No. 20227.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Februari
Tweede Blad. Anno 1926-
Het Zilveren feest van
Koningin en Prins
Hoest-Keelpijn SBl
Anga-bonbonsj&JiïP
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
Kiespijn? Neem Togal.
FEUILLETON.
Het Geheimzinnige
Telefoongesprek.
De tweede reeks andiënties.
Gistermiddag tusschen hall vijl en zea
uur hebben M. do Koningin en Z. K. H.
.den knus een tweede reeks auuieoiies ver
leend aan personeo of comite's, tor aan
bieding van geschenken ter gelegenheid van
de herdenking van het 25-jarig huwelijk
van het Koninklijk Echtpaar.
Met Oranje-Comité 1928.
Te hali viji werd ahorns»# ontvangen
een depuiat»e, bestaande uk hoeren vóu
het Urauje-Konnte 19Zu, tei aluibieuiug \au
het dezer dagen reeus u.tvoer.g in de pers
beschreven scfnldery, door P. van der Hem
geschilderd en voorstekende Koningin, Prins
'en Prinses.
Het Comité van aanuieoing bestond uit
de hoeren C. Fred. Klokke, directeur der
Ufcreehksche Assurance My., voorzitter; C. J.
Heetvclci, koopman te Utreciu, secretaris;
D. Blom, koopman te Utrecht, penn.ngm.;
J. G. Crevecoeur, gep. chef de bureau N.S.;
H. J. L. Bax. geneéaal-majoor der urUierie
te Utrecht; M. Bokhorst, ooekhandelaar te
Utrecht; G. W. P. v. Uokkum, kunstacndaer,
Utrecht; mr. Th. A. Wesstra, gcmt-entc-3v.cre-
taris van Haarlem; C. de Graaf, arcinlect
te Utrecht, K. Koet, koopman te Rotter
dam; A. B. Karreman, koopman te Rotter
dam; mr. J. Lohman, burgemeester van
Assen; D. J. Leverman, inspecteur van het
Lager Onderwijs te Groningen; M. Meyerink,
architect te Zwolle; J. H. Mignon, ambte-
naar van den bnrgerl. Stand to Utrecht;
Henri van Oppen, koopman te Maastricht;
S. Slooten, particulier te Amsterdam; W.
F. Suyling, koopman to 's-Hertogenboscli;
mr. J. Sieburgh, advocaat cn procureur te
Utrecht; ir. H. L. van Tets, adjunct-direc
teur der Utrechtsche Assurantie-Mij. te Bilt-
'ioveii; mr. S. Tromp Meesters, advocaat
en procureur le Arnhem; ds. I. Voorsteegh,
predikant to Katwijk; A. C. Verbeek, tuin
man, Den Haag; C. W. Wagenaar," gep.
hoofdcommies ter gemeente-secretarie te
Utrecht; dr. D. van Weideren baron Rei
gers, particulier te Leeuwarden en C. A.
van Woclderen, burgemeester van Vlissingen.
De heer C. F. Klokke hield bij de over
handiging van het geschenk, een korte
toespraak tot Koningin en Prins.
Tevens toonde de lieer Klokke aan de
Koningin, die zichtbaar ontroerd was en
blijk gaf deze spontane volksuiting op hoo
ien prijs te stellen, do reproductie van het
schilderij, bestemd om 'aan dc eclioolkinde-
ren tc worden uitgereikt.
Het geschenk dei Marine-officieren.
Tc 5 ure werd ontvangen oen deputatie
■Uit de Koninklijke Nederlandse lie Marine Ier
aanbieding van bet geschenk der officieren
der Marine, een schilderij, goschilderjd door
Van Eden. le Amsterdam.
Dc deputatie bestond uit vicc-admiraal
l'ock, commandant der Marine te Willems
oord; kapitein-lui tenant ter zee Prillcvitz,
onder-commandant der Marine le Amster
dam; officier van administratie lc klasse
Dolk; kapitein van de Mariniers Baron van
lleraert tot Dingsliof; officier van den
Marine Stoomvaartdienst Voeleliuk; officier
van gezondlheid Boosmau en officier-vlieger
Brocsder.
Vice admiraal look hield een toespraak.
Hulde van Christelijke onder
wijzers en onderwijzeressen.
