Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland DE JOCKEY Kamemel!<zeep Derde Blad. Anno 1926. FEUILLETON. No. 20197. LblDSCH üAüSLaD, Vrijdag 15 Januari Nieuwjaarsrede van den voorritter. Onder voorzitterschap van den heer Ten Caie Brouwer werd Ucdennamiddag in de bovenzaal van de sociëteit „Amieitia" de eerste vergadering in dit jaar gehouden. Na een kort openingswoord werden de herkozen en nieuw gekozen leden, welke door ons indertijd werden genoemd, door den voorzitter geïnstalleerd, die uit naam van bet besluur de heèren met hun benoeming geluk wc nschtc. Na lezing der notulen van de vorige vergadering hield de voorzitter de navolgende nieuwjaarsrede: Mijne Hoeren, Van harte heet ik U allen welkom in deze eerste vergadering van het nieuwe jaar. Nie mand kan zeggen wat 192G liet district on zer Kamer brengen zal, maar, al zie ik niet voorbij, dat do pogingen om de financiën van Europa op orde Ic brengen en te Hou den, onafscheidelijk een crisistoestand in de betrokken landen moet teweeg brengen, toch kan ik niet nalaten als mijn verwachting uit tespreken, dat. zij het op lager niveau, een meer geconsolideerde toestand, ook in Nederland zijn vooral op den duur zegen rijke werking niet zal missen. Alvorens echter nader in tc gaan op don oconomischcn toestand van ons district, zie ik mij geplaatst in do droeve noodzakelijk heid een woord van deernis uit te spreken met de vele bewoners der door den waters nood getroffene streken. De vinnige koudo der laatste dagen ver hoogt de ellende óp ontzettende wijze en zal er toe modewerken, dat de eerste dagen van 19*26 onder de meest rampspoedige uit onze geschiedenis geleid zullen worden. Moge overig Nederland daadwerkelijk toonen. dat deze watersnood een ..nalionale" ramp is. Over het algemeen genomen was dc toe stand in het afgeloopen jaar in ons district ongunstig. In ccnigc bedrijven licerschle zelfs, vooral ,in het laatste kwartaal van 1925. een sterke economische depressie. Voor de verschillende takken lagen hier aan meestal verschillende factoren ten grondslag. Algemeen kan ochter worden aangenomen, dat de regelmaat in productie en consumptie, ook tlians, na 7 jaar vrede, zich niot hoert kunnen herstellen, waardoor de toestand in nagenoeg geen enkelen tak van handel of nijverheid in ons district on verschillig of zij thans tijden van voorspoed of malaise meemaakt, voorloopig nog als normaal kan worden aangemerkt. Voorheen goede cxportmacklen,. zooals b.v. die der katoenindustrie in dc Nederlandsehc, Fransche en Engolsche •Koloniën, zijn als afzetgebied, alhoewel nog belangrijk, toch in sterke mate in beUx.ke- nis verminderd. De uitvoer van bedrukte cn geverfde ka toenen goederen cn weefsels naar Neder- landsch-Indiö bedroeg in 1913 circa 1.638.000 K«G. terwijl deze uitvoer in 1924 slechts 747.000 K.G. bedroeg. Voor den oorlog in 1912 en 1913 expor teerde deze industrie uit Nederland voor circa rond f 40.000.000, terwijl dit cijfer thans niet hooger is dan pl.m. f 18.000.000 en in 1924.slcchts pl.m. f 16.000.000 bedroeg De toestand van dezen tak van nijverheid in ons district is, evenals verleden jaar, on- beyredigend. Bij de wollengarenfabrieken liet de afzet in het binnenland gedurende -1925 veel te wenschen over. De uitvoer van wollen garens, welke in 1924 zeer belangrijk was toegenomen, on derging wederom een vermindering. De slechte financieele toestand van Duitschland. welks provincie Weslfalen, al tijd een goed afzetgebied is geweest, was van deze vermindering de hoofdoorzaak. De minder bevredigende resultaten in dit bedrijf verkregen, zijn buiten de hierboven genoemde oorzaak mede toe te schrijven aan de belangrijke import van wollengarcns uit Belgih cn Frankrijk. Dc invoer van~~mcer dan 2 draads ge twijnde garens, hoofdzakelijk het