No- 20156. WOENSDAG 25 NOVEMBER Anno1925i Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. a LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren pnj» Kleine AdverientiCn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdag» en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80. Incasso volgens postrechL Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordelndspleln Telefoonnummer» voor Olrectie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT! Voor Leiden per 3 maanden 2.36, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. Z 0.18, r.~ „0.18. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel, i'ischraarkt IS. tel. 1225. is DONDERDAG verkrijgbaar: SCHELV1SCH a f 0.08f0.16 SCHOL a f 0.13f 0.28. GEH. KABEL JAUW a f 0.15, TARBOT a f 0.55 per pond en ZEEUWSOHE MOSSELEN a I 0.05 ser K. G. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 25 November 1925 7115 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen ter algemeene kennis, dat de beslis sing op het verzoek van: a. Peter M. Ver hoef. om vergunning tot uitbreiding van de fabriek van fijne vleeschwaren in het per ceel Boerhaavestraat Nis 8, 9. 10 en 10a, kadastraal bekend Sectie B. No. 2912, en b. de Mij. tot Detailverkoop van petroleum „De Automaat" te 's-Gravenhage, om ver gunning tot het oprichten van een onder- groqdsche bewaarplaats voor benzine en mfy afiapinrichling op de Hooigracht vóór het perceel Hooigracht No. 46, kadastraal hekend Sectie I. No. 2612. is verdaagd. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden. 21 November 1925. 7111 RECTIFICATIE. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat in hun publicatie van 20 November j.l. abusievelijk is medegedeeld dat Th. G. J. den Hollander wonende te Leiden, Bililonstraat No. 1 bij vonnis van. 19 October 1925 is veroordeeld tot een geldboete van f 25 subsidiair 5 da gen hechtenis wegens overtreding van art. 2 der Keuringsverordening voor de gemeente Leiden (het verkoopen van karnemelk van ondeugdelijke samenstelling). Van deze ten 1 astelegging is beklaagde echter wegens ge brek aan bewijs VRIJGESPROKEN. N. C DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 25 November 1925. 7113 Het verslag van het verhandelde in de secties van den Gemeenteraad hij de behandeling der begrooting 1926. I. Financieele beschouwingen. Bij de behandeling van de ontwerp-be- grooüng voor het jaar 1926 in de sectiën van den Gemeenteraad, bracht een lid hulde aan B. en W. voor de wijze waarop zij in dezen nog moeilijken tijd de begrooting sluitend hebben weten te maken. Deze meening werd echter door een ander lid niet onderschreven. Immers deze begroo- ting staat in het teeken van bezuiniging. Maar deze bezuinigingspolitiek brengl het volksbelang in gevaar, omdat beperking van alle uitgaven, ook als die uitgaven noodza kelijk zijn, in strijd is met de belangen van het volk. Samenwerking van de verschillende ge meentebesturen tegenover het Rijk in de vervulling van hun taak ten opzichte van de gemeente-financiën en meer in het bijzon der ten aanzien van de volkshuisvesting, het belastingwezen, de werkverruiming, de on- derwijszorg, acht hij b.v. zeer noodzakelijk. De toestand der gemeente-financiën is be trekkelijk gunstig. Technisch is de rekening over 1924 ongunstig, inderdaad is zij dat evenwel niet. Inlusschen, al is het beheer technisch goed en al is het ook evenzeer goed een flink batig saldo te hebben, toch dient het oog gericht te zijn op de bevolking, waarvan z. i. nog een groot deel gebrek lijdt. In een andere sectie meent een lid dat deze bcgrooting slechts een duister beeld geeft van den finantieelen toestand der ge meente. Wel is de belasting voor dit jaar verlaagd, doch hij vreest, dat in het aan slaande jaar verhooging zal moeten volgen. Evenwel acht hij de uitkomsten beter dan door B. en W. wordt voorgesteld. Dit lid kan zich in het algemeen wel met het door B. en W. gevoerd beleid vereenigen, immers, de gemeente is weinig