Hierna werd door If. M. en Z. K. H. ont
vangen een commissie, bestaande uit het
Moderamcn van het Hoofdbestuur van
Christelijke onderwijzers en onderwijzeres
sen in Nederland cn dc ovcrzceschc bezit
tingen, ter aanbieding van een bedrag van
f7000, uit naam van dc Christelijke scho
len in Nederland, ten bate van dc slacht
offers van den watersnood
De deputatie bestond uit do hoeren F.
Ooslerlee, voorzit ter; A. Oosterwijk, secre
taris, mej. H. L. J. Rijken, penningmeesteres
cn den heer A. dc Jong Ézn., directeur van
het Bureau der vereeniging.
Dc leerlingen werden vertegenwoordigd
door Maria de Nic, leerlingen van de Konin
gin Wilhclininaschooi en Willem van der
Beek, leerling van de Van der Takschool,
uitgaande van de Vereeniging De Oranje-
scholen.
Het geschenk bestaal uit een zilveren blad
voorzien van het vignet der Vereeniging
van Christelijke onderwijzers, voorslellen-
den den Leeuw met de vlag, waarop de
woorden
Principium sapiontiae timor Domini (De
Vreeze des Hoeren is het beginsel der Wijs
heid) en draagt de volgende inscriptie: ,,op
dit blad werd een gift voor de slachtoffers
van den watersnood aangeboden aan H M.
de Koningin en Z. II. H- den Prins der Ne
derlanden. bij gelegenheid van hun zilve
ren huwelijksfeest, op 7 Februari 1926,
door dc kinderen van dc Christelijke scho
len in Nederland."
De gift, groot f7000, werd in 7 bankbil
jetten overhandigd. Het geheel werd aan
geboden op een kussen van Oranjezijde,
bedekt door een kanten kleedje
De voorzitter, de heer Ooslerlee, sprak
liet koninklijk echtpaar toe.
Aanbieding van hst
Utrechtsche Album.
De burgemeesters in dc provincie Utrecht
hebben aan H. M. de Koningin en Z. K.
H. Prins Hendrik bij gelegenheid van hun
25-jarig huwelijksfeest, gezamenlijk een
album aangeboden.
Dit album bevat dc wapens der gemeen
ten in die provincie, in dc heraldieke klem
ren hitgevoerd op roomkleurig oud-Hol-
landsch karton, op evenveel (18) bladen als
er burgemeesters zijnzij hebben hun hand-
teekeningen onder de wapens gesteld. Het
album bevat voort-s oen opdracht, gecalli-
grafcerd op Frans Ranceyn-perkament met
oud-Holiandsehe letters, en versierd met
decoratie in hoog-goud. Het geheel is ge
bonden in een perkamenten band, versierd
met heb wapen van de provincie Utreoht
cn omsloten door een zilveren lint met
oranjeappeltjes en -blaadjes. Het album is
vervaardigd door den calligraaf C. Kcrssen
te Utrecht.
De aanbieding i3 geschied door een af
vaardiging, bestaande uit de liecren dr.
J. F. Foclcema Andreae, burgemeester van
Utrecht, jlir. A. E. J. van Grotenhuis van
Onstein, burgemeester van Vinkeveen en
H. J. Baron van Heemstra, burgemeester
van De Bildt-, onderscheidenlijk burgemees
ter van de grootje gemeente, oudste bur
gemeester in jaren en burgemeester met
het grootst aantal dienstjaren. De eerstge
noemde heeft met een kort woord het ge
schenk overhandigd, na van de opdracht
voorlezing te hebben gedaan.
Geschenk van het
St. Huberius gilde.
Vervolgens werd door Koningin en Prins
-ontvangen een deputatie van het St. Hu-
bcrtus-gilde, bestaande uit graaf v. Rcch-
tcren Limpurg Almelo, en B. van Weide
ren baron Itengers, die aanboden een zil
veren blad met Gildewapen cn wapenschil
den van de Broeders.
Hel geschenk van den heer
Hoogenhuisen.
Ten. slotte ontving het Koninklijk Echt
paar den heer Hoogenhuizen, oud-militair
van het Nederlandscli -Indische Leger, uit
het Koninklijk Militair Invalidenhuis Bron
beek te Arnhem.
Deze bood als geschenk voor het Zilve
ren Paar een door hem zelf ontworpen ge
borduurd huldeblijk aan, in lijst gevat.
RECLAME.
Doos 6O-90cl. SfivB
Bij Apoth.en Drogisten.
