No. 20228. ZATERDAG 20 FEBRUARI Anno 1926. Officieele Kennisgevingen. DE VUILVERBRANDING. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. AMSTERDAMSCHE ANTHRACIET MlJ DSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel. Bij regelabonnemenl belangrijk lageren prija. Kleine Advertentiên, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts, bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden f 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. Z 0.18, *0.18. Dit nummor bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. Leiden, 20 Februari 1926. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien het verzoek van S. van der Poel, om vergunning lot het oprichten van een zuivelinrichting in het perceel Haarlem merstraat No. 227, kadastraal bekend Ge meente Leiden, Sectie H. No. 66-1. Gelet op de arlt. 6 en 7 der Hinderwet Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag, den 6den Maart e.k., des voormiddags te half elf uren op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij. die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. 1079 BADHUIS VAN DER WERFSTRAAT. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het Badhuis in de Van der Werfstraat, wegens het verrichten van herstellingen aan het buizennet der Leidsche Duinwater- Maatschappij, op Dinsdag 23 Februari a.s. vanaf één unr des namiddags zal zijn ge sloten. N. C. DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, 20 Februari 1926. 1078 Wat leert de ervaring hier te lande en in het buitenland ons omtrent de vnilverwijdering door den. heer K. DILL1NG, oud-inspecteur der Ned. Heide-Maatschappij. III. Mest en is geen heiligheit, Maar doet wond'rcn waar ze lcit. Cats. In de Haagsche Courant van 19 Januari 1914 werd in een hoofdartikel reeds tegen de verbranding gewaarschuwd en deed de heer Van Reesema zich als een krachtig voor stander van landbouwkundige aanwending kennen, waarin hij door de Redactie van dat blad werd gesteund. In 1912 laat de toenmalige Directeur van de Gemeenlereiniging te Utrecht, wijlen de heer De Renkema, zich als volgt uit: „er zijn in de jongste jaren over de vuilvernieti- ging zooveel brochures met prachtige foto's verschenen en mild gezaaid, dat het waar lijk niet den uitvinders is te wijten, als zij niet bereiken, wat zij zich hebben voorge steld. Evenwel meen ik niet te overmoedig ite zijn als ik voorspel, dat binnen een kwart ■eeuw het schoon voorgespiegelde vernieti- .gingssysteem heeft uitgediend." Uit bedoeld rapport blijkt het ruime standpunt van dezen ambtenaar en het juiste inzicht. Hij toch zegt bij de bespreking van het verbrandings systeem: „het ligt m. i. dan ook geheel op den weg van bekwame technici als te Utrecht de Directeur van Gemeentewerken, Gasfabriek en electrisch bedrijf over deze zaak te rapporleeren, veel eer dan dat ik mij daarover zou moeten uitspreken." Niet minder belangrijk is het verloop van dit vraagstuk te Enschede. Tn hun rapport van April 1913 stellen de rapporteurs, lil. de Directeur van Gemeentewerken Ir. Jhr Op ten Noort en de Directeur van den Gem. Reinigingsdienst Woudstra den Gemeente raad voor tot verbranding over te gaan en daartoe een inschrijving te doen houden. Thans, na 12 jaren, nadat de Directeur diepgaande studie van het vraagstuk heeft gemaakt, heeft hij gemeend het voorstel te moeten terugnemen en alsnog toepassing van het ontgir.ningssysleem te adviseeren, we'.k advies door den Raad is aangenomen en reeds in uitvoering is. Intusschen is men in navolging van Hil versum. te Bussum en Arnhem in principe tot'toepassing van het ontginningssysteem overgegaan. Hoogst belangwekkend en boekdeelen sprekend is dat de hoogst bekwame