Voor immer-nimmer.
No. 20185.
LEIDSCK DAGBLAD, Donderdag 31 December
Vijfde Blad. Anno 1925.
NIEUWJAAR.
JUs deNieuwjaarsklokken zingen....
WEES SLIM
GEBRUIK GLIM
J^eer komt 'n nieuwe jaarkring aangegleden,
Als schakel in den keten van den tijd,
Pie voor ons het reeds afgelegd verleden,
Verbindt met de toekomst'ge eeuwigheid.
IJWat 'toude jaar ons geven mocht aan
vreugde,
In onze herinn'ring garen we 't bijeen,
Xn wat het ons aan rampspoed gaf te dragen,
Daar zetten wij ons nu maar over heen.
Xoo gaan wij weer met frisschen moed
beginnen
De nieuwe phase van den levensstrijd,
jtl hopend, dat het nieuwe jaar ons brenge,
Naast moeite en zorg, ook iets, dat ons
verblijdt.
„Gelukkig Nieuwjaar!" klinkt nu allerwegen;
„Gelukkig Nieuwjaar!" gaat van mond
tot mond.
^Gelukkig Nieuwjaarwenscht ook de
Redactie,
Aan alle lezers in deez' nieuwen stond.
Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE.
Streef naar de sterren en richt u
omboog aan den groei uwer gaven.
Geen, die u leidt dan de stem.
die u den hemel toe dreef;
Durt haar le hooren en weet wel,
dat vaak zij, die faalden in 't groote,
Meer zijn dan hij, die uit angst
steeds in 't kleine verbleef!
Een lieve oude gewoonte, helaas meer en
jneer in onbruik geraakt, is het houden van
gen „generale opruiming" voor den aan-
V&ng van het nieuwe jaar.
Onze overgrootvaders zaten op Oudejaars
avond op kantoor om de balans af te
ftluiten
Immers, het nieuwe jaar werd met een
„schoone lei" begonnen?
Oüze overgrootmoeders gingen met orde
nende hand langs kasten en laden.veelal
werd er een kleine winterschoonmaak op
touw gezet. en niet alleen tot de kantoor
boeken en de meubelen strekte zich deze
zorg uit: veel ouderwelsche menschen gaar»
tegen het einde van het jaar de lijst van
hun vrienden en kennissen na en" onder
zoeken of zij iemand nog een beleefdheid of
«en attentie schuldig zijn. Dan wordt er een
dinertje gearrangeerd om dit alles af te
doen.
Men wil 'die oude verplichtingen niet
medenemen in het nieuwe jaar
Vroeger zag men in den aanvang van
Ei nieuw jaar veel meer een mijlpaal dee
ens dan thans, waar 1001 belangrijker
gen onze aandacht hiervan afleiden
En dat is jammer, want er ligt een
mooie gedachte ten grondslag aan dat
„schoonschip maken", ten minste, wanneer
Wij innerlijk zoowel als uiterlijk ons voor
bereiden om het nieuwe jaar in te treden.
Helaas, het is ons niet altijd mogelijk
om het oor te luisteren te leggen, naar de
«tem van ons binnenste, omdat het uitwen
dige in zijn veelheid beslag op ons legt
Omdat wij de leegte van deze veelheid
niet herkennen, ontbreekt ons het inzicht,
dat het inwendige met zijn eenheid het be
langrijkste deel uitmaakt van ons zijn.
Wij omringen ons met belemmeringen en
dan klagen wij, dat het zoo donker om ons
heen is. In de hedendaagsche woningen is
de ruimte veelal beperkt.
Hij of zij, die alles bewaart, alles opza
melt met het idee, dat het nog wel eens te
pas kan komen of louter en alleen uit een
gemakzuchtige overweging, dat het wegwer
pen eenige energie vordertdien zouden
we willen toeroepen: werp dat weg! werp
weg, die onnoodig rommel, die stofnesten,
die nuttelooze smaakbedervende zaken, die
de gezelligheid, de orden en netheid uit uw*
woning bannen, waarvan ge nut noch
vreugde, doch enkel last ondervindt..
