Nieuwjaarsadvertentiën
50 cent van 1-5 regels
elke regel meer 10 ct.
po. 20182.
MAANDAG 28 DECEMBER
Anno 1925.
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Ook dit jaar stellen wij weder de gelegenheid
open in ons blad van Donderdag 31 December
Nieuwjaarswenschen te plaatsen tegen den p:ijs van
Deze advertentiën kunnen tot Woensdag 30 Dec.
a.s. tot 5 uur des namiddags aan ons bureau aan
geboden worden. De advertentiën welke na dat
tijdstip aangeboden worden, zullen tegen den
gewonen advertentieprijs worden berekend.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD YERTENTIEN
80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Qeuie Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdag» 60 Cts.. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cta. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor
Olreetie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postehèque- en Girodienst No. 57055 Postbus Mo. 54
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 8 maanden ƒ2.35, per week ..ttmiim** 018.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week ,...TT >,0.18,
Franco per post 2.35 portokosten.
9K nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
BBRXGIi 'J?.
Wij verzoeken den abonné's^mzen
loopers, die ook dit jaar weder Nieuw
jaar komen wenschen, dezen geen
gehoor te geven tijdens het bezorgen
van ons Blad, ten einde de bezorging
niét te vertragen.
DE DIRECTIE.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken visch winkel,
Ylnchmarkt 18, tel. 1225 is Dinsdag ver
krijgbaar: SCHELVISCH a f 0.15—f 0.26 en
(JEU. KABELJAUW a f 0.20 per pond.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Lelden, 28 December 1925. 8607
C. H. Kouw. f
Eersten Kerstdag is in het Diaconessen-
>uis, waar hij geruimen tijd werd verpleegd,
cp bijna 82-j«axig,en leeftijd overleden de
heer C. H. Kouw, geponsionneerd instru
mentmaker aan de Sterrenwacht alhier,
welke betrekking hij gedurende meer dan
4S jaar vervulde.
DE DIRECTIE.
als Mijikt, verscheidene bekende Leidsche
namen.
Omtrent het beaoek aan scliilderijenten-
toonslelilingen zrijm wij hier niet verwend;
het is voor de echte kunstvrienden, die zich
er voor interesseeren, wel eens om er moe
deloos onder te worden. Doch deze lentoon-
wij, niettegenstaande
iDe heer Kouw was een pionier in de Ne- stelling voorspellen
derlamdsche arbeidersbeweging, met den j dit, een: druk beaoek.
heer Heldt en anderen.oprichter van hel 1 Donderdagnaimddjag werd zij in intiamen
Nederlandsch Werkliedenverbond, dat zioh I kring iq, tegenwoordigheid van een
aantal
ten slotte in den Vrijz.-Dem. Bond oploste.
Ook was hij vele jaren lad van het bestuur
van de Vereeniging „Eigen Hulp". Van het
Studiefonds dezer Vereeniging was hij nog
rk.-bcskuurderevenals van de Vereeoiii-
ging tot bevordering der Zondagsrust.
De heer Kouw, die tot voor koTben tijd
nog in het volle openbare leven slond, ge-
voeWe zich vcoral door de politiek aange
trokken.
Op zijn 70s ten verjaardag is hij benoemd
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
De ter-aarde-bestelling zaJ geschieden
Dinsdagmorgen om elf uur op de begraaf
plaats der Ned.-Herv. Gem. ..Rhijnhof", te
Oegsbgeest.
Stedelijk Museum „De Lakenhal".
Tentoonstelling van moderne
schilderkunst.
Door samenwerking van het bestuur van
het Stedelijk Museum „De Lakenhal" met
de wieder herleefde Leidsche Kunstvereemi-
ging is het gelukt een even eigenaardige als
interessante tentoonstelling van moderne
sc hi liderkunst in de, kunstzalen van het Ste
delijk Museum „De Lakenhal" te openen,
welke (evens een min <©f meer duidelijk
beeld geeft van de belangstelling in de
schilderkunst in onze gemeente en omge
ving.
Het is nl den gezamenlijken besturen ge
lukt er bijeen te brengen een 50-tal schilde
rijen. edsen, teekeningen, en portretten uit
particulier bezit te Leiden en naaste om
géving. De verzameling is natuurlijk niet
volledig.
