flo. 20287. MAANDAG 3 MEI Anno 1926. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van lieden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER 1DVERTENTIEN: 30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs Kleine Advertenüfn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80. Incasso volgeDS poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers, voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus Tio. 54 PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post f 2.35 portokosten. <1 0.18. 0,18, Dli nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Watersnood-Comité. Bij het Watersnood-Comité zijn nog de volgende giften ingekomen: Club van Drie 'f0 75; C. L. N. te L. f42.50. Giften worden nog gaarne ingewacht bij Sen penningmeester, den heer F. Muys van de Moer, Plantsoen 49, Leiden, postgironum mer 57471. Huldiging van mr. dr. J. C. Overvoorde in het Stedelijk Museum „De Lakenhal". Het laatste bedrijf der huldiging van |nr. dr. J. C. Overvoorde in dc tentoon stellingszalen van het Stedelijk Museum „De Lakenhal" heeft Zaterdjvg de kroon gespannen over" dezen dag, zooal^ trouwens tc voorzien was. Een groot aantal belang stellenden, die op eenigerlei wijze conta-ct hebben gehad met den veelzijdigen arbeid yan den jubilaris, of hem persoonlijk gene gen zijn, waren er bijeengekomen, waar onder als vertegenwoordiger van den Mi nister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, de heer'F. Visser, chef der af- flechng Kunsten en Wetenschappen aan dit departement, prof. mr. R. Fruin, alge meen Rijks-Archivaris, prof., dr. Van der Pluim, als vertegenwoordiger van den Ned. Oudheidkundigen Bond, prof. dr. W. iVogelcnsang, hoogleeraar in de Kunstge schiedenis aan de Rijksuniversiteit te 'Utrecht, dr. F. O. Wieder, bibliothecaris yan do Universiteitsbibliotheek alhier, «eni ge collega's archivarissen uit andere ge meenten en een aantal hoogleeraren uit Leiden cn vele anderen, die tot het hulde blijk hadden bijgedragen. Zooals wij reeds mededeelden prijkten de schilderijen van oude meesters en van he- iendaagsche schilders, aanwinsten uit den (ijd van des heeren Overvoorde's direc- :eursv.chap, dank zij de goede zorg van den adjunct-directeur, den heer A. Coert, in passende volgorde langs de wanden. Een strijkje van superieure kwaliteit ver welkomde den jubilaris en zijn echtgenoote bij het binnenkomen met muziek. De voorzitter der huldigingscommissie, jevens voorzitter van de Commissie van de „Lakenhal", de heer Aug. L. Reimeringer, deed dit daarna namens al de aanwezigen in waardeerende woorden. Toen de tijd van het jubileum naderde, kwam bij velen spontaan de gedachte op deze gelegenheid te moeten aangrijpen, om u voor uwe groo te cn veelvuldige verdiensten te huldigen, feeide spr. Een commissie kwam tot stand en haar oproep tot medewerking vond van Verschillende kanten weerklank en zoo kun nen wij u hier ontvangen in deze mooie zalen van uw eigen huis, waar u nu aan de wanden door de zorg van uw medehel per, den heer Coert, zien kunt wat u ge durende 25 jaren voor het Museum hebt weten bijeen te brengen. Meer bevoegden dan spr zouden de verdiensten uiteenzetten van den jubilaris, hij wilde hem en zijn echtgenoote thans namens de Commissie van dc „Lakenhal" en van het Oud-Achief hartelijk gelukwer.schen en de hoop uit spreken iiit hij nog vele jaren mocht wor den gespaard voor zijn werk-en voor dc gemeente Leiden. Na deze korte maar hartelijke toespraak, die met teekenen van bijval werd begroet, £.if dc voorzitter het woord aan prof. dr. 