product der Leidsche industrie, bedroeg in 1925 niet minder dan 668.000 K.G. met een waarde van pl.m. f2.764.000; deze invoer bedroeg in 1024 770.000 K.G. met een waarde van pl.m. f 3.000.000, en in 1913, dus voor den oorlog, een waarde van slechts f660.000. Do sterke prijsdaling, welke in het afge loopen jaar plaats bad in de noteering van ruwe wol, boïnfluenseerde de balans dezer industrie mede ongunstig. Bij de Kon. Nederl. Grofsmederij waren do meeste afdcelingen van het bedrijf in 1925 tamelijk van werk voorzien. Het in den loop van het jaar bijgekomen werk, was echter van zoodanige geringe beteekenis, dat, nu de vorenbedoelde opdrachten do vol tooiing naderen, de vooruitzichten zorgwek kend zijn. De afdcelingen Keltingfabriek en Anker- smederij maakten hierop eene uitzondering, deze waren gedurende het geheelc jaar ruim- I schools' van bestellingen voorzien en zijn i ook voor du naaste toekomst goed bezet. I" De te bedingen prijzen waren over het al- j gemeen gedurende het geheelc jaar onbevre digend, vooral v/at machincfabricage betreft. De scheepsbouwwervcff in ons district hadden in het afgeloopen jaar voldoende werk. Verschillende werven zijn zelfs voor geruimen tijd bezet. ï)e prijzen, welke bc- j dongen konden worden, waren nauwelijks loonénd; men gaat echter met goed vertrou wen het nieuwe jaar in. In de groenlcnconservenfabrieken valt er over do resultaten van 1925 niet Ic roemen. Ook deze tak van nijverheid heeft van hare exportmarkt een belangrijk deel aan andere landen moeten afstaan. Exporteerde deze industrie in 1913 nog 2.500.000 K.G ter waarde van circa f 900.000 alleen naar Nederl. Oosl-lndië, in 1921 be droeg de uitvoer naar Nederl.-Indië slechts circa 1.000.000 K.G. met een waarde van slechts f 500.000 voor 1925. Nam de export af, de invoer in Nederland bovendien toe. Bedroeg dc import in 1913 slechts pl.m. f 00.000, in 1921 had deze een waarde van niet minder dan f 369.000 en in 1925 lotaal f 741.000. De totale export in 1923 bedroeg 3.393.000 K.G. tegen slechts 2.253.364 K.G. in 1924. De gewijzigde invoer rechten van f 0.25 per K.G. in 20 pet. der waarde, waren door dc lage valuta van Bel gië cn Frankrijk na Juli 19*25 mede voor deze industrie zeer nadeelig. In de vruchtensapfabrieken was de toe stand over 1925 evenmin rooskleurig. Een tweetal fabrieken in ons district, waarvan er een meer dan 100 jaar had bestaan, zijn ten gevolge van deze malaise stopgezet. Het is vcor deze industrie te hopen, dat de voorge nomen heffing van accijns van 10 ct. per liter niet doorgaat. Een dergelijke heffing zou dit irilandsch product van de markt verdringen, ten be hoeve van de builenlandsche, in hoofdzaak Fransche wijnen. De toestand in de dakpannenfabrieken, waarvan ons dictrict er riet minder dan 12 telt, met een gezamenlijke productie van 20.000.000 stuks, was gedurende het c^-slc gedeelte van 19*25 vrij gunstig. Levende vraag bracht over het algemeen loonendc prijzen. In het laatste gedeelte van 1925 vermin derde echter dc vraag, wat eensdeels haar oorzaak vond in den sterk verminderden aanbouw van volkswoningen, anderdeels in dc geweldige toename van dc import van Belgische dakpannen. Ondanks de inwerkingtreding van de nieuwe Tariefwct, waarbij de pannen in- slede van onbelast te zijn, zooals vooriiecn, aan een invoerrecht van 8 pet. onderworpen waren, is de invoer aanmerkelijk loegeno - mon. Werden er in een tijdvak van 1 Juli 1924 tot en met 30 November 1924 2.300.000 pannen ingevoerd, in hetzelfde tijdvak over 1925 toen dus de pannen belast waren, be droeg de invoer pl.m. 3.850.000 stuks, eenc vermeerdering van niet minder dan circa 65 pet. De import van verglaasde dakpannen dakpannon, voorheen onbeteekenend, steeg met niet minder dan 500 pet. De stelling, zoó vaak verkondigd, dat