HET NIEUWSTE Het Foto-Mysterie No. 20155. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 24 November Tweede Blad. Anno 1925. UIT DE PERS BINNENLAND. VOOR' FEUILLETON. Het program van mr. Merchant. Van de Katholieke bladen schrijtt „D e Maasbode" o.m.: „De Katholieke Staatspartij zal.ongetwij feld met evenveel belangstelling van mr. Merchant's program kennis nemen als van de „voorwaarden" door ir. Albarda gedic teerd. Maar er op reageeren, heeft voor haar geen zin. Qui casse, paiel Doch wie bij een ander de ruiten ingooit steekt niet door het ge broken glas de hand naar binnen om den benadeelde te wenken, hem te helpen aan het herstel van de schade. Wij kunnen ook dit gebaar-voor-de-lri- bune van mr. Marchant rustig laten voor wat het ts." „D e T ij d" (R.-K.) haalt nog een ver klaring van Mgr. Nolens aan, welko deze indertijd betreffende een evenlueele samen werking lusschen sociaaldemocraten en katholieken, heeft afgelegd. In die verkla ring werd o.a. gezegd: Deze vraag (der samenwerking) kan theo retisch en praclisch gesteld en beschouwd worden. Theoretisch in dezen zin; of er ooit een geval zich zou kunnen voordoen, of ooit hot land in een politieken toestand zou ko men te verkeeren, waarin een samengaan met die partij in overweging zou kunnen genomen worden. In dien zin kan die vraag bevestigend beantwoord worden onder de volgende voorwaarden: Xo. dat de samenwerking niet gezocht wordt, maar door den uilersten nood worde opgedrongen 2o. dat niet alleen do Katholieke Partij maar ook eventueel bestaande andere par tijen daartoe overgaan; 8o. dat niet een deel, maar do geheele Katholieke Kamerclub van de noodzakelijk heid overtuigd zijn. Het katholieke orgaan zegt dan: „,\Vij vestigen de aandacht van de heeren Albarda. Vliegen, mr. Marchant c.s. in het bijzonder op de derde door mgr. Nolens ge noemde voorwaarde. De heeren zijn nuchter genoeg om te be seffen, dat aan deze voorwaarde ook nu niet is voldaan. Integendeel, de fractie in haar geheel heelt vóór 11 November één stemmig vastgelegd, dat door de aanneming van het amendement-Kersten met den steun van de Vrijzinnig- cn Sociaal-Democraten, de weg naar samenwerking met deze groe pen voor de Katholieken is afgesloten." „Het Centrum" (R.-K.) schrijft o.a. „Nog duidelijker dan die der S. D. A P., heeft thans ook de leider der vrijzinnig democraten zich uilgesproken voor samen werking mot de katholieken. Tot in bizonderheden heett hij daartoe zelfs een program uitgewerkt. En op dat program komt o.a voor: Hand having van hot gezantschap bij den Pause- Iljken Stoel. Handhaving dus van den begrootir.gspost, tot schrapping waarvan èn de vrijzinnig- democraten én sociaal-democraten nog maar weinige dagen geleden eenparig hun medewerking verleenden! Het is wc! een snelle wisseling van sland- punt! En karaktcriscerend voor het Kamer votum van IV November. Onnoodig te zeggen, dal naar onze over tuiging de eiscli van het gezantschap ook in een „democratisch program" volkomen op zijn plaats is". Maar wij zouden er tevens den nadruk op willen leggen, dat het hier een zaak be treft, waarmee geen politiek spel te spelen is, maar dio men heeft te waardeeren en te aanvaarden om zichzelf, als een zaak van hooge beleekpnis en algemeen belang, aldus besluit het Utrechtsche orgaan, waar. naar men woet. oud-minister Aalberse lid der hoofdredactie is. - —Van de liberale bladen spreken ..Han delsblad" en „N. Roll. Courant" beide over ■een „politieke