905
Het ontbindingsvoorstel der
S. D. A. P.
De Standaard (a.-r.) schrijft onder het op
schrift Behoefte aan lawaai:
Zonder lawaai kan een revolutionnaire
partij niet leven. Agitatie is haar harleklop
en haar normale levensuiting het groote ru
moerige woord.
Het was du« gansch natuurlijk, dat er uit
den boezem der S.D.A.P. af en toe klach
ten kwamen over het rustig toezien der par
tij. Er kwam geen betoging. Geen groote
vergaderingelf** geen prJtestmeelings, geen
oratorisch vuurwerk, geen moties, geen
dreigementen.
Zoo kon het niet langer. Men zou gaan
mcenen, dat dc partij er niet meer was. De
nieuwe leider, de heer Albarda, is een naar
den aard rustig man en hij heeft nu een
veertien dagen geleden getracht de onrust
te «tillen door een nuchter zakelijk betoog
in Het Volk.
Maar de S.D.A.P. leeft niet uit het ge
zond cn koel verstand, maar uit het revolu
tionair sentiment en dus lag het voor de
hand. dat het kalm betoog, hoe uitnemend
ook, weinig bevrediging bood.
De heer Albarda stelde de vraag, wat het
Parlement uit zichzelf toch kon doen om de
oplossing der crisis te bespoedigen.
Dc club dor S.D.A.P. zou om een vergade
ring kunnen vragen van de Kamer, maar
voor welk doel zou men zulk een vergade
ring beleggen?
Zou men met een interpellatie komen?
Maar tot wien moest men zich richten?
Ook zou men aan de Kamer kunnen voor
stellen. zich met een verzoek te richten tot
dc Kroon. Maar ook dit denkbeeld werd ver
worpen.
Er bleef de Kamer niets anders over dan
rustig af te wachten.
Als gezegd, dit bevredigde niet. De on
rust bleef, en zie, thans heeft de club der
S.D.A.P. besloten aan den voorzitter van
de Tweede Kamer het verzoèk te richten
een spoedvergadering le beleggen voor de
behandeling van haar voorstel, om zieli te
richten lot II.M. de Koningin, met het ver
zoek tot Kamerontbinding over te gaan.
Zie zoo, nu is er dan toch wat.
De pers staat' weer vol van de daad der
partij. En Het Volk heeft al da-del ijk weer
een schetterend artikel legen den ,,door de
groote meerderheid des volks verafschuw
den reactionair Colijn". Wie weet, of er
straks nog geen meeling kan volgen met
„een eisch des volks".
Wat er dus ook van dc zaak worde, aan
de behoefte aan lawaai is men nu tegemoet
gekomen. Zoo moet men het voorstel der
S.D.A.P. allereerst bezien.
Uit een artikel in De Tijd (R.-K.) (waarin
er aan herinnerd wordt dat de crisis giste
ren honderd dagen duurde):
Wij kunnen met nadruk verzekeren, dat
mr. Limburg bij zijn poging van Katholieke
zijde niet alleen in de pers, maar ook bin
nenskamers loyaal is en wordt tegemoet ge
treden. Dat is geen praatje, maar een feit,
dat door mr. Limburg, wat ook het resultaat
vim zijn poging moge zijn, zal kunnen^ wor
den bevestigd. Daar het dc vorming-van een
extra-parlementair Kabinet geldt, zou men
in onzen kring natuurlijk liefst zien, dat' de
Kabinetsformateur in de allereerste plaats
zijn medewerkers buiten het parlement zou
zoeken. Mocht dit echter geen voldoende re
sultaat opleveren, dan is er tegen de mede
werking van Katholieken uil de actieve po
litiek Q.i. geen bezwaar, wanneer het pro
gram van den formateur zulk een medewer
king voor Katholieken mogelijk maakt.
Het wil er bij ons dan ook nog niet in,
dat mr. Limburg voor de opdracht zal moe
ien bedanken. Indien hij het klaar speelt,
heeft het voorstel der sociaal-democraten
om H.M. de Koningin te verzoeken Kamer
ontbinding te overwegen, geen zin meer. De
publicatie van dit voorstel zal, als wij goed
zien, op dit oogenblik zelfs dc kansen van
mr. Limburg kunnen verbeteren, al zouden
wij niet durven beweren, dat het juist dt\ar-
om is ingediend.
