DOET HET DAN SPOEDIG!
B4VII*H:K
zwrrsEitscHE'
ZWITSERSCHE
k
1LLAM
'0B3ÊÊÊÊÊM
CHC
HEBT GIJ ÉÉN VAN DEZE REEPEN
NOG NIET GEPROEFD?
WÊN3holland
VOLLE MELK
m
HAZELNOOT
De Markies v. Bardelys
No. 20243.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 Maart
Tweede Blad.
Anno 1920.
UiT DE PERS.
BINNENLAND.
r,
-
FEUILLETON.
Colijn aan het woord.
Dc hoer Colijn hooft dc hoofdredactie van
De Standaard'' weer op zich genomen.
„Weer op de brug" schrijft hij boven zijn
eerste hoofdartikel.
Hij zal den ouden koers blijven zeilen,
zegt hij met nadruk.
„Steeds sterker voel ik, dat moeilijke
tijden naderende zijn.
De zichtbare afbrokkeling van-het parle
mentaire stelsel de verwording daarvan
tot parlementarisme, zooals Bcnoist het on
langs uitdrukte in de meeste landen
van Europa, plaatst voor uiterst moeilijke
vragen.
Het wegvallen ten onzent van.do samen
werking der-rechische partijen, en daarmee
voorshands van de mogelijkheid van een
normalen toestand op Regccringsterrein,
roept tol zeer ernstige bezinning. Ik blijf
wolbewust voorstander van die samenwer
king en zal haar ook in ons blad naar ver
reogen bevorderen. Alleen togen overhaas
ting waarschuw ik thans reeds."
Dc coalitie-eenheid moet weer groeien.
Gemaakt worden mag ze niet.
.Bezinning is noodig Bij alle drie.
Ook hierom, wijl dc onmiskenbaar sterke
stroomingen van onzen tijd tot ernstige over
weging van ons standpunt ter zake nopen."
De beschuldiging, dal de a.-r. partij con
servatief zou zijn geworden, vveerspreekt do
heer Colijn.
„Op zijn tijd zal men toestemmen, dat
pen gezonde fin&ncieelo toestand dc onmis
bare voorwaarde is voor ccn progressieve
politiek die duurt.
Onze financieele toestand was in 1022
zeer ongezond geworden en is, ondanks
alles wat ter verbetering is gedaan, nog
geenszins zooals hij behoort Ie zijn.
Gelijk over een paar jaar wel blijken zal!"
Men moet daarom niet dwingen tot daden
waarvoor de "tijd nog niet gekomen is.
Dat óók hierbij eenstemmigheid onder de
groepen der Rechterzijde verkregen moet
women, vóór men weer saam het regec-
riiigsschip gaat bemannen, staat voor den
lieer Colijn vast.
Verdrag met Siam.
Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer
ingediend tot goedkeuring van het op 8
Juni 1925 te 's-Gravenhage tusschen Neder
land en Siam gesloten Verdrag van vriend
schap, handel en scheepvaart, met tijbe-
boereude protocollen en nota's.
Blgkens de Memorie van Toelichting had
0113 Verdrag met Siam van 17 December 1860
«enerzijds het karakter van een verdrag
van landed en vriendschap; anderzijds be
vatte het verschillende bepalingen over
jurisdictie.
De ontwikkeling van den liatsbn lijd gaf
aanleiding een herziening van het verdrag
onder de oogen tc zien.
Eenerziids werd door de Siameesche
regeering het verlangen gekoesterd de
beperkingen opgeheven te zien. die zoowel
ir. zaken van douane-tarieven, als op het
gebied van de rechtspraak haar zelfstan-
digheid belemmerden; anderzijds leverde vel
schillende restricties voor de Nederlandsche
onderdanen eu hun belangen bezwaar op.
Nu Siam door eigen krachtsinspanning en
met den bestand van fiuropeeschs adviseur a
er i'q geslaagd is zijn staatsinrichting en
zijn rechtswezen te hervormen ai waarbor
gen te scheppen voor behoorlijke rechts-
bedeeling, en overigens aan het wereld
verkeer grooter aandeel is gaan nemen, was
het der Nederlandsche regeering, in over
leg met die van Nc l.-lndië aangenaam haar
medewerking t? verRendh tot opheffing van
het verouderd bijzonder regime en de be
trekking tusschen de b. ido Staten voor. de
toekomst op voet van gelijkheid te regelen.
