Nieuwjaarsadvertentiën 50 cent van 1-5 regels elke regel meer 10 ct. po. 20182. MAANDAG 28 DECEMBER Anno 1925. Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Ook dit jaar stellen wij weder de gelegenheid open in ons blad van Donderdag 31 December Nieuwjaarswenschen te plaatsen tegen den p:ijs van Deze advertentiën kunnen tot Woensdag 30 Dec. a.s. tot 5 uur des namiddags aan ons bureau aan geboden worden. De advertentiën welke na dat tijdstip aangeboden worden, zullen tegen den gewonen advertentieprijs worden berekend. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD YERTENTIEN 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Qeuie Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdag» 60 Cts.. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cta. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Olreetie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postehèque- en Girodienst No. 57055 Postbus Mo. 54 PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per 8 maanden ƒ2.35, per week ..ttmiim** 018. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week ,...TT >,0.18, Franco per post 2.35 portokosten. 9K nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. BBRXGIi 'J?. Wij verzoeken den abonné's^mzen loopers, die ook dit jaar weder Nieuw jaar komen wenschen, dezen geen gehoor te geven tijdens het bezorgen van ons Blad, ten einde de bezorging niét te vertragen. DE DIRECTIE. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken visch winkel, Ylnchmarkt 18, tel. 1225 is Dinsdag ver krijgbaar: SCHELVISCH a f 0.15—f 0.26 en (JEU. KABELJAUW a f 0.20 per pond. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Lelden, 28 December 1925. 8607 C. H. Kouw. f Eersten Kerstdag is in het Diaconessen- >uis, waar hij geruimen tijd werd verpleegd, cp bijna 82-j«axig,en leeftijd overleden de heer C. H. Kouw, geponsionneerd instru mentmaker aan de Sterrenwacht alhier, welke betrekking hij gedurende meer dan 4S jaar vervulde. DE DIRECTIE. als Mijikt, verscheidene bekende Leidsche namen. Omtrent het beaoek aan scliilderijenten- toonslelilingen zrijm wij hier niet verwend; het is voor de echte kunstvrienden, die zich er voor interesseeren, wel eens om er moe deloos onder te worden. Doch deze lentoon- wij, niettegenstaande iDe heer Kouw was een pionier in de Ne- stelling voorspellen derlamdsche arbeidersbeweging, met den j dit, een: druk beaoek. heer Heldt en anderen.oprichter van hel 1 Donderdagnaimddjag werd zij in intiamen Nederlandsch Werkliedenverbond, dat zioh I kring iq, tegenwoordigheid van een aantal ten slotte in den Vrijz.-Dem. Bond oploste. Ook was hij vele jaren lad van het bestuur van de Vereeniging „Eigen Hulp". Van het Studiefonds dezer Vereeniging was hij nog rk.-bcskuurderevenals van de Vereeoiii- ging tot bevordering der Zondagsrust. De heer Kouw, die tot voor koTben tijd nog in het volle openbare leven slond, ge- voeWe zich vcoral door de politiek aange trokken. Op zijn 70s ten verjaardag is hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. De ter-aarde-bestelling zaJ geschieden Dinsdagmorgen om elf uur op de begraaf plaats der Ned.