Voor immer-nimmer. No. 20185. LEIDSCK DAGBLAD, Donderdag 31 December Vijfde Blad. Anno 1925. NIEUWJAAR. JUs deNieuwjaarsklokken zingen.... WEES SLIM GEBRUIK GLIM J^eer komt 'n nieuwe jaarkring aangegleden, Als schakel in den keten van den tijd, Pie voor ons het reeds afgelegd verleden, Verbindt met de toekomst'ge eeuwigheid. IJWat 'toude jaar ons geven mocht aan vreugde, In onze herinn'ring garen we 't bijeen, Xn wat het ons aan rampspoed gaf te dragen, Daar zetten wij ons nu maar over heen. Xoo gaan wij weer met frisschen moed beginnen De nieuwe phase van den levensstrijd, jtl hopend, dat het nieuwe jaar ons brenge, Naast moeite en zorg, ook iets, dat ons verblijdt. „Gelukkig Nieuwjaar!" klinkt nu allerwegen; „Gelukkig Nieuwjaar!" gaat van mond tot mond. ^Gelukkig Nieuwjaarwenscht ook de Redactie, Aan alle lezers in deez' nieuwen stond. Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE. Streef naar de sterren en richt u omboog aan den groei uwer gaven. Geen, die u leidt dan de stem. die u den hemel toe dreef; Durt haar le hooren en weet wel, dat vaak zij, die faalden in 't groote, Meer zijn dan hij, die uit angst steeds in 't kleine verbleef! Een lieve oude gewoonte, helaas meer en jneer in onbruik geraakt, is het houden van gen „generale opruiming" voor den aan- V&ng van het nieuwe jaar. Onze overgrootvaders zaten op Oudejaars avond op kantoor om de balans af te ftluiten Immers, het nieuwe jaar werd met een „schoone lei" begonnen? Oüze overgrootmoeders gingen met orde nende hand langs kasten en laden.veelal werd er een kleine winterschoonmaak op touw gezet. en niet alleen tot de kantoor boeken en de meubelen strekte zich deze zorg uit: veel ouderwelsche menschen gaar» tegen het einde van het jaar de lijst van hun vrienden en kennissen na en" onder zoeken of zij iemand nog een beleefdheid of «en attentie schuldig zijn. Dan wordt er een dinertje gearrangeerd om dit alles af te doen. Men wil 'die oude verplichtingen niet medenemen in het nieuwe jaar Vroeger zag men in den aanvang van Ei nieuw jaar veel meer een mijlpaal dee ens dan thans, waar 1001 belangrijker gen onze aandacht hiervan afleiden En dat is jammer, want er ligt een mooie gedachte ten grondslag aan dat „schoonschip maken", ten minste, wanneer Wij innerlijk zoowel als uiterlijk ons voor bereiden om het nieuwe jaar in te treden. Helaas, het is ons niet altijd mogelijk om het oor te luisteren te leggen, naar de «tem van ons binnenste, omdat het uitwen dige in zijn veelheid beslag op ons legt Omdat wij de leegte van deze veelheid niet herkennen, ontbreekt ons het inzicht, dat het inwendige met zijn eenheid het be langrijkste deel uitmaakt van ons zijn. Wij omringen ons met belemmeringen en dan klagen wij, dat het zoo donker om ons heen is. In de hedendaagsche woningen is de ruimte veelal beperkt. Hij of zij, die alles bewaart, alles opza melt met het idee, dat het nog wel eens te pas kan komen of louter en alleen uit een gemakzuchtige overweging, dat het wegwer pen eenige energie vordertdien zouden we willen toeroepen: werp dat weg! werp weg, die onnoodig rommel, die stofnesten, die nuttelooze smaakbedervende zaken, die de gezelligheid, de orden en netheid uit uw* woning bannen, waarvan ge nut noch vreugde, doch enkel last ondervindt.. Werp dat weg! Ga meedoogenloos le werk en verwijder al, wat uw woning ontsierd. In onze hedendaagsche harten is even eens de ruimte veelal beperk!.. Wordt onze aandacht, onze tijd, onze belangstelling niet durend in beslag ge nomen door.laten we het maar eerlijk bekennendoor heel veel, nuttelooze, smaak bedervende, onnoodige zaken, die een be lemmering vormen voor*.de orde en net heid, -de aantrekkelijkheid van onzen ziel?