.No. 2Q2.Y7.
MAANDAG 3 FEBRUARI
Anno 1926.
Onze Watersnood-Inschrijving.
Officieels Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden,
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIE!!:
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleme Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cis., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchdque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 3 maanden 'ƒ2.36, per week .*j!777 ƒ0.18.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week .7. 7. 0.18.
Franco per post 2.36 4" portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Wij ontvingen nog van: Lingerie-atelier
.Waals I5.0G; uit dc reiskas van de hoogste
klasse ecner L. S. te Leiden f 5.M. O. tc
Leiderdorp i 6.fain. E. Cl: f 6.gecol
lecteerd op feestavond L G. tf 10 91ver
koop Swiftlied op de uitvoering L. Cr. en
T. V. Swift f 8 08"'.
Wij ontvingen in totaal f 8531.4G'.
DE DIRECTIE.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de Logo
„Leiden Vooruit" van de l.O.G.T. een ver
zoek heeft ingediend ter bekoming van ver
lof voor den verkoop van alcoholvrijen drank
voor gebruik Ier plaatse van verkoop in.het
perceel Langebrug hoek Sleenschuur (Nuts-
gübouw). 450
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, den 8en Februari 1926.
Herdenkingsavond ter gelegenheid van het
Zilveren Huwelijksfeest van
H. M. de Koningin.
In de sober met groene plantengroepen
getooide, groote Stadsgehoorzaal werd
Zaterdagavond een bijeenkomst gehouden
ter herdenking van het 25-jarig huwelijk
van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins
Hendrik, uitgeschreven door het ook In
deze gemeente gevormd „Oranjecomité",
dat zich echter tot hoofddoel stelde gelden
,voor een feestgave te verzamelen, waarin
het uitnemend slaagde. Ook deze feest
avond was op uitnemende wijze voorbereid
en aan de uitvoering was alle mogelijke
zorg besteed. Dit alles in aanmerking ge
nomen viePde opkomst niet mee.
Ons Stedelijk Muziekkorps, dat in ae
laatst jaren door de talrijke liefhebberij-
korpsen wel wat op den achtergrond raak
te, maar bij gelegenheden als deze zijn on-
t «uisbaarheid demonstreert, opende den
avond met op kranige wijze heb oude en
nog altijd -geliefde „Wien Neerland'a
liBloed". Daarmede bracht het de rechte
stemming in de zaal. Na nog keurig en
zuiver een prelude uit de Suite ,,1'Avlé-
fiienne" te hebben gespeeld, hield dc voor-
zitter van het Comité, de heer A. L. Rei-
meringer een korte maar krachtige, inlei
dende rede, waarin hij allereerst de aan
wezigen welkom heette, in het bijzonder
mevrouw De Gijselanr (de burgemeester
,was door uitstedigheid verhinderd), Z. E.
.minister Schokking, het bestuur van het
Provinciaal Comité en afgevaardigden van
.Vereenigingen, waarop hij liet volgen een
woord van dank aan de personen en cor
poraties die hun welwillende medewerking
tot dezen avond wilden verleenen. Speciaal
richtte hij zich tot prof. BJok die als histo
ricus en warm vaderlander, in de eerste
plaats was aangewezen hier het woord te
,voeren en diens ambtgenoot prof. V-an Nes,
die dadelijk bereid was, ds. Thomas, die
door ongesteldheid werd verhinderd alhier
op te treden, te vervangen.
Onder applaus deelde hij mede, dat het
Comité hedenmorgen een telegram van ge-
Jukwensch aan het Vorstelijk Echtpaar
had verzonden, terwijl hij ten slotte deed
uitkomen hoe heden vreugde cn dankbaar
heid-als om strijd het Nederlandsehe volk
vervult.
Na deze met gloed uitgesproken woorden
verzocht hij de aanwezigen staande het
oude „Wilhelmus" aan te heffen, dat daar
op weldra door de zaal. klonk, waarna hij
het woord gaf aan prof. dr. P. J. Blok,
oud-boogleeraur in de vaderlandsche ge
schiedenis aan de Leidschc Universiteit,
die bij zijn verschijnen in de katheder
met applaus begroet werd.