Werp dat weg!
Ga meedoogenloos le werk en verwijder
al, wat uw woning ontsierd.
In onze hedendaagsche harten is even
eens de ruimte veelal beperk!..
Wordt onze aandacht, onze tijd, onze
belangstelling niet durend in beslag ge
nomen door.laten we het maar eerlijk
bekennendoor heel veel, nuttelooze, smaak
bedervende, onnoodige zaken, die een be
lemmering vormen voor*.de orde en net
heid, -de aantrekkelijkheid van onzen ziel?*
Werp dat weg!
Ga ook hier zonder mededoogen le werk.
Tracht niet de ledige veelheid te vullen
met of te verwisselen voor.een andere
leegheid, doch tracht tot de overtuiging le
geraken, dat het uitwendige niet het voor
naamste deel van onze ik-heid vormt.
Wanneer wij er ïh geslaagd zijn de schijn
bare belangrijkheid van het ons omringen
de van ons af te schudden, dan slaan wij
gereed om onszelf te gaan ontdekken.
Doe wat gij doet welbewust, weet het wat
en waarom van uw daden
Welbewust moeten wij onze belemmerin
gen van ons afwerpen.
Onze belemmeringen, dat zijn de ontel
baar vele materieele nooden en beslomme
ringen, die ons met sterke koorden vast
binden en onze ziel verhinderen uit te
stijgen boven het klein-alledaagsche ge
doe
Moet'dat er dan niet zijn?.... hebben
wij dan geen verplichtingen, zorgen en be
kommernissen
Natuurlijk. I Maar wie heeft ons eigen
lijk ooit wijs gemaakt dat, dat het heele
leven was. Wij hebben ons laten beet
nemen
Wij hebben onze dagen gevuld met het
minst belangrijkeWij zijn niet ge
boren uitsluitend tot het uitwendig gebeu
ren
Doch wij zijn evengoed geboren tot de
irmerlijke daad
Wij zijn niet voorbestemd om te leven
een leven van alledaagschheid zonder
meer in onze dagelijksche omgeving.wij
leven tegelijkertijd een leven in de eeuwig
heid, al zijn we ons hiervan dan ook maar
vagelijk onder bewust.
Velen van ons hebben een zoo groote
levensroutine gekregen, dat de innerlijke
daad voor hen langzamerhand een onbe
staanbaar iets geworden is.... ze zijn als
het ware vervlaktal wat maar even
boven de rechte lijn van de grauwe alle
daagschheid uitsteekt, is in hun zjel uit
gesleten tot een hopeloos peil van bana
liteit. N
Zij, die zich hiervan niet bewust worden,
zullen nimmer het ware leven deelachtig
worden
Zij laten zich als het ware insluiten door
bergketen van stoffelijke moeilijkheden,
waarachter hun vaak roezemoezig en druk
ic-ven eentonig en alledaags verloopt
Hun banaal leven vol uiterlijkheden en
belemmeringen.... Hoe aim zijn zij.
Werp dat weg! Werp weg uw belemme
ringen en neem eens vrij-af van uw rou
tine- bestaan!
Trek er op uit om hel Wonder te vin
den. het wonder van bet ongewone
Gij behoeft niet ver te gaan..
Het ongewone bedoeld in dien zin.
niet als liet nog nimmcr-te-voren-geziene,
doch hel Wonder van het alledaagsche, ge
zien als nog nimmer te voreb
De beteekenis der dingen komt niet van
de dingen lot ons, maar gaat uit van ons
innerlijke zelf naar de dingen
Onze aandoeningen zijn niet anders als
spiegelreflexen, die wij in de dingen gelegd
hebben, opdat zij weder als zoodanig lot ons
zouden terugkceren
„Dat hun gestadig doel u met het leven
verzoen' Ons doel zij het, ora de be
lemmeringen van ons af te werpen, welbe
wust, opdat wij niet ongemerkt zullen ver-
leeren om.van tijd tot tijd ook nog eens
-nnders te zijn als de plichts-getrouwe. hard
werkende of strenge of conventioneele le
vens-kunstenaars, die de wereld in ons ziet.