* Werp dat weg! Ga ook hier zonder mededoogen le werk. Tracht niet de ledige veelheid te vullen met of te verwisselen voor.een andere leegheid, doch tracht tot de overtuiging le geraken, dat het uitwendige niet het voor naamste deel van onze ik-heid vormt. Wanneer wij er ïh geslaagd zijn de schijn bare belangrijkheid van het ons omringen de van ons af te schudden, dan slaan wij gereed om onszelf te gaan ontdekken. Doe wat gij doet welbewust, weet het wat en waarom van uw daden Welbewust moeten wij onze belemmerin gen van ons afwerpen. Onze belemmeringen, dat zijn de ontel baar vele materieele nooden en beslomme ringen, die ons met sterke koorden vast binden en onze ziel verhinderen uit te stijgen boven het klein-alledaagsche ge doe Moet'dat er dan niet zijn?.... hebben wij dan geen verplichtingen, zorgen en be kommernissen Natuurlijk. I Maar wie heeft ons eigen lijk ooit wijs gemaakt dat, dat het heele leven was. Wij hebben ons laten beet nemen Wij hebben onze dagen gevuld met het minst belangrijkeWij zijn niet ge boren uitsluitend tot het uitwendig gebeu ren Doch wij zijn evengoed geboren tot de irmerlijke daad Wij zijn niet voorbestemd om te leven een leven van alledaagschheid zonder meer in onze dagelijksche omgeving.wij leven tegelijkertijd een leven in de eeuwig heid, al zijn we ons hiervan dan ook maar vagelijk onder bewust. Velen van ons hebben een zoo groote levensroutine gekregen, dat de innerlijke daad voor hen langzamerhand een onbe staanbaar iets geworden is.... ze zijn als het ware vervlaktal wat maar even boven de rechte lijn van de grauwe alle daagschheid uitsteekt, is in hun zjel uit gesleten tot een hopeloos peil van bana liteit. N Zij, die zich hiervan niet bewust worden, zullen nimmer het ware leven deelachtig worden Zij laten zich als het ware insluiten door bergketen van stoffelijke moeilijkheden, waarachter hun vaak roezemoezig en druk ic-ven eentonig en alledaags verloopt Hun banaal leven vol uiterlijkheden en belemmeringen.... Hoe aim zijn zij. Werp dat weg! Werp weg uw belemme ringen en neem eens vrij-af van uw rou tine- bestaan! Trek er op uit om hel Wonder te vin den. het wonder van bet ongewone Gij behoeft niet ver te gaan.. Het ongewone bedoeld in dien zin. niet als liet nog nimmcr-te-voren-geziene, doch hel Wonder van het alledaagsche, ge zien als nog nimmer te voreb De beteekenis der dingen komt niet van de dingen lot ons, maar gaat uit van ons innerlijke zelf naar de dingen Onze aandoeningen zijn niet anders als spiegelreflexen, die wij in de dingen gelegd hebben, opdat zij weder als zoodanig lot ons zouden terugkceren „Dat hun gestadig doel u met het leven verzoen' Ons doel zij het, ora de be lemmeringen van ons af te werpen, welbe wust, opdat wij niet ongemerkt zullen ver- leeren om.van tijd tot tijd ook nog eens -nnders te zijn als de plichts-getrouwe. hard werkende of strenge of conventioneele le vens-kunstenaars, die de wereld in ons ziet. De Nieuwjaarsklokken luidenWerp dat weg.Werp dat weg! Hun klanken op den wind gedreven bren gen ons een boodschap De blijde boodschap van het wonderlijke alledaagsche Het wonder van het dieper inzicht, de oneindige heerlijkheid van de beteekenis der dingen. Het Wonder, dat overal is.omdat het in ons is. Moge dit de boodschap zijn, die 't nieuwe jaar voor u medebrengt Moge het u beschoren worden om in deemoedige ontroering het Wonder te vin den in Uzelf, opdat het wederstrale op u uit al het u omringende Dan zal de eindigheid van uw enge ziel oplossen in de juichende onmetelijkheid van het Eeuwige De Nieuwjaarsklokken luiden. Hebt gij de Boodschap verstaan. Streef naar de sterren en richt u omhoog aan den groei uwer gaven Eertijds, loen het oude huis nog vol jonge menschen was, toen gelach en gepraat kamers, trappen en gangen vulden, heeft er niemand op het tikken van de klok ge let, die in de hall, stil voor zich heen, de nren telde. Er waren