Rede prol. Blok.
Prof. Blok hield een toespraak, waarin
hij wees op het eigenaardige karakter "van
yorstenhuvelijken in het algemeen. Daaroij
wordt in de eerste plaats (tenminste ge
woonlijk, al gaat het in onzen tijd veran
deren) gelet op stantkundiee of dynastieke
belangen der betrokken landen en perso
nen, in den regel niet op eigen keuze, wat
soms tot ongelukkige verbintenissen leidt.
Hier te lande valt daarover gelukkig niet
te klagen. Het Huis van Oranje heeft voor
treffelijke echtgenooten aan te wijzen, ala
Charlotte de Bourbon "en Louise de Co-
ligny, bij Willem 1, als Amalia van Solms
bij Frederik Hendrik, als Maria van En
geland bij Willem ill, als de beide Wil-
helmina's van Pruissen, bij Willem V. en
Koning Willem I, als Anna Paulowna bq
Koning Willem ÏI en als laatste voorbeeld
Koningin Emma bij KoniDg Willem III,
wiens levensavond zij heeft kunnen ver
helderen..
'Al deze prinsessen hebben, wat ook vor
sten noodig hebben, haar echtgenooten een
rustig, huiselijk leven weten te verzekeren,
waarin zij zich konden terugtrekken uit
hun openbaar leven, zooals eens gezegd
„op een presenteerblad", met hun waar
digheid noodzakelijk verbonden. Onze
Oranjevorsten, bijna zonder uitzondering,
hebben zoo een echt Hollandseh huwelijks
leven gekend. De bewaarde blieven uit
ouden tijd zijn er om het te bewijzen,
waarvan de hoogleeraar uit den rijken
schat zijner kennis menig treffend voor
beeld meedeelde.
Dat is ook het geval met de vorstelijke
bruid en bruidegom van heden.» Talrijk zijn
de getuigenissen van het die leven in de
omgeving van het Hof, van den algemee-
nen indruk bij verschijning in het open
baar, van photo's en films van allerlei
aard. Op den dag van heden brengen wij
ook in dat opzicht onze gezamenlijke har
telijke gclukwenschen, zeide spr. onder
teekenen van instemming der vergadering.
Spr. eindigde met een hoera, op de Konink
lijke Familie, waarin onze prinses Juliana,
de hoop van Nederland, zoo gelukkig op
groeit, welk hoerah door de aanwezigen
luide werd herhaald.
Hierna verscheen Sander's gemengd koor
„De Ster" onder leiding van den heer W.
J. Mizee, op het tooneel. Van dit koor en
haar jongen, bekwamen dirigent hoorden
wij reeds veel goeds, doch ditmaal heeft
het onze en zeker aller verwachting verre
overtroffen en onze bewondering gaat in
de eerste plaats uit tot den lieer Mizee,
die dit eenvoudig fabrieks- en kantoorper
soneel tot zulk een hoogte heeft weten op
te voeren.
Het programma was ook met zorg ge
kozen. Na het indruk makende „Domine
Salvam fac reginam nostram", van A. Gie-
sen, het treffende „O Heer, die daar", en
het meer in opgewekten toon gezongen
„Op het Ontzet van Leiden", beide van
Valerius, met een slot van een modernen
dichter en componist: „De Krekels" en de
„Wandelaar" van C. S. Adama van Schel-
tema, muziek van C. Bizct, mede voortref
felijk gezongen.
Er kwamen aan dc toejuichingen van het
publiek, dat met stille aandacht had ge
luisterd, haast geen einde, een bewijs dat
doze zang ook op de aanwezigen diepen
indruk had gemaakt.
Het „Variations Symphoniqucs", (L.
Boëllmann) solo voor violoncel door F. Th.
Vrijhof f, met den lieer Mizee aan den vleu
gel sloot zich uit het oogpunt van kunst
en vaardigheid beiden geheel bij het koor
gezang aan.