vrijage". Het ..II a n d e 1 s b 1 a d" merkl op: „De linksche democratie heeft nu een anderen „Braulwerber" gezonden; de heer Marchant, door den hoer Albarda achteraf gehouden, komt op den voorgrond. Hij heelt in het bouquet, dat zijn linker hand draagt, bloemen van wat minder felle tint Een ander aroma .ontstijgt aan den ruiker. Zal daardoor in het hart der bruid de schroom worden overwonnen, die haar weerhoudt, zoo kort nog na de stellige al- wezing van XO November?" Het blad gelooft dit laatste niet: zelfs de verlokkende beloften van den heer Mar chant komen nog niet op het psychologi sche juiste moment. Het Rotterdamsche orgaan begint zijn commentaar met de opmerking: „De heer Marchant is verliefd, hopeloos verliefd. Of schoon de jonge dame, om wier hand hij dingt, hem heelt teruggewezen, houdt hij hardnekkig vol, en hij heeft gelijk, want het komt meer voor, dat de aanhouder wint en het derde aanzoek ten slotte wordt aange nomen. Voortgaande, lezen wij dan o. m.: „Zoo wij een veronderstelling mochten wagen, zouden wij denken, dat mgr. Nolens bij den formateur van een kabinet meer beginselvastheid, en minder politieke bere kening zal willen zien. Maar de heer Nolens slaat tegenover de manoeuvre in ieder ge val nog wel wat anders dan wij. Zal hij niet huiverig moeten zijn, zich toe te ver trouwen aan een staatsman die op overwe- gingen buiten de zaak om het eene oogen- j blik de Roomsch-Kalholicken ten hevigste i grieft en dan bot daarop ze weer honing om l den mond smeert? Kan hij zich onderwer- pen aan een leiding, wier momenteel? be slissingen niet door beginsel, niet -foor het belang van de zaak, die in besprek is. doch door politieke bijoogmerken worden be paald? De vraag staat niet aan ons ter be slissing. maar ons dunkt, dat de heer No- lens, zoo hij voor de lokslem bezwijken mocht, dat alleen zal doen, omdat hij, als het pas geeft, bereid is, van hetzelfde laken een pak aan te melen. Hij heeft immers, zoo politiek opportunisme over de samen stelling van een kabinet en zijn program mag beslissen, ook nog wel eenige pijlen op zijn boog". De N. Rolt. Courant besluit zijn artikel met de volgende opmerking: Er is, om het met mr. Marchant in koop manstermen te zeggen, voor een door de vrijzinnig-democraten gepresenteerden wis sel vooralsnog geen fonds. Zulk een wissel behoeft, meenon wij, niet te worden geac cepteerd. Daarom voorzien wij. dat mr. Marchant nog voorloopig in de rol van den verliefden jongeling zal moeten blijven. De jonkvrouwe heeft de serenade gehoord, zij is er misschien door geflatteerd, doch zal ten slotte, verwachten wij, van haar balkon den hunkerenden bard trakleeren op een badje koud waler. „De Rotterdammer" (A.-R.), voegt aan zijn opmerkingen over het pro gram de volgende zinsnede toe: De processies slaan er nog niet bij. Maar ook die zal de heer Marchant, als het moet, natuurlijk gaarne toestaan. „De man, die op 11 November uil zuiver polilieke berekening voor het amendement- Kersten stemde, biedt dus thans de ge krenkte R.-K. Staatspartij het gezantschap weer aan. Wij zijn benieuwd le welen of dr. Krom- sigt. ds. Lingbeek, ds. Graverfleijer, de heer Nieuwenhuijsen. ds. Kersten cn t.q. ook dit nieuwe vrijz.-dem. concept-regeeringspro- gram aan hun volgelingen zullen voorhou den als iets. waardoor God Zijn werk doet. De ergerlijke taal, die zich speciaal eerst genoemde heeft veroorloofd, wordt door dit vrijz.