
De minisier zegde overweging toe.
Algem. Nederl. Typografenbond.
Volgens liet pas verschenen jaarverslag
telde de Algemcene Nederl. Typografenbond
op 1 Januari 1.1. 9100 leden, tegen 93G8 op
1 Januari 1925. Het gelal vrouwelijke leden
bedroeg 382. De lolale ontvangsten bedroe
gen in 1925 f390,117, waarvan aan contri
bution f314,325 De saldi der verplichte
bondsfondsen bedroegen einde 1925
f 87S.G96, tegen f 705,531 in begin 1925 en
wel als volgt: propagandafonds f240,245,
werkloozenkas f 171,548, invaliditeitsfonds
f36,217, overlijdensfonds f 181,738 en reser
vefonds f 248,944.
Vereenvoudigde spelling.
Hel besluur van de Vereeniging tot vereen
voudiging van onze spelling heelt besloten,
do met baar streven sympalliiseerende ver-
ecnigingen uit to noodigen, een vertegen
woordiger aan te wijzen, om als lid toe 1e tre
den lot liet op die wijze uit te breiden be
sluur.
Een grool aantal vcrcenigingcn heelt aan
dat verzoek voldaan; voortaan zullen met de
Vereeniging tot vereenvoudiging van onze
spelling samenwerken: De Algemecne ver
eeniging van leeraren bij,bet middelbaar on
derwijs, de R.K. Lccrarcnvereeniging SI. Bo-
navcnlura, Volksonderwijs, Diocesaanveree-
niging van R.K. Onderwijzers in het Bisdom
Haarlem, SI. Gregoriusvereeniging (Ulrecht),
St. Lcbuinusroreeniging (Utrecht), R.K. On
derwijzersbond (Den Bosch), Bond van R.K.
Kweekscholen, Vereeniging voor Roomsch-
Katholiek meer uilgebreid onderwijs, Veree
niging voor Chr. M.U.L.O., Nederl. Onderwij
zers-Genootschap, Bond van Ned. Onderwij
zers.
Waarom geen coöperatieve textielfabriek?
Aangaande de slaking van de plannen voor
de oprichting van een coöperatieve textiel
fabriek schrijft De Textielarbeider:
De commissie heeft, nadat een onderzoek
is ingesteld, in het door haar uitgebrachte
rapport eenstemmig als haar oordcel uilge
sproken, dat hel wenschetijk en mogelijk is,
lot oprichting en exploitatie van een textiel
fabriek over te gaan. Niettegenstaande dit
gunstige eindoordeel lreeft de commissie
haar arbeid gestaakt en wel vooral om deze
reden, dat het plan niet voldoende instem
ming in vakbewegingskringen heeft onder
vonden.
De Haagsche financiën.
In terband mot den toestand der ga-
metnlt-financiën van Den Haag, 71 ie zich
minder rooskleurig iate-n aanzien dan het
vorig jaar, wordt voorgesteld het vermenig-
vuldigingscrjfer voor de gemeentelijke in-
k-nistenbelasting te brengen van 1.2 op 1.3.
Voorts wordt voorgesteld de zakelijke be
drijfsbelasting, dio voor het afgeloopen jaar
builea werking was gesteld, dit jaar wederom
te gaan heffen.
De Haagsche Tram.
B. en W. van den Haag hebben voorstel
len ingediend in zake de exploitatie van hel
Haagsche tramwegnet na 31 Dcc. 1926. Op
dezen datum is de vergunning aan de II T M.
afgeloopen en het stedelijke tramwegnet ge-
hcel'ler beschikking der gemeente. B. en \V.
komen in hun uitvoerig prae-advies tot de
conclusie, dat de gewenschle oplossing der
verdere exploitatie is een gemengd bedrijf,
waarin de gemeente zoowel in liet kapitaal
als wat de leidende organen betreft, in de
meerderheid zal zijn Mol de H. T. M. zijn
onderhandelingen gevoerd om le geraken
lof een dergelijk gemengd bedrijf en beide
partijen zijn het len slotle eens geworden
over de te stichten naamlooze vennootschap.
