No. 20286.
ZATERDAG 1 MEI
Anno 1926,
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRUS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertenliën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRUS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week fWrtrt.. 0.18.
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week ..i™ 0,18.
m
Franco per post 2 35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Lel
den,
Gezien het verzoek van W. M. Brandt,
om vergunning tot het. oprichten van een
werkplaats voor het herstellen van machi
nes en electromotoren in het perceel Oude
iVarkenmarkt Nos. 3 en 3b, kadastraal be
kend Gemeente Leiden, Sectie F No. 1196.
Gelet op de arfct. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij dezen kennis aan het publiek,
idat genoemd verzoek met de bijlagen op
de Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is;
alsmede dat op Zaterdag, den 15 Mei e.k.
des voormiddags te halfelf uren op
het Raadhuis, gelegenhei-d zal worden ge-
igeven om bezwaren tegen dit verzoek in
te brengen, terwijl zij er de aandacht op
vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd
rijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der
Hinderwet voor het gemeentebestuur of een
zijner leden zijn verschenen, teneinde hun
bezwaren mondeling toe te lichten.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 1 Mei 1926. 4636
Vorstelijk bezoek.
Gistermiddag heeft, zooals wij toen reeds
met een enkel woord meldden, Prins Pange-
ran Ario Soerio Diningrat, broeder van den
sultan van Djokjakarta een bezoek aan onze
stad gebracht, waarbij o.m. Weraink's Be
ton- en Kalkfabrieken en Splinters' Steen
bakkerij werden bezichtigd.
Te ongeveer drie uur arriveerde de hooge
'gast per auto uit Den Haag aan de kantoor
gebouwen aan den Hooge-Morschweg. De
prins was vergezeld van Raden Toemen-
goong Poerbourinoto, waaraan vanwege de
regeering de heer Visser, oud-adminislraleur
in Ned -Indië, was toegevoegd.
Na door de directeuren van de N.V. Wer-
nink's Betonmaatschappij, de hoeren P. A.
Wernink Jr. en ir. J. J. G. van Hoek on den
directeur van Wernink's Kalkfabrieken. den
heer P. A. Wernink Sr. te zijn ontvangen,
werd gezamenlijk een rondgang over de uit
gestrekte fabrieksterreinen gemaakt, waarbij
allereerst de kalkfabriek in oogenschouw
werd genomen. Met levendige belangstelling
nam Zijne Hoogheid kennis van de ver
schillende toelichtingen van technischen
aard, hem door den heer Wernink Sr. ver
strekt. Op de terreinen der Betonfabriek
wijdde de hooge bezoeker in het bijzonder
zijn aandacht aan de mechanische en pneu
matische stamppersen voor de productie
'van buizen, riolen, pullen, deksels, e.d. Veel
interesse toonde de prins ook te bezitten
voor de hydraulische basallinetegelpersen,
dc fabricatie van kabelafdekplalen en an
dere betonproducten.
Na een rondwandeling van ongeveer een
uur,-werden den gasten in het privé-kanloor
der directie ververschingen aangeboden,
waarna de tocht per auto werd voortgezet
naar Splinter's Steenbakkerij aan do Zijl,
waar het gezelschap werd rondgeleid door
Ion heer M. P. Splinter. Ook hier infor
meerde de prins belangstellend naar aller
lei bijzonderheden betreffende het bedrijf
om tenslotte een bezoek te brengen aan mr.
Kluiver, voorzitter van het Nederlandsch-
Indonesisch Verbond, waarvan Zijne Hoog
heid beschermheer is. gelijk gisteren nog
gemeld
Prof. dr. C. C. Uhlenbeck.
Zooals de Staatscourant meedeelde heeft
prof. dr. G. G. Uhlenbeck. hoogleeraar in het
Gotisch, Angel-Saksisch en Indo-Germaan-
fcche taalwetenschap aan de Universiteit
alhier ontslag uit zijn ambt gevraagd. Naar
wij vernemen staat dit ontslag in verband
met het lang gekoesterd voornemen van den
hoogleeraar, om zich voorlaan uitsluitend
aan de studie van deze leervakken te wij
den, hoewel zijn gezondheidstoestand in den
laalslcn lijd ook le wenschen overlaat. Prof.