Inge- ni?ur Dudok te Hilversum, Directeur van publieke werken aldaar, het Gemeente bestuur adviseerde het onlginningssysleem in te voeren, terwij] te Leiden onder zijn toe- z -lit de installatie voor vuilverbranding werd gesticht. v verband moge hier worden aange- aa.d hetgeen in een brochure van de Heide- maa schappij wordt gezegd en hetwelk ik ten volle onder schrijf. die in 7HnCleUr Van P- van Hilversum, thans ,Z:»°rlVan 17 Jan- 1917 se'-rde n» Wl,ze van verwerhing adri- dcn had2dü kunnen ze«en' i W l,e d°ec' verdienl dan ook «K.r a.len ,c-, dan dank der Gemeende. dat hij in dien lijd van O. W. en gering schatting van het geld niet den bouw van een verbrandingsinrichting aanmoedigde, die voor den ingenieur veel meer aantrekke lijkheid moei hebben, doch die de Gemeente thans schatten geld zoude kosten. Zooals ik in mijn artikel van 24 Juni 1925 in het Vaderland, naar aanleiding van de gestelde vraag- waarom Arnhem niet volgt, reeds schreef, is ook de ontginning te Arn hem met groot succes toegepast en is het van groote beteekenis, dat men te Arnhem tengevolge van dit succes van tegenstander voorstander is geworden. Immers schrijft de Directeur aan het slot van bedoeld artikel: eerlijk gezegd, had ik aanvankelijk weinig vertrouwen in den goe den afloop van deze bemestingswijze met droge afvalstoffen. Ondervinding heeft mij echter geleerd, dat bedoelde bemestings- melhode van vruchtbaarmaking van woeste gronden bestaansmogelijkheid bezit, zoodat ook in ons land, waar thans de vuilverbran ding om geldelijke redenen op den achter grond geraakt is, met ernst de oplossing van liet vraagstuk van verwijderen en ten nutte maken van het vuil onder de oogen gezien te worden. In dit verband verwijs ik naar het onder houd van Dr. Rademaker van het Vader land met de Heidemaatschappij en zijn per soonlijk bezoek aan de ontginning met stads vuil der Gemeente Arnhem. Hij schrijft hierover in het Avondblad van 6 Juli het volgende. De gemeente Arnhem heeft in 1923 op zeer hoog, ongeveer 60 M. -f- A. P. gele gen grofkorrelig, hoogst onvruchtbaar zand. een dergelijke proef genomen. Zij bracht 3000 M3. versch vuil, 3000 M3. belegen vuil (3 maand), 3000 M3. belegen vuil (3 maand) op de genoemde zandvlakte en zij oogstte respectievelijk 101.500 K.G. voederbieten, 90.500 K.G. voederbieten, 20.300 K.G., 26.300 K.G. en 26.200 K.G. roode star aardappels per H. A. Het vuil werd kort voor het zaaien of poten op den grond gebracht. Er werden ge plant 4400 K.G. poters, die 16000 K.G. 5900 K.G. die 20400 K.G. en 6500 K.G. die 19750 K.G. opbrachten. De heer Rademaker heeft zich verbaasd over den uitstekenden 'stand der gewassen, hoewel het onderhoud hem zeer slecht voor kwam. Dit beteekent, dat de uitkomst nog beter had kunnen zijn, indien voldoende aandacht aan de onkruidbestrijding was ge schonken; want zoo zeker als halve oogsten, richt ook door onkruid vervuild land den boer ten gronde. d'Akker zal het zv.$et vergeldea Ploeg en arbey ract geduld, Zie boe d'acr de korenvelden In den zomertijd yergult. Vondel. Het is mij bekend, dat te Hilversum, o. a. de opbrengst van voederbieten bij publieken verkoop ruim f 700 per H.A. bedroeg en een lste snede gras voor den buitengewonen prijs van ongeveer f 500 per H.A. werd ver kocht. Dit jaar was bijzonder, oogst en prijzen goed. Er loopen ook slechtere ja ren door. Bij een landbouwbedrijf mag men niet inet één, maar moet men met minstens 10 jaar rekenen. Ik heb deze voorbeelden van Arnhem en Hilversum, wat oogsten be treft, genoemd om het bewijs ie geven, welke meslwaarde aan de stedelijke afvalstoffen moet worden toegekend. Wie de ontginning met stedelijke afvalstoffen van