Het verdrag, dat als resultaat der gevurib
onderhandelingen op 8 Juni 1925 te s-Grn-
venhage ge teekend werd, sluit aan bij het
Amerikaaasch-Siameesche verdrag van 1920.
Het gaat vergezeld van een verklarend
protocol, alsmede van een afzonderlijk
protocol, betreffende de regeling der rechts
macht ten aanzien van Nederlandsche on
derdanen en bescherm el ngen, terwijl bij de
onderteckening nog nota's werden gewis
seld
Het verdrag is naar qjn inhoud in het
algemeen gelijk aan onze overige handels
verdragen. Het wordt briicorscht door het
beginsel van meest-b&gunstiging, terwijl m
sommige artikelen behandelingop d u vost
van nationalen daarnaast is gesteld.
In lid I van het bij het verdrag be
hoor eude protocol is de beteekenis van
zoodanige naast-elkander-stalling in dien zin
geprecicec-rd, dat steeds de gunstigste der
beide behandelingen zal gelden. Op het
gebied van invoerrechten zal de Siameesehe
regeering vrg zijn, onder de reserve echter,
dat van deze vrijheid tegenover Nederland
slechts dan gebruik gemaakt zit kunnen
worden, wanneer ock al de andere mogend
heden, die in de oude verdragen het be
staande tarief hadden bedong:n, in dezelfde
tegc-moedkcming zullen hebben bewilligd
zonaer contraprestatie.
Naast regeling van de bescherming en
eerbiediging van liun persoon en goed, is
overeengekomen, dat de wcderz'ddsche on
derdanen op het gebied van de andere partij
zi:]ieu zftn vrijgesteld van militairen dienst
plicht en volledige vrijheid van godsdienst
zullen genieten, terwijl hun bovendien de
bevoegdheid om in rechten op te treden uit
drukkelijk wordt toegekend.
Voorts bevat het verdrag bepalingen welke
meer in het bijzonder den handel en de
scheepvaart tusschen te'de lauden betreffen.
Als grondslag veer de verhouding tuSschen
bede staten op commercieel gebied zal voort
aan het beginsel van vrijheid van handel
en scheepvaart gefden, slechts beperkt voor
hot treffen van bijzondere maatregelen met
betrekking tot den handel in spiritualiën,
opium en andere verdoovenda middelen, als-
rn edo wapenen en munitie.
Teneinde alle misverstand uit te sluiten,
is in het protocol de voortdurende vrijheid
der beide mogendheden gereserveerd, om
op het gebied van immigratie, politie en
openbare veiligheid noodig geachte maat
regelen te nero en.
In een protocol betreffende dc rechtspraak
over Nederlanders in Siam, wordt voorts d*
afschaffing van de consulaire rechtspraak
en de afschaffing van de overige aan het
z.g. stekel der extrarterr. torialit.it gehechte
voo rrec hteu ge const a teord.
Bij de notawisseling is ten aanzien van
het recht van evocatie aan Nederland de
ui ces t beg url. ginggpehandeling vei*?e kenl.
Dienftweigeraars.
In de dezer dagen verschijnende Leger
orders is opgenomen dc volgende ministc-
rieelc beschikking^
Diermnveigc mare, wier aanwezigheid in
de kazernes niet ^vcnschclijk wordt geacht,
moeien terstond na hun verwijzing naar den
krijgsraad, naar de bijzondere strafgevan
genis te Sc heven lil gen worden overgebracht.
Daarna zullen de voorloöpige informaliën
worden gehouden *door den officier-conuiiis-
«aris te 's-Gravonhage op hot voelspoor van
hetgeen bij art. 81 dor Reglspleging bij dc
Landmagt ten aanzien van het verhoor van
I getuigen builen dc garnizoensplaats is voor
geschreven.
Bovendien kunnen dienstweigeraars dio
zich openlijk als zoodanig voordoen, wier
blijkbaar doel" is om propaganda te maken,
nog vóór dc verwijzing naar den Krijgsraad-
naar bedoelde strafgevangenis worden over
gebracht, indien bij 't in arrest stellen Ier
plaatse, wegens het niet aanwezig zijn van
een daartoe geschikt arrestlokaal, aanra
king met den troep niet kan worden voor
komen*
Herziening bezoldigingsbesluit 1925.
