DE JOCKEY
No. 20185.
LEIOSCH DAGBLAD. Donderdag 31 December
Vierde Blad.
Anno 1925.
Van Racht en Onrecht.
UIT OHI^A.
RADIO-PROGRAMMA
FEUILLETON.
(Nadruk verboden),
t, VI
01 het komt doordat de dagbladen meer
aandacht plegen te wijden a-in de strafza
ken, dan aan de gedingen, dio de burgers
sndarling voeren, de civieie zaken, /.ooals
die noemt, of dat er naast deze wellicht
nog &«j andere oorzaak beslaat een feit is
kW. «iet iu net algemeen de leek beter op de
hoogte is van den gang van hot strafproces
en van wi: daarmede samenhangt, dat van
de burgerlijke procedure. Zoo zal het dan
waaischijnlijK ook menigeen verwonderen*te
lezen, dat, wanneer in een civielen zaak de
rechter zijn vonnis heeft uitgesproken, het
nog volstrekt niet vaststaat dit bevel nu
ook werkelijk zal worden opgevolgd, cn dit
afgescheiden van de mogelijkheid dat op ee-
nigertai wijze nog legen het vonni3 wordt
opgekomen, als door verzet, hooger baroip
of cassatie. Nemen we een vonnis, waarbij
Óat onmogelijk is, b.v door verloop van de
termijnen binnen welke die rechtsmiddelen
moeten worden aangewend, een vonnh dus,
dat in kracht van gewijsde is gegaan, dan is
het in de eersie plaats mogelijk, hoewel niet
zeer waarschijnlijk, dal de winnende partij
er geen gebruik van maakt. Het vonnis is
slechts een wapen in zijn hand: mocht hij
om een of andere" reden, b.v. omdat nog een
minnelijke schikking tot stand komt, verkie
zen het ongebruikt te laten, hij is daar vol
komen vrij in. In de tweede plaats kan er
aan de zijde van de veroordeelde partij een
beletsel ontstaan voor de letterlijke uitvoe
ring van het rechterlijk bevei, al zou de win
naar die ook nog zoo gaarne zien. Slechts in
enkle gevallen toch, biedt ons recht daartoe
rechtstreeks de gelegenheid: als voorbeeld
daarvan is te noemen de ontruiming van een
woning, waarin iemand zonder recht, b.v. na
l^eëindiging van zijn huurcontract, toeft. Ge
hoorzaamt deze niet goedschiks aan het
ronnis tot ontruiming, dan zal hij daartoe
door den sterken arm, waarmede de politic
lis bedoeld, gedwongen worden. Zoo zouden
ur eenige gevallen moer le noemen zijn,
maar in verreweg de meeste, waarbij de me
dewerking van den veroordeelde zelf onont-
besrlijk is, gaat dat niet. Men denke slechts
aan een portretschilder, die veroordeeld is,
overeenkomstig zijn vroeger gegeven belofte,
iemands portret le maken. Als hij dat nu
niet wil, is er geen middel om hem recht
streeks te dwingen; wel indirect. De rech
ter n.l. die mogelijkheid voorziende, bepaalt
op verzoek van de eischende partij reeds bij
het vonnis een som gcids, die als .schade
vergoeding aan dezen betaald moet worden,
wanneer aan het hnofdbevel geen gevolg
wordt gegeven. En betaling van geld kan
altijd van den veroordeelde verkregen wor
den, tenminste als hij rijk is. Van zijn goe
deren wordt dan zooveel in beslag genomen
en verkocht als noodig is; uit'ide opbrengst,
nadat daarvan de kosten zijn -afgetrokken,
ontvangt de schuldeischer het hem toeko
mende; het restant is natuurlijk voor den ge
ëxecuteerde.
