Kalender! Het Foto-Mysterie No. 20159. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 November Derde Blad. Anno 1925. De „Foire aux Croütes''. UIT RUSLA1VD. AP0THEKER5DIJK-27' FEUILLETON. BUITENL. WEEKOVERZICHT, Locarno wordt geteekend Koningin Alexandra f De Fransche crisis Waar- cm sovjet-Rnsland tegen Locarno? Europa's in vloed in Azië aan het ver dwijnen. Met Locarno is het in orde. Op 1 Dec. zal te Londen de ratificatie plaats hebben, daaraan kan moeilijk worden getwijfeld, nu de Duitsche Rijksdag in meerderheid zich daarvoor heeft uitgesproken. Het laat ste redmiddel, door de Duitsch-nafcionalen aangegrepen, n.l. de bewering, dat voor aannemen ten 2/3 meerderheid noodig was, is heel logisch terzijde geschoven en even min heeft fuooes gehad een poging ora het toetreden tot den Volkenbond uit te stellen, waardoor van Locarno immers ook niets was gekomen, daar beide onafwendbaar aan elkaar zijn verbonden. Van Duitsch-natio- nale zijde heeft men tenslotte zelfs niet ge schroomd Stresemann een landverrader" te noemen, daarmee oproepend de booze geesten, waaraan Rathenau ten offer i3 ge vallen. 't Is eens weer een der bewijzen van de verwording der politiek te meer. In- droevig! De feestelijkheden, waarmee do ratifica tie zou gepaard gaan, zijn echter afgelast. Dit tengevolge van het overlijden van een ware Koningsvrouwe, do moeder van don huidigen koning, Alexandra, die zich in het hart van het Engelsche volk, zonder onder scheid van rang, stand of politieke kleur, een eerozuil heeft veroverd, tengevolge van haar staan temidden van dat volk, niet hoog zich plaatsend daar boven. Feestelijkheden ©p haar verjaardag, 1 Dec. zou zij 81 jaar zijn geworden, hadden niet gepast bij het nationale verlies, door Engeland geleden. Een droeve samenloop der dingen, want Locarno belooft overigens wel een mijlpaal te worden in de geschiedenis dezer tijden. Zoo de geest van Locarno doorwerkt, kan men spreken vanvan Locarno begint de victorie De onderteekenaars te Locarno zullen ook to Londen komen, om door het zetten van hun naam het verdrag definitief levens vatbaarheid te geven. Alleen Mussolini zal ontbreken. Het komen boven do Alpen blijft voor hem gevaarlijk en zijn ontvangst zou verre van hartelijk zijn in een land, ,.dat de vrijheid lief heeft, voor wie het Britons never will be slaves" meer is dan een ijdele leus. Voor Briand zal do komst echter moeilijk zijn, daar de inwendige cri sis in Erankrijk of niet of nauwelijks zal zijn opgelost. Ook daar is een politieko ver wording aan den dag gekomen, als bijkans niet te geloovcn is. Het land is aan gevaren blootgesteld als niet zijn te overzien, ge varen van inflatie etc.. Alleen een snel cn krachtdadig optreden kan deze afwenden. In plaats daarvan echter allerlei partij- en persoonsbelangen en belangetjes Painlevé's ministerie is ten val gebracht in de Kamer, doordat steeds meer afgevaar digden het Kartel den rug toekeerden. Ver bazen deed het niet, men zag het aanko men. Direct wer<J Briand aangezocht een ministerie te vormen, een soort concentra tie-kabinet, doch voor hem was de tijd nog niet rijp. Hij bedankte. Toen volgde Dou- mer, wiens politiek verleden werd opge rakeld'hij is een socialistische afvallige en Het- zich door rechts als tegencandidaat stellen voor het presidentschap in strijd met Fallières, een 20 jaar geleden, zij het zonder succe9 en daarom geen kans had. Toen scheen Herriot de redder in den nood, maar per slot van rekening lieten de so cialisten hem in den steek en ook hij ver dween van liet toonecl. Daarop is men tot Briand teruggekeerd en het laat zich aan zien, dat thans voor hem het moment is aangebroken tot het vormen van ècn