8 Maart kwam liet Comité ter behartiging
van de algemecne belangen van Overheids
personeel (A.C.O.P.) te Amsterdam in ver
gadering bijeen, in welke vergadering mede
aanwezig was de vertegenwoordiger van den
met ingang van 1 Februari bij het Comité
aangesloten Bond van Ncd. Schoolhoofden.
Besloten werd o.rn. een audiëntie aan te
vragen bij den Minijtcr-President ter bespre
king van dc urgentie van de herziening van
het Bezoldigingsbesluit 1925.
Hel Comité is van oordeel, dal de onlangs
plaats gehad hebbende plooiengladstrijkerij
al heel weinig bevrediging liceft kunnen
schenken. Bovendien kleven er aan hel hui
dige Bezoldigingsbesluit zgct ernstige fouten
en bevat het bepalingen .welke zeer tegen
den zin der oTganisalics daarin zijn opgeno
men.
Verder werden de door Wethouder Smeenk
te Arnhem aan de oTdc gestelde voorstellen
tot loonsverlaging van het gemeenteperso-
ncel besproken, naar aanleiding waarvan
werd besloten, den aangesloten organisaties
allen mogelijken steun te verlecncn en een
bespreking met de besturen te doen plaats
hebben op 18 Maart a.s.
Audiënties.
Dc audiëntie van den Minister van On
derwijs zal 11 cu IS Maart niet plaats heb
ben.
De Minister van Arbeid zal behoudens
tegenbericht eiken Donderdag, te beginnen
niet is 'dezer te 2 uur audiëntie geven.
I)c Minister van Justitie zal Vrijdag 12
Maart a.s. geen audiëntie verleencn.
De Minister van Waterstaat zal eiken
j Vrijdag, te beginnen met 19 dezer. Ie 2 uur
audiëntie geven.
Giften uit Frankrijk.
Naar wij vernemen, is door onzen gezant
ie Parijs aan jlir. II. M van Loon, pen
ningmeester- van de Algemeéne Verecnigde
Commissie tot leniging vau rampen door
watersnood in Nederland overgemaakt een
j bedrag van 4.814.05 gulden en van
51479.90 francs, welke bedragen zijn ge-
j stort door in Frankrijk gevestigde of tijde
lijk verblijf houdende Nederlanders voor de
1 slachtoffers van dop watersnood in Neder
land.
Tentoonstelling vau Gemeentewerken.
In een van de zalen van de Jaarbeurs te
Utrecht dc thans overdekte ruimte tus
schen het vaste jaarbeursgebouw en de
handelsbeurs is vanwege de Vereeniging
van gemeentelijke bouwtechnische hoofd
ambtenaren ingericht ccn tentoonstelling
van gemeentewerken, bedoelende, enkele
dingen to laten zien van hetgeen dc bouw
kundige diensten voor do gemeente vermo
gen, hun veelzijdige beteekenis te doen uit
komen en daarvan voorbeelden te geven,
evengoed van dc kleine als van de grootero
I gemeenten. Een 25 gemeenten en leden van
dc vereeniging hebben hun medewerking
verleend tot deze tentoonstelling, welke
plannen laat zien van een groot aantal ge
meentewerken, die thans in verschillende
gemeenten dc meeste aandacht vragen.
Gisteren is dc tentoonstelling geopend.
Aanwezig waren o.a. ook jhr. Dc Gijse-
laar, burgemeester en wethouder Sanders,
uit Leiden.
Het woord werd gevoerd door de burge
meester van Utrecht, door den heer A. W.
Bos, uit Amsterdam, terwijl de heer L. W.
Holsboer, uit Utrecht, een lezing hield.
Leiden heeft o.a. ingezonden foto's van
den Rijnsburgerweg vóór en na dc verbrcc-
ding.
Vaste Keurings-commissie.
Gistermiddag werd in de Koningszaal van
.Artis" te Amsterdam het seizoen voor cte
Vaste Keuringscommissie der Kon Ncd.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde
geopend met een alleszins geslaagde keu
ring.
Een gouden medaille verwierf de lieer
D Baardse Dzn. te Aalsmeer voor ccn in
zending van pl. minus 80 in pot gekweekte
Hortensia's. Zijn plaatsgenoot, de heer J C.
Maarso ontving de kleine gouden medaille
voor een inzending van 10 Primula's obco-
niea, terwijl de heer Alb. Maarsc Czn. even
eens te Aalsmeer, een fraaie collectie van
20 cyclamens inzond. Ten slotte werd aan
den heer J. Spek uit Boskoop ccn getuig
schrift van verdienste uitgereikt voor een
nieuw roosje, Polyantharoos Orange Perfec
tion.