De Nieuwjaarsklokken luidenWerp
dat weg.Werp dat weg!
Hun klanken op den wind gedreven bren
gen ons een boodschap
De blijde boodschap van het wonderlijke
alledaagsche Het wonder van het dieper
inzicht, de oneindige heerlijkheid van de
beteekenis der dingen.
Het Wonder, dat overal is.omdat het
in ons is.
Moge dit de boodschap zijn, die 't nieuwe
jaar voor u medebrengt
Moge het u beschoren worden om in
deemoedige ontroering het Wonder te vin
den in Uzelf, opdat het wederstrale op
u uit al het u omringende
Dan zal de eindigheid van uw enge ziel
oplossen in de juichende onmetelijkheid
van het Eeuwige
De Nieuwjaarsklokken luiden.
Hebt gij de Boodschap verstaan.
Streef naar de sterren en richt u omhoog
aan den groei uwer gaven
Eertijds, loen het oude huis nog vol
jonge menschen was, toen gelach en gepraat
kamers, trappen en gangen vulden, heeft
er niemand op het tikken van de klok ge
let, die in de hall, stil voor zich heen, de
nren telde. Er waren uren en dagen in
overvloed; men was gelukkig en dacht aan
geen tijd, al bracht het leven voor de be
woners van het oude huis naast lief ook
leed, en waren er uren van stilte en smart,
waarin de stem van de klok gehoord, doch
niet verslaan werd
Er is geen overvloed zoo groot, of hij
zal eens zijn einde kennen. ,,Uren, dagen,
maanden, jaren, vliegen als een schaduw
heen", zegt immers ook het bekende lied 1
Allengs werd het stiller in het oude huis,
het tikken van de oude klok is duidelijker
geworden, nu er geen vlugge voetstappen
meer klinken, nu er geen kinderstem meer
lacht en de deuren nog slechts behoedzaam
geopend en gesloten worden.
Zóó dikwijls is een nieuw jaar oud gewor
den en heengegaan, dat men hun aantal
niet meer weten zou, als de menschen niet
nauwgezet de jaren telden, één voor één;
dc jaren, die vreugde of droefheid brach
ten de jaren, die vlogen of kropende ja
ren, die in het leven van de menschen wel
dubbel mochten tellen, en de jaren, die
grauw en kleurloos waren.
In het oude, groote huis wonen nu nog
maar twee menschen. De oude, gebogen,
grijze heer, die eenzaam werd, doordat,
dood en leven beide hem zooveel ontna
men, en de oude, grijze Martha, die heel
haar leven lang gediend en slechts geluk
en smart van anderen gekend heeft.
Er komen zelden gasten op het oude
huis. Driemaal is de dood er geweest. Twee
flinke jongens heeft hij tot zich geroepen
en de derde maal was het moeder, die af
scheid moest nemen. Ook het leven heeft
den ouden man offers gevraagd. Annie ia
getrouwd cn haar man gevolgd naar Zuid-
Airika; Piet is naar Inclië gegaan in een
Staatsambt en Hendrik heeft een drukke
dokterspraktijk te Rotterdam.
Vader is alléén achtergebleven. Korte en
lange brieven vartellen hem nu en dan hoe
het leven, dat afscheid nam van zijn oudo
huis, in verre landen verder gaat, en vader
hoort van kleinkinderen, die hij misschien
niet meer zien zal.
Het was vroeg donker op dezen Oude
jaarsavond. Mist dekte de wereld toe: het
doodkleed van het oude jaar, dat sterven
ging. Martha had de luiken gesloten en dc
lamp aangestoken.
Zacht suisde het gaslicht. Van tijd tot
tijd verzakte met luttel gedruisch de an-
thraciet in den vulhaard. Heel stil was het
dezen avond; het scheen of alle geluid zich
had teruggetrokken. Qedempt hooide men
den zwaren tik van de oude gangklok.
