HET BRANDGAT. No. 20239. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 5 Maart Tweede Blad. Anno 1926. HET NIEUWE KABINET. ATELIER,, DE GREEUW" UIT DE PERS. NIEUWE SCHOENEN! FEUIL! ÉTON. H. M de Koningin heeft Maandagmiddag jb formatie van een extra-parlementair ka binet opgedragen aan jhr. mr. D. J de Geer. Alvorens deze opdracht in beraad te nemen heeft do heer de Geer verzocht eenige be- sprekrngpn te mogen houden Deze hebben tot he1 resultaat geleid, dat hg gistermiddag, gelijk wy nog hebben kunnen bullet neeren, aau H.M de Koningin de volgende ministers heeft voorgedragen Bui ten land sc he Zaken: jhr. mr. H. A. van Karnebeek. Justitie mr. dr. J. Donner (A.-R.), raads adviseur aan het Dep. van Justitie. Binnenlandsche Zaken en Landbouw: mr. J B Kan, secretaris-generaal in alg. dienst. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: mr. M A M Waszink (R.-K.), burgemees ter van Heerlen. Oorlog ad interim Marine: prof. L. A. van Royen hoogleeraar te Delft Financiën jhr. mr D. J de Geer. Waterstaat: mr. H. van der Vegte (A.-R.), lid dpr Cn'd Staten van Overijsel. Arbeid Nijverheid en Handel: prof. dr. J. R Slotemaker de Bruine (C.-H.), hoog leeraar te Utrecht. Koloniën dr. J. C. Koningsberger, oud- voorzitter van den Volksraad. Mr. J. B. Kan. De nieuw© Minister van Binnenlandse he Zaken eu Landbouw, mr. J, B. Kuo, was, voordat hg tot secretaria-generaal in alge- in eenen dienst werd beooemd, reeds secr©- tans-generaal van het Departement van 'Binnenlandsche Zaken en later ook van Landbouw. De heer Kan, die bg geen party is aan- 'geeloten, is den 18en Med 1873 geboren. ÏHg beamcht het Erasmiaanch Gymnasium te Rotterdam, waar zyn vader rector was. Daarna ving hij zgn studiën aan to Leiden *en promoveerde in 1896 cum laudo op een proefschrift, getiteld: De comptabiliteit in het Staatsbestuur. Van 1896 tot 1897 was hij geplaatst in óe betrekk.ng van adjunct-commi.s-redact.ur ter gemeente-secretarie te Rotterdam, welke functie do heer Kan in laatst genoemd jaar verwisselde tegen dié vanadjunct-commies van het Departement van Financiën, waar hg werkzaam was aan de Generale Thesaurie en aan verschillende belastinguldeelingen, waarna hg in 1904, referendaris 2gnde, in dienzolfdcn rang overging naar hat Depar tement van Binnenlandsche Zaken, om het toenmalige hoofd van dat departement, dr. Kuyper, bij te staan bg de behandeling van de Schoolwet en de pensionneer! ng der bij zondere onderwijzers. In 1908 zag de heer Kan daarna het gewichtig ambt van secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaker. toevertrouwd en het is in wijlen kriag bekend op hoe kundige wijze hij in die funotie is werkzaam geweest. Mr. Kan was o.a. Ld en secretaris der Staatscommissie voor de gemeente-financiëo, Ód wedke hoedanigheid hij met mr. Treub een nota indiende over afstand, van Rgka- belastingen aan do gemeenten. Voorts was hij secretaris der Grondwetscommissie- Heemskerk. Tot op heden is mr. Kan RECLAME. v.h. DE RAAD Laatste maand van onze Reclame-Aanbieding 3 MODERNE FOTO's f 1.50 (Uitsluitend Zondags) 1712 Beslot «Ie modellen in de Etalage HOOIGRACHT 8G TEL. 1074 Voorzate; van de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg en voor personeel in 's Rgks dienst. Do heer Kan schreef verschillende op stellen in het Rechtsgeleerd Magazgn, in de Gids en in de Vragen des Tyds. Do heer Kan is o.a. ridder in de erde van den Nederlandscheti Leeuw en Groofc- oflicier in de orde van Or an j ©-Nassau. Prof. L. A. van Roijen. Dc nieuwe minister van Oorlog, ad inte rim van Marine, prof. L. A. vao Roijen, is geboren 9 October 1S65 Op twintigjarigen leeftijd werd hij benoorud fot Ste luitenant bij het le Regiment Vesting-Artillerie, en drie jaren later (in 1SS8) volgde zijn bevor dering tot le luitenant Hetzelfde jaar trad hij op als leeraar aan de Koninklijke Mili taire Academie, een functie welke hij tot 1891 vervulde. Na vervolgens wederom eeni gen tijd bij de Vesting Artillerie te hebben gediend, werd hij in 1894 werkzaam gesteld bij do pyrotechoischo werkplaatsen cn in 1395 geplaatst bij de constructie-wcrkplaat- sen, terwijl hij in 1900 bevorderd werd tot kapitein. Sedert 1903 is prof. Van Roijen hoog leeraar aan de Technische Hoogcschool te Delft, aan welke hooger onderwijs-inrich- ting hij verbonden is aan de afdeeling Werktuigkunde en Scheepsbouwkunde voor het geven van onderricht in de mechani sche technologie. Tijdens de mobilisatie trad prof. Van Roijen op als hoofd van het Munitiebu reau, en als zoodanig heeft hij belangrijke leidfngswerkzaamhcdén verricht voor de voorziening van het gemobiliseerde leger van materieel. Door het bureau geschiedde onder meer de aankoop van al hetgeen noodig was voor de materieele uitrusting van het leger. Prof Van Roijen, die de liberale begin selen is toegedaan, is op het oogenblik lid der nieuwe bezuinigingscommissie (voort zetting der commissie-Rink onder leiding van luitenant-generaal Pop). De nieuwbenoemde bewindsman is Com mandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Mr. H. van der Vegte. De nieuwbenoemde minister van Water staat mr. H. van der Vegte behoort tot de Anti-rev. Partij. De heer Van der Vegte is sedert jaren advocaat en procureur te Zwolle. Sedert 1S01 maakt hij deel uit van de Prov. Staten van Overijsel en sedert 1907 heeft hij zitting in het college van Gedep. Staten van dat gewest; hg is oud-lid \an den gemeenteraad en oud-wethouder van Zwolle. De heer Van der Vegte is ridder in de orde van den Nederl. Leeuw. Mr. D. J. Donner. De nieuwbenoemde minister van Justitie, mr. Donner, anti-revolutionair, werd 3 Fe bruari 1891 geboren. Achtereenvolgens was hij commies-redacteur ter gemeente-secre tarie van Deventer, hoofdambtenaar ter ge meente-secretarie te Rotterdam, directeur van het CeDtraal Bureau van Voorberei ding in ambtenarenzaken. Daarna werd hij raad-adviseur van het departement van Justitie. Hij is een zeer bekwaam man. Laatstelijk fungeerde hij als plaatsvervan gend voorzitter van de Centrale Commis sie voor Georganiseerd Overleg voor per soneel in Rijksdienst. De heer Donner ia ridder in de orde van den Nederl. Leeuw. Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine. De nieuwe Minister van Arbeid, Handel cn Nijverheid, prof. dr. J R. Slotemaker de Bruine, is G Mei 1869 geboren. Na het gymnasium le Haarlem te hebben bezocht, promoveerde hij in 1894 aan de Universi teit te Utrecht in de theologie. Hij was predikant aan de Ned. Hervormde Kerk en lid van de Provinciale Staten van Utrecht, waar hij hoogleeraar is in de •rtieologie van wege de Ned. Hervormde Kerk. Sinds 26 Juli 1922 is hij lid van de Eerste Kamer. Prof. Slotemaker de Bruine heeft ge durende zijn politieke loopbaan met groote welsprekendheid en overtuigingskracht de Christelijk-historische beginselen verdedigd zoowel in als buiten het Parlement Ook in verschillende tijdschriften, o.a de Stem men des Tijds. verschenen beschouwingen van zijn hand op godgeleerdheid of sociaal terreijp Hij geveelde zich in het bijzonder tot de studie vajrhet sociale vraagstuk aan getrokken en nam oen werkzaam aandeel in de drankbestrijding O.a. presideerde hij een te Scheveningcn gehouden Congres te gen het Alcoholisme Eenigen tijd was hij hoofdredacteur aan hel dagblad „De Neder lander". In de 'Christelijk Historische Unie is hij een bekende persoonlijkheid Hij is ridder van dc orde van den Nederland schen Leeuw en van dc Oranje-Nassau- orde. Mr. M. A. M. Waszink. De nieuwbenoemde Minister van Onder wijs. Kunsten cn Wetenschappen, de heer mr. Waszink, is 41 jaar. Hij promoveerde 4 Juli 1912 als doctor in de rechtsweten schappen aan de Universiteit te Amster dam Voor zijn benoeming tot burgemees ter van Heerlen, welke functie hij sedert 1913, dus 13 jaar bekleedt, was hij hoofd commies ter secretarie te Maastricht. De heer Waszink 19 Katholiek. Dr. J. C. Koningsberger. De nieuwe Minister van Koloniën, dr. J. C. Koningsberger, oud-voorzitter van den Volksraad in Ned.