'Martens, directeur van het Koninklijk Ka- i binet van schilderijen te 's Gravenhage, die aanving met de opmerking dot hij, toen üien hem had verzocht hier de verdiensten ran den jubilaris te schetsen, een oogen- fehk heeft geaarzeld clit te doen, omdat hij zich daartoe tot oio zekere hoogte incom petent achtte.. Dat hij het ten slotte toch aannam is hierom, dat hij één ding weet, ri.l dat dr. Overvoorde is een man met Ontzaggelijke werkkracht en met groote liefde is vervuld voor de taak hem opge legd. Zij-- eerste indirecte kennismaking met den heer O. dagteekent uit spr.'s studen tentijd, toen hij op dc leestafel in ,,Mi- ïierva" een bulletin van den Oudheidkundi gen Bond vond, zooals er zoovele van hem zijn verschenen van den oprichter en de ziel van den Bond tevens. Spr. wilde het daarover echter niet hebben. Bij het 25-ja- J'jg bestaan van dien Bond heeft dc Regee- *lpg hem daarvoor gehuldigd (door het ver- wénen van de Orde tot" Ridder van den Neder] Leeuw. Vcrslagg.) Gij hebt heel uw leven gestreden voor het behoud van Nederl. monumenten, >».*et ia ons land maar ook in In'dië. in d-Afnka en zelfs tot in Spitsbergen toe, zc-ide spr. Hij somde vervolgens een en an- ,':r °P wat de lieer O. publiceerde: over uu-Dordt, de rekeningen van Dordt, enz. I W te ver6eten de Geschiedenis van p Ned. Postwezen, waaruit* blijkt, hoe I" ™1»™* daarmede op de hoogte is. tL: es Wak dc heer O. duet, doet hii breed n grondig. Maar vandaag aldus spr. oeren wij s ar°hivan's en directeur van het Mu- W geiden. Toen u hier voor 25 jaar u jbele taak aanvaardde had u veel te hervormen cn te verbeteren zonder daartoe de noodige hulp te hebben. Gij hebt de in het archief aanwezige stof gecatalogiseerd, zoodat het bruikbaar was; gij hebt de voorbeeldige Prentenverzameling uitgege ven en nog zooveel meer voor het Leidsch Archief gedaan. Vooral uw taak als directeur van de „Lakenhal" was moeilijk. Gij vondt daaa naast veel op het gebied der geschiedenis van de stad, een kleine kern van schilde rijen van oude meesters. En het gevaar was groot dat u, dit eerst in Utrecht, en later te Dordrecht u bewoog op het gebied van het archiefwezen, van het Museum een oudheidkamer zou maken. Dit is niet ge schied, dank zij uw brceden blik. Gij hebt de kleine kern van doeken van oude meesters steeds weten uit te breiden. Maar gij hebt nog meer gedaan. Gij hebt ook aan de nieuwe schilderkunstvan Leid- sche schilders recht weten te doen. En na dat- ge naar aanleiding van artikelen van Kees Verster in het „Leidsch Dagblad" de hand wist te leggen op een verdienstelijke krijtteekening van Floris Verster, hebt gij het Museum steeds weten te verrijken met het werk van moderne Leidsche schilders. Wij hebben slechts om ons heen te zien om dit te erkennen. Maar daardoor hebt gij niet dc andere rubrieken verwaarloosd. Gij hebt gezorgd voor een behoorlijke be schrijving der schatten van het Museum. Toen gij hier kwaamt, bestond er slechts een catalogus van 1866. Thans is uw nieuwe catalogus bijgehouden tot op dezen dag. Spr. herinnerde verder aan de vele hier aangerichte, tentoonstellingen en lezingen, waardoor de belangstelling voor de kunst is toegenomen waarvan de Rembrandtten- toonstelling wel de kroon spant. Met medehulp van uw adjunct, den heer Ooert, hebt gij het Museum gemaakt tot een centrum van de kunst, zeide spr. en gij kimt met voldoening terugzien op de 25-jarige loophaan. Gij hebt moeilijke