financieel krachtig en daarom kunnen geen groote Slannen, zooals het verkeersvraagsluk en gl-, tot uitvoering komen. Toch meent hij, dat B. en W., rekening houdende met den financieelen toestand, te huiverig zijn om voorstellen tot partieele verbetering in te dienen. Door een ander lid werd de vraag gedaan of deze begrooting wel een juist beeld geeft van den werkelijken financieelen toestand. Is dit inderdaad het geval, dan zal, in plaaats van naar belastingverlaging te streven, veel eer verhooging van het vermenigvuldigings- S1J!eI onvermijdelijk zijn. Ook zijn indruk is, öat L' en W., hoewel hun voorzichtigheid bij net samenstellen der begrooting valt te lo on f oh daarin, bij de raming van verschil lede poriën, wat al te ver zijn gegaan. Erkennende, dat op de uitgaafposten in het algemeen niet veel zal kunnen worden bezuinigd, meent hij, dat een 2-tal pasten van inkomsten te laag zijn geraamd en wel die betreffende de inkomstenbelasting en de winst van de Lichtfabrieken. Wat de laatste botreTt is hij van oordeel, dat het verschil tusschen de geraamde en dc werkelijk gemaakte winst in de laatste jaren wat al te groot is geweest. Bij een behoorlijke afschrijving en aflossing van plm. 20 pCt., acht hij, waar nu reeds on geveer twee millioen werd gereserveerd, verdere reserve onnoodig. Het daarvoor be stemde bedrag moet z. i. als winst aan de gemeente worden uitgekeerd. ITet gevoelen van B. en W. te dezen aan zien zal hij gaarne vernemen. Het beeld, hetwelk de begrooting omtrent den financieelen toestand biedt, is ook een der andere leden niet raedegevallen. Het komt hem voor, dat B. en W., nu be- laslingverhooging niet is uitgesloten, wel wat al te spoedig zijn gekomen met de af schaffing van de zakelijke belasting op hel bedrijf. Had de Raad dit geweten, dan zou hij tot die afschaffing niet zoo gemakkelijk hebben besloten. Wat de winst van de Lichtfabrieken be treft, hieromtrent is hij het niet met den vorigen spreker eens. Men moet met haar bestemming voorzichtig zijn. Is extra-reser- veering voor de uitvoering van nieuwe wer ken niet noodig, dan verlage men de gas en electriciteitsprijzen. Met dit laatste denkbeeld kan een ander lid zich geheel vereenigen en lTij voegt er aan toe verlaging van de belasting, in het bijzonder voor de arbeidersklasse. In ver band hiermede behoort, ook naar de mee ning van andere leden, het bedrag van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud le worden verhoogd- Immers, naar den te- gonwoordigen aftrek betaalt men reeds be- Fasting van een inkomen van f 1100, wan neer men gehuwd is en drie kinderen heeft. Daartegenover zou, zoo meenden enkele leden, het bedrag der opcenten op de ver mogensbelasting gevoeglijk kunnen worden gebracht op 50 pCt. Deze opcentenverhooging vindt echter bij een ander lid ernstige bestrijding. Laat men biermede vooral voorzichtig zijn. De belas ting is in onzè gemeente toch reeds zeer hoog en ^et deze verhouding jaa^l men de menschen de gemeente uit en vermindert men hel getal kapitaalkrachtigen In een andere sectie bepleit een lid de wenschelijkheid van de invoering van een waardevermeerderingsbelasling Better ment order en zal gaarne de meening hieromtrent van B. en W. vernemen. Tegen de invoering van een dergelijke belasting meent een lid echter te moeten waarschuwen. Hij ziet een onbillijkheid in de heffing ten aanzien van gebouwde eigen dommen, zoolang die door dezeHde perso nen worden bewoond. Tot zoover het algemeen financieel be leid. B. en W. reageeren hierop aldus: Met instemming namen wij kennis van de hulde, aan ons College gebracht, voor do wijze, waarop in dezen nog moeilijken lijd de begrooting sluitend is gemaakt. Ten aanzien van de vraag, of de begroo ting wel een juist beeld geeft van den wer- kelijken financieelen toestand der ge meente, moet worden opgemerkt, dat elke begrooting uit den aard der zaak een schat ting is van te verwachten inkomsten en uilgaven in een bepaald dienstjaar en dat de