Het is duTdelijk, dat deze zekerheid van
executie voor de veroordeelde partij een
sterkt pressie oplevert om haar niet' af te
wachten en hetzij uit eigen beweging de be
paalde som als schadevergoeding le betalen,
■hetzij, wat de andere partij nog liever heeft,
het hoofdbeve! na te komen en datgene te
geven of le doen, waarom het proces begon
nen is. Hel zal meestal wel zijn een kwes
tie -van afwegen van de hoegrootheid der
geldsom tegenover de waarde waarop de
veroordeelde de nakoming stelt Tot het op
leggen van een flink hoog bedrag als dwang
middel, een soort boete dus op de niel-nako-
ming, laat onze wet geen vrijheid. Altijd
moet er zijn vergoeding van de schade, die
de wederpartij lijdt door het niet nakomen
van het vonnis: er moet dus vaststaan, dat
er werkelijk schade zal zijn en het geldelijk
bedrag daarvan is dé grens voor den rech
ter bij de vaststelling. Dit zal niet steeds
oen vaste som behoeven te zijn, liet is denk
baar, dat de schade toeneemt met het tijds
verloop cn de vergoeding dus wordt vastge
steld op zeker bedrag per dag of per weck.
Ais voorbeelden diene dat de aannemer van
een nieuw te bouwen winkel te laat is met
de oplevering, waardoor de winkelier een
duur gehuurde noodwinkel langer moet aan
houden; de schade is evenredig aan den lijd,
die nog verloopt eer het nieuwe gebouw kan
worden betrokken. Een vaststaande schade
daarentegen i6 er, wanneer b.v. gekochte wa
ren niet zijn geleverd en de kooper elders
duurder heeft moeten koopen om toch ge
holpen te zijn
Een ander zijdelingsch dwangmiddel is de
gijzeling of lijfsdwang: de onwillige veroor
deelde kan in sommige gevallen door den
schuldeischer in een huis van bewaring wor
den opgesloten tot het verschuldigde met al
le kosten, ook die van het gedwongen logies,
voldaan is, ten hoogste echter vijf jarenI
Dit middel is een uitzondering op ons ge
wone executierecht, dal slechts verhaal op
iemands goederen kent; hier echter wordt
de persoon er in betrokken, al gaat het niet
zoover om toe te laten verkoop van dien
persoon zelf, zooals in vroegere tijden moge
lijk was. Dat de wetgever zelf overtuigd is
van het weinig humane van zijn middel,
blijkt wel uit de talrijke formaliteiten,
waarmede hij het heeft omringd om te ver
hoeden. dat het zonder voldoenden grond
wordt toegepast. Ook is het opmerkelijk, dat
het tegen vrouw» en personen boven 70
jaar in minder gevallen is toegelaten.
Het pleegt slechts zeer zelden te worden
toegepast en wel dan wanneer de schuld
eischer .hoopt, dat familieleden van den
schuldenaar er door zullen worden bewogen
om bij te springen, alsmede wanneer de
schuldeischer overtuigd is, dat de schulde
naar wel het vermogen bezit om te betalen
maar verhaal daarop niet doenlijk js, door
dat het buiten bereik van den schuldeischer
is, b.v. doordat het bij een onbekende bank
instelling is gedeponeerd.
De wet geeft helaas gen waarborg, dat het
middel slechts in deze twee gevallen wordt
gebezigd en zoo kon dezer dagen de presi
dent van een onzer rechtbanken, aan wien
bevel tot slaking van een toegepaste gijze
ling werd verzocht, in een geval, dat ken
nelijk niet tol de beide genoemde behoorde,
dat bevel weigeren en daarmede formeel ge
heel juist handelen. Dat eohter hel hoogste
recht het grootste onrecht kan zijn, spraken
reeds dezelfde Romeinen uit, van wie het
hardvochtige middel herkomstig is.
(Nadruk verboden).
Shanghai, ,°.0 November.