Mocht de Kabinetsformateur onverhoopt
het bijltje er bij neerleggen, dan moet en
zal voor de openbare meening»komen A-ast
le slaan, dat de schuld van de mislukking
niet is te zoeken bij ons, katholieken, die
er feestelijk voor bedanken om door libe
ralen en socialisten als zondenbok in de
woestijn te worden gestuurd.
Eerst nadat een en ander duidelijk is ge
maakt, zal men de voor- en nadeelen van
Kamerontbinding pas goed onder de oogen
kunnen zien.
De Volkskrant (R.-K. linkervleugel) noemt
het een fabel, dat de rechterzijde het er
op toelegt, de pogingen van den heer Lim
burg le doen mislukken, ten einde zoo
als haar toeleg van het begin af aan zou
zijn geweest tot den terugkeer van het
kabinet-Colijn te kunnen komen.
Juist het aanblijven van het kabinet-Co
lijn zou in de gegeven omstandigheden voor
de Katholieke partij, voor haar verhouding
ook tot de andere rechtsche partijen, groote.
moeilijkheden kunnen opleveren. De verwij
dering zou grooter zijn en alle kans op her
stel der vroegere verhouding verkeken kun
nen worden. Behalve dan de heer v. Wijn
bergen vatten wij het alten zoo op.
Een kabinet-Limburg daarentegen zou
aan de partijen der rechterzijde een periode
van rust gunnen, waaraan zij voor het
oogenblik het meest behoefte hebben. De
coalitie zou voorshands niet aan verdere
proefnemingen ten aanzien van haar hecht
heid zijn blootgesteld. En gedurende de rust
periode zou men kunnen onderzoeken, of
men straks tot een herstel der coalitie zou
kunnen geraken, dan wel of dit denkbeeld
definitief zou behooren te worden opgege
ven.
Nog eens: de rechterzijde heeft er geen
belang bij, integendeel, dc pogingen van mr.
Limburg te «aboteeren. En daar de S.D.A.P.
door oen kabinet-Limburg eerlijken steun
toe tc zeggen, het in haar hand heeft, den
terugkeer \ran Colijn te voorkomen, behoeft
zij ook om die reden niet om Kamerontbin
ding to roepen.
Blijkbaar heeft ze weer eens behoefte* aan
een leus, zij het een leege leus.
Het behoud van Nedexlandsche
landgoederen.
Het bestuur van de vereeniging Het
Grondbezit had aan den minister van fi
nanciën in zijn adres van 5 October 1925
verzocht om, in afwachting van de nadere
voorstellen door het bestuur, voorloopigc
maatregelen le nemen lot het behoud van
Nederlandsche landgoederen.
Thans zijn in de jongste ledenvergadering
der vereeniging deze nadere voorstellen
goedgekeurd en worden ter kennis van den
minister gebracht.
Het Bestuur verzocht de minister om
deze voorstellen aan zijn departement wel
spoedig in bewerking te willen doen nemen
cn als gevolg daarvan een wetsontwerp te
willen doen uitgaan, waarin:
a. aan de belastingautoriteiten categorisch
en imperatief worde voorgeschreven dat
voortaan alle taxatie van de kapitaal- en/of
opbrengslwaarden van de grondslagen van
belastingheffing (ook van de successiebe
lasting), voor. als zoodanig na onderzoek
door den Boschraad erkende landgoederen
cn onderdeden daarvan zulten uitgaan van
tweeërlei gezichtspunt n.l. voor.cerst van
een werkelijk behaald rentabilileilsoogpunl
en len tweede van uit een oogpunt van da
delijk verzilverbare of verwachtingswaarden
b. dat deze taxatie op aanvraag van den
belastingschuldige aan hem liekcnd gemaakt
moeten worden evenals ook de namen van
de betrokken taxateurs;
c. wordt bepaald, dat de eerstbedoelde
taxatie vooT^den-belastingaanslag gevolgd
moet worden, en dabde ten tweede bedoelde
wordt toegepast bij verkaveling van hel
goed;
d. oen repressieve heffing wordt inge
voerd, bij verkaveling van deze erkende
landgoederen, hetzij als geheel, hetzij van
onderdeel cn ervan; volgens de dan werke
lijk verkregen opbrengsten;
e. de forensenbelasting voor gebruikers
van zulke landgoederen wordt buiten wer
king gesteld;
f. wordt vergund, om do successiebelas
ting. wanneer die van zulke goederen ver
schuldigd zal zijn in annuïteiten to betalen.
RECLAME.
Bij Apoth. en Drog. A f 0.80 en f 2.