-dem. program zoo scherp als maar mogelijk is als pure blasphemie, d i. gods lastering iu het licht gesteld, aldus hel a. r. blad. De (clir. hist.) „Nederlander" vraagt, of het program van mr. Marchant, niet om le watertanden is. daarbij speciaal wijzende op do handhaving van liet pause lijk gezantschap en art 120 van het Ind. Regeeringsreglement. Hel blad zegt o.a.: „Zulk een aanbod wordt zelfs een ge woon mcnsch laat slaan een politieke partij niet alle dagen gedaan; en dat niet in een onder onsje, maar zoo maar in hel openbaar, voor oor en oog van hel geheele Nederlandsche volk. Men zou zeggen op zulk 'n aanzoek kan geen blauwtje volgen" Vrijzinnig-Democratische Bond. De jaarvergadering van den Vrijzinnig- Dcmocratischen Bond werd Zondag te Rot terdam in de Tivoli-bovenzalen voortgezet Des morgens werd onder leiding van den Doopsgezinden predikant ds. Gorter een wij- dingsbijeenkomsl gehouden. De vergadering droeg een huishoudelijk karakter. Besproken werden de verkiezings- aclie, het jaarverslag van den secretaris, do rekening en verantwoording van den pen ningmeester en de begrooting van inkom sten en uilgaven voor 1926. Het aantal af- deelingen bedraagt, volgens het verslag, 238, te zamen tellende 11925 leden, tegen 232 afdeelingen met 11290 leden op 1 Oc tober 1924. Naar aanleiding van een voorstel van de aldeeling Ierseke werd met grooter geest drilt besloten om met ongerepte handha ving van het beginsel der pacificatie, een krachtige aclie en propaganda te voeren voor de Openbare School en voor een betere uilvoering der financieele gelijkstelling tus- schen het Openbaar cn Rijzonder Onder wijs. Tot leden van hel hoofdbestuur, in de vacatures van de aftredende niet herkies bare leden mevr. H. W. B. van IlallieVan Embden cn de heeren mr. W. H. M. Werker cn C. A. Zelvelder werden bij meerderheid van stemmen gekozen mevr. M. Ketelaar Van Goch (Amsterdam) en de heeren 1. Kortland (Schoonhoven) en prof. dr. D van Embden, Amsterdam. Waar lol de aftre denden ook behoort mr. Werker, zal een nieuwe voorzitter door en uit het hoofdbe stuur nog worden gekozen. Als zoodanig zal naar alle waarschijnlijkheid worden aan gewezen prof. mr. R. Kranenburg (Araster dam). In de openbare vergadering, welke te halttwee werd geopend kwam allereerst aan dn orde een inleiding van Mr. S. J. L. van Aalten op den brief van de Ver. voor Vrijz.- Dem. Gemeenteraadsleden naar aanleiding van de medewerking van V.-D. Gemeente raadsleden tot het ontslag van gehuwde on derwijzeressen te Winschoten en Apeldoorn. Over de houding dezer leden werd leed wezen uitgesproken cn de nadruk werd er op gelegd, dat Vrijzinnig-Democraten nier kunnen medewerken aan het tot-stand-ko men van regelingen, waarbij voor de viou welijke ambtenaressen andere bepalingen gelden als voor de manlijke. Aan de discussie over deze zaak werd ook deelgenomen door den lieer Ilarm Kraal, die op de .practische zijde van het vraag stuk wecs'en constateerde, dat verschillende schoolhoofden de gehuwde onderwijzeres niet in het belang achten van het onderwijs. De voorzitler sloot de discussie mei de opmerking, dat de vergadering accoor l ging met de inleiding van mr Van Aalten Een voorslel van de afdeeling Sneck, waarbij door de algemeene vergadering aan de Kamerfractie werd opgedragen om le bevorderen, dat ten spoedigste een wettelijke regeling van bet Staatspensioen, zoonis dol door den Bond voor Staalspensionneering wordt voorgestaan, lot stand komt werd, met het praeadvies van het hoofdbestuur, dat de Kamerfractie