Nog telkens komt uit het buitenland do
vraag tot ons, hoe het nu toch eigenlijk
zit met die 30 Mei-historie, dat schieten
van de politie vap ons Settlement op de
C'hlneesche studenten, dat de aanleiding
werd tot de anti-vreemdelingen-beweging 1
Of de Engelschen daar nu werkelijk een
minder sympathieke rol in hebben gespeeld
.Ja, dat zijn van die kwesties, die niet
gemakkelijk te beantwoorden zijn, cn ze
ker niet in een pav Voorden. En wanneer
wij dan zulke krasse uitlatingen in de
Europeesche pers lazen, van raenschen die
het zoo heel goed wisten, dio zonder voor
een enkel probleem te staan de zaak dood
eenvoudig achten, en precies konden ver
tellen, hoe de vork in den steel zat: China
was de .vermoorde onnoozelheid, dat'zich
dan nu eindelijk geen .onrecht meer liet
welgevallen van die Westerlingen, die niet
anders gedaan hadden, dan het onderdruk
ken en uitpersen, zonder iets daarvoor in
ruil te geven; wanneer wij dergelijk ge
schrijf lazen, konden we niet anders dan
ons hoofd schudden oyer zooveel pedante
naieveteit. De Chineezen zijn een voor ons
onbegrijpelijk volk, vol felle emoties, zon
der overgang afgewisseld met flegmatieke
rust. Al zou iemand zijn geheele leven hier
wonen, dan nog zou hij de Chineezen
slechts ten deele begrijpen. En dan doet^
het inderdaad zonderling aan, als raen
schen die nooit in China waren, zich ge
heel op de hoogte wanen en hun conclusies
tiekken onder de eindstreep van hun kwa-
si-logischc redeneering, alsof het een alge
brasom was. m
De kwestie is inderdaad niet eenvoudig,
wat ze wel zou zijn, als het blanke en het
gele ras alleen maar in gelaatskleur van
elkaar verschillen.
Overal in China, rna.ir vooral hier in
Shanghai, met zijn uitgebreide vreemde-
lingen-settlements naast de oorspronkelijke
Chineescne stad, komt het duidelijk uit,
hoe ondanks eeuwenouden handel, de twee
civilisaties, China en het Westen, geheel
naast elkander zijn blijven staan, zonder
iets van elkaar over te nemen, of elkaar
cok maar eenigszinste begrijpen. Hoe oudei
en dieper de beschaving, hoe minder aan
passingsvermogen. En zoo kan men ver
schillende nuances waarnemen bij het blan
ke ras, al naarmate het vertrouwen op
eigen cultuur grooter is. Neem bijv. de
Franschen; geen volk zoo gehecht aan huD
vaderland, zoo overtuigd van hun eigeu
cultuur, als zij. En dus komen zij hier in
China met hun eigen, niet voor verande
ring vatbare ideeën cn maken eiken Chi
nees. die hun niet aanstaat, uit voor co-
chon zonder verder eenige gedachte aan
hem te wijden.
De Chinees weet dan wat hij aafi hem
heeft en gaat hem verder dit den weg.
De Engelsche daarentegen schermen met
een groote hoeveelheid „understanding", en
nemea elke gelegenheid te baat. om uiting
te geven aan hun gevoelens van sympathie
vooi het Chineesche volk. en de hoop uit
te spreken, dat de eenheid van China nu
spoedig moge verwezenlijkt worden, en lei
den mag tot meerderen bloei van het Ile-
melsche Rijk. Intusschen bezitten zij Hong
kong en andere kolonies in China, en
wanneer de wrok der Chinee z:n daarover af
en toe eens in woorden uitbarst, zrjn zq
daar hoogst verbaasd ovc-r en blijken niet
te begrijpen, hoe de Chineezen daar na zulk
een drukte over kunnen maken. Was Hong
kong vroeger niet een verlaten kus tri land,
waar alleen de malariamug huisde, en is
het tegenwoordig niet een van de eerste
havens van hot Oosten, vol handel on wel
vaart? Aan de tegenwoordige rivaliteit, s nds
den boycot, tusschen Hongkong en Canton,
kan men zien hoe Hongkongs handel dien
van Canton overvleugeld heeft. Em parallel
van dozen toestand zou zrjn, als oen of
andere vreemde mogendheid op oen van de
eilanden aan den Nieuwen Waterweg een
handelscentrum stichtte, ter concurrentie van
het verder van de kust aEgelegen Rotterdam,
en dan vol trots er op wees, hoe zij toch
maar in korten tijd zooveel succes hadden
gehad met een onbewoonde zandplaat.
De voornaamste reden echter, waarom het
conflict met de politie op 30 Mei zulke
verstrekkende gevolgen had. is het verschil
in mentaliteit tussclien Chinees en Brit. Do
Engelschen hebben in hun eigen oog de
uiterste clementie toegepast, de menigte laten
begaan, toen zij op het punt stonden het
politiebureau binnen te dringen, en to$n
eindelijk het commando tot schieten gegeven.