Het bedrijf zal zijn eigenaar en exploitant
van bet stadsnet en van de intercommunale
lijnen Den HaagDelft en Den HaagLei
den der H.T.M. Voorts zal hel belast zijn mei
aanleg en exploitatie van alle toekomstige
uitbreidingen van dit gemeenschappelijk net.
Ook de exploitatie van communale autobus
sen en van intercommunale autobussen met
eindpunt te 's Gravenhage zal vrijwel geheel
door liet gemengd bedriji geschieden. De
mogelijkheid blijft daarbij open, dat ook
andere houders van intercommunale lijnen
tot de naamlooze vennootschap toetreden.
De Nederlandsche mijnwerkers en de
staking in de Engelsche mijnen.
Bq de 1 Mei-viering to Heerlen is liet
uitroepen van de mjjnwerkerastaking in En
geland bekend gemaakt. Besloten werd een
telrgiam te zenden aan den Engelschcn
mijnwETkersbond als uiting van de sympathie
der Nederlandsehs mijnwerkers en met de
inededeelirig, dat men zoo noodig; da ver
plichtingen, die de Internationale oplegt,
zal, nakomen.
De gewone audiëntie van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op
Donderdag 6 Mei 1926 niet plaats hebben.
Inbraak. Vr ij dagavond
laai hoorde de concierge van een pand aan
de Jufferstraat le Rotterdam onraad op hel
dak. Ilij ging eens kijken en Irof op hel dak
van liet belendend perceel, dot in gebruik
is hij de expedileurslirma S. Co., een jong-
menscli aan, dal hij van aanzien kende. De
jonge man verleide hem, dat hij in betrek
king was bij de firma S.. dal hij 's avonds
op hel kantoor gewerkt had en dat men
hem klaarblijkelijk vergelen bad, want locn
hij. na beëindiging van zijn werkzaamhe
den, weg wilde gaan bleek hem, dat de
straatdeur op slot was en omdat hij geen
sleutel had kon hij niet naar builen komen.
Hij had al van alles geprobeerd en was ten
slotte naar hel dak geklommen om daar een
uitweg te zoeken. Hierbij had hij zich aan
de hand verwond.
De concierge die zich nu herinnerde
hem wel eens bij de firma S. en Co. gezien
te hebben, nam den jongeman mee in zijn
woning, gaf hem een kop thee voor den
schrik en verbond de gewonde hand.
Later bleek evenwel, dat de jongeman
reeds eenige weken tevoren ontslagen was.
Hij had dit evenwel niet thuis durven ver
tellen; had al dien lijd overdag op straal
rondgezworven en had nu, om loch zijn
maandgeld mee te kunnen brengen, zich
des avonds in hel kantoor laten insluiten.
In liet kantoor had hij een lessenaar en een
lade opengebroken en er een bedrag van
f 120 uit gestolen. Toert hij daarna weg wilde
gaan, bleek hem, dat de deur op het nacht-
slol was gedaan, oen omslandigheid waarop
hij niet gerekend had en dié hem tenslotte
naar hel dak deed gaan, waar de concierge
hem onldelel heeft.
De politie heeft den jongeman opgespoord
en aangehouden.
RECLAME.
Kr 04VF«I
y gaan snel over door V
4651
Oplichting. D o o r de ScIich
lensche politie is op verzoek van de Am-
sterdamschc gearresteerd de llaarlemsche
flesschcntrckker IC., die Amsterdam en
Haarlem en den ornlrek langen lijd door.
zijn praclijken onveilig gemaakt heeft. IC*
was lid van oen landelijke workloozcnorga-
nisaüo 1c Haarlem en is. gearresteerd, we
gens knoeierijen mei poslehèquos.
De dure collecte. Ook (e
Amsterdam wordt et-u onderzoek ingesteld
naar de bedragen, die daar zijn ingezameld!
voor Verso-hoor te Rotterdam, den penning
meester van het comité voor do Drentsche
venen. Naar dc Tel. mededeelt, is o. a. ge
hóórd moj T. le Buiksloot, die van 1 April
tol 1 Oclober optrad als secretaresse van
bet Amslcrdamschc filiaal van het comité.