jaren achter u, toen uw gezondheid zooveel te wensehen overliet. Toen hebt gij vooral den steun ondervonden van haar, die lief en leed met u deelt en die daarom ook heden mag deelen in de u gebracht hulde. Deze warme en van groote kennis van het werk en streven van den jubilaris ge tuigende rede, werd met applaus begroet. Hierna bood de eere-voorzitter van de huldegroep-commissie, mr. dr. N. C. de Gijselaar het reeds door ons beschreven huldeblijk aan. Hij sprak in twee kwaliteiten n.l als voorzitter van de Commissie van het Oud- Archief en als hoofd der gemeente. Het gemeentebestuur apprecieert uw kennis, uw kunde gepaard aan groote werkkracht zeer zeide spr. Ook mevrouw Overvoorde wenschte spr. van harte geluk. Uit schrif turen van haar hand door hem als voorzit ter van het Oud-Archief wel eens ontvan gen, blijkt hoe zij met het werk van haar man meeleeft. Spr. hoopte dat dc heer Overvoorde nog vele jaren naast zijn vrouw zijn taak mag blijven vervullen, ook al kan hij zooals hij ondeugend opmerkte, hen al lang niet meer als zijn onderdanen begroeten. (Luid applaus) - Prof. Van der Pluim richtte, bij afwezig heid van den voorzitter van den Oudheid kundigen Bond als bestuurslid van dien Bond, daarna zich in zeer waardeerende woorden tot den oprichter van en den harden werker voor den Bond, wiens ver diensten hij onder teekenen van instem ming der aanwezigen schetste. Een aardig moment volgde daarop toen de ijverige en bij alle museumbezoekers be kende concierge, de heer J. W. Broekhuy- zen, met het overige personeel naar voren trad en den jubilaris met een kort, maar van - achting en waardeering getuigen** woord bloemen aanbood en een 18de eeuwsch glas, waarop echter het feest van heden in onverslijtbare letters was vast gelegd. Deze hulde was blijkbaar den heer Overvoorde en mevrouw Overvoorde een zeer geapprecieerde verrassing. Hierna nam de jubilaris zelf het woord. Het was hem niet onbekend gebleven dat er op dezen dag iets zou gebeuren, maar dat de huldiging zoo grootsch zou zijn als is geschied, dat had hij niet kunnen ken. Wanneer hij zou ingaan op al de har telijke woorden, dan zou hij telkens in moeilijkheden komen met zich zelf. De me daille heeft voor hem deze keerzijde, dat zij hem dwingt tot ernstige zelfcritiek. Daarom zal hij veel van den aan hem toe- gezwaaiden lof op de vriendelijkheid van de sprekers afschrijven. Terugziende op zijn leven, kon hij op vele gelukkige omstandigheden wijzen. Hij had het voorrecht op het Erasmuaansch gym nasium les te ontvangen van dr. Kan eD den lateren prof. Fan Heiten, die bij hem liefde wisten te wekken voor onze historie Aan de Universiteit te Leiden was in het Oud-Hollandsch recht prof. Fockema An- dreae en in het administratief recht prof. Buys zijn leermeester. In Heidelberg vond hij ook een enthousiasten leermeester. Aan het Archief te Utrecht gekomen, had hij "het voorrecht, dat dc archivaris, prof. Mul ler hem wilde inwijden in dit moeilijk werk yan het archiefwezen. Zoo toegerust kwam hij als archivaris te Dordt, waar hij bui tengewoon gelukkige jaren heeft doorge bracht. Dat hij vandaar naar Leiden ging vindt zijn oorzaak hierin, dat hij in Leiden een centraal punt van de wetenschap vond, terwijl oude herinneringen uit zijn studen tenjaren hem ook trokken. ZijD leven en werken in Leiden in den breede nagaande, had hij veel reden tot dank voor den steun van het gemeentebestuur en voor de mede werking van het personeel. Dat hij ook buiten zijn ambt veel