961
Generale commissie Zuiderzeesteunwet
Gisteren is te Amsterdam de generale
commissie, bedoeld in artikel 3 der Zuider-
zeesteunwet, door don voorzitter, mr. G. Vis
sering, namens den minister van water-
slaat geïnstalleerd. Dc voorzitter gaf daar
bij een beknopt historisch overzicht van
het instituut der tegemoetkomingen aan de
Zuiderzec-visschersbevolking wegens de
schade welke de afsluiting der Zuiderzee
hun mocht berokkenen.
De vergadering hield zich voorts bezig
met het regelen van huishoudelijke zaken.
Dc bepalingen der Zuidcrzeesteunwet. die
betrekking hebben op dc tegemoetkomingen
en aan welker uitvoering de generale com
missie haar medewerking zal hebben le
verleenen, zijn nog niet in werking getre
den. De vergadering besloot in afwachting
daarvan, aan het dagelijkseh bestuur der
commissie op te dragen, reeds thans een
aanvang to maken met het verzamelen van
de noodigo gegevens, waarover de commis
sie bij de uitvoering van haar laak de be
schikking zal moeten hebben.
Naar een fnsie.
Een commissie uit den Nationalen "Wo
ningraad en den Bond van Arbeidcrsbouw-
verecnigingcn in Nederland, ingesteld tot
onderzoek van de vraag op welke wijze een
concentratie van de krachten, die zich op
het terrein van den vereenigings- en ge-
mcenlebouw bewegen, kan worden verkre
gen, heeft thans rapport uitgebracht aan
de besturen van beide organisaties, waarin
zij adviseert tot een fusie van Nationalen
Woningraad en Bond van Arbeidersbouw-
vercenigingen in Nederland. Het rapport be
vat een omlijnd voorstel omtrent de wijze
waarop en de voorwaarden waaronder deze
fusie zou kunnen plaats vinden. Het rapport
komt dezer dagen in behandeling in een be
stuursvergadering van den Nationalen Wo-i
ningraad.
Inkomstenbelasting van rijksstndietoelagen.
Sinds in de laatste jaren ia zoo onder
scheiden gevallen ven rijkswege toelagen
worden verleend aan hen, die voor een be
paalde betrekking wenschen opgeleid te wor
den, hebben z.ch herhaaldelijk kwesties voor-
jgedaam over de vraag oi het volle bedrag)
dezer toelagen in aanmerking mocht komen
voor rijkSiUkom3tenbelastingheifing, dan wel
wel of do lesgelden daarop in vermindering
mochten worden gebracht. Verschalende be
langhebbenden, die zich met de opvatting
der belastingadministratie, dat het volle
bedrag der toelage voor de hetfing in aan
merking kwam, niet konden vereenigen, z^jrt
daartogen in verzet gekomen. Meestal be
paalde men zich echter tot een reclame,
enkelen zochten hun heil bij den Raad van
Beroep en bij uitzondering kwam zulk een
kwestie voor den Hoogen Raad.
In de laatst verschenen aflevering der
„Beslissingen in Belastingzaken" is nu eert
arrest van den Hoogen Raad opgenomen,
waarbjj e<?n beslissing is gevallen over bo
venbedoelde vraag. De belastingadministratie
had den aftrek van lesgelden niet toegestaan,
de Raad van Beroep oordeelde, dat aftrek
mocht plaats hebben, op het beroep in cas
satie van den Minister van Financiën be-
sliete de H. R., dat de wet geen aftrek
toeliet.
In het betreffende geval ging het over
de toelage, toegekend op den voet van het
K. B. van 12 April 1919, „St.bl." no. 175,
aan hen, die wenschen te worden opgeleid
voor de betrekking van surnumerair der
registratie, en domeinen. Belanghebbende oor
deelde, dat het lesnemen, hetwelk £600
'sjaara kostte, een last was verbonden aam
de toelage en dat dit bedrag dus ingevolge
art. 10 der wet in aftrek mocht komen.
De Hoogo Raad overwoog echter, dat
belanghebbende do kosten, verbonden aan
zijn opleiding, niet maakte om in den zin
var. art. 10 der v/et de opbrengst der
meergemelde toelage te verwerven, te innen
of te 'behouden, doch de toelage was hem
Vil hoi leven van den beroemden Engelsclien
dcleclivc HERBERT PORTER.
\rij bewerkt naar bet Eiigolsch door J. li.