uren en dagen in overvloed; men was gelukkig en dacht aan geen tijd, al bracht het leven voor de be woners van het oude huis naast lief ook leed, en waren er uren van stilte en smart, waarin de stem van de klok gehoord, doch niet verslaan werd Er is geen overvloed zoo groot, of hij zal eens zijn einde kennen. ,,Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen", zegt immers ook het bekende lied 1 Allengs werd het stiller in het oude huis, het tikken van de oude klok is duidelijker geworden, nu er geen vlugge voetstappen meer klinken, nu er geen kinderstem meer lacht en de deuren nog slechts behoedzaam geopend en gesloten worden. Zóó dikwijls is een nieuw jaar oud gewor den en heengegaan, dat men hun aantal niet meer weten zou, als de menschen niet nauwgezet de jaren telden, één voor één; dc jaren, die vreugde of droefheid brach ten de jaren, die vlogen of kropende ja ren, die in het leven van de menschen wel dubbel mochten tellen, en de jaren, die grauw en kleurloos waren. In het oude, groote huis wonen nu nog maar twee menschen. De oude, gebogen, grijze heer, die eenzaam werd, doordat, dood en leven beide hem zooveel ontna men, en de oude, grijze Martha, die heel haar leven lang gediend en slechts geluk en smart van anderen gekend heeft. Er komen zelden gasten op het oude huis. Driemaal is de dood er geweest. Twee flinke jongens heeft hij tot zich geroepen en de derde maal was het moeder, die af scheid moest nemen. Ook het leven heeft den ouden man offers gevraagd. Annie ia getrouwd cn haar man gevolgd naar Zuid- Airika; Piet is naar Inclië gegaan in een Staatsambt en Hendrik heeft een drukke dokterspraktijk te Rotterdam. Vader is alléén achtergebleven. Korte en lange brieven vartellen hem nu en dan hoe het leven, dat afscheid nam van zijn oudo huis, in verre landen verder gaat, en vader hoort van kleinkinderen, die hij misschien niet meer zien zal. Het was vroeg donker op dezen Oude jaarsavond. Mist dekte de wereld toe: het doodkleed van het oude jaar, dat sterven ging. Martha had de luiken gesloten en dc lamp aangestoken. Zacht suisde het gaslicht. Van tijd tot tijd verzakte met luttel gedruisch de an- thraciet in den vulhaard. Heel stil was het dezen avond; het scheen of alle geluid zich had teruggetrokken. Qedempt hooide men den zwaren tik van de oude gangklok. Vader zou alléén zijn dezen laatsten avond van het jaar. Hendrik wist wel, dat het niet goed was voor den ouden man, doch een ernstig geval dwong hem te Rot terdam te blijven. ,,Maar den eersten den besten Zondag, dat het eenigszins kan, kom ik vast, daar kunt u op rekenen", had hij onmiddellijk op de teleurstellende tij ding laten volgen. Langzaam kwamen en gingen de uren. Op Oudejaarsavond gaan onze gedachten zoo willig terug naar het verleden; maar voor wien het leven nog veel te brengen heeft is het denken aan heden en toekomst het tegenwicht voor den weemoed der her innering. Voor Vader bracht het peinzen niet die samenvloeiing van smart en vreugd, die de wondere bekoring der jaarwisseling kan wezen. De schat der herinnering is zoo groot, doch ook het heden stelt zijn eischen De verbeelding van den ouden man mocht het leege huis al bevolken met de stem men van zijn nu reeds getrouwde of ge storven kinderen, geen kleinkinderen zorg den voor de levende echo dier lang ver klonken geluiden. Bij tusschenpoozen scheen het getik van RECLAME. 7269 Je gangklok sterker te worden. Hoe vaak probeeren kindc.