De Markies v. Bardelys No. 20287. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 3 Mei Tweede Blad Anno 1926. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. 1 Jerkoudhcden W en koorts /T\ FEUILLETON. Olficieele berichten. Bii Kon. Besluit is op zijn verzoek eervol entslagen ir. L>. A. Fruytier, te 's Gravenhage »1S rnksbemiddelaar in het de district, un der dankbetuiging van de door hem in die functie bewezen diensten en benoemd als xoodanig prof. mr. P. J. M Aalberse, oud-Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid, te •s Gravenhage; is toegekend de eoremedaillc der Oranje- Nassau-orde in brons aan van Ginhoven, tuinbaas in dienst bij de familie van Heem- slra te Sassenheiiu; is benoemd tot voorzitter van het college van regenten over de gevangenissen te Leeuwarden, mr. D. v. Wclderen baron Ren- gcrs, lid van dat college. Personalia. Professor dr. EL Kouwer, hooglceraar in de gynaecologie en obstetrie aan de universiteit te Utrecht heelt besloten met het einde van der. loopenden cursus ontslag te nemen, om dat zijn krachten hem niet meer veroorloven het zeer omvangrijke werk van klinisch hoagleeraar te blijven vervullen zooals lnj meent dat het moet. Hij acht het oogenblik gekomen het professoraat aan een jongere kracht te moeten overlaten. Te Delft is in den ouderdom van G8 jaar overleden de heer C. Boot, oud-scheepsbou wer. In sclieepvaarlkringen was de overle dene een bekende figuur. Te Zuidlaren is in den ouderdom van 73 jaar overleden de heer F. M. Jaeger, oud- (ecraar van het Stedelijk Gymnasium te 's Gravenhage. Te Winschoten is na een korte ongesteld,- hcid overleden, 45 jaar oud, de heer P. Suer- Jioff, leeraar in de geschiedenis en de aard rijkskunde aan de hoogerc burgerschool al daar. Artikel 40 Bezoldigingsbesluit. Naar het orgaan van den Centralen Bond van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Tele foonpersoneel (C.B.P.T.T.) mededeelt, zal de procedure over art. 40 Bezoldigingsbesluit .worden voortgezet. Do verdediger nrr. Marchant zal cassatie van het vonnis van het Gerechtshof te s Gravenhage verzoeken. Ret Nederl.-Belgische verdrag betreffende territoriale rechterlijke bevoegdheid enz. Het bestuur der Nederlandsen® Advoca- Iteiivereeniging heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden met eenige opmerkin gen naar aanleiding van het op 28 Maart 1925 Brussel tusschen Nederland en België gesloten verdrag, betreffende de itenitoiiale rechterlijke bevoegdheid, betref fende het faillissement en betreffende liet gez. en de tenuitvoerlegging van rechter lijke beslissingen, van scheidsrechterlijke mitspraken en van authentieke akten als mede van liet bij het verdrag genoemde additioneel» protocol. Het komt tot de volgende conclusie: Zooals het tractaat thans is geformuleerd, zal het vooral ten aanzien van het forum Contractus onoplosbare moeilijkheden bren ger. Do uitwisscliing der grenzen wat de territoriale bevoegdheid betreft. loopt voor hit op een nog niet aanwezige internationale gezindheid. Wi. men opbouwend werken, dan late men de competenlieregelen uit het tractaat Ifcrvaller. en beperke het exequatur tot: lo. scheidsrechterlijke uitspraken, m l et andere land reeds executoir verklaard; 2o. vonnissen in conventie en in recon ventie, mits met de conventie verband hou dende, gewezen in zaken in welke de vree.n- öeliug oorspronkelijk eischer was, alsmede in die gevallen, waarin de vreemdeling zich tij overeenkomst aan den vreemden rechter enderworpen heeft; So. authentieke akten, koorts har.dhave men de bepalingen ever faillissementen. Onderzoek van verlofgangers. Een binnenkort