De Chineezen kunnen een dergelijke tactiek
niet begrijpen. Zij zijn er heilig van over
tuigd, dat de Engelschen in Europa niet
zoo zouden zijn opgetreden; dat zij alleen
lot schieten overgingen, omdat z'j wisten,
Chineezen voor zich te hebben. Voor een
Chinees moet een dergelijke handelwijze,
van eerst kalm afwachten totdat het de spui
gaten uitloopt, en dan zakelijk doorlasten,
wel verraderlijk schijnen, omdat zijzelf bij
zulke gevallen zoo heel anders rcageeren.
Meer dan eens heb ik hier volksoploopen
gezien, die er volgens onze begrippen hoogst
gevaarlijk uitzagen, met hun fel geschreeuw
en woest geschermutselmaar dan juist als
het op zijn hoogst liep keerde dan verwon
derlijk plotseling de rust weer, zonder eenige
overgang: stilte na den storm.
De emotioneele aarde der Chineezen
maakt, dat bij hen herrie om een gestolen
cent in uiterlijke verschijnselen gelijkstaat
met een algeheele revolutie bij ons. Zij heb
ben van nature in hel minst geen eerbied
voor de Wet, waar wij allemaal braaf ont
zag voor hebban anarchiq is hun ingebo
ren. En hel is interessant, om in verband
met het conflict op 30 Mei eens na le gaa.n
hoe de Chineesche regeering zelf de vrije
hand laat aan oproerige studenten, men kan
zoo eenigszins heter inkomen in de toen al
gemeen onder de Chineezen heerschende
verontwaardiging: zij zijn niet gewend,
hard aangepakt te worden.
Juist een paar weken voor die beruchte
30 Mei hadden de studenten in Peking be
sloten, om een demonstratie-optocht door de
stad le houden. Toen dit van hooger hand
werd verboden, zijn de heeren er toe over
gegaan, om het huis van den Minister van
Onderwijs te plunderen en zijn afzetting le^
crischen, waarop bovendien de optocht nog
doorging. Nu, tijdens de Tariefconferenlie,
voelden de s'.udenlen zich weer eens geroe
pen le protesleeren, daar zij een dergelijke
conferentie, die hun autonomie niet" be
schouwt als een paal boven water, in be
ginsel al een schande voor China achten.
Het resultaat is: enndelooze schermutselin
gen in Peking, bestorming van politiepos
ten, vernieling van auto's van de gedele
geerden ter conferentie, waarbij speciaal
veel politie-agenten hel ontgelden moeten:
op een dag zagen zij kans. 40 leden van de
apenbare macht te verwonden 1
Er ligt 'n oude stad aan de Yanglsze-
rivier, tegenover Hankow .Toen Nanking en
Peking nog nauwelijks beslonden, was Wu
chang al een vermaa.rde keizerlijke stede.
Nu ligt het daar vergelen aan den oever deT
rivier, starend naar den rook der fabrieken
van het pas sinds knrlen tijd bloeiende,
moderne Hankow. Uit dat oude Wuchang
nu kwam een week of wat geleden het
heugelijke bericht, dat men er daar iels op
gevonden had, om den ongezeggelijkon
ceest der studenten er onder te krijgen.
Daar waren zij n.l. op het prachlische idee
gekomen, om den Commandant van het
stadsgarnizoen Iegelijk Directeur van eender
Colleges te maken, in de hoop, dat hij de
jeugd zou aankunnen. In het eerst werkte
liet systeem prachtig, toen zijn discipelen
wanordelijk werden, liet hij een 70 van zijn
soldaten post vatten rondom de school, cn
riep daar den slaat van beleg uit; de rad
draaiers liet hij eruit' zetten.
Het onmiddellijk gevolg echter van dit optre
den is. dat men blijkt van kwaad tot erger
vervallen te zijn. Want de kwajongens lieten
het daar niet bij zitten. Leerlingen van ande
re scholen hielden demonstraties uil sympa
thie voor hun collga's, waarbij zij oproerige
pamfletten verspreidden, en de orde ver
stoorden. Een van hen werd daarop gearres
teerd.