Antwerpen, gelegen le Brecht, bezoekt, stelt vast, dat hier een terrein van bijna 200 H.A. boseh- grond in welige landouwen is herschapen. Malsche weiden, rijkdragende vruchtboo men, verrukkelijke bloemenvelden, kweeke rsen en boschplantsoenen en weelderige suikerbieten bekoren het oog en moeten zelfs op een leek een geweldigen indruk maken en tot nadenken stemmen. Zoo zullen wij met 's Heeren zegen Het dorre maken tot vruchtbaar land En rijke vruchten brengen naar de steden- Van 't eenmaal steriele zaad. Wie de moeite wil nemen, in de buurt van Den Haag onder Nootdorp, zich met eigen oogen te overtuigen van de onuitputtelijke vruchtbaarheid der met stadsvuil behan delde gronden, zal het hierboven aange haalde beamen. In hel voorgaande is naar mijn meening uit authentieke bronnen bewezen, dat ont ginning een zeer groot algemeen belang is, dat de stedelijke afvalstoffen een groote be- meslingswaarde hebben en aanwending hiervan voor het welslagen van vele ontgin ningen eenvoudig onmisbaar is. De groote bedragen, die thans voor aan koop van kunstmest naar het buitenland gaan. kunnen bij uitbreiding der toepassing van stedelijke afvalstoffen in het land blij ven zeer ten voordeele van onze handels balans en de volkshuishouding. (WoTdt vervolgd). Het nieuwe collegium van het L. S. C. Bij enkele candidaalstelling zijn tot leden van liet Collegium van het Lcidsch Studen tenkorps gekozen de heeren: J. V. Rvpperda Wierdsma, prac-ses; D. Bos, ab-actis; F. H. C Loseeaat Vermeer, quaestor; P. R. Tak Labrijn, assessor primus C. J. Leembruggen, assssoor sttiidus. Tentoonstelling van kunstfoto's. De Leidsche Amateur-folografen-vereeni- ging hield gisteravond ter inleiding van een tentoonstelling van Kunstfoto's, vervaardigd door den heer J. van der Pant, kunstfoto graaf le New-Westminster in Canada, welke heden en Zondag in de kunstzaal van ons stedelijk Museum „De Lakenhal" le bezich tigen zijn. De heer Adr. Boer, redacteur van „Focus" te Bloemendaal had zich bereid verklaard in verband met deze collectie een voordracht met lichtbeelden te houden. Een groot aantal kunstfolo's waren langs de wanden aangebracht en vóór tegen den katheder prijkte het portret van den heer Van der Pant zelf, door een zijner leerlingen gefotografeerd. Het bezoek was zeer bevredigend. Onder de aanwezigen, voor 't meerendeel dames en heeren amateur-fotografen werden ook opgemerkt een zuster van den heeT Van der Pant en nog een ander familielid, met den spreker medegekomen. - De voorzitter, de heer H. Filippo W.Fz., opende de bijeenkomst. Hij heette de aan wezige leden en genoodigden en vooral den spr. van den avond van harte welkom. Hij wees er op dal de expositiezaal voor zijne vereeniging een zeer ongewone maar daar om niet minder begeerde plaats van samen komst is. Toen hel bestuur er in slaagde de kunst foto's van Van der Pant hier te Leiden le mogen tentoonstellen, was aldra de moeilijk heid, waar zij de verzameling mochten laten zien. En het bestuur achtte zich bijzonder gelukkig den directeur van dit Museum be reid te vinden deze zaal beschikbaar te stel len .Hij sprak daarvoor en mede ook voor de welwillende ontvangst zijn erkentelijkheid uit. In deze toestemming zag hij tevens de erkenning hiervan, dat het besef levendig wordt, dat ook in de fotografie een element van kunst schuilt. Spr. zou niet graag bewe ren dat de leden der vereeniging steeds kunstfoto's maken maar wel constateert hij, dat er een streven merkbaar is, om ernstig werk te leveren. Zeker zijn allen het met spr. eens dat b.v. de schilderkunst veel hoo- gcr staat dan de fotografie, die als liefheb berij werdt beoefend. Laat het een liefheb berij zijn, maar dan mag spr .toch