Humor uit het Buitenland.
D Buiten!. Weekovereteht
BRIEVEN UIT BERLIJN.
Dorpspoliticus: Ja, en dat benne geen gcgeves ran mijn*'
2e benne van enn kerel, die weet waar-Ie over praat.
(Humorist^
BoekveikoopeT (tot klant die juist zeshonderd boeken voöl
de bibliotheek van z'n buitenverblijf besteld heeft): HÈ
sa) een lijst maken en ter goedkeuring voorleggen, meneer.
Klant: Nergens voor ncodlg om me lastig te vallen.
'Jullie weten hier toch zeker wel, wat. een heer tegenwoordig
^est, niet? (Punch}
Kleine schooljongen, na lang en raadselachtig gezoek:
Da's nou gek, waar kan die witte muis nou gebleven zijn?
1 (Humorist)
Toeschouwer bij landelijken competitie-wedstrijd: Nou,
ik heb respect voor dien kerel, hoor. Al drie keer moest btf
■van het veld gedragen worden. Een held boor!
Inboorling: Och wat, held! Wel, da's nou de manier van
jjochem om een slokkle te kenne krflge.
(Passing ShowJ
fnbTekoi:
Dienstbode:
Inbreker:
Dienstbode:
Inbreker:
Dorpskoetsier '(aan z'n zware „vrachtje" denkend)? Wit
'let die ouwe merrie er de sokkèn in, als je rekent wat w«i
Öaarbinnen hebben. (London Opinion^
Zijn meneer en mevrouw thuls^
Nee, er ia niemand thuis.
Hebben ze de hondenbelasting betaaldf
We hebben geen hond.
Zoo, nou ik kom om de piano te stemme*
(Passing Show*
Nog altijd strijd om de zetels
van den Volkenbondsraad
Bedorven stemmingen Tc*e-
nemend fiasco van het parle
mentarisme Bedreiging der
dicfatnnr.
Nog altijd is do kwestie der zetels in den
Volken bondsraad een rebus, waarvan de
oplossing al een zeer moeilijke mag wor
den genoemd.
In DuitsekJand begint de stemming de
overhand te verkrijgen, die meent-, dat bij
uitbreiding vaii heb aantal permanente ze
tels Duitschland maar het beste doet, om
voor een toetreden tot het Volkenbondsin-
ptituut te bedanken. Of daar niet wat al
2e zeer vergeten wordt, dat Locarno vast-
lit aan het toetreden I
Japan voelt niets voor een uitbreiding
en Engeland, hoewel officieel nog altijd
^een beslissing is gegeven, feitelijk even
min. Trouwens, dat de Engelsckc domi
nions er tegen zijn, wijst ook al in die
richting. Toch is 'het nog zoo heel zeker
•net, dat Chamberlain ter wille van de
Fransche vriendschap niet één concessie zal
willen doen en b.v. «Ie Poolsche aanspraken
uteuncn. Van Italië's standpunt is nog niets
hekend. Dat Frankrijk dc aanspraken van
Polen, België, Spanje en Tsjccho-Slow-akijc
jteunt-, is vanzelfsprekend. Het zou Frank
rijk immers een overwicht, geven in den
Raad, Engeland's invloed dhnig verminde-
Ven, de Duitsche vrijwel climineeren.
Het laat zich aanzien, dat Polen het
heetste hangijzer zal zijn. Polen vreest, dat
Duitschland, eenmaal alleen toegelaten lot
den Raad, ten allen tijde Polen zal uitslui
ten, door zich tegen een Poolschen zetel
tc verklaren. En waar één tegenstemmer
beschikt en wikt
Er zal nog heel wat gebalancecr en ge
konkel noodig zijn om uit^ dc impasse te
geraken, waarin de oude machtswellust als
anderszins den Volkenbond heeft gebracht.
.Geheel zeker van het slagen zijn wc, helaas,
zelfs niet, gezien, dat één land alles op
losse schroeven zetten kan.
Het is wel droevig te zien, hoe machts
kwesties reeds aan de orde zijn in het
lichaam des vredes bij uitnemendheid
<n dc stemming bederven.