Daarop kreeg prof. dr. H. M. van Nes
het woord.
Rede prof. Van Nes.
Na zijn leedwezen er over betuigd te-
tuigd te hebben, dat ds. Thomas, de aan
gekondigde en op dit terrein zoo bekende
feestredenaar, verhinderd is het woord te
voeren, zegt prof. Van Nes, zijn plaatsver
vanger, dat hij stellig in denzelfden geest
zal spreken, en denzelfden toon zal laten
hooren, welke trouwens niet gemist kan
worden op een samenkomst als deze.
Het godsdienstig leven van onze Koningin
is geen vernis, geen opleg, maar massief;
geen ornament, maar fundament van haar
bestaan. Koningin Wilhelmina heeft zich
haar belijdenis nimmer geschaamd, veeleer
getoond er een eer in te stellen. Koningin
Emma moet bier met grooten eerbied en
groote dankbaarheid worden genoemd om
de opvoeding en het voorbeeld, dat zij
haar dochter gaf. De trits „God, Neder
land en Oranje", is nog geenszins een af
gesleten cliché; het blijkt ook in dezo
dagen, hoe volk on Vorstenhuis innig met
elkander verbonden zijn en de Koningin,
die de regeering aanvaardde, op God ver
trouwend en met de bede, dat Hij (haar)
sterke", gebruikte die woorden, evenmin
als een cliché, doch meende, wat zij uit
sprak.
De spreker heeft de dagen der verloving
en der huwelijkssluiting als Haagsch pre
dikant medegemaakt, en schetst de gevoe
lens, die toen in de Residentie de gemoede
ren vervulden. Hij spreekt over dc bittere
beproevingen, die voor het Vorstelijk Echt
paar niet uitbleven; over de groote vreug
de in den lande bij de geboorte der Prinses.
Daarna haalt hij enkele treffende woor
den der Koningin aan, die ten duidelijkste
loonen, hoe zeer het haar ernst is God te
dienen en te verheerlijken. Het bezoek van
1912 te Parijs, en de plechtige oogcnblikkea
bij liet standbeeld van den Admiraal dc
Colignv werden natuurlijk niet vergeten;
het „Christ avant tooit", onderschrift on
der het portret, aan den afgevaardigde der
Argentijnschc Regeering geschonken, bij
gelegenheid van liet aanbieden van het
Christusbeeld voor het Vredespaleis, na
tuurlijk vermeld; evenzoo de Kerstgroet
van 1914, ingegeven door de ellende van
den oorlog, neen door het licht der eeuwige
liefde, dat in den Kerstnacht scheen; herin
nerd werd aan de bange dagen van Nov.
1918; het laatste voorbeeld ligt nog in
ieders geheugen, toen onze Vorstin, terwijl
zij persoonlijk zooveel mogelijk hulp bood
aan de slachtoffers van den watersnood,
haar volk opwekte tot gemeenschappelijk
gebed, waarvan zij zelf de kracht had er^
varen.
Ten slotte wees spreker op de groote be
langstelling, door de Koningin steeds ge
toond in den arbeid der Zending.
Nog eens: de Christelijke koon bij deze
herdenking is geen vreemde toon, die komt
medeklinken; helder klinkt hij op uit het
leven van ons Vorstenhuis, waarover wij
Gods zegen van harte afbidden, aldus ein
digde de hoogleeraar, zijn even keurig ge-
styleerde als diep gevoelde rede, waarmede
hij dank zij ook de sympathieke voordracht
tot het hart zijner hoorders wist door te
dringen.
Voor de pauze werden door dc in onze
stad en daarbuiten welbekende Dames
Gymnastiek-Vereeniging „Brünhilde" on
der leiding van mevrouw DiebenKonings
eenige tooverachtig belichte standen uitge
voerd. Al de vertoonde groepen, en er wa
ren er een groot aantal, muntten uit door
een correctheid in uitvoering en schoon
heid in vorm.