-Herv. Gem. ..Rhijnhof", te Oegsbgeest. Stedelijk Museum „De Lakenhal". Tentoonstelling van moderne schilderkunst. Door samenwerking van het bestuur van het Stedelijk Museum „De Lakenhal" met de wieder herleefde Leidsche Kunstvereemi- ging is het gelukt een even eigenaardige als interessante tentoonstelling van moderne sc hi liderkunst in de, kunstzalen van het Ste delijk Museum „De Lakenhal" te openen, welke (evens een min <©f meer duidelijk beeld geeft van de belangstelling in de schilderkunst in onze gemeente en omge ving. Het is nl den gezamenlijken besturen ge lukt er bijeen te brengen een 50-tal schilde rijen. edsen, teekeningen, en portretten uit particulier bezit te Leiden en naaste om géving. De verzameling is natuurlijk niet volledig. De besturen kennen niet iederen j>articu- lier, die in het bezit is van een of meer waardevolle schilderijen, en dit in aanmer king genomen mag men tevreden zijn over 't verkregen resultaat, niet alleen wat betreft de quantiteit, maar ook wat de qualiteit van hot tentoongestelde werk aangaat. En wat deze tentoonstelling te meer belangwekkend doet zijn, is het feit, dat er veel werk van Leidsche schilders op aangetroffen wordt. Bovenaan staat ook in dit opzicht de in zending van de familie Kamerlingh Onnes, Oegstgeest, bestaande uit een tiental wer ken van den schilder wijlen M. Kamerlingh Onnes, waaronder een zelfportret en por- retten van de moeder van den schilder, van mevrouw V. en van prof. Lorentz. Ver der ..Valsche weelde". ..Voorjaar". .Zomer" en ..Zomernacht", uil welke werken de kunst mn dezen te vroeg geslorven meesier voldoende gekend wordt. Van een tweeden, mede zeer bekend Leidsch schilder, Floris Verster, vindt men er vijf doeken, waarvan vier door de familie Kamerlingh Onnes zijn afgestaan en één door den heer H. J. Jesse Vele Leidenaars zal het „Gezicht op he' Oude Vreewijk" bij zonder inleresseeren. Behalve een andere landschapstudie, za'l men van eenige stu dies van bloemen kunnen genieten. Verder treft men er van diverse eigena ren hier in de volgorde op den catalages vermelde werken aan van Theophile de Bock, W. Roelofs, J Voorman, A. Mauve, J S. Kever. Suze BisschopRobertson. Jo- zelf Israels. M. v. d. Valk, C. v. d. Windt, Chr. v. d. Windt. L. v. d. Windt. Is. Israels, J. A. Zandleven, A. O. van Eek, W. H. van der Nat, J. Zoetelief Tromp. J. Toorop, H J. Iiawerman. W. A van Konijnenburg, G J. H. van Poggenbeek. G. H Breilner, M. Neuhuis, P. de Josselin de Jong, H. A. van Daalhoff ,en L, v. <L Vlist waaronder, zoo- genooddgden en inzenders geopend mei een korte rede van don directeur van het Stede- 1 lijk Museum, mr. do*. J. C. Overvoorde, die# opmerkte, dat reeds veile jaren het plan be- j slond om een tentoonstelling als deze te j houden. Door verschillende omstandigheden I werd echter uitvoering er van vertraagd. In samenwerking met de Leidsche Kunst- véreeniging en welwiUenden steun van den j Leidschen Kunsthandel kon eindelijk het I plan tot verwezenlijking worden gebracht. I Het belang er van werd door spr. in het j kort aangegeven. In verschillende zaken op I het gebied van handel en nijveriieid bijv. I stelt de bevolking belang, maar voor de kunst, met name voor de schilderkunst, we len de tegenwoordige bewoners van het land van Rembrandt niet veel. Een van sprekers voorgangers heeft als directeur van het Mu seum getracht belangstelling er voor te i wekken, wat op een débade is uitgdoopen. Thans is ook nog wel niet bereikt, wat men wel zou wenschen; maar toch is er wel eenige reden tot tevredenheid. Veel is hier samengebracht, dat met'eere genoemd mag worden .Spr. bracht don inzenders daarvoor hulde en ook bracht hij dank aan mr. Slagier, bestuurslid van de Leidsche Kunstvereeniging, en aan den adj.