De besturen kennen niet iederen j>articu-
lier, die in het bezit is van een of meer
waardevolle schilderijen, en dit in aanmer
king genomen mag men tevreden zijn over 't
verkregen resultaat, niet alleen wat betreft
de quantiteit, maar ook wat de qualiteit van
hot tentoongestelde werk aangaat. En wat
deze tentoonstelling te meer belangwekkend
doet zijn, is het feit, dat er veel werk van
Leidsche schilders op aangetroffen wordt.
Bovenaan staat ook in dit opzicht de in
zending van de familie Kamerlingh Onnes,
Oegstgeest, bestaande uit een tiental wer
ken van den schilder wijlen M. Kamerlingh
Onnes, waaronder een zelfportret en por-
retten van de moeder van den schilder,
van mevrouw V. en van prof. Lorentz. Ver
der ..Valsche weelde". ..Voorjaar". .Zomer"
en ..Zomernacht", uil welke werken de
kunst mn dezen te vroeg geslorven meesier
voldoende gekend wordt.
Van een tweeden, mede zeer bekend
Leidsch schilder, Floris Verster, vindt men
er vijf doeken, waarvan vier door de familie
Kamerlingh Onnes zijn afgestaan en één
door den heer H. J. Jesse Vele Leidenaars
zal het „Gezicht op he' Oude Vreewijk" bij
zonder inleresseeren. Behalve een andere
landschapstudie, za'l men van eenige stu
dies van bloemen kunnen genieten.
Verder treft men er van diverse eigena
ren hier in de volgorde op den catalages
vermelde werken aan van Theophile de
Bock, W. Roelofs, J Voorman, A. Mauve,
J S. Kever. Suze BisschopRobertson. Jo-
zelf Israels. M. v. d. Valk, C. v. d. Windt,
Chr. v. d. Windt. L. v. d. Windt. Is. Israels,
J. A. Zandleven, A. O. van Eek, W. H. van
der Nat, J. Zoetelief Tromp. J. Toorop, H J.
Iiawerman. W. A van Konijnenburg, G J.
H. van Poggenbeek. G. H Breilner, M.
Neuhuis, P. de Josselin de Jong, H. A. van
Daalhoff ,en L, v. <L Vlist waaronder, zoo-
genooddgden en inzenders geopend mei een
korte rede van don directeur van het Stede-
1 lijk Museum, mr. do*. J. C. Overvoorde, die#
opmerkte, dat reeds veile jaren het plan be-
j slond om een tentoonstelling als deze te
j houden. Door verschillende omstandigheden
I werd echter uitvoering er van vertraagd.
In samenwerking met de Leidsche Kunst-
véreeniging en welwiUenden steun van den
j Leidschen Kunsthandel kon eindelijk het
I plan tot verwezenlijking worden gebracht.
I Het belang er van werd door spr. in het
j kort aangegeven. In verschillende zaken op
I het gebied van handel en nijveriieid bijv.
I stelt de bevolking belang, maar voor de
kunst, met name voor de schilderkunst, we
len de tegenwoordige bewoners van het land
van Rembrandt niet veel. Een van sprekers
voorgangers heeft als directeur van het Mu
seum getracht belangstelling er voor te
i wekken, wat op een débade is uitgdoopen.
Thans is ook nog wel niet bereikt, wat
men wel zou wenschen; maar toch is er
wel eenige reden tot tevredenheid. Veel is
hier samengebracht, dat met'eere genoemd
mag worden .Spr. bracht don inzenders
daarvoor hulde en ook bracht hij dank aan
mr. Slagier, bestuurslid van de Leidsche
Kunstvereeniging, en aan den adj.-d.irec-
1 feur van „De Lakenhal", den heer Coert,
aan wiens volhardend werken het is te dan
ken. dat zulk een keur van schilderijen in
voldoend aantal is samengebracht.
Ten slotte besprak de heer O. in het kort
eenige der inzendingen, in het bijzonder
wijzende op die van Kamerlingh Onnes,
Verster en andere speciaal Leidsche schil
ders. Hij eindigde met den wensch, dal
velon zich opgewekt zullen gevoelen de ten
toonstelling te bezoeken.