Gelukkig dat de aanwezigen het vele
werk dat er aan is moeten worden besteed
en de inspanning, daarvoor van de mede
werkers gevorderd, heeft weten te waar
deuren. Het applaus was tijdens deze ver
tooning niet van dc lucht.
De muziek, die bij de uitvoering der stan
den ook haar medewerking verleende be
sloot het eerste en voornaamste deel van
den avond met „Ons Rood, Wit en Blauw",
marsch van den heer Geyp zelf. Het ap
plaus dat op deze marsch volgde heeft zeker
niet alleen de muziek maar ook den com
ponist gegolden.
Na de pauze kregen we allereerst weder
het Leidsch Muziekkorps te hooren met
een ouverture over het „Wien Neerlands
bloed", gevolgd door Andalucia", Valse
Espagnole (T. Popy) en daarna de Tooneei-
vereeniging „Nut en Vermaak", die twee
vroolijke, doch onschuldige stukjes opvoer
de, een blijspelletje cn een operette, waar
mede ze de aanwezigen kostelijk heeft ver
maakt, met als toegift een sqlo voor Piston,
waarna de muziek van den neer Geyp de
prachtig geslaagde avond met een Feest-
marsch sloot.
Doch ook op andere wijze en in andere
kringen is heb heuglijk feit gisteren en Za
terdag herdacht. Behalve dat het feit door
alle voorgangers, zoowel in de Protestaili-
sche, Katholieke en Joodsche kerken op
plechtige wijze in het gebed werd herdacht-,
wapperde gisteren van alle openbare ge
bouwen zoomede van tal van particuliere
woningen de vaderlandsche driekleur.
Opmerkelijk was het in dit verband te
constateercn, hoezeer dc oude Princenvlag,
het oranje-blanje-bleu, zoo langzamerhand
weer de plaats in gaat nemen van het
rood-wit-blauw.
Leiden „leverde gisteren wel een feeste-
lijken aanblik op.
De eenheid der Wetenschap.
In de heden in hel Groot-Auditorium van
het Academiegebouw, ter gelegenheid van
den 351 sten verjaardag van de Leidsche
Universiteit gehouden vergadering, bijge
woond door curatoren, hoogleerareh, lecto
ren, privaat-docenten, studenten en andere
belangstellenden, heeft de rector-magnificus,
prof. dr. W. de Sitter, als rector-magnificus
een rede gehouden over: „De eenheid der
Wetenschap".
Spr. ving aan met de opmerking, dat wij
leven in een tijd van wonderbaarlijke ont
wikkeling der wetenschappelijke ideeën en
theorieën. De tijd, die noodig is voor een
paradox om lot gemeenplaats te worden is
zelden zoo kort geweest als tegenwoordig:
hij wordt hij maanden of zelfs bij weken
geteld:
In 1914 bracht Eddinglon's boek: „Stellar
movements and the structure of the uni
verse", het allernieuwste op een gebied van
onderzoek cn opende voor de astronomie de
meest moderne gezichtspunten. Thans terug
blikkend komt dit bock veeleer een vroegere
periode afsluiten.
In datzelfde jaar 1914c verscheen Ein
stein's: „Entwurf einer verallgemeinesten
„Relativitalstheorie und Theorie der Gravi
tation". In November 1915 was de theorie
voltooid en begon zij haar triumftocht over
de wereld. Ongeveer terzelfder tijd ontstond
de atoomtheorie van Bohr, die het inzicht
in het mechanisme der straling geheel ver
anderde en, als gevolg daarvan, kwamen de
nieuwe denkbeelden betreffende de ionisatie.
en haar toepassingen op sterafmospheren en
daarop volgden nog een reeks theorieën en
denkbeelden, door spr. opgesomd, zoodat het
ter werking geboden materiaal door zijn
veelheid den onderzoekers dreigt te over
stelpen en door zijn veelsoortigheid te ver
bijsteren.