zeggen dat de beoefenaars er van een goede ont spanning hebben gekozen. Het doel er van is goede foto's te maken. De voorzitter hoopte dat deze avond er toe bijdragen, zal, dat meerdere amateurs zich zullen aansluiten en als ernstige werkers het doel der vereeniging zullen bevorderen. Na ten slotte den spr. van hedenavond een bijzonder woord van dank le hebben ge bracht van wien reeds meermalen gebleken is, dat hij de Leidsche vereeniging een goed hart toedraagt verklaarde hij de bijeenkomst geopend en gal het woord aan den heer Boer die zijn aangename en meermalen geestige causerie aanving met een korte levensbe schrijving te geven van den heer Yan der Pant. Jan van der Pant, thans 42 jaar, werd te Alkmaar geboren, waar zijn vader koop man was. Na de lagere school te hebben doorloopen, werd hij leerling der H. B. S. met het doel na deze te hebben bezocht in den handel le gaan bij zijn vader. Zijn hoofd stond echter evenmin naar de exacte studie, als naar den handel. Hij had andere idialen. Zijn gedachte gingen uit naar de blauwe Holt. luchten naar bosch en wei.. Na twee jaar verliet hij de H. B. S. en ging bij vader in den handel; maar dat ging niet en later treffen wij hem aan te Leiden en te Amsterdam met het plan in de letteren te sludeeren; zelfs dacht hij er een tijd over om predikant le worden en inderdaad speurt men zijn religieuse inspiraties later nog in zijn werk. Er kwam. niets van, wel was hij een jaar werkzaam bij Royaards, echter niet als artist, maar.bij de administratie. Intusschen schreef hij in 1910 gedichten in de „Nieuwe Gids" die zeer de aandacht trokken en even later werd hij lid der Tedac- tie van het tijdschrift „Op de Hoogte". Zijn speciale werkkring zou daar zijn reizen te maken door Europa en Afrika om daarna zijn reisindrukken in dit tijdschrift wW te geven. Hij heeft enkele reizen gemaakt en verhalen er over geschreven, die echter niets buitengewoons bevatten. Intusschen was de reislust bij hem ontwaakt en in 1912 emi greert hij naar Canada, doch vindt er voor- lcopig slechts een administratieve betrek king. Deze was echter een overgang tot iels, wat hem wel beviel nl. tot een staatsbetrek king. Hij zou voor de Canadeesche Regeering naar Europa reizen en daar lezingen hou den over dit land en de emigratie er heen aanbevelen. Een kolfje naar zijn hand, dat hem echter weldra werd ontnomen door den oorlog, toen er geen sprake van emigreeren kon zijn. Hij koos toen zijn vroeger en ook later nog beoefende liefhebberij, als vak en vestigde zich in het stadje Oekotox als pho- tograaf, welk plaatsje hij later verwisselde met de grootere stad New-Westminster, waar hij een beklante zaak heeft en zijn brood verdient. Maar de stoere werker heeft de fotografie ook als kunstuiting leeren be oefenen en in zijn vrije uren gaat hij met zijn eenvoudige camera de vrije natuur in en wat hij daar produceert heeft de alge- meene aandacht getrokken en werd reeds ie Amsterdam en ook te Parijs ter gelegenheid van de herdenking van de uitvinding der fotografie in 1925 tentoongesteld. •Hoe de heer Van der Pant de fotografie a's „kunst" opvat heeft'hij in s^iekera meer dan eens en ook elders uiteengezet waarvan de spr. eenige treffende citaten gaf. Bij Van der Pant is ook de fotografie visie wedergave van het doorvoelde. Vervolgens besprak hij een aantal der tentoongestelde foto's, liet er het schoone van zien en herhaalde dit later bij de ver tooning van een reeks mooie lichtbeelden. Hij weid aan het slot warm toegejuicht, welk applaus de heer Boer echter overdroeg op den afwezigen fotokunstenaar, den heer Van der Pant. De voorzitter dankte nu den spr. voor zijn geestige voordracht. Hierna werd de tentoonstelling, die heel wat mooi's bevat door de aanwezigen be zichtigd en bewonderd. Zeker zullen van daar en morgen nog velen deze tentoonstel ling bezichtigen en zij zullen zich dat be zoek aan de Lakenhal niet beklagen. Actie bij de N.V. Scheepsbouw en Repaiatie- werf „De Hoop", v.h. Gebr. Boot Donderdag en Vrijdagmorgen hebben de besturen van de Christelijke, de Nederl. R.