een verhooging van een invoerrecht tengevolge moet hebben een prijsverhooging in het bin nenland, is hier hovendien onjuist gebleken. Dc prijzen in het binnenland zijn sinds de verhooging van het tarief geheel gelijk ge bleven. Bedroeg den prijs van den rooden onverglaasden dakpan (luile du nord) in Juli van dit jaar f 53 per 1000 stuks, thans is deze prijs nog even hoog. De geuite meaning van den Belgischen be langhebbenden, ten tijde van de behandeling van do nieuwe ^Tariefwet, dat met een be lasting met 8 pet. voor de Belgische dakpan nen fabrikanten de concurrentie met do Hol- landsche fabrikanten niet meer mogelijk zou zijn, blijkt onjuist geweest te zijn. De prijzen der dakpannen zijn wel in Bel gië zelf, maar althans niet noemenswaard, in tegenstelling met hier te lande gestegen, zoodat hierdoor is vast te stellen, dat de invoerrechten niet door het Neder- landscho volk,'doch door de Belgische expor teurs zijn betaald. Analoog met deze branche is de toestand in de steenbakkerijen, in de beton fabrieken en in de basaltinefabrickcn. overal het groot ste deel van 1525 gebrek aan orders, terwijl bestellingen tegen te lage prijzen moeten worden geaccepteerd. In Alphon a. d Rijn hebben de betonfabri- kanten, niettegenstaande de mogelijkheid tot het verkrijgen ervan bestond, gemeend in 1925 geen pogingen te moeten doen om den officieelen arbeidstijd gedurende de zomer maanden verlengd te krijgen. Gebrek aan or ders was hiervan eveneens oorzaak. Voor de s c h e I p k a I k b r a n d e r ij en is de belangrijke toename van den invoerder goodkoopere Belgische kluitkalk zeer ongun stig geweest. Bedroeg deze invoer in 1913 volgens de op gave van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek slechts 3170 ton, in het afgeloopen jaar heeft deze invoer het formidabele cijfer van pl.m. 211.170 ton bereikt. Do fabrieken hebben tengevolge van dezo invoer, dan ook groote mocile om slechts de helft hunner productie te verkoopen. Het is voor deze oude Hollanclschc indus trie te hopen, dal haar product allervvege be scherming en erkenning zal vinden. Blijft deze uit. dan beslaat'zelfs de kans dat een uitstekend inhocinsch bouwmateriaal ver- I dwijnen zal. 1 Voor de houtzagerijen en houlhandél was 1925 evenmin een gunstig jaar. Uiterst vin nige concurrentie drong tot ongekend lage I prijzen. I In tegenstelling met vele andere takken van bedrijf in ons district is dc toestand in het blocmbollenbedrij f uitermate gunstig. Tn niet geringe mate is dc oorzaak j hiervan tc zoeken in de enorme vermeerde ring van de export dezer bloembollen naar Amerika en Engeland In 1925 exporteerde deze branche 3127.0f)frK.G. voor niet min der dan een waarde van f 41.807.000. In het reeds gunstige jaar 1924 waren dezo cijfer-, resp. f 26.369 000 K.G. en f 29 980 000 Dc wettelijke maatregelen door dc Ameri- kaanschc regeering genomen om por 1 Ja- I nuari 1926 den invoer van narcisfaollen te verbieden, zijn aanleiding dat cr bij dc kwee kers van bloembollen groote bezorgdheid be staat voor den vrijen invoer der andere soor ten in de naaste toekomst. Deze bezorgdheid wordt nog vergroot door de omstandigheid, dat h'laas enkele kwee kers of exporteurs aanleiding gaven lot onte vredenheid door incorrecte aflevering of af wijkende soorten lc. expedieoren. De uitkomsten van Noordzcevis- sc li er ij bed rij f zijn in het afgeloopen jaar zeer ongunstig. In tegenstelling met dc verwachting van •het voorafgaande jaar, toen do toekomst voor de visscherij weder hoopvol werd tegemoet gezien, heeff 1925 zoowel wat verschvaarl' als haiingvisscherij (betreft, groote teleur stelling gebracht. Zorgelijk is dc merkbare achteruitgang van den vischstand en vermindering der kwali teiten, welker oorzaken in den 1 aalsten tijd ernstig worden