«o. 20227. VRIJDAG 19 FEBRUARI Anno I9<.6. Officieele Kennisgeving. DE VUILVERBRANDING. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. SCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIE!!: 30 Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertcntiën, uilsluilend bij vooruilbelaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens poslrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 CU. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER CODRANT: Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.36, per week .-.TiTV.0.18. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week0.18. Franco per post 2.36 portokosten. Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. Burgemeester ca Wethouders van Lei den, brengen ter algemccnc kennis, dat door hen aan W. F. de Wolf en rccht\ cr- krijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van een herstclplaats voor machi nes in het perceel Jjage-RijDdijk No. 126, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sec tie N. No. Ï5-. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STR1JEN, Secretaris. Leiden, 18 Februari 1926. 1010 Wat leert de ervaring hier te lande en in het buitenland ons omtrent de vuilveiwijdering door dcri lieer K. D1LLJNG, ;oud-inspeclcur der Ncd. Ileidc-Maalscliappij. II. Uw sluimerende heidegrond Ontwakc mild cn blijd'. Sluit moeder Aarde, een schoon verbond, Met kunst, vernuft on vlijt. Gij, trek paTtij van 't schoonc land. Natuur is mild genoeg, Als maar de mcnsch z'n trage hand "Wil strekken naar den ploeg. Dc Gcncslct. Te Parijs werd in 1900 op het Congres Voor Hygiëne cn Demographie in verband met het besproken vraagstuk dc volgende gewichtige en voor de toekomst waardevolle resolutie aangenomen. Dit congres werd bijgewoond door de meest vooraanstaande hygiënisten der .wereld. ■Dc resolutie luidt: a. „De landbouwkundige bemesting mag 6veral geschieden, waar zij economisch mo gelijk is. Het uitzoeken moet uitsluitend mechanisch cn niet uit dc hand geschieden. 'Het uitstrooien van vpil mag slechts op voor overstroomingen beveiligde plaatsen geschie- dcn. ■b. Verbranding behoort slechts dan te ge schieden, wanneer het landbouwkundig ge bruik onuitvoerbaar is cn voorts bij afval uit ziekenhuizen." De resolutie is van temeer boteckenis, om dat z»j zich speciaal cn pertinent uitspreekt over dc twee stelsels, waarover de laatste jaren door deskundigen dc strijd wordt ge voerd. Het zijn in ons land in het bijzonder de navolgende personen geweest, die eT geen vrede mede hadden, dat men de stedelijke afvalstoffen aan den vuurgod prijs gaf, cn don bodem onthield wat hem toekomt in ruil voor zijn voortbrengselen, waaraan dc menschhcid steeds grooler behoefte krijgt. Deze behoefte, en vooral dc onmisbaar heid hiervan is wel het meest duidelijk in den rampzaligen wereldoorlog gebleken, al heb ik zeer sterk den indruk, dat velen dc harde les, die het leven on? toen geleerd heeft, alweer hebben vergeten. ImmoTs alle monden in Europa schreeuwden naar voed sel en de nijpende vocdsclnood dwong dc menschcn hun toevlucht te zoeken tot ons aller Voedster Moedor Aarde. Waar onze be volking jaarlijks mot 110.000 zielen toe neemt, wordt dc noodzakelijkheid van op voering der productie van onzen bodem steeds dieper gevoeld. Dit is ccn conditio sine qua non. Hel is inzonderheid de heer A. S. van Reescma, die a. h. w. zijn leven aan dit {vraagstuk heeft gewijd. Ik herinner mij nog levendig hoc liij met medewerking van wijlen onzen grootcn J. Th. Cremer, Oud-Minister, Gezant enz. op dc vuilnisbelt in Den Haag proeven nam met de verwerking van de afvalstoffen, die hij ge bruikte voor de bemesting van duingrond al daar, cn zie nog zijn groole voldoening tover de uitkomsten daarmede verkregen, hetgeen ook door' Prof. Beyerink ten volle werd beaamd. Als ik hieraan nog toevoeg, dat in