-Indië is vele jaren werk zaam geweest in verschillende gouverne mentsbetrekkingen in Indië. De heer Koningsberger, die de liberale beginselen is toegedaan, werd in 1898 werk zaam gesteld in Indië bij de afdeeling Land bouw en klom in 1904 tot afdeelingschef op. In 1908 zag hij zich belast met de super- indentantie van het onderwijs aan de Land- bouwhoogeschool terwijl hem het volgende jaar de waarneming werd opgedragen van de funclie van directeur van den Landbouw. Twee jaar later werd hem toevertrouwd de leiding van de natuurwetenschappelijke zaken waarbij hem de titel te beurt viel van directeur van 's Lands Plantentuin. Na in 1914 gedurende eenigen tijd met verlof naar Nederland te zijn geweest, keerde dr. Koningsberger in Indië terug, waar hij weder in de laatstelijk door hem bekleede functie werd werkzaam gesteld. In 1915 werd hij tijdens verlof van den heer Lovink belast met de waarneming van de directie van Landbouw, Nijverheid en Handel. In 1918 werd hij benoemd lol lid tevens voorzitt. van de commissie voor de ontwik keling van de fabrieksnijverheid, nadat hij reeds het jaar le voren was benoemd tot voorzitter van den Volksraad. In 1919 werd hem op verzoek eervol ont slag uit den dienst verleend. In Nederland teruggekeerd was de heer Koningsberger daarna van 1 April 1922 tot 1 September 1925 voorzitter van het college van curatoren van de Veearlsenijkundige Hoogeschool te Utrecht welke Hooger Onder wijsinrichting in laatstgenoemd jaar is opge heven, loen aan de Utrechlsche Universiteit de faculteit der veearisenijkunde werd on dergebracht. De heer Koningsberger is voorzitter van den Raad van Beheer der Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen. De nieuw-bcnoemde minister is Ridder in de Orde van den Nederlandscbe Leeuw en Officier in de Oranje-Nassauorde. Hel nienwe ministerie. De „N. R. Crt." (V.B.) schrijft o.a.: Het nieuwe kabinet is gisteren ineens uit de lucht komen vallen, en het lijkt wonder veel op eene soort nationaal kabinet, als door Mr. Dresselhuys was aanbevolen, al zal het daarvoor wel niet door willen gaan Do heer De Geer heeft nauwelijks zooveel dagen noodig gehad, als de andere forma teurs maanden hebben verbruikt zonder tot een resultaat te kunnen geraken. Billijk heid gebiedt inlusschen te erkennen, dat de heer De Geer zich een goed stuk van den voorarbeid van Mr. Limburg ten nutte ge maakt heeft Na de politieke constellatie te hebben na gegaan, zegt het blad: Voornaamste kenmerk van het nieuwe kabinet lijkt ons voorshands, dat er niet één persoon in op is genomen, die wegens zijn politieke antecedenten of om andere redenen in de Kamer kan aanstoot geven. Blijkbaar heeft de heer De Geer ernaar gestreefd, aan zijn kabinet geen enkel Kamerlid le verbinden, cn hierin zal dan ook de reden wel liggen, waarom Mr. van Schaik die tot de combinatie-Limburg behoorde, door den hoer De Geer niet is overgenomen. Of zit ten er principieeler redenen achter Dc combinatie-Limburg spatte uiteen op een meeningsverschil tusschen de Roomsch-Ka- tholieke gegadigden en de Christel ijk-IIis- torischen. Heeft de heer De Geer het ver schil wel kunnen overbruggen met den heer Waszink doch niet met den heer Van Schaik Wij zullen