DE JOCKEY No. 20185. LEIOSCH DAGBLAD. Donderdag 31 December Vierde Blad. Anno 1925. Van Racht en Onrecht. UIT OHI^A. RADIO-PROGRAMMA FEUILLETON. (Nadruk verboden), t, VI 01 het komt doordat de dagbladen meer aandacht plegen te wijden a-in de strafza ken, dan aan de gedingen, dio de burgers sndarling voeren, de civieie zaken, /.ooals die noemt, of dat er naast deze wellicht nog &«j andere oorzaak beslaat een feit is kW. «iet iu net algemeen de leek beter op de hoogte is van den gang van hot strafproces en van wi: daarmede samenhangt, dat van de burgerlijke procedure. Zoo zal het dan waaischijnlijK ook menigeen verwonderen*te lezen, dat, wanneer in een civielen zaak de rechter zijn vonnis heeft uitgesproken, het nog volstrekt niet vaststaat dit bevel nu ook werkelijk zal worden opgevolgd, cn dit afgescheiden van de mogelijkheid dat op ee- nigertai wijze nog legen het vonni3 wordt opgekomen, als door verzet, hooger baroip of cassatie. Nemen we een vonnis, waarbij Óat onmogelijk is, b.v door verloop van de termijnen binnen welke die rechtsmiddelen moeten worden aangewend, een vonnh dus, dat in kracht van gewijsde is gegaan, dan is het in de eersie plaats mogelijk, hoewel niet zeer waarschijnlijk, dal de winnende partij er geen gebruik van maakt. Het vonnis is slechts een wapen in zijn hand: mocht hij om een of andere" reden, b.v. omdat nog een minnelijke schikking tot stand komt, verkie zen het ongebruikt te laten, hij is daar vol komen vrij in. In de tweede plaats kan er aan de zijde van de veroordeelde partij een beletsel ontstaan voor de letterlijke uitvoe ring van het rechterlijk bevei, al zou de win naar die ook nog zoo gaarne zien. Slechts in enkle gevallen toch, biedt ons recht daartoe rechtstreeks de gelegenheid: als voorbeeld daarvan is te noemen de ontruiming van een woning, waarin iemand zonder recht, b.v. na l^eëindiging van zijn huurcontract, toeft. Ge hoorzaamt deze niet goedschiks aan het ronnis tot ontruiming, dan zal hij daartoe door den sterken arm, waarmede de politic lis bedoeld, gedwongen worden. Zoo zouden ur eenige gevallen moer le noemen zijn, maar in verreweg de meeste, waarbij de me dewerking van den veroordeelde zelf onont- besrlijk is, gaat dat niet. Men denke slechts aan een portretschilder, die veroordeeld is, overeenkomstig zijn vroeger gegeven belofte, iemands portret le maken. Als hij dat nu niet wil, is er geen middel om hem recht streeks te dwingen; wel indirect. De rech ter n.l. die mogelijkheid voorziende, bepaalt op verzoek van de eischende partij reeds bij het vonnis een som gcids, die als .schade vergoeding aan dezen betaald moet worden, wanneer aan het hnofdbevel geen gevolg wordt gegeven. En betaling van geld kan altijd van den veroordeelde verkregen wor den, tenminste als hij rijk is. Van zijn goe deren wordt dan zooveel in beslag genomen en verkocht als noodig is; uit'ide opbrengst, nadat daarvan de kosten zijn -afgetrokken, ontvangt de schuldeischer het hem toeko mende; het restant is natuurlijk voor den ge ëxecuteerde. Het is duTdelijk, dat deze zekerheid van executie voor de veroordeelde partij een sterkt pressie oplevert om haar niet' af te wachten en hetzij uit eigen beweging de be paalde som als schadevergoeding le betalen, ■hetzij, wat de andere partij nog liever heeft, het hoofdbeve! na te komen en datgene te geven of le doen, waarom het proces begon nen is. Hel zal meestal wel zijn een