aan het denkbeeld van het Staatspensioen al haar aandacht zal blijven schenken en ter verwezenlijking daarvan zal doen, wat de politieke omstan digheden toelaten, werd door het hoo'.obe stuur overgenomen In behandeling kwam hierna een voor slel Olst om in punt 3 der Beginselverkla ring te laten vervallen de woorden „cn in de organisatie van het bedrijf" Het voorslel werd verworpen mei cp één na algemeene stemmen. Eenzelfde lot onder ging een geüjksootrig voorstel van de afdee ling Haren Naar aanleiding vsn een voorst"! Amers foort i. z. de regeling van den rechlslocsland der ambt.'i'STen, wees mr. Marchant er op, dat een voorstel over deze ma'eric in d" Kamer gereed ligt Hel gaat er om dit be handeld Je krijgen Een nieuw initiatief voorstel zou de zaak Schade doen Onder gelach wtrd opgemerkt, dat hel aanbeveling verdiende cr punt 17 a'an het Regecrïngsprogram van Marchant van te maken RECLAME. T004 De heer Ouwehand (Vlissingen) verklaar de, dat hij er nog niet zoo gerust op is, dat het tractaat NederlandBelgië niet zal worden aangenomen Daarom moet «*r langs alle kanten stemming gemaakt worden t»"gen dit tractaat. dat in zijn huidigen vorm e-11 ramp zou beteekenen voor het vaderland. Spr. ging len bewijze eenige bepalingen van het tractaat na. Vooral legde spr dm na druk op het gevaar, dat de dijken van Zee land bedreigt als België de vrije hand wordt gelaten in het uitbaggeren van dj vaargeul in de Schelde. En dat nog wel mede op kos ten van Nederland. Het tractaat is een blanco wissel aan België voor medebetaling aan een werk, dat millioenen zal kosten. Spr. vreest, dat Nederland door dit tractaat gedwongen zal worden tot het betalen van miliioenen voor de Belgische zeehaven on niets zal overhouden voor het onderhoud van zijn eigen groote havens. Even cala- miteus is de regeling van het binnen- scheepvaartkanaal naar de Roer. Dit trac taat komt eigenlijk neer op het volgende Twee wonen naast elkaar. Nu is bij den een de vloer in het huis verrot en deze zegt dan tot den ander: „geef mij maar uw vloer". En als deze dan zegt: „ja, maar dat gaat niet, wat moet ik dan doen", dan krijgt liij ten antwoord: „maak jo maar niet on gerust. Dat overbrengen van den vloer mag jo ook mee betalen". Overal en op cllre wijze moet, volgons spr., stemming gemaakt worden tegen dit tractaat, dat een ramp zou beteekenen voor ons vaderland. In ziyi antwoord wees mr. Marchant er op, dat hij de nadere uillegging van het tractaat door de Bèlgische Regeering niet secuur genoeg acht, om het tractaat te aan vaarden. Want een van de twee. Of die nadere uitlegging zegt niet .meer dan hot liactaat en dan heeft ze geen waarde. Of ze zegt wel meer dan het tractaat. Maar in dit geval wordt de toestand voor ons ge vaarlijk. Want wie zal ons verzekeren, dal men zich dan later niet zal houden aan liet tractaat alleen Bij de beobrdgeling van dit tractaat moet men in het oog houden de omstandigheden, waaronder dit verdrag tot stand kwam. Wij zijn minister Van Kar- nebeek dank verschuldigd voor de wijze, waarop hij hel gevaar van het annexionlsmo hoeft bezworen. Doch zit nu nog te veel vast aan die omstandigheden, om voldoende rekening te houden met den sindsdien go heel veranderden geest in de*, internationale verhoudingen van Europa. Daarom is het beter, dat de afwikkeling van deze zaak niet door hem geschiedt. Overigens hebben wij met dit tractaat geen haast le m'iLvn. De toestand is voor ons zonder hel tractaat beter, dan