-d.irec- 1 feur van „De Lakenhal", den heer Coert, aan wiens volhardend werken het is te dan ken. dat zulk een keur van schilderijen in voldoend aantal is samengebracht. Ten slotte besprak de heer O. in het kort eenige der inzendingen, in het bijzonder wijzende op die van Kamerlingh Onnes, Verster en andere speciaal Leidsche schil ders. Hij eindigde met den wensch, dal velon zich opgewekt zullen gevoelen de ten toonstelling te bezoeken. Bij dezen laalsten wensch van den heer Overvoorde sluiten wij ons van harte aan en wij wekken gaarne onze 9tadgenooten en de bewoners onzer stadsomgeving op om in een rustig uurtje deze tentoonstelling te bezoeken. Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst te Leiden. Aan de 202de vergadering ging vooraf een kunstbeschouwing van tal van foto's en af beeldingen van gebouwen en interieurs, ver band houdende met het te behandelen on derwerp. De voorzitter opende met een hartelijk welkom aan de aanwezige dames en heeren introducée's en leden, deze laatste vergade ring des jaars. De nolulen werden goed gekeurd. Als spreker Irad voor deze vergadering op de heer Bern. Planjer, binnenhuis architect alhier, die tot onderwerp had gekozen: „In drukken van de Intern. Tentoonstelling van Architectuur en Kunstnijverheid te Parijs" (1925) - aldus deelt de heer Fred A. Wempe ons mede. Deze tentoonstelling had ten doel, had tepminsle oorspronkelijk ten doel. te laten zien den stand van de toegepaste kunsten en de architectuur in Frankrijk, de Fran- sche koloniën en in de Europeesche staten, welke nagenoeg allen aan den oproep van Frankrijk gehoor hadden gegeven. Duitsch- land dal ter elfder ure was uitgenoodigd, had helaas bedankt. Overigens ontbraken slechts Noorwegen, Hongarije. Portugal, Roemenië, Bulgarije on een paar Oostzee- staatjes. Japan en China waren wel verte genwoordigd. Volgens het reglement werden slechts toe gelaten werken „d'une inspiration nouvelle et d'une originalité réelle". Copieën en imi taties van oude stijlen werden geweerd. Toegelaten werden evenmin schilderijen en beeldhouwwerken, voorzoover deze niet een monumentaal of decoratief karakter hadden. Volgens spreker theoretisch du9 een zeer goed opgezet plan. Dat men bij de uitvoering niet altijd een juist begrip heeft gehad van dezen opzet, heeft, zoo zeide de heer Planjer, aan de ten toonstelling wel afbreuk gedaan. Men heeft ook niet steeds de hand gehouden aan het voorschrift dat zoowel de ontwerper als de uilvoerder genoemd moesten worden. Veelal ontbrak de naam van den ontwerper. De al lergrootste fout was volgens spreker, de ge weldige opzet die is uitgedijd tot een finan- cieele onderneming met een ideëel kantje, tot een der attracties van Parijs voor 1925. Londen .had zijn Wembly, Parijs had zijn Kunsttentoonstelling, die als financieele on derneming wel geslaagd is. Er is zelfs een batig saldo. Ook als attractie is ze geslaagd, speciaal voor de Parijzenaats. Duizenden bij duizenden hebben haar bezocht en zeker niet het kleinste deel daarvan, ging er heen om de kermis, die er aan verbonden was en waardoor vanzelf de kunst in het gedrang kwam. Wat óók aan den ideëelen opzet afbreuk heeft gedaan, is 't volgende. Reeds voor den oorlog, had men plannen voor deze tentoon stelling. Met de opleving der kunstnijverheid in de omringende landen, speciaal met die in Duitschland, welke zich manifesteerde op de Keulsche Werkbundtentoonstelling, begon men in Frankrijk te begrijpen dat er iets gedaan moest worden om de Fransche Kunstnijverheid te onttrekken aan de funeste traditie der Lode wijk- en Empire-stijlen. Een groote internationale tentoonstelling waar de Franschen zich konden spiegelen aan het buitenland, dacht men als middel. Toe kwam de oorlog tusschenbeide en daarom had do tentoonstelling dus onder andere omstandigheden plaats. Het is een wedstrijd geworden tusschen de natiën en men zocht het in 't overbluffende, in veel heid, veelal in