uit# heb middenblok samengestelde regcering. Welke hot evenwel allesbehalve gemakke lijk zal hebben, bestookt van rechts ea links, zoodat een lang leven ook zoo'n kabi net niet beschoren lijkt. Doch wanneer handhaafde zich in Frankrijk een regeering lang? Niet te eontroleeren geruchten spre ken van Putsch-plannen van links en van gevormde facistisclie benden, gekleed in 't blauw. Het schijnt ons vooralsnog overdre ven, maar dat spoedig ingrijpen noodzake lijk ia, lijdt geen twijfel. Al lager zakt de franc 1 Briand zelf «al thans buitcnl. zaken echter niet laten varen Van Russische zijde volhardt men er bij om Locarno als legen de sovjets gericht te kwalificeercn, alle tegensraak van Duit sche, Engelsche, Fransohe zijde ten spijt. En van één standpunt uit bezien, hebben de sovjets gelijk. Locarno biedt Europa d e kans om uit het moeras te kornen, zoo men er gebruik van weet te maken. Doet men dit, dan treedt voor geheel West-Europa in een periode van vredes-verzoening, van „Aufklarung". En dat druischl in tegen het sovjet-belang, dat immers in Europa alleen maar gedijen kan in ellende en onrust. Het schijnt, dat Tsjitsjerin thans nog een laatste poging wil doen om de in menig opzicht uileenloopende belangen van Engeland en Frankrijk legen elkaar uit te spelen; van- daar zijn bezoek aan Frankrijk. Doch de j gemeenschappelijke belangen, vooral daar, I waar het bolsjewisme al zijn krachten geeft, en niet zonder resultaat, zullen o.i. het nog wel winnen, zoodat we Tsjitsjerin weinig kans geven. Die gemeenschappelijke heian- gen zijn gelegen buiten Europa, speciaal in 1 Azië, cn vandaar ook de komst van den nieuwen Hoogen Commissaris van Syrië, de Jouvenel, naar Londen. Het gaat den bolsjewisten in dat wereld- deel niet slecht. Handig gebruiken zij de internationalisten pur sang, het nationalis me om eigen zaak te dienen, o, contra Jiefio in terminis. Turkije durft, dank zij hun I steun want daarop kunnen de Turken rekenen tegenover Engeland een zeer fermen loon aanslaan wat Mosoel betreft, wel wetend, dat John Buil eerst in de uiter ste noodzakelijkheid tot wapengeweld zal durven overgaan, waar hij in Brilsch-Indië zich niet safe gevoelt. Zoo wordt het prestige van deze Westersche mogendheid onder mijnd. Het verzet der Druzen in Syrië, dat van veel grooteren omvang is dan dc offi- cieele Fransohe berichten het willen doen voorkomen heet het niet, dat al onder handeld wordt over Syrië's onafhankelijk heid met Fransche voorkeur-verdragen? schaadt Frankrijk's positie. Ook in Noord- Afrika. En ook daar steunen de bolsjewisten de nationalistische beweging, voor zoover zij kunnen. Dringend gewenscht is daarom een Engclsch-Fransch samengaan! En in China gaat het den .bolsjewisten eveneens naar den vleeze. De macht van Tsang-lso-lin is aan het tanen, die van den z.g. Christen-generaal Feng, die met de bol sjewisten sympathiseert, wint veld. De douane-conlerenlie te Peking is een soort slag in de lucht, waarom China zich bitter weinig bekommert. China voelt, dat het vanzelf in den schoot zullen vallen al dc vruchten, waarover thans op die conferentie nog wordt gestreden en die nu te verwer ven zijn tegen zekere vergoeding. Europa's macht buiten 't eigen wereld deel neemt zienderoogen af. En aan de overzij van den Oceaan ziet Uncle Sam genoeglijk toe, hoe door twist en tweedracht zijn macht groeit cn bloeit. - In den goeden ouden tijd toen Monlmartre nog Montmartre was, d. w. z. het eenige en waarachtige kunstenaars-centrum van Pa rijs, toen daar nog werkelijk kunstenaars- vreugde heerschte, werkelijk kunstenaars- leed geleden werd, toen was een van de vele karakteristieke kunstenaars-eigenschap pen daar ook de