-K. en Alg. Ned. Metaalbewerkersbonden een onderhoud met de Directie gehad. Deze heeft voorgesteld de volgende wijzigingen in de loon- en arbeidsvoorwaarden te wil- len aanbrengen: De loonen der geschoolde en geoefende j arbeiders zullen met 2 ct., die der onge- I schoolde met 3 cent per uur worden ver hoogd. Voor de jeugdige arbeiders zal de perio dieke verhooging worden vervroegd. De uren boven de vastgestelde arbeids week, zijnde 46 uur, zullen met 25 pCt. extra loon worden betaald. Den werklieden zullen twee vacantie- dagen worden gegeven, waarvan één dag op den 3en-Oclober-dag is gesteld.,, Deze regeling gaat in Zaterdag 20 Febr. In de gehouden ledenvergaderingen werd besloten, op de voorstellen van de directie in te gaan, zoodat Maandagmorgen om zes uur de arbeid zal worden aangevangen. 25 Jaar in dienst dei Nederl. Spoorwegen. Heden herdacht onze stadgenoot de heer L. Sneep, ladingmeester bij de Ned. Spoor wegen, sinds drie jaar alhier als zoodanig werkzaam, den dag, waarop hij voor 25 ja ren bij de Maatschappij in dienst trad. De lieer Sneep heeft in dit veeljarig tijdperk getoond een ijverig en plichtgetrouw be ambte te zijn, die het vertrouwen geniet zijner superieuren en zich bemind wist te maken bij zijn ondergeschikten. Hij kwam op dezen dag op treffende wijze aan het licht. De heer L. SNEEP. Hedenvoormiddag te elf uur, werd de ju bilaris met zijn echtgenoote in de kamer van den Stationschef aan het Station ont vangen, waar zich mede zijn chefs en de leden van het personeel voor zoover zij door den dienst niet waren verhinderd, bijeen kwamen. Allereerst werd de jubilaris toegesproken door den inspecteur bij de Ned. Spoorwegen, den heer Rambonnet, die hiervoor expresse- lijk uit Utrecht was overgekomen en die hem prees als een goed beambte, die ook wel eens een fout had gemaakt, wat trouwens ieder in den dienst overkomt, vooral als bet een harde werker geldt, zooals Sneep. Bij het vele goede van S. nam de Directie een foutje gaarne op den koop toe. Als blijk van waardeering overhandigde hij den ju bilaris een diploma, om in een lijstje le zet ten, benevens een enveloppe rnct de tradi- tioneelen inhoud (een maand salaris). De heer S. dankte de directie voor de stoffelijke blijken van waardeering en den heer Rambonnet, mede voor de persoonlijke gevoelens jegens hem geuit, waaruit hem is gebleken dat hij gewaardeerd wordt. De stationschef, de heer P. van den Born, sloot zich in de gevoelens van waar deering jegens den jubilaris geheel aan bij de woorden van den inspecteur. Waar de onmiddellijke chef, de beer J. H. Koppens, chef der afdeeling vrachtgoederen, de wen- Bchen van het personeel aan den jubilaris zal overbrengen, bepaalt hij zich tot het uitspreken van een persoonlijken geluk- wensch mede gericht tot de vrouw van S. Hij hoopte dat de jubilaris nog vele jaren op dezelfde voortreffelijke wijze zijn ta^\k zij fcvitme.u voe-VflXttiiv BINNENLAND. Over het verdrag met België. De Minister van Arbeid over de bijslagen op renten der rijksverzekeringsbank. De werkverschaffing aan arbeiders in Drenthe. BUITENLAND. Een compromis op de Engelsche liberale conventie bereikt. De overeenkomst tusschen Frankrijk en Turkije. Buitengewone krijgsraad in Griekenland ingesteld. RECLAME. IlcereoBlDgel 34.35. Tel. No. 1523. PRIMA KWALITEIT. VERZEGELDE ZAKKEN. 