deze onder het tractaat wezen zat. Wij doen goed met de ratificatie tc wachten, tot het niet meer afwijsbaar is. Dan za! het resultaat der bestudeering van het trac taat ook tot uiting kunnen komen. Aan het slót der vergadering werd door prof. Kranenburg hulde gebracht aan den scheidenden voorzitter, mr W. II M Wer ker. Wij zien u, aldus sprmet groot leed' wezen gaan. De partij is u gruoten dank verschuldigd. Mr. G. J. Schilthuis sloot zich namens d<? afdeeling Rotterdam bij deze woorden aan, Spoorwegpersoneel. Te Utrecht vergaderde de vakgroep trein' personeel, thans vakgroep van den Centra-» len Bond van Spoor- en Tramweg personeel, Het bestuur werd als volgt samengestelds F. Ileus, voorz.; M. A. Witvliet, secr. N. Ve-« ger, penningm.; F. C Coelen en J. Wals Voor het hoofdbestuur werd F. Heus aan* gewezen en indien deze tot D. B. lid van dca Bond zou worden verkozen, zal M. A. Wit* vliet namens de vakgroep in liet H. B. zitting nemen. Na afhandeling van verschillende punten, der agenda, sprak de Bondsvoorzitter, de' heer Cramer over de loonregeling en heï R.D.V. Zaterdag 1.1. constitueerde uit de Bonden, welke door fusie lot den Cenlralcn Bond van Spoor- cn Tramwegpersoneel zijn gevormd, zich de vakgroep administratief personeel, In het bestuur werden gekozen: P. C. v. d, Klashorst, C. Jansen in de Wal, A. Blokker, W. Ghr. v. d. Hoorn en A. Ketelaar. Als H.B, lid werd A. Kelelaar aangewezen, doch in* dien deze op het congres van den Bond tot D. B. lid mocht verkozen worden, zal W, Chr. v. d. Iloorn nzmens die vakgroep in het H.B. plaats nemen. Door den heer A. Ketelaar werd een over-# zicht gegeven van liet verhandelde inzake) loonregeling en II. D. V. Als gevolg der fusie, waaruit de Centrale; Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel tot stand kwam, werd de vakgroep werkplaats-# personeel opnieuw i-amengesteld in een Za* lerdag 1.1. gehouden vergadering, welke ook werd bijgewoond door de Hoofdbestuurders Cramer, De Haan en Keielaar. Het bestuut der vakgroep werd als volgt samengesteld: F, D. Wismeijer, Haarlem voorz.; W. Bloemen-» daal, Zwolle seer.-, H J. Welle, Utrecht pen* ningm.; W. G. Jansen, Tilburg en W.Wagens veld. Amersfoort. Voor het Hoofdbestuur werd F. D. Wis* meijcr aangewezen. Toepassing Dierst wei go rings wet. De Minister van Oorlog heeft een bove?' ligend antwoord gegeven op de volgend* drie vragen van het lid van de Eerste Ka* rner, den heer Slolemaker de Bruine: 1. Heeft de Minister kennis genomen van de sentenlie van het Hoog Militair Gerecht?» hof d.d. 12 Juli 1925. waarin een schrijven van het departement van oorlog wordt aan gehaald d.d. 27 Mei 1925, 1ste afd. no. 99, volgens hetwelk een dienstweigeraar, dia zich op de Dienslweigeringswet beroepen zou, van verre niet kan vermoeden, wan neer ongeveer hij eventueel bij een anderen tak van staatsdienst zal worden te werk gesteld? 2. Is de Minister niet van oordeel, daf Uit liet leven van den beroemden Engelschen detective Herbert Porter. .Vrij bewerkt naar liet Engelsch door J. H. (Nadruk verboden). X) De portier van hel Palaee-Hotel trad de spreekkamer binnen. „Daar is de dame", Mr. Porter", zei hij, terwijl hij eerbiedig aan zijn pet tikle. De aangesprokenè stond op. Achter de binnentredende sloot de deur geruischloos. De portier wierp nog een nieuwsgierigen blik door het glas in de deur en verdween in hel gewemel'der ga3len, die de groote hal van het hotel vulden. De Engelsohman sloeg een blik op het