To?n vergaderden de studenten onmiddel
lijk, kozen vertegenwoordigers om naar den
Wethouder van Onderwijs le sturen, met de
volgende eischen: in vrijheid stellen van den
gearresteerden student, excuses vail de poli
tie. benevens de belofte, dat deze in het ver
volg geen studenten meer in de wielen zou
rijden. Na cenig delibereeren gaf de over
heid toe; de student werd op vrije voeten
gesteld en de chef van politie kwam persoon
lijk zijn excuses aanbieden. Sinds dezen
triomf is hel' bureau van den Wethouder van
Onderwijs dag en nacht belegerd door stu
denten. die afzetting eischen van don mili
tairen directeur. De Wethouder beloofde, om
uitstel te krijgen, de zaak aan den bestuur
der der provincie voor le leggen. Van dit uit
stel kwam echter geen afstel; de studenten
hielden hun protest met tergende energie vol,
en het eind van het liedje is, dat de Wet
houder er dol van»werd cn dezer dagen zijn
niet benijdenswaardig baantje heeft ncerge
legd. waarop zijn heele staf volgde. Zoodat
het bureau thans gesloten is.
Dit zijn nu slechts een paar staaltjes van*
Chineesche opvattingen en toestanden, maar
zij spreken voor zichzelf.
Is liet dan wonder, dal er misverstanden
kunnen ontslaan tusschen Oost en West?
VOOR VRIJDAG 1 JANUARI.
Hilversum, H. D. O., 1050 M. 12 uur
cn 7.30: Politieber. 7.45 en 10 uur: Pers
bericht Vaz Dias 8.10: Concert door het
1' D. O.-orkest, o. 1. van Fr. Lupgens
8.45: Opvoering van ..De bruiloft van Klo
ris en Roosje", oud-Nederlandsch gelegen
heidsspel met zang en dans. Nieuwjaars-
wensch, uitgesproken door mevr. Mina Bu-
derman als Pieternel en Alex Hock als
Thomasvaer. Nieuwjaarswensch van J H.
Speenhof. Daarna orkest-concert, o. 1. van
hr Lupgens 10 uur tot 11.30: Rede door
prof. De Graaff: Een stichtelijk woord ter
gelegenheid van het nieuwe jaar, namens
hel comité voor het Vrijz. Protestantisme.
Daventry, 1600 M. 10.50: Tijdsein,
weerber. 11.201.20: Het radiokwartet
en solisten (sopraan, tenor, piano) 1.20
2 20: Tijdsein, lunchmuziek van hotel Mc-
Ircpole 4.20: Tijdsein -4.35: Concert
(orkest, sopraan, bas) 5.35: Kinderuurlje
6.20: Dansmuziek door 't Fryer's orkest
7.20: Tijdsein Big Ben. weerber. nieuws,
uittreksel van de radiobladen 7.35: „Seen
on the scjeen", causerie 7.50: Muziek
8 uur: „New year's day-causerie" 8.20
10.20: „Good resolutions", voorspelling
voor 1926? radiocomedie 10.20: Tijd
sein, weerber., nieuws 10.35: „Bluebelt
in Fairyland", comedic 11 uur: R. I.
Stephenson de Schotsche Londener van
Dublin.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 1.05:
Concert Lucien Paris (piano, viool, cello) -
2.05: Nieuws 8.35 tot 11.20: Wedstrijd-
uitslagen cn Havaspers. 8.5010 20: Ór-
kestconcert Valmalcte.
Brussel, 262 M. 8.35: Orkestconcert,
Melle. Lenssens. zang 8.50: Sportlezing;
9.05: Voortzetting van het concert
10.20: Nieuws
Muenster, 410 M. 8.20: Religieus mor-
gcnconcert 10.5011.50: Concert door de
Politiekapel 2.503.35: Jeugdliederen en
Rijnlandsche sagen 3.354.50: Nieuw
jaarsconcert, werken van Schumann, Beet
hoven, Weber, Blom 4.505.20 Nieuw-,
jaarsvertellingen 5.206.20: Koorcon
cert (70 knapen en 25 heeren) 6.50: Le
zing: Amerika und wir 7.207.35: Voor*
dracht: Raimond und seine Werke 7.35:
„E»er Verschwender", sprookjesspel 9.50:
Dansmuziek.
Koenigswuesterhansen. 1300 M.
7.20: Opvoering van Mariettacpcretle
in 3 acten van Walter Kolio Speelt in den
tegen woord i gen tijd in Rome. le acte: Casino
van de Herrenreiter9club. 2e. Paleis Torelli.