De-s namiddags le twee uur werd in de
bovenzaal een druk bezochte algem. verga
dering gehouden onder leiding van den
heer J. II. Kauffmann. die in zijn openings
woord de nieuwe leden, do hoeren II. Boeg-
schoten, J. R. Koning en J. Maler, welkom
heette, en mededccling deed, dat de heer
J. J. Kerbert in het Anjelieren-comité zit
ting heeft genomen.
Een woord van dank werd gewijd aan do
hoeren P W. de Vries, die als lid had be
dankt. voor hetgeen hij voor dc Commissie
had gedaan, en M J. 1' Bolderdijk, die al-»
bestuurslid had bedankt, maar aclicf lid
wenseht te blijven
Van de afd. Utrecht der Maatschappij
was een voorstel ingekomen om op 2. 3 cr>
4 November, in samenwerking met da
Vaste Kcurings-Commissie, de Nederland-»
sclie Chrysanlhenumclub, en genoemde af-»
doeling, te Utrecht de Chrysanlhcnumkcui
ring te houden Hoewel op 9. 10 cn 11 Nov.
do afd. Hilversum ccn plaatselijke Chrysant
thententoonstelling zal houden, wordt b<s
sloten aan het verzoek van Utrecht te vol
doen. Dc Noverpherkeuring in Amsterdam
zal evengoed doorgaan, maar nu latA*. op
30 November, gehouden worden, tegelijk
met de algem najaarsvergadering der Com
missie. Deze laatste keuring zal dan tevens
als Kerstmiskeuring ingericht worden
De voorzitter deelt nu mede. dat is in
gesteld een Lathyrus-comité, waarin ziiling
zullen hebben de hoeren C. van Blanken-
sleijn, II Carléo. Eveleens Maarsc, Tas en
Boogschoten. Voor de a.s Lalhyruskeuritig
zijn namens de N V v/h fl. Carléo le Heem
stede. ccn wissel beker en drie medailles be
schikbaar gesteld. Dc heer J II T de Roos
J.IIzn., deelt mede. dat de wissclbekcr vooi
de Chrysanlhenumkcuring zal toegewezen
worden aan hem, die 't nicest ir, het belang
van de chrysaiitherïums zal gepre.d enl
hebben. Dc voorzitter deelt nog mede. dat ;!o
naam „Mocdcrsdag" zal gegeven worden
aan de met lsle klasse bekroonde nieuwig
heden in de maand Juli. zulks Ier core cn
ter propaganda van den door de Maat
schappij ingcsleldcn Moedersdag.
Het bestuur wordt bij acclamatie herko
zen: voor den heer Bolderdijk wordt als
tweede ondervoorzitter benoemd dc h?er II.
de Lange tc Rotterdam.
Het in dc vorige najaarsvergadering in
gediende voorstel van den lieer A. J. van
Laren, tot instelling van twee verschillende
botanische getuigschriften, wordt (hans
aangenomen in dier voege, dat er zal zija
een Botanisch Getuigschrift klasse A, cn ccn
dito klasse B.
Bij de bespreking over benoeming van
liefhebbers in de Vaste Kcurings-Commissie,
geeft de lieer J. C. M. Mcnsing ccn duide
lijke uiteenzetting van de beteekenis van
liefhebber en leek.
De heer C. Sipkes le Heemstede had een
uitvoerig schrijven ingezonden, aangaande
de wenschelijkheid tot liet bevorderen van
ccn juiste benaming van vaste planten, cn
een juiste spelling dor namen.
Do voorzitter zegt bet vraagstuk aan lief
hoofdbestuur te zullen doorzenden met ver
zoek hierin dc noodigc slappen te willen
doen. De vergadering vereenigt zich hier
mede. Na rondvraag wordt de vergadering
gesloten.
RECLAME.
1910
kit ML
--
ADVOCAAT. FRAMBOZEN.SINAASAPPEL. I
j CITROEN EN ANANAS!
Waar hot Engeisch van
II AL ALL SABATLNI.
Bardelys!" gilde men zoo luid dat de
etemme» door hel huis weergalmden. „Bar-
dolysl Bardelys de Luisterrijke! leve Bar-
delysl"
HOOFDSTUK II.