Gelijk we vreesden, is de stemming tus-
Hchen Italië en Duitschland bedorven door
Mussolini's uitval. Dat blijkt uit allerlei
kleinigheden. Wel opmerkenswaardig is
overigens, dat el duce liet noodig heeft
geoordeeld, Oostenrijk gerust te stellen ten
aanzien van Italiaausche aspiraties in Tirol.
Italië zal niet over den Brenner gaan. Meer
en meer wordt duidelijk, dat Italië's dicta
tor voor binnenlandsch gebruik zijn don
derrede heeft gehouden en om tc doen uit
komen, dat Italië nooit een aaneensluiting
.van Oostenvijk en Duitschland zal dulden.
Over vrijheid en zelfbeschikkingsrecht der
volkeren gesproken 1 Mooie woorden, maar
als heb op daden aankomt
Held, dc Beiersche premier, die de auctor
Intellectualis was van de Dnitsch-Italiaan-
eehc kwestie, heeft op dezelfde manier ge
zorgd vpor een dergelijke kwestie met
Tsjeeho-Slowalvije, maar waar Benesj heel
wat verstandiger is dan Mussolini, loopt
heb daarmee zoo'n vaart niet. Voor Held
'zou een soort muilkorf echter niet zoo mal
zijn.
Van de ontwapeningsconferentie ver
neemt men daarnevens ook weinig meer.
Reeds komen de eerste geruchten af, dab
het uitstel tot 15 Mei wel zal worden vei'r
lengd, minstens tot het najaar. Sovjet-Rus-
land en Zwitserland zijn het nog altijd niet
eens geworden over de oude, hangende
kwesties. De Fransche bemiddeling is mis
lukt. Het heet, dat Italië nu aan het pro-
becrcn is. Uit Moskou is inmiddels Kopen
hagen voorgeslagen als plaats van bijeen
komst. Om Zwitserland bang tc "maken 1
Temeer, waar Gcnève als Volkenbondsstad
toch reeds van meerdere zijden wordt aan
gevochten 1
Het is alles onzekerheid, wat de klok
slaat, en dc algemeene barometer wijst
slecht weer aan.
'Dit laatste geldt ook voor den binnen-
lar.dschexi toestand in verscheidene landen.
Om te beginnen Frankrijk. Na heel wat
gemodder in de politieke constellatie heeft
Doumer, de minister van financiën, een
eerste oogst in de Kamer binnengehaald.
Ruim 1 milliard moest worden gedekt. De
Kamer voteerde 1COO millioen en waar do
franc intusschen verder ia gedaald, moet
nu nog bijkans vier milliard woïden ge
vonden. Is het wonder, dat Doumer en
Briand nu dc „eerste trein" naar den
Senaat is gegaan, probeeren van dat heel
wat minder verpolitiekt lichaam gedaan te-
krijgen om alle financieele voorstellen, ook
de door de Kamer verworpene, te doon
aannemen om daarmee dan opnieuw voor
de Kamer te treden Intussc-hcn heeft dit
optreden al aanleiding gegeven tot dc
twistvraag, of do regcering daarmee niet
buiten haar boekje is gegaan, daar de Se
naat toch mist het recht van revisie etc.
De positie van het niinisteric-Briand wordt
daardoor al bedenke)ijker, daar het zich
steeds meer verwijdert van de socialisten
en het cartel dus op springen staat. Voor
de Franscho fascisten en bolsjewisten is de
gang van zaken uitstekend: het Fransche
parlementarisme toont zijn onbevoegdheid,
zijn voor het land zoo rampzalig nicLkun-
nen, meer en meer.
In Hongarije mag de Augias-stal ook wel
eens grondig gereinigd. De Hercules ont
breekt daar echter al evenzeer. Het vai-
ache bankbiljettcnschandaal is nog nimmer
lot een bevredigend einde gebracht. Men
blijft als het ware voelen, dat er nog heel
wat geheim wordt gehouden. En te midden
van dezen chaos schijnen dc z.g. ontwa
kende Hongaren, de conservatieven van de
daad, zich opnieuw te willen roeren. Een
aanslag op den leider der oppositie in de
Kamer is al gedaan, zij het ook tevergeefs.