te verwachten Leger- .arder, zal een Minislerieele beschikking be vallen belreffende het onderzoek van ver lofgangers. Ondermeer is daarbij bepaald: In 1926 worden aan het onderzoek, be doeld in arl. 41, 3e lid, der Dienstplichtwet, onderworpen de tol de landmacht behoo- rende groolverlofgangers der lichtingen 1914 en 1917. Aan hel onderzoek nemen ook deel de dienstplichtigen van de bovengenoemde lichlingen, die een vrijwillige verbintenis hebben aangegaan als: a. verzorger bij den Rijkspostduiven- dienst; b. hoefsmid bij de infanterie; c. smid-bankwerker bij de voormalige "oefenings- houwilser-compagnie. 1. Aan het onderzoek nemen geen an dere verlofgangers deel dan zij, die voor een der lichtingen 1914 of 1917 zijn ingelijfd. 2. Verlofgangers, die voor een der lich lingen 1917 of 1917 zijn ingelijfd, maar len gevolge van uitstel of om een andere reden Iegelijk met een latere lichting de eerste oefening hebben volbracht, moeten zich aan hel onderzoek onderwerpen, voor zoover zij niet behooren tot lien, die daarvan zijn vrijgesteld. 3. De burgemeesters houden er rekening mede, dat, hoewel het gros der .dienstplich tigen van de lichting 1914 heeft behoord lot de landweerlichting 1920 en om die re den ook in hel voormalige verlofgangers- register van de landweer voorkomen, ook verlofgangers van do lichting 1914 aan het onderzoek zullen moeien deelnemen, die niet lot de landweer hebben behoord en wier namen in de voormalige miliiie-ver- logangersregislers, dan wel in het verlof- gangersrcgislcr, bedoeld in art. 71 van hel Diènslplichtbesluil, zullen voorkomen. Aan het onderzoek nemen niet deel zij, die: a. hun eerste oefening nog niel hebben volbracht; b. in 192G van den voor liet onderzoek bepaalden dag in workelijken dienst zijn geweest uit anderen hoofde dan bij wijze van straf, (art. 42, tweede lid der Dienst plichtwet)? e. bestemd zijn om in 192G voor herha lingsoefeningen in workelijken dienst te komen d. elders wonen dan in Nederland; e. zich buitenslands bevinden lor uil oefening van de zeevaart (hieronder niel begrepen de zeevisscherij); f. do binnenvaart uitoefenen op andeTe landen en zich deswege in een der landen ophouden g. ingevolge de geldende bepalingen ge heel zijn vrijgesteld van opkomst in worke lijken dienst in geval van oorlog, oorlogs gevaar of andere buitengewone omstandig heden. Ned. Vereeniging voor Koeltechniek. Zaterdag vergaderde in een der lokalen van het Gomeonle-Slachthuis de Neder- landsche Vereeniging voor Koeltechniek onder voorzitterschap van den 2den voor zitter don heer F. B. Löhnis. In zijn openingswoord herinnerde de heer Löhnis aan het overlijden van den voorzit ter der vereeniging, pref. dr. Kamertingh Onnes en heette do afgevaardigden van de Belgische, Duilsche, Engelsche, Amerikaan- sche, Fransche en ilaliaansehc zusierver- ecnigingen welkom. Nadat do nolulen der vorige vergadering waren vastgesteld, deelde de secretaris, ir, J. F. II. Koopman, mede, dat door de „Koninklijke Begeer" een plaquette van wijlen prof. Kamerlingh Onnes in omloop zal worden gebracht. Voorts deed de heer Koopman enkele voorloopige mededeolingen over het Con gres International du Froid, dat iu Septem ber 1927 te Rome gehouden zal worden. De begroeiing voor hot jaar 1926 sluit met oen batig saldo van ruim f 400. Daar de heer Löhnis zich niet meer her kiesbaar stelde als tweede voorzitter, moest in deze plaats voorzien worden. Door het bestuur was als candidaat ge steld prof. C. F. van Oyen, hoogleeraar aan de Veearlsenijkundige Ifoogesehool te Ulrcc-ht. Deze werd gekozen. Als bestuurslid in de vacalure-Kamer- lingh Onnes werd