De wensch van koning Lodewijk XIII.
De dag was reeds aangebroken eer mijn
laalsle gaslen mij verlaten hadden, want
een twaalftal was nog een partijtje lans-
quencst blijven spelen nadat de anderen
vertrokken waren. Van mijn weddenschap
werd niet veel meer gesproken, zij waren te
veel in hun spel verdiept. Ik zelf speelde
niet mee; ik was niet in eer. stemming daar
toe, ik vond de onderneming, die men mij
opgedrongen had, gewichtig genoeg om er
dien eenen nacht moe vervuld te zien.
Toen het eerste morgenrood zich begon le
rerioonen stond ik op het balcon en staarde
"aar het Oosten. In gepeins verdiept hadden
mijn oogen zich gevesligd op het palcis du
Luxembourg, dat als een zwarte massa tegen
den lichtenden hemel afslak, toen Mironsac
buiten bij mij kwam. Die Mironsac was een
aardige, beminnelijke jongeman, nog geen
wmtig jaar oud, hij had iels vrouwelijks in
If1 uiterlijk en manieren Dat hij veel van
*>'J hield wist ik wel.
„Monsieur le Marquis", zei hij zachtjes,
„ik hen wanhopig over die weddenschap
waartoe zij u gedwongen hebben."
„Mij gedwongen hebben", herhaalde ik.
„Neen, neen, dwingen deden ze mij niel. En
toch", zei ik na eenig zwijgen zuchtend,
„misschien toch wel."
,,Ik dacht mijnheer,-dat de koning als hij
iiet hoorde, liet kwaad wel zou afwenden."
I „Maar de de koning mag er niets van boo-
ren, Armand", antwoordde ik dadelijk. „Ais
hij liet hoorde, 'zou het nog erger wezen als
het kon".
„Maar mijnheer, die afspraak werd immers
gemaakt toen allen verhit waren door den
wijn
„Dat maakt de zaak niet ongedaan, Ar
mand. En ik zou niet willen dat er verande
ring in kwam."
„En voelt u geen genegenheid voor de
dame?"
Ik lachte. „Als ik ackllien was jonge
vriend, dan zou die gedachte mij hinderen.
Had ik illusies dan zou ik mij verbeelden,
dat ik een vrouw tot echtgenoote begeerde
waar ik verlieid op was. Maar ik ben ackt-
en-twintig jaar geworden en ben nog onge
trouwd. Het is wenschelijk dal ik een vrouw
neem. Ik moet denken aan een erfgenaam
van al den rijkdom van Bardelys. En daar
om ga ik naar Languedoc. Al hezil deze
vrouw slechts de hellt van al de hoedanig
heden welke die gek van een Chatellerault
haar heeft toebedeeld, des te beter voor mijn
kinderen, zoo niet des te erger. Daar komt de
zon op. Mironsac, het is tijd dat wij naar
bed gaan. Laten wij die vervelende spelers
naar huis sturen."
Toen de laatste de trappen van mijn sloep
was atgewaggeld en ik een slaperigen lakei
verzocht had de kaarsen uit le doen, riep ik
Ganymedes om mij met licht voor te gaan
naar mijn slaapkamer en mij te helpen uil-
kleeden. Zijn ware naam was Rodenard;
maar mijn vriend La Fosse uit liefhebberij
voor de mythologie had hem Ganymedes ge
noemd, den schenker der goden en dien
naam had hij behouden. Hij was een man
van veertig jaar ongeveer, geboren in dienst
van mijn vader en hij was langzamerhand
geworden mijn intendant, mijn factotum,
mijn hofmeester, de opperbevelhebber van
mijn bediendenstoet en huishouding zoowel
in Parijs als op Bardelys. Wij waren samen
in den oorlog geweest voordat ik mijn ver
standskies had en toen had hij mij leeren
liefhebben. Er was niels waartoe deze on
schatbare bediende niet in staat was. Een
paard beslaan, een wond genezen, een ka
poen braden, een wambuis repareeren, in
dat alles was hij zeer bedreven, hij bezat
daarenboven een menigte andere talenten
die mij op het oogenblik niet in de gedachte
komen en welke hij gedurende onze veld
tochten verkregen had. Den laatsten tijd had
het gemakkelijke leventje, dat hij te Parijs
leidde, hem aanleg gegeven tot gezetheid, hij
zag bleek en ongezond opgezet.