Allerlei demonstraties voor en tegen de
regeering zijn te verwachten plus de daar
uit voortvloeiende botsingen en vechtpar
tijen. Dë toestand van verwarring spitst
zich toe zonder redelijk uitzicht op
ontwarring. Ook in Hongarije is de poli
tiek vastgeloopen.
En wat in Griekenland weer' te doen is
Onverwacht zijn ccnige oud-ministers en
een aantal officieren gearresteerd en naar
een der eilanden gedeporteerd. Het oude
scbervcngereclit in eere hersteld, behalve
dat nu één persoon beslist: dictator Fanga-
1ü3. Het heet, dat er een samenzwering
op touw gezet zou zijn tegen de regeering,
wat niet zoo onmogelijk is. Leidt echter
dictatuur daartoe niet van zelf
In sovjet-Rusland blijft datzelfde daarom
ook altijd te verwachten. En te eer, waar
onder dc communistische leiders zelf de
onecnigheid groeiende is. Eeii man van het
gezag van een Lenin ontbreekt-. De afbraak
van het oude stelsel is geslaagd,f de op
bouw laat zeer veel te wenschen over. Do
moeilijkheden flemen toe, zienderoogen. De
boeren voelen weinig meer to mogen ver
wachten van heb niéuwe systeem. Daar
tegen moet worden geageerd. Hoe? Vele
doktoren staan met hun middelen gereed
voor den zieke. Wie heeft het goede mid
del? En dan weer dc onderlinge strijd naar
macht en aanzien Daarmee eindigt men
als van zelf.
RECLAME.
1031
„Reist u naar Italië?" Indruk
wekkende hnlde aan de nage
dachtenis van een gestorven
kunstenaar: de Corinth-tentoon
stellingen. De snelle omkeer
van een gunsteling des Keizers
De val van een bokser.
Berlijn, midden Februari 1926
In deze dagen, nu de meer welgestelde
Berlijners op het purit staan hun lang-ver
beide voorjaarsreis naar het Zuiden te onder
nemen of dc laatste voorbereidingen daartoe
treffen, valt de drcigrede van den Italiaan-
schen dictator als een donderslag te midden
der schoone plannen. Niettegenstaande de
verbittering, welke in Duitschland door het
fascistisch regime in Tirol wordt gewekt,
zou niemand er lol nu toe aan gedacht héb
ben, van zijn reis naar het land van
schoonheid, zon en kunst, om politieke
redenen af te zien. Geen enkele van de
gebeurtenissen uit het laatste decennium,
zelfs niet- de afval van den voormali gen
bondgenoot en zijn deelname aan den oorlog
aan 's vijands zijde, was in staat om de oude
liefde der Dftitschers voor Italië uit te
roeien.
Toen de oorlogsstormen uitgeraasd waren,
was men verheugd, juist deze betrekkingen
weder te kunnen aanknoopen.
Plotseling heeft nu deze kwestie een ge
heel ander aanzien gekregen. Mussolini be
weerde. dat in Duitschland een „reis-
boycott" werd gepropageerd; niets is minder
waar, al mogen er hier en daar ook enkele
personen verklaard hebben, cr niet toe te
kunnen komen, Italiaanschen grond-te be
treden, zoolang in Zuid-Tirol de Duitsche
volksaard, taal en zeden op zoo niets-ont-
ziende wijze onderdrukt worden, en al heeft
•bijv. ook de beroemde hooglceraar in de
philosophie Rudolf Eucken in Jena om die
reden de uilnoodiging lot deelname aan het
te Rome te houden „Internationale congres
voor zedelijke opvoeding" niet aangenomen.