werkelijkheid daarvan min of meer kan afwijken. Bij het samenstellen van de be grooting zijn met inachtneming van de be kende gegevens, de ramingen zoo nauw- ketirig mogelijk geschied. In het bijzonder kan dit van de uitgaafposten worden ge zegd. Bij het ramen van de ontvangstposten betracht ons College steeds de meest moge lijke voorzichtigheid en daarom is het niet onmogelijk, dat enkele ontvangstposten zul len medevallen. Dit is echter noodzakelijk met het oog op niet tevoren bekende, zicli in den loop van het jaar voordoende uit gaven, waartoe de post „Onvoorziene Uit gaven" ontoereikend mocht blijken. Omtrent de opbrengst van de inkomsten belasting is thans nog niets met zekerheid te zeggen. Zooals in den geleidebrief der be grooting is vermeld, i9 de opbrengst geschat naar die van het afgeloopen jaar, in de ver wachting, dat de_ financieele toestand vrij wel dezelfde zal zijn. Met betrekking lot de -raming van de winst der Lichtfabrieken zij verwezen naar het inmiddels verschenen praeadvies op het voorstel van den heer Van Eek inzake het vormen van reserve fondsen voor elk der gemeentebedrijven De meening van een lid, dat de rekening van den dienst 1924 een flink batig saldo heeft opgeleverd, is onjuist. Weliswaar le verde de dienst 1924 een voordeelig exploi tatie-saldo op van f 642.620.25° doch dit was slechts mogelijk, doordat aan het dienstjaar 1924 uit vroegere diensten een bedrag van f639.978.775 ten goede kwam. Het batig saldo van den dienst 1924 bedroeg dus feite lijk slechts f2641.48. Van een flink batig saldo kan derhalve niet worden gesproken. Het feit, dat in het jaar 1924 de uitgaven maar even door de inkomsten werden gedekt behoeft echter niet te leiden tot de pessi mistische beschouwingen- van enkele leden, die blijkbaar bevreesd zijn voor belasting - verhooging in het jaar 1926. Al acht ons Col lege, gelijk bekend is, de financieele toestand niet bijzonder gunstig, zoolang onze gemeen te te kampen heeft met een belastingdruk, die in vergelijking met tal van gemeenten, zeer hoog is te noemen, en al betreuren wij het, dat niet, evenals in het loopende jaar, ook in 1926 weder tot belastingverlaging kan worden overgegaan, hieruit tot de "con clusie te komen, dat de begrooting, inplaats van een zoo duidelijk mogelijk een duister beeld geeft van den finan cieelen toestand der gemeente en dat het vermenigvuldigingscijfer zal moeten worden verhoogd ,gaat niet op. Een zuinig en uiterst voorzichtig financieel beheer blijft in de ge geven omstandigheden geboden en daarop is ons streven dan ook in de allereerste plaats gericht. Beslist ontkennen wij echter, dat door de „bezuinigingspolitiek" van ons Col lege de belangen van hel volk in gevaar worden gebracht. Ons College staat op het standpunt, dat noodzakelijke uitgaven niet achterwege mogen blijven, doch dat nietten laste van de gemeentekas mogen worden ge bracht uitgaven voor doeleinden, waarvan men de verwezenlijking slechts wenschelijk acht. Daardoor toch zoude de belastingdruk, die, zooals wij herhaaldelijk, en ook hier boven opmerkten, in Leiden bijzonder hoog is, hoogcr b.v. dan in Amsterdam, nog zwaarder worden. En dat dit feitelijk een on mogelijkheid is, daarvan zal de overgroote meerderheid wel met ons overtuigd zijn. De hoogst aangeslagen belastingplichtigen zou den er toe kunnen gebracht worden Leiden te verlaten, en de ovcrblijvenden, die ver - plicht zijn hier le wonen, zouden des le zwaarder getroffen worden. Dit neemt intusschen niet weg, dat vol - strekt niet kan worden gezegd, dat Leiden in vergelijking mei andere gemeenten wei - nig aangrijpt. In velerlei opzicht kan onze gem., ofschoon op Leiden met zijne weinig inkomen-krachtige bevolking Ier uitvoering van wetten als anderszins dezelfde lasten drukken als op andere in veel gunstiger om standigheden verkeerende gemeenten, den toets met die gemeenten gerust doorstaan. De financieele toestand brengt mede, dat groote plannen niet onmiddellijk voor ver