Visitekaartje, dat hij in de band hield. „Juffrouw E'se Hoffman?" zei hij, terwijl bij do jongedame vragend aankeek. Zij knikte, terwijl een lichte blos haar wangen kleurde. De detective liet de grijze oogen mei wel gevallen op dc jongedame rusten. Hel was een frisch meisje, blond en slank, flink in hear optreden en toch schuchler. Haar don kerblauw wandelpak was goed van snit en zij maakle gelicel den indruk lot den gegoe den burgersland te behooren. „Will U niet gaan zitten?" De jongedame knikte en zette zieh op naar gemakkelijke manier in den aangebo den clubfauteuil, terwijl zij langzaam den b'ik bet zinken. Weer keek Herbert Torter vluchtig naar het visitekaartje. „U bent beroepsfotograaf, nietwaar julfrouw Hoffman?" Else keek op en knikte toest-.amend. „Ik heb een klein atelier in de Lindenallee." „Undenaüec", herhaalde do detective nadenkend. „Die is, als ik mij nieL vergis, hier vlak bij. bij de Kaiserplatz?" „Juist, zij verbindt de binnenstad met de haven. Ik heb me pas sedert kort gevestigd; het is jeen gelukkig toeval, dat ik dat atelier gevonden heb Het is op de vierde verdie ping, maar.ik heb een lilt. De huur valt nogal mee en ik zit er vlak bij de drukste buurten. Ik ben pas een haltjaar gevestigd, du3 U kunt begrijpen, dat de opdrachten maar mondjesmaat komen. Iedere nieuwe bestelling beleekent een kleine feestelijk heid voor me. „Dat laat zich begrijpen", antwoordde Herbert Porter. „En ik vermoed, dat een dergelijke bestelling de oorzaak is, dat U bij mij komt?" De jongedame zag den Engelschman een oogenblik zwijgend aan. Daarop zei zc lang zaam, terwijl zij diep ademhaalde: „Ja, mr. Porter. Een bestelling is inder daad de oorzaak. Een bestelling, die ik van morgen kreeg en die mij meer en meer on begrijpelijk ik zou bijna zeggen, griezelig voorkomt." „Het is dus zéé, als ik het wel heb, dat vanochtend iemand in Uw atelier kwam zich te laten iotografeeren?" „Neen, Tiet moest een opname buiten zijn." die U dus, zooals ik hoor, zoo op windt. Is heigeen gefotografeerd moet wor den, zoo iets buitengewoons?" „Integendeel, het is zoo alledaags als het maar kan." „Wal is hel dan „Het zijn de bijkomende omstandigheden die mij vreemd voorkomen; ja, die mij angstig maken. „Wilt U er wat meer van vertellen?" „We zijn alleen," zei de detective rustig. „Vanmorgen om halflien kwam een heer hij mij en vroeg, ol ik bereid was onder zijn leiding een buitenopname le maken. Het was een grapje, een amaleursopname, en hij moest de conditie maken, dat ik een heel klein toestelletje zou gebruiken, zoodat de genen, die gefotografeerd werden, er abso luut niets van zouden merken, tk zei legen dien mijnheer, dat ik zoo een klein toestel niet bezat." „Dat heb ik wel gedacht." zei hij lachend en (rok uit den zak van zijn overjas een kodak, die ik direct als een zeer duur toestel herkende. De camera was zéé klein, dat men haar gemakkelijk in zijn handtaschje kon steken. „We zullen de opname direct vergrooten," verklaarde hij; „dat is heel gemakkelijk. De hoofdzaak is, dat de zaak discreet behandeld wordt, zoodat de mop niet mislukt Ik moet ongeveer een hal ven dag de bschikking over U hebben," ging hij voort. „Wat ben ik U schuldig voor dien tijd?" Mijn bezoeker begon te lachen. Dan ant woordde hij mij: „Wel. juffrouw, U stelt Uw eischen veel le laag." Omkort te gaan, wij worden het ten slotte eens op honderd vijftig gulden. „Ik verlang goed werk en ik betaal een goeden prijs", verklaarde mijn bezoeker. En