Er zullen altijd menschen met een bijzon
dere ontvankelijkheid en fijngevoeligheid ten
opzichte van de nationale gezindheid ge
vonden worden, die geestelijk diep gebukt
gaan onder bepaalde verhoudingen in het
politieke leven en die daaruit voor hun per
soon dc consequenties aanvaarden. Nie
mand zal hen dat kwalijk nemen. Maar van
een of andere algemeene neiging of actie,
welke ten doel zou hebben het groolc
Duitsche publiek systematisch aan le be
velen of wel het als een „plicht" op te leg
gen, de reis naar Italië op le geven, was
eenvoudig niets tebemerken. Eerst de
eigenaardige rede van Mussolini heeft bij
lallooze menschen twijfel en bedenkingen
doen rijzen. Met vraagt zich af: „Zou zich
niet, wanneer ik, vroolijk-genietend, in Rome
of Florence ben, opnieuw een dergelijk inci
dent kunnen voordoen? en "wie waarborgt
mij dan, dat ik niet op een goeden dag als
Duilscher op cenigerlei wijze wordt lastig
gevallen?" Dat is een mogelijkheid waar
aan niemand zich gaarne blootstelt. Bij
alle geestdrift voor Italië, heeft men toch
tijdens zijn verlof en zijn ontsparmingsreis
gaarne de onvoorwaardelijke zekerheid, van
onnoodige opwinding verschoond te zullen
blijven.
En - zoo kan men inderdaad het verras
sende verschijnsel waarnemen, reeds
hoort men allerwege daarvan spreken
dat de Berlijn er s hun voorjaarsplan ncn ver
anderen en den blik naar Zuid-Frankrijk
wenden, wat men nog het vorig jaar voor
onmogelijk gehouden zou hebben Want het
gevoel, dat lusschen Duitschland en Frank
rijk een meer weldadige almospheer begint
te hcerschen, is algemeen. Men begroet
zulks met voldoening. Alleen, is het niet
treurig, dat in dit oude deel van Europa,
wanneer eindelijk in den eenen hoek de
vlammen der nationale tegenstellingen be
ginnen te doovcn, tezelfdertijd in een an
deren hoek een nieuw vuurtje ontstoken
wordt?
De aangenamer wordende betrekkingen,
welke zich lusschen Duitschland en zijn
grooten ouden tegenstander in het Westen,
den „erfvijand", zéggen de nationalisten
en chauvinisten langzamerhand weder
ontwikkelen, kwamen onlangs ook lot uit
drukking, toen de Fransche gezant le Ber
lijn, de heer de Margcrie. tegenwoordig was
bij de opening van de groole herdenkings
tentoonstelling, wélke door de Bprlijnep Na-
tional-Galerie" aan den, verleden zomer ge
storven, genialen leider der moderne Duit
sche kunst, den schilder Lovis «Corinlh, ge
wijd was.
Deze tegenwoordigheid van den gezant,
dien men in Berlijn als een fijnzinnig ken
ner van kunsten ch wetenschappen ook
overigens hoogacht, viel des te meer op. nu
de Rijkskanselier dr. Luther bij de plechtige
wijding der Corinlli-tentoonslelling de ope
ningsrede hield.
Men wil in deze ontmoeting gaarne een
verblijdend symbool zien.
Overigens wés deze deelname van den
leider der Duitsche politiek a(in een gebeur
tenis op kunstgebied een nieuwigheid voor
Berlijn? Iels dergelijks is vroeger metterdaad
nooit voorgekomen. Sedert het bestaan van
het Duitsche Rijk is geen van zijn kanse
liers op deze wijze bij een huldiging, welke
hot oeuvre van een belangrijke persoonlijk
heid uil de kunstwereld gold. op den voor
grond getreden. Ilct besluit van dr. Lulhcr
vermt mede een schakel in den keten van
grootsche huldigingen, welke Berlijn in deze
weken aan de nagedachtenis van den heen-
gëganen meester Louis Corinth brengt.