onderzocht. Van jaar tot jaar nemen vangsten en kwaliteiten af, tcrwiii 1925 over het geheel wel bijzonder slechte resultaten afgeworpen heelt. DE TRAWLVISSCHERIJ heeft bij dc eerste reizen, die gewoonlijk den doorslag geven, omdat de zeilloggers in het vroege voorjaar door winderig weder in de gelegenheid zijn zich snel en voortdurend tc verplaatsen, slechts matige besommingen opgeleverd. In Maart waren de opbrengsten reeds zoo uitermate gering, dat een aantal vaartuigen de Irawlvisscherij staakten. Zonder uitzondering heeft het zciltrawl- bedrijf in 1925 voor den reeder belangrijk verlies veroorzaakt, en de visschcs slechts eon karig loon laten verdienen. De slechte uitkomsten van dit bedrijf ga ven aanleiding lot vroege uitrusting der vaar tuigen voor de HARINGV1SSCHERÏJ. Begin Juni reeds waren een groot aantal schepen in zee, cn begin Juli was dc Kal- wijksche vloot zoo goed als voltallig ter In- ringvisscherij. De vangsten zoowel bij dc Shetlnndsche eilanden als op de zuidelijke gronden en op de Sngckche kust waren zeer teleurstellend. Slechts aan weinige vaartuigen was het gegeven van de Engelsche kust oen ruime vangst mede tc brengen. liet nellenverlies in den storm van einde November was ruinous, waarbij de vaar tuigen bovendien n.>g zonder vangst huis waarts kecro ii om de visscherij le beëindi gen. Dc geringe vangsten, dc betrekkelijk lage prijzen, en hel groote ncttenverlies, gesteld tegen dc immer nog hoogo exploitatiekosten, wegens dc duure materialen c.d. hebben in 1925 aan de reederijen over het algemeen groot verlies toegebracht, zoodat waarschijn lijk vclo bedrijven met financieele moeilijk heden tc kampen zullen hebben. Do h ari n gh a ndé 1 heeft in 1925 even zeer le wenschen overgelaten. De belangrijke oude voorraden in Enge land cn Holland belemmerden in ernstige male den gezonden handel cn de loyale con currentie. De sterk verminderde koopkracht van Duitschland was oorzaak, dat daar meer op, lage prijzen dan rcëcle levering werd gelet, wat het knoeien zeer in de hand werkte. Overigens werd door Duitschland slechts mondjesmaat verkocht het gevolg der nij- j pende geldschaarschte. Half September tegen het opnieuw heffen J van het Duitsche invoerrecht op haring per i 1 October kwam een tijdelijke opleving en werden cr voor 1 October groote kwanlielei- len liaring over de gnnzen gebracht. Na dien datum, toen Duitschland voor loopig gedekt was, en de orders uitbleven, werd de afzet tegen sterk gereduceerde prij zen zeer gering, en was hot nauwelijks moge lijk inkoopprijzen to bedingen. In het algemeen was 1925 voor den ha- ringhandel al weinig lucratief cn is de hoop or op gevestigd, dat althans voor de nog aan wezige haring bij toenemende vraag betere prijzen bedongen zullen kunnen wordt n. Naar aanleiding vaji een mededeclim$ van een belanghebbende is dc Kamer thans betrokken bij een poging om een onderzoek mogelijk tc maken om na te kunnen gaan of door een bijzondere prcparceriDg der netten deze duurzamer en daardoor goed- kooper kunnen worden. Dc middenstand in zijn vele aeha- keeriagen maakt ten volle mede de wijzigin gen, welke zich in het maatschappelijk le ven voltrekken. Eencrzijds zag men in 1025 tal van voor malige ambtenaren cn anderen die zonoer positie waren zich wagen aan het winkel bedrijf, terwijl aan dc andere zijde door teruggang vau inkomens do omzet gerin ger werd. iSpedale branches, zooals in dc textiel cn in het kruideniersvak hadden veel con currentie te verduren van de zaken der groot-middenstanders. Over het algemeen wordt door den middenstand niet voldoen de beseft in welke positie men verkeert, daarom zal onder de middenstanders veel meer algemeeue ontwikkeling moeten ko- mon, indien zij hun plaats in het bedrijfs leven op den duur zullen kunnen blijvc-a