ón niet enkele woorden in het tik-tak te hooren, of de maat van een ijsje, of een naam. Maar ook menschen luisteren er wel naar als het stil is en zij slechts den tyd tot metgezel hebben op den weg hunner overpeinzingen. De oude klok had haar eigen zwaren tik., „Vroeger hoorde je dien zoo niet, dacht dc oude man; maar nu ik eenzaam ben, schijnt de tijd te kloppen aan mijn deur. Wat hij mij te zeggen heeft 1 Dat ik heen moet gaan Ik leef alleen nog maar, om* dat ik van het verleden niet scheiden kan. Het leven heeft mij rijk en daarna arm ge maakt. Ik denk er altijd weer aau, hoe het zijn zou als allen weer hier waren, Annie er jonge Annie en de jongens." Het scheen den ouden man niet meer zoo onmogelijk toe. Dooden en levenden verwarde zij* geest. „Voor immer nimmer" tikte de klok, en Vader prevelde het zachtjes mee zoo zonder woorden in zichzelf. „Voor im mer nimmer", dat was ook een klank uit het verleden, oen herinnering, wat vaag geworden, maar die zich nu tot een enkel beeld verhelderde. Willem, hun eer&tc, ging te Leiden studeeren en Annie had hein haar lievelingsboek, gedichten van Longfel low, meegegeven. Voor haar was er een herinnering verbonden aan dat boek en V illem, met wien zij er vaak in gelezen had, zou het doen denken aan zijn Moeder. Willem was gestorven, na het eerste jaar van zijn student-zijn. En het oude bock was teruggekomen. Met tranen in de oogen had Annic het zijn oude plaatsje weer gegeven, op haar schrijfbureau, lusschen het gezang boekje en het- oudanvetsohe verjaardag»! bum. „Voor immer nimmer, nimmer voor immer", likte de oude klok en de oude man dacht aan een dier vergeten gedichtje; die Annie Willem voorlas, terwijl hijzelf na het eten soesde achter zijn krant, half luis terend naar de stem van zijn vrouw. „Wat kunnen die woorden betccke..m, wat hebben zc mij te zeggen, nu ze tot mc komen op dezen Oudejaarsavond? Wat kan die oude klok, die onze mooiste uren telde, toen wij nog aan geen einde dachten, an ders bedoelen dan dat het geluk en allen die hier waren, voor immer weg zijn, cd dat zij nimmer, nimmer wederkeeren Maar de klok tikte door en de woorden lie ten den oud-en man niet met rüst. Hij moes' er steeds naar blijven luisteren hoe de oude klok ,,voor immer nimmer" tikte en hoe wonderlijk dat klonk, plechtig, ern stig, droef een waarschuwing maar een troost tevens .Een troost in die woorden f Dc oude man was hun beteekenis vergeten Enkel droefheid, neen, dat brachten zi; niet! Op het bureautje stond nog altijd hel Qt verzorging der Gebrekklgen in Nederland. In Nederland zijn tot nu toe niet, zooals in Duitschland, watten uitgevaardigd, die le behandeling en de na-zorg van gebrek klgen op Staatskosten voorschrijven; even min zijn hier Armenwetten, zooal9 in Zwe den, die de zorg voor gebrekkigen bijna ge heel op de gemeenschap laden. Noch wor den hier als in Amerika jaarlijks groote be dragen bijeengebracht voor de stichting van rachtige inrichtingen, waarin de misvorm- e Kinderen behandeling, opvoeding, onder wijs en vak-opleiding ontvangen, om hen tol onafhankelijke burgers te doen op groeien. En de milddadigheid en het enthu- siasme, die in de laatste jaren Engeland in staat stelden een aantal Orthopaedische Ziekenhuizen, Orthopaedische Poliklinieken en Orthopaedische School-IIospitalente openen, en het land dus nader te brengen tot de oplossing van het vraagstuk van de voorkoming en genezing'van misvormingen, zijn hier te lande nog niet in groote mate aanwezig. Maar toch is een begin gemaakt en hulde dient gebracht aan die voortrek kers, die genoeg naastenliefde en doorzicht hadden om de eerste stappen te durven zetten in de goede richting. In 1899 stichtte dr. W. Renssen, een zeer geacht chirurg van groote bekwaam heid, te Arnhem, de „Vereeniging lot ver zorging van gebrekkige en mismaakte kin deren in Nederland", en vormde met ds. D. Disselhoff en Moeder-Overste Johanna van Ness, die aan het hoofd van de Diaco nessen-inrichting te Arnhem stonden, het eerste Bestuur. In de jaarvergadering van de Nederlandsche Maatschappij voor Ge neeskunde bepleitte dr. Renssen de nood zakelijkheid om te zorgen voor het mis vormde kind en