Is er dan geen eenheid meer? vraagt spr.;
is er gevaar dat de wetenschap ontaardt in
het doelloos zoeken naar merkwaardige en
wonderbaarlijke resultaten? Spr. gelooft het
niet. Al loopen de wegen der wetenschap
meer uiteen dan zij plachten te doen en zijn
zij avontuurlijker, toch kruisen zij elkaar
dikwijls en op die kruispunten staan de langs
verschillende banen vergaarde ervaringen
lang niet altijd vreemd tegenover elkaar.
Gelukkig is er, volgens spr., eenheid van
doel en eenheid van middelen. Eenheid van
doel: het zoeken naar de realiteit achter de
verschijnselen. En dat die realiteit beslaat,
daaraan twijfelt de natuurwetenschap even
min als het ongeschoolde gezond verstand.
Sreng genomen, slaat elke uitspraak over
wat niet waargenomen is buiten de weten
schap cn behoort tot de metaphysica. Een
heid ook in middelen, want de methode van
werken is altijd dezelfde: het opstellen van
hypothesen en liet toetsen daarvan aan de
waarneming
De wetenschap streeft niet naar onfeil
baarheid, maar naar waarheid.
Een schoon voorbeeld, waaraan deze wijze
van werken kan worden gedemonstreerd is,
naar spr. meende. „Eddinglon's verhande
ling van Maart 1924. Een schijnbare tegen
strijdigheid leidde hem lot dieper inzicht in
het wezen der materie cn meerdere eenheid
in ons wereldbeeld, in dien zin, dat meer
verschillende verschijnselen onder één wet
gebracht werden.
Blijft dus in de dieper liggende drijfveer en
van haar streven en in haar algemeene
methode van werken de wetenschap zich
zelve gelijk, trots alle revoluties, een nadere
studie der actueele problemen leert ons, dat
ook in elk afzonderlijk geval het oude en
het nieuwe -elkaar doordringen en onaf
scheidelijk verbonden zijn, zeide spr.
Hij wilde daarom, zelfs op gevaar af
eenigszins vaag te worden, trachten door het
verband bloot te leggen lusschen de ver
schillende problemen, de essenticcle eenheid
der wetenschap te laten zien. Hoewel vele
der groote problemen evenzeer, of haast
meer physisch zijn dan astronomisch, wilde
spr. echter wat men hém wel zal willen
vergeven ze vooral van den aslrono-
mischen kant beschouwen.
De natuurkunde cn de sterrekunde heb
ben elkaar belangrijke diensten bewezen en
speciaal tegenwoordig arbeiden ze samen
in een zeer innig verband. De astronoom
echter heeft vele voordeelen boven den phy-
sicus: zijn studiemateriaal zijn de sterren,
zijn laboratorium is hel heelal. De proble
men, waaraan li ij zijn aandacht moest
wijden zijn toch niet zoo onsamenhangend,
dat ze zich niet laten classificeeren. Aller
eerst in twee groote groepen: de vraag naar
de structuur van het heelal en die naar de
constitutie en evolutie van een ster. Een
derde groep, de problemen der gravitaliën,
slaat tegenwoordig meer op den achtergrond
der belangstelling, haar lijd zal ook wel
eens weer komen.
Het wereldbeeld, dat spr. in dit uur lot
uitgangspunt zal dienen voor zijn beschou
wingen staat onder verschillende namen be
kend, spr. zal het lieden „ons eigen stelsel"
ol ook wel het „Kapteyn-stelsel" noemen.
Alle sterren, die wij met het bloolc oog kun
nen zien en misschien wel alle, die wij als
afzonderlijke sterren in onze kijkers kunnen
onderscheiden, behooren er toe.
Dit, ons sterrenstelsel door prof. De S.
nader omschreven, maakt met vele andere
ster-conglomeraties deel uit van een grooter
systeem, het melkweg-systeem, waarvan het
waarschijnlijk wel "de kern vormt. Wat wij
hiervan weten, is reeds veel onzekerder. Ook
van dit stelsel gaf spr. een nadere omschrij
ving.