kunstenaars-arraoedc. Groote mannen worden altijd miskend door haar eigen tijdgenoolen dat is een bekende waarheid. Maar daarom is het om gekeerde nog niet altijd waar, cn is ieder door zijn eigen tijdgenoolen niet-gewaar- deerd schilder daarom een groot man. Dit denkt echter gaarne ieder schilder, die geen succes heeft. „De menschcn begrijpen mijn werk niet, ze zijn er nog niet rijp voor 1 Wacht maar eens lot over honderd, twee honderd jaar dan zullen kunstkenners elkaar mijn werk betwisten bij opbodI" En. zoo dachten vele van al die niet-gewaardcer- de Montmartre-schilders, en leden armoe met frotsch opgeheven hoofd, leden de gróótste armoe soms, hadden nauwelijks geld om hun atclicr-huur le betalen, hadden schuld bij bakker, slager, kroegbaas en vrinden. Op een goeden dag echter kreeg een zeer hongerig Monlmartreschilder den moed om deze dingen met een practischen blik onder do oogen te zien. En hij kwam tot dit resul taat. Hij riep zijn kunstbroeders bij elkaar, en zetten hun uiteen, dat het dwaasheid was om honger te lijden uit kunstenaars-trots. Dat het dwaasheid was le wachten op de waardccring van de enkele grooten onder dc tijdgenoolen. Dat een kunstenaar nederig hoorde to zijn, en zich niet te hoog moest achten om met zijn werken te gaan tot de eenvoudigen van geest, tot „de mcnschen van de straat", omdat er onder die „men- schen- van dc straat" wel onbewuste ele - menten konden schuilen, wier waardecring een band kon vormen tusschcn hen, kunste naars van heden, en de toekomende tijden van algehééle waardecring en volkomen be grijpen. En dus, zoo besloot hij zijn beschou wingen, laten wij kunstenaars in alle nede righeid en in allen eenvoud onze werken gaan vertoonen aan het volk, het publiek, aan het doodgewone, allcdaagsche straatpu bliek. Uit deze en dergelijke theoretische over wegingen was het, dat eindelijk practisch het initiatief genomen werd (ot dc eerste schildcrijcn-markt op Montmartre, die de kunstenaars, om toch vooral ook aan het publiek hun absolute nederigheid le tooncn, gedoopt hatlden tot de „Foire aux croütes", „Korslenmarkt" zou het woord vertaald lui den, want oen croüte, een korst, is een schildersterm voor een slecht schilderij. En zoo nederig als de betiteling was, zoo nederig was ook dc uilvoering. Op een van de karakteristieke Monlmarlre-plcintjes, de Place Constantin Pccqueur, daar groepeer den dc schilders zich op een goeden dag möt hun schilderijen, die ze ophingen zoo maar tegen de hoornen van het pleintje, zoo maar tegen dc huizen, zoo maar tegen het hek van den métro-ingang; of die ze ook wel zoo maar plat op den grond legden, bedekt met een paar steenen aan de vier hoeken (tegen het wegwaaien), lün als nederige marktkra mers stelden ze zich naast hun „koopwaar" op on wachtten af. Het geheel leverde inderdaad een pitto reske, een zeer bohöme-aehlige en een zeer ongewone aanblik op. En natuurlijk was de toeloop groot, na tuurlijk trokken ze veel publiek lot zich. Nieuwsgierigen vooral, kijkers. Maar toch ook, precies zooals ze eigenlijk wel gedacht (cn gchóópt!) hadden, waren er onder die kijkers ook enkele koopers. Wat een bewijs was voor de schilders, die verkochten, dat er onder liet groote, bêle, achterlijke publick toch wel enkele begrijpende zielen scholen, voorboden van een glorierijke toekomst. En dan vonden ze het natuurlijk toch ook wel een beetjo aangenaam, dat die waardeering, uitgedrukt werd in eenfge zeer nuchtere, ba nale, doodgewone francs, die hen in staat zenden stellen om le vuldoen aan ecnigc zeer nuchtere en banale, maar zeer nood zakelijke allcdaagsche behoeften, zooals daar is bijvoorbeeld de behoefte van broodkoopen, een biefstukje, een kop