verzamelde in die verga dering liet eerste geld door met zijn hoed rond te gaan bij de leden, na zelf het voor beeld te hebben gegeven. De Vereeniging heeft tot doel de oprichting en ondersteu ning van inrichtingen van misvormde kin deren en verdeelt op 't oogenblik haar in komsten (uit rente van kapitaal, schenkin gen en legaten) tusschen de twee volgende Stichtingen: lo. de Johanna-Stiehting te Arnhem en Bo. de Adriaan-Stichting te Rotterdam. De Johanna-Stiehting, „tehuis voor ge brekkige kinderen", werd op 8 December 1900, juist 25 jaar geleden, geopend met vier bedden, die voorloopig in een zaaltje van de Diaconessen-inrichting werden on dergebracht. Op 27 Juni 1903 echter kon een eigen tehuis geopend worden, dat lang zamerhand vergroot werd en nu plaats biedt .Voor 17 meisjes en. 20 jongens, in het geheel dus 37 bedden. Deze Inrichting is bijna uitsluitend een Opvoedingsgesticht voor meestal zwaar misvormden, die er lange jaren vertoeven, en gewoon onderwijs en vakopleiding ontvangen. Voor chirurgische of andere behandeling worden de kinderen in het Diaconessenhuis opgenomen Het verpleeggeld per jaar bedraagt 700 gulden. De Adriaan-Stichting te Rotterdam werd in 1912 in het leven geroepen door de mild heid van mejuffrouw M. T. de Monchy. te Rotterdam, die een stuk grond in de on middellijke nabijheid van Rotterdam schonk en den bouw van een Orthopaedisch Zie kenhuis geheel bekostigde. Het werd in 1911 geopend met 10 bedden en is nu, dank zij de tact en de bekwaamheid van den Di recteur, dr. J. van Assen, Orthopaedisch Chirurg te Rotterdam, tot -10 bedden uit gebreid kunnen worden. Behalve een opera tiezaal is er gelegenheid voor phys. thera pie, en wordt er gewoon lager onderwijs en vak-onderwijs gegeven, o.a. ook voor tuinwerk. Een Röntgen-inrichting en hoogte- zon ontbreken nog; maar zullen binnen kort aangeschaft worden. De Slichting heert een klein kapitaal, dat ongeveer -180 gulden jaarlijksche rente geeft. Ongeveer 3/1 der verpleegkosten moeten door de patiënten be taald worden, waarvan gewoonlijk de helft door de Gemeentelijke Armenzorg vergoed wordt. De derde en laatste particuliere stichting 11 voor gebrekkige kinderen in Nederland i9 de Cornelia-Stichting te Beesterzwaag, die de zen naam draagt ter herinnering aan een jonge Baronesse van Lynden, het ecrige kind van den loenmaligen eigenaar van het landgoed, waarin* de Stichting nu geves tigd is Het jonge meisje verzocht op haar sterf bed haar ouders hun landgoed en vermogen dienstbaar te maken aan de verzorging van gebrekkige en zwakke kinderen van Opster- land en zoo mogelijk van geheel Friesland. Aan dezen wensch werd voldaan en na den dood der ouders bleek hun fraai woon huis met 18 boerderijen en ongeveer 1000 hectaren land voor het door de dochter ver langde doel te zijn bestemd. Op 18 Mei 1915, den sterfdag van het meisje, is de inrichting gc-opend, na met electrisch licht, alle mo derne sanitaire inrichtingen en een kleine,* keurige "operatiezaal te zijn toegerust. Op 20 October 1920 werd een polikliniek ge opend. waarin thans 217 kinderen zijn be handeld. Voor orthopaedische gevallen zijn 17 bedden beschikbaar en dr. De Graaff. een chirurg uit het naburige Heerenveen. behandelt deze gevallen, terwijl een ortho- paedisch-chirurg nu en dan de Inrichting bezoekt als consulteprend chirurg. Mejuf frouw M. M. Lefèvre de Montigny is van af de opening als Directrice de ziel van de inrichting. In 1921 opende de gemeente Amsterdam een Orthopaedische Afdeeling met 16 bed- den in het Wilhelmina-Gasthuis, als zeer noodige aanvulling van de orthopaedische polikliniek voor de Amslerdamsche armen, die vele jaren door dr C. B. Tilanus werd gehouden, en sedert 1920 door zijn opvol ger Dr. W. F. Wassïnk. De bedden staan in een houten barak; maar de Amsterdam- sche