Vader zou alléén zijn dezen laatsten
avond van het jaar. Hendrik wist wel, dat
het niet goed was voor den ouden man,
doch een ernstig geval dwong hem te Rot
terdam te blijven. ,,Maar den eersten den
besten Zondag, dat het eenigszins kan,
kom ik vast, daar kunt u op rekenen", had
hij onmiddellijk op de teleurstellende tij
ding laten volgen.
Langzaam kwamen en gingen de uren.
Op Oudejaarsavond gaan onze gedachten
zoo willig terug naar het verleden; maar
voor wien het leven nog veel te brengen
heeft is het denken aan heden en toekomst
het tegenwicht voor den weemoed der her
innering.
Voor Vader bracht het peinzen niet die
samenvloeiing van smart en vreugd, die de
wondere bekoring der jaarwisseling kan
wezen. De schat der herinnering is zoo
groot, doch ook het heden stelt zijn eischen
De verbeelding van den ouden man mocht
het leege huis al bevolken met de stem
men van zijn nu reeds getrouwde of ge
storven kinderen, geen kleinkinderen zorg
den voor de levende echo dier lang ver
klonken geluiden.
Bij tusschenpoozen scheen het getik van
RECLAME.
7269
Je gangklok sterker te worden. Hoe vaak
probeeren kindc.ón niet enkele woorden in
het tik-tak te hooren, of de maat van een
ijsje, of een naam. Maar ook menschen
luisteren er wel naar als het stil is en zij
slechts den tyd tot metgezel hebben op
den weg hunner overpeinzingen.
De oude klok had haar eigen zwaren tik.,
„Vroeger hoorde je dien zoo niet, dacht
dc oude man; maar nu ik eenzaam ben,
schijnt de tijd te kloppen aan mijn deur.
Wat hij mij te zeggen heeft 1 Dat ik heen
moet gaan Ik leef alleen nog maar, om*
dat ik van het verleden niet scheiden kan.
Het leven heeft mij rijk en daarna arm ge
maakt. Ik denk er altijd weer aau, hoe het
zijn zou als allen weer hier waren, Annie er
jonge Annie en de jongens." Het scheen
den ouden man niet meer zoo onmogelijk
toe. Dooden en levenden verwarde zij*
geest. „Voor immer nimmer" tikte de
klok, en Vader prevelde het zachtjes mee
zoo zonder woorden in zichzelf. „Voor im
mer nimmer", dat was ook een klank
uit het verleden, oen herinnering, wat vaag
geworden, maar die zich nu tot een enkel
beeld verhelderde. Willem, hun eer&tc, ging
te Leiden studeeren en Annie had hein
haar lievelingsboek, gedichten van Longfel
low, meegegeven. Voor haar was er een
herinnering verbonden aan dat boek en
V illem, met wien zij er vaak in gelezen
had, zou het doen denken aan zijn Moeder.
Willem was gestorven, na het eerste jaar
van zijn student-zijn. En het oude bock was
teruggekomen. Met tranen in de oogen had
Annic het zijn oude plaatsje weer gegeven,
op haar schrijfbureau, lusschen het gezang
boekje en het- oudanvetsohe verjaardag»!
bum.
„Voor immer nimmer, nimmer voor
immer", likte de oude klok en de oude
man dacht aan een dier vergeten gedichtje;
die Annie Willem voorlas, terwijl hijzelf na
het eten soesde achter zijn krant, half luis
terend naar de stem van zijn vrouw.
„Wat kunnen die woorden betccke..m,
wat hebben zc mij te zeggen, nu ze tot mc
komen op dezen Oudejaarsavond? Wat kan
die oude klok, die onze mooiste uren telde,
toen wij nog aan geen einde dachten, an
ders bedoelen dan dat het geluk en allen
die hier waren, voor immer weg zijn, cd
dat zij nimmer, nimmer wederkeeren
Maar de klok tikte door en de woorden lie
ten den oud-en man niet met rüst. Hij moes'
er steeds naar blijven luisteren hoe de
oude klok ,,voor immer nimmer" tikte
en hoe wonderlijk dat klonk, plechtig, ern
stig, droef een waarschuwing maar een
troost tevens .Een troost in die woorden f
Dc oude man was hun beteekenis vergeten
Enkel droefheid, neen, dat brachten zi;
niet!