Zij verklaarde, dal alleen aan directe giften
door haar pl.m. f 8000 aan Verschoor was
afgedragen. Hij kwam geregeld te Anislcr*
dam en nam dan het batig saldo van de
kas mee naar Rollerdam.
Het aantal giften, dat uit Amsterdam dit
reet naar Rotterdam werd gezonden, dus
niet via liet Amsterdamsche filiaal, werd
door haar op pl.m. f 12 000 geschat.
De juffrouw wist, dat verschillende groole
firma's te Amsterdam helangrijke bedragen
per giro en postwissel direct naar Rollerdam
hebben gezonden.
Poslwissels van f80, f 100 en f150 wa
ren geen zeldzaamheid. Zij wist cchler niet
meer welke firma's dal waren. liet zou
daarom van veel belang voor bet onderzoek
zijn. indien deze firma's zich aan de Rol-
lerdamschc politie bekend wilden maken.
Moj. T. heeft geregeld boek gehouden.
Deze boeken heeft zij bij haar vertrek aan
Versehqpr gegeven.
De Justitie heeft nu onderzocht of deze
boeken bij Verschoor (e vinden waren. Dit
j onderzoek was niel gemakkelijk, daar in
een der kelders van hel Juslitiegebouw de
geheelc ruimte gevuld is met de in beslag
genomen bescheiden van den on (rouwen
penningmeester. Dc Amsterdamsche boe
ken bleken cchlcr nergens le vinden ie zijn,
J.1. Maandag heeft men een huiszoeking
gedaan in de woning van Verschoor aan
den Noords ngel. Maar ook daar was geen
spoor van de Amsterdamsche boeken te vin
den, zoodat men slechts kan aannemen,
dal Verschoor deze hoeken heeft vernietigd.
Ernstige storing bij dc Nod.
Dok Mij. Zaterdagnacht is bij dc Neder
landsche Dokmaalsohappij le Amsterdam
een ernstige storing van het bedrijf ont
slaan.
Het stoomschip Jason van de Kon. Ne
derl. Stoombootmaatschappij was Zaterdag
avond in een der z.g. vaste droogdokken
opgenomen, ter inspectie van de schroefas,
welke le dien einde werd verwijderd.
In den loop van den nacht ontstond, door
tot nog loc onbekende oorzaak, een groole.
scheur in den bodem van 't dok. Dit liep
vol vvaler, dat vervolgens zijn weg vond
door de opening van de schroefas in den
tunnel van de Jason. Eenige werklieden
Irachtlcn nog een prop in de opening te
slaan, hetgeen evenwel mislukte.
Ten slotte slaagde een der machinisten er
in nog dc waterdichte deur naar de pia-
chinekamer dicht le draaien.
Van de Jason. die geladen was, is ver
moedelijk door bel uil den tunnel lekkende
waler dc lading In het achterschip bedor
ven.
De schade aan hel droogdok zal zeer groot
blijken. Dc omvang valt echter eerst nauw
keurig le eonslalecrcn. als hel rlok is leeg
gepompt.
Naar wij vernemen, is de Jason Zondag-
Naar het Engelsch van
RAFAëL SABATINI.
481
Zij was op een stoel neergevallen, met
lusteloos in den schoot gevouwen handen,
Neergeslagen oogen en bleeke wangen. Maar
«laar hijgende borst verkondigde mij dat
niijn woorden niet zonder uitwerking waren
Gebleven.
„Weet u niels van dp afspraak die ik met
Uialellerault heb gemaakt?" vroeg zij met
"roevige stem.
Chalellerault was een bedrieger!" riep ik
lij. ..Cleen man van eer zou zich verplicht
-Jenen den prijs van die weddenschap le
taien. Ik betaalde hem, niet uit verplich-
maar oin u door die betaling een
Geven'** ^ew^s van mi^n oprechtheid le
e ■,Da'..maï 200 zijn", zei ze. „Maar ik gaf
ia mijn woord met hem te zullen trou-
nrvinC'i5n hij u in vrijheid liet stellen".
iu'*a e ,!ofle géldt niet, want toen u dio
t*„ *??-,k/eeds vr'b daarenboven, Cha-
nioi? ro0C* t°naiinstc stervende",
fclaarde "erkaa^e zij, de oogen op-
Éen'h' hebben geduelleerd".