heeft kunnen doen, dankte hij voor een groot deel aan zijn lieve vrouw, die hem in alles bij staat. (Applaus). Daaronder behoort ook zijn zorg voor de oude momumëntcn. Daarbij stilstaande, sprak h*j zijn erkentelijkheid er over uit, dat minister De Visser een ontwerp van wet bij die Kamer had ingediend, om van Rijkswege daarvoor te zorgen, welk ont werp door een hevigen tegenstand van be paalde zijde weder werd ingetrokken. Spr. hoopt dat de tegenwoordige Minister" van Onderwijs, K. en W. als jonge man, deze taak weder zal aanvatten. Zonder de dwin gende hand van de wet is het niet moge lijk onwillige eigenaren te verhinderen de schennende hand aan oude monumenten te 'slaan. Hoeveel wij daarin bij andere lan den ten achterstaan heeft spr. op zijn jong ste reis door Italië gezien, waar zulk een wet wel bestaat. Spr. besloot^zijn rede met het uitspre ken ook zijnerzijds van den wensch dat hij zijn ^xrbeid aan het Archief en in het Mu seum nog vele jaren zal mogen voortzetten. Jubileum directeur der gemeentewerken. Den 23en Mei a.s. zal het 25 jaar geleden zijn dat ir. Cr. L. Driessen alhier de betrek king van directeur van gemeentewerken aanvaardde, nadat hij sinds 10 December 1900 als ingenieur bij gemeentewerken werkzaam was geweest. Met den benoemde stond indertijd op de voordracht de heer P. Huffnagel, kapt.- ingenieur bij het departement van Oorlog. De heer Driessen werd destijds benoemd met 19 stemmen tegen 5 stemmen op mum mer 2 der voordracht uitgebracht. De heer Driessen heefl zich al dien tijd leeren ken nen als een uitnemend ambtenaar met een enorme werkkracht, een groote toewijding, streng maar strikt rechtvaardig tegenover den grootcn staf van ambtenaren, beambten en werklieden van zijn afdeeling. Gedurende liet tijdvak van 25 jaar, dat hij aan het hoofd van Gemeentewerken stond, zijn de werkzaamheden en daarmede ook de verantwoordelijkheid van het hoofd van dezen tak van dienst zeer toegenomen en is de stad geducht uitgebreid. De heer Driessen heeft zijn omvangrijke afdeeling echter steeds volkomen kunnen bcheersc'ken en kan dit nog. Vandaar dat de Raad op voorstel van B. en W. dezer dagen nog besloot hem in zijn beirekking te hand haven hoewel hij reeds den pensioengerech tigden leeftijd heeft bereikt. Ongetwijfeld zal dan ook deze dag voor den jubilaris niet onopgemerkt voorbijgaan. Doopsgezinde Jongerendag voor Zuid-Holland Gisteren werd hier de eerste Doopsgezin de Jongerendag voor Zuid-Holland gehou* den, uitgaande van de Vereeniging van Doopsgezinde Jongeren. De afdeeling Aals meer had zich hierbij ook aangesloten, zoo dat ook uit die gemeente en hare omgeving een aantal vrouwelijke en .mannelijke leden waren overgekomen. Voorts waren er groe pen uit Den Haag, Rotterdam en elders. De eerste gang in Leiden was naaT de Doopsgezinde Kefk, waar ds. Bonga optrad, die sprak naar aanleiding van I Korinthen 3: 9, de woorden: „Wij zijn Gods mede arbeiders", welke tekst blijkbaar gekozen' was., in verband mèt dezen dag, waar immers ook de jongeren onder de broedera heden -getuigenis gaven van hun voorne men om godsdienslige menschep, ie willen zijn. Ka afloop maakten de jongelui onderling kennis om daarna de doopsgezinde gezin nen op te zoeken waarin gastvrijheid was aangeboden en waar de maaltijd gebruikt werd. Te twee uur had weder een samenkomst in de Kerk plaats, alleen toegankelijk voor de Jongeren zelf. Hier hadden onderlinge besprekingen plaats in het belangeer ver eeniging cn hield Aldert Eveleen, uit