Op het bureautje stond nog altijd hel
Qt verzorging der Gebrekklgen
in Nederland.
In Nederland zijn tot nu toe niet, zooals
in Duitschland, watten uitgevaardigd, die
le behandeling en de na-zorg van gebrek
klgen op Staatskosten voorschrijven; even
min zijn hier Armenwetten, zooal9 in Zwe
den, die de zorg voor gebrekkigen bijna ge
heel op de gemeenschap laden. Noch wor
den hier als in Amerika jaarlijks groote be
dragen bijeengebracht voor de stichting van
rachtige inrichtingen, waarin de misvorm-
e Kinderen behandeling, opvoeding, onder
wijs en vak-opleiding ontvangen, om hen
tol onafhankelijke burgers te doen op
groeien. En de milddadigheid en het enthu-
siasme, die in de laatste jaren Engeland
in staat stelden een aantal Orthopaedische
Ziekenhuizen, Orthopaedische Poliklinieken
en Orthopaedische School-IIospitalente
openen, en het land dus nader te brengen
tot de oplossing van het vraagstuk van de
voorkoming en genezing'van misvormingen,
zijn hier te lande nog niet in groote mate
aanwezig. Maar toch is een begin gemaakt
en hulde dient gebracht aan die voortrek
kers, die genoeg naastenliefde en doorzicht
hadden om de eerste stappen te durven
zetten in de goede richting.
In 1899 stichtte dr. W. Renssen, een
zeer geacht chirurg van groote bekwaam
heid, te Arnhem, de „Vereeniging lot ver
zorging van gebrekkige en mismaakte kin
deren in Nederland", en vormde met ds.
D. Disselhoff en Moeder-Overste Johanna
van Ness, die aan het hoofd van de Diaco
nessen-inrichting te Arnhem stonden, het
eerste Bestuur. In de jaarvergadering van
de Nederlandsche Maatschappij voor Ge
neeskunde bepleitte dr. Renssen de nood
zakelijkheid om te zorgen voor het mis
vormde kind en verzamelde in die verga
dering liet eerste geld door met zijn hoed
rond te gaan bij de leden, na zelf het voor
beeld te hebben gegeven. De Vereeniging
heeft tot doel de oprichting en ondersteu
ning van inrichtingen van misvormde kin
deren en verdeelt op 't oogenblik haar in
komsten (uit rente van kapitaal, schenkin
gen en legaten) tusschen de twee volgende
Stichtingen:
lo. de Johanna-Stiehting te Arnhem en
Bo. de Adriaan-Stichting te Rotterdam.
De Johanna-Stiehting, „tehuis voor ge
brekkige kinderen", werd op 8 December
1900, juist 25 jaar geleden, geopend met
vier bedden, die voorloopig in een zaaltje
van de Diaconessen-inrichting werden on
dergebracht. Op 27 Juni 1903 echter kon
een eigen tehuis geopend worden, dat lang
zamerhand vergroot werd en nu plaats biedt
.Voor 17 meisjes en. 20 jongens, in het geheel
dus 37 bedden. Deze Inrichting is bijna
uitsluitend een Opvoedingsgesticht voor
meestal zwaar misvormden, die er lange
jaren vertoeven, en gewoon onderwijs en
vakopleiding ontvangen. Voor chirurgische
of andere behandeling worden de kinderen
in het Diaconessenhuis opgenomen Het
verpleeggeld per jaar bedraagt 700 gulden.