kwes tie -van afwegen van de hoegrootheid der geldsom tegenover de waarde waarop de veroordeelde de nakoming stelt Tot het op leggen van een flink hoog bedrag als dwang middel, een soort boete dus op de niel-nako- ming, laat onze wet geen vrijheid. Altijd moet er zijn vergoeding van de schade, die de wederpartij lijdt door het niet nakomen van het vonnis: er moet dus vaststaan, dat er werkelijk schade zal zijn en het geldelijk bedrag daarvan is dé grens voor den rech ter bij de vaststelling. Dit zal niet steeds oen vaste som behoeven te zijn, liet is denk baar, dat de schade toeneemt met het tijds verloop cn de vergoeding dus wordt vastge steld op zeker bedrag per dag of per weck. Ais voorbeelden diene dat de aannemer van een nieuw te bouwen winkel te laat is met de oplevering, waardoor de winkelier een duur gehuurde noodwinkel langer moet aan houden; de schade is evenredig aan den lijd, die nog verloopt eer het nieuwe gebouw kan worden betrokken. Een vaststaande schade daarentegen i6 er, wanneer b.v. gekochte wa ren niet zijn geleverd en de kooper elders duurder heeft moeten koopen om toch ge holpen te zijn Een ander zijdelingsch dwangmiddel is de gijzeling of lijfsdwang: de onwillige veroor deelde kan in sommige gevallen door den schuldeischer in een huis van bewaring wor den opgesloten tot het verschuldigde met al le kosten, ook die van het gedwongen logies, voldaan is, ten hoogste echter vijf jarenI Dit middel is een uitzondering op ons ge wone executierecht, dal slechts verhaal op iemands goederen kent; hier echter wordt de persoon er in betrokken, al gaat het niet zoover om toe te laten verkoop van dien persoon zelf, zooals in vroegere tijden moge lijk was. Dat de wetgever zelf overtuigd is van het weinig humane van zijn middel, blijkt wel uit de talrijke formaliteiten, waarmede hij het heeft omringd om te ver hoeden. dat het zonder voldoenden grond wordt toegepast. Ook is het opmerkelijk, dat het tegen vrouw» en personen boven 70 jaar in minder gevallen is toegelaten. Het pleegt slechts zeer zelden te worden toegepast en wel dan wanneer de schuld eischer .hoopt, dat familieleden van den schuldenaar er door zullen worden bewogen om bij te springen, alsmede wanneer de schuldeischer overtuigd is, dat de schulde naar wel het vermogen bezit om te betalen maar verhaal daarop niet doenlijk js, door dat het buiten bereik van den schuldeischer is, b.v. doordat het bij een onbekende bank instelling is gedeponeerd. De wet geeft helaas gen waarborg, dat het middel slechts in deze twee gevallen wordt gebezigd en zoo kon dezer dagen de presi dent van een onzer rechtbanken, aan wien bevel tot slaking van een toegepaste gijze ling werd verzocht, in een geval, dat ken nelijk niet tol de beide genoemde behoorde, dat bevel weigeren en daarmede formeel ge heel juist handelen. Dat eohter hel hoogste recht het grootste onrecht kan zijn, spraken reeds dezelfde Romeinen uit, van wie het hardvochtige middel herkomstig is. (Nadruk verboden). Shanghai, ,°.0 November. Nog telkens komt uit het buitenland do vraag tot ons, hoe het nu toch eigenlijk zit met die 30 Mei-historie, dat schieten van de politie vap ons Settlement op de C'hlneesche studenten, dat de aanleiding werd tot de anti-vreemdelingen-beweging 1 Of de Engelschen daar nu werkelijk een minder sympathieke rol in hebben gespeeld .Ja, dat zijn van die kwesties, die niet gemakkelijk te beantwoorden