Vhir.Uuïi 0I,I?€1"hbaar glimlachje van ver-
vloog a,s cen Hchlslraal
„PaTdicul" riep ik uit, „u doet mij on
recht. Hij is niet door mijn hand gevallen.
Ik was liet niet van wien het voorstel tot
een duel is uitgegaan". Ik deelde baar toen
al de bijzonderheden van de zaak mede,
alsmede dat zijn voorgenomen gerechtelijke
moord van mij streng door den koning ge
straft zou worden indien hij den koning die
moeite niet had bcspaifrd door zich zelf het
leven te benemen, door zich in zijn degen
te werpen.
Toen volgde een stilzwijgen. Roxalanne
zat na le denken. Om haar allen lijd te
geven te laten bezinken wal ik gezegd had,
want dat moest immers voor mij getuigen,
keerde ik mij om cn liep naar een der
vensiers.
„Waarom hebt u mij dat niet eerder ge
zegd?" vroeg zij plotseling. „Waarom
ach waarom heeft u mij die heel schande
lijke geschiedenis niet bekend zoodra u mij
begon lief (e hebben zooals gij zegt".
„Zooals u zei", herhaalde ik. „Twijfelt gc
aan mijn liefde? Kunt u daaraan twijfelen
na alles wat ik heb gedaan?"
„Ach! ik weet niet wat ik gelooven moet",
riep zij uit met een snik in haar stem. „Ge
hebt mij zoo zeer, zoo dikwijls bedrogen.
Waarom heeft u het mij niet verleid dien
avond op de rivier? Of later toen ik er op
aandrong, hier in huis? Of dien anderen
avond in de gevangenis le Toulouse?"
„U vraagt waarom? Kunt u die vraag
niet zelf beantwoorden? Kunt u den angst
die in mij was niet begrijpen dat u voor mij
zou wegdeinzen en mij verfoeien? De vrees,
dat als u mij maar een weinig liefhad, ik
die genegenheid voor goed zou verliezen?
De vrees dat ik uw geloof cn vertrouwen in
mij zou vernietigen? Ach mademoiselle, be
grijpt u clan niet dat hel mijn eenige hoop
was eerst mijn nederlaag aan Chatcllerault
te erkennen en den prijs voor de wedden
schap te betalen?"
„Hoe kon u u tol zulk een weddenschap
lalen overhalen?"
„Ja, hoe? U heeft van uw moeder iels ge
hoord van de reputatie van Bardelys. Ik
was een zorgeloos man, oververzadigd van
al de luxe die het leven mij gaf, bedorven
van al die weelde, of liever er van walgend.
Was het zoozeer te verbazen dat ik mij liet
overhalen tot zulk een zaak? Het beloofde
mij wat opwekking te bezorgen, een nieuwe
ondervinding, moeilijkheden op mijn levens
weg dien ik helaas al te effen had gevon
den want Chalellerault beschouwde uw
algemeen bekende koelheid als de voor
naamste reden dat het mij niet zou geluk
ken uw liefde te winnen.
En ik herhaal hel, al te teergevoelig was
ik niet. Ik maak geen geheim van mijn ge
breken, maar u moet er mij niet te zeer om
verachten. Indien u de beschaafde dames
in Parijs kende, indien u kon luisteren naar
•haar grondbeginselen en een dieper blik
slaan in haar leven, zou u zich niet zoo
over mij verbazen. Ik had nooit andere
vrouwen gekend. Op dien avond toen ik op
Lavédan aankwam was ik bijna ontsteld
door uw zachtheid, uw reine onschuld, uw
bijna kinderlijke deugd, ik had nooit zoo
iels gezien. Van dal eersle oogenblik af aan
was ik uw slaaf. En ik was dag aan dag
mei u in den tuin. En bier in dezen ouden
zuidelijken tuin met u en uw rozen, gedu
rende de dagen van mijn herstel, is het zoo
wonder dat leis van de reinheid, de zoet
heid die in u was cn in uw rozen, in mijn
hart sloop en het eenigszins zuiverde? Ach
mademoiselle!" riep ik uit, en ik naderde
haar en ik was op liet punt voor Kaar neder
te knielen, maar zij weerhield mij en viel
mij in de rede.