Uhlenbeck aanvaardde het hoogleraars
ambt 13 December 1809 en heeft dus een
staat van dienst van meer dan 26 jaar ach
ter zich. Hol heengaan van prof. U., die in
de taalgeleerde wereld hoog slaat aange
schreven, wordt als een groot verlies voor
de Leidsche Universiteit beschouwd.
Dat hij echter nu allen lijd beschikbaar
kan stellen aan zijn studie zal de weten
schap ten goede komen.
Prof. U. zal zich in Nijmegen metter
woon vestigen.
Herdenking van
prof. dr. H. Kamerlingh Onnes.
(Vervolg.)
De kranslegging*
Na afloop dor herdenkingsbijeenkomst in
Natuurkundig Laboratorium, waarvan
wij nog vermeldden, dat alle aanwezigen
r herinnering aan dezen dag een afdruk
ontvingen van een portret van Kamerlingh
nnes, voorkomende in het laatste nummer
van ,,De Ingenieur", terwijl aan den zoon.
mr. IC. II. Kamerlingh Onnes de photo zelf
werd aangeboden, stonden de extra-trams
van de N. Z. II. T. M. aan de halte Kore-
vaarslraat gereed om het gezelschap naar
Voorschoten te brengen, waar de laatste
huldiging op het graf van den meester zou
plaats hebben.
Daar hield de secretaris-penningmeester
der Vereeniging voor Nederl. Koeltechniek,
ir. J. F. II. ICoopmans, een toespraak.
Ik prijs mij gelukkig, zoo ving hij aan,
dat mij verzocht is, een woord le richten tot
hem, wiens stoffelijk overschot wij hier op
25 Februari van dit jaar aan den schoot
der aarde hebben toevertrouwd en die ons
in zijn leven zoo lief was om de buitenge
wone wijze, waarop hij 18 jaren als eersle-
voorzitter een eereplaals in onze Vereeni
ging heeft ingenomen.
Hooggeachte prof. Kamerlingh Onnes, zoo
ging spr. nu voort, het woord, dat ik tot u
ga spreken, is niet om u hier om de groote
verdiensten, die gij vooral op wetenschap
pelijk gebied hebt gehad, nog eens te her
denken, want dat is hier te dezer plaatse
bij uw begrafenis.gedaan door iemand, die
daartoe veel meer bevoegd is dan ik.
Neen, dat wij, leden der Nederlandsclie
Vereeniging voor Koeltechniek, thans om uw
graf in zoo groote getale geschaard staan
om u onzen laalslen eerbiedigen groet te
brengen, dat is, omdat wij hier door deze
daad van piëteit willen eeren den grooten
m e n s c h Kamerlingh Onnes, die niet in de
eerste plaats door zijn hooge gaven van
geest, maar veel meer door zijn grooten
eenvoud en groote beminnelijkheid zich een
eerezuil in onze harlen heeft gesticht.
Het feit. dat met ons ook vele leden van
buitenlandsche koellechnische Vereenigin-
gen zich gedrongen voelden hier tegen
woordig te zijn en zich een verre reis heb
ben getroost om, van de hulde die wij le
dezer plaatse aan uw nagedachtenis
brengen, getuige le wefcen, bewijst zoo dui
delijk, dat de groote sympathie voor u zich
ook ver buiten onze landspalen uitstrekt.
Geen der andere leden kwam bij dat werk
zoo met u in aanraking als ik en ik waar
deer het nog iederen dag met u te hebben
mogen samenwerken, vooral omdat uw
streven niet gericht was op bevordering van
persoonlijke belangen, maar op die van de
gemeenschap. Uw ijveren b.v. voor onze
Vereeniging en voor het „Institul Interna
tional du Froid" hadden altijd tot einddoel
den naam van ons land op koeltechnisch ge
bied le verhoogen en internationale banden
te versterken, niet alleen tot heil van onze
natie, maar tot die der geheele menschheid.