er niet naar trachten te gts- sen. In zooverre door de benoeming van de nieuwe ministers aan een regeeringloos tijdpek, dat reeds te lang heeft geduurd, een eind is gekomen, begroeten wij vanzelf het nieuwe kabinet met vreugde. Warmer kan overigens op het oogenblik ons woord nog niet zijn. Want wij weten nog slechts, dat er een kabinet is, niet wat 'het van zins is te doen. Eerst wanneer het program van het kabinet zal bekend zijn geworden, zal men de male van zijne sympathie ten op zichte van het nieuwe ministerie kunnen bepalen. Wat de personen aangaat, die het ka binet vormen, daaronder zijn er verschil lende van erkende bekwaamheid; er zijn er ook onder, die zoo weinig aan den weg heb ben getimmerd, dat omtrent hen niets be kend is geworden. De meesten van hen na men aan het openbare leven óf niet óf slechts in plaatselijken kring deel. Met het parlementaire leven en de bijzondere eischen, die het overleg tusschen regeering en volksvertegenwoordiging ook aan den minister stelt, zijn slechts de heeren De Geer en Van Karnebeek nader vertrouwd. Dit vooral zal, naar wij verwachten, de Kamer in aanmerking willen nemen. Zij heeft alle reden, om het nieuwe kabinet met vookomendheid en welwillendheid tegemoet te treden. Want per slot van rekening is dit kabinet achter de groene tafel gekomen, om- dal de Kamermeerderheid onmachtig bleek, haar staatkundigen plicht te vervullen. Cri- tiek op de samenstelling van het kabinet zoo de Kamer zich onder de onmslandigheden niettemin tot critiek gerechtigd mocht ach ten, zal in de eerste plaats op haar zelve terugstuiten. De bezwaren, die uit den extra parlementairen aard van het kabinet kun nen voortspruiten, zijn alom bekend en het staat allerminst aan de Kamer ze breed uit te melen. Het is zeer waarschijnlijk dat, zoo niet voor allen, toch voor sommige der nieuwe ministers de inwilliging van het ver zoek tot toetreding, door den heer De Geer tot lien gericht, eene persoonlijke opoffering is geweest, waartoe zij slechts door hoog plichtbesef en nationaal gevoel kunnen zijn gekomen. RECLAME. 1IEBT CIJ GEKOCHT? 163? Laat er dadelyk Gummizolcn cn -Hakken onder zetten ft 50-70 en 95 ct. compleet. Ze worden er gratis en vakkundig onder gemaakt bij %rAN ESCH - Don kersteen 5 Laat ons daarom hopen, dat de Kamer ook harerzijds eene hooge opvatting van haar taak daartegenover zal stellen de lands- zaak zakelijk zal willen behandelen, en do partijtwisten buiten het ministerie om zal behandelen en tot oplossing brengen. Dit is in ieder geval eene van de wijzen, waarop do Kamer van haron kant kant dankbaarheid zal kunnen I jegens de mannen, die haar uit ccne iceiija.0 impasse hebben gehol pen. Het „Vad (V. B.) zegt o.m.: Zoo is dan door de opdracht tot een for matie van een extra-parlementair Kabinet aan den heer de Geer. althans die oplossing aan de Crisis gegeven, die ons behoedt voor den terugkeer van het thans zittend Kabi net, dat in welken slaat het ook terugge keerd zou zijn een constitutioneele onge rechtigheid zou zijn geweest. Do Geer heeft als kabinetsformateur terecht begrepen, dat het nu niet meer kon gaan om dagen maar om uren. dat elko lange overweging thans uit den booze was, en heeft de zaak blijkbaar flink aangepakt Na het volum van de Tweede Kamer over hel sociaal-democratisch onlbindingsvoor- stel, kon de oplossing niet lang op zich laten wachten, cn wij kunnen slechts onze blijd schap uitdrukken, dat wat algemeen be halve dan door de heeren van Wijnbergen en Marchant als de allerslechtste oplossing werd beschouwd, is kunnen worden ver meden. Het is thans niet de gelegenheid om breed uit le weiden over de qualiteilen van de nieuwe titularissen, al is er veel aan leiding om van het ministerie van