dien tijd onder mijn leiding als ambtenaar van de Heidemaatschappij o.m. 600 II.A. heide bij Assen voor den lieer Grcmcr werden ont gonnen, dan kunt U zich een denkbeeld vor men van dc verontwaardiging van dezen groolen Staatsman, econoom en culluunnan over de veelal ondoelmatige en verkwistende verwijdering der stedelijke afvalstoffen. ik wenscli bier nog met den mceslcn lof gewag lc maken van de medewerking, die 'JJO toen van don toenmaligcn burgemeester Vm Karnebeek en W-^iouder Van ,?bbcn ondervonden. Als een der - hrir'a V05ban*ende besnijders van het ver- wr'i4n^ .ecm mao zeker ook genoemd hc« Wieberdink-, oud-l.oofd- Ver-Ier ^^ienst te Amsterdam. Bc Sml i -r vaslEelegd, dat dc Kcd. dit'2ich metteMaad voor ■b'iikt uU dc dr or v eoiQ'ercssccr(J, hetgeen over dit onLfw^ r brochures 0,1 0nderwerr'' waari» de ontginning met stedelijke afvalstoffen le Hilversum, be gonnen in 1919, als voorbeeld is genomen van dc schitterende uitkomsten aldaar ver kregen. De voordracht, door den hoofdambtenaar Van Maanen in 1922 op de algemeene verga dering der Ned. Heidemaatschappij te Zwolle over dit onderwerp gehouden, heeft in wij den kring de aandacht getrokken. Zooals in een der brochures van de Ned. Heidemaatschappij is aangegeven, leverde •liet ontginningsbearijf le Hilversum tegen over de geraamde kosten van een verbran ding ecD voordeel van f 92.000 en wordt terecht den ambtenaren te Hilversum, die dat stelsel hebben uitgevonden, verdiende lof toegezwaaid. De mij persoonlijk bekende ontginner en landbouwspecialilcit A. G. Mulder te Sappe- •mecr geeft over het stelsel te Hilversum, dat hij in begin Augustus 1923 in oogenschouw nam, het volgende oordeel: „De gewassen: haver, bieten, boonen en vooral ook het gras. verbouwd in een laag van stedelijke afvalstoffen, uitgespreid op die dorre zandige heide, dwingen waarlijk be wondering af, temeer omdat dit systeem nog maar zeer enkele jaren is toegepast en de ervaring leert, dat de eerste jaren van heide- ontginning de moeilijkste zijn en de bodem bij voortgezelle cultuur steeds beter wordt. Een oase in de woestijn, aldus de heer Mulder." Een onzer groolste specialiteiten op hel ge bied van bodemzieklen, de heer J. Hudig Jr., Directeur van het Proefstation voor bodem- ziekten te Groningen, afd. zand- en veen gronden, bezocht in Juli 1923 eveneens het bedrijf te Hilversum en vatte ziin bevinding samen in de- volgende bewoordingen: „Op de met stadsvuil ontgonnen zandver stuiving le Hilversum verbouwt men de prachtigste gewassen. Dit bedrijf is hoogst interessant, omdat men er gewaar wordt, hoe snel het vuil verdwijnt en welk ccn voe dende kracht er in zit." Ook uit een ander oogpunt moet aan de stedelijke afvalstoffen groote waarde worden toegekend, hetgeen blijkt uit de conclusies van de h.h. iflidig en Meier van genoemd Proefstation. Het betreft hier zoowel de voorkoming als dc genezing van onlginningsziekten, waar- -mede jonge ontginningen op zandr en veen gronden hebben le kampen. Zij schrijven: In streken waar stadscorn- posl le verkrijgen is, wende men dit mate riaal zonder aarzelen aan. De kosten bren gen hun rente dubbel en dwars op. Veelal hooren wij klachten over de duurte van dit bestrijdingsmiddel, vooral wanneer het over zulke groole kwantiteiten als 3070.000 K.G. gaat. Echter men vergete niet, dat het boeren met halve gewassen ook een dure liefhebberij is en wellicht veel meer verlies aan geld geeft dan het bedrag, noo- dig voor een zware composlbemesting". Uit mijn langjarige praktijk van het ont ginningswezen zoowel hier te lande als in het buitenland zijn mij tallooze voorbeelden bekend van volkomen genezing door com post van zieke ontginningen, terwijl ook slraatvuil en Tioolmodder dezelfde gunstige uilwerking hebben. Nog in dit jaar is mij van een onfginning te Brrgentheim in Overijssel, groot ongeveer 80 II.A bekend, dat