schijnmoderniteit en schijn- rijkdom. waaraan hoofdzakelijk de Fran sche afdeeling. die de helft besloeg, mank ging. Aan de afbeeldingen aan den wand, kon men volgen hoe vooral de groote magazij nen, .Louvre". „Printemps" e. a., door al maar mooiere paviljoens met veel goud en door de rijkste meubileeringen en uitstallin gen, elkaar trachten te overtreffen, doch ook de architectuur leed aan die kwaal. Dit als inleiding beschouwende, gaf spreker aan de j hand van duidelijke krijlschetsen een over zicht van het geheele expositie-terrein. Uit een commercieel oogpunt was de plaats ge kozen niet buiten, doch juist in 't centrum van Parijs. Zeker, er waren veel moeilijkheden te overwinnen doordat het verkeer langs spoor en ondergrondbaan moest blijven doorgaan, doch het terrein borg alle voorwaarden in zich voor een goed geheel. Alles had in I handen gegeven moeten worden van één be- j kwaam architect en die was in Frankrijk i wel te vinden, doch nu was het een versnip pering en bleek de taak te machtig. Er was nu geen eenheid, er was geen straffe hand die de leiding gaf. In stukken viel de ten- j toonstelling uiteen en vooral viel dit 's avond9 te beseffen. Dan was er het licht, j dat de veelheid van vormen vervaagde en alles meer samenbond. Toch bestond de ten toonstelling niet uit louter leelijks. Er waren mooie en voortreffelijke dingen, maar naar sprekers oordeel, konden deze in 't ver warde geheel niet voldoende tot zijn recht komen. De tentoonstelling omvatte: De architec tuur met décoratieve, beeldhouw- en schil derkunst Het meubel waarbij metaalbewer- 1 king, leder en houtbewerking, textielkunst, glas- en aardewerk; de kunst van het boek en de transportmiddelen De tooi. dus klee- ren, hoeden, byouterieën en parfumerieën. Tooneelkunst en de kunst van straat en tuin en len slotte het onderwijs. Een geweldig arbeidsveld dus. Er waren echter te veel en eindeloos veel voorwerpen die men gerust had weg kunnen laten en die er als 't ware op uit waren, het uitnemende er onder te verbergen. Ook het industrieel uitgevoerde gebruiks voorwerp, waar 't juist om ging miste men, vooral dié voorwerpen, waarbij de machine in toom gehouden wordt door den kunste naar, die medewerkt om het goede gebruiks voorwerp te brengen onder de massa, om ons te verlossen van het*afschuwelijke ba- zargoed. De tegenwoordige kunstnijverheid roert de geest van het volk niet. zoo zeide spre ker, en opmerkelijk is dan ook, dat in die landen waar teruggegaan kan worden tot de volkskunst (Polen, Rusland, Zweden) de scheppingen der kunstenaars meer univer seel, minder exclusief zijn. Zoo propageert een groep verwant aan onze „Stijlgroep" met als aanvoerder Le Corbusier, een architectuur die zuiver geba seerd is op het nuttige, op het noodzakelijke. Een architectuur, een binnenhuiskunst waarbij de vorm is de technisch gebleken noodzakelijkheid evenals dit het geval is bij een locomotief of bij een schakelbord. Zoo werd ook nog het werk van de archi tect Mallet Stevens behandeld en was spre ker aan 't einde van zijn beschouwingen. Van wat de heer Planjer al zoo gezien heeft bij zijn zwerftocht door deze ontzettende chaos van veel schoons en ook van veel minder fraais, gaf de projectielamp een al lerduidelijkste reproductie. De heer Planjer heeft geobserveerd en goed ook, want nage noeg bij ieder gevelproject, bij ieder inte rieur, was hier de vakman aan het woord om toe te lichten en te verklaren, ora te prijzen waar 't verdiend was en te laken waar 't te pas kwam. Vanzelf waren de toe hoorders benieuwd naar zijn bevinding van het Hollandsche paviljoen en waarlijk, toe