koffie, een glas wijn. En dan de atelier-huur, die betaald moet worden, zoolang de eigenaar van dat atelier niet voldoende kunst-waardeerihg bezit om liet gratis" af te staan aan de kunstenaars der toekomst! Zoo ontstond de Montmarlresche „Foire aux Croütes". Want die eerste schilderijen- markt werd weldra gevolgd door een tweede, die tweede door een derde. En ten slotte wisten de schilders van Montmartre niet be ter of het hoorde zoo, dat je op straat je schilderijen tentoonstelde en verkocht, zoo als andere marktkramers hun polten en pan nen uitstallen en verkoopen aan de voorbij gangers. Ten slotte was de „Foire aux croütes" één geworden met Montmartre, hóórde er bij, kreeg mèt Monlmartre mee haar wereldberoemdheid. Leest er uw Bae deker maar eens op na in het Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch of SpaaCJch, dat doet er niet toel Gevolg: zelfs vanuit Amerika, o vooièl vanuit Amerika kwamen kunstliefhebbers cn -liefhebsters grasduinen op de „Foire aux croütes", en kochten op, wat hun een goede geldbelegging toescheen, en betaalden in dollarsl In dollars! I weet u, beseft u, wat dat zéggen wil voor een Franschman, voor een arm Fransch kunstenaar? en vooral, beseft u, wat dat nu op het óógenblik zeg gen wil, bij den tegenwoordigen stand der Fransche francs In mijn vorigen brief vertelde ik u van de concurrentie tusschen het oude Mont martre en het moderne Monlparnasse; ver telde ik u, hoe Montpamasse steeds meer de overhand kfijgt, steeds méér kunstenaars naar zich toetrekt, steeds meer kunstenaars van Montmartre wéglrekt; en hoe het geen raiddel ontziet om gehéél de overhand te krijgen. En daértoe, ten einde düt doel te bereiken, heeft het zelfs niet geaarzeld om op hSAr beurt een „Foire aux croütes" in te stellen, d. w. z. dc „Foire aux croütes" van Monlmartre nü te apen, cn op mo derne manier, zooais behóórt bij een mo dern quartierl een „Foire aux croütes" op z'n Amerikaansch! dit werd ervan! een paskwil natuurlijk, of een up to date vol making al naar den kant vanwaar men de zaak bekijkt. Doch d&&rover een volgende keer! M. DE ROVANNO. RECLAME. (Nadruk verboden). De boitenlondscho handel van de Sovjet-Unie. Kamenew. dc ondervoorzitter van den raad van volkscommissarrissen, hield 16 October te Moskou een voordracht over dc resultaten van dc beraadslagingen van het Centrale Comité der bolsjewistische par tij. Het was een zeer belangrijke program- redevoering, waarin uitvoerig werd mede gedeeld, hoe de regeoring (want Kamenew gaf de meening van de regeerÏDg weer) over de belangrijkste vraagstukken van het eco nomische en politieke leven der Unie denkt en waarin Kamenew den vinger legdo op verschillende pijnlijke plekken, die gewoon lijk onbesproken worden gelaten. Wij wil len nu de mcening van do Russische re gcering over den buitenlandschen handel, zoo als deze door Kamenew uiteengezet werd, hier in het kort weergeven (wij ci- tceren de verslagen in de „Ekonoraitsjes- kaja Zjiznj" cn de „Izwcstia"). Do Russische invoer is verdeeld als volgt: 62 pCt. machines, werktuigen, half-fabrica- ten en grondstoffen, 20 pCt. voorwerpen voor den landbouw (hieronder zijn ook land bouwmachines begrepen, 13 pCt. dc overige waren (thee, koffie, tabak enz.). Dc uit voer van het land is verdeeld'als volgt: 42 pOt. graan, 14Vfc pCt. producten van vee teelt, 8 pCt. vlas en henuep, 7,pCt. produc ten van vischvangst cn jacht, het overige wordt geleverd door hout, olie enz. Deze verhouding is volkomen duidelijk en bewijst dat Rusland nog steeds een land- bouw-staat is al doet het nu zijn best een i landbouw en industrieel land te worden. Onder dergelijke omstandigheden, zei Ka menew, heeft dc.inkrimping