Professor! ge hebt dikwijls veel van mijn
werkkracht gevergd, maar de groote bemin
nelijkheid, waarmee ge dat wist te doen.
was voor mij een reden om U nooit iets te
weigeren en ik heb ook veel kunnen doen.
omdat ik in U een voorbeeld zag van groote
werkkracht en menschenliefde.
Ik zal nooit vergelen, dat ge eens op een
vergadering onzer Vereeniging hebt gezegd,
dat hel devies der koeltechniek moet zijn
het ,,Ich dien", dat in het wapen der Hohen-
zollerns eens was een keizerlijk devies Die
hooge dienende taak hebt gij altijd voor
oogen gehad.
Uw dienende laak, professor, is hier op
aarde helaas! afgedaan, maar uw geest en
voorbeeld zullen blijven voortleven en velen
een steun en aanmoediging zijn bij hun
verderen arbeid.
Hierna legde de heer Löhnis een krans
op hel graf, waarna de heer ICoopmans
voortging:
Deze krans, dien het oudste lid onzer
Vereeniging en tegelijk onze tweede voor
zitter namens onze Vereeniging op uw graf
neerlegt als bewijs van onze hoogste waar
deering en grootste sympathie voor u. moge
in zijn geslotenheid het symbool zijn van
den onverbreekbaren band, die geestelijk
zal blijven bestaan tusschen u en de leden
van do Nederlandsche Vereeniging voor
Koeltechniek.
Vervolgens trad monsieur Monvoisin uit
Parijs naar voren en legde namens de Asso
ciation fran^aise du Froid er een kran
naast, daarbij met enkele woorden een eer
biedige hulde brengend aan den grooten
voorganger.
Na spreker volgden de hoeren J. J. Ray
mond van het Engelsche ICoude-Instituut en
Pabsl voor hel bestuur der Deutsche Kalte-
Yerein, die beiden slechts enkele woorden
van eerbiedige hulde spraken.
Mr. IC, H. Kamerlingh Onnes dankte daar
na namens de familie voor deze waarlijk
groolsche hulde, wijlen zijn vader gebracht.
Zijn dank ging allereerst uit naar de de ver
tegenwoordigers der Regeering, minister Slo-
tcmaker de Bruine en den vertegenwoor
diger van den Minister van Onderwijs, mr.
Van Beek Calkoen, waarna hij zich richtte
tot het bestuur der Ned. Vereeniging voor
Koeltechniek, welke vereeniging zijn vader
na aan het hart lag en die zich, zooals ook
heden blijkt, zich voor heigeen hij in het
belang der Koeltechniek deed, wel dankbaar
toonde. Voor deze hulde dankte hij het be
stuur en in het bijzonder ir. ICoopmans, een
huisvriend van vader.
Daarbij sloot den dank aan aan de directie
van het Laboratorium, de heeren prof. De
Haas en Keesom en vooral ook dr. C. A.
Crommelin, die zoovele jaren met vader
samenwerkten en nu zijn laak op waardige
wijze voortzetten.
Na zich daarna in hun eigen taal tot ver
tegenwoordigers der buitenlandsche zuster
verenigingen le hebben gericht, eindigde
spr. ntet allen, die aan deze huldiging heb
ben meegewerkt, dank te zeggen.
De aanwezigen verlieten daarop het
kerkhof.
Mr. dr. J. C. Overvoorde 25 jaar archivaris
der stad Leiden en directeur van het
Sted. Museum „De Lakenhal".
Heden herdenkt onze stadgenoot mr. dr.
J. C. Overvoorde den dag, waarop hij 25
jaar geleden na door den gemeenteraad tc
zijn benoemd tot gemeente-archivaris en
directeur van het Stedelijk Museum ,,De
Lakenhal" dit dubbel ambt aamvaardde.