wezenlijking vatbaar zijn Zoo zullen het verkeersvraagstuk en andere voor onze ge meente belangrijke aangelegenheden, slechts geleidelijk lot oplossing kunnen worden ge bracht. Dat het ons College in deze echter geenszins aan initiatief ontbreekt, is kunnen blijken uit dc verschillende voorstellen welke successievelijk in de laatste tijden werden aanhangig gemaakt; wij denken hierbij aan onze voorstellen betreffende den aanleg van. een centrale rioleering, de verbetering van den Rijnsburgerwcg van Poelbrug tot War- monderweg, dc vernieuwing van Singclhrug en Jan Vossenbrug. om slechts enkele voor beelden te noemen. Ook met betrekking tot de sociale verzorging" kan men werkelijk niet zeggen, dat Leiden bij elders ten achter staat. Uit een en ander volgt, dat ons College van meening is, dat bij een zuinig en voor zichtig financieel beleid en indien zich geen bijzonder ongunslige omstandigheden voor doen, in 1926 gelukkig niet lol verhooging van de inkomstenbelasting behoeft te wor den overgegaan. Wij kunnen dan ook niet deelen de opmerking van een der leden, dat ons College wel wat spoedig gekomen is met de afschaffing van de zakelijke belasting op het bedrijf. Doch afgescheiden hiervan be grijpen wij niet, waarom men ons een ver wijt wil maken van een besluit, door den Raad met kennis van zaken en met groote meerderheid van stemmen genomen. Op verdere verlaging van de inkomsten is ook ons streven gericht. Mocht die ver dere verlaging in de toekomst mogelijk blij ken, dan zal dit echter een verlichting van belastingdruk voor alle klassen der bevol king ten gevolge moeten hebben, en niet in het bijzonder voor de „arbeidersklasse". Een voorstel lot verhooging van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud is. gelijk wij in de Memorie van Antwoord betreffende de begrooting voor 1925 schreven en op de al daar aangevoerde gronden, niet van ons te verwachten. Ditzelfde geldt de verhooging van de opcenten op de vermogensbelasting tot 50. Artikel 242d der Gemeentewet geeft aan de gemeentebesturen de bevoegdheid om wegens gebouwde of ongebouwde eigendom men, die gelegen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente, gedurende ten hoogste 30 ja^ ren, een belasting te heffen naar grondsla gen, volgens welke een billijke bijdrage ge vorderd wordt in de kosten van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte werken, waardoor die eigen dommen zijn gebaat. Voor zoover ons bekend, is van deze be- .voegdheid nog slechts sporadisch gebruik gemaakt, hetgeen is toe te schrijven aan de moeilijkheid, om billijke normen te vinden. Tegen deze belasting geldt verder het be zwaar, dat bij belastingheffing in geval door werken van de gemeente „betterment" ont staat, de gemeente billijkheidshalve een ver-' goeding zou dienen te geven, wanneer door haar werken „worsement" wordt geleden. Bovendien vreezen wij, dat het bouwen er door zal worden tegengegaan in plaats van bevorderd- Ons CoMege ziet mitsdien vooralsnog in een baatbelasting voor Leiden geen heil. Niet duidelijk ie ons, en hiertnede slap pen wij van deze nibkiek af, de aandrang op samenwerking van de verschil lende ge meentebesturen tegenover het Rijk in de vervulling van hun laak ten opzichte van verschillende, nader aangeduide aangele genheden. Wij moenen toch bekend te mogen veronderstellen, dat de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, waarbij vrijwel alle gemeenten, en ook Leiden, zijn aangesloten, herhaaldelijk de belangen van de gemeenten in allerlei opzicht bij Re geering en Staten-Generaal bepleit. Prof. dr. G. Steindorff te Leiden. De directie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden heeft, zooals de vorige jaren, een uitgebreid programma van ar- cnacologische lezingen en cursussen samen gesteld en daarvoor ook weer de medewer king gekregen van geleerden van naam uit het buitenland. Gisteravond hield prof. dr. G. Steindorff, de bekende egyptoloog uit Leipzig, de eerste van zijn twee