3e acte: Terra9 van Paleis Zambiri. Daarna
weer-, nieuws- en sportberL'ht-en. Ilierop
volgt' dansmuziek lot 11.20:
VOOR ZATERDAG, 2 JANUARI 1925.
Hilversum (1050 M.) 12 en 7.30 Politie
bericht. 7.45 en 10 Persbericht Vaz Dias.
8.10 Om roepavond van de Ver. voor Arbei
ders-rad io-amateurs, met medewerking van
het H.D.O.-Orkest, o. 1. van Fr. Lupgens.
I. Het H.D.O.-orkest; 2. 8.30. Rede van
Movr. O. PothuisSmit (lid 2e Kamer): „De
geestelijke ontplooiing der vrouw in de
arbeidersbeweging; 3. Het H.D.O.-orkest; 4.
9.05. Declamatie van den heer J. v. Stern-
heim; 5. Hot H.D.O.-orkest; 6. 9.30. Toe
spraak en declamatie in do Friesche taal
door der. heer Sjouke de Zee, van Irnsum.
Daarna het H.D.O.-orkest tot 10 uur.
Daventry (1600 M.) 10.50 Tijdse'n, weer
bericht; 1.20 Tijdsein; 4.054.35 Concert
v. d. Engl. Folk dance society; 4.20 Tijdsein;
4.35 Causerie: A garden chat. Het» 2LO-octet
en solisten (sopraan, baritco); 5.35. Kin
deruurtje. 6.20 Dansmuziek door de Cavour's
dans-bnnd. 7.20 Tijdse'n Big-B;n, weerbericht,
nieuws. Lezing: An icy wilderness in North
ernmost India. 7.45. Muziek 8 uur Lezing;
General Wolfe. 8.20-Rond de stations. 9.20
Kadio-i-adiance, revue, radioschets. Orkest
en zangsolisten. 10.20. Tijdsein, weerb?richt
nieuws. Ijzing: More about pirate's hoard.
10.5012 20 Jazzmuziek van h;-t S ivoyhotel
(twee bands).
Parijs „Radio-Paris (1750 M.) 1.05 Con
cert Lucien Paris (piano, viool, cello). 2.05
Nieuws- cn kerkberichten. 5.03 Orkestcon-
cert. 6.05 Havaspersber. en wedstrijduitsla
gen. 8.35 Causerie en Havaspersber. 8.50—
II.20 Galaconcert, aangeboden door Le Ma»
tin, m- medewerking van versterkt orkest
en Parijzer zangsolisten.
Brussel (262 M.) 5.20 Orkestmuziek met
medew. van Melle Briffaux, zang. 6.20
Nieuws. 8.35 Lichte. Kamermuziek. 8.50
Lezing: „L'Art du chant". 9 uur Voortzetting
v. 1l Concert. 9.20. Nieuws. 9.30 Litteraire
avond. 10.20 Nieuws.
Muonster (410 M.) 12.35—1.20 Gedichten-
voorlezing: Walther von der Vogelweide".
3.355.20 Orkest-concert. Werken van Joh,
Brabms. Orkest en sopraan. 5.35 Esperanto-
les. 6.20 Radiovragenbeantwoording. 6.50
Voordracht:Amerika und wir. 7.55 Winter-
poëzje. Concert, zang, recitaties.
Koenigswnesterhansen. 1300 M.
7.509.20: Concert van b!aas-inctrumen-
ten. Gemengd programma Daarna weer-,
nieuws- en sportberichten. 9.5011.20 Dans
muziek door orkest.
(Jit het Engelsch
door
ART H UR A P P L 1 N.
Vertaling van
Mevr. M. J. LANDRéTOLLENAAR.
(Nadruk verboden).
14)
Ze liep een paar lre»Jen de trap op, bleef
toen staan en keerde zich om. Waarom zou
ze hem tenslotte niet gebruiken? Ze bekeek
hem nog eens crilisc'.i. Dikke Tom zou hem
niet veel waard vinden; niet krachtig ge
noeg en zeker geen beroepsbokser. Meer een
g-'rrmas'. misschien. Maar hij was knap,
rijzig en slank met een vastberaden gelaals-
ui{drukking Haar hart begon snel te klop
pen.