De heer Overvoorde stond, toen hij daar
toe werd geroepen reeds als een hoogst be
kwaam man bekend. Alp archivaris van de
stad Dordrecht, waar hij van 1892 werkzaam
was, had hij reeds zijn sporen verdiend.
Het behoud van de oude monumenten in
Nederland was reeds toen zijn ideaal en
aan een beschrijving daarvan heeft hij don
ook zijn volle gToote werkkracht gegeven,
zoodat een huldiging van dezen jubilaris
verder reikt dan tot Leiden alleen en ook
van uit het oogpunt van een algemeen Ne-
derlandsch belang mag worden gezien. Was
hij niet de stichter van den Nederland-
schen Oudheidkundigen Bond, waarvoor hij
trouwens reeds van de Regeering een pas
sende hulde ontving!
Maar als wij alleen blijven bij zijn Leid-
schen tijd dan valt er alleen reeds veel te
vermelden en tc prijzeD. Ook hier heeft
hij ondanks een niet altijd bevredigende ge
zondheidstoestand blijk gegeven een enor
me werkkracht te bezitten.
In het Archief nan de Boisotkade heeft
hij ingrijpende hervormingen ingevoeld en
veel gereorganiseerd. Noemen wij hier
slechts den uitnemenden geheel volledigen
catalogus der prentenverzameling van de
gemeente Leiden.
Een groot deel van zijn buitengewone
verdiensten ligt echter in hetgeen hij voor
het Stedelijk Museum De Lakenhal heeft
gedaan.
Een museum als De Lakenhal te bcheeren
en te leiden is niet eengemakkelijke taak.
Het is voor een deel plaatselijk historisch,
voor een deel kunstmuseum. Juist daarom
was een man als mr. dr. Overvooarde aan
gewezen er aan het hoofd te staan. Vooi
beide gedeelten, voor de historie zoowel
als voor de kunst heeft hij belangstelling
weten te wekken. Men denke aan de vele
tentoonstellingen op beiderlei gebied door
hem georganiseerd. Het aantal schilderijen
in De Lakenhal is gedurende zijn directeur
schap 'enorm vermeerderd en waar het
noodig was wist hij de hand te leggen op
voor Leiden belangrijke historische voor
werpen. Aan zijn invloed is het mede voor
een goed deel te danken dat nu wijlen mr.
Pape een aanzienlijk bedrag beschikbaar
stelde voor de uitbreiding en algeheel©
verbouwing van het Stedelijk Museum. Lei
den heeft aan zijn archivaris-directeur veel
te danken, waarvan ook het nageslacht nog
zal profiteeren. Het was dan ook niet te
verwonderen dat er zich onder eerevoor
zitterschap van den burgemeester, jhr. mr.
dr. N. C. de Gijselaar, een commissie vorm
de met het doel den verdienstelijken amb
tenaar te huidige?»De oproep tot een deel
der burgerij van Leiden en daarbuiten ge
richt om daartoe mede te weiken, vond
weerklank en zoo kon aan den jubilaris
een waardig huldeblijk worden aangebo
den terwijl er nog gelden beschikbaar ble
ven om in overeenstemming met den wensch
van den jubilaris deze te besteden voor
aankoop van een aanwinst van het Museum.
De groote tentoonstellingszaal van De
Lakenhal stond heden dan ook geheel in
het teeken van deze zeer bijzondere huldi
ging. Niet enkel door het aanbrengen van
groen cn bloemen, maar ook en vooral door
dat in de zaal oen deel der schilderijen,
tijdens het directeursschap van deen heer
Overvoorde, 't zij door aankoop, 't zij door
schenking verkregen in het geheel een
veertigtal er waren geplaatst. Van de
oude meesters noemen wij hier doeken van
Rembrandt, Gerard Dou, Van Goyen, Lie-
vens, Van der Velde, Jan Steen en Breke-
lenkam. Van de moderne schilders zijn ver
tegenwoordigd schilderijen van Kamerlingh
Onnes, Van Driesten, Van der Nat en nog
vele anderen.