(Nadruk verboden).
2)
De Bankdirecteur zag zijn vrouw aan, die
baar oogen c\en scherp op mij richUe.
Daarop zei Rudcndorff niet een Hauwen
glimlach: „Hier moet een onbegrijpelijk
misverstand in liet spel zijn, mijnheer Loebe
Voor ccn kwartier kwam bier een bode met
uw kaarljc en dc mededccling. dat u mijn
uitnoodiging aanneemt. Nu geet ik inder
daad vanavond een klein soupcrlje. maar
ik heb u niet uitgenoodigd en kon dal ook
niet doen 0111 dc eenvoudige reden, dat ik
niet bet voorrecht heb u (c kennen. En bo
vendien wordt uw komst ik hoop, dat u
liet mij niet kwalijk neemt, nog onbegrijpe
lijker, omdat ik juist per telefoon met u ge-
heb cn het misverstand reeds is
Tgohclderd."
dord een stap achteruit en staarde den
Bodrna a,?n- zt'?t u. mijnbeer Von
met rn b'e ,U, !lobt ",cl 111 «esproken,
- n 'L'J selcletonccrd?"
haalde <lr 'cm wcer 2'in vrouw aan en
cGcèn Hen S°"ders op. ..Welzeker:...' ja.
held dr Loohi rv ,ge'edcn heb ik u opge-
is bet rui tl',eb' nl V. toc''? Maar nu
horlo-p V "nuc^r,'iPc'iik hij haalde
- h0r,PZe 10 v°orscbijn boo dat met
den tijd uitkomt. Tien minuten geleden
belde ik u op cn nu bent u in eigen persoon
lner. U woont, zooals ik in het telefoonboek
heb gezien, in de Alexanderslrasse. Maar
dan is het loeh buitengesloten, dat u in tien
minuten
..Mijnheer Yon Bodendorff, hier moet een
afschuwelijk misverstand in het spel zijn.
Ik heb niet met u getelefoneerd, nu noch
vroeger.... en ik ben al een uur geleden
van huis gegaan."
De bankier zag mij aan cn schudde het
hoofd.
„Maar ik heb toch zelf opgescheld; 26213
dat is toch uw nummer?"
„Inderdaad."
„En bovendien hoorde ik onmiddellijk:
U spreekt mot dr. Loebe."
De detective floot zachtjes even. „Dat
is werkelijk merkwaardig."
„Ik moet eerlijk zeggen", antwoordde dc
geleerde, „dat het mij op het eerste oogen
blik humoristisch voorkwam. Op mijn ka
mers is niet heel veel te halen. Iemand,
die de moeite genomen had bij, mij in le
breken, zou zich zeker later den verloren
tijd beklagen. Want wat er bij mij te nemen
valt is werkelijk dc moeite niet waard. En
als ik aanneem, dat er werkelijk een in
breker in mijn woning is sedert wanneer
is het gebruikelijk, dat inbrekers aan de
telefoon komen als er wordt opgebeld
Toen ik daaraan dacht, moest ik onwille
keurig lachen: Stelt u voor een man, die
met een dievenlantaarn kisten en kasten
doorsnuffelt, als de telefoon gaat kalm dcri
buit op tafel zet en zich als een concreet
zakenman zijn naam aan de telefoon noemt,
of beter gezegd den naam van dengeen,
bij wien hij aan het inbreken is!"
„Wat heb ik dan door de telefoon ge
zegd V' vroeg ik, nog steeds lachend.
Ook Von Bodendorff moest lachen. „U
was heel aardig cn beleefd en u begreep,
dat het een grap was."
„Werkelijk V' vroeg ik verwonderd.
„Absoluut. U zei mij, dat waarschijnlijk
een goede vriend u had willen beetnemen
en u beloofde dezer dagen eens bij mij aan
te komen en mij de invitatiekaart tc zullen
laten zien, die u nu wel niet meer als echt
beschouwde. U begrijpt nu wel hoe groot
mijn verbazing was, toen ik u koTt daarop
zag verschijnen."
Mijn vroolijkheid was meteen verdwenen.
Ik had op eens het gevoel alsof uit de duis
ternis iets griezeligs op mij toc kwam krui
pen. Iets, wat ik niet zag... alleen maar
voelde. Dc voorstelling van een vreemde
in mijn huis, die aan de telefoon kwam en
zich voor mij uitgaf, scheen mij niet meer
humoristisch, maar angstwekkend.'Ik moest
zekerheid hebben.