Dien avond toen hij mij hielp uitkleeden
had zijn gezicht een uitdrukking van diepe
smari.
„En gaat Monseigneur naar Languedoc?"
vroeg hij droevig. Hij noemde mij altijd
„seigneur", evenals de andere bedienden
die te Bardelys geboren waren.
„Schavuit, je hebt geluisterd'zei ik.
„Maar Monseigneur, toen mijnheer de
graai de Chatellerault de weddenschap voor
stelde.
„En heb ik je niet gezegd, Ganymedes, dal
als je bij toeval in de kamer bent je niets
mag hooren dan de woorden die tot jou ge
sproken worden, dat je niet moogt zien dan
de glazen die gevuld moeten worden? Maar
enfm! Ja, wij gaan naar Languedoc. En wat
zou dat?"
„Men zegt, dat de oorlog ieder oogenblik
kan uitbreken', kermde hij. „Dat mijnheer
de Ilerlog van Montmorency versterking
krijgt uit Spanje en dat hij van plan is de
vlag van Monsieur en de "rechten op het ge
west op le houden tegenover de pogingen
van zijn Eminentie den Kardinaal Riche
lieu."
„Zoo zool Wij worden dus staatslieden,
niet waar Ganymedes? En wat gaat dat
alles ons aan? Als je wat beter geluisterd
had, dan zou je gehoord hebben, dal wij
naar Languedoc gaan om een vrouw te zoe
ken en niet om ons met Kardinaals en Her
togen te bemoeien. Kom laat mij nu gaan
slapen voordat de zon opgaat."
Den volgenden morgen woonde ik de mor
genreceptie van den koning hij en ik
vroeg hem verlof om op reis te gaan. Maar
toen hij hoorde dat Languedoc het doel was
van mijn reis, wilde hij er meer van weten.
Zijn broeder maakte het hem in dat gewest
at moeilijk genoeg. Ik verklaarde dal ik een
vrouw ging zoeken en daar ik alle uitvluch
ten gevaarlijk achtte want als hij laler
den naam van de dame vernam mochl hij
toornig worden vertelde ik hem, zonder
van de weddenschap gewag te maken, dat ik
de hoop koesterde mademoiselle de LavÉ-
dans tot markiezin te verheffen.
Toen de koning dit hoorde werd de rimpel
op zijn voorhoofd nog dieper en zijn gezicht
betrok nog meer dan te voren Hij was niet
Die morgenreceplie, waartoe alleen de
speciale vrienden van den koning werden
toegelaten, werd la levée genoemd, het op
staan van den koning.
gewoon mij met zulk een blik uit zijn malie
cogen aan le zien, want Lodewijk Xlli hield
veel van mij.
„Kent ge die dame?" vroeg hij op scher
pen toon.
„Alleen bij naam, Uwe Majesteit'
Toen trok hij zijn wenkbrauwen vol ver
bazing op.
„Alleen bij naam? En ge wilt mei haar
trouwen? Maar Marcel, mijn vriend, ge zijt
een rijk man, een van de rijkste mannen
van Frankrijk. Ge kunt toch geen fortuin
zoeker zijn."
„Sire," antwoordde ik. ..Iedereen verkon
digt luide den lol van deze vrouw, haar
schoonheid en haar deugd en deze lof
tuitingen geven mij den indruk, dal zij een
uitmun'endc- Chillelaine zou wezen, ik hen
op een leeftijd gekomen waarop hel goed is
le trouwen; uwe majesteit heeft dal zelfs
menigmaal gezegd. En ik gelooi dat er in
heel Frankrijk geen begecrenswaardigcr
vrouw te krijgen is. De hemel geve, dal zij
mij gunstig gezind zijl"
„Marcel," zei hij op dien loomcn toon. die
zoo aandoenlijk was. „houdt ge van mij?"
„Sire!" riep ik uil cn ik vroeg mij zelf af
waar die vraag toe leiden zou, „is hel noodig
dat le betuigen?"
„Neen", antwoordde hij koriaf, „ge kunt
het bewijzen. Bewijs het door dip onderne
ming naar Languedoc op te geven. Ik hel»
redenen om dat te vragen, gegronde redenen,
redenen van poiilieken aard. Ik verlang dat
mademoiselle de Lavédan een ander huwe
lijk sluit. Dat is mijn wensch Bardelys en
ik reken er op gehoorzaamd te worden,"
(Wordt vervolgd).