zijn, cn ze ker niet in een pav Voorden. En wanneer wij dan zulke krasse uitlatingen in de Europeesche pers lazen, van raenschen die het zoo heel goed wisten, dio zonder voor een enkel probleem te staan de zaak dood eenvoudig achten, en precies konden ver tellen, hoe de vork in den steel zat: China was de .vermoorde onnoozelheid, dat'zich dan nu eindelijk geen .onrecht meer liet welgevallen van die Westerlingen, die niet anders gedaan hadden, dan het onderdruk ken en uitpersen, zonder iets daarvoor in ruil te geven; wanneer wij dergelijk ge schrijf lazen, konden we niet anders dan ons hoofd schudden oyer zooveel pedante naieveteit. De Chineezen zijn een voor ons onbegrijpelijk volk, vol felle emoties, zon der overgang afgewisseld met flegmatieke rust. Al zou iemand zijn geheele leven hier wonen, dan nog zou hij de Chineezen slechts ten deele begrijpen. En dan doet^ het inderdaad zonderling aan, als raen schen die nooit in China waren, zich ge heel op de hoogte wanen en hun conclusies tiekken onder de eindstreep van hun kwa- si-logischc redeneering, alsof het een alge brasom was. m De kwestie is inderdaad niet eenvoudig, wat ze wel zou zijn, als het blanke en het gele ras alleen maar in gelaatskleur van elkaar verschillen. Overal in China, rna.ir vooral hier in Shanghai, met zijn uitgebreide vreemde- lingen-settlements naast de oorspronkelijke Chineescne stad, komt het duidelijk uit, hoe ondanks eeuwenouden handel, de twee civilisaties, China en het Westen, geheel naast elkander zijn blijven staan, zonder iets van elkaar over te nemen, of elkaar cok maar eenigszinste begrijpen. Hoe oudei en dieper de beschaving, hoe minder aan passingsvermogen. En zoo kan men ver schillende nuances waarnemen bij het blan ke ras, al naarmate het vertrouwen op eigen cultuur grooter is. Neem bijv. de Franschen; geen volk zoo gehecht aan huD vaderland, zoo overtuigd van hun eigeu cultuur, als zij. En dus komen zij hier in China met hun eigen, niet voor verande ring vatbare ideeën cn maken eiken Chi nees. die hun niet aanstaat, uit voor co- chon zonder verder eenige gedachte aan hem te wijden. De Chinees weet dan wat hij aafi hem heeft en gaat hem verder dit den weg. De Engelsche daarentegen schermen met een groote hoeveelheid „understanding", en nemea elke gelegenheid te baat. om uiting te geven aan hun gevoelens van sympathie vooi het Chineesche volk. en de hoop uit te spreken, dat de eenheid van China nu spoedig moge verwezenlijkt worden, en lei den mag tot meerderen bloei van het Ile- melsche Rijk. Intusschen bezitten zij Hong kong en andere kolonies in China, en wanneer de wrok der Chinee z:n daarover af en toe eens in woorden uitbarst, zrjn zq daar hoogst verbaasd ovc-r en blijken niet te begrijpen, hoe de Chineezen daar na zulk een drukte over kunnen maken. Was Hong kong vroeger niet een verlaten kus tri land, waar alleen de malariamug huisde, en is het tegenwoordig niet een van de eerste havens van hot Oosten, vol handel on wel vaart? Aan de tegenwoordige rivaliteit, s nds den boycot, tusschen Hongkong en Canton, kan men zien hoe Hongkongs handel dien van Canton overvleugeld heeft. Em parallel van dozen toestand zou zrjn, als oen of andere vreemde mogendheid op oen van de eilanden aan den Nieuwen Waterweg een handelscentrum stichtte, ter concurrentie van het verder van de kust aEgelegen Rotterdam, en dan vol trots er op wees, hoe zij toch maar in