„Zoudt u mij willen toestaan, mijnheer
Von Bodendorff, om even van uw telefoon
gebruik'tc maken V' vroeg ik.
„Dat spreekt vanzelf", antwoordde hij.
Wij gingen met ons drieën in zijn studeer
kamer, de bankier, zijn vrouw en ik. Ik
bracht de automatische verbinding tot
stand: 2, G, 2, 4, 3, en met ieder cijfer,
dat ik op de schijf draaide, nam mijn ze
nuwachtigheid toe. Eerst hoorde ik het ge
zoem in mijn toestel Daarop werd de haak
van mijn apparaat afgenomen, ik hoorde
het met angstige duidelijkheid, cn ilc hoorde
een sterke, vaste stem:
,,U spreekt met Dr. Loebe.'-
De bankier had de tweede hoorn opgeno
men en keek mij aan.-
„Met wien spreek ik?" vroek ik, alsof
ik niet goed verstaan had
„Met Dr. Carl Loebe". Ik kreeg een
schok, toen ik die vreemde stem koel en
duidelijk mijn voor- en achternaam hoorde
noemen. „Neemt u me niet kwalijk", zei
ik, „er moet een vergissing in het spel
zijn, het zal wel aan mij liggen, dat ik u
niet goed versta. Wilt u zoo góed zijn mij
precies uw adres op te geven?"
„Verduiveld",... de stom in het toestel
klonk ongeduldig..." Dr. Carl Loebe,
Alexanderslrasse 36, 2de étage."
Ik beefde over al mijn leden. Een duize
ling beving mij en ik moest mij aan de
schrijftafel vasthouden om niet te vallen.
Met de grootste moeite legde ik den hoorn
op het toestel.
„Mijnheer Von Bodendorff", stamelde ik,
„als u hier niet bij mij stond, zou ik bijrxa
gelooven, dat ik dit alles droom.
Op het oogenblik is er iemand op rnijn
kamers, die precies van al mijn omstan
digheden op de hoogte is, die van uw uit
noodiging, van uw zoogenaamde uitnoodi
ging weet... en die zich zoo veilig voelt,
dat hij aan de telefoon zich voor mij uit
geeft."
Ik wist mij weer te beheerschen en nam
haastig afscheid, haalde mijn kleeren en
rende de deur "uit.
Mijn eerste gedachte was om direct naar
huis te rijden. Maar hoe dichter ik bij de
stad kwam, cles te grooter mijn beklemming
werd. Het was niet de lichamelijke vrees
voor den vreemde, die ik thuis wellicht zou
aantreffen. Neen... heel zeker was het dit
niet. Het was de angst voor het raadsel
achtige, dat mij het bloed woest door de
aderen joeg. Het was de nerveuze ver
schrikking van iets bovennatuurlijks, dat
mij er van terughield om naar mijn kamera
te gaan.
Eindelijk liep ik een taxi aan en besloot
u op to zoeken. Ik had gelezen, dat u voor
de mctaaltrust tijdelijk te Berlijn woont in
dit pension. En ik smeek u: helpt u me.
Herbert Porter liep met groote passen de
kamer op en neer cn drukte op den knop
van de elcctrische bel. „We moeten geen
tijd verliezen", zei hij. „Alles, wat ik te
vragen heb, komt later wel... Hoed en
jas..." zei hij tot bet binnentredende ka
mermeisje. In een oogenblik was zij met
het gevraagde weer terug.
„Wacht xlc auto rog beneden V' wendde
de Engelschman zich tot den zenuwachtigen
geleerde.
„Ja."
„Komt dan mee
Het huis Alexanderslrasse 36 onderscheid
de zich in niets van de belendende huizen
rechte en links. Een huis van drie verdie
pingen, in grijze steen opgetrokken. De
stiaat was donker en er waren geen voor
bijgangers. Een paar straatlantaarns ver
spreidden haar spaarzaam licht. Het was
een huiverige, regenachtige herfstavond.
De auto stond stil. „Hebt u den buis-,
sleutel?"
„Alstublieft"
Herbert Torler opende do voordeur. Z\\
liepen snel, maar zoo zacht mogelijk de
trappen op.
„Geeft u mij den «leutel van het aparte*
ment." Herbert Portc-r opende de gangdeur.
„Draai het licht aan," zei hij daarop
1(Wordt vervolgd).