ikwel, ik had geen reden om ontevreden l'o zijn." „Natuurlijk niet. Noemde Ide heer zijn naam?" „Neen.".... De hoofdzaak Is, zeide hij" dat U voldoenden tijd meebrengt, om een paar uur mei mij te kunnen wachten. Want ik kan U niet precies zeggen, wanneer de op name zal gebeuren. Wilt U zoo goed zijn U direct aan le kleeden en met mij mee te gaan Mijn auto wacht beneden. En U behoeft niet bang te zijn voor risicohier hebt U vijftig gulden als voorschot op Uw honorarium." liet duizelde mij. Dat was een gelukje, zoo- als ik er in mijn korle praktijk nog geen had durven hopen. Ik nam mei een vaart bord en mantel en vijf minuten later zaten wij samen in een auto, die voor de deur had ge wacht De rit ging door tel Westen van de stad, langs het groote park, naar de voorstad Klau- senhurg. Hier, bij een klein plantsoen, te genover den breeden Augusta-boulevard, stopte de auto. Mijn geleider zei: „IVe zullen hier wachten", en bet het raampje zakken De Auguslaboulevard was op dit morgenuur geweldig druk; er was epn reusachtig ru moer van venters en allerlei slraatkooplie- den. Ik wierp een blik op den man tegen over mij. Mijn royale klant zat rustig op zijn plaats en keek onverschillig naar de drukte vóór ons. Men kon zien, dat hem dit altes niet interesseerden. De tijd ging ontzettend langzaam voorbij. In de nabijheid is de St.-Jozefskerk; ik hoor de de torenklok ieder kwartier slaan. Lang zamerhand werd ik moe en kreeg ik honger, maar ook daaraan had mijn geleider gedacht. Hij haalde een groot rol chocolade uit zijn zak". Eet er maar zoo veel van, als U lust, dat verdrijft den honger en maakt U weer opgewekt en frisch." Plotseling, het zal ongeveer twaalf uur geweest zijn, zag ik, dat hij opschrok. Ik volgde de richting van zijn oogen, maar ik kon absoluut niets bijzonders ontdekken hoogstens dat een paar menschen in de hui zén uit- on ingingen, die hij mei de grootsto aandacht scheen te beschouwen. Weer ging een lange lijd voorbij, waarin niels bijzonders gebeurde. Er verschenen een paar straathandelaars met handkarren uit tegenovergestelde rich tingen en die posteerden zich juisl tegenover oits, precies voor een van do huizen, waar mijn metgezel zoo gespannen naar keek En wéér zag ik icLs bijzonders: op bet oogenblik, dat bij de karrevoerders. dis groote stapels appelen op hun wagens had- den, in de gaten kreeg, merkte ik. dat hij een onrustigen blik op mij wierp. De beide kooplieden begonnen hun waren luidkeels aan lo prijzen, om de aandacht van do voorbijgangers ie trekken. Al cn toe blecl er een staan om een paar appelen le koo- pen; nu bij den een. dan weer bij der» ander. En nu kan hel wel zijn. dal de eer- meer kracht in zijn longen had dan de ander ol dal zijn koopwaar er aantrekke- yijker uitzag: kort cn goed. de een kan wel een reden gehad hebben om woedend la zijn op den ander, want plotseling zalen die beiden elkaar in de haren, waarbij zij allebei een ongelooflijke keel opzetten Ecu paar menschen bleven staan, deels geamu seerd. deels een beetje bang. Dc beide hoe ren rolden vechtend over het trottoir en worstelden volgens de regelen der kunst. Verschillende vensters werden opengemaakt en lachende gezichten keken naar da slraat. Allerlei aanmocdigingskrelen weer klonken. Eindelijk nadat zij er beiden blijkbaar genoeg van hadden, gingen zij weer, alsof er niets gebeurd was, naar hun karren terug om den verkoop voort le zetten. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5