„Mijnheer", zei ze, „wij kwellen ons zelf
te vergeefs. Dit kan maar op één ding uit-
loopcn".
De toon waarop zij sprak was koel maar
het wa9 een gedwongen koelheid, anders
had zij niet gezegd: ons zelf. In plaals
van mijn ijver le beteugelen, vuurden baar
woorden mij aan.
„Dat is zoo, mademoiselle", riep ik opge
wonden uit. „Eén einde is slechts
mogelijk!"
Roxalanne begreep mij en fronste de
wenkbrauwen. Ik was misschien te ver
gegaan.
„Wij moesten cr nu maar een eind aan
maken, mijnheer. Er staal te veel tusschen
ons, dat ons scheidt. U wedde, dat u mij tot
vrouw zoudt krijgen." Zij huiverde „Dat
zou ik nooit kunnen vergeten."
„Mademoiselle, neen, dat deed ik niet,"
ontkende ik rondweg.
„Wat? deed u dat niel?"
„Neen. Ik wedde niet, dat ik u zou* krij
gen. Ik wedde een zekere mademoiselle de
Lavédan tot vrouw te verwerven, iemand,
die ik niet kende maar u niet, neen u
niet."
Zij glimlachte een heel, heel klein bcclje
vertoornd.
„Uw onderscheiding is heel fijn, te fijn
voor mij, mijnheer."
„Ik smeek u, wees redelijk. Denk er ver
standig over na."
„Ben ik dan niet redelijk? Denk ik dan
niet na? Maar er is zoo veel om over te
denken!" zuchlte zij. „U dreef uw mislei
ding te ver. U kwam bier bijv. als mon
sieur de Lespéron. kWaarom die dubbel
zinnigheid?"
„Dat deed ik alweder niet, mademoi
selle".
Zij keclc mij met verachting aan.
„Ach mijnheer, wat kunt u de dingen
dapper ontkennen."
„Heb ik u gezegd, dal ik Lespéron beetle?
Heb ik mij zelf aan mijnheer uw vader
voorgesteld als Lespéron?"
„Ja zeker."
„Neen, zeker niel. duizendmaal neen. Ik
was daarin het slachtoffer van dc omstan
digheden en indien ik ze tot mijn voordcel
aanwendde, nadat ze mij opgedrongen wa
ren, verdien ik daarvoor afkeuring en moet
dat mij aangerekend worden als bedrog?
Terwijl ik buiten kennis was, heeft uw
vader mijn kleederen onderzocht om le we
ten te komen wie ik was. In den zak van
mijn wambuis vonden zij eenige papieren
aan René de Lesperon geadresseerd, minne
brieven, oen communicatie van den hertog
van Orleans en een vrouwenportret. Uit dit
alles werd opgemaakt, dat ik Lespéron was.
Toen ik uit mijn bewusteloosheid ontwaak
te, begroette uw vader mij mei groole har
telijkheid. iels waarover ik zeer verbaasd
was. Hij bcspak, of liever vertelde mij dc*n
stand van zaken in Lnnguedoc en zijn
eigen connectie met de oproerlingen, zoa
dat ik meer dan verbaasd was over zijn
verregaande vermelelbcid. Maar toen hij
mij mijnheer de Lespéron noemde, begreep
ik het, maar le laat. Kon ik mijn identiteit
ontkennen? Kon ik hem vertellen, dat ik
Bardcly3 was, de gunsteling van den ko
ning? Wal zou er dan gebeurd zijn? Dn!
vraag ik u, mademoiselle Zou ik niet- als
een spion beschouwd worden, en zouden ze
bi*? in uw kasteel niel korle mellcn met
mif jgemaakl hebben?"
(Wordt vervolgd).