Humor uit het Buitenland.
Leidsche Begrafenis-Onderneming
Gij zult niet verzaken.
>1 O E.
1 Schilder: Ze is een -vriendin van me. - J
I Vriend Wal, no nog?, - V -v (Sy .y Bulletin?
Gegriefde straatveger (tot verkeersslaeiiioflcr): Bé
daar, hIjk nou, nou .was ik net klaat met die stómme
straat hJei - - (Hamoritfj
Dansleerarc8: Maar het is verschrikkelijk. U moet U
yoorstellen dat U een dame vast houdt,
Leerling: Doe ik ook. M'n vrouw. (Punch)
teaching (lot w&nld-be aeM-moordenaar: Spyi m*
meneer, staar U vmt- »o| of wat motte leven We
fcfln juist ir staking pega-'
(Humorist)
De man: lk zit met eon belabberde kwestie. Daar
ftehreef me een kerel, dat hjj me neer zou schieten als ik me
mog langer met a'n vrouw bemoeide.
Het meisje: Bemoei je dan niet meer met haar.
De man: Maar hij schreef z'n naam niet onder z'n
brief. (London Oninionl
reis ntt de grootc vacantie; dan hadden
onze ouders ook alle moeite om de stapels
denappela, doozen vol beukenootjea en
rikeis, zeldzame steenen en konijneskelet-
ten ,die wij zélf zouden dragen, wat te be
korten. Chineezen zijn inderdaad groote
kinderen.
En zoo trokken wij dan op weg; eerst
in draagstoelen, lansg steile afgronden over
smalle paadjes, naar het plaatsje in üo
vlakte waar wij op de boot zouden gaan.
De boot wordt geacht daar om 12 uur te
vertrekken; maar op zoo'n vertrekuur vici
al evenmin staat te maken als bij de heen
reis, en het gekBto was nog wel, dat dc
8cheep8autoritcit©D daar nog het allerminst
van op de hoogte bleken te zijn. Bij bena
dering kon men het alleen \e weten komen
van deu welgedanen Chinees, die bij den
ingang van het ruim stond en de zakken
suiker controleerde, die langs kwamen om
i-ngeladeD te worden. Die beweerde dat het
nog wei een tijdje duren zou, waarop onze
bedienden dc gelegenheid waarnamen, om
nog gauw wat te gaan winkelen in de stad.
Zij kwamen terug met drie reusachtige man
den vol porselein! Waarschijnlijk was dat
hier ook een dubbeltje goedkooper, en dus
>loegcn zij maar liever een voorraad voor
het leven in.
Wij lagen daar verder den geheelen dag,
kijkend naar voorbij zeilende junken en
naar dc Japansche en Amerikaansche oor
logsschepen, die daar sinds de troebelen
jn he1, voorjaar nog altijd op stroom lig
gen. Lang na middernacht vertrokken wij
pas. Stroom af gaat het ongelooflijk gauw
op de Yangtsze-rivier, en bocht na bocht
voorbij schoten wij verder, langs de vrucht
bare rivier-oevers met de dijkjes, die ons
■\peciaal zoo vaderlandsch aandoen.
En dan, tegen deu avond van den twee
den dag, vertelt ccn steward ons en pas-
zant, dat ck v/eci' oorlog op til is, een ,,big
fight." tusschen Chaflg-Tso-Liu en Sun-
Chuan-fang; Nanking tegen Shanghai. Onze
hogt heeft een telegram gekregen; de
spoorlijn NankingShangehai is al in be
slag genomen door de troepen, en dus zul
len wij vanavond, als wij Nanking aandoen,
wel overbevolking krijgen, aan boord, door
do menschen die per trein uit het Noorden
kwamen, en nu in Nanking niet verder kon
den. En werkelijk, in Nanking 's avonds
laat, daar komen de drommen aangestapt,
allemaal Chineezen. Alle hutten zijn al be
zet, en dus installecrcn zij zich maar in de
eetzaal, en het valt mij weer zooals zoo
vaak op, hoe volmaakt de Chinees de gave
bezet om overal te doen alsof hij thuis is,
zonder zich in het minst te genceren, of
aich met het oog op anderen te behelpen.
Dc glimmend zwarte piano ligt den volgen
den ochtend volgestapeld met brokken koek
cn opengebroken granaatappelen. In een
breede dwarsgang naar het dek zit een
Chinecschc dame voor haar kaptafeitje uit
voerig en zonder de minste haast haar be
werkelijk kapsel te voltooien; en zij die
dien nacht in dc eetzaal doorbrachten blij
ven daar nog den halven dag op de banken
liggen te midden van stapels bontbeschil
derde doozen cn koffertjes.