korten tijd zooveel succes hadden gehad met een onbewoonde zandplaat. De voornaamste reden echter, waarom het conflict met de politie op 30 Mei zulke verstrekkende gevolgen had. is het verschil in mentaliteit tussclien Chinees en Brit. Do Engelschen hebben in hun eigen oog de uiterste clementie toegepast, de menigte laten begaan, toen zij op het punt stonden het politiebureau binnen te dringen, en to$n eindelijk het commando tot schieten gegeven. De Chineezen kunnen een dergelijke tactiek niet begrijpen. Zij zijn er heilig van over tuigd, dat de Engelschen in Europa niet zoo zouden zijn opgetreden; dat zij alleen lot schieten overgingen, omdat z'j wisten, Chineezen voor zich te hebben. Voor een Chinees moet een dergelijke handelwijze, van eerst kalm afwachten totdat het de spui gaten uitloopt, en dan zakelijk doorlasten, wel verraderlijk schijnen, omdat zijzelf bij zulke gevallen zoo heel anders rcageeren. Meer dan eens heb ik hier volksoploopen gezien, die er volgens onze begrippen hoogst gevaarlijk uitzagen, met hun fel geschreeuw en woest geschermutselmaar dan juist als het op zijn hoogst liep keerde dan verwon derlijk plotseling de rust weer, zonder eenige overgang: stilte na den storm. De emotioneele aarde der Chineezen maakt, dat bij hen herrie om een gestolen cent in uiterlijke verschijnselen gelijkstaat met een algeheele revolutie bij ons. Zij heb ben van nature in hel minst geen eerbied voor de Wet, waar wij allemaal braaf ont zag voor hebban anarchiq is hun ingebo ren. En hel is interessant, om in verband met het conflict op 30 Mei eens na le gaa.n hoe de Chineesche regeering zelf de vrije hand laat aan oproerige studenten, men kan zoo eenigszins heter inkomen in de toen al gemeen onder de Chineezen heerschende verontwaardiging: zij zijn niet gewend, hard aangepakt te worden. Juist een paar weken voor die beruchte 30 Mei hadden de studenten in Peking be sloten, om een demonstratie-optocht door de stad le houden. Toen dit van hooger hand werd verboden, zijn de heeren er toe over gegaan, om het huis van den Minister van Onderwijs te plunderen en zijn afzetting le^ crischen, waarop bovendien de optocht nog doorging. Nu, tijdens de Tariefconferenlie, voelden de s'.udenlen zich weer eens geroe pen le protesleeren, daar zij een dergelijke conferentie, die hun autonomie niet" be schouwt als een paal boven water, in be ginsel al een schande voor China achten. Het resultaat is: enndelooze schermutselin gen in Peking, bestorming van politiepos ten, vernieling van auto's van de gedele geerden ter conferentie, waarbij speciaal veel politie-agenten hel ontgelden moeten: op een dag zagen zij kans. 40 leden van de apenbare macht te verwonden 1 Er ligt 'n oude stad aan de Yanglsze- rivier, tegenover Hankow .Toen Nanking en Peking nog nauwelijks beslonden, was Wu chang al een vermaa.rde keizerlijke stede. Nu ligt het daar vergelen aan den oever deT rivier, starend naar den rook der fabrieken van het pas sinds knrlen tijd bloeiende, moderne Hankow. Uit dat oude Wuchang nu kwam een week of wat geleden het heugelijke bericht, dat men er daar iels op gevonden had, om den ongezeggelijkon ceest der studenten er onder te krijgen. Daar waren zij n.l. op het prachlische idee gekomen, om den Commandant van het stadsgarnizoen Iegelijk Directeur van eender Colleges te maken, in de hoop, dat hij de jeugd zou aankunnen. In het eerst werkte liet systeem