aangekondigde lezingen. Als onderwerp had hij gekozen: „De Egyptische kunst in Nubië en Soedan". Hij begon met een overzicht te geven van de wetenschap pelijke onderzoekingen, die Ln de laatste twintig jaar over de oude geschiedenis van de landen, gelegen ten Zuiden van Egypte, een nieuw licht hebben verspreid, onder zoekingen, waar spr o.a. door opgravingen een werkzaam aandeel aan heeft gehad. Hij toonde aan, hoe de cultuur van Nubië en hel Zuiden zich in de oudste tijden had ont wikkeld, toen deze 9treken nóg nauw met Egypte waren verbonden, hoe kort voor 2000 voor Chr. door het binnendringen van Kuschilische stammen in Nubië een omme keer plaats greep en de ontwikkeling der cultuur meteen haar hoogtepunt bereikte. Daarop volgde dan een periode van ver overing door de Egyplenaren. Onder de Pharao's van hel Middelrijk en hel Nieuwe Rijk waren deze gebieden van Egypte af hankelijk. Hel is in dezen lijd, dat de prachtige tempelgebouwen, vaak gedeelte lijk in den rolsigen Nijloever gehouwen, werden opgericht, die met hun kolossale goden- en koningsbeelden, IcTccht als Egyptische monumenten van allerecrsten rang werden beschouwd. Omstreeks 1100 v. Chr. werd Nubië zelfstandig en vanaf 900 ontstond een onafhankelijk Ethiopisch rijk, waarvan de hoofdstad Napata was. Hier van koral omstreeks 300 v. Chr. het rijk van Meroe in de plaats. Door een groot aantal lichtbeelden wist spr. aan te toon en hoe deze verschijn de perioden van de geschiedenis van Nubië en Soedan zich in de bouw- en beeldhouw kunst weerspiegelen. Hij toonde de vestin gen, die in het Middelnjk werden gebouwd, dc groote tempels van het Nieuwe Rijk en ten slotte de heiligdommen, die in hellenis- tischen lijd tot stand kwamen, alles schit terende voorbeelden van Egyptische kunst. Prof. Steindorff, zal morgen zijn tweede lezing houden om 8 uur 's avonds. Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. Gisteravond hield de afd. Leiden en Om streken van bovengenoemde maatschappij in een der receptiekamers van de Stadszaal haar zeer druk bezochte tweede winter- bijeenkomst. De voorzitter, de heer E. Th. Witte begon zijn openingswoord met er zijn voldoening over uit te spreken, dat de opkomst zoo groot was, en complimenteerde den heer J. Mater met diens benoeming als lid van de Vaste- Keurings-commissie te Amsterdam. De notulen van de vorige vergadering werden door den secretaris, den heer A. N. Bal lego, gelezen en onveranderd goedge keurd. Bij de ingekomen stukken was o.m. een schrijven van de Vereeniging van Oud-leer lingen der Rijks Tuinbouwcursussen, met de mededeeling, dat dit jaar weder eenige prijsvragen waren uitgeschreven, waarvoor deze den steun der afdeeling vcrzochl De afdeeling staat zeer sympathiek tegenover dit plan en zal niet nalaten de gevraagde medewerking te verleenen. Vervolgens werden een paar nieuwe leden geballoteerd, waarna de Voorzitter met een hartelijke-toespraak de door verschillende kweekers hier ter stede op verseliillende tentoonstellingen en keuringen behaalde medailles en certificaten uitreikte. Deze werden in goud uitgereikt aan de heeren C. Vianen. te Rijnsburg; Jan Kriest Jzn. en J. G. Ballego en Zonen; in verguld-zilver aan de heeren P. Heemskerk, te Rijnsburg, en P. J. G. Heemskerk, te Roelofarcndsveen; in zilver aan Gebrs. Den Older, J. H. Smit en E. Mank, terwijl de firma J. G. Ballego en Zonen nog het genoegen mocht hebben de Affourtit-medaille te veroveren. Aan de heeren Jan Kriest Jzn.. J. H. Smit en J. G. Bal lego en Zonen werden tevens nog eenige getuigschriften eerste klas en van verdien ste uitgereikt. Uit het behalen dezer reeks van onder scheidingen. aldus de Voorzitter, blijkt ten volle. dat de Leidsche kweekers zich be hoorlijk weten te roeren door op iedere ten toonstelling prijzen te bemachtigen; hier door toonen zij een opgewekt, krachtig tuin mansleven; spreker prees het. dat de onder linge geest steeds goed is. en dat de Leid sche kweekers altijd op aangename wijze elkander