Wij naderen nu deD mond van de Yangts-
ac, en hopen 'b avonds in Shanghai aan te
komen. Tegen den middag wordt er ecu
lijn uitgegooid naar een groote roeiboot, die
op ous ligt te wachten. Passagiers worden
.vrij hardhandig in- en uitgeladen, alles met
'fc noodige geschreeuw, want er is haast
bij, anders drijven zij te ver mee, stroom-
af. In die roeiboot staan ook nog een paar
soldaten; in hun grija-met-roode uniformen
valle zij direct op temidden van al het
'donkerblauw en zwart der Chineescho boe-
Ten. Z:.j blijken afgezonden te zijn van groo
te troepen op den oever, die naaj Nanking
moeten en dus verwachten, dat wij hun het
jpchip zullen afstaan. Zij hebben echter ken
nelijk niet veel autoriteit, want zij laten
zich afschepen met de verklaring, dat onze
kapitein daar van hoogerhand geen permis
sie toe heeft gekregen. En zoo vervolgen
wij onze reis naar Shanghai zoaider hin
dernissen. Maar hier lezen wij nu in de cou
ranten, dat sinds onze Yangtsze-tocht tal-
looze schepen door troepen in beslag zijn
genomeD; wij ontsnapten er nog maar net
aan.
En nu is het eigenaardige, dat dergelijke
dingen hier betrekkelijk weinig indruk ma
ken. Dc van nature zoo vredelievende Chi
nees kan zich onmogelijk interesscercn
voor al die gevechten tusschen die diverse
staatslieden; hij komt er zelfs niet toe om
partij tc kiezen en verklaart ronduit: wij
vertrouwen die politici geen van allen, En
zijn verregaand fatalisme voorkomt, dat hij
zich druk maakt voor dat het noodig is.
Dit dee1 van den geest van China blijken
wij over te nemen. Men zou hier niet an
ders kunnen; het hangt in de lucht. Mis
schien kunnen wij, eenmaal in het vader
land terug, nog niet eens zoo heel gemak
kelijk weer aanleeren om ons over alles en
nog wat te agiteeren. Het is wel merk
waardig: hier ,in het onrustigste land van
de wereld, woont de volmaaktste rust.
Maar China is het land der contrasten.
RECLAME.
AUTO-TRANSPORTEN, CREMATIE
H. P. H. KEEREWEER
TELEFOON 801 - LEIDEN
4030
Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE.
Wie onder 0113 bezit niet het gevoel van
moodcloosheid en onmacht, dat de besten
onzer som3 bekruipen kan, wanneer wij
meenen, dat de taak te zwaar, de opdtaclit
te moeilijk is?
Wij hebben een gevoel, alsof wij bel ge
stelde doel nooit zullen bereiken, alsof onze
krachten niet toereikend zijn om tot het
einde toe vol te houden.
Dc reeds bereikte resultaten lijken ineen
ie schrompelen en de weg, die nog afge
legd moet worden lijkt ver in bet verschiet
te verdwijnen....
Gij zult niet verzaken
Het is een stem uit ons binnenste, die ons
aanspoort door te gaan op den ingeslagen
weg, en met een zucht gaan wij verder.
Gij zult niet verzakenhet oogenblik
van vertwijfeling gaat voorbij, voort, voort
gaat het weersteeds voortlot we
opeens tot de ontdekking komen, dat het
volbracht isongeloovig staren wij terug
op den algelegden weg in niet-begrijpen,
dal wij het waren, die dit alles deden.
Wij hebben onzen plicht niet verzaakt.
Maar.
Er zijn nog andere dingen, die wij kun
nen verzaken behalve plicht.
Er zijn plichtsgetrouwe hardwerkende
menschen, wien men het „gij zult'niet ver
zaken" met evenveel recht zou kunnen
toeroepen.
Want:
Zij verzaken het beste, dat in hen is:
hunne beginselen, hunne persoonlijkheid,
hunne ontroering.
En gij BrutusI
En gij Lezer...4
Doen wij er soms niet allemaal aan mee?
Hebben wo niet allen leder op z'n tijd
wel eens mooie, ontroerende, edele, verhe
ven gedachten?
En schamen we ons niet dood ale dat toe
vallig eens gemerkt wordt? -
Zouden we niet liever „en negligé" door
de stralen van onze stad wandelen dan ons
innerlijk bloot te geven?
Verbeeld je
Ja verbééld jo eens. dal iedereen zoo
maar wist wat je dacht.
Verbeeld jedat iedereen te weten
kwam, hoe die barsche meneer Dinges, die
door zijn personeel en huisgenooten zoo ge
vreesd wordt, in z'n hart eigenlijk de goed
moedigste ziel is die er bestaat, doodsbang
dat-men-hem-niet-voor-vol-aanziet en
dat mevrouw Zoo-én-zoo, die dat weet
iedereen nietwaar leeft voor pretjes en
uitgaan en mooie kleeren in 'r binnenste
niets anders is als een ongelukkige vrouw,
die hunkert naar writ liefde
Stel voor, dat een onzer kennissen
eens per ongeluk getuige was van een doör
ons gestamelde ontroering.