Want ook; nooit te voren heeft men ge
zien, dat een Duitsche schilder op een wijze
gevierd werd, als hier geschiedt. Op het
zelfde tijdstip namelijk zijn op drie plaatsen
„reu zen' '-tentoonstellingen georganiseerd»
welke een overzicht over het levenswerk
van dezen on vergelijken kunstenaar moge-s
lijk maken. De bovengenoemde' „National*
Gaïerie" heeft de schilderijen van Corinth
geëxposeerd, en zij heeft hiervoor bijna
haar ganschc lrnis ingericht De „Berliner
Sezession", waarvan de gestorven meester
president was, brengt de schetsen uit zijn
nalatenschap, uit musea en uit liet privaat
bezit, eveneens in bijna alle zalen van haar
tentoonstellingsgebouw. De kunst-academie,
eindelijk, heeft het grafische werk van Co-:
rinth te.zamen gebracht, zijn etsen, litho
grafieën en houtsneden. In diepe verbazing
neemt het publiek, dat zich in massa voor
deze tentoonstellingen verdringt, kennis van
de monumentale hoogheid cn de wereld
betekenis van dezen man, die wel eenig
in zijn soort is geweest.
Er is een oogenblik geweest, waarop dé
figuur en het levenswerk van Louis Corinth
in hel bijzonder een diepe cn ongewone be
langstelling veroorzaakten In 1911 werd
zijn gezondheid ernstig geschokt. De groote,
forsche, zware man werd door een beroerte
op het ziekbed geworpen, en daarna volgden
nog cenige heftige attaques, waaronder het
zware lichaam bijna bezweek. Echter, en
dat is voor ons liet groole raadsel, juist in
deze laatste vijftien jaren van zijn ziekte
bereikte de meester het hoogtepunt van zijn
kunst, de hoogste frischhcid in zijn licht-
siralende, jubelende kleuren, de geweldigste
uitdrukking van zijn schilders-verbeelding.
Dit na te gaan, is aangrijpend; te crkc-rnen,
dat een schier bovcnmenschelijke inspan
ning zijner gecstes-krachlon alle lichamelijk
Jijden en zwakte overwon. Geen enkelen
dag heeft Corinth, ook in dezen tijd, den
arbeid laten rusten. Wij zien nu ook de ont
roerende leekcningen, welke hij op zijn
ziekbed, als liet ware lusschen de visite der
dokters door, ja zelfs in zijn koorts op het
papier wierp. Niemand zal bij het bekijken
van deze bladen onbewogen kunnen blijven.
Nog een andore Borh'ïnsrho kim?'"na ar is
kort geleden gestorven. Eert beeldhouwer,
professor Guslav Ebertrin, die zeer zeker
niet tot de kopstukken in het rijk der kunst
gerekend mag worden. n:aar die door andere
oorzaken bij herhaling, en wel op wonder
lijke wijze, de aandacht op zich deed ves
tigen. Ebcrlein kon zlcli lot die beeldhou
wers rekenen, welke zich indertijd in de
bescherming van Keizer Wilhelm I mochten
verheugen en die veel te danken hadden
aan de meermalen getoonde belangstelling
van den monarch voor beeldhouwwerken en
in liet openbaar geplaatste standbeelden.
Maar wie zal beschrijven, hoezeer men
verbluft was, toen, onmiddellijk na de revo
lutie van 1918. de lieer professor Eberlein
bij de toonaangevende bestuurders der stad
Berlijn verscheen om hun het volgende
mede te deelen hij, een man. die nooit
had nagelaten aan zijn bijzondere vercering
voor den Keizer uitdrukking le geven!
had drie bustes van de soriaal-demcerati-
schc leiders Marx.Lass'alle en Bebel ge
modelleerd cn 1 »ij vroeg, of voor deze „kop
pen" niet een plaats in de Raadszaal van
liet Borlijnsche gemeentehuis gevonden kon
worden, waaruit men (hans ongetwijfeld de.
bustes der drie Keizers, welke de zaal tot
nu toe versierd luidden, wel zou verwij
deren! Nu is het zeker in hooge mate ver
standig van een kunstenaar, wanneer pok
hij „rekening houdt met veranderde tijds
omstandigheden". Deze omkeer kwam bij
Eberlein evenwel iet of wat snel cn wat
al (e grondig I