de tot nu toe hoogst ongunstige uitkomsten door bemesting met compost geheel zijn opgeheven. In plaals van armoedige gewassen en minder dan halve oogsten, vertoonen rogge, aardappels, haver enz. eeif wcligen stand en beloven een goede opbrengst. Thans reeds is de eigenaar weer met aan voer voor bemesting van een volgend gewas begonnen. Men kan zich levendig voorstellen, welke gelukkige gewaarwordingen een dergelijken uitslag bij de-n ontginner wakker roepen. Een met veel zorg. toewijding en opoffe ring geslichte ontginning kan door de aan wending van compost, van meet af aan. direct een stadium van vruchtbaarheid en .menschclijkcrwijs gesproken, zekerheid van goede oogsten ingaan, terwijl de ontginning bij gemis aan stadsvuil en intreden der zoo gevreesde onlginningsziektc menigmaal ten ondergang word: gedoemd. (Wordt vervolgd). Adres aan den Raad. Aan den Raad is het volgend adres ge richt: Naar aanleiding van- cn in verband met het voorstel van B. en W. aan den Raad, d.d. 15 Februari 1926 (I St. Nr. 45 voor de Raadsagcnda van 22 Februari 1926, zij het aan: „De Ycreeniging van Leidsche Notaris sen, gevèstigd le Leiden, vergund, beleefde lijk aandacht le vragen voor het volgende: Bij dezcrzijdsche missive van 26 Septem ber 1925, werd aan B. en W. verzocht liet daarheen te willen leiden, dat de huur van het Notarishuis, expireerende 20 Maart 1926 weder voor 10 (tien) jaren werd verlengd, evenals zulks tien jaren geleden was ge schied. Bij brief ran B. en W„ d.d. 21 Dec. 1925, ontvangen 28 Dec., dus drie maanden later, ontving de Vereeniging eenc uitnoodiging om met het College van B. en W., over dat ver zoek le confcreeren op Maandag 4 Jan. 192G. Eene Commissie uit ons midden, bestaan de uit de notarissen van Hamel, Vijgh en Versluys gaf aan die uitnoodiging gevolg. Den 14 Januari 1926 werd ons medege deeld, brief van 12 Jan., dat B. en W. aan het verzoek vaji dc Vereeniging niet konden voldoen. Slechts werd ons vergund tot 1 Mei 1927 dc veilingen van roerend goed te blijven houden, echter met deze restrictie, dat zoo genaamd buitengoed niet meer mocht ver kocht worden en dat de Vendumeester-con- cierge met 1 Mei 192G de woning moest ver laten en deze moest ter beschikking stellen van den heer Backer, die dan als nieuwe huurder zoude optreden en het Notarishuis als hotel zoude gaan exploitceren; voor het onroerend goed mochten de Vrijdagsche vei lingen voorloopig bestendigd blijven tegen een ten bate van den heer B. door B. en W. goedgekeurd tarief, zulks ter voorkoming van eventueel bovenmatige ei9chen van zijde des heeren Backer. De Vereeniging sprak, bij schrijven van 19 Januari 1926, over deze beslissing van B. en W. haar leedwezen en hare verbazing uit en verzocht alsnog eenig respijt van den zeer korten termijn, onder opmerking, dat het niet hare schuld was, dat op haar ver zoek van 25 September eerst einde Decem ber was gereageerd. Subsidiair vroeg zij een termijn van een jaar om in dien tijd nader overleg te kunnen plegen. Zij beriep zich daarbij op een indertijd (1888) met de ge meente Leiden aangegane overeenkomst, toen zij, Ier wille van het stichten van een schoolgebouw aan de Langebrug, het aan de Arereeniging toebehoorend gebouw voor den zelfden prijs, waarvoor zij dat gebouw had gekocht, weder aan de gemeente verkocht; waartegenover deze laatste zich verbond het Notarishuis aan den Burcht ter beschikking to stellen van de Notarissen, zulks voor den lijd van ongeveer 55 jaren. Wèl zag de Ver eeniging van Notarissen zich in 1905 ver plicht, met het oog op den te hoogen pacht prijs en in verband met het niet loonende van het bedrijf, ontbinding van de huurover eenkomst le vragen en word toen in gemeen overleg de pachtsom van f 1800 lot f 1000 verlaagd, maar dc Vereeniging meende en zij meent dit nog, dat de moreele band tusschen do Gemeente en haar was