In deze zaal wordt de jubilaris, verge
zeld van echtgenoote, mevrouw Overvoor
deGordon door het comité, de commissie
voor het Archief en Het Stedelijk Museum
en de deelnemers aan het huldeblijk ont
vangen.
De voorzitter der Commissie van het
Archief en het Museum, wethouder Wog.
L. Reimeringer zal den jubilaris verwel
komen en van rijn waardeering voor het
6treven en werken in het belang van de ge
schiedenis van Leiden en voor de kunst ge
tuigen, waarna prof. dr. W. Martin, hoog
leeraar en directeur van Eet Mauritshuis
te 's-Gravenhage een gedachtenisrede zal
houden, waarin bij de verdiensten van dr.
Overvoorde schetsen zal, zoowel op bet ge
bied van bet arebiefwezen en de oudheid
kunde al6 op dat van 'de kunst.
Hierna zal dr. Overvoorde door den eere
voorzitter worden aangeboden een bron
zen legpenning met zijn borstbeeld, ver
vaardigd door den heer Zwollo, te Voor
schoten. Aan de keerzijde is aangebracht
het wapen der stad Leiden met lauwer
takken omkranst en vermelding van naam
en betrekkingen waaronder de jaartallen
1901—1926.
Het borstbeeld zal vergezeld gaan van
een keurig door Gebrs. Grevenhoek te Am
sterdam vervaardigd album, bevattende de
namen van de medewerkers aan het hulde
blijk.
Hedenvoormiddag had in intiemen kring
een huldiging plaats in het Archiefgebouw
aan de Boisotkade.
Feestavond
Leidsche Chr. OranjWereeniging.
In de feestelijk met oranje en groen ge
tooide groote Stadszaal hield gisteravond
bovenstaande vereeniging ter gelegenheid
van den verjaardag van H. K. H. Prinses
Juliana een openbare feestvergadering,
waarvoor zooals gewoonlijk de belangstel
ling weinig of niets te wenschen overliet,
zoodat de zaal bijkans geheel gevuld was,
toen de bijeenkomst geopend werd met het
gezamenlijk zingen van het eerste couplet
van het Wilhelmus, onder welks tonen dc
burgemeester, jhr. mr. dr. N. G. de Gijse
laar aaet zijn echtgenoote, de wethouders
Mulder en Meynen benevens de garnizoens-
commandant, overste jhr. Roëll werden
binnengeleid.
Nadat nog gezongen was Psalm 95: 1 en
ds. Thomas was voorgegaan in gebed, feprak
deze in zijn hoedanigheid van voorzitter
een kort woord ter inleiding, waarin hij
allen hartelijk welkom heette, in het bij
zonder hen, wier aanwezigheid spr. op hoo-
gen prijs elelde, niet zoozeer om de eer,
welke de vereeniging hiermede le beurt viel
als wel om de uiting van sympathie jegens
dezelfde zaak, die allen hier tezamen
bracht.
Behalve bovengenoemde personen beetle
spr. ook welkom den onder-comandant van
het Invalidenhuis, de invaliden en alle
overigen, die de uniform van Hare Majesteits
leger droegen, ds. Schilder van Oegstgeest,
die zich beieid had verklaard op dezen
avond het woord te voeren, den heer J.
Noordanus Sr. met zijn orkest en tenslotte
ook de leden van de Leidsche Chr. Reci-
teerclub.
Wanneer wij op een dag als deze, aldus
spr., den verjaardag van onze geliefde
Prinses vieren, dan past het ons God te
prijzen en te danken voor dit vorstelijk ge
schenk en Hem te smeeken, dat Hij haar
ook verder zal doen opgroeien tot een waar
dige telg van ons doorluchtig Vorstenhuis.