prachtig, toen zijn discipelen wanordelijk werden, liet hij een 70 van zijn soldaten post vatten rondom de school, cn riep daar den slaat van beleg uit; de rad draaiers liet hij eruit' zetten. Het onmiddellijk gevolg echter van dit optre den is. dat men blijkt van kwaad tot erger vervallen te zijn. Want de kwajongens lieten het daar niet bij zitten. Leerlingen van ande re scholen hielden demonstraties uil sympa thie voor hun collga's, waarbij zij oproerige pamfletten verspreidden, en de orde ver stoorden. Een van hen werd daarop gearres teerd. To?n vergaderden de studenten onmiddel lijk, kozen vertegenwoordigers om naar den Wethouder van Onderwijs le sturen, met de volgende eischen: in vrijheid stellen van den gearresteerden student, excuses vail de poli tie. benevens de belofte, dat deze in het ver volg geen studenten meer in de wielen zou rijden. Na cenig delibereeren gaf de over heid toe; de student werd op vrije voeten gesteld en de chef van politie kwam persoon lijk zijn excuses aanbieden. Sinds dezen triomf is hel' bureau van den Wethouder van Onderwijs dag en nacht belegerd door stu denten. die afzetting eischen van don mili tairen directeur. De Wethouder beloofde, om uitstel te krijgen, de zaak aan den bestuur der der provincie voor le leggen. Van dit uit stel kwam echter geen afstel; de studenten hielden hun protest met tergende energie vol, en het eind van het liedje is, dat de Wet houder er dol van»werd cn dezer dagen zijn niet benijdenswaardig baantje heeft ncerge legd. waarop zijn heele staf volgde. Zoodat het bureau thans gesloten is. Dit zijn nu slechts een paar staaltjes van* Chineesche opvattingen en toestanden, maar zij spreken voor zichzelf. Is liet dan wonder, dal er misverstanden kunnen ontslaan tusschen Oost en West? VOOR VRIJDAG 1 JANUARI. Hilversum, H. D. O., 1050 M. 12 uur cn 7.30: Politieber. 7.45 en 10 uur: Pers bericht Vaz Dias 8.10: Concert door het 1' D. O.-orkest, o. 1. van Fr. Lupgens 8.45: Opvoering van ..De bruiloft van Klo ris en Roosje", oud-Nederlandsch gelegen heidsspel met zang en dans. Nieuwjaars- wensch, uitgesproken door mevr. Mina Bu- derman als Pieternel en Alex Hock als Thomasvaer. Nieuwjaarswensch van J H. Speenhof. Daarna orkest-concert, o. 1. van hr Lupgens 10 uur tot 11.30: Rede door prof. De Graaff: Een stichtelijk woord ter gelegenheid van het nieuwe jaar, namens hel comité voor het Vrijz. Protestantisme. Daventry, 1600 M. 10.50: Tijdsein, weerber. 11.201.20: Het radiokwartet en solisten (sopraan, tenor, piano) 1.20 2 20: Tijdsein, lunchmuziek van hotel Mc- Ircpole 4.20: Tijdsein -4.35: Concert (orkest, sopraan, bas) 5.35: Kinderuurlje 6.20: Dansmuziek door 't Fryer's orkest 7.20: Tijdsein Big Ben. weerber. nieuws, uittreksel van de radiobladen 7.35: „Seen on the scjeen", causerie 7.50: Muziek 8 uur: „New year's day-causerie" 8.20 10.20: „Good resolutions", voorspelling voor 1926? radiocomedie 10.20: Tijd sein, weerber., nieuws 10.35: „Bluebelt in Fairyland", comedic 11 uur: R. I. Stephenson de Schotsche Londener van Dublin. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 1.05: Concert Lucien Paris (piano, viool, cello) - 2.05: Nieuws 8.35 tot 11.20: Wedstrijd- uitslagen cn Havaspers. 