blijven bestaan. In dit licht bezien krijgen de beschouwin gen van B. en W. toch eene andere beteeke- nis dan in het voorstel van het College van Dagelijksch Bestuur tot uiting komt. Het subsidiaire van B. en W. is geheel iets an ders dan de Vereeniging bedoelde. Met te zeg gen, dat de Vereeniging het standpunt van B. cn W. respecteerde bedoelde zij slechts uit le spreken, dat zij natuurlijk geen zeg genschap had over eens anders eigendom, alzoo een beleefdheidsformule. Over het geldelijke (een huursom) is bij onze conferentie, noch in de briefwisseling, een enkel woord gerept. Het scheen, dat bij B. en W. enkel liet ideëele woog: schenden van het natuurschoon, van de omgeving van den Burcht, door het houden van veilingen van roerend goed met de daarmede nood wendig gepaard gaande uitstalling, enz. enz. èn dc wensch om het geboüw weder te be stemmen voor hotel zooals tientallen jaren geleden 1 Thans blijkt, dat de heer Backer bereid is een pacht van f 1200 te betalen. B. en W. noemen hunne beslissing een gemeentebe lang. De pachtsom, die de heer B. aanbiedt is de Vereeniging ook bereid le geven en zij verzoekt den Raad met beleefden aandrang haar oorspronkelijk verzoek om huurverlen- ging met tien jaren in te willigen tegen een luiUT van f 1200; noode en zeer subsidiair een termijn van een jaar toe te slaan ten einde nader overleg te plegen. (w.g.) J. J. ter Laag ChzR., Voorzitter. J. A. van Hamel, Secretaris. De geschiedenis van den Nederlandschen Scheepsbouw- en Scheepvaart. Op uitnoodiging van de vereeniging „Oud Leiden" hield gisteravond in de Kunstzaal van het Stedelijk Museum „De Lakenhal", de heer G. C. E. Crone, uit Amsterdam een voordracht over bovenstaand onderwerp. Het bestuur had, in verband met het onder werp bijzondere uilnoodigingen gezonden aan een viertal watersporlvereenigingen tot bijwoning dezer bijeenkomst, die overigens bestemd was voor de leden met hunne da mes. De directie van „De Lakenhal" had door het aanbrengen van schilderijen met afbeeldingen van vaartuigen uit den ouden tijd de zaal een bij het onderwerp passend aanzien gegeven. Er was een klein, maar uilgelezen gezelschap, dat in dit onderwerp blijkbaar veel belang stelde: De voorzitter van „Oud Leiden", prof. dr. L. Knappert, leidde den spreker met een kort woord in en dankte de directie van „De Lakenhal" die de mooie zaal voor deze le zing beschikbaar stelde en haar tevens nog versierde met toepasselijke schilderijen en teekeningen die op spr.'s onderwerp be trekking hebben en die onze belangstelling als Nederlanders die hun groote beteekenis in de geschiedenis voor een deel aan de scheepvaart ontleenen in het bijzonder moe ten wekken. In onze musea hebben wij de afbeeldingen kunnen zien, maar wanneer de heer Crone ze hedenavond op het doek brengt, worden ze ons meteen uitgelegd. Hierna gaf hij het woord aan den heer Crone; die in een duidelijke inleiding een verklaring gaf van het feit dat de bewoners dezer landen zich in zeer vroege tijden reeds op het gebied der scheepvaart hebben on derscheiden. Wij kunnen uit onze musea de uitgeholde boomstammen als vaartuig op het water gebruikt. Behalve misschien dan den volksaard, danken wij dit aan de in dat opzicht gelukkige ligging van ons land. Over den waterrijkdom, die tot de binnen vaart leidde sprak spr. reeds. Doch als kruispunt tusschen verschillende landen, aan de monden van groote rivieren als Rijn en Waal en tegenover de Theems, konden op naluurlijkewijze zich in ons land belang rijke handelsplaatsen ontwikkelen en wer den de Nederlanders aangewezen tot vracht vaarders van West-Europa, zooals de bewo ners der Scandinavische landen aan de spits stonden voor de eerste schepen die ter verdediging of voor den aanval werden ge bezigd en die we nog. kennen, omdat deze 9chepen met hunne bevaarders de vikingen (zeekoningen) werden begraven in