De Adriaan-Stichting te Rotterdam werd
in 1912 in het leven geroepen door de mild
heid van mejuffrouw M. T. de Monchy. te
Rotterdam, die een stuk grond in de on
middellijke nabijheid van Rotterdam schonk
en den bouw van een Orthopaedisch Zie
kenhuis geheel bekostigde. Het werd in 1911
geopend met 10 bedden en is nu, dank zij
de tact en de bekwaamheid van den Di
recteur, dr. J. van Assen, Orthopaedisch
Chirurg te Rotterdam, tot -10 bedden uit
gebreid kunnen worden. Behalve een opera
tiezaal is er gelegenheid voor phys. thera
pie, en wordt er gewoon lager onderwijs
en vak-onderwijs gegeven, o.a. ook voor
tuinwerk. Een Röntgen-inrichting en hoogte-
zon ontbreken nog; maar zullen binnen
kort aangeschaft worden. De Slichting heert
een klein kapitaal, dat ongeveer -180 gulden
jaarlijksche rente geeft. Ongeveer 3/1 der
verpleegkosten moeten door de patiënten be
taald worden, waarvan gewoonlijk de helft
door de Gemeentelijke Armenzorg vergoed
wordt.
De derde en laatste particuliere stichting
11 voor gebrekkige kinderen in Nederland i9 de
Cornelia-Stichting te Beesterzwaag, die de
zen naam draagt ter herinnering aan een
jonge Baronesse van Lynden, het ecrige
kind van den loenmaligen eigenaar van het
landgoed, waarin* de Stichting nu geves
tigd is
Het jonge meisje verzocht op haar sterf
bed haar ouders hun landgoed en vermogen
dienstbaar te maken aan de verzorging van
gebrekkige en zwakke kinderen van Opster-
land en zoo mogelijk van geheel Friesland.
Aan dezen wensch werd voldaan en na
den dood der ouders bleek hun fraai woon
huis met 18 boerderijen en ongeveer 1000
hectaren land voor het door de dochter ver
langde doel te zijn bestemd. Op 18 Mei 1915,
den sterfdag van het meisje, is de inrichting
gc-opend, na met electrisch licht, alle mo
derne sanitaire inrichtingen en een kleine,*
keurige "operatiezaal te zijn toegerust. Op
20 October 1920 werd een polikliniek ge
opend. waarin thans 217 kinderen zijn be
handeld. Voor orthopaedische gevallen zijn
17 bedden beschikbaar en dr. De Graaff.
een chirurg uit het naburige Heerenveen.
behandelt deze gevallen, terwijl een ortho-
paedisch-chirurg nu en dan de Inrichting
bezoekt als consulteprend chirurg. Mejuf
frouw M. M. Lefèvre de Montigny is van af
de opening als Directrice de ziel van de
inrichting.
In 1921 opende de gemeente Amsterdam
een Orthopaedische Afdeeling met 16 bed-
den in het Wilhelmina-Gasthuis, als zeer
noodige aanvulling van de orthopaedische
polikliniek voor de Amslerdamsche armen,
die vele jaren door dr C. B. Tilanus werd
gehouden, en sedert 1920 door zijn opvol
ger Dr. W. F. Wassïnk. De bedden staan
in een houten barak; maar de Amsterdam-
sche Gemeenteraad nam kort geleden het
besluit een groote Orthopaedische kliniek
minstens 24 bedden aan het Wilhelmina-
gasthuis loe te voegen. Deze afdeeling zal
in drie jaren gereed korncn. Deze orthopae»
dische kliniek is de eenige hier te lande,
die een werkplaats bezit voor het maken
van spalken en andere apparaten. Voor
verpleging wordt een gering bedrag bere
kend, dat voor elk geval afzonderlijk be
paald wordt door het Armbestuur.
In November 1901 werd in het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden een Orthopae
dische polikliniek geopend en de laatste
tien jaren werdén drie bedden ter beschik
king gesteld van den Orthopaedischen Chi
rurg, leider der polikliniek, met het gebruik
van de operatiekamer in de heelkundige af
deeling op een morgen in de week zoo
lang de colleges geopend zijn, d. i. gedurende
bijna 6 maanden van het jaar. In de Po
likliniek werden bijna 8000 patiënten in
geschreven en eenige honderden operaties
uitgevoerd. Sedert de laatste paar jaren zijn
de bedden niet meer kosteloos; maar moet
2.50 tot 3 gulden per dag betaald worden.