bekwame mannen to spreken. Wij treden dit ministerie met onze beste wenschen tegemoet, en wachten, onze ge woonte getrouw .op zijn daden liet is een uilkomst, dat wij dit Kabinet hebben gekre gen, een interim, waarin de verschillende politieke partijen zich ruslig zullen kunnen bezinnen over den weg. die zij uit moeten, wat tijdens de crisis niet mogelijk was, althans niet mogelijk scheen. Colijn gaat heen. cn al zullen de vijan den niet ontbreken, die den gevallen leeuw den ezelslrap meegeven, wij willen hem niet zien vertrekken, zonder hem recht te doen. En dat zal hierin beslaan, dal wij conslatceren. dat hij alle populariteit ver smadende, wat hij als landsbelang zag, on verbiddelijk in het oog heeft gehouden, en ons voor inflatie heeft behoed. Hij heeft daarbij wel eens misgegrepen of te forsch gegrepen, maar wie zou zoo moeilijke taak hebben kunnen vervullen zonder le falen? De tijd is nog niet gekomen, nu zoovele mcnschen en ook zoovele belangen lijden onder de noodzakelijke bezuiniging om hem objectief le bezien, de parlementaire ge schiedschrijver van later zal hem1 recht doen; zijn rol is trouwens, ons bedunkens op hel politieke toonecl, nog lang niet uil- gespeeld. Wij hebben nu een Kabinet, waarin na lange jaren voor het eerst weer mannen van Rechts en Links zulten samenwerken. Dat is enorme winst, want de politieke anti these krijgt daardoor een onherstelbare!! slag, en do volkseenheid behaalt daardoor een triomf over het separatisme. Het nieuwe Kabinet heil Het „Ilbld." schrijft: Tot het eind toe want deze crisis die heden over een weck juist vier maanden oud zou zijn geworden, schijnt nu toch een Uit 't leven van den beroemden Engelschen detective HERBERT PORTER. Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. II. (Nadruk verboden). 7) SLOT. „Op deze persoonlijke verhouding wijst ook de sigaret, die Mr. Turner aan Grace Farm an gaf. En niet alleen dal. maar hij slak hem ook nog voor haar aan. Toch was deze intimiteit, zooal3 heel gemakkelijk vast te stelten is. nog van zéér jongen datum." „Hoe kunt u dal vaststellen?" „Niemand op het bureau wist er van. Hel is niet de gewoonte van een vrouw te zwij gen als men met den gestrengen chef reeds verloofd is Miss Farman was dus niet heele- maal zeker van de zaak. Daarom sprak zij er niet over, dat haar omgang mei Mr. Tur ner niet uitsluitend zakelijk was, maar ook eenigszins vriendschappelijk was geworden. Of misschien was zij haar chef wel zeer ge negen, maar kon zij het met zichzelve niet eens worden, omdat er ook nog een ander was De journalist knikte. „Het is niet wel aan te nemen," vervolgde Herbert Porler," dat zóó'n mooi. aantrekke lijk meisje lot op dil oogenblik zij is drie en twintig nooit een aanzoek van een man zou hebben gehad. En het is óók be grijpelijk. dat zoo'n jong, onervaren ding, die weinig gelegenheid had om uit le gaan en in de wereld te verkecren. die geen schouw burgen. geen bals bezocht, haar bewonde raars moes! vinden onder de mannen, met wie haar werk haar in aanraking bracht. En zoo ontmoette zij iemand, wiens geestes gaven haar imponeerden, die zich goed 'kleedde, korlom, die in haar oogen uitstak boven de andere namen, die hel dagblad bureau in- cn uit gingen, behalve de ge strenge hoofdredacteur, waarvoor zij een ■Mie bewondering koesterde, van den wa ren aard waarvan zij zich echter geen re kenschap durfde geven. Die Iroonde zóó hoog en onaantastbaar, dat een gewoon typislelje daarnaar haar oogen niet durfde opslaan.... Dus toonde zij die in haar teven zoo weinig had, zich niet heelemaal ongevoelig voor de attenties van den man, dien ik u zooeven beschreef, cn gaf half- willig, half-onwillig in een zwak oogenblik hem het jawoord. Of zij werkelijk