innemen. Zooals dc zaken thans staan, zal nu eens deze, dan weer een andero group, door allerlei oorzaken in een crisis haar kracht inboeten zooal niet ten ondergaan. Daarvoor kan alleen helpen organisatie, organisatie niet alleen van vak- en stana- organisatie, maar bovenal ook organisatie, in den zin van practischc-economische in richting van eigen bedrijf. Zulks zal moei lijk gaan, wanneer de algemeenc ontwik keling der middenstanders niet opgevoerd wordt. De moeilijke toestand, waarin som mige middenstanders verkecren, is maar al te vaak aan hen zelf te wijten. Het op timisme, waannede soms nieuwe zaken, zonder dat cr van een behoefte sprake is, worden- geopend, doet dikwijls verwonder lijk aan. Het meert voor de hand liggend en te vens het voor het moment jnccst noodza- RECLAME. op naam en merk 8812 kelijke middel om tot betere toestanden te* komen, is echter versobering. Versobering in do privé-uitgaven, maar ook versobc-J ring Ln den opzet van do zaak. Uitbreiden lijkt meestal zeer mooi, maar is dikwijls} noodlottig. Mon moet ook durven inkrira-' pen indicu daardoor hot onkostenojjfcr om- lang gedrukt kan worden Uiterlijke schijn en niet onder willen doen voor- anderen, vragen nog stoeds hun slachtoffers. Uit dc. beschouwingen, wellco ik u hierbo ven gaf van den oconomischcn toestand vnnï de verschillende bedrijven in ons district» zal u duidelijk gebleken zijn, dat deze too- stand nog immer verre van gunstig is. Do verwachtingen, sinds 1920 tot op heden biji herhaling door velen, waaronder niet do eerste do beste, uitgesproken als zoude de- gunstige economische toestand van vooi? den oorlog zich langzaam maar zeker naar-J mate de oude vredestoestand in Europa zn tl herstelde, wedet ter-ugkeeren, zijn helaa^ niet bewaarheid. Dezo verwachtingen ba* seeren zicii thans trouwens meer op ded goeden gang der cultures dan op den ccof nomischen toestand in de Nederlandsch$ industrieën. Belangrijke exportmarkten, welke tijden* den oorlog tengevolge van de maatrcgcledl der Regcering aan hun lot moesten wordtoj overgelaten, hebben zich, zooals mot cij* fers kan worden aangetoond een anderci leverancier gezocht, welke tot op dit oogen^ blik goed voldoet. De katoenindustrie exjiortccrt nauwelijks de helft van voorheen, de grocntenconserJ venfabriekon verloren alleen .in Nederl.j Oost-Indic de helft van hun afzet van vroeger. Het leidt geen twijfel of een vergelijkend' onderzoek naar de belangrijkheid van de verschillende andere exportmarkten van voorheen en thans zou zijn mededccling bevestigen. Ik ben cr dan ook van overtuigd, dafc vole fabrieken in ons district, welke voor heen een belangrijke export hadden, dezo export in zijn vroegere omvang niet spoe dig meer terug zullen krijgen. De produc tiekosten zijn trouwens, mede tengevolge van dc lasten in allerlei vorm in de laatste, jaren dc industrie door do Overheid opge legd to belangrijk gestegen om de ondcf dikwijls veel gunstiger omstandigheden, werkende concurrentie van het buitenland- steeds met succes te kunnen bestrijdcn.i Het blijft nog steeds een punt van ernstige •rtrijd of cn zoo ja, welke mate het alge-] meen belang en in het bijzonder de groe* pon, welke bij de industrie zijn betrokken, schade van do opgelegde lasten ondervin den. Vele, waaronder ook ik mij schaar, achten verschillende voordeden, welkd men door overheidsbemoeiing verkregen" heeft, tc duur gekocht. De mindero werkgelegenheid, welke daar-t door ontstaan is, demonstreert zich onder andere het beste in het aantal werkzoeken den in Leiden. Dit aantal is gedurende da laatste jaren niet belangrijk gewijzigd. Hcfl aantal aanbiedingen van werkzoekenden bedroeg in 1922 5736, in 1921 6354, in 1923 plm. 6400 In dc drie jaren voor den oorlog bedroeg hei gemiddeld aantal werkzoekenden slechts 