Geheel builen het melkwegstelsel cn in
gec-n verband er mee slaan de spiraal
nevels, waarvan de afstanden al zeer on
zeker zijn. Builen de opgenoemde sterren
en melkwegstelsels is de ruimte, naar spr.
opmerkt, vrijwel leeg.
Wij hebben nu de ruimte bevolkt met
sterren, zeide spr., maar wat is een ster?
De opvattingen hieromtrent hebben in de
laatste jaren zich veel gewijzigd. Een sier
is een opgeblazen gasbol zeggen wij nog, als
vijftig jaar geleden; alleen hebben wij ge
leerd, dat liet begrip „gas" veel meer omvat
dan men vroeger dacht. Als een ster slechts
een zeer klein gedeelte van haar energie
(iicht, warmte) uitstraalt waarover zij be
schikt, duurt het heel lang, voordal de voor
raad uitgeput is. Wij zijn thans, zeide spr.,
overtuigd, dat een ster bij tientallen billiocn
jaren le tellen is.
Zoo nu en dan verschijnt er aan den
hemel een z.g. „nieuwe ster", een novae, in
ons melkwegstelsel, minstens één per jaar.
Het is zoo goed als zeker, dat de novae,
voordat zij plotseling lot groote helderheid
opvlamde, een ster was en dat zij. na haar
kortstondige periode van glorie, weer een
ster van gewone lichtkracht wordt. Wij
weten met het probleem der novae, volgens
spr.. nog vrijwel geen weg.
Na het wereldbeeld zij het ook onvol
ledig te hebben geschetst, dat hem tot
aanknoopingspunt moest dienen voor de op
merkingen, welke hij verder wenschle le
maken omtrent ^die methoden en dc werk
wijze der astronomen, behandelde hij de
vraag Roe men er toe gekomen is dit wereld
beeld op te bouwen en op welke gegevens
dé overwegingen, die deze overtuiging vesti
gen, berusten.
Eerst behandelde hij de afstanden en de
wijze van meling dier afstanden, waarbij het
den gewonen leek niet gemakkelijk viel hem
te volgen. Spr. constateerde daarbij aan het
slot, dat twee dingen in de astronomie noo-
diger zijn, dan in elke andere wetenschap:
geduld en georganiseerde samenwerking En
daarmede kwam hij terug op zijn uitgangs
punt: de eenheid der wetenschap. In, het
dagelijksch bedrijf der astronomie is ook
o'eze eenheid niet verbroken. Zij zijn reeds
lang gewend aan de verdeeling van arbeid
en specialisatie elk verdiept ziek in zijn
eigen taak, wetend dat, of hij het eene, of
het andere werk doet, het altijd een schakel
is in een kelen, die alleen beteekenis heeft,
doordat er ter weerszijden weer andere
BINNENLAND.
Het Zilveren Jubileum van het Koninklijk
Hnis.
De Dies Natalis der Leidsche Hoogeschool.
Oud-minister van Justitie cn commissaris
der Koningin in Limbnrg jhr. Ruys de
Beerenbrcuck is overleden.
Te Soest is gistermiddag een rijkswegwer
ker door zijn zwager met een revolver dood
geschoten.
BUITENLAND.
De bespreking der Duilsche regeering met
de premiers der Dnitsche staten.
Een cycloon boven Madagascar.
De opvolging van kardinaal Mercier.
schakels zijn: want het is de keten, die be
langrijk is, niet de enkele schakels.
Ten slotte wijdde spr. nog een enkel
woord aan de geestelijke waarde van dit
alles. De leek, vooral de kunstenaar ot de
beoefenaar der geesteswetenschappen maakt
zich dikwijls een verkeerde voorstelling van
de gedachtcnwereld van den man der na
tuurwetenschap, ook van den astronoom.