8.5010 20: Ór- kestconcert Valmalcte. Brussel, 262 M. 8.35: Orkestconcert, Melle. Lenssens. zang 8.50: Sportlezing; 9.05: Voortzetting van het concert 10.20: Nieuws Muenster, 410 M. 8.20: Religieus mor- gcnconcert 10.5011.50: Concert door de Politiekapel 2.503.35: Jeugdliederen en Rijnlandsche sagen 3.354.50: Nieuw jaarsconcert, werken van Schumann, Beet hoven, Weber, Blom 4.505.20 Nieuw-, jaarsvertellingen 5.206.20: Koorcon cert (70 knapen en 25 heeren) 6.50: Le zing: Amerika und wir 7.207.35: Voor* dracht: Raimond und seine Werke 7.35: „E»er Verschwender", sprookjesspel 9.50: Dansmuziek. Koenigswuesterhansen. 1300 M. 7.20: Opvoering van Mariettacpcretle in 3 acten van Walter Kolio Speelt in den tegen woord i gen tijd in Rome. le acte: Casino van de Herrenreiter9club. 2e. Paleis Torelli. 3e acte: Terra9 van Paleis Zambiri. Daarna weer-, nieuws- en sportberL'ht-en. Ilierop volgt' dansmuziek lot 11.20: VOOR ZATERDAG, 2 JANUARI 1925. Hilversum (1050 M.) 12 en 7.30 Politie bericht. 7.45 en 10 Persbericht Vaz Dias. 8.10 Om roepavond van de Ver. voor Arbei ders-rad io-amateurs, met medewerking van het H.D.O.-Orkest, o. 1. van Fr. Lupgens. I. Het H.D.O.-orkest; 2. 8.30. Rede van Movr. O. PothuisSmit (lid 2e Kamer): „De geestelijke ontplooiing der vrouw in de arbeidersbeweging; 3. Het H.D.O.-orkest; 4. 9.05. Declamatie van den heer J. v. Stern- heim; 5. Hot H.D.O.-orkest; 6. 9.30. Toe spraak en declamatie in do Friesche taal door der. heer Sjouke de Zee, van Irnsum. Daarna het H.D.O.-orkest tot 10 uur. Daventry (1600 M.) 10.50 Tijdse'n, weer bericht; 1.20 Tijdsein; 4.054.35 Concert v. d. Engl. Folk dance society; 4.20 Tijdsein; 4.35 Causerie: A garden chat. Het» 2LO-octet en solisten (sopraan, baritco); 5.35. Kin deruurtje. 6.20 Dansmuziek door de Cavour's dans-bnnd. 7.20 Tijdse'n Big-B;n, weerbericht, nieuws. Lezing: An icy wilderness in North ernmost India. 7.45. Muziek 8 uur Lezing; General Wolfe. 8.20-Rond de stations. 9.20 Kadio-i-adiance, revue, radioschets. Orkest en zangsolisten. 10.20. Tijdsein, weerb?richt nieuws. Ijzing: More about pirate's hoard. 10.5012 20 Jazzmuziek van h;-t S ivoyhotel (twee bands). Parijs „Radio-Paris (1750 M.) 1.05 Con cert Lucien Paris (piano, viool, cello). 2.05 Nieuws- cn kerkberichten. 5.03 Orkestcon- cert. 6.05 Havaspersber. en wedstrijduitsla gen. 8.35 Causerie en Havaspersber. 8.50— II.20 Galaconcert, aangeboden door Le Ma» tin, m- medewerking van versterkt orkest en Parijzer zangsolisten. Brussel (262 M.) 5.20 Orkestmuziek met medew. van Melle Briffaux, zang. 6.20 Nieuws. 8.35 Lichte. Kamermuziek. 8.50 Lezing: „L'Art du chant". 9 uur Voortzetting v. 1l Concert. 9.20. Nieuws. 9.30 Litteraire avond. 10.20 Nieuws. Muonster (410 M.) 12.35—1.20 Gedichten- voorlezing: Walther von der Vogelweide". 3.355.20 Orkest-concert. Werken van Joh, Brabms. Orkest en sopraan. 5.35 Esperanto- les. 6.20 Radiovragenbeantwoording. 6.50 Voordracht:Amerika und wir. 7.55 Winter- poëzje. Concert, zang, recitaties. Koenigswnesterhansen. 1300 M. 7.509.20: Concert van b!aas-inctrumen- ten. Gemengd programma Daarna weer-, nieuws- en sportberichten. 9.5011.20 Dans muziek door orkest. (Jit het Engelsch door ART H UR A P P L 1 N. Vertaling van Mevr. M. J. LANDRéTOLLENAAR. (Nadruk verboden). 