1216, zoodat hier althans volgens dc op gaven oen stabiele toename is van niet minder dan 400 pCt. Uit het Engolsch door ARTHUR APPLIN. Vertaling ran Mevr. SI. J. LANDRé—TOLLENAAR (Nadruk verboden). SC) „Hij zal ze siuk voor stuk tegen don grond slaan, wanneer je maar wilt. Maak de beurs groo! genoeg en dc Franschman of de Amerikaan zal we! toehappen. Hel is Derrington niel om geld te doen. Hij voelt niet veel voor boksen. Maar ik kan henf er wol toe krijgen. Ais ik het r.iet gedaan krijg, krijgt niemand het gedaan, want ik heb ge noeg invloed op hem. Hij heeil er geen sleek verstand van, lenminsle niet van onze ma nier van doen. Ik zeg je, Doban, er is een jortuin mee te verdienen. Maak van de ge legenheid gebruik. Kijk eens naar de pracht- toclame waar we mee beginnen." Daar keek Doban juist naar. maar hij zei het niet. „Wanneer is het onderzoek?" „Morgen." ..Kom Vrijdag bij ine rat' hem. Dan zal ik eeja soort voorstel doen." Tompson zei, dat hij hem niei veel tijd gaf, maar dat hij zijn best zou doen Puk over te halen. Hij herinnerde Doban er-aan, dai hij eerst alle voorwaarden moest weten, Voordat er iets bepaald werd. „Dal komt in orde," antwoordde Doban. „li zal er over denken. Alaar Puk moet eerst toonen, wat hij kan." Bert Tompson lachte. „Ais je. wil weten, wat hij kan moet je rnorgen maar naar do lijkschouwing gaan." IhjJ was ongeveer lijd om le lunchen cn Tompson was gesteld op lekker elcn, maar hij nam den eersten den besten trein naar Epsom en reed naar Marten's huis. Hij vroeg om een glas whisky en eer. boterham met kaas. Zoodra hij die verorberd had, haalde hij lot Marlon's verbazing zijn chèque-boek te voorschijn cn gaf hem een chèque, als be taling van de weddenschap over den boks wedstrijd. „Als ik geld verlies, betaal ik meteen," pochte hij. „Nu ga jij me zeker de rente be talen om van me al lc"komen, hè?" De trainer keek peinzend naar de chèque. „Een groot gedeelte hiervan hoort aan Der- rington." „Dat gaat mij r.iet aan. Je krijgl Maandag nog meer geld binnen. Ik kan wel zoo lang wachlen." Marton keek wantrouwend naar het grove, dikke gezicht voor hem. ,,Ik zal je de chèque nu cneleen geven," zei hij. Hij ging voor zijn bureau zillcn, schreef en reikte Tompson liet papier over. Dezo borg hel achteloos op in zijn vestzak. „Nu zijn we weer quitle. Je kan niet zeg gen, dat ik je niel netjes behandeld heb. Maar ik kan mijn kapitaal niet langer laten zitten in deze plaats. Al3 je eind Maart niet de hcelc hypotheek aflost, zal ik execulec- ren." '„Je za! jc geld hebben." Tompson leunde achterover in zijn stoel en strekte zijn lange, logge b-enen uit. „Dat liedje heb ik al meer gehoord. Hoe za! je me betalen? Ben je soms van plan een paar duizend pond tc gaan verdienen met den Kameel? Je hebt (0 veel verstand van paar den om daar op te rekenen." Hij schoof zijn sloel diciiter naar het bureau en koek rond om zich ervan te verzekeren, dal zc alleen waren. „Luister eens. ik weel iels beters, iets veel sckuurders. Ik ben geen wc-idoener 'der menschheid. Nummer éèn is altijd num mer één bij mij, maar als ik iemands hulp noodig heb, wil ik er wel voor betalen." Hel gezicht van den trainer w33 ais een masker. Zijn halfdichte oogen-,_de verweerde gerimpelde huid en de slrak gesloten mond verborgen zijn gedachten. Hij zei niets. „Je bent misschien ook tol de ontdc-kking gekomen, dat Peter D. de zoon van je vroegere vriend een goudmijntje is. Maar evenals een goudmijn, moet hij bewerkt worden. Daar zal ik voor zorgen." „Ik begrijp je niet precies. Als je bedoeJt als beroepsbokser. „Dacht jo soms, dal ik een jockey van hem wou maken? Nu, Marlon, je bent een sportsman." „Een sportsman," herhaalde .de trainer bitier. „Ik heb nooit aanspraak gemaakt op die eer." Tompson sloot peinzend één oog. „Mis