„Goeden r.achl, Peter D. En wel bedankt
voor alle hulp. Je ziel zelf, dal je verder
niels voor me kunt doen."
Hij wendde eerst hel hoofd om, daarna
hel lichaam. Zijn bewegingen schenen Ir.»
te zijn, maar toch slond hij naast haar op
de trap, voordat ze rc Jit wist, wat er g;-
beurdc. Hij had de leuning vastgegrepen en
keek haar recht in de oi»gen.
„Niels is onmogelijk. Ik zai je helpen Ik
za! dien Tompson doodsloan, als je will."
Fay hoorde zich zelf lachen, maar Puk
lachte niet; hij was ernstig dood-ernstig.
„Ik bon bang, dat dat niet veel zou hel
pen."
Ze probeerde weg te gaan. naar boven,
maar hij hield haar vast, zonder haar aan
te raken. Ze was nu werkelijk bang. Ze
dacht, dal ze slechts een lucifer bij het vuur
had gehouden, maar ze zag nu, dat ze een
vulkaan in werking had gebracht.
„Er is hier nog geld van me. Ik heb het
je vader al verteld .Wil je het niet van me
aannemen om Tompson af te koopen?Hij
zag haar antwoord, nog voordat ze een
woord had gezegd. „Dan zal ik aanstaanden
Dinsdag legen Johnson boksen!"
„Neen, neen!" Ze stelde zich Johnson
voor. Eéns had Tompson hem beschreven:
honderd kilogram bollen en spieren, een
menschelijkc stormram.
„Als ik hem versla is je vader quitte met
Tompson en kan je hem een blauwtje ialen
loopenl"
Hij trad op haar toe en slond nu op de
zelfde tree, bijna tegen haar aan. Ze voelde
zijn warmen adem. ze zog zijn oogen glin
steren van jeugdig vuur. Ze wist niet meer,
wal le doen. Ze slond aan den rand van den
vulkaan, dien ze zelf in werking had ge
bracht. Ze kon hel niet goed vinden Hij kon
misschien een paar willekeurige mannen
op de vlucht jagen, maar Johnson zou hem
verpletteren, vernietigen. Toch voelde ze
een vreugde diep in haar hart, dat Puk be-
"eid was zichzelf op te offeren om haar te
beschermen, om haar te behoeden voor een
huwelijk met den man, dien ze. haatte. Hij,
die twee uur geteden nog een vreemdeling
was geweest.
„Doe hel alsjeblieft niet," smeekte ze.
Hij greep haar hand en bracht die naar
de lippen. Hij keek haar lachend aan. „Er is
niets meer aan (e verhelpen."
Ze keerde zich om en vluchtte weg. Ze
liep regelrecht naar de kamer van het Jog,
sloot de deur achter zich en bleef even
9taan in hel donker.
„Ben jij daar. Fay?" vroeg Tony slaperig.
Ze antwoordde niet dadelijk. Ze drukte dé
hand. die Puk gekust had, tegen de lippen.
„Ja." fluisterde ze, zonder licht te maken
liep ze naar hel voeteneind van het bed.
„Tony hij, Puk gaat Dinsdag, in plaats
van Battling BiM. Hij zal boksen tegen
Johnson."
Ze wachtte met ingehouden adem op
Tony's antwoord.
„Jou kleine heks!" zei het Jog. Toen ver
borg hij het gezicht in hel kiW6en en barstte
voor den tweeden keer dien avond in snik
ken uit.
HOOFDSTUK IX.
Puk was gewoom gelijk met de zon op le
staan of zelfs vroeger, Toen hij 's ochtends
wakkeT werd was het nog donker. Toen hij
het bed uitsprong en naar buiten keek zag
hij een zachlen gloed in het Oosten. Uit zijn
kamer zag hij den boomgaard en de stal
len; hij hoorde leven in huis. Ergens op de
gang werd een deur gesloten; hij hoorde
voetstappen. Hij deed he«t licht aan en ging
even later naar beneden.