Gemeenteraad nam kort geleden het besluit een groote Orthopaedische kliniek minstens 24 bedden aan het Wilhelmina- gasthuis loe te voegen. Deze afdeeling zal in drie jaren gereed korncn. Deze orthopae» dische kliniek is de eenige hier te lande, die een werkplaats bezit voor het maken van spalken en andere apparaten. Voor verpleging wordt een gering bedrag bere kend, dat voor elk geval afzonderlijk be paald wordt door het Armbestuur. In November 1901 werd in het Acade misch Ziekenhuis te Leiden een Orthopae dische polikliniek geopend en de laatste tien jaren werdén drie bedden ter beschik king gesteld van den Orthopaedischen Chi rurg, leider der polikliniek, met het gebruik van de operatiekamer in de heelkundige af deeling op een morgen in de week zoo lang de colleges geopend zijn, d. i. gedurende bijna 6 maanden van het jaar. In de Po likliniek werden bijna 8000 patiënten in geschreven en eenige honderden operaties uitgevoerd. Sedert de laatste paar jaren zijn de bedden niet meer kosteloos; maar moet 2.50 tot 3 gulden per dag betaald worden. Do Leidsche Universiteit is de eenige hier te lande met een afzonderlijke Orthopaedi sche polikliniek en bedden voor orthopae dische zieken. Dr. Timmer geeft aan de Am slerdamsche Universiteit wel sedert 25 jaar collége in Orthopaedische Chirurgie, maar de patiënten voor demonstraties bij het onderwijs, moet hij aan de algemeene chi rurgische kliniek ontleenen. Zoodoende h het onderwijs in de Orthopaedic bijna uit sluitend aan professoren in do algemeen* Chirurgie toevertrouwd en is er aan onze Universiteiten geen gelegenheid tot specia liseering in de Orthopaedische Chirurgie. Wat dit beteeke-nt voor de orthopaedische opleiding onzer artsen kan men nagaan in dien men de woonïen leest die Sir Robert Jones 1.1. October in zijn rede te Manches ter zeide: „hef wordt thans algemeen er kend dat een enkel "hoofd niet grool genoeg is. om alle onderdeden van de Algemeene Chirurgie te beheerschen". Behalve deze Universiteils-poliklinicten worden nog druk bezocht poliklinieken ge houden door Dr. van Assen le Rotterdam en door Dr. IJavinga te Den Haag. Een kleinig heid wordt door de patiënten betaald, waar voor zij apparaten en zelfs kunstledematen vrij van kosten ontvangen, ten minste voor de eerste maal In 1878 slichtte Ridder De Stuers het „de Stiiers-Fonds" dat ongeveer 18.000 gulden bezit en dat gratis apparaten en kunst ledematen verschaft. Dr. Havinga is Presi dent, Jhr. A de Stuers, Secretaris; het Fonds heeft ongeveer 1000 gulden inko men; in 1922 werden 90 patiënten geholpen, in 1923: 75: in 1921: 71- patiënten. Ten slotte is er in 1919 te Leiden een Ver eeniging voor Misvormden opgericht, die ten doel heeft: het voorkomen, de behandeling en de studie van misvormingen door het op richten van een of meer speciaal Orthopae dische Ziekenhuizen, volledig toegerust met alle hulpmiddelen om den gebrekkigen ge nezing te verzekeren. De Vereeniging heeft tot nu toe 45.000 gulden ontvangen en bo vendien zijn voor den bouw van een zieken huis nog 120.000 gulden toegezegd. Alles tezamen zijn er dus 113 bedden en 5 Orthopaedische poliklinieken, d. i 1 bed op 61.900 inwoners bij een bevolking van 7 müllioen. In Engeland wordt 1 bed op 2500 noodig geacht, in Duitschland waren in 1916 7000 bedden onvoldoende op een bevolking van bijna 51 mailioen (Beieren en Baric-n waren met meegeteld) d. i. 1 op 7285 inwo ners; het werkelijk cijfer der in Duitsch land noodige bedden bedroeg in 1916 60.000, d. i. 1 op 850 inwoners. Volgens be rekeningen en statistieken in Duitschland en Engeland bedraagt hel aantal gebrek kige kinderen onder 15 jaar 1.48 per dui zend inwoners, dat zoar dus voor ons land zijn 10 360. De kaarten van gebrekkigen door het Buream van Statistiek te onzer be schikking gesteld, gaven