Do Leidsche Universiteit is de eenige hier
te lande met een afzonderlijke Orthopaedi
sche polikliniek en bedden voor orthopae
dische zieken. Dr. Timmer geeft aan de Am
slerdamsche Universiteit wel sedert 25 jaar
collége in Orthopaedische Chirurgie, maar
de patiënten voor demonstraties bij het
onderwijs, moet hij aan de algemeene chi
rurgische kliniek ontleenen. Zoodoende h
het onderwijs in de Orthopaedic bijna uit
sluitend aan professoren in do algemeen*
Chirurgie toevertrouwd en is er aan onze
Universiteiten geen gelegenheid tot specia
liseering in de Orthopaedische Chirurgie.
Wat dit beteeke-nt voor de orthopaedische
opleiding onzer artsen kan men nagaan in
dien men de woonïen leest die Sir Robert
Jones 1.1. October in zijn rede te Manches
ter zeide: „hef wordt thans algemeen er
kend dat een enkel "hoofd niet grool genoeg
is. om alle onderdeden van de Algemeene
Chirurgie te beheerschen".
Behalve deze Universiteils-poliklinicten
worden nog druk bezocht poliklinieken ge
houden door Dr. van Assen le Rotterdam en
door Dr. IJavinga te Den Haag. Een kleinig
heid wordt door de patiënten betaald, waar
voor zij apparaten en zelfs kunstledematen
vrij van kosten ontvangen, ten minste voor
de eerste maal
In 1878 slichtte Ridder De Stuers het „de
Stiiers-Fonds" dat ongeveer 18.000 gulden
bezit en dat gratis apparaten en kunst
ledematen verschaft. Dr. Havinga is Presi
dent, Jhr. A de Stuers, Secretaris; het
Fonds heeft ongeveer 1000 gulden inko
men; in 1922 werden 90 patiënten geholpen,
in 1923: 75: in 1921: 71- patiënten.
Ten slotte is er in 1919 te Leiden een Ver
eeniging voor Misvormden opgericht, die ten
doel heeft: het voorkomen, de behandeling
en de studie van misvormingen door het op
richten van een of meer speciaal Orthopae
dische Ziekenhuizen, volledig toegerust met
alle hulpmiddelen om den gebrekkigen ge
nezing te verzekeren. De Vereeniging heeft
tot nu toe 45.000 gulden ontvangen en bo
vendien zijn voor den bouw van een zieken
huis nog 120.000 gulden toegezegd.
Alles tezamen zijn er dus 113 bedden en
5 Orthopaedische poliklinieken, d. i 1 bed
op 61.900 inwoners bij een bevolking van 7
müllioen. In Engeland wordt 1 bed op 2500
noodig geacht, in Duitschland waren in 1916
7000 bedden onvoldoende op een bevolking
van bijna 51 mailioen (Beieren en Baric-n
waren met meegeteld) d. i. 1 op 7285 inwo
ners; het werkelijk cijfer der in Duitsch
land noodige bedden bedroeg in 1916
60.000, d. i. 1 op 850 inwoners. Volgens be
rekeningen en statistieken in Duitschland
en Engeland bedraagt hel aantal gebrek
kige kinderen onder 15 jaar 1.48 per dui
zend inwoners, dat zoar dus voor ons land
zijn 10 360. De kaarten van gebrekkigen
door het Buream van Statistiek te onzer be
schikking gesteld, gaven hier bij de laalsle
Volkstelling aan 44.822 gebrekkigen. waar
onder 6359 kinderen or.der 15 jaar. Profes
sor Biesalski. die voor "Duitschland de tel-
kaarlen voor misvormde kinderen contro
leerde, zegt en dat is ook hier de onder
vinding dal deze cijfers veel te laag
zijn. omdat het meerendeel der gebrekkige
kinderen uit welgestelde gezinnen en zelfs
velen uit armere omgeving niet zijn opgege
ven. Van lieden in Rotterdam en in. Leiden,
van wie bekend was, dat "zij een misvor
ming hadden, bleek bij onderzoek nog niet
1/6 zich te hebben opgegeven.