gekozen prof. dr. W. II. Keesom, hoogleeraar to Leiden. Voorts werd als eerste voorzitter der ver eeniging aangewezen prof. dr. M. d. Maas, hoogleeraar aan de Technische Hooge- school te Delft. Daarna hield de heer A. Oorlel, technisch hoofdambtenaar van het Ifaagsehe Ge meente Slachthuis een inleiding over de voornaamste technische installaties van het Slachthuis, welke vervolgens door de aan wezigen wenden bezichtigd. In den namiddags werd gezamenlijk een bezoek gebracht aan hel Maurifshuis en aan liet Vredespaleis. Een aanklacht. Naar verluid!, heeft de heer R. Ifeync le Rotterdam, die als accountant in dienst was van de Comm. Vennootschap Wm. H. Muller en Co. te 's-Gravenhage, een klacht bij den Raad van Tucht van het Nederl. Instituut van Accountants ingediend tegen den accountant, den tieer H. Burgmans Czn. en ook tegen prof. W. L. P. A. Molen graaf, die in dien Raad van Tucht een functie bekleedt, in verband met hun onder- teekening van de balansen van genoemde commanditaire vennootschap. De sociale wetgeving der bedienden. De hoofdbesturen van den Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkel» bedienden St.-Franciscus voor Assisië, den NationaJen Bond van Handols- en Kantoor bedienden Morcurius en de Nederl. Veree niging van Christelijke Kantoor- en Han delsbedienden zijn Ieraudiëntie geweest bij den minister van Arbeid. Aangedrongen werd op spoedige invoe ring van de werktijdenbesluiten voor de winkels, zij hel dan ook zonder de invoe ring van de rijkswetlclijke regeling der winkelsluiting. Ook werden verschillende molieven aan gevoerd len gunsle van een spoedige in voering van de arbeidstijdenbesluiten en de overige bepalingen der Arbeidswet in zake de toestanden op de kantoren. De minisier zegde overweging toe. Algem. Nederl. Typografenbond. Volgens liet pas verschenen jaarverslag telde de Algemcene Nederl. Typografenbond op 1 Januari 1.1. 9100 leden, tegen 93G8 op 1 Januari 1925. Het gelal vrouwelijke leden bedroeg 382. De lolale ontvangsten bedroe gen in 1925 f390,117, waarvan aan contri bution f314,325 De saldi der verplichte bondsfondsen bedroegen einde 1925 f 87S.G96, tegen f 705,531 in begin 1925 en wel als volgt: propagandafonds f240,245, werkloozenkas f 171,548, invaliditeitsfonds f36,217, overlijdensfonds f 181,738 en reser vefonds f 248,944. Vereenvoudigde spelling. Hel besluur van de Vereeniging tot vereen voudiging van onze spelling heelt besloten, do met baar streven sympalliiseerende ver- ecnigingen uit to noodigen, een vertegen woordiger aan te wijzen, om als lid toe 1e tre den lot liet op die wijze uit te breiden be sluur. Een grool aantal vcrcenigingcn heelt aan dat verzoek voldaan; voortaan zullen met de Vereeniging tot vereenvoudiging van onze spelling samenwerken: De Algemecne ver eeniging van leeraren bij,bet middelbaar on derwijs, de R.K. Lccrarcnvereeniging SI. Bo- navcnlura, Volksonderwijs, Diocesaanveree- niging van R.K. Onderwijzers in het Bisdom Haarlem, SI. Gregoriusvereeniging (Ulrecht), St. Lcbuinusroreeniging (Utrecht), R.K. On derwijzersbond (Den Bosch), Bond van R.K. Kweekscholen, Vereeniging voor Roomsch- Katholiek meer uilgebreid onderwijs, Veree niging voor Chr. M.U.L.O., Nederl. Onderwij zers-Genootschap, Bond van Ned. Onderwij zers. Waarom geen coöperatieve textielfabriek? Aangaande de slaking van de plannen voor de oprichting van een coöperatieve textiel fabriek schrijft De Textielarbeider: De commissie heeft, nadat een onderzoek is ingesteld, in het door haar uitgebrachte rapport eenstemmig als haar oordcel uilge sproken, dat hel wenschetijk en mogelijk is, lot oprichting en exploitatie