van den uit voer zeer nadeel) ge invloeden voor de zich ontwikkelende industrie. Wij zijn niet in staat haar (d.w.z. de industrie) datgene te geven wat zij hard noodig heeft, n.l. ka toen, looimiddelen, verfstoffen, machines, enz.die wij uit het buitenland moeten be trekken, vooral zijn wij niet in staat dc noodige materialen bijtijds uit het buiten land te betrekken, hetgeen niet alleen voor dc industrie, maar ook, en in nog sterkero mate, door de boerenbevolking veel nadeel medebrengt, wijl de boeren of in het ge heel geen fabricaten kunnen krijgen of te gen zeer hooge prijzen. Wanneer men over den buitenlandschen handel van de Sovjet-Unie spreekt, kan men niet het bewind van den ,,Wnjesjtorg" onbesproken laten, wijl deze instelling den buitenlandschen handel van het land leidt. In het afgeloopen jaar heeft de „Wnjesj- torg" voor 1 milliard roebels aan waren omgezet; in het I October begonnen boek- j'aar zal de Wnjesjtorg zijn actie aanzien lijk moeten versterken, wijl de omzet 2V£ maal grooter zal moeten worden, althaus zoo is de bedoeling van den Gosplan. Een dergelijke opvoering van de transac ties van deze instelling maakt natuurlijk zekere wijzigingen in de structuur van de instelling noodig en de speciaal hiervoor ingestelde commissie heeft een program EEN FOTO BLIJFT HET IBE5TE ST-NICOLAAS GESCHENt\^ fr ^RECLAME VANOUDS EONGENAAR TEL308 I 7020 uitgewerkt voor de aan te brengen wijzigin gen. ilet principe van do sovjet-politiek op handelsgebied, n.l. het monopolie van den buitenlandschen handel wordt echter door de loden der regcering of van het centrale comité der bolsjewistische partij ah onaantastbaar beschouwd en op dit ge bied i.ai heb zeer moeilijk, haast onmoge lijk zijn, Concessies van de regeerendc par tij tc verkrijgen. Kamenew drukte zich uib als volgt: Juist nu wordt het monopolie van den buitenlandschen handel een vatf de hefboomen van onze politiek. U ziet, dat de weg tusschen den landbouw en dc socia listische opbouw van de maatschappij leidt, hoe vreemd heb ook raogo schijnen, over de buitenlandsche markt. Wij moeten naar heb buitenland overschotten aan graan,; haver, gerst enz. uitvoeren om daar machu nes te kunnen koopen. Daarom is het rao-*, nopoHe van 4en buitenlandschen handel juist van zooveel belang voor ons. Alleen met behulp van het monopolie kunnen wij1 den in- cn uitvoer onder toezicht houden cn zorgen dat er niet teveel uitgevoerd wordt en dat er alleen dat wordt ingevoerd,; wat wij het meest noodig hebben.". Indien dus het principe van het monopolie van den buitenlandschen handel onaantastbaar moet blijven, zoo geldt dit echter niet voor de vormen, waarin dit principe verwezen lijkt wordt. Het centraio comité van do bolsjewistische partij heeft daarom beslo ten (zooals bekend, is in Rusland de wenseli van dab comité efen wet), dat dc verschil lende ondernemingen meer vrijheid van be weging zullen krijgen en zelfstandig op de buitenlandsche markt de noodigo goederen zullen mogen aankoopen. Om echter de eenheid van optreden te behouden worden do vertegenwoordigers van de verschillen de ondernemingen in het buitenland ver-*' ecnigd in tén bureau. Kamenew geeft do volgende verklaring voor de noodzakelijk-; heid van het handhaven van de eenheid in het buitenland: ,.Wij kunnen niet al onzo economische organen zoo maar naar heb buitenland laten gaan, wijl deze lieve in stellingen ook in het binnenland voortdu rend met elkaar vechten. Hier kunnen wij ze in bedwang houden, maar wanneer zij in het buitenland met elkaar ruzie krijgen,* dan zullen alleen do buitenlandsche koop-! lieden hiervan profijt hebben. Daarom rooefe het eenheidsfront in heb buitenland, ten koste Vein alles, gehandhaafd worden." Wij zien dus, dat Kamenew geen bijzonder hoo gen dunk heeft van do leiders van do ver schillende Russische economische lichamen, die met liet geld van de belastingbetalers werken. Waarom dan den tegenwoordigen toe stand veranderen? Nu toch is die eenheid volmaakt, althans op papier! Hierop geeft Kamenew het volgende antwoord: „Het is onmogelijk den tegenwoordigen toestand te Uit hel leven van den beroemden Engelschen delective Ilerbcrl Porter. Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. H. (Nadruk verboden). 5). Toen Else baar atelier weer binnentrad, week zij geschrokken terug. Het vertrek lag in de diepste duisternis. „Wat is dit? .Waar bent U, rar. Porter?" Een zacht lachen antwoordde baar. Van de openstaande ramen kwam een scherp gefluit; Het licht gloeide weer aan. ..Wat beleokent dat?" ..Niets. Niets bijzonders. Alleen maar een bericht aan mijn assistent beneden op straat, dat hem zegt: „Geef acht. Hij komt." ..Aan Uw assistent? De man, die on3 zoo tuist verlaat, wordt dus ook verder ia het oog gehouden?" Als eenig antwoord gleed een korte glim lach over het gelaat van den detective. ,.Mag ik tiet eerlijk zeggen, mr. Porter?" het meisje keek aarzelend naar hem en een helde blos kwam over haar gezicht, „Ik fvas at een klein beetje verwonderd, dat Udie mijnheerhoe zal ik het zeg gen. pit iet 00. verloor." ^Herbert Porter knikte kort, Ik was eerst van plan geweest in de lift met hem naar beneden te gaan. Maar U hebt gehoord welk ven vijandigen toon hij aansloeg, toen ik probeerde met hem tc praten. Er is geen twijfel aan; hij zou mijn gezelschap onver- biddellijk hebben afgewezen. Daarom deed ik maar geen moeite er was mij veel aan gelegen geen argwaan to wekken." De detective had dit geheele gesprok ge voerd zonder het jonge meisje aan le zien. Hij was aan het vcnsler blijven staan en nu pas bemerkte Else, dat hij onafgebroken scherp naar de straat keek. „Maar dat is toch merkwaardigviel hij zichzelf plotseling in de rede. „Wat danvroeg zij, doordal de toon van .zijn stem haar angslig had ge maakt. „Wel Uw klant verschijnt niet." „Wat bedoelt U daarmee?" „Hij. moest allang beneden zijn. Maar ik* wacht vergeefs, dat hij het huis verlaat. Is er misschien nog een tweede uilgang?." „Neen." „Zijn aulo slaat er nog steeds. En de chauffeur kijkt onafgebroken naar de huis deur hij is ook verwonderd over het lange uitblijven van zijn passagier." Met een plotselinge beweging draaide hij zich om: „Excuseer me een oogenblik. Als ik me niet vergis, is er iets'niet in orde." „Wilt U me alleen laten, mr, Porter?.'1 „Ik moei." Zij haaide diep adem en drukte de liand legep haar harL „Neen, dat kan ik niet, in deze ongerustheid alleen blijven." „Goed dan. Gaat U dan maar met me inee." Een oogenblik laler stonden zij op Eet trapportaal. We kunnen met de lift naar Eeneden," zei ze. Hij knikte. De lift was nog beneden. Else drukte op den knop. Zij hoorden het gezoem van het naderende toestel en met een klik hield het ojThun verdieping stil. Zij drukle den kleinen sleulel in het slot cn opende de deur. Met een gil wel zij terug. Haar oogen openden zich wijd met een starre uitdruk king van ontzetting en haar sidderende hand wees in de verlichte kleine ruimte van de lift. Op den grond lag, met het ge zicht naar heneden, onbeweeglijk, schijn baar dood, de bezoeker van zooeven. „Dus tóch," mompelde Herbert Porter. „Dus tóch. Wees zoo goed om Uw atelier weer open te maken dan kunnen we hem naar binnen dragen." Met buitengewone voorzichtigheid nam hij het bewegingloozc lichaam op en droeg het zonder eenige zichtbare inspanning naar de woning van de fotografe, waar hij het behoedzaam