Er was niemand in de hall; bij het bleeke
daglicht, dat door de ramen naar binnen
drong zag hij. dat de tafel nog niet afgeno
men was en het half verkoolde hout nog
onaangeroerd op hef rooster lag. Toen hij er
over nadacht of hij het zou wagen een vuur
aan tie leggen en Wait op te ruimen, hoorde
hij iemand loopen aan het eind van de
gang, die, naar hij vermoedde, in de keuken
uifckwiam. Hij liep er heen en vond hel Jog,
die net een vuur aangemaakt had en nu
eon ketel water aan de kook trachtte le
brengen.
Tony -keek hem nijdig aan en begroette
hem stug.
„Waarom ben je in hemelsnaam opge
staan? Je bent toch met geroepen?"
Puk fronste de wenkbrauwen. „Geroe
pen? Ik geloof het niet. Als iemand me ge-
roepon had, zou ik met de snelheid van een
bliksemstraal beneden gekomen zijn."
„Ik bedoel, dat le in bed had hooren blij
ven, totdat de meid je kwam roepen en
kwam zeggen, dat hot tijd was om op le
staan."
Puk ging lachend op de keukentafel
zitten.
„Ik heb je toch al verteld, dal ik nog niet
aan de beschaafde wereld gewend ben.
Maar goed ook, want ik had toch niet in bed
kunnen blijven, totdat ik geroepen werd."
„Je krijgt in geen drie uur ontbijt."
„Dat zal ik wel overleven."
Het Jog bleef met den rug naar Puk toe
slaan, tot het water kookte. Toen zette hij
thee. Hij haalde een stuk brood en een pot
boter uit de kast. „Ook een kop?"
„Het ziet er lekker uit," antwoordde Puk.
„Zeg eens, als ik hier in den weg zit, wil uk
graag een handje helpen. Zal ik de hall op
ruimen en het vuur aanleggen?"
„We hebben een meid. Die zorgt voor hei
huishouden.'
„Natuurlijk."
Het was nog al duidelijk, dat het Jog niet
in zijn humeur was. Puk merkte er niets
van, dat hij afgesnauwd werd. Hij had zijn
thee in zijn schotelfje geschonken en blies
haar nu koud.
„Hoe gaat het met je vader?" vroeg Peter.
„Hij za*l dadelijk wel beneden komen. We
moeten de paarden trainen in de wei."
Puk had zijn mond vol brood. Hij wachlle
tot hij hel bijna op had. ..Dat is fijn. Ik ga
met je mee. Je vader zal me wel een paard
geven."
Er kwain een onmiskenbare uitdrukking
van minachting op het gezicht van het Jog.
Zijn mondhoeken trilden en hij glimlachte
spottend. „Kan je rijden? Dundas is overi
gens het eenige rijpaard, dal we hebben en
we houden niet van vreemdelingen bij het
trainen."
Voordat Puk kon antwoorden hij begon
eindelijk te merken dal hij in den weg was
strompelde Marton de keuken binnen.
Een kant van zijn gezicht was gezwollen
en hij voelde nog geducht de gevolgen van
het gevecht van den vorigen dag. Hij liet
zich op een stoei neervallen en Peter zag,
dat hij zijn gezicht pijnlijk vertrok.
„Hebben we je wakker gemaakt Derrir.g-
ton? Maar nu je toch op bent, heb je mis
schien wel zin de stallen eens le bekijken of
mee te gaan naar de wei. als we de paarden
trainen." Hij keek zijn zoon tersluiks aan.
„De paarden!" herhaalde hij bitter. „Ik heb
er maar vijf op het oogenblik.'
Puk antwoordde, dat hij niels liever wil
de Marton bekende, dal hij zich nog niet in
staat voelde om zelf te gaan. „Ik ben nog
bont en blauw. Als je het rijpaard wilt ge
bruiken, ga dan gerust je gang. Dundas zal
je best kunnen dragen. Je moet ons ook eens
vertellen, wat je denkt van den Kaïmeel."
Het Jog schoof zijn hoed op zij en keek
zijn vader aan. „Zou mijnheer Derrington u
er niet heen kunnen rijden met zijn auto?
Hel geeft niets of we den Kameel laten loo*
pen, als u er niet bij bent."
Marton schudde het hoofd. „Het spijt me,
jongetje, maar ik zie er geen kans toe. Ik gé
nog maar een beetje naar bed." Hij traohtt#
een zucht te onderdro&fceu. „Ik b'en nu took
niets waard,"
wsWS,