Bij dezen laalsten wensch van den heer
Overvoorde sluiten wij ons van harte aan
en wij wekken gaarne onze 9tadgenooten en
de bewoners onzer stadsomgeving op om
in een rustig uurtje deze tentoonstelling te
bezoeken.
Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst
te Leiden.
Aan de 202de vergadering ging vooraf een
kunstbeschouwing van tal van foto's en af
beeldingen van gebouwen en interieurs, ver
band houdende met het te behandelen on
derwerp.
De voorzitter opende met een hartelijk
welkom aan de aanwezige dames en heeren
introducée's en leden, deze laatste vergade
ring des jaars. De nolulen werden goed
gekeurd.
Als spreker Irad voor deze vergadering op
de heer Bern. Planjer, binnenhuis architect
alhier, die tot onderwerp had gekozen: „In
drukken van de Intern. Tentoonstelling van
Architectuur en Kunstnijverheid te Parijs"
(1925) - aldus deelt de heer Fred A. Wempe
ons mede.
Deze tentoonstelling had ten doel, had
tepminsle oorspronkelijk ten doel. te laten
zien den stand van de toegepaste kunsten
en de architectuur in Frankrijk, de Fran-
sche koloniën en in de Europeesche staten,
welke nagenoeg allen aan den oproep van
Frankrijk gehoor hadden gegeven. Duitsch-
land dal ter elfder ure was uitgenoodigd,
had helaas bedankt. Overigens ontbraken
slechts Noorwegen, Hongarije. Portugal,
Roemenië, Bulgarije on een paar Oostzee-
staatjes. Japan en China waren wel verte
genwoordigd.
Volgens het reglement werden slechts toe
gelaten werken „d'une inspiration nouvelle
et d'une originalité réelle". Copieën en imi
taties van oude stijlen werden geweerd.
Toegelaten werden evenmin schilderijen
en beeldhouwwerken, voorzoover deze niet
een monumentaal of decoratief karakter
hadden. Volgens spreker theoretisch du9 een
zeer goed opgezet plan.
Dat men bij de uitvoering niet altijd een
juist begrip heeft gehad van dezen opzet,
heeft, zoo zeide de heer Planjer, aan de ten
toonstelling wel afbreuk gedaan. Men heeft
ook niet steeds de hand gehouden aan het
voorschrift dat zoowel de ontwerper als de
uilvoerder genoemd moesten worden. Veelal
ontbrak de naam van den ontwerper. De al
lergrootste fout was volgens spreker, de ge
weldige opzet die is uitgedijd tot een finan-
cieele onderneming met een ideëel kantje,
tot een der attracties van Parijs voor 1925.
Londen .had zijn Wembly, Parijs had zijn
Kunsttentoonstelling, die als financieele on
derneming wel geslaagd is. Er is zelfs een
batig saldo. Ook als attractie is ze geslaagd,
speciaal voor de Parijzenaats. Duizenden
bij duizenden hebben haar bezocht en zeker
niet het kleinste deel daarvan, ging er heen
om de kermis, die er aan verbonden was en
waardoor vanzelf de kunst in het gedrang
kwam.
Wat óók aan den ideëelen opzet afbreuk
heeft gedaan, is 't volgende. Reeds voor den
oorlog, had men plannen voor deze tentoon
stelling. Met de opleving der kunstnijverheid
in de omringende landen, speciaal met die
in Duitschland, welke zich manifesteerde
op de Keulsche Werkbundtentoonstelling,
begon men in Frankrijk te begrijpen dat er
iets gedaan moest worden om de Fransche
Kunstnijverheid te onttrekken aan de funeste
traditie der Lode wijk- en Empire-stijlen.
Een groote internationale tentoonstelling
waar de Franschen zich konden spiegelen
aan het buitenland, dacht men als middel.
Toe kwam de oorlog tusschenbeide en
daarom had do tentoonstelling dus onder
andere omstandigheden plaats. Het is een
wedstrijd geworden tusschen de natiën en
men zocht het in 't overbluffende, in veel
heid, veelal in schijnmoderniteit en schijn-
rijkdom. waaraan hoofdzakelijk de Fran
sche afdeeling. die de helft besloeg, mank
ging.