We zouden ons een ongeluk geneeren
uit lutrtgrondigen angst.... belachelijk ge
vonden te worden.
Toegegeven, het is niet prettig als er met
onze innigste cn beste gevoelens door an
deren gesnot wordt en men den draak
steekt met dat, wat ons heilig is.
Maar waarom missen we den moed ons
zelf te zijn?
Van velen zou men gevoegelijk kunnen
zeggen: Zij kan zich zelf niet zijn want.
zij is niemandl
Hoeveel maal op een enkelen dag ver
zaken wij onszelf en onze beste vrienden..
Dat bedoelen we dan wel niet „ecfil"
zoo maar dat doen we maar om te voor
komen, dat er iels van gezegd zou worden.
Wc schamen ons voor onze ontroering.,
voor onze vriendschap met een maatschap
pelijk lager staandevoor de schreiende
behoefte, die vaak in ons is om met volle
handen te geven van den rijkdom van onze
ziel, wij schamen ons voor onze mensche-
lijke onvolkomenheden en nooden
Wij schamen ons dat we beter zijn
dan men denkt.
Wij trekken onverschilligheid aan als een
beschermend kleed, wij doen alsof niels of
niemand ons iets kan schelen.... Men
mocht eens anders i?an ons denken..I
W ij doen zoolang onverschillig, lot we ein-
dclijlc immuum zijn geworden tegen iedere
gevoelsaandoening.
Wij doen als sterke, evenwichtige, be-
langelooze menschen, die niet in staat zijn
ontroering te voelen en die de ethische zijde
van het leven met een superieur' glimlachje
beschouwen als fantastisch gedroom
Hoe laf.hoe klein zijn wij.
Gij zult niet verzaken
Waar is de man of de vrouw, die boud-
weg uit dutft komen voor haar of zijn op
vattingen, smaken, verlangens en gevoe
lens?
Ja maar.... werpt gij tegen, dat gaat
toch zóó maar nietMen moet toch
anderen ontzien, de maatschappij stelt toch
eischen.
Volkomen waar
De maatschappij stelt eischen, die wij
tot zekere grens te eerbiedigen hebben wan
neer wij in de gemeenschap, die maat
schappij heet, wenschen te leven.
De maatschappij (egt ons aan handen.
Maar waar staat ergens voorgeschreven,
dat wij willens en wetens uit eigen vrije
verkiezing die banden nog e'ens zoo strak
en stijf moeten aanhalen, lot zij eindelijk
ons dreigen le verstikken?
Dat staat nergens.
Het is de laffe principieele angst, die ons
zoo zelden eerlijk en ruiterlijk Iaat uit
komen voor onze woorden en daden en het
is alweer diezelfde angst, die ons onze in
nigste en diepste gevoelens laat verstikken.
Het is de angst voor de conventioneels
meening en de hoegrootheid van het ma
terieels voordeel, die ons scherper en angst-
valliger een daad doet wikken en wegen
4an aslke redelijke overweging pok,
Wij tooien ons met een onverschilligheid,
die wij niet voelen en een hardheid, die
ons vreemd is
Wij snoeien ons hart en zijn ingevingen
tot het een armelijk verschrompeld plantje
is, dat het' bloeien verleerd heeft.
Gij zult niet verzaken
Mijd niet den geert in uw hart,
die groeide uit de vonk der ontroering.
Hij werd geboren uit God
niet nit nw menschlijke gril.
Het is de Schoonheid, die wordt en
waarmee gij ten einde zal strijden
Daar is geen zege voor hem,
die niet de worsteling wil!
„Alles goed en wel maar niet prak
tisch uilvoerbaar.
Och toe zegt u dat niet denkt u dat
nietWant diep in uw binnenste weet
gc immers heel goed, dat het anders kan.
dat het anders moet
Als wij er eens een begin mede maak
ten
RECLAME.
WAT DE NIEREN DOEN.
De nieren vereischen steeds onze volle
aandacht. Zoo lang zij gezond en krachtig
zijn, dragen deze organen zorg voor de zui
verheid van het bloed en verwijderen zij
urinezuur en andere schadelijke onzuiver
heden uit het lichaam. De nieren behoeden
ons zoodoende voor talrijke pijnlijke en on
aangename kwalen.