weten te bestrijden. De heeren C. van Zijst. gemeente-tuinbaas te Katwijk en P. Verwer mochten een Den- drologisch boek in ontvangst nemen, dat zij bij een kleuren wedstrijd, uilgeschreven door de Commissie van Toezicht op den afgeloo pen cursus in Moemschikken en binden, als BINNENLAND. Verschenen is het verslag van het vei handelde in de secties betreffende de Leid* sche gemeentebegrooting voor 1926. Begrooting van het Hoogheemraadschap Rijnland. B. en W. van Den Haag hebben aan dl Koningin verzocht om vernietiging van dv goedkeuring door Ged. Staten van het uit breidingsplan van Wassenaar, dat het na tuurschoon vernietigt. Salarissen der brievenbestellers. Arbeidsvoorwaarden in de Mijnindustrie. BUITENLAND De Dnitsche Rijksdag is bezig aan het debat ovei Locarno. Engeland stelt voor de ratificatie van Lo carno op 1 Dec. te deen geschieden door do gezanten te Lenden. Briand legt in Frankrijk de opdracht tot het vormen van een kabinet neer. Doumer daarop aangezocht. België en Frankrijk zullen de vervolging der oorlogsmisdadigers staken. De Grieksche schadevergoedingseischen aan Bulgarije. eersten en tweeden prijs mbchten behalen. Nadat de Voorzitter er de leden aan had herinnerd, dat vóór 1 December a s. candi- dalen moeten worden opgegeven voor het bestuurslidmaatschap, bracht de heer J. Jonker een zaakrijk verslag uit over het ver handelde in dc laatst gehouden algemeene vergadering der Maatschappij. De heer A. Schouten, ambtenaar bij den Phytopathologischen dienst, te Ocgstgecst, deed eenige zeer belangrijke mededeelingen omtrent de aardappelziekte; hij besprak, aan de hand van eenige zeer duidelijke afbeel-. dingen, het ontslaan der ziekte op de bla- derenr het verloop der sporen en mycelium- ontwikkeling en de bestrijding er van. De vatbaarheid der soorten wordt nader toege licht; zoo zullen bijv. soorten met dikke schil minder vatbaar zijn dan die met een dunnere opperhuid. Uit de hierdoor ontstane discussie bleek, dat bij het rooien oogen- schijnlijk gezonde knollen in den kuil toch aangetast worden; maar dat die dan echter de ziektekiemen in zich, meedroegen. Wis selbouw wordt steeds aanbevolen, evenals het brengen van kleiaardappelen op zand grond en omgekeerd. De voorzitter dankte den heer Schouten voor diens heldere uit eenzetting en de debaters voor de aange name wijze van samenspreking. Door de firma J. G. Ballego cn Zonen waren een paar mooie Orchideeën ter keu ring gebracht Het was de Cyprepedium in signe, een Venusmuiltje, dat met succes in de Kamer kan worden gekweekt; dc bcoor- dcelingscommissie, welke bestond uit^ de. heeren Cl. Lagendijk, J. Jonker en Jan Kriest Jzn., kende er twaalf punten aan toe Doordat èn het uitreiken der onderschei dingen èn het uitvoerig betoog van den heer Schouten veel tijd in beslag genomen han den, moesten een paar onderwerpen tol eer» volgende vergadering worden verdaagd, welke dan met een vijftal nu in dc bus ge vonden vragen weer heel wat slof tol be spreking zullen geven. Bij de rondvraag werd door don l>«ek Jonker het vraagstuk van een informatie- en loelichtingsbureau besproken, hetwelk op een der eerste volgende vergaderingen nader zal worden behandeld. Met den wensch, dat de December-verga dering zoo mogelijk nqg drukker zal zijn dan deze, sloot de Voorzitter de gezellige bijoen- komst. Bij Kon. besluit zii'i benoemd bij het reserve-personeel der landmacht bij dc ar tillerie tot res. le luit. de reserve 2e luit- J. Bovenberg van het 6e reg. veldait. al hier en met ingang van 3 Dec. de ros ie luits. K. H. Buytcndorp, M. J. A. O'.st- woud Wijdenes, J- E- A. P. L. v. d Val* en J. G. Krozouer, alle dienende bij het 6de reg. veld-artillerie alhier. Het examen ter verkrijging d "fi graad van ziekenverpleegster werd do r tie commissie ,J3oerhaave" afgenomen aan do navolgende zusters, die allen slaagden: B. C. Heyne, J .v. Helder, J. de JonT<* A!- hlas, A. van Maanen, B. Pander. C W#

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1