40^6 Hierna nam de heer Koppens, die den jubilaris namens het personeel gclak- wenschte, het woord. Hij prees hem ook als een zeer plichtgetrouw beambte. Het was hem eens kwalijk genomen dal hij van een ondergeschikte een rapport had ge maakt, dat niet vleiend was. Spr. prees hein juist daarvoor. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Kleinigheden behandelt Sneep langs minnelijken weg, maar het geval dat spr. op het oog heeft kon niet op een andere wijze opgelost worden. Dat heeft nu iedereen begrepen. Ten slotte bood hij hem een Westminster klok aan met mooi slagwerk, vergezeld van een album mei de namen van de schenkers. Mej. Brugmans, klerk bij de Maatschappij voegde mei het aanbieden van een bouquet seringen aan mevrouw Sneep, nog eenige vriendelijke woorden aan alles wat er reeds gesproken was toe, waarna de lieer S. mede namens zijn echtgenoote allen hartelijk dankte. Deze huldiging zal hem een spoor slag zijn om, als hel kan, nog met grootere plichtsbetrachting zijn werk te doen. Hij had niet geweien, dat hij, gedurende de drie ja ren, in Leiden werkzaam, reeds zoo hel ver trouwen van de superieuren en van hel per soneel had verworven. Ook voor de mooie geschenken was hij zeer erkentelijk. Hierna drukten de aanwezigen den jubi laris en diens echtgenoote de hand. Hedenmiddag van 2 tot 5 uur hield S. le zijnen huize receptie. Kunstavond Centrale Wijkarbeid. In de door den heer De Leeuw, Schelpen- kade, feestelijk met groene palmen getooide groote Stadszaal had gisteravond een kunst avond plaats, waarvan de voordeelige baten den wijkarbeid hier ter slede ten goede kwamen. Met genoegen constateerden wij, dat onze opwekking om dezen avond bij le wonen blijkbaar niet tevergeefs was ge weest: de groote zaal was althans uitstekend bezet, zoodat ook in dit opzicht de avond a's uitstekend geslaagd kan worden beschouwd. Wij schrijven met opzet „ook", want be halve dit is ook het tweede gedeelte van den wensch door ds. M. J. Punselie in zijn ope ningswoord uitgesproken, in vervulling ge gaan nl. dat op dezen avond ook zij, die enkel hier gekomen waren met het doel waarlijke kunst te genieten, daarin niet teleurgesteld zouden worden. Verder heette ds. Punselie allen hartelijk welkom, in het bijzonder hen, die zoo be reidwillig werden gevonden om aan dezen avond hun welwillende medewerking te ver- leenen, waarvoor het comité zich zeer dank baar betoonde. Nadat zijneerwaarde vervolgens voorge gaan was in gebed, werd een aanvang ge maakt met het aan-afwisseling-rijke pro gramma. Alle nummers hiervan afzonderlijk !e he spreken zou ons le ver voeren laten wij echter allereerst zeggen, dal hel een „kunsF'-avond geworden is in den waren zin des woords. Zonder aan de verdiensten van de overigen ook maar in het minst te kort te willen doen, moeten wij in dit verband in de eerste plaats de namen noemen van mej. A. Veenenbos en den heer G. Grondsma, beiden uit Alkmaar; de eerste vanwege haar schooncn zang, die waarlijke schoon heidsontroering teweeg bracht, de tweede vanwege zijn mooie declamaties, waarnaar het een genot was te luisteren. Deze twee hebben den avond gedragen. Denken wij bijv. wat de zangnummers betreft, aan „Urlichl". altsolo uit de 2do symphonie van Mahler en aan „Waldeinsamkeil" van Max Reger. Hierin was mej. Veenenbos wel op haar best en kreeg het auditorium volop gelegenheid te genieten van haar mooie, sonore stem. Maar ook het in Friesland zoo populaire liedje „Sliep sêft, myn bernslje", dat met veel gevoel werd voorgedragen, ver wierf een dankbaar applaus. *vjei onrermeld mag hierbij l■'ijver, dg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1