Aan de afbeeldingen aan den wand, kon
men volgen hoe vooral de groote magazij
nen, .Louvre". „Printemps" e. a., door al
maar mooiere paviljoens met veel goud en
door de rijkste meubileeringen en uitstallin
gen, elkaar trachten te overtreffen, doch ook
de architectuur leed aan die kwaal. Dit als
inleiding beschouwende, gaf spreker aan de j
hand van duidelijke krijlschetsen een over
zicht van het geheele expositie-terrein. Uit
een commercieel oogpunt was de plaats ge
kozen niet buiten, doch juist in 't centrum
van Parijs.
Zeker, er waren veel moeilijkheden te
overwinnen doordat het verkeer langs spoor
en ondergrondbaan moest blijven doorgaan,
doch het terrein borg alle voorwaarden in
zich voor een goed geheel. Alles had in I
handen gegeven moeten worden van één be- j
kwaam architect en die was in Frankrijk i
wel te vinden, doch nu was het een versnip
pering en bleek de taak te machtig. Er was
nu geen eenheid, er was geen straffe hand
die de leiding gaf. In stukken viel de ten- j
toonstelling uiteen en vooral viel dit
's avond9 te beseffen. Dan was er het licht, j
dat de veelheid van vormen vervaagde en
alles meer samenbond. Toch bestond de ten
toonstelling niet uit louter leelijks. Er waren
mooie en voortreffelijke dingen, maar naar
sprekers oordeel, konden deze in 't ver
warde geheel niet voldoende tot zijn recht
komen.
De tentoonstelling omvatte: De architec
tuur met décoratieve, beeldhouw- en schil
derkunst Het meubel waarbij metaalbewer- 1
king, leder en houtbewerking, textielkunst,
glas- en aardewerk; de kunst van het boek
en de transportmiddelen De tooi. dus klee-
ren, hoeden, byouterieën en parfumerieën.
Tooneelkunst en de kunst van straat en tuin
en len slotte het onderwijs. Een geweldig
arbeidsveld dus. Er waren echter te veel en
eindeloos veel voorwerpen die men gerust
had weg kunnen laten en die er als 't ware
op uit waren, het uitnemende er onder te
verbergen.
Ook het industrieel uitgevoerde gebruiks
voorwerp, waar 't juist om ging miste men,
vooral dié voorwerpen, waarbij de machine
in toom gehouden wordt door den kunste
naar, die medewerkt om het goede gebruiks
voorwerp te brengen onder de massa, om
ons te verlossen van het*afschuwelijke ba-
zargoed.
De tegenwoordige kunstnijverheid roert
de geest van het volk niet. zoo zeide spre
ker, en opmerkelijk is dan ook, dat in die
landen waar teruggegaan kan worden tot de
volkskunst (Polen, Rusland, Zweden) de
scheppingen der kunstenaars meer univer
seel, minder exclusief zijn.
Zoo propageert een groep verwant aan
onze „Stijlgroep" met als aanvoerder Le
Corbusier, een architectuur die zuiver geba
seerd is op het nuttige, op het noodzakelijke.
Een architectuur, een binnenhuiskunst
waarbij de vorm is de technisch gebleken
noodzakelijkheid evenals dit het geval is
bij een locomotief of bij een schakelbord.
Zoo werd ook nog het werk van de archi
tect Mallet Stevens behandeld en was spre
ker aan 't einde van zijn beschouwingen.
Van wat de heer Planjer al zoo gezien heeft
bij zijn zwerftocht door deze ontzettende
chaos van veel schoons en ook van veel
minder fraais, gaf de projectielamp een al
lerduidelijkste reproductie. De heer Planjer
heeft geobserveerd en goed ook, want nage
noeg bij ieder gevelproject, bij ieder inte
rieur, was hier de vakman aan het woord
om toe te lichten en te verklaren, ora te
prijzen waar 't verdiend was en te laken
waar 't te pas kwam. Vanzelf waren de toe
hoorders benieuwd naar zijn bevinding van
het Hollandsche paviljoen en waarlijk, toe
gelicht en onpartijdig beoordeeld, kon men
hier vernemen dat Nederland met het daar
geleverde werk van den architect Staal met
zijn staf van medewerkers een eereplaats
innam.
Toen de heer J. A. Verhoog de spreker
dankte voor zijn lezing, die getuigde van
een zeer scherpen blik bij zijn bezoek aan
Parijs, was dit waarlijk wel verdiend.