van een textiel fabriek over te gaan. Niettegenstaande dit gunstige eindoordeel lreeft de commissie haar arbeid gestaakt en wel vooral om deze reden, dat het plan niet voldoende instem ming in vakbewegingskringen heeft onder vonden. De Haagsche financiën. In terband mot den toestand der ga- metnlt-financiën van Den Haag, 71 ie zich minder rooskleurig iate-n aanzien dan het vorig jaar, wordt voorgesteld het vermenig- vuldigingscrjfer voor de gemeentelijke in- k-nistenbelasting te brengen van 1.2 op 1.3. Voorts wordt voorgesteld de zakelijke be drijfsbelasting, dio voor het afgeloopen jaar builea werking was gesteld, dit jaar wederom te gaan heffen. De Haagsche Tram. B. en W. van den Haag hebben voorstel len ingediend in zake de exploitatie van hel Haagsche tramwegnet na 31 Dcc. 1926. Op dezen datum is de vergunning aan de II T M. afgeloopen en het stedelijke tramwegnet ge- hcel'ler beschikking der gemeente. B. en \V. komen in hun uitvoerig prae-advies tot de conclusie, dat de gewenschle oplossing der verdere exploitatie is een gemengd bedrijf, waarin de gemeente zoowel in liet kapitaal als wat de leidende organen betreft, in de meerderheid zal zijn Mol de H. T. M. zijn onderhandelingen gevoerd om le geraken lof een dergelijk gemengd bedrijf en beide partijen zijn het len slotle eens geworden over de te stichten naamlooze vennootschap. Het bedrijf zal zijn eigenaar en exploitant van bet stadsnet en van de intercommunale lijnen Den HaagDelft en Den HaagLei den der H.T.M. Voorts zal hel belast zijn mei aanleg en exploitatie van alle toekomstige uitbreidingen van dit gemeenschappelijk net. Ook de exploitatie van communale autobus sen en van intercommunale autobussen met eindpunt te 's Gravenhage zal vrijwel geheel door liet gemengd bedriji geschieden. De mogelijkheid blijft daarbij open, dat ook andere houders van intercommunale lijnen tot de naamlooze vennootschap toetreden. De Nederlandsche mijnwerkers en de staking in de Engelsche mijnen. Bq de 1 Mei-viering to Heerlen is liet uitroepen van de mjjnwerkerastaking in En geland bekend gemaakt. Besloten werd een telrgiam te zenden aan den Engelschcn mijnwETkersbond als uiting van de sympathie der Nederlandsehs mijnwerkers en met de inededeelirig, dat men zoo noodig; da ver plichtingen, die de Internationale oplegt, zal, nakomen. De gewone audiëntie van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid zal op Donderdag 6 Mei 1926 niet plaats hebben. Inbraak. Vr ij dagavond laai hoorde de concierge van een pand aan de Jufferstraat le Rotterdam onraad op hel dak. Ilij ging eens kijken en Irof op hel dak van liet belendend perceel, dot in gebruik is hij de expedileurslirma S. Co., een jong- menscli aan, dal hij van aanzien kende. De jonge man verleide hem, dat hij in betrek king was bij de firma S.. dal hij 's avonds op hel kantoor gewerkt had en dat men hem klaarblijkelijk vergelen bad, want locn hij. na beëindiging van zijn werkzaamhe den, weg wilde gaan bleek hem, dat de straatdeur op slot was en omdat hij geen sleutel had kon hij niet naar builen komen. Hij had al van alles geprobeerd en was ten slotte naar hel dak geklommen om daar een uitweg te zoeken. Hierbij had hij zich aan de hand verwond. De concierge die zich nu herinnerde hem wel eens bij de firma S. en Co. gezien te hebben, nam den jongeman mee in zijn woning, gaf hem een kop thee voor den schrik en verbond de gewonde hand. Later bleek evenwel, dat de jongeman reeds eenige weken tevoren ontslagen was. Hij had dit evenwel niet thuis durven ver tellen; had al dien lijd overdag op straal rondgezworven en had nu, om loch zijn maandgeld