Aalsmeer, een inleiding over: Christendom en levenspraclijk, waarop een levendige doch vriendelijke gedachtenwisseling volg de. Na afloop van deze bijeenkomst te onge veer hall vier ma a kien de deelnemers een wandeling door Leiden en in de omgeving der stad, waaTbij de Leidsche jonge broe ders en zusters voor hunne vrienden en vriendinnen als goede gidsen dienden. Na deze frissche wandeling scfliaande het jeugdig gezelschap zich in „Musis Sacrum" aan een -langen tafel, waar het koffiemaal was aangericht. Er heerschte ook daar een vriendelijke toon en c-en geest van broederlijke en zusterlijke gezindheid. De dag werd met een voor het beoogde doel passende wijdingssamenkomst in de Doopsgezinde kerk besloten, mede toegan kelijk voor belangstellenden. Ook nu was het kerkgebouw zooals des morgens, geheel bezet. Door al de aanwezigen werd tot inleiding slaande Gezang 9: 1 uit de Gezangenbundel der Doopsgezinde gemeente gezongen. Iïet Doopsgezinde Zangkoor onder leiding van mevrouw Van LeeuwenDe Paauw bracht daarop een drietal liederen ten gelioore n.l. „Ehre Gottes", „Ave Verum" en „Wie sie so sanft ruhn", begeleid door het orgel waardoor een gewijde stemming werd ge wekt. Daarop sprak Jan Wuite, doopsge zind proponent te 's-Gravenhage naar aan leiding van de gelijkenis der talenten, uit Matli. 25: 1430 een treffend wijdings woord, dat de vrome stemming verhoogde. Hierop volgde solo-zang van mevrouw Van Leeuwen. Gezongen werden: „Panis Angeiicus van César Frank en een Aria uit „Paulus" van Bartholdy Mendelssohn, begeleid door orgel, en viool, muziek van de heeren Van der Berg en Meerburg. Deze nummers die zooals wij dit van mevr. Van Leeuwen gewend zijn, voortreffe lijk werden gezongen, werden met groote aandacht aangehoord. Ds. Bonga las daarna eenige met den avond' in overeenstemming zijnde verzen van de dichters Kraal en Guido Gezelle, waarmede hij het oor en het hart der aan wezigen, jong en oud, won Begeleid aan de piano door mej. Toos Gleuns, zong mevr. Van Xeeuwen nog twee nieuwe liedjes, gedichten van Adama van Scheltema: „Schemerliedje" en „Moed", waarna de bekwame organist, de lieer Van der Berg met stemmingsvol orgelspel den avond besloot. Ds. Bonga sprak zijn voldoening uil over den wel geslaagden dag en dankte allen die er toe hadden medegewerkt. Hierna zongen staande alle aanwezigen Gezang 180: 1 (de Avondzang), waarna deze Jongerendag met dankgebed door ds. Bonga werd gesloten. Het 1-Mei-feest der S. D. A. P. Tegen drieën concentreerde zich Zater dagmiddag de belangstelling van al wal so cialistisch gevoelt in de omgeving van de Doez astraat, waar de optocht werd opgesteld, hetgeen vlot geschiedde, zoodat te ongeveer kwart voor vier de stoet zijn langen weg kon aanvangen. Over de samenstelling van den optocht meldden wij reeds het een on ander, zoodat wij thans gevoeglijk kunnen volstaan met mede te deelen, dat hieraan buiten het Mei- comité en de besturen van S. D. A P., L. B. B. en de Coöperatie „Vooruit" werd deel genomen door vertegenwoordigers van der tig vakorganisaties en drie muziekcorpsen, te weten „Nieuw Leven", „Werkmans Wils kracht" en de N. Z. H. T. M., terwijl vier praalwagens in den stoet meereden. De eer ste hiervan stelde voor de overwinning van de ontwapeningsgedachte, verpersoonlijkt in een jongeman, op den draak „militarisme"; de tweede was een propagandawagen van de Coöperatie „Vooruit", waarop door mid del van opschriften de verschillende voor- deelen werden opgesomd, terwijl de derde