De begrooting 1926 ingediend door den
Penningmeester, den heer P. J. Hartevelt
werd goedgekeurd. Kasnazieners werden de
heeren J. Harmsen en W. Splinter Gz. Er
werd een commissie benoemd tot het sa
menstellen van een prijsvraag, beslaande
uit de heeren P. H. J. v. Oerle. Jan de
Quack en A. J. Verhoog. De tijdschriften
voor 1926 werden geregeld.
De voorzitter sloot met een opwekkend
woord bij de scheiding des jaars deze ver
gadering.
Het Nederl. Leger des Heils.
Tweeden Kerstdagmiddag hebben we eens
een kijkje genomen in het nieuwe gebouw
van het Nederlandsche Leger de-s Heils aan
die Beestenmarkt alhier. Dien middag toch
werd aan ruim 100 personen een maaltijd
aangeboden. En hoezeer dit op prijs werd
gesteld, kon men wel zien, het beschrijven
gaat bijkans niet
Hiermee heeft het Nederl. Leger hier Ier
stede zijn eerste groote schreden gezet op
het terrein van het lenigen der maatschap
pelijke ellende. Reeds geruknen lijd was dit
Leger geestelijk bezag, maar nu heeft de
vleugelen uitgebreid in ruimen zin, en in
ruimen zin zal het nu blijven voorlwerken.
Eersten Kerstdag waren een paar Kerst
feestdiensten gehouden, tweeden Kerstdag
werden meer dan 100 menschen gevoed, ge
lijk gezegd en werden '9 avonds nog dien
sten gehouden evenals des Zondags. Ter
wijl twee Kerstboomen brandden en hun
wijding door de aaa-l spreidde, werd eerst
gezongen het „Daar ruischt langs Je wol
ken"; dan ging de leidster, majoor Kerkho
ven voor in gebed en daarop werden de
monden in beweging gezel van de veelal
vrouwen en kinderen die het lokaaltje ge
heel vulden. En hoe "smakelijk werd ex ge- 1
smuld van het in de kazerne toebereide
voedsel, waarvoor verlof was verkregen.
Stamppot, 'snijboonen met een flink stuk
worst, zooveel als men eten kon en nog
versnapering na! Hel was een studie op
zich zelf, die gezichten le bekijken Veel,
veel wordt er toch nog geleden in de onder
ste lagen der maatschappij, er valt nog heel
wat te lenigen. En daaraan doet dit Leger
onder uitnemende leiding veel en het zal
nog meer doen, waneer men het daartoe in
ie gelegenheid stelt. Goed georganiseerde
weldadigheid gaat boven die van een enke
ling, dat bedenke men diaarbij ook wel!
Gaarne bevelen wij het werken van dit
Leger bij onze medeburgprs aan.
Kerstgave van het Leger des Heils.
De „Graanbeurs" leverde Donderdagavond
een zeer bijzonderen aanblik op. De zaal
was geheel gevuld, doch ditmaal eens niet
met leden van en belangstellenden voor een
of andere organisatie, zooals gewoonlijk,
maar van mannen, vrouwen en kinderen
uit de achterbuurten, uit sloppen en stegen,
voor het merendeel in armoedige kleedij,
al hadden de meesten er blijkbaar hun best
op gedaan er toch nog wal proper uit te
zien. Op veler gelaat, vooral van de ouderen,
stond zorg en kommer te lezen. Het waren
255 genoodigden met hun huisgenooten van
BINNENLAND.
Kerstrede van den heer Albarda.
Aansluiting van het N. A. S. bij BfoikaV»
Broedermoord te Zwolle.
Staking van Haagiohe bioscoopmndoL
Ernstige vechtpartij van inlanders
boord van de „Bengkaüs".
BUITENLAND.
Nog altijd moeilijkheden over de Fviw*
•che financiën.
Onderwerping in Marokko.
Tsjang-tso-lin herstelt zich en herneemt
de onde macht
Enkele ernstige spoorwegrampen êv
branden.
het Leger des Heils, stichting van William
Booth. Zij waren door de heilsoldaten uit
gezocht om dezen avond een Kerstgave te
ontvangen.