mee te kunnen brengen, zich des avonds in hel kantoor laten insluiten. In liet kantoor had hij een lessenaar en een lade opengebroken en er een bedrag van f 120 uit gestolen. Toert hij daarna weg wilde gaan, bleek hem, dat de deur op het nacht- slol was gedaan, oen omslandigheid waarop hij niet gerekend had en dié hem tenslotte naar hel dak deed gaan, waar de concierge hem onldelel heeft. De politie heeft den jongeman opgespoord en aangehouden. RECLAME. Kr 04VF«I y gaan snel over door V 4651 Oplichting. D o o r de ScIich lensche politie is op verzoek van de Am- sterdamschc gearresteerd de llaarlemsche flesschcntrckker IC., die Amsterdam en Haarlem en den ornlrek langen lijd door. zijn praclijken onveilig gemaakt heeft. IC* was lid van oen landelijke workloozcnorga- nisaüo 1c Haarlem en is. gearresteerd, we gens knoeierijen mei poslehèquos. De dure collecte. Ook (e Amsterdam wordt et-u onderzoek ingesteld naar de bedragen, die daar zijn ingezameld! voor Verso-hoor te Rotterdam, den penning meester van het comité voor do Drentsche venen. Naar dc Tel. mededeelt, is o. a. ge hóórd moj T. le Buiksloot, die van 1 April tol 1 Oclober optrad als secretaresse van bet Amslcrdamschc filiaal van het comité. Zij verklaarde, dal alleen aan directe giften door haar pl.m. f 8000 aan Verschoor was afgedragen. Hij kwam geregeld te Anislcr* dam en nam dan het batig saldo van de kas mee naar Rollerdam. Het aantal giften, dat uit Amsterdam dit reet naar Rotterdam werd gezonden, dus niet via liet Amsterdamsche filiaal, werd door haar op pl.m. f 12 000 geschat. De juffrouw wist, dat verschillende groole firma's te Amsterdam helangrijke bedragen per giro en postwissel direct naar Rollerdam hebben gezonden. Poslwissels van f80, f 100 en f150 wa ren geen zeldzaamheid. Zij wist cchler niet meer welke firma's dal waren. liet zou daarom van veel belang voor bet onderzoek zijn. indien deze firma's zich aan de Rol- lerdamschc politie bekend wilden maken. Moj. T. heeft geregeld boek gehouden. Deze boeken heeft zij bij haar vertrek aan Versehqpr gegeven. De Justitie heeft nu onderzocht of deze boeken bij Verschoor (e vinden waren. Dit j onderzoek was niel gemakkelijk, daar in een der kelders van hel Juslitiegebouw de geheelc ruimte gevuld is met de in beslag genomen bescheiden van den on (rouwen penningmeester. Dc Amsterdamsche boe ken bleken cchlcr nergens le vinden ie zijn, J.1. Maandag heeft men een huiszoeking gedaan in de woning van Verschoor aan den Noords ngel. Maar ook daar was geen spoor van de Amsterdamsche boeken te vin den, zoodat men slechts kan aannemen, dal Verschoor deze hoeken heeft vernietigd. Ernstige storing bij dc Nod. Dok Mij. Zaterdagnacht is bij dc Neder landsche Dokmaalsohappij le Amsterdam een ernstige storing van het bedrijf ont slaan. Het stoomschip Jason van de Kon. Ne derl. Stoombootmaatschappij was Zaterdag avond in een der z.g. vaste droogdokken opgenomen, ter inspectie van de schroefas, welke le dien einde werd verwijderd. In den loop van den nacht ontstond, door tot nog loc onbekende oorzaak, een groole. scheur in den bodem van 't dok. Dit liep vol vvaler, dat vervolgens zijn weg vond door de opening van de schroefas in den tunnel van de Jason. Eenige werklieden Irachtlcn nog een prop in de opening te slaan, hetgeen evenwel mislukte. Ten slotte slaagde een der machinisten er in nog dc waterdichte deur naar de pia- chinekamer dicht le draaien. Van de Jason. die geladen was, is ver moedelijk door bel uil den tunnel lekkende waler dc lading In het achterschip bedor ven. De schade aan hel droogdok zal zeer groot blijken. Dc omvang valt echter eerst nauw keurig le eonslalecrcn. als hel rlok is leeg gepompt. Naar wij vernemen, is de Jason Zondag- Naar het Engelsch van RAFAëL SABATINI. 