14) Ze liep een paar lre»Jen de trap op, bleef toen staan en keerde zich om. Waarom zou ze hem tenslotte niet gebruiken? Ze bekeek hem nog eens crilisc'.i. Dikke Tom zou hem niet veel waard vinden; niet krachtig ge noeg en zeker geen beroepsbokser. Meer een g-'rrmas'. misschien. Maar hij was knap, rijzig en slank met een vastberaden gelaals- ui{drukking Haar hart begon snel te klop pen. „Goeden r.achl, Peter D. En wel bedankt voor alle hulp. Je ziel zelf, dal je verder niels voor me kunt doen." Hij wendde eerst hel hoofd om, daarna hel lichaam. Zijn bewegingen schenen Ir.» te zijn, maar toch slond hij naast haar op de trap, voordat ze rc Jit wist, wat er g;- beurdc. Hij had de leuning vastgegrepen en keek haar recht in de oi»gen. „Niels is onmogelijk. Ik zai je helpen Ik za! dien Tompson doodsloan, als je will." Fay hoorde zich zelf lachen, maar Puk lachte niet; hij was ernstig dood-ernstig. „Ik bon bang, dat dat niet veel zou hel pen." Ze probeerde weg te gaan. naar boven, maar hij hield haar vast, zonder haar aan te raken. Ze was nu werkelijk bang. Ze dacht, dal ze slechts een lucifer bij het vuur had gehouden, maar ze zag nu, dat ze een vulkaan in werking had gebracht. „Er is hier nog geld van me. Ik heb het je vader al verteld .Wil je het niet van me aannemen om Tompson af te koopen?Hij zag haar antwoord, nog voordat ze een woord had gezegd. „Dan zal ik aanstaanden Dinsdag legen Johnson boksen!" „Neen, neen!" Ze stelde zich Johnson voor. Eéns had Tompson hem beschreven: honderd kilogram bollen en spieren, een menschelijkc stormram. „Als ik hem versla is je vader quitte met Tompson en kan je hem een blauwtje ialen loopenl" Hij trad op haar toe en slond nu op de zelfde tree, bijna tegen haar aan. Ze voelde zijn warmen adem. ze zog zijn oogen glin steren van jeugdig vuur. Ze wist niet meer, wal le doen. Ze slond aan den rand van den vulkaan, dien ze zelf in werking had ge bracht. Ze kon hel niet goed vinden Hij kon misschien een paar willekeurige mannen op de vlucht jagen, maar Johnson zou hem verpletteren, vernietigen. Toch voelde ze een vreugde diep in haar hart, dat Puk be- "eid was zichzelf op te offeren om haar te beschermen, om haar te behoeden voor een huwelijk met den man, dien ze. haatte. Hij, die twee uur geteden nog een vreemdeling was geweest. „Doe hel alsjeblieft niet," smeekte ze. Hij greep haar hand en bracht die naar de lippen. Hij keek haar lachend aan. „Er is niets meer aan (e verhelpen." Ze keerde zich om en vluchtte weg. Ze liep regelrecht naar de kamer van het Jog, sloot de deur achter zich en bleef even 9taan in hel donker. „Ben jij daar. Fay?" vroeg Tony slaperig. Ze antwoordde niet dadelijk. Ze drukte dé hand. die Puk gekust had, tegen de lippen. „Ja." fluisterde ze, zonder licht te maken liep ze naar hel voeteneind van het bed. „Tony hij, Puk gaat Dinsdag, in plaats van Battling BiM. Hij zal boksen tegen Johnson." Ze wachtte met ingehouden adem op Tony's antwoord. „Jou kleine heks!" zei het Jog. Toen ver borg hij het gezicht in hel kiW6en en barstte voor den tweeden keer dien avond in snik ken uit. HOOFDSTUK IX. Puk was gewoom gelijk met de zon op le staan of zelfs vroeger, Toen hij 's ochtends wakkeT werd was het nog donker. Toen hij het bed uitsprong en naar buiten keek zag hij een zachlen gloed in het Oosten. Uit zijn kamer zag hij den boomgaard en de stal len; hij hoorde leven in huis. Ergens op de gang werd een deur gesloten; hij hoorde voetstappen. Hij deed he«t licht aan en ging even later naar beneden. Er was niemand in de hall; bij het bleeke daglicht, dat door de ramen naar binnen drong zag hij. dat de tafel nog niet afgeno men was en het half verkoolde hout nog onaangeroerd op hef rooster lag. Toen hij er over nadacht of hij het zou wagen