hier bij de laalsle Volkstelling aan 44.822 gebrekkigen. waar onder 6359 kinderen or.der 15 jaar. Profes sor Biesalski. die voor "Duitschland de tel- kaarlen voor misvormde kinderen contro leerde, zegt en dat is ook hier de onder vinding dal deze cijfers veel te laag zijn. omdat het meerendeel der gebrekkige kinderen uit welgestelde gezinnen en zelfs velen uit armere omgeving niet zijn opgege ven. Van lieden in Rotterdam en in. Leiden, van wie bekend was, dat "zij een misvor ming hadden, bleek bij onderzoek nog niet 1/6 zich te hebben opgegeven. Daf hulp noodig is. en dringend noodig, zal wel door ieder dLe deze cijfers ziet, (oe- gegoven worden: Rijk en Gemeenten hebben tol nu toe noch indirect door wetten of voor schriften, noch direct door subsidies of door 't openen van Orthopaedische klinieken en poliklinieken geholpen om het euvel te be strijden evenmin heeft de Rijksverzeke ringsbank het in het belang harer talrijke oifgevallen patiënten noodig geacht krachti- gen steun te verleenen en de in het buiten land met name in Engeland zoo zeer ge waardeerde hulp van Roode-kruis Vereeni- gingen ontbreekt hier nog geheel. Wij zijn dus aangewezen op de hulp van particulie ren: maar zoo is het in de meeste andere tanden eveneens gegaan: bizondere perso nen en VereenLgin gen ontgonnen het b Mak- liggende veld, de Regeeringen volgden als de proefnemingen slaagden. Alle vooivech- teTS in andere landen hadden deze zelfde ondervinding. Dit geeft hoop dat ook wif ons doei zullen bereiken. In de oorlogvoerende Staten waren hel de gunstigste resultaten met oorlogsin val ic-den opgedaan die den stoot gaven lot de ver hoogde belangstelling in de misvormd-:- kin deren. In Zweden gaf een hevige epidemie van kinderverlamming aanleiding dat de Regeering met kracht het vraagstuk der hulp van gebrekkigen ter hand nam en Orthopaedische Ziekenhuizen oprichtte met leerstoelen aan verschillende Universitei ten om het onderwijs in de Orthopaedische chirurgie mogelijk (e maken. In ons land hebbon wij gelukkig noch oorlogsin val ieden gehad noch hevige epi demieën van kinderverlamming om de aan dacht te vestigen op het groot aantal ge brekkige kinderen dat hier zonder voldoen de speciaal geschoolde hulp opgroeit. Maar zijn dergelijke rampen wel noodig om ons vo4k le overtuigen van het noodza-kelijke eener afdoende hulp aan onze misvormde kinderen? Hebben niet velen in eigen om geving ongelukkige volwassen gebrekkigen? Heeft niet ieder gehoord van de volwassen gebrekkigen die. in Gestichten opgeborgen, of langs de straten bedelende, hun ellendig leven voortsleepen En zou niet ieder wil len helpen, onze gebrekkige kleintjes voor zul-k een lol te behoeden? En dat is moge lijk, want 75 r>Ct. van hen zijn le genezen en voor-de overigen kan liet leven drage lijker gemaakt worden door doelmatige hulpmiddelen en vooral door opleiding in .een vak dal hunne krachten niet te boven gaat. Zouden al die duizenden mannen cn vrouwen in ons land die met zoo veet liefde en dikwijls met zelfopoffering de zwakke en zieke kinderen uit omringende landen ver zorgden en. met goede gaven overladen, naar huis terugzonden, niet evenzeer bereid gevonden worden om iets af te staar voor hulp aan de Hollandschc gebrekkige kin deren? Mogen al degenen, die in dc7x> dagen met dankborp harfen den zesr-n ondervin den, gezonde, vroolijke kinderen om zich heen te zien; aÜ degenen die met milde hand dien kinderen een heerlijk Kerstfeest be reidden, ook onze gebrekkige kindoren ge denken pn onze Vereeniging in sin.ai stellen in het Nieuwe Jaar hel eerste onz°r Ortho paedische Ziekenhuizen te houwen voor de armslen onder de Misvormden. A. E. GKOLL. Secr.-penningmeesleresse v. d, Vereeniging voor Misvormden. Leiden, 28 Dec. 1925.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 17