gelicht en onpartijdig beoordeeld, kon men hier vernemen dat Nederland met het daar geleverde werk van den architect Staal met zijn staf van medewerkers een eereplaats innam. Toen de heer J. A. Verhoog de spreker dankte voor zijn lezing, die getuigde van een zeer scherpen blik bij zijn bezoek aan Parijs, was dit waarlijk wel verdiend. De begrooting 1926 ingediend door den Penningmeester, den heer P. J. Hartevelt werd goedgekeurd. Kasnazieners werden de heeren J. Harmsen en W. Splinter Gz. Er werd een commissie benoemd tot het sa menstellen van een prijsvraag, beslaande uit de heeren P. H. J. v. Oerle. Jan de Quack en A. J. Verhoog. De tijdschriften voor 1926 werden geregeld. De voorzitter sloot met een opwekkend woord bij de scheiding des jaars deze ver gadering. Het Nederl. Leger des Heils. Tweeden Kerstdagmiddag hebben we eens een kijkje genomen in het nieuwe gebouw van het Nederlandsche Leger de-s Heils aan die Beestenmarkt alhier. Dien middag toch werd aan ruim 100 personen een maaltijd aangeboden. En hoezeer dit op prijs werd gesteld, kon men wel zien, het beschrijven gaat bijkans niet Hiermee heeft het Nederl. Leger hier Ier stede zijn eerste groote schreden gezet op het terrein van het lenigen der maatschap pelijke ellende. Reeds geruknen lijd was dit Leger geestelijk bezag, maar nu heeft de vleugelen uitgebreid in ruimen zin, en in ruimen zin zal het nu blijven voorlwerken. Eersten Kerstdag waren een paar Kerst feestdiensten gehouden, tweeden Kerstdag werden meer dan 100 menschen gevoed, ge lijk gezegd en werden '9 avonds nog dien sten gehouden evenals des Zondags. Ter wijl twee Kerstboomen brandden en hun wijding door de aaa-l spreidde, werd eerst gezongen het „Daar ruischt langs Je wol ken"; dan ging de leidster, majoor Kerkho ven voor in gebed en daarop werden de monden in beweging gezel van de veelal vrouwen en kinderen die het lokaaltje ge heel vulden. En hoe "smakelijk werd ex ge- 1 smuld van het in de kazerne toebereide voedsel, waarvoor verlof was verkregen. Stamppot, 'snijboonen met een flink stuk worst, zooveel als men eten kon en nog versnapering na! Hel was een studie op zich zelf, die gezichten le bekijken Veel, veel wordt er toch nog geleden in de onder ste lagen der maatschappij, er valt nog heel wat te lenigen. En daaraan doet dit Leger onder uitnemende leiding veel en het zal nog meer doen, waneer men het daartoe in ie gelegenheid stelt. Goed georganiseerde weldadigheid gaat boven die van een enke ling, dat bedenke men diaarbij ook wel! Gaarne bevelen wij het werken van dit Leger bij onze medeburgprs aan. Kerstgave van het Leger des Heils. De „Graanbeurs" leverde Donderdagavond een zeer bijzonderen aanblik op. De zaal was geheel gevuld, doch ditmaal eens niet met leden van en belangstellenden voor een of andere organisatie, zooals gewoonlijk, maar van mannen, vrouwen en kinderen uit de achterbuurten, uit sloppen en stegen, voor het merendeel in armoedige kleedij, al hadden de meesten er blijkbaar hun best op gedaan er toch nog wal proper uit te zien. Op veler gelaat, vooral van de ouderen, stond zorg en kommer te lezen. Het waren 255 genoodigden met hun huisgenooten van BINNENLAND. Kerstrede van den heer Albarda. Aansluiting van het N. A. S. bij BfoikaV» Broedermoord te Zwolle. Staking van Haagiohe bioscoopmndoL Ernstige vechtpartij van inlanders boord van de „Bengkaüs". BUITENLAND. Nog altijd moeilijkheden over de Fviw* •che financiën. Onderwerping in Marokko. Tsjang-tso-lin herstelt zich en herneemt de onde macht Enkele ernstige spoorwegrampen êv branden. het Leger des Heils, stichting van William