wij hem vooral in deze periode niet safe vinden». Telkens toch heeft hij den bal niet klèmvast, doch het geluk' is met hem en steeds weet hij in laatste instantie het leder weder te bemachtigen. Goede schoten van Pijl en Tap noteeren wij. doch alles zonder succes; steeds weet Caudron doelpunten te voorkomen. De Belgische voorhoede brengt zoo nu en dan een bezoek aan het Hollandsche doel, waarbij ons opvalt het gevaarlijke uitloopen van Quax; eenmaal zien wij hem zelfs op Diddens toestormen, deze zet onberispelijk voor en R. Braine schiet in. doch gelukkig is van Kol in het doel en weet den bal-weer veldwaarts te zenden, hetgeen zich even daarna herhaalt, waarbij Sandberg als red der moet fungeeren. De groote fout van onze~voorhoede is, dat te weinig geschoten wordt en wanneer dit gaandeweg verandert, i9 Caudron beter, ..safer" en weet op meesterlijke wijze harde schoten van Tap. Pijl en Ruysch te stop pen. Eenmaal denken wij Pijl te zien sco ren, als hij een voorzet van Sigmond opvangt en op het doel afstormt, doch Caudron loopt uit, laat zich op den bp.1 vallen en werkt dezen tot hoekschop. Caudron en Ruysch* Holland blijft sterk in de meerderheid, al blijven de enkele aanvallen der Belgen ge vaarlijk; eenmaal zelfs zien wij een schot van Diddens, door Quax even aangeraakt, langs de doellijn aan de andere zijde uitrol len. Als er nog 15 minuten voor de rust te spelen zijn, volgt het eene schot na het andere op het Belgische doel. doch of Cau dron is op zijn plaats óf de bal gaat naast. Als Sigmond, die evenals Gielens telken male Onberispelijk voorzet, een te ver naar voren gespeelden bal tracht te achterhalen, loopt hij een fototoestel op statief, benevens, den fotograaf omver, wat hemzelf een niet onbeduidende schram op zijn been bezorgt, waardoor hij zelfs eenigen tijd hinkende aan het spel moet deelnemen Als Tap den bal daarna van Ruysch toegespeeld krijgt, aar zelt hij ditmaal niet. maar schiet onmiddel lijk. waardoor Caudron verrast wordt en het leder, onder groot enthousiasme van het pu blick, in het Belgische doel verdwijnt. 1—0. Vol moed blijven de onzen aanvallen, maar succes blijft uit en komt voor onze tegenstanders, wanneer bij een Belgischen aanval Sandberg aarzelt, te zacht op Quax terugspeelt en R. Braine den gelijkmaker scoort. 1—1. Fel pakken de oranjehemden aan, maar aarzeleh van Pijl en Tap verhindert succes en als enkele minuten daarna Herren rust fluit, is de algemeene meening. dat deze wedstrijd verloren zal worden. Met het voor deel van den harden wind in den rug en dan met de rust een stand van 11. neen, dat wordt een verloren wedstrijd. Doch als om 3 minuten over halfvier weer afgetrapt wordt, vermoedt niemand dat 4 minuten daarna de stand reeds 31 in ons nadeel zal zijn. Van den aftrap af krijgt Diddens den bal. zet voor. Van Kol tracht weg te koppen, raakt den bal onzui ver en deze waait in ons doel, 1—2 terwijl dadelijk daarop dezelfde Belgische speler wcerk voorzet, waarop de ongedekt staande Adams het leder opvangt en met een hard, laag schot den voorsprong ver groot. 1—3 Geprikkeld door dit succes der roodhem- den pakken de onzen fanatiek aan, dqch de beide Belgische achterspelers zijn op hun post en doen hun werk naar behooren, zoo dat Caudron in deze periode niet handelend behoeft op te tredeiu De aanvallen der Belgen volgen elkander nu weer snel op. doch eensdeels door goed verdedigen van Denis en van Kol, ander deels door naast schieten, blijft voorloopig de stand onveranderd. En dan krijgen wij gedurende een minuut of tien een absoluut overwicht der onzen en stormt onze voor hoede, daarbij aangespoord door de duizen den toeschouwers, op het Belgische doel af. Telkens denken wij één der onzen te zien doelpunten en het Belgische doel doorleeft gevaarlijke oogenblikken, maar hoe ook, door slecht schieten, goed stoppen van Caudron en ook door pech: zij kunnen maar geen succes boeken, hoe zij ook zwoe gen. Hel verre opdringen van Denis en van Kol wordt ons noodlottig, als Gillis den bal van verre toegespeeld krijgt, met v. Kol op zijn hielen op ons doel afstormt en deze ren besluit met een hard schot, waaT Quax geen kans op heeft, daaT hij verkeerd opgesteld staat in zijn doel. 1—4 Onze spelers hel moet gezegd zwoe-, gen wat ze kunnen, willen zich nog niet gewonnen geven en vallen onstuimig aan, waarbij Pijl eenmaal voor open doel staande van 2 meter afstand hard in de handen van Caudron schiet. Een geheel onverwacht succes vopr de Belgen komt, als Braine den bal ontvangt op een zeker 30 meter afstand van het Hol landsche doel en zich niet bedenkt, daarbij hard op doel schiet, waar Quax zich niet verroert, met het gevolg dat het leder in het net vliegt. i—5 Nog geven de oranje-hemden zich niet gewonnen en wij zien een paar malen Sig mond en Gielens goed voor doel zetten, doch door individueel spel van Pijl en Tap blijft een tegenpunt uit. Bij een dezer aan vallen wordt Tap van achteren gehaakt en ■fluit Herren voor strafschop. Een ieder denkt, ja is overtuigd, dat de achterstand nu tenminste verkleind zal wor den, maar neen, Tap schiet den bal hard OVERZICHT VAN HET STADION TITDENS l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 14