Doch wat gebeurt, als de nieren Iraag
werken en zich vergiften in het bloed ophoo-
pen? Het urinezuur kan zich dan in zulke
hoeveelheden afzetten, dat het scherpe
kristallen vormt, die rheumatiek veroorza
ken, ol wel kan een onvoldoende hoeveel
heid water aan het bloed onttrokken worden,
waardoor waterzucht ontstaat. Ook andere
kwalen kunnen optreden, zooals urine-stoor-
nissen, blaaszwakte, nierzand en -steen,
ischias, spit, hoofdpijn, duizeligheid en ze
nuwachtigheid.
Welke verschijnselen zich ook voordoen,
gij kunt niet gezond worden, voordat uw
nieren weder gezond zijn. Laat Foster's
Rugpijn Nieren Pillen u bijslaan. Zij werken
rechtstreeks op de oorzaken van uw kwaal,
reinigen de nieren en wekken deze op, doch
zij werken niet op de lever, maag of inge
wanden. Vrouwen zoowel als mannen kun
nen op Foster's Rugpijn Nieren Pillen ver
trouwen.
Let op de verpakking in glazen flacons
met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar
door gij zeker zijt geen verlegen buiten,
landsch goed te ontvangen. Prijs f 1.75 per
flacon. 6°86
Met de kleine hoedjes zal het nu werkelijk
wel spoedig uit zijn. Te Parijs cn to Brussel
worden ten minste reeds enorm groote hoe
den. gedragen met een heel broeden rand,
die óf van achteren smaller toeloopt, óf een
beetje de hoogte inwipt.
Die hoeden worden gemaakt van velours,
satijn, bontrips of van met dessins geweven
stoffen, welke in overeenstemming zijn met
die der mantels of middagtoiletten.
Maar de kleine toques worden ook nog
wel gedragen: het heeft er zelfs iets van,
alsof zij zich tegen het scheiden van de
markt van hun beste zijde willen loonen,
want zij zijn allerliefst en staan jong en
pittig. Vooral de kleine, zwarte hoedjes van
panne of fluweel, die voor gekleed gedragen
worden, hebben veel succes. Zij sluiten
nauw om den bobbcdiop, terwijl dikwijls al
leen maar een afhangende struisveer, pluim,
paradijs of agrave ^e eenige garneering
Torrat. Dat „alleen maar" moet u niet ge
ringschattend opvatten; het slaat niet op
de waarde, maar op de hoeveelheid van het
looisell
De daagsche hoedjes zijn hyper eenvou-.
dig. Absoluut gladde kaasbollen met een
smallen rand en als garneering niels dan
een lint-fantasietje. De charme van die
dingskens zit in de levendige kleuren- bois
de rose, prune, oranje, staalblauw, lenter
groen en dan opgemaakt met een lintje in
een geheel andere tint, dat, op origineels
wijze gevlochten, oploopt legen den bol.
En nuga ik aan een verzoek van
een lezeres voldoen en eens- iets van de
inmieenmodR vertellen!
Ik kreeg een briefje van haar, maar ik
kon niet uit den stijl opmaken of zij zoo
in de rikketik voor manlief zit, of dat zij
wat met hem wil pronken. Het meest aan
nemelijk leek het mij, dat zij Zijner Ma-
jesteits aandacht wat af wil leiden tegen
den lijd, dat haar rekeningen van modiste
en naaister verschijnen zullen!
Maar zij beseft? niet wit een opdracht
zij mij gaf.
De heerenmodc! Het is een der moei
lijkste problemen. De finesses er van zij'i
haast niet te ontdekken! De kleeding dei
mannen is zoo monotoon. De gansche va
riatie van de mode in het ééne jaar of hef
andere schuilt in een paar rijen knoopen,
het strikken van een das, de lengte en uit
snijding van een vest, de kleur dór sokken
en den vorm of don deuk van een hoedl
Toen ik door de slid slenterde, speurend
naar heerenmodenieuwtjes, had ik geluk.
Want een der groote magazijnen van bee-
rcnklceding bedacht een alleraardigste en
zéér de attentie trekkende reclame: het
bracht de heerenmode tusschen 1600 en
heden in beeld.
Ik heb er een lief ding voor over, als
de moderne heeren zich ook weer eens wat
kleuriger uit gaan dossen. Het ergert mij
altijd lichtelijk, dat, terwijl wij van een
cindeloozt variatie japonnen in de liefste
nuances voorzien moeten zijn. en ons
's avonds bijv. in groen, rose, geel, blauw
of wit dienen te sleken, de heeren onver-
anderlijk verschijnen in ccn combinatie wit-
en-zwarl en steeds maar sombere vlekken
maken in ons fleurig gezelschap.
Dat is pas een verzinsel van de laatste
75 jaar. En waarvoor is het noodig? I"
1600 verschenen de edellieden in het fl<j-
weelen buis, bijv. paars, met een zijden pof
broek en een Willem-I-kraag (zooals we n*