Holland en Oranje, zij hooren onafschei
delijk bij elkaar en wanneer daar ooit
iemand is, die Oranje en ons rood-wit cn
blauw uit elkaar wil halen, dan zeggen wij
als één man, evenals de Zuid-Afrikaander
in zijn volkslied:
.„En wee die godvergeten hand
Die jou weer neer wil halen".
Hierna was het woord aan het Sympho-
nie-orkeat „Per A9pera ad Astxa", dat haar
programma inzette met twee coupletten van
het Wilhelmus, die wederom staande wer
den meegezongen, gevolgd door een drietal
muzieknummers, die op de vanouds bekende
wijze, dus goed, ten gehoore gebracht wer
den. Een hartelijk en aanhoudend applaus
was de welverdiende dank voor orkest en
leider.
Alsnu verkreeg het woord ds. K. Schilder,
Geref. pred. te Oegstgeest tot het houden
van een feestrede.
Spr. ving zijn beloog aan met op te mer
ken, dat er op dezen avond een merkwaar
dige tegenstelling valt te constate eren, die
wijst op een nog merkwaardiger eenheid.
Een tegenstelling, omdat onze Koningin
gisteren stond aan het graf van onzen roem
rijken zeeheld, Michiel de Ruyler en van
daag het feit herdenkt, dat Zij, thans 17 jaar
geleden, bij de wieg van Juliana toefde; een
eenheid, omdat het is één historie en één
verleden, dat zich in het heden voortzet.
Het is de eenheid van God en Oranje, die
ons ook op dezen avond tezamen brengt.
Onwillekeurig denkt spr. hierbii aan de
geschiedenis van Bileam, die de persoon
buiten beschouwing gelaten, voor ons groote
waarde bezit. Immers, hij profiteerde, doch
mi-c-t uit vrije verkiezing of door eigen ge
loofsovertuiging, doch gedreven door Gods
wil.
In het bijzonder treft spr. het woord, ge
schreven in Numeri 24, waar Bileam spreekt
over de toekomst van zijn volk, die
bloeiend en welvarend zal zijn. Over het
koningsschap van Israël in de toekomst zegt
Bileam, dat „het verheven zal zijn boven
Agag".
Wat bedoelt hij hiermede, waar hij toch
kwalijk iets kan weten omtrent Agag en
zijn tijdgenoot Saul, die veel later leefden I
De oplossing ligt voor de hand, wanneer
men weet, dat „Agag" bedoelt te zijn een
titel, dien alle koningen van dit huis voer
den, evenals alle koningen van Egypte
pharao heetten.
De letterlijke Eeleekenis van Agag is „de
brandende" of „de vuurwerper", dit is het
vuur, dat Agag stelt tegen het vuur, dat God
óp de aarde werpt. Bileam behoort lol die
historieschrijvers, die in staat waren geheel
objectief te blijven, omdat de profetiën, die
hij uitsprak, hem door God ingegeven wer
den. God beheerscht de antithese, die er in
de wereld is Wanneer wij slaan rondom
BINNENLAND.
Jubileum van dr. Overhoorde als archr
varis der gemeente Leiden en als directeur
van het-Musenm „Dé Lakenhal".
Interpellatie-Hiemstra in de Tweede
Kamer.
Een arbitrageverdrag tusschen Duitsch*
land en Nederland op komst.
BUITENLAND.
Tegen hedennacht is in Engeland de
staking in de mijnen geproclameerd.
Ook dreigt in Engeland een staking in
de katoennijverheid. j
In Marokko dreigen de vredesonderhande*
lingen definitief te mislukken.
den Troon van Oranje, dan voelen wij hel
aan als een zegen, dat wij vandaag dit feest
mogen vieren en dat wij in slaat zijn de
historie te schrijven naar het woord van
God.
Want juist daarop berust ons gezag en
zoolang dit gehandhaafd blijft, zal ook ons
Oranjehuis blijven bestaan.