een vuur aan tie leggen en Wait op te ruimen, hoorde hij iemand loopen aan het eind van de gang, die, naar hij vermoedde, in de keuken uifckwiam. Hij liep er heen en vond hel Jog, die net een vuur aangemaakt had en nu eon ketel water aan de kook trachtte le brengen. Tony -keek hem nijdig aan en begroette hem stug. „Waarom ben je in hemelsnaam opge staan? Je bent toch met geroepen?" Puk fronste de wenkbrauwen. „Geroe pen? Ik geloof het niet. Als iemand me ge- roepon had, zou ik met de snelheid van een bliksemstraal beneden gekomen zijn." „Ik bedoel, dat le in bed had hooren blij ven, totdat de meid je kwam roepen en kwam zeggen, dat hot tijd was om op le staan." Puk ging lachend op de keukentafel zitten. „Ik heb je toch al verteld, dal ik nog niet aan de beschaafde wereld gewend ben. Maar goed ook, want ik had toch niet in bed kunnen blijven, totdat ik geroepen werd." „Je krijgt in geen drie uur ontbijt." „Dat zal ik wel overleven." Het Jog bleef met den rug naar Puk toe slaan, tot het water kookte. Toen zette hij thee. Hij haalde een stuk brood en een pot boter uit de kast. „Ook een kop?" „Het ziet er lekker uit," antwoordde Puk. „Zeg eens, als ik hier in den weg zit, wil uk graag een handje helpen. Zal ik de hall op ruimen en het vuur aanleggen?" „We hebben een meid. Die zorgt voor hei huishouden.' „Natuurlijk." Het was nog al duidelijk, dat het Jog niet in zijn humeur was. Puk merkte er niets van, dat hij afgesnauwd werd. Hij had zijn thee in zijn schotelfje geschonken en blies haar nu koud. „Hoe gaat het met je vader?" vroeg Peter. „Hij za*l dadelijk wel beneden komen. We moeten de paarden trainen in de wei." Puk had zijn mond vol brood. Hij wachlle tot hij hel bijna op had. ..Dat is fijn. Ik ga met je mee. Je vader zal me wel een paard geven." Er kwain een onmiskenbare uitdrukking van minachting op het gezicht van het Jog. Zijn mondhoeken trilden en hij glimlachte spottend. „Kan je rijden? Dundas is overi gens het eenige rijpaard, dal we hebben en we houden niet van vreemdelingen bij het trainen." Voordat Puk kon antwoorden hij begon eindelijk te merken dal hij in den weg was strompelde Marton de keuken binnen. Een kant van zijn gezicht was gezwollen en hij voelde nog geducht de gevolgen van het gevecht van den vorigen dag. Hij liet zich op een stoei neervallen en Peter zag, dat hij zijn gezicht pijnlijk vertrok. „Hebben we je wakker gemaakt Derrir.g- ton? Maar nu je toch op bent, heb je mis schien wel zin de stallen eens le bekijken of mee te gaan naar de wei. als we de paarden trainen." Hij keek zijn zoon tersluiks aan. „De paarden!" herhaalde hij bitter. „Ik heb er maar vijf op het oogenblik.' Puk antwoordde, dat hij niels liever wil de Marton bekende, dal hij zich nog niet in staat voelde om zelf te gaan. „Ik ben nog bont en blauw. Als je het rijpaard wilt ge bruiken, ga dan gerust je gang. Dundas zal je best kunnen dragen. Je moet ons ook eens vertellen, wat je denkt van den Kaïmeel." Het Jog schoof zijn hoed op zij en keek zijn vader aan. „Zou mijnheer Derrington u er niet heen kunnen rijden met zijn auto? Hel geeft niets of we den Kameel laten loo* pen, als u er niet bij bent." Marton schudde het hoofd. „Het spijt me, jongetje, maar ik zie er geen kans toe. Ik gé nog maar een beetje naar bed." Hij traohtt# een zucht te onderdro&fceu. „Ik b'en nu took niets waard," wsWS,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 13