grafheu vels, waaruit men ze later weder heeft te voorschijn gebracht. Spr. ging nu de ont wikkeling van den scheepenbouw m ons land, meer uitvoerig na, zoowel voor den binnenvaart als Ier zee, welke laatste ten gevolge van de invallen der Noormannen ook voor verdediging moesten worden in gericht. Ook de Kruistochten hebben tot deze ontwikkeling bijgedragen. Mede is de uitvinding van het buskruit van bijzonde ren invloed op den scheepsbouw geweest, wat spr. met een beschrijving van ver schillende typen van schepen die langza merhand „zeekasteclen" werden, aantoon de. Daarna stond spr. nog ecnigen tijd stil bij de groote beteekenis- van de visscherij, met betrekking tot dit onderwerp en behandelde tenslotte ook de watersport. Een en ander werd in liet tweede gedeel te geïllustreerd door een reeks fraaie en duidelijke lichtbeelden, van afbeeldingen van vaartuigen van dc vroegste tijden af, tot op dezen tijd toe liet de toelichting bij deze lichtbeelden gegeven, bleek de zeïfza- me belezenheid van den spr. op dit gebied. Allerlei bijzonderheden, technische zoowol als historische werden zoo maar verleid alsof het meest gewone dagelijksehe waren, zoodat de aanwezigen in de gelegenheid werden gesteld een schat van kennis over den Nederlandsche scheepsbouw en scheeps vaart uit vroegere tijden mede naar huis te nemen. Bijna zou men er' van hebben kunnen zeggen dat men van het goede te veel kreeg; doch daarvoor was de stof te belangrijk. Spr. werd aan het slot dan ook warm toegejuicht en had aan het eind den dank der vergadering uit den mond van den voorzitter in ontvangst te nemen. Verslag Ziekenverpleging 1925. 'I Bestuur van de Ziekenverpleging „Le vendaal" mocht in het afgeloopen jaar uil- reiken 3030 Liter melk, en aan zwakke kin deren schonk de Zuster 's morgens aan 't Wijkgebouw 454 Liter melk uit. Voorls verschafte het Bestuur 247 maaltijden en gedurende de wintermaanden aan een 25-tal Wijkbewoners ééns per week een portie soep. Menig pakje kleeren werd aan 't Wijkgebouw bezorgd, inhoudende le za- men 203 stuks. Een mooie bezending nieuwe kleeren werd geschonken door een firma en een prachtige partij wollen kou sen en sokken door een andere firma. Dat het Bestuur voor 't een en ander zeer er kentelijk is laat zich begrijpen! Groote en kleine giften kwamen in. Dat kleine giften niet te versmaden zijn blijkt uit de op brengst der busjes, die de niet geringe som van f222.71 te zamen opbrachten. Het Be stuur hoopt dan ook, dat die kleine verza- melaarsters met ijver dit jaar weer zullen verzamelen. Weldadighsidsconcert „De Post". Het Leidsch Harmoniegezelschap „De Post" heeft, evenals zoovele andere vereeni- gingen hier ter stode en elders, ook het zijna willen bijdragen om den nood van de be woners der door het water zoo zwaar ge teisterde streken eenigermate te helpen le nigen en dit gisteravond gedaan in den vorm van een wcldadigheidsconcert in de groote Stadszaal ten bate van genoemde slacht offers. Het verheugt ons derhalve te kun nen zeggon, dat dit loffelijk streven van het gezelschap mét succes bekroond is gewor den; immers de groote zaal was vrij goed bezet en al weten wij dan ook momenteel nog niet of het batig saldo na aftrek der noodzakelijkerwijs gemaakte onkosten wel zoo heel groot zal zijn, wij gelooven niette min. dat er een voordeelig saldo zal zijn en dit op zich zelf geeft reeds reden tot tevredenheid, 't Had net zoo goed anders kunnen zijn. Een tweede verrassing was voor ons het programma, want niettegenstaande „De Post" nog slechts drie weken geleden in „,De Graanbeurs" een uitvoering gaf, ver toonde het gisteravond ten gehoore ge brachte programma toch al heel weinig overeenkomst met dat van drie weken her. Weliswaar was het meerendeel der num mers reeds voordien in studie genomen en uitgevoerd, maar het pleit toch voor de acti viteit zoowel van den