op den divan neerlegde. Daar op boog hip zich over het slachtoffer. „Hetzelfde wapen," fluisterde hij, „waar mee Uw collega Weingarten is neergeslagen. Vermoedelijk een gummiknuppel." „Is hij dood?" „Neen; alleen maar verdoofd. Haalt U even wat water, zoo koud ah maar kan, en een spons." Elso verscheen na eenige seconden met het verlangde en de detective begon het achter hoofd en de slapen van den bewusteloozen man te bevochtigen. Hij liet een onderzoekenden blik over de gestalte van den patient glijden. Daarna haalde hij hem de portefeuille uit den bin nenzak. Een groote som in groot bankpapier bevond zich er in: vijftien duizend gulden. Overigens was da portefeuille leeg. Else had vol angst de bewegingen van Porter gevolgd." Hierin heeft hij zoo pas do foto gedaan", fluisterde zij met heesche stem. „Het negatief en den afdruk". Herbert Por ter knikte. „En nu heb ik nog wat azijn noo dig". Else ging naar de keuken en terwijl zij daar bezig was, klonk de deurbel. Zij kromp ineen van schrik cn vloog naar builen. De detective stolde haar gerust", liet is mijn assistent Ik heb hem een toeken ge geven om boven tc komen." Else deed open. „Hallo, Morris", bcgroelle Porter hem" Er gebeuren hier leuke dingen!" „De man is niet naar builen gekomen", be gon de assistent aarzelend. „Dat geloof ik graag. Ilij ligt namelijk bin nen bewusteloos met een wond aan zijn hoold. Is er, behalve hij, het laatste kwar tier iemand binnengekomen of uitgegaan?" „De portier heelt het huis verlaten; hij is in groote haast in de richting van den Ko ninklijken Schouwburg gegaan. Kort te vo ren kwam er een heer met een vollen baard met een pakkot in de hand". „Heeft die het huis weer verlaten?." „Tot nog toe niet". „Wie heelt jou binnengelaten?" „Weet ik niet. Op mijn bellen ging de deur open". „Laten we naar beneden gaan. Ik wil den portier wel eens spreken. Juffrouw Hoff mann, ik moet U verzoeken U een oogenblik je met dien mijnheer d&ir le behelpen. Gaat U maar voort met zijn hoofd met koud water te wasschen. Maar laat hem niet alleen verlies hem zelfs geen oogenblik uit het oog." Else knikte werktuiglijk. De beide mannen holden de trappen af. De portier stond heneden met ec-n pakket in de hand en keek met verbaasd en gen gezicht naar hen. „Hebt U oen mijnheer met oen vollen zwarten baard gezien, die dit huis is binnen gekomen?" De portier schrok en knikte." Dat i - da man, die „De man, die.i „Die mij lieeft weggestuurd, naar liet Ify-i lel Deulscher Hof pp het Raadhuisplein." „Aha! Vertel dat tens een beetje uitvoeri ger." Hij had mij vanmiddag een aar schoenen gebracht; daar moesten eer: uaar gummihakken onder worden gemaakt IJ moet namelijk welen, voor bijverdienste doe ik zoo'n beetje aan schoenmaken. De schoenen zouden legen den avond gehaald worden. Een haltuur geleden komt die mijnheer weer en geelt me vijl gulden. „Hier," zegt hij. „Breng die schoenen direct naar Hotel Deutscher Ifo(. Zeg maar, hel is voor de mijnheer van No. 41. Ze moeien direct mee ingepakt worden." „En heb je gedaan, wat je gev aagd werd." De portier krabde zich achter hel oor. „Menschen van mijn soort verdienen niet zoo gemakkelijk vijl gulden, mijnheer. En dan, waarom zou ik niel?" „Je moest toch op je post blijven ea de deur openmaken?" „Ja, dat heb ik ook tegen die mijnheer gezegd. Daarop begon hij te lachen. „Maak ja maar niet ongerust, baas," zei hij; „dat' baantje zal ik wel even voor je waar nemen." Herbert Porter wierp een blik in de por tiersloge. Daar was een kleine sclmcn- makerswerkplaals. Alles wees er op. daï de portier een nuttig gebruik van zijn vrijea Lihj maakte. j (Wordt vervolgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9