481 Zij was op een stoel neergevallen, met lusteloos in den schoot gevouwen handen, Neergeslagen oogen en bleeke wangen. Maar «laar hijgende borst verkondigde mij dat niijn woorden niet zonder uitwerking waren Gebleven. „Weet u niels van dp afspraak die ik met Uialellerault heb gemaakt?" vroeg zij met "roevige stem. Chalellerault was een bedrieger!" riep ik lij. ..Cleen man van eer zou zich verplicht -Jenen den prijs van die weddenschap le taien. Ik betaalde hem, niet uit verplich- maar oin u door die betaling een Geven'** ^ew^s van mi^n oprechtheid le e ■,Da'..maï 200 zijn", zei ze. „Maar ik gaf ia mijn woord met hem te zullen trou- nrvinC'i5n hij u in vrijheid liet stellen". iu'*a e ,!ofle géldt niet, want toen u dio t*„ *??-,k/eeds vr'b daarenboven, Cha- nioi? ro0C* t°naiinstc stervende", fclaarde "erkaa^e zij, de oogen op- Éen'h' hebben geduelleerd". Vhir.Uuïi 0I,I?€1"hbaar glimlachje van ver- vloog a,s cen Hchlslraal „PaTdicul" riep ik uit, „u doet mij on recht. Hij is niet door mijn hand gevallen. Ik was liet niet van wien het voorstel tot een duel is uitgegaan". Ik deelde baar toen al de bijzonderheden van de zaak mede, alsmede dat zijn voorgenomen gerechtelijke moord van mij streng door den koning ge straft zou worden indien hij den koning die moeite niet had bcspaifrd door zich zelf het leven te benemen, door zich in zijn degen te werpen. Toen volgde een stilzwijgen. Roxalanne zat na le denken. Om haar allen lijd te geven te laten bezinken wal ik gezegd had, want dat moest immers voor mij getuigen, keerde ik mij om cn liep naar een der vensiers. „Waarom hebt u mij dat niet eerder ge zegd?" vroeg zij plotseling. „Waarom ach waarom heeft u mij die heel schande lijke geschiedenis niet bekend zoodra u mij begon lief (e hebben zooals gij zegt". „Zooals u zei", herhaalde ik. „Twijfelt gc aan mijn liefde? Kunt u daaraan twijfelen na alles wat ik heb gedaan?" „Ach! ik weet niet wat ik gelooven moet", riep zij uit met een snik in haar stem. „Ge hebt mij zoo zeer, zoo dikwijls bedrogen. Waarom heeft u het mij niet verleid dien avond op de rivier? Of later toen ik er op aandrong, hier in huis? Of dien anderen avond in de gevangenis le Toulouse?" „U vraagt waarom? Kunt u die vraag niet zelf beantwoorden? Kunt u den angst die in mij was niet begrijpen dat u voor mij zou wegdeinzen en mij verfoeien? De vrees, dat als u mij maar een weinig liefhad, ik die genegenheid voor goed zou verliezen? De vrees dat ik uw geloof cn vertrouwen in mij zou vernietigen? Ach mademoiselle, be grijpt u clan niet dat hel mijn eenige hoop was eerst mijn nederlaag aan Chatcllerault te erkennen en den prijs voor de wedden schap te betalen?" „Hoe kon u u tol zulk een weddenschap lalen overhalen?" „Ja, hoe? U heeft van uw moeder iels ge hoord van de reputatie van Bardelys. Ik was een zorgeloos man, oververzadigd van al de luxe die het leven mij gaf, bedorven van al die weelde, of liever er van walgend. Was het zoozeer te verbazen dat ik mij liet overhalen tot zulk een zaak? Het beloofde mij wat opwekking te bezorgen, een nieuwe ondervinding, moeilijkheden op mijn levens weg dien ik helaas al te effen had gevon den want Chalellerault beschouwde uw algemeen bekende koelheid als de voor naamste reden dat het mij niet zou geluk ken uw liefde te winnen. En ik herhaal hel, al te teergevoelig was ik niet. Ik maak geen geheim van mijn ge breken, maar u moet er mij niet te zeer om verachten. Indien u de beschaafde dames in Parijs kende, indien u