Er gaat van den sterrenhemel een geheim
zinnige bekoring uit. Doch het is. aldus be
sloot spr., inbeelding van den nict-wetende
als hij denkt, dat door het werk het wonder
zou verloren gaan. Het getal, beier gezegd
de wiskunde, die meest volmaakte en meest
onmaterieete schepping van den menschc-
1 ijken geest, is ons het middel, waardoor wii
hopen ons hoe langer hoe meer te bevrijden
van de beperkingen, ons door onze men-
jichelijke onvolmaaktheid en malerieele ge
bondenheid opgelegd, de trap waarlangs wij
ho/ien op te klimmen lot steeds zuiverder,
steeds vrijer en onbevangener aanschou
wing van het voor altijd onbereikbare
wonder.
Leidsch Universiteitslonds.
In den heden gehouden vergadering van
den Universiteitsraad der Leidsche Universi
teit werd door den secretaris prof. dr. A.
J. Wensinck het verslag van hel Universiteits
fonds over het jaar 19251926 uitgebracht.
Het Fonds kan op het 'afgeloopen jaar
met voldcening terug zien, in hoeverre het
in staat was zijn ondersteuning van belangen
j onzer Universiteit verder uit te breiden.
Van deze uitbreiding getuigt in de eerste
plaats de benoeming na verworven Konink
lijke machtiging van den hoogleeraar in da
wijsbegeerte van mr. dr. Leo Polak. Met
hem trad de vijfde der door het Universiteits,-
fonds benoemde hoogleeraar op.
Bij Kon. besluit van 5 Juni 1925 werd
aar. het Leidsch Universiteitsfonds opnieuw
toegestaan prof. Lorenlz uit te noodigen over
hoofdstukken der natuurkunde voordrachten
houden. Het is der Commissie van uitvoering
aangenaam te vermelden, dat prof. Lorentz
wederom aan dit verzoek heeft willen voldoen-
Op 3 October j.l. werd de Universiteitsdag]
gehouden te 's-Herlogenbosch. De hoog
leeraren Do Sitter eu Vurtheim zijn zoo
j welwillend geweest de viering op te luisteren
door voordrachten, waarvan de dagbladen
het verslag gebracht hebben. Hun komt
bijzonderen dank toe, evenals aan de Com
missie van voorbereiding onder leiding vao
jhr, mr. F. O. van Sasse van Yssclt en
jhr. mr. E. G. F. "M. Verheyen, die "geen
moeite gespaard hebben om den dag te dooi»
slagen. Een belangrijk aantal nieuwe Ic-den
te 's-Hertogenbosch of elders in Noord-Bra-
j bant woonachtig,- is omstreeks 3 October
I lid var, het Uuiversiteitsfonds geworden.
I Een succes blijkt ook de vanwege het
Fonds georganiseerde cursus in elementair
laltjn door den lector dr. G. de Boer te zijn.
Ook ditmaal moesten de toehoorders, wier
aantal ongeveer 40 beloopt, in twee groep n
gesplitst worden. Zij behooren voornamelijk
tot de faculteiten van medicijnen, wis- cn
natuurkunde en rechten en letteren,
i Onder den naam Leidensis mora werd
I voor de eerste maal tegelijk met het Jaarboek,
een bibliograpbie der Leidsche Universiteit
in het licht gegeven. De commissie van uit
voering hoopt, dat zij bij deze onderneming
blijken van belangstelling zal ervaren, welke
haar toonen, dat de verschijning der biblio
graphic bijv. 3 maal per jaar gewenseiit
wordt. Hetzelfde mag gezegd worden vaa do
eveneens voor het eerst gepubliceerde Gids
voor studeerenden aan do Rijks-Universiteit
te Leiden.
Op voorstel van dc Commissie van uit
voering verklaarde het Legaten Visserianum
zich bereid voordrachten over Nederland en
het internationale vraagstuk te Öoen houden.
Deze voordrachten zijn in het begin van.den
cursus 1925'26 gegeven door de heerea
prof. Colenbrander, prof. jhr. Van Eysinga'
en generaal Tonnet.
Op verzoek van de vereenigde faculteiten
van Rechten en J/etteren heeft de Commissie
van uitvoering stappen gedaan om een reeks
van voordrachten over de economie van Ned.-.
Indie te organiseeren.
Subsidies, worden toegekend aan dr. IValcfi