écht van hem hield?.... In ieder geval: zij geloofde heil Nu werd het voor haar verloofde lijd om naar een vasle positie uit le zien. Wat lag meer voor de hand dan dat hij deze hoopte te krijgen bij de „Morning Leader waar hij om zoo te zeggen dagelijks in- en uit liep en waaraan hij af en toe medewerk te. Dan had hij bovendien het voordeel, dal hij den heelen dag in de nabijheid "was van zijn meisje, dit waarschijnlijk ook wel van plan was ni haar trouwen voorloopig haar betrekking aan le houden. Dus. hij solliciteerde!" Archibald Atkins was van zijn stoel opge- slaan; met langzamen, sleependen tred ging hij op den schoorsteen toe en leunde zwij gend met zijn ellebogen op den schoorsteen mantel. „Nu is het 's werelds beloop, dat een aar dig jong meisje zelden uitsluitend één man bevalt. Langzamerhand drong het tot Mr. Turner door, dat zijn secretaresse niet alleen buitengewoon mooi was, maar ook lief, be schaafd en ontwikkeld. En resultaat van deze ontdekking was, dat hij, om het maar zoo gewoon mogelijk te zeggen: verliefd op haar werd.. En hij besloot haar dit fe zeggen: om haar een huwelijksaanzoek le doen. Dat zal onge veer op denzelfden dag geweest zijn, waarop de journalist, over wien wij het hadden, hem om een betrekking kwam vragen. Mr. Tur ner had er geen vermoeden van, dat deze sollicitatie verband hield met de toekomst van zijn secretaresse; ik bedoel, dat de solli citant niemand anders was als de verloofde van Miss Farman. Toen hij aan Grace zijn liefde bekende, was deze natuurlijk ten hoogste verrast: zóó iets had zij natuurlijk nooit durven geloo- ven. Maar hoe streelcnd en warm dit oogen blik ook voor haar was: zij antwoordde, dat zij ha'ar woord gegeven en dus gebonden was. Op zjjn vraag wie die gelukkige kerel was, kwam het antwoord: juist de man, wiens aanstelling u op hel punt staat le ondertee kenen! Het is begrijpelijk, dal Mr. Turner dat al lerminst een aangename gedachte vond. Hij was le veel genlleman, om zich op een kleinzielige manier le wreken Maar zijn liefde was ook van een zuivere soort: al was Grace dan ook voor hem verlo ren, hij wilde dan toch precies weten wie en wat de man was, aan wien zij zich voor haar teven zou binden. Van een onberaden stap wilde hij haar ten ntinste terug houden. Misschien was er wel een likje egoïsme bij in het spel, wij zijn maar menschen; maar de nobele bedoelingen waren toch de hoofd zaak. Mr. Turner ging naar een eerste-klasse- informatiebureau en vroeg een gedetailleer de informalie over het teven en het verleden van den man, die zijn verloren liefde zou huwen. Enkele dagen later kwam de infor matie binnen. Toen hij ze gelezen had, sloeg de schrik hem om het hart. Hij las, dat de verloofde van Miss Farman en zijn aanstaande vaste medewerkerl een be ruchte oplichter was, die reeds meerdere ja ren in de gevangenis had doorgebracht en zich onder valschen naam door de wereld sloeg. Bovendien was hij maar dat onder zijn echten naam al getrouwdl Na van dit document te hebben kennis genomen, belde hij om Miss Farman. Omzichtig ver- lelde hij haar wat hem bekend was gewor den. Maar nu ontwaakte in Grace Farman de echte vrouw. Zij achtte het haar eer en plicht den man, die haar woord had, te ver dedigen. Ik ben niet overtuigd, dat het echte liefde wasik geloof, dat het meer een nobele aandrift was om den vriend le verdedigen. En al had zijzelve wel aan haar gevoelens ten opzichte van dien man getwij feld: de gedachte haar hand en haar woord gegeven te hebben aan een onwaardige, aan een slecht 9ujet, was haar onverdraaglijk. Typisch onredelijk als vrouwen kunnen zijn! Zij wilde dan ook niet hel nobele en on baatzuchtige van Mr. Turners handelwijze inzien en verweet hem een poging te hebban