en vierde een schrille tegenstelling vormden tusschen hoe een arbeiderswoning niét en hoe ze wèl moet zijn. Eén opmerking mee- nen wij bij dit laatste niet achterwege te mogen laten. Waarom toch'de krotwoning voorzien van die opschriften, die niet dan aanstoot kunnen geven en o. i. zeer be-, grijpelijk aan menschen met een andere politieke overtuiging. Men bereikt hiermede slechts, dat andersdenkenden zich ergeren en dit kan toch bezwaarlijk in het belang van de zaak der S. D. A. P. zijn!! Overigens was aan de wagens alle zorg besteed, naar het ons voorkwam, meer dan in vorige jaren. Het geheel leverde met de bontkleurige vlaggen der A. J. C. en de vele vaandels, transparanten enz., een vroolij- ken aanblik op, dank zij ook de welwillende medewerking- van „Frau Sonne". Zonder oponthoud en in volmaakte orde werd de voorgeschreven route afgelegd en te circa halfzes weer het uitgangspunt bereikt, waar de voorzitter van den L. B. B. de heer Baart den stoet met een enkel woord ontbond, waarbij spr. in het bijzonder dank bracht aan het Mei-comité voor de goede regeling, aan de vervaardigers van de praalwagens, de bouwarbeiders en de schilders, voor hun prestaties alsmede aan alle organisaties voor hun medewerking. 's Ayonds vormde de groote Sladszaal, waar de feestavond gehouden werd het brandpunt van het so cialistisch gebeuren hier ter stede. De zaal was, zooals wij reeds Zaterdag opmerkfcep, geheel met roode vlaggen en guirlandes van roodc tulpen versierd, terwijl t^r weerszij den van het podium de diverse vaandels van de bij de S. D. A. P. aangesloten mo derne organisaties waren opgesteld. Er was zoowel boven als beneden geen plaatsje on- bezet, toen te ruiip acht uur de muziek- vereeniging „Nieuw Leven" onder leiding j van den heer Burgdorffer de bijeenkomst j inzette met een vroolijken marsch, gevolgd door de '„Internationale", die door allen slaande werd meegezongen. De afdeelingsvoorzitter, de heer. mr. D. A. van Eek, opende de vergadering met een woord van welkom tot alle aanwezigen. Dankbaar, aldus spr. moeten wij zijn voor hetgeen wij dezen dag reeds doorleefd heb ben. Spr. herinnert zich den tijd. dot door hem voorgesteld werd om het Meifeest te maken tot een feest voor hel goheoJc gozinT zoowel jong als oud. En op het feest van hedenochtend is door alle kinderen oprecht genoten; ook de fietstocht lean als uitstekend geslaagd worden beschouwd, terwijl de op- i BINNENLAND. Prijsvragen der Leidsche Universiteit, Prol. Koswer te Utrecht treedt af aai het einde van den cnrsns. In Den Haag wordt de belasting weer verhoogd. BUITENLAND. Tegen morgen is in Engeland de alge* nieene staking geproclameerd. De iegeerinf heeft alle onderhandelingen met de arbei- ders afgebroken. Bloedige 1 Mei-betoogingen in Polen. tocht liet glanspunt van de 1-Mei-feestvie ring was, een glanspunt ook, omdat dit on derdeel zich richt naar buiten. Zijn wij echter, zoo ging spr. voort, allen vervuld van dankbaarheid, dit beleckent echter nog geen voldaanheid. Wij willen, dat het Meifeest in de toekomst zal worden het feest van den arbeid in zijn geheel, een dag waarop al het werk stil ligt cn die door niet-socialislen wordt geëerbiedigd als een erkende feestdag. Maar daarom moeten wij zorgen, dat de opkomst zoo groot wordt, dat wij moeten uitzien naar een grootere zaal. Spr. besloot met den wensch uit te spreken, dat deze avond er een zijn zou van groote tot-werken-opwekkende vreugde, een avond waardoor het solidariteitsgevoel en de liefde