dirigent, den heer M. Bolderdijk als van die der leden, dat zij in zulk een korten tijd van voorbereiding zich deze nummers weer eigen hebben we- BINNENLAND. Nieuwe ontvangst ten Hove tot overhan diging van geschenken en gelnkwenschen. Wisseling van secretaris-generaal aan het Departement van Waterstaat. Verschillende branden. Ook aan boord van Nederl. schepen. Het water wast opnienw. De Maas is gisteren bijna anderhalve meter gestegen. BUITENLAND. Nadere gegevens over de kweriie der Volkenbondsraad-zetels. Een kleine nederlaag der Dnitsche regee ring. Het verdrag met Irak in het Engelsche Lagerhuis. Een incident tusschen Dnitschland en Tsjecho-Slowakije als tnsschen Dnitschland en Italië. ten te maken. Daarvoor een vfoord van warmen lof! Gezien het karakter van dit concert zul len wij ditmaal niet elk nummer aan een speciale bespreking onderwerpen al zou den zij den toets der critiek glansrijk kun nen doorstaan doch slechts volstaan met de mededeeling, dat uit het gebodene ook ditmaal weer de algeheele toewijding van dirigent en orkest sprak. Het zooals gezégd vrij talrijke gehoor toonde zulks op de juiste waarde te kunnen schatten en beloonde elk nummer met een hartelijk en welgemeend applaus. Ter afwisseling van het muzikale ge deelte lieten de heer en mevrouw Biemans zich zoowel afzonderlijk als tezamen in hun komische en ernstige liedjes hooren en oogstten mede veel succes. Speciaal Maup Biemans' monoloog „Hol land gedenk je eigen volk", een oproep tot alle Nederlanders om steunverlcening, ver wierf een hartelijk applaus. Het was èn voor „De Post" èn voor het publiek een welgeslaagde avond. In de commissie voor het vakexamen van surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen in 1926 zijn be noemd de leider en de leeraren van den le 's-Gravenhage gehouden cursus, t. w.: onder meer de heeren A. L. Boot, inspecteur der directe belastingen enz. alhier, 2e alaeeling en G. F. Crone, inspecteur der directe belas tingen, enz. te Alpher. a/d. Rijn. Voor het, door de vereeniging van Haagsche Mode-Vakscholen le 's-Graven hage, afgenomen examen, is als Costumière geslaagd mejuffrouw Jo H. Marks, alhier. Naar wij vernemen zal binnenkort een autobusdienst Voorhout Sassenheim Warmonderdam Warmond Leiden, worden geopend. In den afgeloopen nacht te omstreeks halfeen heeft op den Hnagweg een aanrij ding plaats gehad tusschen een luxe-auto, komende uit de richting 's-Gravenhage en bestuurd door den student M. C. N. G. M. alhier en een auto, komende uit de richting Leiden en bestuurd door den heer T. J. A. B. te 's-Gravenhage woonachtig. Beide wa gens werden zwaar beschadigd, terwijl een der inzittenden van laatstgenoemd voertuig, mevrouw B. eveneens uit Den Haag een wonde aan haar rechterbeen bekwam, welke op het politiebureau alhier door een dokter werd verbonden. Omtrent de schuldvraag zijn beide par tijen het niet eens- de een beweerd dal de ander met verblindende lichten heeft gere den, terwijl de ander den een verwijt ter lin kerzijde V3n den weg te hebben gereden. De politie zal du9 uit moeten maken wien de schuld van dit ongeval moet worden ge weten. Doordat gistermorgen te circa kwart voor twaalf een paard, gespannen voor een wagen van den rne'.khandelaar Jac. de G. uil Oegslgeesl op den Rijnsburgerweg schrok door het lawaai van de naderende stoom tram en dientengevolge zijn kop omdraaide, kreeg het dier een stoot van de locomotief, waardoor het dier op hol sloeg. Twintig meter verder word het angstige dier even wel weer tot stilstand gebracht en toen bleek, dat behalve dat het paard een bloe dende wonde aan den kop bekomen had, van den wagen het lemoen en hel tuig ge broken was. liet aantal werkzoekenden ingeschre ven bij de Arbeidsbeurs op 18 Februari b^ draagt in totaal 737, tegen 18 Februari 1925- in tolaal 921.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1