In een andere localiteit lagen eenige zak
ken aardappelen, een aantal vaten zuur
kool, stapels pakjes rookspek van V» K.G.,
pakjes vet van U K.G., idem met keuken-
boter van V« K.G., honderden zakjes gevuld
met een halfpond suiker, een ons koffie en
een ons chocolade, benevens lange rijen
groote versche wittebrooden.
Op het podium in de zaal stond een groote
Kerstboom met schitterende Kersllichtjes en
daar omheen zat de Leidsche afdeeling van
hel Leger, een muziekkorps, een zangkoor
en eenige leiders en leidsters, waarvan aan
het hoofd den heer Joe venei, die den diens'
leidde. Met bidden en het zingen van Kerst
liederen, het lezen en verklaren van he'
Kerstverhaal, zooals we het in de Evange
liC-n vinden, vlood de avond heen. De heil
soldaten hebben er den slag van om ook
de armen van geest ontvankelijk te maker
voor de bekoring, die er van het Kerstver
haal uitgaat. De meesten zongen na eenip
aarzelen de eenvoudige wijzen van harte
mee.
Na een dienst van ruim een uur, had de
uitreiking aan de 255 daarvoor in aanmer
king komende personen plaats, die met leege
zakken en manden waren gekomen en ge
vuld er mee weggingen. Van al de genoemde
artikelen kreeg ieder zijn of haar portie
mee. Deze armen hebben ten minste in de
Kerstdagen geen armoede behoeven te lij-
den en zelfs nog eenige versnaperingei
I kunnen genieten. En wie weet of er niet
i velen ook nog een gave hebben kunnen
I meenemen van geestelijke waarde, wat even
min gering te schatten is.
Vrijdag op den Eersten Kerstdag werd er
nog driemaal het Kerslfeit herdacht 's mor
gens 6 uur, 's middags 12 uur en '9 avondi
halfacht en telkens was de goedverwarmde
„Graanbeurs" vol.
De pachter had, zooals elk jaar. wedei
welwillend de zaal er voor afgestaan.
Zangdienst in de Hooglandsche Kerk.
Onder leiding van ds. Joh. W. Groot Enza-
rink werd Zaterdag (Tweeden Kerstdag) in
de Hooglandsche Kerk alhier een zeer ge
slaagde Zangdienst gehouden. De belang
stelling voor dezen dienst wa< zóó groot, dat
er te vier uur bij den aanvang geen enkelen
plaats meer onbezet was en ook de gangen
geen staanplaatsen meer boden, zoodat de
deuren moesten worden gesloten
Deze bijeenkomst ging uit van de Vereeni
ging Wijk VIII der Ned.-Herv. Gemeente Me
dewerking verleende mej. Annie Veerenbof
(alt-soliste) en de heer G. Grondsma, beiden
te Alkmaar.
Nadat de aanwezigen gezamenlijk hadden
gezongen Gezang 270:
„Wat deed uit 's Hemels zalen
„O, Heer der Heerlijk-heenl
„Op aard U nederdalen?
„Uw groote liefde alleen" enz
ging ds. Groot Enzerink voor in gebed, speel
de de organist, de heer Kooien „Fantasie op
Kerstliederen van M. H. van 't Kruys.
Door diens keurig spel werden de aanwe
zigen ontvankelijk gemaakt voor het Kerst-
Evangelie Joh. 1 114, door den predikant
voorgelezen.
Daarop was de beurt aan mej Veerenbos.
Met haar heerlijke altstem zong zij oud-Ne-
derlandsche Kerstliederen van Hendrik G.
van Oort. waarmede zij haar groot audito
rium in verrukking bracht eerst hel even
treffend als eenvoudig „Al tusschen os en
ezelken" en vervolgens het leedere: „Jezu-
ken slaap nu". Ware het gewoonte geweest
in een gewijde samenkomst als deze le ap-
plaudisseeren, stellig zouden de zangeres lui
de toejuichingen te beurt zijn gevallen. De
ademlooze stilte, waarmede zij werd aange
hoord, zeide echter meer nog dan het krach
tigste applaus had kunnen doen.
De heer Grondsma droeg vervolgens met
zijn mooi en vol slemgeluid, dat de groote
ruimte volkomen beheerschte, voor: „Kerst-