Booth. Zij waren door de heilsoldaten uit gezocht om dezen avond een Kerstgave te ontvangen. In een andere localiteit lagen eenige zak ken aardappelen, een aantal vaten zuur kool, stapels pakjes rookspek van V» K.G., pakjes vet van U K.G., idem met keuken- boter van V« K.G., honderden zakjes gevuld met een halfpond suiker, een ons koffie en een ons chocolade, benevens lange rijen groote versche wittebrooden. Op het podium in de zaal stond een groote Kerstboom met schitterende Kersllichtjes en daar omheen zat de Leidsche afdeeling van hel Leger, een muziekkorps, een zangkoor en eenige leiders en leidsters, waarvan aan het hoofd den heer Joe venei, die den diens' leidde. Met bidden en het zingen van Kerst liederen, het lezen en verklaren van he' Kerstverhaal, zooals we het in de Evange liC-n vinden, vlood de avond heen. De heil soldaten hebben er den slag van om ook de armen van geest ontvankelijk te maker voor de bekoring, die er van het Kerstver haal uitgaat. De meesten zongen na eenip aarzelen de eenvoudige wijzen van harte mee. Na een dienst van ruim een uur, had de uitreiking aan de 255 daarvoor in aanmer king komende personen plaats, die met leege zakken en manden waren gekomen en ge vuld er mee weggingen. Van al de genoemde artikelen kreeg ieder zijn of haar portie mee. Deze armen hebben ten minste in de Kerstdagen geen armoede behoeven te lij- den en zelfs nog eenige versnaperingei I kunnen genieten. En wie weet of er niet i velen ook nog een gave hebben kunnen I meenemen van geestelijke waarde, wat even min gering te schatten is. Vrijdag op den Eersten Kerstdag werd er nog driemaal het Kerslfeit herdacht 's mor gens 6 uur, 's middags 12 uur en '9 avondi halfacht en telkens was de goedverwarmde „Graanbeurs" vol. De pachter had, zooals elk jaar. wedei welwillend de zaal er voor afgestaan. Zangdienst in de Hooglandsche Kerk. Onder leiding van ds. Joh. W. Groot Enza- rink werd Zaterdag (Tweeden Kerstdag) in de Hooglandsche Kerk alhier een zeer ge slaagde Zangdienst gehouden. De belang stelling voor dezen dienst wa< zóó groot, dat er te vier uur bij den aanvang geen enkelen plaats meer onbezet was en ook de gangen geen staanplaatsen meer boden, zoodat de deuren moesten worden gesloten Deze bijeenkomst ging uit van de Vereeni ging Wijk VIII der Ned.-Herv. Gemeente Me dewerking verleende mej. Annie Veerenbof (alt-soliste) en de heer G. Grondsma, beiden te Alkmaar. Nadat de aanwezigen gezamenlijk hadden gezongen Gezang 270: „Wat deed uit 's Hemels zalen „O, Heer der Heerlijk-heenl „Op aard U nederdalen? „Uw groote liefde alleen" enz ging ds. Groot Enzerink voor in gebed, speel de de organist, de heer Kooien „Fantasie op Kerstliederen van M. H. van 't Kruys. Door diens keurig spel werden de aanwe zigen ontvankelijk gemaakt voor het Kerst- Evangelie Joh. 1 114, door den predikant voorgelezen. Daarop was de beurt aan mej Veerenbos. Met haar heerlijke altstem zong zij oud-Ne- derlandsche Kerstliederen van Hendrik G. van Oort. waarmede zij haar groot audito rium in verrukking bracht eerst hel even treffend als eenvoudig „Al tusschen os en ezelken" en vervolgens het leedere: „Jezu- ken slaap nu". Ware het gewoonte geweest in een gewijde samenkomst als deze le ap- plaudisseeren, stellig zouden de zangeres lui de toejuichingen te beurt zijn gevallen. De ademlooze stilte, waarmede zij werd aange hoord, zeide echter meer nog dan het krach tigste applaus had kunnen doen. De heer Grondsma droeg vervolgens met zijn mooi en vol slemgeluid, dat de groote ruimte volkomen beheerschte, voor: „Kerst-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1