Doch wat beduidt de superioriteit van
het koningsschap van Israël boven dat van
Agag? Wanneer het volk van Israël veilig
en wel door de Roode Zee getrokken is.
staat daar een andere vijand gereed in den
vorm van Amelek cn zijn leger, die den
doorgang tracht te beletten aan Israël en...
God. Tevergeefs, natuurlijk, want God is
met hem. En zoo is hel steeds geweest: Gods
wil geschiedde. Iederen dag wordt het licht
Gods sterker, zoodat de zondaar van mor
gen al weer zondiger is dan de zondaar van
gisterenom die reden was ook Amelek bij
voorbeeld grooter ZOndaar dan Pharao.
In Bileam apprecieeren wij in de eerste
plaats zijn zin voor de werkelijkheid, of
beter gezegd is het de geest Gods, die door
Bileam spreekt en die ons de zin voor de
werkelijkheid leert.
En zoo moeien wij ook God danken, om
dat door Hem ons Koningshuis de hoogste
momenten heeft bereikt, wanneer een aan
val werd gepleegd op de geestelijke goede-
ren.
Onze Koninklijke familie heeft in de Ko
ningin en Hare Dochter twee leden, die
boven alles de macht Gods stellen.
In Bileam moeten wij ook prijzen, dat
het hem vee! gemakkelijker ware geweest
te profiteeren, dat Israël zou heerschen over
Egypte, doch neen. zijn profetie betrof uit
sluitend de toekomst.
Spr. ziet hierin ook een les voor de tegen
woordige menschheid. die op de historie
meent te mogen baseeren om voortdurend
strijd te voeren tegen Rome, terwijl zij on
gehinderd hun heilig goed in bezit laten
nemen door socialisten, communisten en
anarchisten, die allen den troon van ons
Vorstenhuis willen doen vallen.
Wie Oranje eeren wil, strijde voor het
geloof en eerbiedige de overheid.
Een derde feit, die de geschiedenis van
Bileam voor ons tot waarde rpaakt, is dat
de hoofdzaak niet door bijkomstige omstan
digheden wordt verdoezeld. Moab, die denkt
een voorname rol te spelen, wordt geheel
genegeerd en de historie bewijst de onbe
langrijkheid van de Moabieten. van wie de
Schrift zegt, dat zij lot een vadzig volg
werden.
Evenzoo is het, wanneer wij ons scharen
rondom den troon, dan is immers ook
Oranje hoofdzaak; dan is er maar één
Oranjehuis door hetwelk God spreekt
Klein en nietig moge onze Prinses s dlij
nen; in werkelijkheid is zij groot door haTe
beginselen en door de historie en daarom
blijft het oude woord toch actueel: „Vreest
God en daaTom.... eert den Koning".
Een hartelijk opplaus volgde op deze met
vuur uitgesproken rede. In de pauze werd
aan een aantal invaliden door de firma
Wolters, Nieuwe Rijn, tabak en sigaren
uitgereikt, terwijl na de pauze werd opge
voerd het blijspel „De Julianafeeslen te
Ruigenbeek", geheel in den trant van het
doel der Oranje-vereeniging.
Het spel was uitstekend en hel succes
daaraan evenredig. Nadat „Per Aspera ad
Astra" zich ter afwisseling nog eenige ma
len had laten hooren. werd de bijeenkomst
met gemeenschappelijken zang van Ge
zang 180: 1 en dankgebed gesloten.
Centrale stierenkeuring.
Gisteren heeft alhier de Centrale Stieren-
keuring plaats gehad vanwege de Prov Re-
geling9-commissie Rundveefokkerij Zuid-
Holland.
De volgende bekroningen werden toege
kend:
le prijs: Frits, eig. W. P. v. d. Branl,
II. v d. Graaf en W. J. Vink te Bodegraven;
Noorman, eig. wed. A. D. Stokman te Bode
graven; Budolg, eig W. Verwey, Lange
Ruige Weide; Dirk, eig. A. de Jong, Aar.an^