kon luisteren naar •haar grondbeginselen en een dieper blik slaan in haar leven, zou u zich niet zoo over mij verbazen. Ik had nooit andere vrouwen gekend. Op dien avond toen ik op Lavédan aankwam was ik bijna ontsteld door uw zachtheid, uw reine onschuld, uw bijna kinderlijke deugd, ik had nooit zoo iels gezien. Van dal eersle oogenblik af aan was ik uw slaaf. En ik was dag aan dag mei u in den tuin. En bier in dezen ouden zuidelijken tuin met u en uw rozen, gedu rende de dagen van mijn herstel, is het zoo wonder dat leis van de reinheid, de zoet heid die in u was cn in uw rozen, in mijn hart sloop en het eenigszins zuiverde? Ach mademoiselle!" riep ik uit, en ik naderde haar en ik was op liet punt voor Kaar neder te knielen, maar zij weerhield mij en viel mij in de rede. „Mijnheer", zei ze, „wij kwellen ons zelf te vergeefs. Dit kan maar op één ding uit- loopcn". De toon waarop zij sprak was koel maar het wa9 een gedwongen koelheid, anders had zij niet gezegd: ons zelf. In plaals van mijn ijver le beteugelen, vuurden baar woorden mij aan. „Dat is zoo, mademoiselle", riep ik opge wonden uit. „Eén einde is slechts mogelijk!" Roxalanne begreep mij en fronste de wenkbrauwen. Ik was misschien te ver gegaan. „Wij moesten cr nu maar een eind aan maken, mijnheer. Er staal te veel tusschen ons, dat ons scheidt. U wedde, dat u mij tot vrouw zoudt krijgen." Zij huiverde „Dat zou ik nooit kunnen vergeten." „Mademoiselle, neen, dat deed ik niet," ontkende ik rondweg. „Wat? deed u dat niel?" „Neen. Ik wedde niet, dat ik u zou* krij gen. Ik wedde een zekere mademoiselle de Lavédan tot vrouw te verwerven, iemand, die ik niet kende maar u niet, neen u niet." Zij glimlachte een heel, heel klein bcclje vertoornd. „Uw onderscheiding is heel fijn, te fijn voor mij, mijnheer." „Ik smeek u, wees redelijk. Denk er ver standig over na." „Ben ik dan niet redelijk? Denk ik dan niet na? Maar er is zoo veel om over te denken!" zuchlte zij. „U dreef uw mislei ding te ver. U kwam bier bijv. als mon sieur de Lespéron. kWaarom die dubbel zinnigheid?" „Dat deed ik alweder niet, mademoi selle". Zij keclc mij met verachting aan. „Ach mijnheer, wat kunt u de dingen dapper ontkennen." „Heb ik u gezegd, dal ik Lespéron beetle? Heb ik mij zelf aan mijnheer uw vader voorgesteld als Lespéron?" „Ja zeker." „Neen, zeker niel. duizendmaal neen. Ik was daarin het slachtoffer van dc omstan digheden en indien ik ze tot mijn voordcel aanwendde, nadat ze mij opgedrongen wa ren, verdien ik daarvoor afkeuring en moet dat mij aangerekend worden als bedrog? Terwijl ik buiten kennis was, heeft uw vader mijn kleederen onderzocht om le we ten te komen wie ik was. In den zak van mijn wambuis vonden zij eenige papieren aan René de Lesperon geadresseerd, minne brieven, oen communicatie van den hertog van Orleans en een vrouwenportret. Uit dit alles werd opgemaakt, dat ik Lespéron was. Toen ik uit mijn bewusteloosheid ontwaak te, begroette uw vader mij mei groole har telijkheid. iels waarover ik zeer verbaasd was. Hij bcspak, of liever vertelde mij dc*n stand van zaken in Lnnguedoc en zijn eigen connectie met de oproerlingen, zoa dat ik meer dan verbaasd was over zijn verregaande vermelelbcid. Maar toen hij mij mijnheer de Lespéron noemde, begreep ik het, maar le laat. Kon ik mijn identiteit ontkennen? Kon ik hem vertellen, dat ik Bardcly3 was, de gunsteling van den ko ning? Wal zou er dan gebeurd zijn? Dn! vraag ik u, mademoiselle Zou ik niet- als een spion beschouwd worden, en zouden ze bi*? in uw kasteel niel korle mellcn met mif jgemaakl hebben?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5