voor liet socialisme zou toenemen (applaus). Nadat „Nieuw Leven" zich in een twee tal correct uitgevoerde muzieknummers had laten hooien, verkreeg de spreker van dezen avond, de heer P. Moltmaker uit Utrecht, lid van de Eerste Kamer dor Stalcn-Gene- raal en voorzitter van de Ned Ver. van hel Spoor- en Tramwegpersoneel, hel woord lol het houden van zijn Mcifeestrcde. Spr. ving zijn betoog aan met op te mer ken, dat wij op deze 37ste viering van den 1-Mei-dag onwillekeurig in gedachten ver toeven bij de millioenen mede-prolefariërs, die ook dit feest vieren, maar ook denken wij aan Spanje, Hongarije. Italië en Grie kenland. waar dit feest niet gevierd mag worden. Onze geheel e arbeidsbeweging moet paraat zijn tegen een optreden als dat van een Mussolini in Italië, die niets dan zichzelven ziet. Hot stemt daarentegen weer tot blijdschap te vernemen, dat ondanks de scherpe maatregelen van dezen laag-bij- den-grondschen „Streber" in een klein dorpje in Italië zich deze week duizend landarboidera hebben durven organisceren (applaus). Spr. stelt hen ten "voorbeeld aan de Hollandsche arbeiders, die genoegen ne men met de meest slechte arbeidsvoorwaar den. De Meidag eigent zich in het bijzonder om een aantal eischen kenbaar le maken, waarvan de handhaving van den 8-urigen arbeidsdag wel de voornaamste is. zooals spr. in den breede uiteenzet. Slechts door het voeren van een aanhoudende actie kun nen wij dezen eiscli tot in alle bedrijven ingewilligd krijgen. Wij strijden ook voor de medezeggingschap in de bedrijven en de al gchoele ontwapening. Hebben wij niet na jaren langen arbeid het algemeen kiesrecht, zoowel voor man nen als voor vrouwen, verkregen? En waar om zouden wij dan sceptisch staan tegen over de vervulling van deze eischen? Doch daarvoor is noodig versterking, verbreeding en verdieping van onze partij-beweging, daarvoor is noodig aller krachtdadig? mede werking. daarvoor is noodig. dat al onze mede standers, rre-de strijders wor den. De S. D. A. r gaat gestadig vooruit, hetgepn zich weerspiegelt in den uitslag der gehouden verkiezing, waardoor een ver schuiving van 4 zetels naar onzen kant plaats vond, welke tengevolge had. dal Co- lijn niet langer kun regeeren (applaus). Ondanks de "verdeeldheid, d overal in ons land en ook in het vakverbond vall waar 1° Hemen, blijft dit machtige Italiaan zich steeds uitbreiden. Wanneer er momenteel één feit is. dat ons in de komende weken tot richtsnoer kan zijn. dan is dit het mijnconflict. dat heden in Engeland is uilgebroken en dat bereik* is, doordat er in dat land slechts één vak verbond is, welke bestuursleden dc regee- ringsvoorstellen durfde-, verwerpen, omdat zij alle mijnwerkers achter zich wisten. En van welk een geweldige be teekenis dit is. bewijst bet feit, dat dit conflict beschouwd wordt als een nationale ramp. Dit conflict heeft dus onze belangstelling en hoe de uit slag ook moge zijn. liet blijft voor ons een les van hetgeen niet eensgezindheid kan worden bereikt' (applaus). In een krachtige stot-peroralie wekte spr. allo mannen en vrouwen van Leiden op om ertoe'mode te werker.-dat het volgend Mei feest een feest zou zijn, waarop de over winning kon worden gevierd van de een heid in de socialistische en moderne vak beweging van Nederland Na deze luide toegejuichte rede was hot woord Tin do nrheidor?7 nevereenilintt ..De Slem des Volles", din ned-r Inldinf van don heer O W do Vohel om _driol.il liederen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1