schien heb jo gelijk. Maar in ieder geval weet je het wel, als er wat le halen is. En er is den laalsten lijd niet veel te halen ge weest. Nou kan ik je zeggen, waar wal te halen is en een hoop ook." Hij legde hem zijn plan voor. Pul: moeM meteen in training gaan en den Engelschen zwaargewicht kampioen uitdagen. .Doban zou zorgen, dat deze niet kon weigeren. De wedstrijd zou plaats vinden in Albert Hall. Na den Ecgetschman verslagen te hebben, zou Put den Franschcn kampioen of den Amcrikaanschcn wereldkampioen uitdagen; beide wedstrijden zouden binnen liet jaar plaats vinden. Voor hei wereldkampioen schap zou een speciaal stadion gebouwd worden. De Franschman cn de Amerikaan zouden een flinke som bedingen, maar het zou Puk niet om gt-id le doen zijn en hij zou dus met weinig tevreden zijn. Er lagen vier ol vijf duizend pond voor het grijpen, ein digde Tompson. „Je schijni nog al veel waard; te hechten aan wat misschien niets dan bol gewcc-st is," sprak Marton. „Probeer me nou niet weer hij den neus te nemen. Dcrrington kent misschien zijn eigen kracht niet. Da', geloof ik graag. Maar ik ben te lang in het vak, om niet dadelijk le zien, als ik een aar.veborcn bokser voor me heb. Puk is één van het soort, die - een lokser is van geboorte, niet dcor oefening. Hij is een wonder maar 'niet van hei soort, dat jij in je staücn hebl." „Misschien heb je gelijk." Hij dacht aan liet gevecht op den viersprong. Hij was toen le versuft geweest om do beteekenis van Puk's optreden ten volle le beseffen. „Maar stel, dat Derrington hel wonder dezer ceuv.- Ls. stel, dat hij liet winnen kan van de beste twee boksers, ais zo tegen hem ui! willen komen, wat heb ik daar dan m^c lc ma ken?' Tompson schoof zijn stoel nog dichter Lij, zoodat hij bijna knie aan knie zal met Mar ton. Hij keek hom slrak aan met zijn ronde varken300gen. Nog nooit had er voor Bert Tompson zooveel op het spel gestaan. Hij zag een fortuin in het verschiet en geld was zijn afgod. Hij kende cn erkende geen an ti :rë macht. Hol zou hem ook beroemd ma ken in het kleine wereldje, waarin hij zich bewoog cn dat voor hem hel heelal voor stelde, Hem zou do oer toekomen, Puk ont dekt te hebben. „Zullen wc niet liever eerlijk zijn. Mar ion?" vervolgde Tompson. „Je kent me en je weet, waar het me om te doen is. Tot nu toe is hei mo altüd nogal meegeloop.cn ik heb een aardig miilje op zij gelegd. Maar ik ben eerzuchtig. Ik heb altijd gewacht op een gelegenheid als deze. Nu liet oogenblik geko men is, moet ik cr gebruik van maken. Voor jou was het oogenblik daar, ongeveer een jaar of twaall geleder en je liet bot voorLij- gaan. Je haaide liefde cn zaken door elkaar. Je werd scnümcnlceh Da; was dom van jo cn hoewel wc loen vreemden waren, heb ik je gered. Maar je boni het nooit le boven gekomen. Je woont hier aardig, heel aardig; rustig en afgelegen. Hel zou me spijten, als ik je er uit moest zotten en ik zal het ook niet doen, als het niet noodig is Je hebt hovendien een zoon, die kan rijden. Laat hem een paar wedrennen meedoen, dan wordt hij misschien nog wel een puike jockey cn een waardig opvolger van zijn vader. En dan heb je nog een dochter. Ik kijk graag naar een kr.appe vrouw." „Je kunt mijn kinderen cr kuilen laten. Tompson grinnikte. „Dan zou er niei veel overblijven. Verder heb je. nog Derrington, die uit je band ec.l. Jij moet liern overreden, de zaak c-rnslig op le vatten; hij kan hier getraind worden. Dat kost je niets en j: kunt er schatten mee verdienen. Ik heb jc a! ver teld, dal ik vanochtend Doban gesproken heb. Ik moet Vrijdag bij hem komen met Puk. Goed nieuws, hè? Doban is de ecnige, die zoo iets op pooten kan zetten. Het gaat dus alles lus3chen hem en jou en mij. Nie mand anders." fWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9