gedaan om zijn medeminnaar onschadelijk te maken en haar verloofde bij haar in een slecht daglicht te stelten. De informalie was bestelde waar en zij wenschte er niets van te gelooven. Mr. Turner liet al deze beschuldigingen kalm over zich heengaan en glimlachte al leen, want hij was zeker van zijn zaak. Hij zal ook wel bij zichzelf hebben gedacht, dat, als hij haar de waarheid van de infor malie bewezen zou hebben, zij den nobeten verloofde wel zou laten loopen en dan, als zij de emoties wat te boven was gekomen. Toen Grace eens flink had uitgehuild en weer een beetje tot bedaren kwam, zei hij heel vriendelijk: Kijk 'ns, beste meid. Ik verlang niet, dat je mij gelooft. Maar je kunt ook niet van mij verlangen, dat ik hem ge loof. Ik wil je een voorstel doen: we zulten hem hier laten komen en dan zal ik hem de informalie laten zien. Oog in oog zal hij mij zeggen, wat hij mij te zeggen heeft. En jij. Grace, zult er bij zijn. Miss Farman vond dit voorstel billijk en verstandig. Maar zij dacht, dat, als hij haar zag. hij nooit of nimmer zou toegeven Dat zag Mr. Turner ook in en toen kwam hij op een idee! Hij stelde Miss Farman voor zich achter de porlière op te sletten. On- zichlbaar voor haar verloofde ,zou zij het eerste de objectieve waarheid te hooren krij gen. Miss Farman kon zich met dit voorstel vereenigen. Maar vrouwen zijn ongeduldig. De tijd van 's avonds tol den volgenden mor gen zal haar een eeuwigheid geschenen heb ben en zij zal zich niet hebben kunnen voorstellen, hoe zij deze uren zou doorko men met de vertwijfelde vraag in het hart: 13 mijn verloofde een misdadiger of is hij het niet? En is hij werkelijk al getrouwd? Zij kon het niet meer uithouden en zocht haar verloofde op; zij vertelde hem van de informatie-, hij schuimbekte van woede, ver klaarde het allemaal voor teugen en bedrog en z^oer met heilige eeden. dat hij morgen dien vervalscher Ier verantwoording zou roepen. Oog in oog zou hij hem zeggen, dat het allemaal leugens waren, die alleen ten doel hadden het hart van zijn meisje aan het wankelen te brengen.... Toen de waardige verloofde zijn meisje naar huis gebracht had, begon hij de situa tie eens kalm te overdenken en hij kwam lot de conclusie, dat die situatie lang niet ongevaarlijk was. Mr. Turner kon len alten tijde spreken en dan was hij verloren. Dien nachl rijpte het plan bij hem den mond, die alles kon uitbrengen,voor altijd hel zwijgen op te leggen." Herbert Porter had gesproken. Hij trad aan het venster en zng neer op straat, liet leek alsof hij een teeken gaf. „llij heeft zijn besluit uitgevoerd, gister ochtend heeft hij Mr. Turner vermoord. Grace Farman, die achter de porlière stend, was getuige van de ontzettende misdaad. De moordenaar meende in het opgewon den gesprek tusschen den vermoorde cn d c Itaüaanschen zanger een toevallige prach tige kans te hebben om builen verdenking le blijven; maar het brandgat heeft alles uil ge bracht I" Het gezicht van Archibald Alkins wa9 lijkbleek geworden. Diepe kringen lag -n onder zijn oogen en .de oogleden waren lia.f gesloten. ..En kan u nog niet zeggen wie die man 13?" brachl hij er moeilijk uit „Neen. Ik mag u den naam niet nocn.-n. Maar zijn portret zal ik u laten zien. )k heb het uit Grace Farman'9 toilet-tafel meegeno men," antwoordde Herbert Porter. Archibald Alkins deed een slap naar voren en zonk toen krachteloos op zijn knieën. Zijn handen vielen slap langs zijn lichaam en langzaam opende hij de oogen „Ik weel wie dit portret voorstelt," zei hij eindelijk, heesch-fluisterend. Een driemaal Jierhaald kloppen op de deur klonk scherp en gebiedend door de kamer. De speurder zag Archibald Alkins aan ea knikle. B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9