Daf hulp noodig is. en dringend noodig,
zal wel door ieder dLe deze cijfers ziet, (oe-
gegoven worden: Rijk en Gemeenten hebben
tol nu toe noch indirect door wetten of voor
schriften, noch direct door subsidies of door
't openen van Orthopaedische klinieken en
poliklinieken geholpen om het euvel te be
strijden evenmin heeft de Rijksverzeke
ringsbank het in het belang harer talrijke
oifgevallen patiënten noodig geacht krachti-
gen steun te verleenen en de in het buiten
land met name in Engeland zoo zeer ge
waardeerde hulp van Roode-kruis Vereeni-
gingen ontbreekt hier nog geheel. Wij zijn
dus aangewezen op de hulp van particulie
ren: maar zoo is het in de meeste andere
tanden eveneens gegaan: bizondere perso
nen en VereenLgin gen ontgonnen het b Mak-
liggende veld, de Regeeringen volgden als
de proefnemingen slaagden. Alle vooivech-
teTS in andere landen hadden deze zelfde
ondervinding. Dit geeft hoop dat ook wif
ons doei zullen bereiken.
In de oorlogvoerende Staten waren hel de
gunstigste resultaten met oorlogsin val ic-den
opgedaan die den stoot gaven lot de ver
hoogde belangstelling in de misvormd-:- kin
deren. In Zweden gaf een hevige epidemie
van kinderverlamming aanleiding dat de
Regeering met kracht het vraagstuk der
hulp van gebrekkigen ter hand nam en
Orthopaedische Ziekenhuizen oprichtte met
leerstoelen aan verschillende Universitei
ten om het onderwijs in de Orthopaedische
chirurgie mogelijk (e maken.
In ons land hebbon wij gelukkig noch
oorlogsin val ieden gehad noch hevige epi
demieën van kinderverlamming om de aan
dacht te vestigen op het groot aantal ge
brekkige kinderen dat hier zonder voldoen
de speciaal geschoolde hulp opgroeit. Maar
zijn dergelijke rampen wel noodig om ons
vo4k le overtuigen van het noodza-kelijke
eener afdoende hulp aan onze misvormde
kinderen? Hebben niet velen in eigen om
geving ongelukkige volwassen gebrekkigen?
Heeft niet ieder gehoord van de volwassen
gebrekkigen die. in Gestichten opgeborgen,
of langs de straten bedelende, hun ellendig
leven voortsleepen En zou niet ieder wil
len helpen, onze gebrekkige kleintjes voor
zul-k een lol te behoeden? En dat is moge
lijk, want 75 r>Ct. van hen zijn le genezen
en voor-de overigen kan liet leven drage
lijker gemaakt worden door doelmatige
hulpmiddelen en vooral door opleiding in
.een vak dal hunne krachten niet te boven
gaat. Zouden al die duizenden mannen cn
vrouwen in ons land die met zoo veet liefde
en dikwijls met zelfopoffering de zwakke en
zieke kinderen uit omringende landen ver
zorgden en. met goede gaven overladen,
naar huis terugzonden, niet evenzeer bereid
gevonden worden om iets af te staar voor
hulp aan de Hollandschc gebrekkige kin
deren? Mogen al degenen, die in dc7x> dagen
met dankborp harfen den zesr-n ondervin
den, gezonde, vroolijke kinderen om zich
heen te zien; aÜ degenen die met milde hand
dien kinderen een heerlijk Kerstfeest be
reidden, ook onze gebrekkige kindoren ge
denken pn onze Vereeniging in sin.ai stellen
in het Nieuwe Jaar hel eerste onz°r Ortho
paedische Ziekenhuizen te houwen voor de
armslen onder de Misvormden.
A. E. GKOLL.
Secr.-penningmeesleresse v. d,
Vereeniging voor Misvormden.
Leiden, 28 Dec. 1925.